
8 minute read
Wintersport: Canada
from High Life NL 13-12
by SoftSecrets
Ruimte en rust in ongerepte natuur
Ga je de komende tijd op wintersport? Denk dan eens aan Canada. Want dit land heeft oneindig veel meer te bieden dan downhillskiën en après-ski alleen. Zo liggen rondom de pistes in het rustieke Banff National Park (Alberta) en het beroemde Lake Louise de avontuurlijke alternatieven voor het oprapen. Highlife nam alvast een kijkje en keerde verrukt terug. Onder meer geïmponeerd door alle ongerepte schoonheid en gastvrijheid.
Tekst: Mike de Leede Fotografie/digitale bewerking: MMP/Jacqueline van der Kort
Het haarvuur knettert zacht naast onze kingsize sponde. Na een vorstelijke nacht onder eendendons schuift mijn partner langzaam de gordijnen open die het ochtendlicht hebben weggehouden uit onze houten Buffalo Mountain Lodge cabin aan de rand van het rustieke dorpje Banff (7.716 inwoners), dat negentig minuten rijden ten westen van Calgary ligt. Gister zijn we hier op 1383 meter hoogte neergestreken. In de dampende hot tub buiten hebben we ’s avonds de reisvermoeidheid van ons afgespoeld.
Rocky Mountains
Via het balkon hebben we deze ochtend vol zicht op God’s Eigen Wintertuin. Een roze gloed klimt langzaam tegen de bergflanken van de Rocky Mountains in de staat Alberta omhoog. De opkomende zon weerkaatst in de vers gevallen sneeuw. Het geeft Banff National Park letterlijk iets maagdelijks mee. “Massatoerisme en multinationals die betonnen high rise hotels exploiteren vind je hier niet. Genieten staat centraal. Van het overweldigende natuurschoon, van de ruimte. En van de rust. In de wintermaanden is het hier laagseizoen,” vertelt Pam Challoner, medewerker van het plaatselijke bureau voor toerisme, ons enthousiast bij het ontbijt. “Van mei tot eind september, als de sneeuw tot aan de bergtoppen wijkt, is het hier veel drukker. Banff National Park trekt dan vooral kampeerders en hikers, die afkomen op de schitterende flora en fauna.”
Poedersneeuw
Dit oudste nationale park van Canada is ontstaan rond 1886, tijdens de aanleg van de Canadian Pacific Railway. Het beslaat maar liefst 6.641 vierkante kilometer en staat op de werelderfgoedlijst van Unesco. Je kunt er oog in oog komen te staan met wolven, elanden, diverse hertensoorten, rammen, berggeiten en zelfs coyotes. De schaarse grizzly en zwarte beer slapen in de winter. Voor fijnproevers en liefhebbers van de vermaarde champagnezachte poedersneeuw liggen in Banff National Park drie idyllische
skigebieden te pronken. Allereerst het intieme, noordwestelijk gelegen Mount Norquay (op tien minuten rijden van het centrum van Banff), dat heerlijk beschut ligt tussen het grove naaldwoud. Wie louter overvolle Europese pistes kent, met het bijbehorende lawaaierige apès-ski publiek en de lange rijen bij de liften, zal net zo aangenaam verrast zijn als ons. Norquay geniet je bijna in je eentje! Je moet zo nu en dan alleen even afremmen voor een overstekend eekhoorntje. Een vrijwel onontdekte sneeuwoase, waar wij prachtige langlaufroutes ontdekken.
Sprookjesachtig
Het 45 minuten verderop gelegen Lake Louise, vernoemd naar het dichtgevroren meer dat onderaan de Victoria gletsjer ligt, is stukken groter en (vooral) veel drukker. Het riante uitzicht over Bow Valley maakt echter veel goed. Net als het chique Chateau Lake Louise, het vermaarde tophotel
van de Fairmont-groep dat enkele kilometers terug in het dal verscholen ligt. Dit 515 kamers tellende monument is gebouwd in 1924 en kent een statige Engels-Victoriaanse grandeur. De ligging is sprookjesachtig: direct aan het meer, geflankeerd door wit bepoederde bergen, dicht groen naaldwoud

en glinsterende gletsjers. Binnen vergapen we ons aan de inrichting. Daarna drinken we warme chocolademelk onder de kroonluchters van de Victoria Lounge. Buiten op het meer wordt geschaatst en gelanglauft, terwijl in de tuin kunstenaars de laatste hand leggen aan prachtig blauw uitgelichte ijssculpturen. In het strijklicht van het namiddagzonnetje. Het totaalplaatje lijkt een Anton Pieck schilderij waardig.
