Melkcontrolecentrum Vlaanderen - Jaarverslag 2011

Page 1





Jaarverslag 2011  ■ ■ ■ 1

Voor MCC werd 2011 in de eerste plaats gekenmerkt door de ontwikkeling van het electronische identificatiesysteem van de melkmonsters genomen in het kader van de bepaling van de kwaliteit en de samenstelling. De nakende implementatie ervan veroorzaakt een diepgaande verandering op het vlak van logistiek, infrastructuur, administratie en wetgeving. De sector is het er hoe dan ook eensgezind over eens dat de inspanningen zullen leiden tot een (nog) betere borging van het melkkwaliteitssysteem. ‘Diversificatie’ is een thema waaraan MCC-Vlaanderen steeds meer aandacht besteedt. Diversificatie op het vlak van analyses, maar evenzeer met het oog op een efficiënte begeleiding van alle actoren in de melkproductie. Het is een goed vast te stellen dat MCC steeds meer aangesproken wordt voor meer gespecialiseerde onderzoeken op tank- en koemelkmonsters, maar ook voor interventies op het melkproductiebedrijf. Bemoedigend is ook dat de samenwerking met Dierengezondheidszorg Vlaanderen (DGZ) en de Coöperatie Rundveeverbetering (CRV) voor de komende jaren wordt bestendigd. Bovendien hebben de bestuursorganen van DGZ en MCC de opdracht gegeven om alle aspecten te onderzoeken waar nog meer synergie kan gerealiseerd worden. MCC – Vlaanderen hecht veel belang aan goede relaties met de wetenschappelijke instellingen (ILVO, Faculteit Diergeneeskunde), de landbouworganisaties, de zuivelindustrie en federale en regionale overheden met het doel mee te werken

Voorwoord

aan een duurzame melkwinning. De interprofessionele werking binnen MCC-Vlaanderen tussen de zuivelindustrie en melkproducenten heeft ook in 2011 duidelijk aangetoond dat eensgezind en efficiënt beslissingen met een breed draagvlak kunnen worden genomen. Alle medewerkers van MCC ondervinden dit ook, wat resulteert in hun professionele ingesteldheid.

Luc De Meulemeester Directeur Februari 2012


2 ■ ■ ■ Jaarverslag 2011

De bestuursleden. De Algemene Vergadering (AV) Conform de statuten van MCC werd de nieuwe AV op 30 maart 2011 samengesteld op basis van het aantal opgehaalde liters melk in Vlaanderen in 2010 en de paritaire vertegenwoordiging tussen zuivelindustrie en melkproducenten. Het totale aantal mandaten in de AV bedroeg 56. Van de kant van de zuivelindustrie nam Carolina Roepers (Steegro Dairy) ontslag. Zij werd vervangen door Jos Peters (Fabrelac) en Koen Lambrechts (Bonimilch). Nam ontslag van de kant van de producenten: Eric Persijn. Hij werd vervangen door Joël Vancoppenolle en Luc Dejonckheere.

De Raad van Bestuur (RvB)

Bestuur en personeel

De samenstelling van de Raad van Bestuur werd niet gewijzigd.

Het Bestuurscomité (Bc) De samenstelling van het Bestuurscomité werd niet gewijzigd. Zie ook TABEL 1 op p. 44: Samenstelling van de Algemene Vergadering, Raad van Bestuur en Bestuurscomité.

De technische comités (tc) De TC’s ‘Zuivelindustrie’ en ‘Producenten’ vergaderen 2-maal per jaar en hebben een belangrijke adviserende rol te vervullen m.b.t. de practische werking van MCC-Vlaanderen.

1

Zie ook TABELLEN 2 en 3 op p. 46: Samenstelling van de Technische Comités ‘Producenten’ en ‘Zuivelindustrie’. Zie TABEL 4 op p. 47: Vergaderingen van de bestuurs- en overlegorganen.


Jaarverslag 2011  ■ ■ ■ 3

Het personeel. Op 31 december 2011 had MCC-Vlaanderen, net zoals het voorgaande jaar, 44 personen in dienst. Marc De Vriese ging per 1 november 2011 op pensioen. Hij was meer dan 40 jaar actief in ‘de gezonde melkwinning’: eerst voor het Comité voor de Melkkwaliteit in Oost-Vlaanderen, later voor de Vereniging voor de Melkkwaliteit en tenslotte voor MCC. Marc De Vriese is in de sector gerespecteerd voor zijn grote ervaring en praktische benadering bij de advisering. Op 1 september 2011 heeft Dr Karlien Supré het team ‘Bedrijfsadvisering’ verstrekt. Dr Supré behoorde tot het M-team van de Faculteit Diergeneeskunde en zal zich bij MCC bezighouden met de diergeneeskundige aspecten van de melkwinning en de residu-problematiek. Zie ook TABEL 5 op p. 48: Het personeelsbestand op 31 december 2011.

Het organigram Luc De Meulemeester Directeur

Luc De Meulemeester Kwaliteitsverantwoordelijke

Hilda Ceulemans Hoofd Personeel, Administratie en Financiën + 3,65 VTE’n (*)

Jean-Marie Van Crombrugge Technisch verantwoordelijke

Anne Gijsels Hoofd Laboratorium + 17,0 VTE’n

(*) = voltijdse eenheid

Koen Lommelen Hoofd Bedrijfsadvisering + 2,5 VTE’n

Dennis Van den Eeden Hoofd Logistiek + 11,5 VTE’n


Algemene werking

4■■■

Jaarverslag 2011

2


Jaarverslag 2011  ■ ■ ■ 5

Controle op de kwaliteit en samenstelling van de rauwe melk De kernopdracht van MCC-Vlaanderen bleef in 2011 ongewijzigd, nl. de controle op de kwaliteit en samenstelling van de koemelk geleverd aan kopers. Deze kernopdracht staat uitvoerig beschreven in het MCC-protocol (PT_007). Aan de wettelijke basis van de controle op de kwaliteit en de samenstelling van de rauwe melk werden geen wijzigingen aangebracht. Zie ook TABEL 6 op p. 49: Wettelijke basis van de controle van de kwaliteit en de samenstelling van rauwe koemelk geleverd aan kopers.

Samenwerking in het kader van het VLIMBusinessplan 2007 De realisatie van het businessplan, dat in het kader van de VLIM-onderhandelingen in 2007 werd afgesloten met Dierengezondheidszorg Vlaanderen (DGZ) en de Coöperatie Rundveeverbetering (CRV), is praktisch voltooid. DGZ De samenwerkingsovereenkomst met DGZ werd stilzwijgend verlengd. Beide organisaties hebben duidelijk te kennen gegeven dat de samenwerking moet bestendigd worden en daar waar mogelijk nog verder uitgebouwd. In 2012 zal een stuurgroep - hierbij bijgestaan door 5 technische werkgroepen - alle facetten onderzoeken waar nog meer synergie mogelijk is op het vlak van logistiek, laboratoriumwerking, bedrijfsadvisering en algemene diensten. VRV Met CRV / VRV werd een nieuwe overeenkomst m.b.t. de analyses in het kader van de melkproductieregistratie onderhandeld tot eind 2014. De andere overeenkomsten (materiaaltransport, gegevensuitwisseling,…) werden stilzwijgend verlengd.


6 ■ ■ ■  Jaarverslag 2011

BELAC-toezichtsaudit In 2011 werd geen audit uitgevoerd: deze is voorzien voor begin 2012. De scope werd niet gewijzigd. MCC-Vlaanderen is geaccrediteerd voor: ISO 17025-norm: • Fysicochemische analyses • K oemelk: bepaling van het celgetal, het vriespunt (infrarood spectrometrie en cryoscopie), vet-en eiwitgehalte, filtratieproef en screening op bacteriegroeiremmende stoffen en antibiotica van het type beta-lactam. • G eitenmelk: vet- en eiwitgehalte, filtratieproef en screening op bacteriegroeiremmende stoffen. • Bacteriologie • K oemelk: het kiem- en coligetal, aantonen van uierpathogene stafylokokken, streptokokken en esculinepositieve kokken. • Geitenmelk: het kiemgetal. • Serologie • Koemelk: opsporen van specifieke antistoffen gericht tegen het antigeen van Mycobacterium avium subspecies paratuberculosis (MAP). ISO 17020-norm: • Keuringen • K oemelk: controle van de bemonsteringsapparaten en van de werking van de RMO-chauffeurs. • Monsternames • K oemelk: bemonsteringen in het kader van het monitoringsprogramma voor contaminanten van Belgische Confederatie van de Zuivelindustrie (BCZ) . • Drink- en reinigingswater: bemonstering.

Sectorale monitoring van contaminanten in melk en zuivelproducten De samenwerking met BCZ m.b.t. de bemonstering van hoevemelk in het kader van het monitoringsprogramma ‘Monimilk’ van de Belgische zuivelindustrie werd verdergezet. De monsternames gebeuren conform de procedures opgesteld in het kader van het BELAC 096-INSP-certificaat.


Jaarverslag 2011  ■ ■ ■ 7

Met BCZ werd bovendien overeengekomen om de melkmonsters voor een aantal analyses (o.a. het opsporen van residuen van antiparasitaire middelen) na monstername onmiddellijk naar het laboratorium over te brengen. In het totaal werden 903 monsters genomen en aan de bevoegde laboratoria bezorgd. MCC-Vlaanderen analyseerde zelf 2.500 tankmelkmonsters op aanwezigheid van tetracyclines. Er werden met de Unisensortest geen positieve melkmonsters voor deze groep antibiotica vastgesteld.

Bepaling van het gehalte aan onverzadigde vetzuren De samenwerking met FrieslandCampina m.b.t. de bepaling van het gehalte aan onverzadigde vetzuren bij een groep melkveehouders werd eind augustus 2011 stopgezet. Van een 120-tal bedrijven werden ruim 10.000 analyseresultaten medegedeeld.

Ketonenbepaling op melkmonsters genomen in het kader van de melkproductieregistratie (MPR) Vanaf 1 maart 2011 wordt op de MPR-melkmonsters het ketonengehalte bepaald (N = 1.100.000). Hoge waarden bekomen met de spectrofotometrische methode worden nadien bevestigd met een autoanalyzer (N = 45.000).

Thermoresistente en boterzuurbacteriën. Vrije vetzuren. In opdracht van FrieslandCampina wordt het gehalte aan thermoresistente en boterzuurbacteriën bepaald (N = 15.000). Aantal analyses voor het gehalte aan vrije vetzuren: 160.000.

Bepaling van het biotine- en iodinegehalte Eveneens op vraag van FrieslandCampina wordt op de tankmelk van een aantal bedrijven (160-tal) het gehalte aan biotine en jodium bepaald: dit project startte op 1 september 2011.


