6 minute read

Radeloos met een rashond

Next Article
Back to basics

Back to basics

Met een rashond koop je dikwijls een kat in de zak. Rashonden hebben allerlei verborgen gebreken, die meestal na een jaar de kop opsteken. Lijden voor de hond, verdriet voor de eigenaar en torenhoge dierenartskosten! Waarom is er zoveel mis met rashonden? Wat zou er anders moeten? Of moeten we allemaal weer aan het 'vuilnisbakje'?

In Nederland bestaan zo'n 300 erkende hondenrassen. 80 soorten daarvan zijn algemeen bekend en kun je dus op iedere straathoek tegenkomen. 40% van het totaal aan rashonden lijdt aan één of meer erfelijke aandoeningen. Veel van deze dieren zijn ziek. Stumpers. De baasjes lopen in en uit bij de

dierenarts en vaak moeten ze veel te vroeg afscheid van hun dier nemen. Bijvoorbeeld omdat de hond een erfelijke vorm van kanker heeft, of omdat het dier zoveel kwalen heeft, dat het middels een spuitje naar de eeuwige jachtvelden wordt gestuurd. Zoiets wil je toch niet als je van je dier houdt? tige inseminatie en keizersnee ter wereld. Vaak is een operatie nodig om de honden weer wat lucht te geven, want met hun platte snuit kunnen ze amper ademhalen. Ze hebben last van erfelijke oogproblemen, ontstoken huidplooien, en vaak ook van hartfalen. En nog veel meer! Gemid-

deld worden ze 8 jaar. De helft minder oud dan een bastaard. Een ander voorbeeld: de Cavalier King Charles Spaniël is een schattig klein hondje. Het werd bekend omdat Pim Fortuyn er twee had en hij zich met dit tweetal liet schilderen. Deze dieren zijn gefokt op het snoezige kleine hoofdje. Het kopje werd inderdaad steeds kleiner, maar de hersenen deden niet mee. Het resultaat is dat het diertje een veel te grote herseninhoud heeft voor dat bescheiden schedeltje, met als resultaat dat het vreselijke hoofdpijnen heeft en last van epilepsie heeft. Bovendien drukt de schedelinhoud de ogen naar buiten. Daarbij krijgen bijna alle dieren een hartafwijking.

Tekst: Marian Henderson // Foto’s: Frank Wassenberg

Rashondenwijzer

Op de site www.rashondenwijzer.nl kun je van de 80 meest bekende rassen vinden hoe ze er erfelijk voorstaan. Zo is de Dobermann een probleemhond, die vaak zijn evenwicht verliest omdat zijn nekwervels niet goed zitten. Ook kan zijn bloed spontaan gaan stollen. De Duitse herder spant de kroon met honderden beschreven afwijkingen. Husky's zijn vaak doof. Sharpei's, met hun massa rimpels, hebben dikwijls allerlei huidproblemen, en ga zo maar door. Als je al die ellende ziet,

begrijp je niet dat er nog rashonden bestaan. Zoveel lijden, alleen maar voor het uiterlijk...

Op de site www.rashondenwijzer.nl kun je van de 80 meest bekende rassen vinden hoe ze er erfelijk voorstaan.

Wandelende misgeboorte

De Engelse Buldog is een droevig voorbeeld. Met zijn gedrongen lijf en platte kop is het een wandelende misgeboorte. De dieren kunnen zich meestal niet normaal voortplanten en komen dus via kunstma-

Kleine genenpoel

De dieren moeten aan een bepaalde rasstandaard voldoen, om hun stamboom te verdienen en kampioen te worden op een tentoonstelling. Bij het fokken wordt dus steeds geprobeerd bepaalde eigenschappen te herhalen en te 'verbeteren'. Vaak worden eigenschappen daarbij ernstig overdreven. Zo ontstaan er honden die steeds minder met de oorspronkelijke wolf van doen hebben. Zoals bijvoorbeeld de chihuahua of de poedel. Om de gewenste eigenschappen te verkrijgen, fokt men het liefst met de besten uit de categorie. De genenpoel waaruit wordt gekozen, is dus heel klein en de dieren zijn dikwijls verwant. Daarmee worden niet alleen de gewenste eigenschappen doorgegeven, maar ook de aanleg voor allerlei ziekten. Naarmate er verder wordt doorgefokt en er dus steeds meer inteelt optreedt, wordt het aantal gezondheidsproblemen groter.