10 meter sneeuw
De skipistes van Sunshine Village liggen precies tussen Banff en Lake Louise in, blijkt de volgende dag. Hier valt jaarlijks maar liefst tien meter sneeuw uit de hemel. En dan ook nog de allerbeste poedersneeuw van heel Canada! Wij gaan met drie liften helemaal naar de top van Lookout Mountain (die heet immers niet voor niets zo), waar ons op 2730 meter bij een wolkenloze blauwe lucht een majestueus uitzicht wordt gegund over de Rockies. Vooral Mount Assiniboine, de Matterhorn van Canada, steelt de show. In de verte kruipt de beroemde Rocky Mountaineer voorbij, de wintertrein die verse wintersporters en toeristen aflevert.
Warmwaterbronnen
Die middag bezoeken we de andere oorsprong van Banff National Park: de thermale warmwaterbronnen, net buiten de dorpskern. Bij toeval ontdekt rond januari 1884, door drie overwinterende Canadian Pacific spoorwegbouwers, die eigenlijk op zoek waren naar goud. Het 41 graden warme water van de Upper Hot Springs blijkt 120 jaar later schaamteloos te worden geëxploiteerd voor moderne baders en toeristen als wij. “Mede door de wet van de communicerende vaten geeft de Upper Hot bron al acht jaar geen druppel water meer af,” vertelt marketing manager Cris Morash. “Naar de feitelijke oorzaak blijft het gissen. Tot het moment dat de bron weer thermaal water zal gaan opborrelen, gebruiken we leidingwater om de bassins te vullen.” De $ 7,50 entree betalen we echter graag voor deze klassieke entourage (en het alpine uitzicht buiten, door de stoomwolken heen). Het water is verrukkelijk. De daadwerkelijke vindplaats van de thermale, zwavelhoudende bron bevindt zich verder beneden in het woud, waar volgens waarschuwingsborden ook een roedel wolven rondzwerft. In wat nu met een mondvol Cave and Basin National Historical Site of Canada heet. Een interessant museum dat rondom de oorspronkelijke grot is heen gebouwd, compleet met een in 1886 met dynamiet gemaakte tunnel en een antiek badhuis uit 1902. Het riekt er sterk naar zwavel.
One-MillionDollar View
“Het is moeilijk voor te stellen dat de gammele houten keet die drie Canadese spoorwegbouwers in 1885 neerzetten, als onder-

komen voor de eerste bezoekers, in feite de basis was voor één van de meest luxueuze hotels ter wereld: het wereldberoemde, in 1888 gebouwde Fairmont Banff Springs Hotel,” vertelt suppoost Sheri Tarrington, die ons rondleidt. Ze praat louter in super-
latieven over Het Hotel, dat zich kilometers buiten ons zicht blijkt te bevinden. Als we daags erna oog in oog staan met dit enorme, kasteelachtige bouwwerk, begrijpen we Tarrington’s ongebreidelde enthousiasme. Zowel van binnen als van buiten is het oogverblindend. Met zijn vele torens, bal- en pronkzalen oogt het echt als een kasteel. Alleen al de hoge entree met zijn enorme tapijten, kroonluchters, houtsnijwerk en brede marmeren trappen. De indrukwekkende lounge vol enorme vazen met bloemboeketten, al die grootmeesters aan de muur, de inpandige exposities van kunstenaars en fotografen. De 770 suites, de 12 restaurants en salons. En niet te vergeten het zo geroemde ‘one-million-dollar view’. Alleen de ridders lopen er niet in harnas, maar ge-
helmd met ski’s. In volledige uitrusting. Dat weer wel. Ondanks dat we er (helaas) niet kunnen overnachten (te onbetaalbaar), lopen we er uren rond. Haar lievelingen staan alweer ongeduldig te popelen. En trekken ons even later langs spectaculaire blauwbevroren watervallen en verstilde ijskloven, waarvan we er één (Maligne Ice Canyon nabij het stadje Jasper om
precies te zijn) morgenavond zullen gaan verkennen. Goed ingepakt, op speciale gevoerde laarzen met rubber noppen en met hoofdlampen op. Over stroef en glad ijs manoeuvrerend zullen we tijdens deze ontdekkingstocht met een goed ingevoerde gids op zoek gaan naar de oorsprong van al het bevroren water onder ons. Op de terugweg moeten we de sledehonden geregeld afremmen. Eenmaal bij de auto’s zetten de lastdieren het eensgezind op een hartverscheurend gejank. Net als wij vinden ze het erg jammer dat hun uitje erop zit.
Safari per hondenslee
Dan is het tijd voor een safari per hondenslee door het verstilde sneeuwlandschap ten westen van de historische Yellowhead Highway, in de schaduw van de hoogste berg van de Canadian Rockies: Mount Robson. Als we uren later een bochtig pad inslaan, dat ons langs een snelstromende beek naar Coldfire Creek voert, horen we de honden in de verte eindelijk blaffen. Tot onze verbazing mogen we de slee met tien husky’s zelf besturen, terwijl één van ons als passagier lekker ingepakt voorop mag zitten. Sturen (het zogenaamde ‘memmen’) blijkt een makkie, terwijl onze roedel joelend van plezier het kronkelende pad omhoog kiest, tussen de enorme dennen en sparren door. Tot de toppen ervan definitief in wolkenslierten verdwijnen. Telkens als er een lastig stuk komt, met bochten of langs lawinegebied, houdt de karavaan stil, moeten we onze slee verankeren en krijgen we instructies. Halverwege de safari wordt gestopt voor een hartverwarmer en verse homemade cookies.
Ontdekkingstocht
“Na langdurige training zijn deze door mij geselecteerde sledehonden geheel op elkaar ingespeeld,” vertelt de eigenaresse uit Valemount ons trots bij een mok thee. “Het is eigenlijk één grote familie van 56 honden. Mijn oudste ‘bitch’ is 12 jaar oud en heeft bijna al mijn andere honden opgeleid. Ze is eigenlijk met pensioen, maar heeft er nog zoveel plezier in dat ik haar onmogelijk thuis in de kennel kan houden als ik er met de anderen op uit trek. Van het geld dat ik met deze tochten verdien, bekostig ik voornamelijk hondenvoer en de dierenarts. Zo blijft deze liefhebberij voor mij enigszins betaalbaar.”
Num-Ti-Ja Lodge
Aan de oever van Bow Lake nemen we de volgende dag onze intrek in de afgelegen Simpson’s Num-Ti-Ja Lodge. Een fraaie, 106 jaar oude blokhut met inmiddels 25 kamers. Elke balk ademt historie, overal staat antiek en curiosa. De uitbater Lee O’Donnell en zijn kleine staf heten ons welkom alsof we oude vrienden zijn. Voor de haard in de bibliotheek verhaalt hij vol vuur over de rijke geschiedenis van zijn lodge. De wanden van de heerlijk warm gestookte lodge hangen vol opgezet wild, huiden, foto’s en schilderijen. De kunst is gemaakt door geïnviteerde artiesten die zich hier hebben laten inspireren. Omgeven door hun creaties drinken we de volgende ochtend in de lounge koffie totdat de sneeuwstorm buiten is geweken voor een waterig zonnetje en een aangenamere tempratuur. Waarna we urenlang de natuur rond Bow Lake verkennen op brede MSR-sneeuwschoenen, de moderne plastic variant van de houten tennisrackets die in de lodge aan de muur hangen. Ze kunnen echter niet voorkomen dat we regelmatig tot ons kruis wegzakken in de diepe sneeuw. Lachend staan we steeds weer op. Intens genietend, wetend dat we vanmiddag alweer de lange terugreis naar Nederland zullen moeten aanvaarden. Bij het afscheid drukt O’Donnell ons attent een goedgevulde lunchbox in handen. We zullen deze Canadese gastvrijheid binnenkort nog node gaan missen.