8 ■ ■ ■ Jaarverslag 2011

Biestmelkophaling MCC collecteert - in opdracht van CER, Marloie - sinds begin 2011 biestmelk (colostrum) bij de melkproducenten. Eind 2011 werd reeds op 330 bedrijven ruim 28.000 liter biestmelk verzameld te Lier.

Ophaaldienst voor DGZ De ophaaldienst bij de dierenartsen-practici in de regio ‘Oost’ en het transport van materiaal bestemd voor de DGZ-sites werd verdergezet. • pakketten met bloedmonsters: 7.660 (21 %  t.o.v. 2010); • boxen met ander materiaal: 1.034 ( 8 % ); • pakketten met melkmonsters: 899 (15 % ).


Jaarverslag 2011  ■ ■ ■ 9

Opleiding en begeleiding van RMO-chauffeurs MCC is conform de wetgeving verantwoordelijk voor de opleiding en bijscholing van de RMO-chauffeurs met het oog op hun vergunning. Eind 2011 waren er in Vlaanderen 383 chauffeurs met een geldige vergunning, waarvan 30 nieuwe chauffeurs. Er werden 15 bijscholingen gegeven in de zuivelfabrieken en 1 opleiding voor nieuwe chauffeurs te Lier. In totaal namen 229 chauffeurs deel aan deze opleiding. Tijdens 255 controles werden 180 RMO-chauffeurs begeleid tijdens de uitvoering van hun opdracht.


De kwaliteitsreglementering

10 ■ ■ ■ Jaarverslag 2011

Aan de bestaande kwaliteitsreglementering werden in de loop van 2011 geen wijzigingen toegevoegd. Zie ook TABEL 7 op p. 50: Controle van de kwaliteit van de melk – beoordeling van de resultaten.

Zie ook TABEL 8 op p. 52: De AA-melkreglementering.

3


Jaarverslag 2011

■ ■ ■ 11

Algemeen In de loop van 2011 werden 5.460 melkexploitatiebedrijven opgenomen in de kwaliteitsbepaling uitgevoerd door MCC. In vergelijking met 2010 betekent dit een vermindering met 3.5% ( >< 5 % in 2010 ).

FIGUUR 1: EVOLUTIE VAN HET AANTAL MELKVEEBEDRIjVEN BETROKKEN BIj DE WERKING Figuur 1: Evolutie VAN MCC. van het aantal melkveebedrijven betrokken bij de MCC-werking 17000

gemiddeld aantal bedrijven

16000 15000 14000 13000 12000 11000 10000 9000 8000 7000 6000 5000

1999

2000

2001

2002

2003

2004

2005

2006

2007

2008

2009

2010

2011

16587 15443 14479 13365 12361 11668 10986 10557 10228 9836

1990

1991

1992

1993

1994

1995

1996

1997

1998

9522

9166

8802

8402

8092

7624

6986

6578

6235

5958

5657

5460

De bemonstering

jaar

De melk van deze melkexploitatiebedrijven werd opgehaald door 18 verschillende kopers, waarvan 2 kopers in Wallonië en 1 in Duitsland gevestigd zijn. Het aantal ‘speciale kopers’ (i.e. kopers die rechtstreeks kleine hoeveelheden voor eigen verwerking ophalen bij de producenten, bijv. roomijsproducenten) nam toe van 53 naar 61 speciale kopers. Ook deze kopers zijn wetteljk verplicht een manueel genomen monster ter beschikking te stellen van MCC.

4

Volgens de gegevens verstrekt door de kopers werden in Vlaanderen 2.004.234.941 liter melk (2010: 1.971.232.000 L) opgehaald: dit betekent een opnieuw een aanzienlijke toename. Aantallen melkmonsters • Melkkwaliteitsbepaling (MKB): 790.000 • Melkproductieregistratie (MPR): 1.319.572 • Mastitisonderzoek: 43.864 • Andere monsters: 167.000 • Geitenmelkmonsters: 4.700


12 ■ ■ ■  Jaarverslag 2011

Andere bemonsteringen • IKM-wateronderzoek: 914 • BCZ-monitoring: 903

Controlebemonsteringen MCC-Vlaanderen oefent eveneens controle uit op de correcte werking van het RMO-bemonsteringsapparaat en het respecteren van de procedures door de RMO-chauffeurs. De werking van het RMO-bemonsteringsapparaat wordt gecontroleerd door de resultaten van het RMO-monster te vergelijken met een gelijktijdig door de MCC-medewerker manueel genomen melkmonster. De operationele monsternameapparatuur moet op die manier 2-maal per jaar gecontroleerd worden. Op hetzelfde ogenblik wordt a.h.v. een checklist nagegaan of de RMO-chauffeur effectief de voorgeschreven procedures volgt. Aantallen • RMO’s betrokken bij de MCC-werking: 196 • Controlebemonsteringen: 258 op 145 RMO-apparaten • Totaal gecontroleerde leveringen: 1.948 • Begeleiding RMO-chauffeurs: 255 bij 180 RMO-chauffeurs Zie ook TABEL 9 op p. 53: Resultaten van de controlebemonstering.


Jaarverslag 2011  ■ ■ ■ 13

Resultaten

522 522

Figuur 2: Vetbepaling controlebemonstering 522 FIGUUR 2: VETBEPALING CONTROLEBEMONSTERING 521

percentage leveringen

40

521

35

521

520

30

520

25

52020

519

15

519

10

519

518

5

0

518

0

>+ >+1 1

2009

1,1

0,2

0,1

2010

0,4

0

0

2011

1,8

0

518 0

21

43

+ + + + + + + + + + 1 +0,9 +0,8 +0,7 +0,6 +0,5 +0,4 +0,3 +0,2 +0,1 +1 00,9 0,8 210,7 0,6 0,5 0,4 43 0,3 0,2 0,1

21

0

0,3

0,42006 0,6

0,2

1,2

2,8

9,4

25,5

65

87

- 0,1 -0,2 - 0,2 -0,3 - 0,3 -0,4 - 0,4 -0,5 - 0,6 -0,7 - 0,7 -0,8 - 0,8 -0,9 00 6 5 -0,1 87 - 0,5 -0,6 10 9 - 0,9 29

17,6

6,5

2,3

0,7

0,4

0,4

0,2

43 vetgehalte mechanisch 65 87 9(g/l) verschil - manueel monster10 0,12 0,2 0,362007 0,56 0,92 2,2 6,73 18,24 28,98 22,77 11,02 3,89 1,36 0,76 0,28 2006 0,1

0,1

2009 2006

2010 2007

2007

2008

10 9 0,1

0,36 0,08

0,46 0,41 0,72 1,86 5,27 14,87 27,17 25,66 11,87 4,28 1,45 0,88 0,26 0,26 0,26

2008 2011 verschil vetgehalte mechanisch - manueel monster (g/l)

0

12 11

-1 -1

>>-1 -1

0

0,6

0,24 0

0,52

0,1

0,83

0

12 11 12 11

2008 522

522

522 Figuur 3: Eiwitbepaling controlebemonstering FIGUUR 3: EIWITBEPALING CONTROLEBEMONSTERING. 521

50

521

45

percentage leveringen

52140

520

35

520

30

52025

519

20

519

15

51910

518

5

0

518

0

21

43

>+1 +1 +0,9 +0,8 +0,7 +0,6 +0,5 +0,4 +0,3 +0,2 +0,1 0

518

2009 2010

0

>+ 1

+1

21

2011

0+

0,9

+ 0,8

21 +

0,7

+ 0,4

43

+ 0,3

+ 0,2

+ 0,1

87

0

65

2010 2007

2007

2008

10 9

87

10 9

>-1

- 0,1 - 0,2 - 0,3 - 0,4 - 0,5 - 0,6 - 0,7 - 0,8 - 0,9

verschil monster 43 eiwitgehalte65mechanisch - manueel 87 10 9(g/l) 2007 2006

2009 2006

2008

+ + 0,6 2006 0,5

65

-0,1 -0,2 -0,3 -0,4 -0,5 -0,6 -0,7 -0,8 -0,9 -1

2008 2011 verschil eiwitgehalte mechanisch - manueel monster (g/l)

12 11

-1

>-1

12 11 12 11


14 ■ ■ ■

Jaarverslag 2011

RFID De introductie van de RFID-tag (Radio Frequency Identification Device) werd door de leden van de Nationale Interprofessionele Zuivelcommissie (NIZ) verder uitgewerkt. De ad hoc technische werkgroepen ‘Administratie’ en ‘Logistiek’ werken voorstellen uit respectievelijk m.b.t. de aanpassing van de wetgeving en de informatiestructuur enerzijds en de adaptatie van de RMO-camions anderzijds. Bovendien werden de nodige contracten afgesloten m.b.t. de productie en distributie van de nieuwe melkmonsterflesjes en de RFID-tags. Met de sector werd overeengekomen dat het nieuwe electronisch monsteridentificatiesysteem bij alle Belgische kopers operationeel moet zijn vanaf 1 januari 2014.


Het laboratorium

â– â– â– 15

Algemeen Zie TABEL 10 op p. 54: Gedetailleerd overzicht van het aantal analyses.

De resultaten Het kiemgetal

5

De gunstige evolutie van het gemiddeld kiemgetal, die vanaf eind 2008 werd waargenomen, zet zich in 2011 verder door. Het gemiddeld kiemgetal voor 2011 bedraagt 10.790 kiemen per ml.


16 ■ ■ ■  Jaarverslag 2011 TABEL 11: RESULTATEN VAN DE KIEMGETALBEPALING KIEMGETAL (per ml) maand 2011

aantal analysen

> 50.000 en ≤ 100.000

≤ 50.000 aantal

%

aantal

> 100.000

%

aantal

%

jan

10.993

10.099

91,87

506

4,60

388

3,53

feb

10.922

10.179

93,20

444

4,07

299

2,74

maa

10.952

10.197

93,11

474

4,33

281

2,57

apr

10.893

10.074

92,48

439

4,03

380

3,49

mei

10.910

10.314

94,54

322

2,95

274

2,51

jun

10.754

10.202

94,87

294

2,73

258

2,40

jul

10.851

10.324

95,14

284

2,62

243

2,24

aug

10.886

10.273

94,37

309

2,84

304

2,79

sep

10.852

10.238

94,34

340

3,13

274

2,52

okt

10.785

10.266

95,19

257

2,38

262

2,43

nov

10.750

10.048

93,47

379

3,53

323

3,00

dec

10.714

10.025

93,57

386

3,60

303

2,83

2011

130.262

122.239

93,84

4.434

3,40

3.589

2,76

2010

134.764

125.957

93,46

4.937

3,66

3.870

2,87

2009

141.147

131.499

93,16

5.424

3,84

4.224

2,99

522 522 521 VAN HET GEMIDDELD KIEMGETAL FIGUUR 4: VERLOOP 521

16

kiemgetal (x 1000/ml)

521

520

14

520

520

519

12

519 519

518

10

0

518 0

5188 0

J

21

21

21 F

65

43 M

43

2006

2006

2007

2009 2006

2010 2007

2008 2011

2007

2008

2008

43 A

87

65 M

M

65

J

J

maand

10 9

87 J

J

87

A

A

12 11

10 9 S

S

10 9

O

O

N

12 11 N

12 11

D

celgetal (x 1000/ml)

522

D


Jaarverslag 2011  ■ ■ ■ 17

Het celgetal Het celgetal evolueerde in 2011 alleszins verder in de goede richting. Het gemiddeld celgetal voor 2011 bedraagt 219.535 cellen per ml. TABEL 12: RESULTATEN VAN DE CELGETALBEPALING CELGETAL (per ml) maand 2011

aantal analysen

aantal

521 celgetal (x 1000/ml)

aantal

%

aantal

%

22.012

8.954

40,68

10.930

49,65

2.128

9,67

feb

21.936

9.343

42,59

10.487

47,81

2.106

9,60

maa

21.941

9.084

41,40

10.730

48,90

2.127

9,69

apr

21.811

8.099

37,13

11.389

52,22

2.323

10,65

mei

21.824

8.622

39,51

11.428

52,36

1.774

8,13

jun

21.739

8.275

38,07

11.790

54,23

1.674

7,70

jul

21.733

7.412

34,10

12.432

57,20

1.889

8,69

aug

21.747

7.777

35,76

12.267

56,41

1.703

7,83

sep

21.649

8.828

40,78

11.392

52,62

1.429

6,60

okt

21.586

9.217

42,70

11.136

51,59

1.233

5,71

nov

21.398

10.165

47,50

10.098

47,19

1.135

5,30

dec

21.415 522

10.088

47,11

9.719

45,38

1.608

7,51

260.791

105.864

40,59

133.798

51,30

21.129

8,10

2010

269.809

100.689

37,32

143.899

53,33

25.221

9,35

2009

283.195 521

103.766

36,64

152.323

53,79

27.106

9,57

522

521 FIGUUR 5: VERLOOP VAN HET GEMIDDELD CELGETAL 520

260

520

250

520

519

240

519

230

519

518

220

0

518 210

0

518

200

%

> 400.000

jan

2011

522

> 200.000 en ≤ 400.000

≤ 200.000

0

21

J

43

21 F 2006

2009 2006

2010 2007

2007

2008

2008

21

65

43 43

M

2006 2007

2008 2011

A

M

65 65

M

J

J

J

maand

87 87

J

87

A

A

S

10 9 10 9

S

10 9

O

O

N

12 11 12 11

N

12 11

D

D


18 ■ ■ ■  Jaarverslag 2011

Aantonen van kiemgroeiremmende substanties Net zoals in de 2 voorgaande jaren daalde het percentage tankmelkmonsters met ongunstig resultaat. Slechts 0.04% van het totaal aantal analyses (N = 725.872) reageerde ongunstig.

TABEL 13: RESULTATEN VAN DE VRIESPUNTBEPALING, DE REMSTOFFENPROEF EN DE FILTRATIEPROEF VRIESPUNT maand 2011

totaal aantal

REMSTOFFEN

gunstig aantal

%

totaal aantal

FILTRATIE

gunstig aantal

%

totaal aantal

gunstig aantal

%

jan

61.924

61.632

99,53

62.518

62.485

99,95

5.524

5.523

99,98

feb

55.932

55.574

99,36

56.391

56.363

99,95

5.500

5.499

99,98

mrt

61.529

60.833

98,87

62.128

62.098

99,95

5.485

5.482

99,95

apr

60.100

59.543

99,07

60.600

60.577

99,96

5.471

5.470

99,98

mei

61.626

61.208

99,32

62.157

62.138

99,97

5.468

5.468

100,00

jun

58.635

58.160

99,19

59.044

59.022

99,96

5.461

5.459

99,96

jul

60.872

60.498

99,39

61.315

61.290

99,96

5.454

5.454

100,00

aug

60.887

60.532

99,42

61.347

61.321

99,96

5.456

5.455

99,98

sep

59.644

59.087

99,07

60.271

60.246

99,96

5.435

5.429

99,89

okt

60.176

59.701

99,21

60.616

60.592

99,96

5.434

5.433

99,98

nov

57.661

56.964

98,79

58.238

58.218

99,97

5.394

5.392

99,96

dec

60.760

60.348

99,32

61.247

61.222

99,96

5.423

5.420

99,94

2011

719.746 714.080

99,21

725.872 725.572

99,96

65.505

65.484

99,97

2010

736.920 732.684

99,43

749.332 748.967

99,95

67.811

67.793

99,97

2009

420.971 417.006

99,06

788.467 788.022

99,94

71.399

71.374

99,96

Bij de screening (COPAN MILK Test) testten 1020 melkmonsters ‘verdacht’ waarvan er 298 positief reageerden met de sneltest (β-s.t.a.r.) voor antibiotica behorend tot de β-lactamgroep (penicillines, cephalosporines, e.d.). De rest reageerde positief onder de norm (526) of negatief na opwarming van het verdachte monster (188).


Jaarverslag 2011  ■ ■ ■ 19

In 8 gevallen werden niet-betalactam antibiotica teruggevonden. In 8 gevallen werd door de producent verdergezet remstoffenonderzoek aangevraagd bij het ILVO te Melle: • 7 voor groepsspecificatie; • 1 identificatie tot op niveau van de molecule. De toestemming door het FAVV om de COPAN-test verder te gebruiken met de nieuwe specificaties voor tetracyclines (650 ppb i.p.v. 400 ppb) werd verlengd tot 31 augustus 2012. In de loop van 2011 werden door het ILVO te Melle 3 nieuwe screeningtesten met gunstig gevolg gevalideerd, waarvan 2 reeds door het FAVV werden erkend op basis van nieuwe beoordelingscriteria. De vriespuntbepaling Zie ook TABEL 13 op p. 18: Resultaten van de vriespuntbepaling, de remstoffenproef en de filtratieproef Het invoeren van het rekenkundig maandgemiddelde op basis van een vriespuntbepaling op iedere levering heeft structureel geen grote verschillen teweeggebracht in het verloop van de maandresultaten. Voor 2011 bedraagt het gemiddeld resultaat voor het vriespunt 519.2.

522 522 522

521 FIGUUR 6: VERLOOP VAN HET GEMIDDELD VRIESPUNT 522,0

521

521 521,5 vriespunt (-m °C)

521,0

520

520 520

520,5

519

520,0 519,5

519

519 519,0 518,5

518

518

518,0 517,5 0

0

518 0 21J

43

21 F

2006

2009 2006

2010 2007

2007

2008

2008

21

65

43 43

M

2006 2007

2008 2011

A

65 65 M M

JJ

maand

87 87

JJ

87

A A

10 9 10 9

S S

10 9

O O

N N

12 11 12 11

12 11 DD


20 ■ ■ ■  Jaarverslag 2011

De filtratieproef Zie ook TABEL 13 op p. 18: Resultaten van de vriespuntbepaling, de remstoffenproef en de filtratieproef. De resultaten voor de filtratieproef blijven op hetzelfde niveau van 2010. Slechts in 0.03% van het totaal aantal analyses (N = 65.505) werd een ongunstig resultaat geregistreerd. De coligetalbepaling In 2011 lieten 4.560 bedrijven het coligetal bepalen in het kader van de IKM-vereisten of voor het bekomen en behoud van het AA-melklabel.

TABEL 14: RESULTATEN VAN DE COLIGETALBEPALING ANALYSERESULTAAT maand 2011

aantal analysen

MAANDBEOORDELING

≤ 50 per ml aantal

aantal bedrijven

%

geom. gem. 2 mnd ≤ 50 per ml aantal

%

jan

9.179

7.505

81,76

4.617

4.149

89,86

feb

9.130

7.546

82,65

4.604

4.088

88,79

maa

9.155

7.464

81,53

4.599

4.067

88,43

apr

9.111

7.127

78,22

4.570

4.006

87,66

mei

9.090

7.219

79,42

4.559

3.957

86,80

jun

8.770

6.683

76,20

4.548

3.908

85,93

jul

9.044

6.644

73,46

4.555

3.786

83,12

aug

9.076

6.368

70,16

4.551

3.694

81,17

sep

9.036

6.553

72,52

4.546

3.617

79,56

okt

9.003

6.908

76,73

4.536

3.740

82,45

nov

9.003

7.033

78,12

4.518

3.821

84,57

dec

9.009

7.251

80,49

4.511

3.895

86,34

2011

108.606

84.301

77,62

4.560

3.894

85,40

2010

111.702

87.367

78,21

4.688

4.010

85,54

2009

115.640

88.484

76,52

4.874

4.112

84,37


Jaarverslag 2011  ■ ■ ■ 21 522 522 FIGUUR 7: VERLOOP VAN HET GEMIDDELD COLIGETAL 522

521

20

521

18

521

520

coligetal (/ml)

16

520

14

520

12

519 519

10

5198

518

6

0

518 0

5184 0

J 21

21

43

21 F

65

43 M4 3

2006

2006

2007

2006 2009

2007 2010

2008 2011

2007

2008

A

87

65 M

M 65

J

87 J

J

10 9

J8 7

A

A

12 11

10 9 S

O S9 10

O

N

12 11 D N 12 11

D

maand

2008

Het coligetal is zonder twijfel een zeer strenge kwaliteitsparameter. Ruim 85% van de bedrijven voldoet aan de norm van 50 CFU per ml (geometrisch gemiddelde van de laatste 2 maand). Uit FIGUUR 7 blijkt dat,met uitzondering van het resultaat voor de maand december, het coligetal gunstiger scoort dan het voorgaande jaar. Het gemiddeld coligetal voor 2011 bedraagt 9.3 per ml.

Beoordeling

van de kwaliteitsparameters

In het totaal werden 5.537 strafpunten toegekend. Het aantal leveringsverboden bleef quasi gelijk t.o.v. 2010 (98  99). Het percentage bedrijven zonder strafpunten nam daarentegen toe: 95.23  96.64.

Opnieuw blijkt het celgetal de voornaamste reden te zijn voor het toepassen van afhoudingen via het strafpuntensysteem, nl. ruim 55% van het totale bedrag!


22 ■ ■ ■

Jaarverslag 2011

TABEL 15: MAANDBEOORDELING OP BASIS VAN STRAFPUNTEN TOTAAL maand aantal 2011 bedrijven aantal %

KIEMGETAL aantal

%

CELGETAL aantal

%

VRIESPUNT aantal

%

FILTRATIE aantal

%

jan

5.532

5.276

95,37

5.436

98,26

5.366

97,00

5.524

99,86

5.531

99,98

feb

5.512

5.263

95,48

5.439

98,68

5.324

96,59

5.504

99,85

5.511

99,98

maa

5.505

5.260

95,55

5.454

99,07

5.318

96,60

5.485

99,64

5.502

99,95

apr

5.477

5.237

95,62

5.419

98,94

5.296

96,70

5.462

99,73

5.476

99,98

mei

5.472

5.282

96,53

5.424

99,12

5.334

97,48

5.463

99,84

5.472

100,00

jun

5.461

5.270

96,50

5.420

99,25

5.318

97,38

5.451

99,82

5.459

99,96

jul

5.458

5.293

96,98

5.416

99,23

5.342

97,87

5.448

99,82

5.458

100,00

aug

5.456

5.310

97,32

5.420

99,34

5.350

98,06

5.449

99,87

5.455

99,98

sep

5.444

5.296

97,28

5.404

99,27

5.346

98,20

5.434

99,82

5.438

99,89

okt

5.426

5.319

98,03

5.394

99,41

5.358

98,75

5.414

99,78

5.425

99,98

nov

5.398

5.272

97,67

5.345

99,02

5.338

98,89

5.379

99,65

5.396

99,96

dec

5.377

5.239

97,43

5.317

98,88

5.306

98,68

5.366

99,80

5.374

99,94

2011

5.460

5.276

96,64

5.407 99,04

5.333 97,68

5.448 99,79

5.458

99,97

2010

5.657

5.444

96,23

5.599 98,98

5.501 97,25

5.647 99,83

5.655

99,97

2009

5.958

5.685

95,42

5.894 98,92

5.787 97,12

5.896 98,95

5.955

99,95

FIGUUR 8: PROCENTUELE VERDELING VAN DE TOEGEPASTE AFHOUDINGEN IN 2011 vriespunt 2,5%

filtratie 0,8% kiemgetal 19,5%

remstoffen 21,5%

celgetal 55,7%


Jaarverslag 2011  ■ ■ ■ 23

522 522

522 FIGUUR 9: LEVERINGSVERBOD T.G.V. ONGUNSTIGE KWALITEITSRESULTATEN 521 20

521

18

aantal schorsingen

521

520

16

520

14

12 520

519

10

519

8

5196

518

4

5180

0

518

2

0 0

J

21

21

43

21 F

65

43 M

43

2006 A

2006

2007

2009 2006

2010 2007

2008 2011

2007

2008

87

65 M

65

J

10 9

87 J

87

A

12 11

10 9 S

10 9

O

12 11 N

12 11

D

maand

2008

De samenstelling van de melk. Het gemiddeld VETGEHALTE blijft op het niveau van de afgelopen jaren. Het jaargemiddelde bedroeg 42.52 gram vet/L. 522

522 522

FIGUUR 10: VERLOOP 521 VAN HET GEMIDDELD VETGEHALTE 521

46,0 45,5

vetgehalte (g/l)

521

520

45,0 44,5

520

44,0

520 43,5

519

43,0

519

42,5 42,0

519

41,5

518

41,0

0

518

40,5

0

40,0 518

0

J

21

21

21 F

43 M

43

2006

2006

2007

2009 2006

2010 2007

2008 2011

2007

2008

2008

43 A

M

65

J

65 65 J

maand

J

J

87

A

87 87 A

S

S

10 9

O

10 9 10 9 O

N

N

12 11

D

12 11 12 11 D


522

24 ■ ■ ■

Jaarverslag 2011

522 522

521 VAN HET GEMIDDELD EIWITGEHALTE FIGUUR 11: VERLOOP 521

36,2 36,0

521

35,8

520

eiwitgehalte (g/l)

35,6

520

35,4 35,2

520

35,0

519

34,8

519

34,6 34,4

519

518

34,2 34,0

0

518

33,8

0

33,6 518

0

21

21

65

43

2006

2006 M 43 2007

2009 2006

2010 2007

2008 2011

2007

2008

21J

43

F

A

87

65 M 65

J

87 J

J

10 9

J8 7

A

10 9 S

A

12 11

S10 9

O

O

N

12 11 N 12 11

D

D

maand

2008 De stijging van het EIWITGEHALTE die reeds in 2010 werd waargenomen zette zich verder door. Het jaargemiddelde bedroeg 35.02 gram eiwit/L. Het UREUMGEHALTE vertoont voor 2011 een duidelijke toename. 522 522 522

521 VAN HET GEMIDDELD UREUMGEHALTE FIGUUR 12: VERLOOP 521

310

ureumgehalte (mg/l)

521 290

520

270

520

520 250

519

230

519

210 519

518

190

0

518 0

170 518

0

21

21 2006

2009 2006

2010 2007

2008 2011

2007

2008

2008

F

65

43 2006 M 43 2007

21J

43

A

87

65 65M

J

J

maand

10 9

87 J

87J

A

A

12 11

10 9 S

10 9S

O

O

N

12 11 N 12 11

D

D


Jaarverslag 2011

■ ■ ■ 25

Rapportering

Circa 90% van de melkveehouders, die door MCC worden gecontroleerd, ontvangen maandelijks hun beproevingsrapport met maandbeoordeling per post. Ondanks meerdere aansporingen verkiezen 580 melkveehouders (550 in 2010) om zelf het maandrapport op te vragen via de MCC-website. Ongunstige kwaliteitsresultaten worden zo snel mogelijk aan de betrokken veehouder medegedeeld.

6

In het totaal werden 65.120 verwittigingen verstuurd: de meederheid via telefoon (circa 60%), via fax of email respectievelijk 20 en 20%. De voornaamste redenen waarvoor met de producent contact genomen wordt (uitgedrukt in %):

• het CELGETAL • het COLIGETAL • het KIEMGETAL • het VRIESPUNT

2009 45.8 36.1 12.2 5.2

2010 49.2 35.0 9.2 6.1

2011 56.8 27.1 9.8 6.3

Tendens    


26 ■ ■ ■  Jaarverslag 2011

Formele peiling

Peilen naar de klantentevredenheid

Tijdens de Raden van Bestuur, de Algemene Vergadering en de Technische Comités ‘Producenten’ en ‘Zuivelindustrie’ wordt formeel geïnformeerd naar de beoordeling van de werking van MCC: dit punt staat trouwens afzonderlijk geagendeerd.

7

Klachtenbehandeling Procedure m.b.t. keuringen, opdrachten voor kopers en derden (PR_026) Deze procedure heeft betrekking op de keuringsactiviteiten (BELAC-certificaat 096-INSP) en andere opdrachten voor de zuivelindustrie (Monimilk, opleiding RMO-chauffeurs,…) en derden (koerierdienst ten behoeve van DGZ, CRV,…). Geschillenprocedure m.b.t. analyseresultaten en maandbeoordelingen (PR_011) • Administratieve afhandeling Uit een voorafgaand administratief onderzoek moet blijken waar de mogelijke verklaring terug te vinden is van afwijkende analyseresultaten: correcte bemonsteringsdatum, aantal analyses per maand, ophaalrtime, enz… In het geval de kwaliteits- en technische verantwoordelijke geen uitsluitsel kunnen geven, wordt het dossier behandeld op de eerstvolgende geschillencommissie. Er werden 26 dossiers (2010: 40) administratief afgewerkt. De meeste daarvan hadden betrekking op het kiem- en coligetal. In 5 gevallen werd de klacht niet ontvankelijk verklaard.


Jaarverslag 2011  ■ ■ ■ 27

• Geschillencommissie

2

20/10/11

6

1

2

1

1

1

Totaal

13

1

6

2

2

2

Vetgehalte

3

Coligetal

24/06/11

Remstoffen

2

Celgetal

4

Kiemgetal

20/05/11

Vriespunt

Datum

Aantal dossiers

TABEL 16: GESCHILLENCOMMISSIE

1

1

1

In de geschillencommissie maken naast de kwaliteits- en technisch verantwoordelijke van MCC eveneens één vertegenwoordiger van de kopers en één namens de producenten deel uit. De dossiers worden anoniem toegelicht door MCC en beoordeeld door de beide vertegenwoordigers van de sector. Er werden slechts 13 dossiers (2010: 30) behandeld met in hoofdzaak discussies omtrent het vriespunt en de remstoffenproef. In slechts 1 geval werd het bekomen resultaat geannuleerd.


Diergeneeskundige diagnostiek op melk

28 ■ ■ ■

Jaarverslag 2011

Detectie van specifieke antistoffen De detectie van specifieke antistoffen gericht tegen antigenen van infectieuze of parasitaire aard gebeurt in opdracht van Dierengezondheidszorg Vlaanderen (DGZ) conform de samenwerkingsovereenkomst die tussen beide organisaties in 2008 werd afgesloten. Brucellose N.a.v. een verdenking van brucellose heeft het FAVV begin 2011 de opdracht gegeven om alle melkveebedrijven bij uitzondering nog eens te testen met de Abortus Bang Ringtest: deze analyses werden in januari op de tankmelk van alle Vlaamse melkproductiebedrijven uitgevoerd.

8

Paratuberculose (Programma van de Belgische Zuivelketen) MCC neemt zowel deel aan internationaal georganiseerde ringonderzoeken als deze van het CODA te Ukkel. De resultaten waren telkens zeer gunstig. Er werden 27.500 analyses – afkomstig van 445 bedrijven - uitgevoerd op MPR-melkmonsters in het kader van dit bestrijdingsprogramma.


Jaarverslag 2011

■ ■ ■ 29

Parasitair profiel Het parasitair profiel werd ontwikkeld door de Faculteit Diergeneeskunde (Vakgroep Parasitologie) en wil o.a. door titerbepaling op tankmelkmonsters voor maag-en darmwormen (Ostertagia) en leverbot (Fasciola hepatica) het verband aantonen tussen optische densiteit en het economisch verlies dat door beide parasitaire aandoeningen veroorzaakt wordt. MCC heeft in 2011: • 1.900 analyses uitgevoerd in het kader van het Dryfluke-project; • 1.600 analyses i.k.v. het Fertiworm-project. Overzicht Dierenartsen-practici en veehouders hebben via DGZ in het totaal 4.220 analyses aangevraagd op zowel tank- als koemelkmonsters. Q-fever: 5% Ostertagia / Fasciola: 62% Paratbc: 7% (buiten het paratbc-programma) Neospora caninum: 6.5% Leptospirose: 5%


30 ■ ■ ■

Jaarverslag 2011

Het bacteriologisch mastitisonderzoek

Algemeen Bij het bacteriologisch melkonderzoek worden de NMC-richtlijnen (gebundeld in het National Mastitis Council handboek) zo strikt mogelijk opgevolgd. Twee procedures worden aangeboden, namelijk de procedure ‘Attentiekoeien’ en ‘Klinische mastitis’. Daarnaast voert MCC-Vlaanderen ook gerichte analyses uit in het kader van fieldtrials, zoals voor het CONRESO-project. De meeste routine-monsters zijn afkomstig uit Vlaanderen, maar ook in Wallonië en Nederland vindt men de weg naar MCC-Vlaanderen (Figuur 13).

FIGUUR 13 A: HERKOMST VAN TOEGEZONDEN MELKMONSTERS VOOR BACTERIOLOGISCH ONDERZOEK VOOR PROCEDURE ‘ATTENTIEKOEIEN’. 26% West-Vlaanderen 20% Oost-Vlaanderen 0%

Brussels Hoofdstedelijk Gewest

28% Antwerpen 0%

Henegouwen

18% Limburg 0%

Luik

6%

Vlaams-Brabant

0%

Frankrijk

2%

Nederland

0%

Andere

FIGUUR 13 B: HERKOMST VAN TOEGEZONDEN MELKMONSTERS VOOR BACTERIOLOGISCH ONDERZOEK VOOR PROCEDURE ‘KLINISCHE MASTITIS’. 31% West-Vlaanderen 14% Oost-Vlaanderen

9

0%

Brussels Hoofdstedelijk Gewest

35% Antwerpen 1%

Henegouwen

12% Limburg 1%

Luik

6%

Vlaams-Brabant

0%

Frankrijk

0%

Nederland

0%

Andere


Jaarverslag 2011

■ ■ ■ 31

Procedure ‘Attentiekoeien’ Resultaten van het bacteriologisch onderzoek De procedure ‘Attentiekoeien’ wordt toegepast op kwartiermelk zonder zichtbare afwijkingen. Meestal betreft het koeien met een verhoogd celgetal of ter controle van behandelingsresultaten. Naast een standaard aërobe cultuur wordt telkens het celgetal op kwartierniveau bepaald. Het is tevens mogelijk om verdere differentiatie te laten uitvoeren, namelijk van coliformen of van esculine-positieve kokken. Verder kan ook specifiek Mycoplasmaonderzoek aangevraagd worden. Van 29.326 kwartiermelkmonsters (afkomstig van 9.106 koeien) werd een aërobe cultuur uitgevoerd, waarvan de resultaten werden samengevat in Tabel 17. De frequentst geïsoleerde kiemen waren de minor pathogenen Corynebacterium bovis en Staphylococcus species, daarnaast werden vooral esculinepositieve kokken en Staphylococcus aureus gevonden.


32 ■ ■ ■  Jaarverslag 2011

TABEL 17: OVERZICHT EN RESULTATEN VAN AEROBE CULTUUR VIA PROCEDURE ‘ATTENTIEKOEIEN’ AANTAL

% van aantal % van monsters pathogenen

9106

-

-

Bacteriologisch positief

6624

-

-

Kwartieren

29325

-

-

Bacteriologisch negatief

16811

57,3

-

Polybacterieel

6004

20,5

-

Bacteriologisch positief

12515

42,7

-

Koeien

669

2,3

-

Aantal pathogenen

13184

-

-

Corynebacterium bovis

3465

11,8

26,3

Staphylococcus species

3035

10,3

23,0

Esculine-positieve kokken

2671

9,1

20,3

Staphylococcus aureus

1748

6,0

13,3

Gram-negatieven

790

2,7

6,0

Streptococcus dysgalactiae

664

2,3

5,0

Gisten

407

1,4

3,1

Streptococcus agalactiae

143

0,5

1,1

Prototheca species

88

0,3

0,7

Bacillus species

85

0,3

0,6

Arcanobacterium pyogenes

73

0,2

0,6

Schimmels

15

0,1

0,1

Menginfectie

Een bijkomende differentiatie werd uitgevoerd voor 55 infecties met gramnegatieve kiemen (Tabel 18). TABEL 18: VERDELING VAN ESCULINE-POSITIEVE KOKKEN EN GRAMNEGATIEVEN UIT SUBKLINISCHE MELKMONSTERS NA DIFFERENTIATIE OP AANVRAAG Kiemidentificatie Escherichia coli

N

% 33

60,0

Pseudomonas species

6

10,9

Klebsiella species

5

9,1

Enterobacter species

4

7,3

Andere

7

12,7

Totaal

55

100,0

Alle subklinische melkmonsters (n=36) ingediend voor Mycoplasma-onderzoek waren negatief.


Jaarverslag 2011  ■ ■ ■ 33

Resultaten gevoeligheidsbepaling Bij de procedure ‘Attentiekoeien’ wordt een antibiogram aangelegd van de belangrijke grampositieve mastitisverwekkers en van Staphylocococcus species afkomstig van kwartieren met hoog celgetal (Figuur 14). Dit gebeurt telkens op een selectie van de isolaten per bedrijf. In het totaal werden voor de procedure ‘attentiekoeien’ 2.406 antibiogrammen aangelegd.

FIGUUR 14: resultaten van de gevoeligheidsbepaling van de MASTITISVERWEKKERS geïsoleerd bij ATTENTIEKOEIEN (Staphylococcus aureus [SAU], STAPHYLOCOCCUS SPECIES [STA], ESCULINEPOSITIEVE KOKKEN [EPO], Streptococcus 522 dysgalactiae [SDY] en Streptococcus AGALACTIAE [SAG])

522 100% 100 522

521 521

80 80%

521

520

60 60%

520 40 40% 520

519 519

20 20%

519

518

0 0%

2006

2007

Gevoelig 2006

Intermediair 2007

2008 Resistent

2007

2008

2008

SAU STA SAG SDY EPO

SAU STA SAG SDY EPO

43

2006 Naf/pen/str

SAU STA SAG SDY EPO

Lincomycine 65

21

SAU STA SAG SDY EPO

Erythromyc 43

0

SAU STA SAG SDY EPO

Oxacilline

SAU STA SAG SDY EPO

0 Ampicilline 21

SAU STA SAG SDY EPO

SAU STA SAG SDY EPO

518

SAU STA SAG SDY EPO

0SAU 21 SAU 43STA 65EPO SAU STA SAG SDY EPO SAU STA SAG SDY EPO SAU STA SAG SDY EPO SAU STA SAG SDY EPO STA SAG SDY EPO STA SAG SDY EPO SAU SAG SDY EPO SAU STA SAG SDY SAU STA SAG SDY EPO87 518 Cefquinome 87

Sulfa/trim 10 9

Linco/neo

12 11Cefa/kana

65

87

10 9

12 11


34 ■ ■ ■  Jaarverslag 2011

Pathogeen-specifieke invloed op het celgetal Van elk melkmonster ingezonden via de procedure ‘Attentiekoeien’ wordt een celgetalbepaling uitgevoerd. Figuur 15 geeft het effect weer van intramammaire infecties met de verschillende mastitispathogenen op het kwartiercelgetal. Ongeveer 30% van de bacteriologisch negatieve melkmonsters hadden alsnog een verhoogd celgetal (> 250.000 cellen/ml), wat deels verklaard kan worden door het feit dat vaak koeien met een chronisch verhoogd celgetal bemonsterd worden. Monstername van deze koeien wordt beter vermeden omdat deze melkmonsters vaak (vals)negatief zijn, wat aanleiding kan geven tot teleurstellende resultaten van het onderzoek.

FIGUUR 15: PROCENTUELE VERDELING VAN KWARTIERCELGETALCATEGORIEËN VOOR BACTERIOLOGISCH NEGATIEVE MELKMONSTERS EN MELKMONSTERS WAARUIT EEN BACTERIE(GROEP) GEÏSOLEERD WERD.

250-499000 150-249000

150.000 - 249.000

1000000-499900050.00020-149000 - 149.000

20-149000 <50000

<50000

< 50.000

cies

iae

eca toth Pro

aga

spe

lact

ten

Stre

pto

coc

cus

Sch

um

teri

Arc

ano

bac

500-999000

1.000.000 - 4.999.000

150-249000

Gis

els

imm

es

pyo

s au

gen

reu s

iae

loco

dys

phy

coc pto Stre

Sta

cus

osit e-p ulin

Esc

1000000-4999000

ccu

gal

kok ieve

ega m-n

>5000000

> 5.000.000

500-999000 500.000 - 999.000 H CILLUS GRAMNEG ESCULINE STREPTOC POS STAPHY ARCANO SCHIMMELS GISTEN STREPTOC PROTOTHECA 250-499000 250.000 - 499.000

YCHIMMELS ANOGISTEN STREPTOC PROTOTHECA

act

ken

en

tiev

cies

spe

Gra

cus coc

Sta p

hylo

illus

spe

bov

um teri

Bac

is

f

atie

Neg

bac yne Cor

cies

100% 100 90% 90 80% 80 70% 70 60% 60 50% 50 40% 40 30% 30 20% 20 10% 10 0% 0 NEGATIEF CORYNE STAPH BB BACILLUS GRAMNEG ESCULINE STREPTOC POS STAPHY ARCANO SCHIMMELS GISTEN STREPTOC PROTOTHECA >5000000

>500000

1000000

500-9990

250-4990

150-2490

20-14900 <50000


Jaarverslag 2011  ■ ■ ■ 35

Procedure ‘Klinische mastitis’ De procedure ‘Klinische mastitis’ wordt toegepast voor melkmonsters met een duidelijk afwijkend uitzicht (etter, bloed, sereus vocht, e.d.). In totaal werden 3.049 monsters ingestuurd voor de procedure ‘Klinische mastitis’. De procedure bestaat uit 4 toepassingen die ook in combinatie kunnen aangevraagd worden, namelijk (1) aërobe cultuur, (2) onderzoek naar gisten en schimmels, (3) Mycoplasma-onderzoek en (4) differentiatie van gramnegatieve kiemen afkomstig van petrifilm-kulturen. • Standaard aërobe kultuur Er werden 2.685 analyses aangevraagd voor de standaard aërobe cultuur, voornamelijk op koemelk maar in enkele gevallen ook voor geiten- (n= 5) en paardenmelk (n= 1). De meest gevonden kiemen in klinische melkmonsters waren Escherichia coli en Streptococcus uberis.

TABEL 19: OVERZICHT VAN AEROBE CULTUUR VIA PROCEDURE ‘KLINISCHE MASTITIS’. % VAN AANTAL MONSTERS

N Monsters

2685

Bacteriologisch negatief

381

14,2

Polybacterieel

336

12,5

1986

74,0

79

2,9

Bacteriologisch positief Menginfectie Aantal pathogenen

2129


36 ■ ■ ■  Jaarverslag 2011

TABEL 20: PROCENTUELE VERDELING VAN DE VOORNAAMSTE UIERPATHOGENEN GEÏSOLEERD UIT KLINISCHE MELKMONSTERS

Kiemidentificatie

N

%

Staph. aureus

276

13,0

Staph. xylosus

62

Enterobacter aerogenes

1

Staph. chromogenes

48

Enterobacter spp.

5

Staph. haemolyticus

24

Hafnia alvei

3

Staph. epidermidis

20

Acinetobacter lwofii

2

Staph. simulans

20

Proteus spp.

2

Staph. warneri

14

Kluyvera spp.

1

Staph. hyicus

11

Ralstonia pickettii

1

Staph. sciuri

11

Stenotrophomonas maltophilia

1

Gramnegatieven

3

Serratia marcescens

4

Serratia liquifaciens

3

Serratia spp.

1

Pasteurella multocida

9

Pasteurella haemolytica

1

Pasteurella spp.

2

Staph. intermedius

6

Staph. caprae

5

Staph. lentus

4

Staph. auricularis

4

Staph. hominis

2

Staph. capitis

2

Staph. lugdunensis

1

Staph. spp. Micrococcus spp. Strep. uberis Strep. dysgalactiae

11 1

11,6

490

23,0

Kiemidentificatie Enterobacter cloacae

Pseudomonas aeruginosa

N 22

2

Pseudomonas fluorescens

2

149

7,0

Strep. agalactiae

9

0,4

Enterococcus faecalis

9

Enterococcus spp.32

32

Aerococcus viridans

6

2,2

Candida rugosa

21

Lactococcus spp.

4

0,2

Candida kefyr

17

Corynebacterium bovis

67

3,1

Candida krusei

17

Arcanobacterium pyogenes

43

2,0

Candida tropicalis

7

Candida albicans

3

Candida glabrata

1

Saccharomyces cerevisiae

3

Escherichia coli

531

Pseudomonas spp.

13

Bacillus cereus

23 7

Hemolytische E. coli

19

Klebsiella pneumoniae

29

Klebsiella oxytoca

24

2,5

Aspergillus fumigatus

1

5

0,2

Aeromonas hydrophila

1

Prototheca spp.

25,8

1,3

0,6

0,4

0,6

11

Pseudomonas putida

Bacillus spp.

%

1,3

1,4

3,1

0,2


Jaarverslag 2011  ■ ■ ■ 37

•G isten en schimmels Er werden 35 aanvragen ingediend voor specifiek onderzoek naar gisten en schimmels. Hiervan waren 26 monsters negatief (74.3%). In de positieve monsters werden telkens Candida species aangetroffen.

• Mycoplasmata Specifiek onderzoek naar Mycoplasma werd aangevraagd voor 434 klinische melkmonsters, maar in slechts 4 (0.9%) kon Mycoplasma geïsoleerd worden.

• Petrifilm In bepaalde gevallen (veelal problemen met het coligetal van de tankmelk) is het nuttig een differentiatie van de gramnegatieve kiemen uit te voeren, die via de petrifilmmethode geïsoleerd zijn uit de tankmelk. Dergelijk onderzoek werd aangevraagd voor 67 tankmelkmonsters, waarvan 54 afkomstig van runder- en 13 van geitenmelk. Vooral Escherichia species werden geïsoleerd (48.8% van de kiemen), maar vrij frequent ook Klebsiella (18.8%) en Enterobacter (7.5%) species.

•R esultaten gevoeligheidsbepaling Er werden 1.569 antibiogrammen aangelegd. De resultaten van de gevoeligheidsbepaling voor de meest belangrijke grampositieve en gramnegatieve organismen zijn te vinden in Figuur 16 en 17, respectievelijk.

•P rojecten Melkmonsters ingediend in het kader van het CONRESO-project werden geanalyseerd volgens de procedure ‘Attentiekoeien’. Het ging over 11.485 monsters afkomstig van 2.908 koeien.


38 ■ ■ ■  Jaarverslag 2011

figuur 16: resultaten van de gevoeligheidsbepaling van de meest belangrijke gram-positieve pathogenen geïsoleerd bij klinische mastitis, namelijk 522 Staphylococcus aureus (SAU), Streptococcus 522dysgalactiae (SDY) en Streptococcus uberis (SUB). 521

522 100% 100

resistent

521

521 80%

80

intermed

520

gevoelig

520

60

60%

520

519

40

40%

519

519 20%

20

518 0

518

21

43

65

Gevoelig 2006

Intermediair 2007

2007

2008

SAU SDY SUB

SAU SDY SUB

SAU SDY SUB

SAU SDY SUB

SAU SDY SUB

SAU SDY SUB

SAU SDY SUB

SAU SDY SUB

SAU SDY SUB

0 0 21 43 65 518SAU SDY SUBSAU SDY SUBSAU SDY SUB SAU SDY SUB SAU SDY SUBSAU SDY SUB SAU SDY SUBSAU SDY SUB SAU SDY SUB 2006 0 21 43 65 87 10 9 Ampicilline Oxacilline Erythromyc Lincomycine Naf/pen/str Cefquinome Linco/neo Sulfa/trim Cefa/kana 2007 2006 0%

87

10 9 12 11

2008 Resistent

2008 figuur 17: resultaten van de gevoeligheidsbepaling van de meest belangrijke gram-NEGATIEVE 522 pathogenen geïsoleerd bij klinische mastitis, 522 namelijk ESCHERICHIA COLI (ECO) EN KLEBSIELLA SPECIES (KLEB). 521

522 100% 100

resistent

521

521 80%

80

intermed

520

gevoelig

520

60

60%

520

519

40

40%

519

519 20%

20

518 0

518

21

43

65

Gevoelig 2006

Intermediair 2007

2007

2008

2008

2008 Resistent

KLEB

ECC

KLEB

ECC

KLEB

ECC

KLEB

ECC

KLEB

ECC

KLEB

KLEB

ECC

KLEB

ECC

ECC

0 0 21 43 65 518ECO KLEBECO KLEBECO KLEB ECO KLEBECO KLEBECO KLEBECO KLEB ECO KLEB 2006 0 21 43 65 87 10 9 Gentamic Colistine Marboflox Sulfa/trim Tetrac Neomyc Cequinome Cef/kana 2007 2006 0%

87

10 9 12 11


De bedrijfsadvisering

Jaarverslag 2011

10

■ ■ ■ 39

De bedrijfsadvisering is een essentieel onderdeel van de MCC-activiteiten en concentreert zich naast de melktechnische begeleiding steeds meer op kwaliteitsaspecten met bijzondere aandacht voor de celgetal- en mastitisproblematiek. De druk op de moderne veehouderij m.b.t. het verantwoord gebruik van diergeneesmiddelen wordt om voor de handliggende redenen steeds groter. MCC heeft niet alleen een cruciale rol te vervullen bij het opsporen van residuen in de melk, maar ook bij de begeleiding van de producenten en hun dierenartsen m.b.t. het gebruik van toegelaten geneesmiddelen in de zuivelsector. Juist om die reden heeft MCC beslist om het team ‘Bedrijfsadvisering’ te versterken met een dierenarts.


40 ■ ■ ■  Jaarverslag 2011

De bedrijfsbezoeken Op rechtstreeks verzoek van de producent of zijn adviseur (dierenarts, veevoederfirma, melkmachinefabrikanten,…) of in het kader van de procedure‘ Maatregelen bij ongunstige kwaliteitsresultaten’ worden bedrijfsbezoeken afgelegd. In het totaal werden 1.040 bedrijfsbezoeken door de MCC-adviseurs gerealiseerd. Opvallend is het toenemend aantal interventies n.a.v. coligetalproblemen. Verder hoeft het niet te verwonderen dat de celgetalproblematiek nog steeds hoog op de agenda staat. TABEL 21: individuele bedrijfsadvisering / bedrijfsbezoeken REDEN

2009

2010

2011

36

18

31

- Dynamische melkmachinemeting

158

148

147

- Bedrijfstechnische begeleiding

163

157

163

- Trajectbemonstering

36

45

49

- Algemene advisering

30

32

35

146

168

129

8

43

KWALITEITSPROBLEMEN Kiemgetal, vriespunt, remstoffen Celgetal

Coligetal

Statische MeLKmachinemeting Oplevering van nieuwe installaties IJking van melkmeters Andere reden

108

98

87

PROCEDURE ‘ONGUNSTIGE RESULTATEN’ (PR_020 )

316

336

318

Bemonsteringsproblemen

21

18

16

Inlichtingen i.v.m. nieuwbouw

15

16

22

1029

1044

1040

ANDERE

TOTAAL AANTAL BEDRIJFSBEZOEKEN


Jaarverslag 2011  ■ ■ ■ 41

De collectieve bedrijfsadvisering De participatie van MCC in de collectieve voorlichting t.a.v. de zuivelsector wordt steeds belangrijker. De collectieve advisering wordt geconcretiseerd door deelname aan cursussen, opleidingen, e.d. TABEL 22: Collectieve bedrijfsadvisering ORGANISATIE en Plaats

DATUM

Vergaderingen voor melkproducenten Berlaar

06/01/11

Ravels

22/02/11

Ieper

21/06/11

Rijkevorsel

17/11/11

Meerhout

22/11/11

Bree

30/11/11

Neeroeteren

19/12/11

Geel

21/12/11

Bezoek aan MCC te Lier Landbouwschool Sint-Niklaas Landbouwschool Eeklo KHK, Geel

31/05/11 en 24/10/11 30/11/11 24/11/11 en 23/12/11

Groene Kring: bedrijfsbeheer Hasselt Eeklo

25/01/11 en 03/03/11 02 en 16/02/11

Sint-Niklaas

16/03/11

Roeselare

21/02/11

Malle

07 en 29/03/11

FEDAGRIM: cursus melkmachinetechnicus / AGRO-bedrijfshulp Geel Merelbeke

19, 24, 25, 26, 28/01/11 02/02/11

Demonstratieproject ‘Uiergezondheid’ Studiegroepen

7, 9, 14, 18, 21, 24/02/11 4 en 11/03/11 en 19/12/1

Voordrachten: Geel, Roeselare, Merelbeke

21, 28/03/11 en 28/06/11

Dierenartsen-practici Zaffelare

21/09/11

Melkmachinetechnici Merelbeke

27/10/11

Landbouwbeurzen Agriflanders ( Gent )

13-16/01/11

Agribex, Brussel

6-11/12/11


42 ■ ■ ■  Jaarverslag 2011

Demonstratieproject ‘UIERGEZONDHEID’ Het demonstratieproject ‘Uiergezondheid’ - gefinancierd door de Vlaamse Overheid - werd halfweg 2011 afgesloten met een aantal studienamiddagen voor geïnteresseerde veehouders en dierenartsen-practici.

Gouden Hoef - trofee De melkwinningsadviseurs gebruiken een nieuw ontwikkelde vacuümsensor om melkinstallaties tijdens het melken te monitoren. Na enkele jaren research met een 10-tal experts over de hele wereld, is het prototype tot stand gekomen. Koen Lommelen van MCC heeft uitvoerig meegewerkt aan dit project. De productie van de sensor gebeurt door de Noorse firma BioControl. MCC-Vlaanderen is de eerste organisatie die de sensor in de praktijk test tijdens dynamische metingen. De sensor wordt tijdens het melken aan de tepelbeker bevestigd en kan op 4 plaatsen tegelijkertijd het vacuüm met zeer hoge frequenties meten. De sensor heeft een gewicht van slechts 80 gram en zal daardoor het melkproces niet beïnvloeden. MCC heeft hiervoor van FEDAGRIM de trofee ‘Gouden Hoef’ in de wacht gesleept.

Project ‘ Duurzame melkveehouderij door verantwoord gebruik van diergeneesmiddelen’ MCC is partner in het project ‘Duurzame melkvvehouderij door verantwoord gebruik van diergeneesmiddelen’ . Het project is een initiatief van Boerenbond en wordt mede gefinancierd door IKM Vlaanderen en BCZ. De Faculteit Diergeneeskunde (M-team o.l.v. Professor S. De Vliegher ) leidt het project. De rol van MCC bestaat erin om alle relevante en beschikbare gegevens m.b.t. uiergezondheid, melkkwaliteit en residuen te verzamelen en ter beschikking te stellen.


Jaarverslag 2011

■ ■ ■ 43


44 ■ ■ ■  Jaarverslag 2011

Tabel 1. Samenstelling Algemene Vergadering (31 december 2011) Voorzitter François Achten

melkveehouder

Sint-Huibrechts-Lille(*)

Christian Desmet

melkveehouder

Kruishoutem(*)

Paul Vanhengel

Campina

Aalter(*)

Raf Beyers

Milcobel

Kallo

Patric Buggenhout

Milcobel

Kallo

Els De Cock

melkveehouder

Stekene

Jozef Decock

melkveehouder

Deerlijk

Linda Dellaert

melkveehouder

Evergem

Patrick De Greve

Campina

Aalter

Dirk De Paep

Hollebeekhoeve

Kruibeke

Marc De Roeck

DHR

Rotselaar

Paul De Smet-Van Damme

St. Clemens

Brakel

Damien Debrauwer

DHR

Rotselaar

Luc Dejonckheere

melkveehouder

Ieper

Luc De Vylder

melkveehouder

Lokeren

Marie Duyck

Vermeersch

St. Pieters Leeuw

Hendrik Goderis

Milcobel

Kallo

Stefan Henuset

Olympia

Herfelingen(**)

Marcel Heylen

melkveehouder

Geel (**)

Luc Huybrechts

melkveehouder

Oud-Turnhout

Leopold Jacobs

melkveehouder

Meerle

Wim Kerkhove

melkveehouder

Ruddervoorde

Lambrechts Koen

Bonimilch

Wommelgem

Eddy Leloup

Milcobel

Kallo(*)

Jan Linssen

melkveehouder

Kinrooi

Koen Lowagie

Inex

Bavegem

Johan Martens

melkveehouder

Westmalle

Ondervoorzitters

Aanvullende tabellen en teksten

Leden

11


Jaarverslag 2011

■ ■ ■ 45

Jos Peters

Fabrelac

Bree

Wim Peeters

melkveehouder

Lier

Edward Pinxten

melkveehouder

Bocholt

Dirk Ryckaert

melkveehouder

Dikkelvenne(**)

Jules Seghers

Campina

Aalter(**)

Theo Serré

Campina

Aalter

Michel Sneessens

Laiterie des Ardennes

Chéoux

Jef Swaan

CV Campina

Weelde

Paul Timmermans

Milcobel

Kallo

Valentin Timmers

Milcobel

Kallo

Dirk Truyen

melkveehouder

Maldegem

Antoine Vaesen

melkveehouder

Bree

Koen Van Acker

melkveehouder

Huldenberg

Joel Vancoppenolle

melkveehouder

Diksmuide

Hendrik Vandamme

melkveehouder

Oostende

Marc Vandamme

melkveehouder

Langemark

Hendrik Van den Haute

melkveehouder

Ninove(**)

Kees Van den Hout

melkveehouder

Neeroeteren

Katrien Van der Meulen

melkveehouder

Rollegem (**)

Jos Van der Perre

melkveehouder

Steenhuffel

Sylvain Vanderheyden

Molkerei

Walhorn

Johny Vandewalle

melkveehouder

Merchtem

Luc Vanheddeghem

Inex

Bavegem

Patrik Van Hulle

Campina

Aalter

Noël Van Leeuwe

melkveehouder

Sint-Margriete

Mario Vermeulen

Milcobel

Kallo

Stefaan Verschoren

Milcobel

Kallo(**)

Isabel Voet

Milcobel

Kallo(**)

Hendrik Wijffels

Milkobel

Kallo

Mia Vanrobaeys

DGZ

Torhout(**)

Hugo Verstraeten

VRV

Oosterzele(**)

Min. Vlaamse Gem.

Brussel(**)

Adviserende leden

Genodigden Noël Van Ginderachter

(*) lid Bestuurscomité en Raad van Bestuur (**) lid Raad van Bestuur


46 ■ ■ ■  Jaarverslag 2011

Tabel 2. Samenstelling Technisch Comité Producenten (31 december 2011) Leden Landbouworganisaties

DGZ

François Achten

Marcel Heylen

Els De Cock

Kees Van den Hout

Christian Desmet Luc De Vylder Hendrik Van den Haute Katrien Van der Meulen

VRV

Wim Kerkhove

Dirk Ryckaert

Jos Van der Perre

Jozef Decock

Luc Huybrechts Linda Dellaert Wim Peeters Koen Vanacker Adviserende leden Hilda Ceulemans (MCC)

Luc De Meulemeester (MCC)

Katrien Nijs (Min. Vlaamse Gem.)

Koen Lommelen (MCC)

Jean-Marie Van Crombrugge (MCC)

Tabel 3. Samenstelling Technisch Comité Zuivelindustrie (31 december 2011) Leden Marc De Roeck (DHR-Rotselaar)

Sander Hoogstijns (DHR-Rotselaar)

Stefan Henuset (Olympia-Herfelingen)

Bruno Langhendries (Olympia-Herfelingen)

Koen Lowagie (Inex-Bavegem)

Luc Vanheddeghem (Inex-Bavegem)

Stefaan Verschoren (Milcobel-Kallo)

Isabel Voet (Milcobel-Kallo)

Theo Serré (Campina-Aalter)

Jules Seghers (Campina-Aalter)

Sylvain Vanderheyden (Molkerei-Walhorn) Adviserende leden Hilda Ceulemans (MCC)

Luc De Meulemeester (MCC)

Katrien Nijs (Min. Vlaamse Gem.)

Koen Lommelen (MCC)

Jean-Marie Van Crombrugge (MCC)

Hadewig Werbrouck (ILVO Melle)


Jaarverslag 2011  ■ ■ ■ 47

Tabel 4. Vergaderingen bestuur en comités Algemene Vergadering 30 maart Raad van Bestuur 27 januari, 30 maart, 6 juni, 28 oktober, 16 december Bestuurscomité 21 januari, 11 maart, 29 april, 8 augustus, 14 oktober, 9 december Technisch Comité Producenten 11 maart, 14 oktober Technisch Comité Zuivelindustrie 4 maart, 4 november Geschillencommissie 27 januari, 6 juni, 20 september Nationale Interprofessionele Zuivelcommissie 25 januari, 4 mei, 29 juni, 6 oktober


48 ■ ■ ■  Jaarverslag 2011

Tabel 5. Personeelsbestand (31 december 2011) Directeur - Kwaliteitsverantwoordelijke Luc De Meulemeester Technisch verantwoordelijke Jean-Marie Van Crombrugge Secretaris, Hoofd Personeel, Administratie en Financiën Hilda Ceulemans Hoofd Laboratorium Anne Gijsels Hoofd Bedrijfsadvisering Koen Lommelen Hoofd Logistiek Dennis Van den Eeden Administratie Suzanne Hiel, Anja Segers, Edith Van Tichelt, Liesbeth Van der Auwera, Hilde Verheyen Laboranten Jozef Bosmans, Lieve Buts, Suzy Cools, Linda De Weerdt, Annemie Eyskens, Werner Lenaerts, Inneke Peeters, Leona Peeters, Karin Pittoors, Leen Van de Locht, Bart Van den Brande, Christine Van den Broeck, Hilde Van den Broeck, Raf Van den Broeck, Peter Van der Wee, Marleen Vercammen Laboratoriumhelper Sofie Beukeleirs, Sonia De Lauw, Iris Peeters Melkwinningsadviseurs Vincent Brouillard, Vicky Claesen, Karlien Supré Monsternemers Roger Baert, Jean Beets, Leo Boermans, Carlo Christiaens, Ruben Cooleman, Luc De Bruyn, Ludo Moons, Louis Van de Weerd, Patrick Vanhuyse, Pedro Vanhuyse, Wouter Verhulst


Jaarverslag 2011  ■ ■ ■ 49

Tabel 6. Wettelijke basis van de controle van de kwaliteit en de samenstelling van rauwe koemelk geleverd aan kopers (31 december 2011) Koninklijk besluit van 21 december 2006 betreffende de controle van de kwaliteit van de rauwe melk en de erkenning van de interprofessionele organismen Belgisch Staatsblad van 15 januari 2007 Ministerieel besluit van 1 februari 2007 houdende goedkeuring van het document opgesteld door de erkende interprofessionele organismen betreffende de modaliteiten van de controle van de kwaliteit van de rauwe koemelk Belgisch Staatsblad van 16 februari 2007 Ministerieel besluit van 6 november 2001 tot vaststelling van de referentiemethoden en de principes van de routinemethoden voor de officiële bepaling van de kwaliteit en de samenstelling van melk geleverd aan kopers Belgisch Staatsblad van 25 juli 2002 Gewijzigd door: MB van 13/09/2004 (BS 15/10/2004) Besluit van de Vlaamse Regering van 7 september 2007 houdende de organisatie van de vaststelling van en de controle op de samenstelling van rauwe koemelk Belgisch Staatsblad van 21 december 2007 Ministerieel besluit van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap van 26 augustus 2003 tot erkenning van een interprofessioneel organisme voor het bepalen van de samenstelling van de melk bedoeld bij het koninklijk besluit van 3 maart 1994 betreffende de erkenning van interprofessionele organismen voor het bepalen van de kwaliteit en de samenstelling van melk Belgisch Staatsblad van 25 september 2003 Ministerieel besluit van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap van 25 februari 2009 betreffende de controle van de samenstelling van melk en de betaling door de kopers van de melk aan de producenten Belgisch Staatsblad van 8 april 2009


50 ■ ■ ■  Jaarverslag 2011

Tabel 7. Controle van de kwaliteit van de melk – beoordeling (31 december 2011) Strafpuntensysteem

Strafpunten

Kiemgetal (2 analysen per maand) *: hoogstens 100.000 per ml *: 1 maand meer dan 100.000 per ml *: 2 opeenvolgende maanden meer dan 100.000 per ml *: 3 opeenvolgende maanden meer dan 100.000 per ml *: 4 opeenvolgende maanden meer dan 100.000 per ml *: meer dan 4 opeenvolgende maanden meer dan 100.000 per ml * = geometrisch gemiddelde van de resultaten van de laatste 2 maanden

0 1 2 4 6 8

Celgetal (4 analysen per maand) *: hoogstens 400.000 per ml *: 1 maand meer dan 400.000 per ml *: 2 opeenvolgende maanden meer dan 400.000 per ml *: 3 opeenvolgende maanden meer dan 400.000 per ml *: 4 opeenvolgende maanden meer dan 400.000 per ml *: meer dan 4 opeenvolgende maanden meer dan 400.000 per ml * = geometrisch gemiddelde van de resultaten van de laatste 3 maanden

0 1 2 4 6 8

Filtratie (1 analyse per maand) Voldoende Onvoldoende

0 2

Vriespunt (bij elke ophaling) Minstens 510 (-m°C)* Lager dan 510 (-m°C) *= Rekenkundig gemiddelde van de afgelopen maand

0 1


Jaarverslag 2011  ■ ■ ■ 51

Remstoffenproef De remstoffenproef wordt uitgevoerd op elk monster van elk type melk. Wanneer remstoffen kunnen worden aangetoond, wordt een afhouding toegepast op de geleverde hoeveelheid van het type melklevering waarin de aanwezigheid van remstoffen werd vastgesteld.

Maatregelen ingevolge ongunstige resultaten Kiemgetal-celgetal - Bij een maandbeoordeling van het kiemgetal of het celgetal boven de norm wordt bij de rapportering een specifieke waarschuwing gegeven m.b.t. het leveringsverbod. - Bij een vierde opeenvolgende maandbeoordeling van het kiemgetal of het celgetal boven de norm verwittigt MCC het betrokken melkproductiebedrijf en de betrokken koper dat de melk van het melkproductiebedrijf niet mag geleverd worden aan, noch opgehaald worden door een koper. - Op vraag van het betrokken melkproductiebedrijf wordt door een aangestelde van de koper en een vertegenwoordiger van MCC bij een bedrijfsbezoek nagegaan of er voldoende corrigerende maatregelen werden genomen en of de aanwezige melk voldoet aan de norm waarvoor er leveringsverbod werd uitgevaardigd. - Enkel bij een gunstig analyseresultaat en een gunstig evaluatierapport, wordt het leveringsverbod ingetrokken. Remstoffen - Bij een ongunstig resultaat van de remstoffenproef wordt bij de rapportering een specifieke waarschuwing gegeven m.b.t. de schorsing van de leveringen. Elk ongunstig resultaat van de remstoffenproef geeft aanleiding tot een schorsing van de leveringen. Er wordt voorzien in een individuele begeleiding van het betrokken melkproductiebedrijf door de koper en/of MCC om deze schorsing van de leveringen op te heffen. - Bij een vierde ongunstig resultaat binnen de 12 maanden verwittigt MCC het betrokken melkproductiebedrijf en de betrokken koper dat de melk van het betrokken melkproductiebedrijf niet meer mag geleverd worden aan, noch opgehaald worden door een koper. - Op vraag van het betrokken melkproductiebedrijf wordt door een aangestelde van de koper en een vertegenwoordiger van MCC t.g.v. een bedrijfsbezoek nagegaan of er voldoende corrigerende maatregelen werden genomen en of de aanwezige melk voldoet aan de remstoffenproef. - Enkel bij een gunstig analyseresultaat en een gunstig evaluatierapport, wordt het leveringsverbod ingetrokken.


52 ■ ■ ■  Jaarverslag 2011

Tabel 8. AA-melk reglementering – producenten (31 december 2011) Aanneming - De identificatie, de registratie en de gezondheidsstatuten van het melkveebeslag zijn in overeenstemming met het koninklijk besluit van 8 augustus 1997 betreffende de identificatie, de registratie en de toepassingsmodaliteiten voor de epidemiologische bewaking van de runderen, gewijzigd door het KB van 19 september 1999 en het KB van 10 april 2000.

- De melkproductie-eenheid voldoet aan de vereisten van het koninklijk besluit van 26 augustus 1980 tot instelling van een controlemerk voor de melk. Dit betekent dat de melkproductie-eenheid beschikt over het IKM-certificaat of een gelijkwaardig attest.

- De melkproductie-eenheid heeft in het kader van de officiële kwaliteitsbepaling van de melk tijdens de maand voorafgaand aan de aanvraag geen enkel strafpunt gekregen en er werden in diezelfde periode nooit remstoffen vastgesteld in de geleverde melk.

- De producent verbindt zich om te leveren aan een geregistreerde melkinrichting voor het produceren van AA-melk.

Doorlopende controle

- De melkproductie-eenheid verliest de mogelijkheid om melk te leveren die tot consumptiemelk met AA-label verwerkt kan worden, wanneer niet meer voldaan wordt aan de hogergenoemde vereisten gesteld onder het hoofdstuk “Aanneming”.

- De melkproductie-eenheid verliest de mogelijkheid om melk te leveren die tot consumptiemelk met AA-label verwerkt kan worden, wanneer niet meer voldaan wordt aan één van de volgende punten:

• totaal aantal strafpunten: 0; • geometrisch gemiddeld kiemgetal (laatste 2 maanden): hoogstens 50.000 per ml; • geometrisch gemiddeld celgetal (laatste 3 maanden): hoogstens 350.000 per ml; • geometrisch gemiddeld coligetal (laatste 2 maanden): hoogstens 50 per ml; • elke levering: remstoffen afwezig.


Jaarverslag 2011  ■ ■ ■ 53

Tabel 9. Resultaten van de controlebemonstering 2009

2010

2011

288

328

258

2.335

2.545

1.948

4.737.532

6.354.164

5.245.803

4.958

5.418

4.154

97,9

96,7

97,3

Kiemgetal (logverschil mech.-man. ≤ 0,1)

100,0

98,8

98,8

Vetgehalte (mech.-man. ≤ 0,4 g/l)

100,0

99,1

99,2

99,7

100,0

100,0

Geometrisch gem. mech. monsters (/ml)

11.856

10.545

10.595

Geometrisch gem. manuele monsters (/ml)

11.944

10.416

10.476

Gewogen gem. mech. monsters (/ml)

20.807

19.036

16.187

Gewogen gem. manuele monsters (/ml)

20.472

18.674

16.057

Rekenkundig gem. mech. monsters (g/l)

43,12

43,30

42,89

Rekenkundig gem. man. monsters (g/l)

43,04

43,29

42,91

Gewogen gem. mech. monsters (g/l)

43,07

43,25

42,75

Gewogen gem. man. monsters (g/l)

43,02

43,24

42,77

Rekenkundig gem. mech. monsters (g/l)

34,65

35,13

34,97

Rekenkundig gem. man. monsters (g/l)

34,66

35,13

34,96

Gewogen gem. mech. monsters (g/l)

34,90

35,30

35,09

Gewogen gem. man. monsters (g/l)

34,90

35,31

35,10

20.695

16.984

17.303

245.293

236.640

232.892

Vriespunt (-m°C)

518,3

519,7

518,2

Vetgehalte (g/l)

42,91

43,19

42,70

Eiwitgehalte (g/l)

34,84

35,28

35,00

Algemene gegevens Aantal controles Aantal leveringen Aantal liters Aantal monsters Beoordeling per controle Restmelkpercentage (≤ 0,1 %)

Eiwitgehalte (mech.-man. ≤ 0,4 g/l) Resultaten mechanische en manuele monsters Kiemgetal

Vetgehalte

Eiwitgehalte

Resultaten RMO-monsters (gewogen gemiddelde) Kiemgetal (/ml) Celgetal (/ml)


54 ■ ■ ■  Jaarverslag 2011

Tabel 10. Overzicht van het aantal analysen 2009

2010

2011

Kiemgetal

142.063

135.674

131.119

Celgetal

284.950

271.501

262.400

Remstoffen

791.920

752.354

729.027

Vriespunt

422.928

740.187

722.838

71.842

68.350

65.940

Vet

772.887

740.271

733.810

Eiwit

772.887

740.271

733.810

115.640

111.702

108.606

1.219.438

751.398

964.824

24.790

27.090

20.770

71.886

65.419

64.186

110.480

109.246

96.167

36.256

14.226

19.214

9.535

9.273

14.470

Vet

19.634

18.085

22.133

Eiwit

19.634

18.085

22.133

Lactose

7.056

7.338

11.800

Coligetal

5.937

6.650

6.276

Diverse (pH, boterzuurbacteriën,...)

4.174

4.900

6.047

Vet

1.356.503

1.350.061

1.319.572

Eiwit

1.356.503

1.350.061

1.319.572

Lactose

1.356.503

1.350.061

1.319.572

Celgetal

1.356.503

1.350.061

1.319.572

Ureum

1.356.503

1.350.061

1.319.572

Controle kwaliteit en samenstelling

Filtratie

Onderzoek kwaliteitspremie Coligetal Informatief onderzoek Diverse (ureum, kiemgetal, OVT, biotine, jodium, …) Controlebemonstering (vet, eiwit, kiemgetal, …) Onderzoek "andere" monsters Kiemgetal Celgetal Remstoffen Vriespunt

Melkproductieregistratie

Acerton

1.112.400

Aceton bevestiging

45.970

Borging Diverse (kiemgetal, celgetal, …) TOTAAL

552.000

552.000

552.000

12.238.452 11.894.325 13.043.800


Jaarverslag 2011  ■ ■ ■ 55

Met dank aan:





Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.