1000 nakomelingen

heeft een aanbeveling gedaan naar haar leden om niet meer met broer/zus en ouder/kind te fokken. “Hier is echter maar een deel van de fokkers bij aangesloten”, zegt

Frank Wassenberg van de Koningin SophiaVereeniging, een dierenbeschermingsorganisatie uit Amsterdam. “En bovendien is het een aanbeveling en geen verbod. Maar ook al fok je met dieren die genetisch wat verder van elkaar staan, de kans op inteelt blijft levensgroot. Er zijn een beperkt aantal fokreuen die soms wel duizend nakomelingen hebben, dus de honden zijn vaak toch verwant. En wanneer er van twee kanten een negatieve eigenschap wordt overerft, is de kans heel groot dat die manifest wordt bij de pup.”

In enkele tientallen jaren zijn veel rassen enorm veranderd. Er wordt alleen naar het uiterlijk gekeken, niet naar gedrag, kracht of stabiliteit.

Regelgeving

De Koningin Sophia-Vereeniging trekt zich het lot van de rashonden aan. Al jaren zijn ze bezig de politiek te motiveren om wetgeving tot stand te brengen, die dergelijke misstanden voorkomt. Maar de politici willen er nog niet aan. Zij verwijzen naar de sector zelf. Die zou zelf maar met een plan moeten komen. Wassenberg: “De sector is al tientallen jaren beterschap aan het beloven. Maar de financiële belangen zijn te groot. Bovendien verwijzen de fokkers naar elkaar. Ze erkennen wel dat er problemen zijn, maar ze betogen ook dat er bij hen niets mis is. En zo verandert er niets. Wij vinden dat er regelgeving moet komen.” Inmiddels heeft de vereniging aan staatssecretaris Dijksma gevraagd om in actie te komen. Er is nu afgesproken dat er vijf hondenrassen en een kattenras onder de loep worden genomen. Wassenberg: “Onderzoek is een goede stap, maar niet voldoende. We weten al heel veel over de

problemen. Het gaat er meer om wat er vervolgens mee gebeurt. En daarover zijn nog geen toezeggingen gedaan. We willen ook de Tweede Kamer inschakelen, want het is natuurlijk wél de bedoeling dat er maatregelen volgen.”

DNA-bank

Inmiddels wordt er door de faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit van Utrecht, samen met de eerder genoemde Raad voor Beheer, gewerkt aan een DNA-bank. Het is namelijk mogelijk om aan het DNA van iedere hond af te lezen welke erfelijke ziekten het dier bezit en van welke hij de drager is. Door bij het fokken de juiste match te maken, kan men voorkomen dat ziekten worden doorgegeven. Frank Wassenberg vindt dit echter geen permanente oplossing. “Je kunt er weliswaar een aantal geschikte matches mee maken, maar de genenpoel waaruit je kunt kiezen, wordt dan nóg kleiner, zodat er op termijn weer andere erfelijke aandoeningen worden overerft.”

Verbod

Hij vervolgt: “We willen een verbod op inteelt. Maar dat niet alleen, er zal nieuw bloed in de probleemrassen moeten worden ingebracht van andere, maar wel gelijksoortige rassen. Dan krijg je dieren die er anders uitzien, maar dat is dan maar zo. Of een fokker minder geld voor zijn hond krijgt, doet niet ter zake. Het gaat om het dierenwelzijn. Daarom willen we ook een welzijnscertificaat invoeren. Dat moet een belangrijk onderdeel zijn van de stamboom. Die moet niet uitsluitend gaan over het uiterlijk, maar over de mate van gezondheid en welbevinden van het dier. We willen ook de rasstandaarden aanpakken. Ik begrijp dat het belangrijk blijft hoe een hond eruit ziet, maar wees daar wat minder rigide in.

Minder dwingend. Sommige eigenschappen zullen moeten verdwijnen om een ras weer gezond te krijgen. De 'Fortuynhondjes' hebben vrijwel allemaal een hartafwijking. Dat

is bijna een rasstandaard geworden. Dat is toch cynisch? We zijn er ook vóór om de hondententoonstellingen te verbieden. Die houden het hele circus in stand. De prijswinnaar van vandaag is het fokdier van morgen en de leverancier van erfelijke afwijkingen van overmorgen. In enkele tientallen jaren zijn veel rassen enorm veranderd. Er wordt alleen naar het uiterlijk gekeken, niet naar gedrag, kracht of stabiliteit. En zo wordt er bijna een karikatuur van zo'n dier gemaakt. Dat is beslist niet ten gunste van het welzijn van de hond.”

Rashondenshow in Maastricht

This article is from: