Saxion Programma Excelleren Deel 4 : Op weg naar bruggenbouwers tussen domeinen (Sirius)
saxion.nl/buitengewoon
Sirius Programma: Excellentie in het hoger onderwijs Het Sirius Programma stelt hogescholen en universiteiten in staat de beste studenten uit te dagen het beste uit zichzelf te halen. Het doel is inzicht te verkrijgen in hoe excellentie het beste bereikt kan worden en welke belemmeringen hiervoor in de huidige situatie bestaan. Het grootste deel van het budget is beschikbaar voor het bachelortraject dat in 2008 van start is gegaan (€ 48,8 miljoen). Het mastertraject met een budget van € 12,2 miljoen start in 2010. Het Ministerie van OCW financiert het Sirius Programma, dat een onderdeel van het Platform Bèta Techniek is.
Sirius Programma, excellentie in het hoger onderwijs Lange Voorhout 20, 2514 EE Den Haag w: www.siriusprogramma.nl
Saxion Programma Excelleren M.H. Tromplaan 28 7513 AB Enschede t: 053 – 487 14 99 w: saxion.nl/buitengewoon
Saxion Programma Excelleren Deel 4 : Op weg naar bruggenbouwers tussen domeinen
(Sirius)
april 2013
Saxion Programma Excelleren
Buitengewoon
Saxion Programma Excelleren
Colofon
Saxion Programmateam Excelleren Marike Lammers - programmamanager Trijntje van Dijk - lid programmateam Marc van Kempen - lid programmateam Raymond ter Woord - programmasecretaris Odiel Mennink – lid programmateam Nanda Nijhuis - lid programmateam Robin Rijpma – lid programmateam, Fast Forward Trainee Dineke Steenkamp - managementassistente
Stuurgroep Saxion Programma Excelleren i.o.v. Wim Boomkamp - Voorzitter College v. Bestuur Saxion Hans Weusthof – voorzitter stuurgroep Rob Admiraal Caroline van de Molen Eva Boonk – honours student Sjoerd Werkhoven – honours student
Saxion Honours Council Kathy van Eijkelenburg - directeur TriMM interactieve media Mirjam Luizink - technisch-commercieel directeur MESA+ Instituut, Universiteit Twente Eric Nijkamp - directeur eigenaar NyStaete Group, venture capital en private equity Peter Sleegers - hoogleraar Universiteit Twente, vakgroep Onderwijsorganisatie en Management Peter Turpijn - voorzitter raad van bestuur GGZ-organisatie Mediant
Adres: Saxion M.H. Tromplaan 28 7513 AB Enschede t: 053 - 487 14 99
Sirius Programma, excellentie in het hoger onderwijs Lange Voorhout 20, 2514 EE Den Haag www.siriusprogramma.nl
2
colofon
Auteurs:
colofon
Janina Banis MSc Onderzoeker lectoraat Strategisch HRM, promovendus Drs. Trijntje van Dijk MLD MSc Saxion programmateam Excelleren Simone van der Donk MSc Onderzoeker lectoraat Innovatief en Effectief Onderwijs Dr. Mark Gellevij MSc Lector Innovatief en Effectief onderwijs Drs. Marc van Kempen Saxion programmateam Excelleren Ir. Marike Lammers Programma manager Excelleren Jolise ’t Mannetje MSc Onderzoeker lectoraat Innovatief en Effectief onderwijs Robin Rijpma MS c Saxion programmateam Excelleren Dr. Karin Truijen Onderzoeker lectoraat Innovatief en Effectief onderwijs Dr. Ruud Welten Lector Ethiek Mr. Raymond ter Woord Saxion programmateam Excelleren Redactie: Marike Lammers, Nanda Nijhuis, Raymond ter Woord Eindredactie: Marike Lammers Vormgeving: Maarten Swart Foto’s: It’s a Léonie .................................................................. to
voorkant
van boven naar onderen op de foto 1. Anne Hospers : student HP Marketing and International Management 2. Manon Reinders : student HP Health Care and Social Work 3. Elsemiek Geerdink : student HP Health Care and Social Work 4. Daan Engelen : student HP Liberal Arts and Science 5. Vincent Gelink : student HP Sapere Aude! Durf te denken 6. Kerstin Stremlau: student HP Liberal Arts and Science 7. Wendy Schutten : student HP Excellence in Finance and Management 8. Celeste Waanders : student HP Sapere Aude! Durf te denken 9. Eva Boonk : student HP Liberal Arts and Science 10. Kevin Lukens : student HP Sapere Aude! Durf te denken
colofon
Foto’s zijn gemaakt tijdens bijeenkomst ‘Club Honours’ in de Spinnerij Oosterveld Enschede op 6 november 2012, en seminar ‘Talent is niet van gisteren’ op 30 januari 2013 bij Saxion in Deventer.
3
Buitengewoon
Saxion Programma Excelleren
Inhoud
Voorwoord.................................................................................... 5 Deel I ........................................................................................... 9 1. Het HBO in een vloeibare samenleving....................................11
1.1.. Smart missiles .....................................................................12 1.2.. Onzekerheid .......................................................................14 1.3.. De mythe van het meetbare ................................................ 14 2. Bruggenbouwers tussen domeinen..........................................17
2.1.. Samenvatting.......................................................................17 2.2.. De ultieme excellentie: trans - disciplinair competent..........18 2.3.. Profiel Reflective Professional............................................... 21 3. Wie is de Saxion honours student ?.........................................27 4. Wie is de Saxion Honours docent ?.........................................33
4.1.. Fase 1: Verkenning van honours docentschap binnen Saxion.33 4.2.. Fase 2: Vervolg onderzoek................................................... 36 5. Uitkomsten werkveldonderzoek : Saxion Programma Excelleren.39
5.1.. Kwalitatief onderzoek..........................................................39 5.2.. Kwantitatief onderzoek........................................................39 6. Validatie van Honours Programma’s: procesinrichting.............41
6.1.. Inleiding.............................................................................. 41 6.2.. Het Reflective Professional Honours Programma...................42 6.3.. Monitoren van Honours Programma’s..................................42 6.4.. Opzet validatie.....................................................................43 6.5.. De zes experimenteerdoelen gedefinieerd voor validatie......47 6.6.. Het samenstellen van een validatie-team..............................48 6.7.. De resultaten van monitoren en valideren............................48 6.8.. Conclusies........................................................................... 49 Deel II ........................................................................................ 53 7. Excellentie: vergelijking Saxion Honours Programmes-studenten.. 55
7.1.. De waardering van HP’s in een cijfer.................................... 56 7.2.. Selectieprocedure voor de HP’s ........................................... 56 7.3.. De opzet en inhoud van het HP............................................ 60 7.4.. De rol van de student in de HP’s.......................................... 70 7.5.. De docenten in het HP..........................................................74 7.6.. De mogelijke opbrengsten van het HP..................................81 7.7.. Kenmerken van de HP’s........................................................92 7.8.. Slotwoord............................................................................ 94 7.9.. Literatuur............................................................................. 94 4
inhoud
Voorwoord
Saxion is ooit gestart met een handjevol enthousiaste docenten en studenten. In drie jaar tijd is er een groei van de ‘community’ rondom excelleren geweest naar circa 250 betrokken studenten, ruim 50 docenten, 9 honours programma’s en tal van excellentietrajecten. Afgelopen jaar heeft de eerste grote bijeenkomst plaatsgevonden waarin honourstudenten en –docenten uit de verschillende programma’s over de hele hogeschool, met elkaar van gedachten hebben gewisseld. Dit heeft geresulteerd in een gezamenlijk Magazine Club Honours (zie ook publicatie op saxion.nl/ buitengewoon). Dit jaar hopen we dat er ook een fysieke community ruimte beschikbaar komt om een intensieve ontmoeting tussen honours studenten en docenten van de diverse disciplines te stimuleren.
voorwoord
Tijdens de voorbereiding van deze vierde publicatie over de ontwikkeling van het excellentie onderwijs bij Saxion, realiseerde ik mij meer dan ooit welke aspecten van deze ontwikkeling mij inspireren en uitdagen. Ik hoop dat de lezer aan deze uitgave dezelfde inspiratie ontleent en met mij de uitdaging aan wil gaan het excellentie onderwijs voor talentvolle studenten nog een stap verder te brengen.
Door: Marike Lammers
Heel inspirerend is de wijze waarop inmiddels meer dan 10 student-ambassadeurs (zie foto voorzijde) voor honours programma’s bezig zijn met een grootse wervingsactie onder hun medestudenten (vooral de eerstejaars). Hun inbreng is verfrissend! Dit jaar staat in het kader van samenwerking tussen de diverse honours programma’s. Na drie jaar ontwikkelen en uitvoeren van programma’s is de tijd rijp om de opbrengst te oogsten en te delen met elkaar. De samenwerkingsprojecten richten zich op het in kaart brengen van het ontwikkelde honours onderwijs, dat de transdisciplinaire ontwikkeling van de student tot Reflective Professional in 3 loops tot doel heeft. Vervolgens wordt ook een gezamenlijke wijze van assesment voor honours opgezet. Er is een project gestart om honours docentenprofessionalisering samen uit te werken. Hier wordt gebruikt gemaakt van de eerste inzichten in honours docentenprofiel(en) van Saxion, die in deze uitgave zijn te lezen. Ook wordt geëxperimenteerd met een vrije minor, toegankelijk voor honours studenten, gericht op transdisciplinair samenwerken met - en voor - de maatschappij.
voorwoord
5
Buitengewoon
Saxion Programma Excelleren
Saxion kent naast honours onderwijs ook meer verdiepende excellentietrajecten. Deze worden verder uitgewerkt door alle academies en nieuwe trajecten worden ontwikkeld. Daarmee ontstaat er een nog ruimer aanbod voor excellentie onderwijs. De talentvolle studenten krijgen nog meer te kiezen! Met al deze ontwikkelingen worden de programmaresultaten steeds meer zichtbaar en de kwaliteit is veelbelovend! De zes programmaresultaten die aan het einde van de programmaperiode (eind 2013) worden opgeleverd zijn: 1. Startprofiel van Reflective Professional dat leidt tot instroom van bovengemiddelde talenten, in excellente studieprogramma’s. rofiel medewerker resp. docent die excellente studenten kan 2. P begeleiden tot Reflective Professional. akdidactiek en onderwijsvormen geschikt voor honours routes 3. V en programmes. akinhouden geschikt voor honours routes en programmes 4. V itstroom van studenten, die voldoen aan het profiel van de 5. U startende Reflective Professional. 6. I nzicht in welk onderwijsklimaat bovengemiddelde getalenteerde studenten daadwerkelijk trekt, motiveert, bindt en uitdaagt en hoe dit bereikt kan worden. In deel I van dit boekje, in hoofdstuk 1 zal Ruud Welten uiteenzetten hoe de ‘vloeibare’ maatschappij behoefte heeft aan anders opgeleide beroepsbeoefenaars. In hoofdstuk 2 wordt transdisciplinaire ontwikkeling in 3 loops toegelicht en zijn bijbehorende reflectieve vraagstellingen toegevoegd. In hoofdstuk 3, 4 en 5 worden de eerste onderzoeksopzetten en resultaten weergegeven van respectievelijk selectiecriteria van honoursstudenten, honours docentenprofiel(en), en uitkomsten van beroepenveldonderzoek. In hoofdstuk 6 is de procesinrichting van het validatie proces opgenomen. Op dit moment zijn 8 van de 12 Honours Programmes gevalideerd en wordt daarmee een beeld verkregen van de ontwikkeling van de Honours Programmes t.a.v. de zes resultaatgebieden die dit programma gaan opleveren. De kwaliteit van de honoursprogrammes worden vastgesteld èn er wordt informatie verkregen over de best practices die de bouwstenen zullen vormen voor de verduurzaamde Honours Programmes. Voor de zomer 2013 zullen alle Honours Programmes bij Saxion gevalideerd zijn.
6
voorwoord
Deel 4 : Op weg naar bruggenbouwers tussen domeinen (Sirius)
In deel II is de rapportage opgenomen van een uitgebreide vergelijking van de lopende Honours Programmes bij Saxion, gebaseerd op input van honours studenten. Graag delen we deze inzichten vanuit het Saxion Programma Excelleren (Sirius) en hopen hiermee het honours onderwijs in Nederland een stapje verder te helpen! Ik wens u veel leesplezier toe. Marike Lammers
Marike Lammers en HP Alumni Pola Hirschmann
voorwoord
7
Buitengewoon
Saxion Programma Excelleren
8
voorwoord
deel
I
Saxion Programma Excelleren
H 1 - Het HBO in een vloeibare samenleving H 2 - Bruggenbouwers tussen domeinen H 3 - Wie is de Saxion honours student? H 4 - Naar docentprofiel(en) in Saxion Honours programma’s H 5 - Uitkomsten werkveldonderzoek Saxion Programma Excelleren H 6 - Validatie van Honours Programma’s: procesinrichting
I Deel I
9
Buitengewoon
Saxion Programma Excelleren
4 januari 2013: congres HP docenten: Alwin Oude Lansink Martha Bijkerk Martin Oyevaar
10
Deel I
1 1. Het HBO in een vloeibare samenleving
De maatschappij is zodanig ingrijpend en in hoog tempo aan het veranderen, dat ze volgens socioloog en filosoof Zygmunt Bauman (1925), emeritus van de universiteiten van Leeds en van Warschau, niet meer begrepen kan worden in termen van vaste structuren, maar als een ‘vloeibare samenleving’.
hoofdstuk
Wat is de rol van het hoger beroepsonderwijs in een wereld waarin het fenomeen ‘beroep’ slechts nog een echo is uit vervlogen tijden? Welke rol zou het HBO moeten spelen in een samenleving waarin haar studenten worden geconfronteerd met een structurele onzekerheid over hun toekomst?
1
In Scienceguide van 7 februari j.l. heeft Ruud Welten zijn visie gegeven op het huidige HBO onderwijs en de snel veranderde maatschappij. Studenten moeten niet enkel een vak leren, maar het vermogen ontwikkelen om zich aan te kunnen passen en kennisdomeinen te overschrijden. Het honours onderwijs bij Saxion richt zich daarop door honours studenten op te leiden tot ‘Reflective Professionals’.
Door: Ruud Welten, Saxion lector Ethiek
Hoewel het hoger beroepsonderwijs niet het hoofdthema is, bevat zijn jongste boek On Education, dat in feite bestaat uit een reeks korte interviews, veel inzichten die in samenhang met zijn publicaties sinds Liquid Modernity (2000) van grote waarde kunnen zijn om het hoger beroepsonderwijs van vandaag een spiegel voor te houden. Een poging daartoe: Nog geen twee decennia geleden was het nog redelijk te veronderstellen dat studenten de kennis en vaardigheden die ze in hun opleiding verwierven zouden gaan verzilveren in de beroepspraktijk. Men kon er redelijkerwijs van uitgaan dat afgestudeerden zich dankzij een gedegen hoger beroepsopleiding een solide plaats op de arbeidsmarkt wisten te veroveren. Dat dit beeld vandaag een achterhaalde voorstelling van zaken geeft, is beslist niet slechts te wijten aan de economische recessie. In onze vloeibare samenleving, aldus Bauman, wordt ons leven niet langer bepaald door een traject van een levenslange, eenduidige beroepspraktijk. Grenzen tussen vakdisciplines, functies en kennisdomeinen zijn vloeibaar geworden en nemen, al voortvloeiend, steeds nieuwe vormen aan. Studenten in het hoger beroepsonderwijs van nu zouden, in plaats van te worden ingewijd in een traditie van een vakgebied, zich moeten voorbereiden op de verregaande flexibiliteit die de huidige tijd vereist. het hbo in een vloeibare samenleving
11
Buitengewoon
Saxion Programma Excelleren
Want in onze tijd verdwijnen niet alleen banen, maar complete traditionele beroepen. In plaats daarvan overschrijden we in ons werkzame leven onophoudelijk de grenzen van kennisvelden en markten. Niet alleen neemt het aantal vaste contracten op de arbeidsmarkt in hoog tempo af, werk wordt tegenwoordig begrepen in termen van kortlopende projecten. En wie een project met succes voltooit, moet alweer bezig zijn met een volgend project dat, wat toepassing en kennis betreft, niet vanzelfsprekend in de lijn ligt van het voorgaande project. Tegen de achtergrond van deze snelle golfbewegingen van de vloeibare samenleving, dreigt het HBO slechts nog een mastodont te worden uit tijden waarin een beroepspraktijk duidelijk in te kaderen was. Praktische kennis kon in de mal van een opleiding gegoten worden, om vervolgens te stollen tot solide eenheid, beroep genaamd. Het is waar dat veel opleidingen niet meer in termen van beroepen denken, maar van praktische kennisdomeinen. Maar deze kennisdomeinen blijven vaak streng afgebakend, vastgelegd in bijzondere, meetbare competenties. De ene soliditeit wordt ermee ingeruild voor een andere.
1.1
Smart missiles
Wanneer leerdoelen daadwerkelijk samenvallen met competenties die de afgestudeerden voorbereiden op de beroepspraktijk, dan kunnen leerprojecten keurig van te voren worden geprepareerd en in afvinkbare eenheden worden omgezet. Echter, in een vloeibare samenleving is een dergelijke constructie slechts contraproductief. Het maakt studenten log en inflexibel, en verstoken van de creativiteit en visie die de vloeibare markt van vandaag vereist. Bauman vergelijkt dit met doelrakketten. Op het moment dat zo’n raket de lucht ingaat, is zijn doel duidelijk. Maar een raket van deze soort mist haar doel, zodra dat doel zelf begint te bewegen, aldus Bauman. Hij zal immers slechts de aanvankelijk geplande locatie raken. In de vloeibare samenleving veranderen de doelen van plaats en inhoud, al op het moment dat de raketten de lucht ingaan. Het vizier moet dus niet alleen meebewegen, maar in staat zijn te anticiperen en het voormalige doel te vergeten. Zo zouden we kunnen stellen dat het HBO haar doel mist wanneer ze studenten op een solide manier voorbereidt op beroepen die echter zelf in hoog tempo aan het veranderen of verdwijnen zijn, 12
het hbo in een vloeibare samenleving
Deel 4 : Op weg naar bruggenbouwers tussen domeinen (Sirius)
terwijl tegelijkertijd juist nieuwe kansen, veelal cross-overs tussen voorheen gescheiden kennisdomeinen, zich aandienen. Om doelen te raken in een vloeibare samenleving, zijn slimme raketten nodig. In de vloeibare samenleving is het doelloos geworden om studenten enkel nog ‘een vak te leren’, want op het moment dat de student de arbeidsmarkt betreedt, is zijn kennis achterhaald. Wat studenten daarentegen moeten verwerven, is het vermogen zich aan te passen en kennisdomeinen te overschrijden. En dit gaat verder dan het af en toe organiseren van een college of workshop waarin studenten de grenzen van hun eigen vak overschrijden. De smart missiles kunnen zich zo snel aanpassen omdat ze in staat zijn volledig van koers te veranderen, en dat vereist dat ze vergeten wat ze aanvankelijk hadden geleerd. Het denken in praktische kennisdomeinen, in plaats van in traditionele beroepen, voldoet dus niet meer. Zolang het beroepsonderwijs soliditeit blijft nastreven, wordt de student niet op zijn rol in een vloeibare samenleving voorbereid. Integendeel. Er is in veel gevallen geen sprake meer van kennis die van de oudere generatie naar een nieuwe wordt doorgegeven, maar andersom: op het gebied van bijvoorbeeld techniek, mode, nieuwe media, ICT, of design, zijn het de ouderen die leren van jongeren. Is het dan nog wel geloofwaardig wanneer kennis standaard wordt aangeleerd door een oudere generatie? Dit vereist een nieuwe, zelf vloeibaar geworden invulling van kennisverwerving. Moeten we blijven denken en handelen in gildetermen van de meester en de leerling, dus van de leraar die de student onderwijst? Het is waar dat de relevantie van de vloeibaarheid van de samenleving wellicht niet alle opleidingen aangaat, maar zeker waar markten en toepassingsgebieden zelf in een vloeibare situatie terecht zijn gekomen, zoals onder andere economie, facility management, toerisme en hotellerie, communicatie en journalistiek, kunst of sociaal agogisch werk, daar wordt het onverantwoordelijk om opleidingen te laten berusten in het oude. En de markt van vandaag is morgen achterhaald.
het hbo in een vloeibare samenleving
13
Buitengewoon
Saxion Programma Excelleren
1.2
Onzekerheid
De voorheen begerenswaardige soliditeit en zekerheid heeft plaatsgemaakt voor flexibiliteit en mobiliteit, die past bij de manier hoe we in het leven staan. Dit heeft een grote mate van vrijheid opgeleverd. Wanneer de vader vroeger boer was, dan was de kans groot dat de zoon dat ook zou worden. Maar het individu van vandaag laat zich niet vormen door traditie. Dat betekent aldus Bauman ook dat we de zekerheden die de solide maatschappij ons vroeger gaf, zijn kwijtgeraakt. In plaats daarvan leven we nu in een voortdurende onzekerheid, die zelf vloeibaar is, omdat ze steeds nieuwe vormen aanneemt. Waar de directeur van het bedrijf er vroeger vanuit kon gaan dat hij dat jaren achtereen zou zijn, daar is de CEO van nu degene die wordt ontslagen zodra hij niet meer aan de verwachtingen voldoet. De hoge mate van vrijheid in de vloeibare samenleving leidt tot een structurele onzekerheid, die ons drijft te vluchten op kleine eilandjes tussen al deze vloeibaarheid. Er is durf, moed, creativiteit, ondernemerschap en visie voor nodig om als professional in een steeds veranderende samenleving te fungeren. Docenten moeten een kernrol moeten spelen in het enthousiasmeren van studenten, die op hun beurt de maatschappelijke verantwoordelijkheid die eigen is aan hun werkvelden, moeten leren koesteren.
1.3
De mythe van het meetbare
Maar in plaats van sensitiviteit voor de vloeibare samenleving te stimuleren, valt de HBO-praktijk vaak terug op meetinstrumenten, die een laatste, niet zelden wanhopige poging zijn om een schijn van soliditeit te behouden. Het cijfer voor de scriptie is opgeblazen tot een bureaucratie waarin alle resultaten moeten worden gemeten en vastgesteld. Elk stukje kennis of gedrag van de studenten moet een plaats krijgen in tabellen met uitgemeten competenties. Docenten zijn voortaan de boekhouders van deze bureaucratie, die de verstolling van het onderwijs slechts bevordert.
14
het hbo in een vloeibare samenleving
Deel 4 : Op weg naar bruggenbouwers tussen domeinen (Sirius)
Problemen in het HBO worden behandeld als organisatieproblemen, in plaats van dat ze aanleiding geven tot zelfonderzoek, met tot gevolg: nog meer controle en bureaucratie. En zo ontstaat een monster dat de schijn van transparantie en solide kwaliteitsbeheersing moet geven, terwijl het in werkelijkheid de praktijk van de interactie tussen studenten en docenten, tussen onderzoekers en het werkveld slechts frustreert. Studenten worden daarmee opgeleid tot passieve consumenten, die slechts het moment afwachten waarop ze het felbegeerde diploma in handen krijgen, zonder dat ze zijn voorbereid op de verregaande vloeibaarheid die deze samenleving vereist. De organisatie van het huidige beroepsonderwijs loopt het gevaar een mammoettanker te worden, dobberend op de een vloeibare samenleving, en in het slechtste geval, langzaam maar zeker zinkend, terwijl de afgestudeerden doelloos op de golven van de oceaan blijven rondzwemmen.” Zygmunt Bauman ( 2000), Liquid Modernity. Polity Press Zygmunt Bauman ( 2005), Work, Consumerism and the New Poor. Open University Press. Zygmunt Bauman (2012), On Education. Conversations with Riccardo Mazzeo. Polity Press.
HP docenten in debat November 2012
het hbo in een vloeibare samenleving
15
Buitengewoon
Saxion Programma Excelleren
HP studenten in debat November 2012
16
het hbo in een vloeibare samenleving
2 2. Bruggenbouwers tussen domeinen
Samenvatting
Binnen de Saxion University of Applied Sciences wordt het profiel van de Reflective Professional als doel gesteld bij de ontwikkeling en implementatie van de Honours Programmes. Studenten werken aan zes competenties en ontwikkelen zich via drie niveaus of loops om uiteindelijk trans-disciplinaire professionals te worden. Bedrijven en instellingen vinden het belangrijk dat deze Reflective Professionals de grotere vraagstukken uit de eigen discipline op innovatieve wijze aanpakken, vanuit werkwijzen en oplossingen van andere disciplines. Dit doen zij door het creëren van nieuwe producten, professies, of paradigma shifts op branche niveau. Hierna wordt ten eerste de bedoeling van trans-disciplinariteit toegelicht.
hoofdstuk
2.1
2
-Transdisciplinaire Ontwikkeling in 3 loops-
door: Trijntje van Dijk
Dit is in lijn met het betoog van Ruud Welten in ‘Het HBO in een vloeibare samenleving’. De maatschappij vraagt ‘cross-overs’ tussen voorheen gescheiden kennisdomeinen en steeds weer nieuwe verdieping in nieuwe kennisdomeinen. Transdisciplinariteit in het profiel van de Reflective Professional geeft hier een ontwikkelmogelijkheid voor. Vervolgens is het Profiel van de Reflective professional opgenomen. Voor de lezer is het, na de toelichting op de wens van het bedrijfsleven, de uitdaging dit profiel te lezen vanuit het perspectief van een branche organisatie van een topsector, die een nieuw lid van een innovatie-denktank met trans-disciplinair denkvermogen, wil werven. Tot slot bevat dit artikel een set van inspirerende, reflectieve vraagstellingen voor student en begeleider bij de ontwikkeling van de student door de drie niveaus of loops.
bruggenbouwers tussen domeinen
17
Buitengewoon
Saxion Programma Excelleren
2.2
De ultieme excellentie: trans - disciplinair competent
De geconsulteerde experts uit het bedrijfsleven definieerden de kenmerken van het profiel van de Reflective Professional vanuit de behoeften van de maatschappij. De steeds complexere (toekomstige) vraagstukken in de maatschappij en van bedrijven en organisaties kunnen niet meer opgelost worden vanuit mono-disciplinaire kennis en vaardigheden alleen. Alhoewel mono-disciplinaire kennis en vaardigheden een absolute voorwaarde zijn om als vak-professional goed te kunnen functioneren is er meer nodig om nieuwe oplossingen, concepten, professies en strategieĂŤn te ontwikkelen voor de branche. De experts constateerden dat een verzameling van mono-disciplinair denkende professionals ofwel een multi-disciplinair werkend team waarbij elke professional vanuit een mono perspectief denkt, de branches niet de gewenste vernieuwing zal brengen. Een trans-disciplinaire, Reflective Professional moet open staan voor benaderingen en oplossingen van andere disciplines, en van hieruit nieuwe toepassingen ontwikkelen. Van deze professional wordt verwacht dat hij aanzet tot het creĂŤren van nieuwe producten, professies, of paradigma shifts op branche niveau. De experts uit het bedrijfsleven definieerden de kenmerken van het profiel van de Reflective Professional daarmee met als basis een trans-disciplinaire toepassing. De interpretatie van de term discipline moet gezien worden vanuit de economisch maatschappelijke visie van het beroepenveld, ofwel hoe zij de human capital taart van Nederland inrichten. Om de experts en de vraagstukken in onze economie en maatschappij te begrijpen is het daarom noodzakelijk te begrijpen hoe de economie vanuit het perspectief van disciplines wordt gekenmerkt. Als kennis- en onderwijs-instituut moeten we kennis nemen van de taal en semantiek die op nationaal niveau gebruikt wordt om de human capital taart te versnijden. Immers, in de context van het onderwijsinstituut zijn wij regionaal en nationaal gewend aan de inrichting volgens de traditionele scholen binnen de onderwijs context. En de kenniscentra worden geacht deze te ondersteunen. Om een paradigma shift bij studenten te veroorzaken hebben we zelf ook een ander perspectief nodig. Om de versnijding van de human capital taart te begrijpen geven de experts vanuit maatschappij en bedrijfsleven aan waar de innovatie zich op zou moeten richten. In Nederland wordt human capital gepresenteerd in termen van topsectoren. Dit zijn Agri&Food, Creatieve Industry, Energy, Life sciences & Health, Water, High Tech, Logistics, en Chemie. Vanuit dit brede perspectief spreken de experts. Hoe worden de 18
bruggenbouwers tussen domeinen
Deel 4 : Op weg naar bruggenbouwers tussen domeinen (Sirius)
mono-disciplinaire professional en de multi- disciplinaire professional nu ervaren en wat is de innovatie-uitdaging voor de universities of applied sciences? Deze vraagstelling om enige uitleg komt overigens niet voort uit het bedrijfsleven maar is een vraag waar het onderwijs mee worstelt. Uit de raadpleging van nationale of internationale woordenboeken of multimediale bronnen komen geen duidelijke betekenisgevingen of definities voort in relatie tot een professionele interpretatie. De enige, bruikbare, uitleg wordt gegeven in de online Oxford dictionary: (noun) branch of knowledge, typically one studied in higher education: sociology is a fairly new discipline. Echter, tijdens een raadpleging van een socioloog, merkte de socioloog enigszins korrelig op dat sociologie meer is dan een discipline. En zo verzandt een gesprek om op verzoek van de buitenwereld een stap vooruit te komen in een schoolvoorbeeld van professionele identiteit en grenzendiscussie. Wat wel geconstateerd kan worden is dat de betekenis van discipline neigt naar het idee van een “a school of thought”. De worden mono (een), multi ( meer, divers), and trans (over, vice versa) behoeven geen nadere uitleg omdat dit eenvoudige particles zijn, vaak direct voortkomend uit het Latijn en algemeen gebruikte elementen zijn in de West-Europese talen. Bovendien zijn deze woorden normaal gedachtengoed in formele publicaties, zoals verder op duidelijk zal worden. De mono-disciplinaire professional: is opgeleid binnen zijn of haar specifieke professie en is in staat om solitair, binnen de professie te functioneren. De multi-disciplinaire professional: is opgeleid binnen zijn of haar specifieke professie en is in staat om samen te werken met andere professionals omdat hij puur vanuit de eigen professie een deel van het multi-disciplinaire product oplevert. Beide types professionals kunnen traditionele en excellente producten en oplossingen opleveren, vanuit de traditionele onderwijsprogramma’s. De geraadpleegde experts constateren dat een nieuw type professional gewenst is, bijvoorbeeld omdat: De trans-disciplinaire professional: oorspronkelijk is opgeleid voor de specifieke professie van zijn of haar keuze en, ontevreden is over het vermogen van de specifieke professie, zich expliciet bewust is van de tekortkomingen en uitdagingen van de professie op branche niveau, bruggenbouwers tussen domeinen
19
Buitengewoon
Saxion Programma Excelleren
een intrinsieke motivatie heeft voor verder onderzoek en het overschrijden van grenzen in professionele kennis en vaardigheden, professionals inspireert uit eigen en andere disciplines met nieuwe benaderingen en stimuleert professies en branches tot nieuwe ontwikkelingen, naar nieuwe oplossingen zoekt met een nieuwe maatschappelijke (keten)betekenis, aannames beschouwt en strategie evalueert op basis van methodologische benaderingen, met professionele distantie reflecteert, vanuit een nieuw denkraam, en een paradigma shift veroorzaakt. Om dit te bereiken, zal de trans-disciplinair professional: inspiratie zoeken, wellicht beginnend als een zich verwonderende en reflectieve mono-disiplinaire professional; een netwerk om zich heen vormen van professionals uit volstrekt andere professies en sectoren; nieuwe concepten en ontwikkelingen uitwisselen; nieuwe concepten ontwikkelen om de professie verder te brengen of om een nieuwe professie op te starten. In Kennis roept om toepassing, topsectoren en de hogescholen, Stichting Innovatie Alliantie, 2011, Den Haag, pagina 9, worden academische universiteiten en universiteiten of applied sciences gekenmerkt. De Stichting Innovatie Alliantie daagt de universities of applied sciences uit om transdisciplinair te werken en zich te richten op modus 2. tabel 2.1 modus 1 en modus 2
20
Modus 1
Modus 2
Is produced in academic context
Is produced in context of applied science
Is evaluated in peer group
Is evaluated by extended peer group
Is disciplinary
Is transdisciplinary
Is homogenous
Is heterogenous
Is not reflexive
Is reflexive
bruggenbouwers tussen domeinen
Deel 4 : Op weg naar bruggenbouwers tussen domeinen (Sirius)
Zoals als tweede genoemd, vervolgt de Stichting Innovatie Alliantie het betoog door het doel van trans-disciplinariteit te kenschetsen. Alle topsectoren en hun verzoeken voor innovatie worden expliciet in de sectorcontext benoemd. Het is voor deze contexten en onderwerpen dat de trans-disciplinair professional, met Modus 2 kenmerken, nodig is. Tot zover de toelichting van trans-disciplinariteit. Vervolgens is het Profiel van de Reflective Professional opgenomen, waarvan transdisciplinariteit een essentieel onderdeel vormt. Voor de lezer is het, na de toelichting op de wens van het bedrijfsleven, de uitdaging dit profiel te lezen vanuit het perspectief van een branche organisatie van een topsector, die een nieuw lid van een innovatie-denktank met trans-disciplinair denkvermogen, wil werven.
2.3
Profiel Reflective Professional
Hierna volgen de kenmerken van het profiel van de Reflective Professional. De uitdaging voor een mono-disciplinair denkende lezer is nu het onderstaande te lezen als competentiebeschrijvingen uit een vacaturetekst van een branche organisatie. Denk aan een branche organisatie die vanuit een topsector bezig is een innovatie denktank samen te stellen en daarbij professionals wil recruten die boven hun professie uitstijgen en die het lef hebben in andere contexten te innoveren. 1. Vakinhoudelijk grensoverstijgend: De Reflective Professional is enerzijds gespecialiseerd en anderzijds breed georiĂŤnteerd. Hij/zij beschikt over een breed denkframe en het vermogen om kennis creatief te combineren met complexe systemen en vraagstukken uit de beroepspraktijk. Zoekt uitdagende vraagstukken in kenniscentra of gerenommeerde bedrijven. Is in staat om regionale en internationale vergelijkingen te maken. Internationale oriĂŤntatie is min of meer vanzelfsprekend, omdat vrijwel alle beroepen een internationale component kennen. 2. Professioneel inspirerend: De Reflective Professional kan de ontwikkeling van de eigen professie binnen een historische en wijsgerige context duiden. Beschikt over metacognitieve vaardigheden zoals analyseren, doelen stellen, plannen en evalueren, als metaprocessen om de professie te stimuleren tot verdere ontwikkeling. Hij/zij wil kennis ontwikkelen en kennis delen. Een hoogwaardig netwerk behoort tot het standaardinstrumentarium. Leert snel en inspireert collega-professionals tot verdere, nieuwe ontwikkelingen.
bruggenbouwers tussen domeinen
21
Buitengewoon
Saxion Programma Excelleren
tabel 2.2 Reflectieve vraagstelling voor student en begeleiders, voor de ontwikkeling door de drie niveaus of loops
22
3. De professionele leerreis en maatschappelijk bewustzijn: Naast de gemotiveerdheid van een bachelor, is de Reflective Professional initiatiefrijk en op zoek naar nieuwe oplossingen met maatschappelijke betekenis. Crossmultidisciplinair denken en verantwoordelijkheid kunnen en willen nemen, en overtuigend kunnen communiceren, brengen hem/haar op nieuwe concepten voor professionals, bedrijven en branches. Zijn/haar professionele leven is een leerreis (Senge, zie referentielijst 1) waarbij de reis als ‘dance of change’ intrigerender is dan de bestemming en waarbij hij/zij zich bewust is van de professionele positie binnen een team, organisatie of de maatschappij. 4. Methodologische kwaliteit en wetenschappelijke attitude: Naast de bachelorhouding om evidence-based te werken en onderbouwde afwegingen te maken, heeft de Reflective Professional de neiging om voortdurend de gebruikte strategieën te evalueren. Dit wordt gevoed door een sterk analytisch-intellectueel vermogen en interesse in theoretische verdieping, om te komen tot nieuwe professionele en maatschappelijke ontwikkelingen. 5. Excellent reflexief vermogen: De Reflective Professional heeft het vermogen vanuit een buitengewoon perspectief te reflecteren en te excelleren. Professionele distantie is voorwaardelijk voor het kunnen plaatsen van vraagstukken in een alternatief kader. Hij/zij heeft het vermogen tot een ‘paradigmashift’. De Reflective Professional heeft de neiging en het vermogen tot reflectie vanuit gesystematiseerde ervaring en theoretische modellen, is in staat om de grote vraagstukken van een professie op micro-, meso- en macroniveau te benoemen en er een standpunt over in te nemen. Creëert en articuleert steeds weer de eigen leervraag en die van de professionele omgeving. Vraagt maar creëert ook uitdagingen en nieuwe paradigma’s. 6. Gedifferentieerde profielontwikkeling: De Reflective Professional zal zich doorgaans binnen een specifiek profiel ontwikkelen en daarin hoogwaardig functioneren en zich onderscheiden. Dat kan in bijvoorbeeld de sfeer van ondernemerschap, leidinggeven of onderzoek zijn. Hij/zij is een vernieuwer in de beroepspraktijk, heeft een bepaalde sensitiviteit voor nieuwe trends in de maatschappij of de wereld, bepaalt professioneel verantwoordelijk en vernieuwend positie, creëert nieuwe kennis om bewust het systeem te verbeteren (double loop learning) of zelfs een branche of markt te veranderen (triple loop learning). Creëert de dynamiek van innovatie. Ziet leren als een maatschappelijke strijd om de toekomst. De Reflective Professional onderscheidt zich door een specifieke combinatie van kwaliteiten die tot excellente prestaties leidt. Hierna staan twee gevolgen van professionele excellentie, nieuwe businessmodellen, geïnspireerd vanuit verschillende disciplines en met civiel effect. bruggenbouwers tussen domeinen
bruggenbouwers tussen domeinen
23
Als ik het verhaal van een succesvolle professional uit een andere discipline beluister, wat is de achterliggende manier van denken en wat kan daar mee gedaan worden in mijn professie? Waar zouden de verschillende scenario’s toe leiden? Wat zou de nieuwe effectiviteit zijn van de professie? Wat is er nieuw in de school en denkwijze van andere disciplines? Wat kan op creatieve wijze worden toegepast of gecombineerd worden tot nieuwe concepten?
Wat zijn de vraagstukken die mijn professie moet adresseren in de komende generatie? Wat zou er gebeuren als er op de uitdaging creatief gereflecteerd wordt vanuit toepassingen uit andere disciplines?
Wat heeft het team, organisatie, of de professie nodig? Wat is mijn professionele missie?
Loop 3 Trans disciplinary appliance De Reflective Professional creëert een nieuwe professie. Creëert nieuwe kennis om bewust een branche of markt te veranderen. Creëert de dynamiek van innovatie (Nonaka en Takeuchi). Leren is een maatschappe-lijke strijd om de toekomst (Hamel en Prahalad).
Na de loops. Ik volg niet oude reflectie modellen over de interactie tussen beroepsbe-oefenaar en cliënt. Ik maak geen nieuwe business uit oude business modellen.Ik ontwikkel mijn eigen reflectie model trans-disciplinair en in co-creatie.
Hoe kan mijn professionaliteit van betekenis gemaakt worden voor de professionals om mij heen, die nu mijn team en later mijn organisatie zijn? Wat wil ik zijn, professioneel gesproken, als ik van betekenis wil zijn voor mijn medestudenten uit andere professies en disciplines?
Wat is het doel van de professie (van mijn professie in dit land)? In welke fase bevindt zich het profiel van de (niet mijn) professie? In welke fase bevindt mijn professioneel profiel zich? Wat is het doel van mijn persoonlijke professionele identiteit in de huidige situatie?
Wat wordt mij geleerd te zijn?
Wat ben ik? Wat ga ik worden?
Loop 1: Mono-disciplinair Verdiept zich in eigen discipline (single loop) met als doel het bevragen en herdefiniëren van de Professionele Ik
Loop 2 Trans disciplinair De Reflective Professional incorporeert een context met nieuwe disciplines. Bouwt een netwerk. Creëert nieuwe kennis om bewust het systeem te verbeteren (double loop learning)
Ik wil zelf mijn leerrichting bepalen en iets voor de maatschappij betekenen met nieuwe trends uit andere disciplines: professionele leer reis en maatschappelijk bewustzijn
Ik wil over de grenzen van mijn vak heen kijken: vakinhoudelijk overstijgend Ik wil met andere disciplines netwerken: professioneel inspirerend
Pre-loop: De gekozen bachelor opleiding met gelijken is niet genoeg: ik wil buitengewone ontwikkeling en vind het profiel van de Reflective Professional interessant.
Mijn reflectie model leidt tot triple loop innovatie, nieuwe professies, bedrijfsprocessen en oplossingen.
Welke nieuwe formule of professie kan door co-creatie met mede Reflective Professionals gemaakt worden?
Hoe het idee te communiceren? Hoe consensus te bouwen voor de innovatie? Hoe het idee realiseerbaar te maken? Hoe te komen van de traditioneel goede oplossing naar de nieuwe effectieve professie?
Wat heb ik nodig van mijn medestudenten, uit andere disciplines, en wat heb ik mijn medeprofessionals en mijn professie te bieden? Met inachtneming van het bovenstaande, waar brengt het kritisch denken mij en waar wil ik dat het kritisch denken mij heen leidt?
Wat wil ik zelf zijn?
Ik stel hoge eisen: methodologische kwaliteit en wetenschappelijke attitude Ik denk na en ontwikkel een nieuwe visie: single, double en triple loop reflectievermogen. Ik ontwikkel mijn eigen profiel.
Reflectieve vraagstelling voor student en begeleiders, voor de ontwikkeling door de drie niveaus of loops
Deel 4 : Op weg naar bruggenbouwers tussen domeinen (Sirius)
Buitengewoon
Saxion Programma Excelleren
Zie: http://www.orionprogramma.nl/docs/SiriusVOR-HOExcellenceResearchDevelopment2011/publicatie-saxion-programma-excelleren-deel-2.pdf
Referenties Benammar, K., Schaik, M. van, Sparreboom, I., Vrolijk, S., & Wortman, O. (2006). Reflectietools. Den Haag: Lemma. Bulthuis, Petra en Trijntje van Dijk (2012). Buitengewoon, Saxion Programma Excelleren, deel 3: Verbinden wat er zo nog niet was…, 2. Branding the Reflective Professional, Afstuderen reflective Professional: Excellent verzwaard afstuderen. Saxion Hogescholen. Dijk, Trijntje van, (2011). Buitengewoon, Saxion Programma Excelleren, deel 1: opstartfase, 2.3 Eindprofiel Reflective Professional. Saxion Hogescholen. Dijk, Trijntje van, (2011). Buitengewoon, Saxion Programma Excelleren, deel 2: De Reflective Professional en Ontwerpprincipes voor Honours Programmes, Verkennend onderzoek inzake student, docent en leeromgeving, 2. Deel1: De Reflective Professional, 2.1 De Reflective Professional: Saxion definities. Saxion Hogescholen. Dijk, Trijntje van, (2011). Buitengewoon, Saxion Programma Excelleren, deel 2: De Reflective Professional en Ontwerpprincipes voor Honours Programmes, Verkennend onderzoek inzake student, docent en leeromgeving, 2. Deel1: De Reflective Professional, 2.1 Competentieset Uitstroomniveau Reflective Professional. Saxion Hogescholen. Dijk, Trijntje van, (2011). Buitengewoon, Saxion Programma Excelleren, deel 2: De Reflective Professional en Ontwerpprincipes voor Honours Programmes, Verkennend onderzoek inzake student, docent en leeromgeving, 2. Deel1: De Reflective Professional, Competentieset Instroomniveau Reflective Professional. Saxion Hogescholen. Dijk, Trijntje van, (2012). Buitengewoon, Saxion Programma Excelleren, deel 3: Verbinden wat er zo nog niet was…, 2. Branding the Reflective Professional, 2.1 Het ontwikkelproces van de Reflective Professional. Saxion Hogescholen. Dijk, Trijntje van (december 2012). The Reflective Professional Honours Programme of the Dutch Saxion Universities. Journal of the National Collegiate Honors Council (JNCHC), Saint George Island, Florida. Dijk, Trijntje van (november 2012) What are the dreams and realities of diversity in honors? National Collegiate Honors Council (JNCHC), Boston. H.J. Hartman, H.J. (1990). Teaching Metacognitively, Metacognition in Learning and Instruction. New York: Basic Books. 24
bruggenbouwers tussen domeinen
Deel 4 : Op weg naar bruggenbouwers tussen domeinen (Sirius)
Korthagen, F. and Vasalos, A. (2005). Levels in reflection: core reflection as a means to enhance professional growth. Utrecht: IVLOS Institute of Education, Utrecht University Landheer, J.M.F. (2009). Hoe passen veranderingsmanagers reflecteren-op-actie toe ten behoeve van hun effectiviteit? Heerlen: Doctoraalscriptie Open Universiteit. Nonaka, I (1991). The knowledge-creating company. Harvard Business Review, November-December, 96-104. Nonaka, I., & Takeuchi, H. (1995). The knowledge creating company: How Japanese companies create the dynamics of innovation. New York: Oxford University Press. Prahalad, C. K., & Hamel, G. (1990). The core competence of the organization. Harvard Business Review, May-June, 79-91. Schön, D. A. (1983). The reflective practitioner. How professionals think in action. New York: Basic Books. Schön, D. A. (1987). Educating the reflecting practitioner. SanFransisco: Jossey-Bass Inc. publishers. Senge, P. M. (1994). The fifth discipline. The art & practice of the learning organization. New York: Currency Doubleday. Stichting Innovatie Alliantie, ( 2011). Kennis roept om toepassing, topsectoren en de hogescholen. Delta, Den Haag. Susskind, Lawrence, Sarah McKearnan, Jennifer Thomas-Larmer (1999). The Consensus Building Handbook, A comprehensive guide to reaching agreement. Thousand Oaks, California: The Consensus Building Institute, Sage Publications, Inc,. Wijnalda, M. (2010). Organizational Learning of Lerende Organisatie: een vergelijkende literatuurstudie. Tilburg: Doctoraalscriptie Universiteit van Tilburg.
bruggenbouwers tussen domeinen
25
Buitengewoon
Saxion Programma Excelleren
November 2012 workshop docenten en studenten
26
bruggenbouwers tussen domeinen
3 3. Wie is de Saxion honours student ?
hoofdstuk
3
“People can be divided into three groups: Those who make things happen, those who watch things happen, and those who wonder what happened.” - Nicholas Murray Butler (1862-1947) - Nobel Peace Prize winner In het studiejaar 2011-2012 zijn verschillende honours programma’s binnen Saxion van start gegaan met het opleiden van toekomstige Reflective Professionals. Programma’s hebben selectiecriteria en selectieprocedures bedacht met als doel die studenten te selecteren die meer kunnen en meer willen dan de reguliere bachelor student en zo de potentie hebben een - Innovatieve – Reflective Professional te worden. Maar wat is nu een Reflective Professional in de dop? Hoe herken je deze? Dat is wat we graag zouden willen weten.
door: Janina Banis
Hoewel er verschillen zijn in de selectiecriteria en instrumenten die honours programma’s hanteren, zijn er ook grote overeenkomsten. Zo vinden de meeste programma’s vooral voldoende en het juiste soort motivatie van belang en daarnaast een hoog intellectueel niveau. Deze kenmerken meten zij dan vaak met (eerdere) studieresultaten, een intakegesprek en door het bekijken van het CV. Uit een onderzoek van Gellevij, Banis – den Hertog, Van der Donk, ’t Mannetje en Truijen (2012) naar de Saxion honours programma’s blijkt dat geselecteerde studenten over het algemeen tevreden zijn met de selectieprocedures, al wordt deze bij de meeste programma’s niet als streng beoordeeld. De vraag die we door onderzoek willen beantwoorden is of deze manier van selecteren ook daadwerkelijk een ander type student oplevert dan de reguliere bachelor student, want dat is immers de bedoeling van selectie. Om die vraag te kunnen beantwoorden hebben wij gekeken of honours studenten verschillen van niet-honours studenten. Hiervoor hebben we een instrument ontwikkeld dat 7 verschillende kenmerken meet. Deze kenmerken hebben allemaal voorspellende waarde voor professionele prestaties. Vier ervan hebben bovendien voorspellende waarde voor innovatief gedrag. Innovatief gedrag is kenmerkend voor een Reflective Professional denken we. Dit is immers een professional die zich staande weet te houden in een weerbarstige werkomgeving waar verandering de standaard is en van mensen gevraagd wordt niet alleen steeds op die verandering in te spelen, maar er zelf ook actief aan bij te dragen
wie is de saxion honours student ?
27
Buitengewoon
Saxion Programma Excelleren
Wij veronderstellen dat innovatief gedrag bestaat uit proactief en creatief gedrag en dat deze twee gedragingen excellente professionals onderscheidt van gewone professionals. Creatief en proactief gedrag zijn voor bedrijven van belang om concurrentievoordeel te behalen en leiden tot persoonlijke innovatie. Er zijn 4 kenmerken die innovatief gedrag voorspellen. Deze kenmerken zijn (1) proactieve persoonlijkheid, (2) locus of control, (3) openheid voor nieuwe ervaringen en (4) creatieve self-efficacy. Iemand met een proactieve persoonlijkheid herkent kansen, grijpt ze ook en oefent actief invloed uit op zijn omgeving. Iemand met een interne locus of control heeft het gevoel invloed te hebben op zijn eigen leven en omstandigheden. Iemand met openheid voor nieuwe ervaringen heeft behoefte om nieuwe ervaringen op te doen en doet dat met plezier. Iemand met creatieve self-efficacy, ten slotte, heeft er vertrouwen in dat hij creatieve ideeën kan bedenken. De overige 3 kenmerken die we in het onderzoek meenemen (5) consciëntieusheid, (6) extraversie en (7) academische selfefficacy - voorspellen wel prestaties in de klassieke zin, maar leiden niet direct tot innovatief gedrag. Consciëntieusheid is een stabiele en robuuste voorspeller voor prestatie. Het beschrijft de neiging om te organiseren, vol te houden en te houden aan standaarden en procedures. Extraversie is met name een goede voorspeller van prestaties wanneer het werk sociale interactie vereist. Extraversie beschrijft de neiging om contact te zoeken met de omgeving met enthousiasme, zelfverzekerdheid en energie. Academische selfefficacy, ten slotte, beschrijft iemands vertrouwen in studie gerelateerde activiteiten. In ons onderzoek hebben wij honours studenten uit verschillende programma’s (Liberal Arts & Science, Talents for Natural Leadership, Sapere Aude, Excellent People Management, Life Science, Engineering and Design, Academische Pabo en Excelleren is ondernemen) vergeleken met niet-honours studenten met dezelfde of vergelijkbare studieachtergrond, op de 7 beschreven kenmerken. Onze groep honours bestaat uit 48 studenten en de reguliere groep uit 116 studenten. We verwachten dat honours studenten beduidend hoger scoren op alle 7 kenmerken dan niet-honours studenten. Is dat ook zo? Helaas, honours studenten blijken op 4 kenmerken helemaal niet te verschillen van niet-honours studenten. Zo beschikken zij niet in hogere mate over een proactieve persoonlijkheid dan niet-honours studenten; hebben zij geen hogere interne locus of control; zijn zij niet extraverter; en beschikken zij niet over een hogere creatieve self-efficacy. 28
wie is de saxion honours student ?
Deel 4 : Op weg naar bruggenbouwers tussen domeinen (Sirius)
We hebben alleen verschillen gevonden tussen honours studenten en niet-honours studenten voor de andere 3 kenmerken, te weten openheid voor nieuwe ervaringen, consciëntieusheid en academische self-efficacy. Maar ook deze verschillen zijn niet zo groot. Van deze kenmerken is alleen openheid voor nieuwe ervaringen voorspellend voor innovatief gedrag en dat was nu juist wat we graag bij honours studenten zouden zien. Teleurstellend? Niet echt, maar wel opmerkelijk. Het lijkt erop dat de manier waarop er nu geselecteerd is hetzelfde type student oplevert als dat van de reguliere bachelor populatie. Daar is niets mis mee, maar het legt wel een zware druk op de programma’s, zij moeten nu immers al het verschil maken. En als we eerlijk zijn, hun manier van selecteren heeft zonder uitzondering slecht gewerkt, of niet soms? We moeten nog voorzichtig zijn met dergelijke conclusies. Een eerste verklaring zou kunnen zijn dat in het studiejaar 2011-2012 niet alle studenten goed op de hoogte waren van het bestaan of het voordeel van honours programma’s. Bovendien voelde wellicht niet elke talentvolle (potentiële Reflective Professional) student zich geroepen om een honours programma te volgen. Dit bij elkaar maakt dat programma’s vaak niet de luxe hadden om een heel specifiek type student te selecteren uit een grote stroom aanmeldingen. Een tweede mogelijke verklaring is dat programma’s vinden dat elk type student de potentie heeft een Reflective Professional te worden. Als dat je overtuiging is, is selecteren op specifieke persoonskenmerken niet relevant. De selectieprocedure hoeft in dat geval alleen gericht te zijn op het regelen van praktische zaken en het afstemmen van verwachtingen. Maar een derde verklaring kan wel degelijk zijn dat honours programma’s niet de juiste selectiecriteria hanteren, of niet de juiste middelen en procedure hebben om die criteria objectief te meten. En tenslotte gebiedt eerlijkheid ons te zeggen dat een vierde en laatste verklaring kan zijn dat honours studenten wel degelijk op essentiële kenmerken verschillen die excellente prestaties voorspellen, maar dat deze kenmerken niet gemeten worden met ons instrument. Het zijn mooie eerste resultaten van ons onderzoek. Maar om te achterhalen wat nu precies de verklaring is voor de resultaten die wij hebben gevonden en te testen of de kenmerken die wij meten nu echt de kenmerken zijn die er toe doen, volgen wij beide groepen studenten 4 jaar lang. We brengen in kaart hoe hun innovatieve wie is de saxion honours student?
29
Buitengewoon
Saxion Programma Excelleren
gedrag zich ontwikkelt door de jaren heen en of zij daadwerkelijk excelleren in hun professionele leven, na hun studie. Dat vraagt veel van de studenten en de programma’s. Maar je ziet nu al resultaat; de huidige selectieprocedures hebben weinig effect. Door te blijven volgen kunnen we straks vertellen of honours programma’s überhaupt moeten selecteren en zo ja, op welke kenmerken. Tot die tijd blijft het spannend hoe onze honours studenten het zullen doen in hun programma’s en hoe zij na hun studie in de praktijk zullen presteren. Wij houden jullie graag op de hoogte van ons onderzoek. Voor uitgebreide informatie over dit onderzoek kijk je op http://buitengewoon.saxion.nl/over-buitengewoon/recentepublicaties/. Daar staat een uitgebreide paper en kun je precies zien hoe het onderzoek is opgezet en welke analyses werden uitgevoerd. Voor de zomer verwachten wij bovendien de analyses van studiejaar 2012-2013 klaar te hebben. Deze analyses stellen ons in staat om te kijken of de nieuwe groep honours studenten meer of minder onderscheidend is dan de vorige lichting. Ook biedt het mogelijkheden om het type student per programma te identificeren. Op dit moment hebben 124 honours studenten deelgenomen aan het onderzoek van studiejaar 2012-2013. Ook die resultaten zetten we op de site, zodat iedereen de voortgang kan volgen. Wil je meer weten over de theoretische achtergrond van ons onderzoek, dan staan hieronder wat literatuursuggesties.
30
wie is de saxion honours student ?
Deel 4 : Op weg naar bruggenbouwers tussen domeinen (Sirius)
Referenties Amabile, T. M. (1998). How to kill creativity. Harvard Business Review, 77–87. Barron, F., & Harrington, D. M. (1981). Creativity, Intelligence, and personality. Annual Review Psychology, 32, 439–76. Conard, M. a. (2006). Aptitude is not enough: How personality and behavior predict academic performance. Journal of Research in Personality, 40 (3), 339–346. doi:10.1016/j. jrp.2004.10.003 Cummings, A., & Oldham, G. R. (1997). Enhancing Creativity: Managing work contexts for the high potential employee. California Managament Review, 40 (I), 22–39. Dollinger, S. J., Urban, K. K., & James, T. A. (2004). Creativity and Openness: Further Vailidation of Two Creative Product Measures. Creativity Research Journal, 16 (1), 35–47. Dweck, C. S. (2007). Mindset: The new psychology of success. Ballantine Books. Hennessey, B. a, & Amabile, T. M. (2010). Creativity. Annual review of psychology, 61, 569–98. doi:10.1146/annurev. psych.093008.100416 Judge, T. A., Higgins, C. A., Thoresen, C. J., & Barrick, M. R. (1999). The big five personality traits, general mental ability, and career success across the life span. Personnel Psychology, 52 (3), 621–652. Kim, T., Hon, A. H. Y., & Lee, D.-R. (2010). Proactive Personality and Employee Creativity : The Effects of Job Creativity Requirement and Supervisor Support for Creativity. Creativity Research Journal, 22 (1), 37–45. doi:10.1080/10400410903579536 Major, D. a, Turner, J. E., & Fletcher, T. D. (2006). Linking proactive personality and the Big Five to motivation to learn and development activity. The Journal of applied psychology, 91 (4), 927–35. doi:10.1037/0021-9010.91.4.927 Seibert, S. E., Kraimer, M. L., & Crant, J. M. (2001). What do proactive people do? A longitudinal model linking proactive personality and career success. Personnel Psychology, 54 (4), 845–874. Sternberg, R. J., & Davidson, J. E. (2005). Conceptions of giftedness,. New York: Cambridge University Press.
wie is de saxion honours student ?
31
Buitengewoon
Saxion Programma Excelleren
November 2012 workshop docenten en studenten
32
wie is de saxion honours student ?
4
hoofdstuk
De vormgeving van de honours programma’s binnen Saxion doet een sterk beroep op de professionaliteit van docenten. Voor veel docenten betekent het een nieuw perspectief op opleiden waarbij een breder competentierepertoire is vereist en nieuwe competenties moeten worden ontwikkeld. Onderzoek naar wat nu specifieke docentcompetenties zijn in het honours onderwijs in het HBO, is nog nauwelijks voorhanden. Om de competenties van de honours docent te concretiseren wordt op dit moment een onderzoek uitgevoerd waarin zowel theoretische inzichten als opvattingen van docenten, studenten en experts binnen Saxion hebben geleid tot een invulling van een honours docentenprofiel. Uitgangspunt in het onderzoek was dat in de omslag naar honoursonderwijs een expliciet appèl gedaan wordt op andere, of aanvullende competenties van docenten dan die nodig zijn voor het reguliere bachelor onderwijs.
4
4. Wie is de Saxion Honours docent ?
Door: Karin Truijen & Mark Gellevij
Het doel van het onderzoek naar honours docentprofielen was: het onderscheiden en concretiseren van de competenties van de honours docenten ten opzichte van reguliere bachelor docenten. Het onderzoek vindt plaats in twee fasen. De eerste fase (2012) bestond uit een verkenning waarin beschikbare literatuur, en studenten en docenten binnen het Saxion honours onderwijs geraadpleegd werden. De tweede fase (2013) bestond uit het ontwikkelen van het profiel van de honours docent en het voorleg gen van dit profiel aan experts en ervaringsdeskundigen middels een Delphi-methode. Karin Truijen
4.1
Fase 1: Verkenning van honours docentschap binnen Saxion
In een verkennende studie in 2012 is geprobeerd zicht te krijgen op het verschil in algemene docentcompetenties tussen de reguliere bachelor docenten en de honours docenten binnen Saxion. Om uiteindelijk in een tweede studie te kunnen komen tot een competentieprofiel waaraan de honours docent moet voldoen om studenten effectief te kunnen begeleiden in de honours programma’s. Omdat een vaststaand competentieprofiel voor HBO docenten niet beschikbaar is, is voor het opstellen een vragenlijst voor studenten en docenten eerst een verkenning uitgevoerd door middel van gesprekken met betrokkenen binnen Saxion. Zo heeft één medewerker van de dienst HRM diverse gesprekken gevoerd met bijvoorbeeld de directeuren van de verschillende academies.
wie is de saxion honours docent ?
Mark Gellevij
33
Buitengewoon
Saxion Programma Excelleren
tabel 4.1 Algemene docentcompetenties
Daarnaast is op basis van een aantal onderzoeksartikelen naar competenties in het HBO geprobeerd zicht te krijgen op essentiële docentcompetenties. Het doel van de gesprekken en het bestuderen van de literatuur was niet om een definitief competentieprofiel te formuleren, maar algemene competenties te identificeren (zie tabel 4.1) die vervolgens zijn voorgelegd aan studenten (n=112) en docenten (n=29) van de Saxion Honours Programma’s (n=8) door middel van een vragenlijst. Algemene docentcompetenties
Communicatieve vaardigheden
De docent communiceert op een positieve manier met de studenten
Conceptueel denken
De docent analyseert en bespreekt abstracte concepten (onderwerpen) met studenten
Student ontwikkelen
De docent draagt bij aan de groei en ontwikkeling van studenten
Innovatief gedrag
De docent bedenkt en realiseert originele ideeën
Zelfreflectie
De docent kijkt terug op zijn of haar handelen, en evalueert zijn of haar handelen
Samenwerken
De docent geeft samen met andere docenten en studenten invulling aan het onderwijs In deze eerste verkennende studie zijn gesloten en open vragen opgenomen. We hebben de studenten en docenten door middel van een gesloten stelling gevraagd om per competentie aan te geven in hoeverre ze een verschil zien tussen de bachelor docent en de honours docent (antwoord categorieën: geen verschil, HP docenten doen dit beter of HP docenten doen dit minder goed). Ten tweede is door middel van een open vraag aan de studenten en docenten gevraagd of ze per competentie een voorbeeld konden geven waaruit het verschil blijkt. Vervolgens hebben we ze gevraagd om de honours docenten op basis van de zes competenties een cijfer te geven (van 1 tot 10). Ten slotte hebben we ze gevraagd of de honours docenten de competenties nog verder zouden moeten ontwikkelen (ja versus nee Deze verkenning van verschillen tussen bachelor docenten en honours docenten binnen Saxion leverde een beschrijvend overzicht op per Honours Programma, en zijn per Honours Programma gepresenteerd. Op deze manier kregen de verschillende Honours Programma’s zicht op het verschil in algemene competenties tussen bachelor en honours docenten. Ook hebben we de studenten en docenten door middel van een open vraag gevraagd of ze per competentie een voorbeeld konden geven waaruit het verschil blijkt. Op basis van het samenvoegen van voorbeelden die de verschillende studenten en docenten gaven van competenties zijn vaardigheden 34
wie is de saxion honours docent ?
Deel 4 : Op weg naar bruggenbouwers tussen domeinen (Sirius)
vastgesteld. Niet het aantal voorbeelden over dezelfde competentie was bepalend voor het formuleren van een vaardigheid, maar het specifieke van het voorbeeld. Soms is een vaardigheid vastgesteld op één, andere keren op basis van meerdere voorbeelden (zie tabel 4.2). Onderstaande tabel, met de bijbehorende competenties en vaardigheden geeft een eerste aanzet om te komen tot een docentprofiel van de honours docent. Competentie:
Vaardigheden:
Communicatieve vaardigheden
Interpersoonlijke communicatie voorbeeld: vraagt naar denkproces student Interactie voorbeeld: stimuleert discussie met studenten Feedback voorbeeld: richt feedback op individuele student Taalvaardigheid voorbeeld: beheerst Engels goed
Conceptueel denken
Abstraheren voorbeeld: legt verbindingen tussen verschillende vakgebieden Schakelen voorbeeld: vertaalt concepten naar concrete acties Uitdiepen voorbeeld: is in staat om concepten te verduidelijken en uit te diepen
Student ontwikkelen
Coaching voorbeeld: bespreekt toekomst plannen met student Persoonlijke betrokkenheid
Zelfreflectie
Vernieuwend denken en handelen voorbeeld: brengt nieuwe innovatieve modellen in Uitproberen en verbeteren voorbeeld: experimenteert met nieuwe lesmethodes Reflecteren op persoonlijk functioneren voorbeeld: vraagt om feedback van studenten en kijkt kritische naar eigen handelen Reflecteren op onderwijs voorbeeld: gaat in gesprek met studenten over mogelijke verbeterpunten
Samenwerken
Samenwerking met studenten voorbeeld: werkt intensief samen met studenten Samenwerking met collega docenten voorbeeld: werkt intensief samen met collega docenten
wie is de saxion honours docent
35
Buitengewoon
Saxion Programma Excelleren
Competentie:
Vaardigheden:
Aanvullende competenties
Pedagogische/didactisch handelen voorbeeld: is sterk in het begeleiden en sturen op resultaten Internationale oriëntatie voorbeeld: zet internationalisering optimaal in Onderzoeksvaardigheden voorbeeld: beheerst onderzoeksvaardigheden Persoonlijkheid voorbeeld: is gepassioneerd Docent-student relatie voorbeeld: is in staat om studenten te inspireren Netwerken voorbeeld: is omgevingsgevoelig en werkt nauw samen met bedrijfsleven Opleidingsniveau Voorbeeld: is academisch opgeleid
4.2
Fase 2: Vervolg onderzoek
Vanuit de voorbeelden en ervaringen van studenten en docenten binnen Saxion en de literatuur uit fase 1 hebben we het concept profiel voor de honours docent verder ontwikkeld. Buiten de bevindingen uit fase 1 is het profiel ook gebaseerd op, en afgeleid van het profiel van de Reflective Professional. Het profiel van de Reflective Professional wordt binnen Saxion als einddoel voor de studenten van de Honours Programma’s gezien. Het bestaat uit de volgende zes competenties: vakinhoudelijk grensoverstijgend, professioneel inspirerend, professionele leerreis en maatschappelijk bewustzijn, methodologische kwaliteit en wetenschappelijke attitude, excellent reflectief vermogen en gedifferentieerde profielontwikkeling. In het competentieprofiel van de honours docent wordt ervan uit gegaan dat de docent in deze zes domeinen opereert. Door middel van een Delphi-onderzoek zijn de meningen van experts en ervaringsdeskundigen geïnventariseerd. De respondentengroep voor dit Delphi-onderzoek is samengesteld uit experts vanuit het Sirius Programma netwerk, hogescholen, universiteiten, onderwijsadvies bureaus en de lectoren, docenten en studenten binnen de Honours Programma’s van Saxion. Het doel van het Delphionderzoek was om consensus te bereiken binnen de respondentengroep over de docentcompetenties. Dat gebeurde in twee ronden. In de eerste ronde zijn verschillende competenties voorgelegd. Bij elke competentie hebben we een aantal vaardigheden benoemd. We hebben de experts en ervaringsdeskundigen gevraagd om de vaardigheden op twee aspecten te beoordelen.
36
wie is de saxion honours docent ?
Deel 4 : Op weg naar bruggenbouwers tussen domeinen (Sirius)
Ten eerste is gevraagd in hoeverre ze de vaardigheid belangrijk vinden voor een honours docent binnen Saxion (schaal 1-5, zeer onbelangrijk tot essentieel). Ten tweede is gevraagd in hoeverre ze de vaardigheid belangrijker vinden voor een honours docent dan voor een reguliere bachelor docent (minder belangrijk, even belangrijk of belangrijker). Op basis van deze eerste ronde, is overeenstemming bereikt over de inhoud van het competentieprofiel van de honours docent. Daarnaast is het profiel op basis van opmerkingen van de respondentengroep aangescherpt. Echter, in de eerste ronde was nog geen overeenstemming bereikt over het verschil tussen competenties voor een honours docent en een reguliere bachelor docent. Oftewel er is uit de eerste ronde geen overeenstemming gevonden over de vraag in hoeverre de aan de respondentengroep voorgelegde vaardigheden belangrijker worden gevonden voor een honours docent dan voor een reguliere bachelor docent. Daarom hebben we in een tweede Delphi-ronde per vaardigheid nogmaals gevraagd in hoeverre de respondentengroep de vaardigheid belangrijker vindt voor een honours docent dan voor een reguliere bachelor docent. Zodat we het competentieprofiel voor de honours docent verder konden uitwerken. Uit de tweede ronde blijkt dat de respondentengroep het eens is over het feit dat er nauwelijks verschil is tussen competenties voor een reguliere bachelor docent en een honours docent. Slechts enkele aan de respondentengroep voorgelegde vaardigheden worden als onderscheidende vaardigheden gezien, bijvoorbeeld de vaardigheid “Is in staat om onderzoeksresultaten te publiceren� wordt als belangrijker gezien voor een honours docent dan voor een reguliere bachelor docent. Het merendeel van de vaardigheden wordt voor zowel de reguliere bachelor docent als honours docent als even belangrijk ervaren. Het uiteindelijke honours docenten profiel is dus nauwelijks onderscheidend van een regulier bachelor profiel. Wel kan Saxion dit competentieprofiel gebruiken als handvat voor verdere professionalisering. Het kan als basis gezien worden voor verdere professionalisering van honours docenten binnen Saxion en kan helpen bij het ontwikkelen van activiteiten en instrumenten op dit gebied. Honours docenten kunnen via het competentieprofiel zien over welke vaardigheden ze al beschikken en op welke punten ze zich verder kunnen ontwikkelen.
wie is de saxion honours docent
37
Buitengewoon
Saxion Programma Excelleren
November 2012 Netwerk etentje Excelleren
38
wie is de saxion honours docent ?
5 5. Uitkomsten werkveldonderzoek Saxion Programma Excelleren
Kwalitatief onderzoek
Verschillende relaties van diverse Honours Programmes (HP) zijn hiervoor benaderd. Uiteindelijk hebben 12 personen van diverse organisaties aan dit onderzoek deelgenomen. Door middel van face-to-face interviews is een aantal vragen behandeld. De belangrijkste bevindingen zijn (kort) samengevat: Het overgrote deel van de geïnterviewden vindt dat er een duidelijk verschil bestaat tussen de honoursstudent en de reguliere bachelorstudent. De honoursstudent heeft een andere attitude: hij of zij is gemotiveerder, gedrevener, nieuwsgieriger, heeft een bredere interesse en is kritischer dan de reguliere student of studente. Daarnaast zijn ze vernieuwender, communicatief vaardiger, geven ze meer blijk van zelfreflectie en weten ze eerder waar ze naar toe willen. De geïnterviewden herkennen en waarderen het profiel van de ‘Reflective Professional’ en willen graag deze studenten faciliteren bij hun verdere ontwikkeling. Zij denken dan bijvoorbeeld aan het aanbieden van leerplekken of traineeships.
5.2
hoofdstuk
5.1
5
In het studiejaar 2012-2013 is een tweede werkveldonderzoek uitgevoerd. Er is zowel een kwalitatief als een kwantitatief onderzoek uitgevoerd.
Door: Marc van Kempen en Robin Rijpma
Kwantitatief onderzoek Marc van Kempen
Een groot aantal organisaties is door studenten benaderd voor een enquête over de Honours Programmes (HP) van Saxion. In totaal hebben 46 personen een vragenlijst ingevuld. De belangrijkste bevindingen zijn (kort) samengevat: Veel geïnterviewden waren nog niet op de hoogte van de HP van Saxion en hadden zelf ook nog geen ervaring met excellente studenten binnen hun eigen bedrijf. Volgens de geïnterviewden zijn ‘excellente’ studenten voornamelijk de studenten die ambitieus en gedreven zijn en vooral niet gemakzuchtig of passief. De meerwaarde van een excellente student ligt volgens de geïnterviewden bij de bredere professionalisering van de student en zijn of haar mogelijkheid tot een grotere creativiteit en complexiteit in handelen. Veel respondenten stellen ook dat het CV belangrijk is bij het solliciteren. Een kleine meerderheid van de geïnterviewden stelt uitkomsten werkveldonderzoek
saxion programma excelleren
Robin Rijpma
39
Buitengewoon
Saxion Programma Excelleren
dat zij bereid zijn om mee te helpen aan de ontwikkeling van de programma’s. Een groot deel van de respondenten zegt echter dat zij het belangrijk vinden dat kenniscentra binnen Saxion een rol krijgen bij de ontwikkeling van de programma’s. Uit zowel het kwalitatieve als het kwantitatieve onderzoek blijkt dat de geïnterviewden het belangrijk vinden dat studenten zich zowel praktisch als theoretisch goed ontwikkelen en zich breed (of transdisciplinair) dienen te ontwikkelen, voordat zij deel gaan nemen aan de (veranderende) arbeidsmarkt.
Januari 2013: Netwerkborrel congres
40
uitkomsten werkveldonderzoek
saxion programma excelleren
6
6.1
6
6. Validatie van Honours Programma’s: procesinrichting Inleiding
Na drie jaar van experimenteren met 16 Reflective Professional Honours Programma’s, is er door Saxion als University of Applied Sciences een validatieproces opgestart. Alle programma’s konden experimenteren op zes resultaatgebieden, namelijk selectie-instrumenten, het docentprofiel, het didactisch concept, de inhoud van het Honours Programma, het studentprofiel van de Reflective Professional en het onderwijsleerklimaat. De experimenten werden gemonitord door het programmateam, om goed zicht te krijgen op de resultaten. Ook werden de programma’s ondersteund door het onderzoeksprogramma van een onderzoeksteam, dat zich vooral richt op selectie, het docentprofiel, het didactisch concept en het profiel van de Reflective Professional. Na deze periode van experimenteren werd een validatieproces opgezet. Het doel is een beeld te krijgen van in hoeverre de programma’s zich in de richting van de beoogde doelen hebben ontwikkeld. Hiervoor werd een validatieteam met de vereiste expertise samengesteld en werden validatieinstrumenten ontwikkeld. De validatieresultaten zouden informatie moeten geven over best practices en een kwalitatief beeld moeten opleveren over in hoeverre de programma’s zich in de beoogde richting ontwikkelen. In het volgende wordt het Saxion Programma Excelleren toegelicht en wordt aangegeven hoe de monitoring is opgezet, wat de experimenteergebieden waren, hoe gevalideerd werd, hoe het validatieteam werd ingericht, wat de resultaten van de validatie waren. Het betreft hier een weergave van de voorlopige stand van zaken van de procesinrichting, omdat het valideren van Honours Programma’s nog in volle gang is.
hoofdstuk
Saxion kent in het kader van het Saxion Programma Excelleren Honours Programma’s (gebaseerd op het domeinoverstijgende profiel van de Reflective Professional) en Excellentietrajecten (verdiepend binnen het eigen domein). Hieronder wordt de validatie beschreven van de Honours Programma’s.
Door: Trijntje van Dijk en Raymond ter Woord
Trijntje van Dijk
Raymond ter Woord
validatie van honours programma’s:
procesinrichting
41
Buitengewoon
Saxion Programma Excelleren
6.2
Het Reflective Professional Honours Programma
Honours Programma’s richten zich op het profiel van de Reflective Professional. Dit is ontworpen in samenwerking met het beroepenveld. Het profiel heeft zes basiskenmerken, te weten: 1. vakinhoudelijk grensoverstijgend; 2. professioneel inspirerend; 3. de professionele leerreis en maatschappelijk bewustzijn; 4. methodologische kwaliteit en wetenschappelijke attitude; 5. excellent reflexief vermogen; 6. gedifferentieerde profielontwikkeling. Deze zes basiskenmerken helpen studenten zich om te ontwikkelen via drie verschillende niveaus of loops. In de eerste loop is de focus mono-disciplinair op de persoonlijke discipline om de professionele persoonlijkheid te onderzoeken en te herdefiniëren. In de tweede loop beweegt de student zich over de grenzen van de eigen discipline naar andere disciplines en maakt de student zich nieuwe disciplines eigen. In de derde loop beweegt de student zich over de grenzen van de eigen discipline om nieuwe kennis, professies en systemen te creëren en te zoeken naar een trans-disciplinaire toepassing. Het profiel is het antwoord op de behoefte aan een professional die paradigma veranderingen kan veroorzaken, professies uit vastgelopen situaties kan tillen, en waar nodig nieuwe professies kan ontwerpen.
6.3
Monitoren van Honours Programma’s
Het Saxion Programma Excelleren heeft tot doel succesvolle Honours Programma’s voor talentvolle studenten te realiseren. Hiervoor was kennis en inzicht nodig op elk van de zes resultaatgebieden. Met het oog hierop werd besloten in de periode 2010 2012 Honours Programma’s te ontwikkelen die tevens de opdracht kregen op de resultaatgebieden te experimenteren. De verschillende Honours Programma’s kenden verschillende startfases. Sommige gebruikten bestaande excellente programma’s als basis en probeerden deze te transformeren naar Honours Programma’s. Andere projecten ontwikkelden volledig nieuwe programma’s of droegen delen van programma’s nieuw aan. De eis was dat programma’s parallel zouden lopen aan de reguliere bachelor programma’s voor een periode van ongeveer drie jaar en dat zij tot andere competenties dan die van de bachelor zouden opleiden, namelijk de competentieset van de Reflective Professional.
42
validatie van honours programma’s:
procesinrichting
Deel 4 : Op weg naar bruggenbouwers tussen domeinen (Sirius)
Vanaf het begin zijn de teams die de Honours Programma’s ontwikkelen en uitvoeren structureel geïnformeerd over de te bereiken doelen en bevraagd over de voortgang van de ontwikkeling van hun programma en de resultaten van de experimenten. De onderzoekers stelden gefaseerd hun onderzoeksresultaten ter beschikking. Thematische netwerkbijeenkomsten werden georganiseerd om ervaringen en producten te delen. Conferenties werden georganiseerd en bezocht. Producten en ervaringen werden landelijk gedeeld en gepubliceerd. Na drie jaar ontwikkelen van Honours Programma’s, experimenteren, onderzoeken en kennisdelen gaat het Saxion Programma Excelleren in 2013 volgens plan de volgende fase in: het oogsten van de resultaten en het op basis daarvan ontwerpen en implementeren van verduurzaamde Honours Programma’s. In deze fase worden de uitkomsten van de experimenten en de onderzoeken bij elkaar gebracht. Validatie als vorm van kwaliteitsborging speelt hierin een belangrijke rol, gezien de daarmee te bereiken doelen: 1. een beeld te krijgen van de ontwikkeling van de Honours Programma’s, in vergelijking met de te bereiken doelen op elk van de zes resultaatsgebieden; 2. de kwaliteit van de Honours Programma’s te kunnen vaststellen met het oog op twee vragen: “Heeft het programma in deze vorm bestaansrecht” en “mag de kwalificatie with honours op het bachelor getuigschrift van de betreffende studenten aan het programma worden verbonden?”; 3. informatie op te leveren over best practices. Deze best practices vormen dan de bouwstenen voor de verduurzaamde Honours Programma’s. De validatie levert zo een duidelijke bijdrage aan de gewenste synergie van kennis en inzichten, onder meer omdat het profiel van de Reflective Professional als centraal sturingsconcept een essentieel onderdeel vormt van de validatiecriteria.
6.4
Opzet validatie
In de ontwikkel- en experimenteerfase van Honours Programma’s stond monitoring door het Saxion programmateam centraal. De validatie is mede gebaseerd op een kritische reflectie van en door het betreffende Honours Programma zelf. Voor elk van zes experimenteerdoelen (resultaatgebieden) werd een validatiecriterium gedefinieerd in een kritisch reflectie format. Elk Honours Programma werd gevraagd dit format vooraf in te vullen en samen met bewijsmiddelen naar de validatiecommissie te sturen. Als bewijsmiddelen dienvalidatie van honours programma’s:
procesinrichting
43
Buitengewoon
Saxion Programma Excelleren
den alle documenten die inzage geven in opzet en uitvoering van het Honours Programma op elk van de onderstaande zes criteria, inclusief documenten als opdrachten voor studenten, de beoordelingsformats daarvoor en de gegeven beoordelingen. De validatiecommissie gebruikte twee instrumenten om tot haar bevindingen, conclusies en adviezen te komen: 1. Documentenonderzoek. 2. Gesprekken met alle betrokkenen (studenten, docenten, ontwikkelaars en coĂśrdinatoren, verantwoordelijk management, werkveldvertegenwoordigers). Zoals uit onderstaande tabel blijkt speelt het profiel van de Reflective Professional een belangrijke rol bij elk van de zes criteria. Criteria R 1 Criterium: Selectie-instrumenten Het Honours Programme richt zich op studenten met buitengewoon talent zoals omschreven in het profiel van de Reflective Professional en kent operationele selectiecriteria in lijn met dit profiel. P D C A
= = = =
P: Kent het Honours Programme een wervings- en selectieplan, gericht op het toelaten van studenten met de juiste, door het Honours Programme gedefinieerde kenmerken afgeleid van het profiel van de Reflective Professional? D: Blijkt uit gespreksverslagen en/of gemotiveerde toelatingsbesluiten e.d. de mate van uitvoering van het plan? C: Welke vragen roept de kernachtige kritische reflectie van het HP op? A: Welke acties voor verdere ontwikkeling volgen uit de voorgaande drie stappen voor het betreffende Honours Programme?
Plan Do Check Act
44
validatie van honours programma’s:
procesinrichting
Deel 4 : Op weg naar bruggenbouwers tussen domeinen (Sirius)
Criteria R2 Criterium: Docentenprofiel Het Honours Programme zet vanuit een weloverwogen teamsamenstelling docenten in met een profiel dat past bij honours studenten en bij een Honours Programme, dat opleidt tot een Reflective Professional. P: Heeft het Honours Programme de wenselijke kenmerken van de docenten beschreven in een profiel, op docent- en teamniveau, passend bij honours studenten bij een Honours Programme, dat opleidt to een Reflective Professional? D: Blijkt uit skillslijsten, Team ontwikkelingsplannen (TOP’s) of vergelijkbare documenten, in welke mate de docenten voldoen aan het wenselijke profiel en/of langs welke weg zij gaan voldoen? C: Welke vragen roept de kernachtige kritische reflectie van het HP op? Aandachtspunt: Zie ook de evaluaties van docenten door de honours studenten ism de metakring (enquêtes). A: Welke acties voor verdere ontwikkeling volgen uit de voorgaande drie stappen voor het betreffende Honours Programme? R3 Criterium: Uitvoering Het Honours Programme gebruikt een onderscheidend didactisch concept, ingezet om de studenten op het niveau van de Reflective Professional te brengen. P: Heeft het Honours Programme het onderwijsconcept zodanig beschreven, dat duidelijk wordt hoe het didactisch concept ingezet wordt bij de ontwikkeling van de Reflective Professional? D: Blijkt de toepassing van het onderwijsconcept uit de beschrijving per leerjaar, de toetsen en de toetsproducten? C: Welke vragen roept de kernachtige kritische reflectie van het HP op? Aandachtspunt: De metakringleden onderzoeken of studenten voldoende uitgedaagd worden door het gehanteerde didactisch concept, om zich te ontwikkelen tot Reflective Professional. Dit blijkt uit evaluaties door studenten, ism de metakring. A: Welke acties voor verdere ontwikkeling volgen uit de voorgaande drie stappen voor het betreffende Honours Programme?
validatie van honours programma’s:
procesinrichting
45
Buitengewoon
Saxion Programma Excelleren
Criteria R4 Criterium: Inhoud De inhoud van het programma is actueel zoals hieronder gedefinieerd en draagt bij aan de ontwikkeling tot Reflective Professional. Actueel betekent hier dat de inhoud aansluit bij de nieuwste ontwikkelingen in het beroepenveld en bij te verwachten ontwikkelingen, geïdentificeerd op basis van een analyse van maatschappelijke trends en ontwikkelingen op aanpalende domeinen. P: Wordt het proces beschreven van de betrokkenheid van beroepenveld en lectoren bij de voortdurende actualisering van de transdisciplinaire inhoud van het Honours Programma dat opleidt tot Reflective Professional? D: Blijkt uit agenda’s en verslagen van overleg met lectoren en beroepenveld de voortdurende actualisering van de transdisciplinaire inhoud van het programma? Wordt de inhoud vanuit het profiel van de Reflective Professional systematisch getoetst aan de inzichten van betrokken lectoren en het beroepenveld? C: Welke vragen roept de kernachtige kritische reflectie van het HP op? A: Welke acties voor verdere ontwikkeling volgen uit de voorgaande drie stappen voor het betreffende Honours Programme? R5 Criterium: Profiel Reflective Professional Op alle zes kenmerken is het concept van de Reflective Professional uitgewerkt naar een concretisering binnen het Honours Programme en zijn de kenmerken en richtlijnen voor het afstuderen als Reflective Professional verwerkt in het programma en de toetsing. P: Zijn de uitwerking van de zes kenmerken van het profiel van de Reflective Professional op het uitstroomniveau en richtlijnen voor het afstuderen opgenomen in de toetsplannen? D: Blijkt de uitvoering van de toetsplannen uit de assessments en de toetsen? C: Welke vragen roept de kernachtige kritische reflectie van het HP op? Aandachtspunt: De Honours Council heeft de uitwerkingen van het uitstroomniveau en operationele criteria goedgekeurd. A: Welke acties voor verdere ontwikkeling volgen uit de voorgaande drie stappen voor het betreffende Honours Programme?
46
validatie van honours programma’s:
procesinrichting
Deel 4 : Op weg naar bruggenbouwers tussen domeinen (Sirius)
Criteria R6 Criterium: Onderwijsklimaat Inzicht in welk onderwijsklimaat bovengemiddelde getalenteerde studenten daadwerkelijk trekt, motiveert, bindt en uitdaagt en hoe dit bereikt kan worden. P: Is als onderdeel van het totaalconcept een plan gemaakt om een specifiek onderwijsklimaat te creëren waarin de Reflective Professionals (zowel studenten als alumni) uit diverse disciplines zich uitgedaagd voelen om optimaal te presteren? D: Is het plan om dit onderwijsklimaat gestalte te geven aantoonbaar effectief uitgevoerd? C: Welke vragen roept de kernachtige kritische reflectie van het HP op? Aandachtspunt: De student ervaart het onderwijsklimaat als dusdanig uitdagend en motiverend dat hij ook na het afstuderen aan de community verbonden wil blijven. A: Welke acties voor verdere ontwikkeling volgen uit de voorgaande drie stappen voor het betreffende Honours Programme?
Het validatieproces is mede gedefinieerd door de Honours Council, samengesteld uit vertegenwoordigers van het Saxion werkveld (uit de diverse domeinen). De Honours Council voert ook de regie over de validatie, in die zin dat de validatiecommissie eerst aan de Council rapporteert. Nadat deze heeft vastgesteld dat het validatieproces volgens plan en transparant is verlopen en dat zij kan instemmen met de validatierapporten, worden de rapportages van de validatiecommissie naar alle betrokkenen gestuurd.
6.5
De zes experimenteerdoelen gedefinieerd voor validatie
De zes experimenteerdoelen zijn de hierboven beschreven resultaatsgebieden. Voor elk doel is een validatiecriterium geformuleerd, dat te beschouwen is als een kwaliteitseis die Saxion stelt aan haar Honours Programma’s. Het criterium is geformuleerd als een soort one-liner voor het Honours Programma team om aan te werken. Daarnaast werd een vierstaps checklist gegeven met de bedoeling de Plan, Do, Check, Act-processen te expliciteren en de Honours Programma’s te stimuleren tot kritische reflectie. De Plan- en Dovragen zijn uniek voor elk experimenteer-onderwerp en de Checken Act-vragen zijn dezelfde.
validatie van honours programma’s:
procesinrichting
47
Buitengewoon
Saxion Programma Excelleren
6.6
Het samenstellen van een validatie-team
Er werd een validatiecommissie samengesteld met daarin de expertise die nodig is om te bepalen of het betreffende Honours Programma zich ontwikkelt in de richting van de doelen, om te bepalen of het programma voldoet aan de kwaliteitseisen en om best practices te identificeren. Voorzitter van de commissie is het hoofd van het Saxion Bureau Kwaliteitszorg, die tevens de wenselijke audit-expertise inbrengt. Met het oog op het resultaatsgebied van het docentprofiel maakt de directeur van HRM van de hogeschool deel uit van de commissie. Daarnaast zijn er vier leden in het validatieteam die samen specifieke expertise hebben op het gebied van de verschillende resultaatsgebieden. Een daarvan is expert op het gebied van het competentieprofiel van de Reflective Professional, twee leden zijn als ontwikkelaar / coördinator nauw betrokken bij twee Honours Programma’s en één lid is als lector verbonden aan een van de Honours Programma’s. Voor de administratieve, communicatieve en organisatorische aspecten van de validatie, werd de commissie ondersteund door een ambtelijk secretaris en management-assistente. Geen van de leden van de commissie namen deel aan de validatie, indien die het eigen Honours Programma betrof.
6.7
De resultaten van monitoren en valideren
Tijdens het monitoren van de verschillende Honours Programma’s op de zes experimenteergebieden bleek al dat sommige Honours Programma’s zich sterk ontwikkelden op een of meer resultaatsgebieden en dat andere programma’s meer moeite hadden de afgesproken doelen te halen. Bovendien bleken specifieke Honours Programma’s sterk te zijn in de ontwikkeling van de student tot Reflective Professional in een specifieke fase van de niveaus van deze ontwikkeling. De studenten dienen zich namelijk te ontwikkelen in drie niveaus of loops om het eindniveau van de Reflective Professional te bereiken. Tijdens het validatieproces zijn verschillende Honours Programma’s in detail doorgelicht op het totaal van de validatiecriteria en daarmee op de resultaatsgebieden c.q. experimenteerdoelen. In de rapportage per programma verwoordde de commissie haar bevindingen, conclusies en adviezen. De conclusies werden door de commissie per validatiecriterium ondersteund met drie kleuren: de kleur groen betekent dat aan de betreffende kwaliteitseisen volledig wordt voldaan, de kleur oranje betekent dat er nog veel verbeterd moet worden en de kleur rood betekent dat de situatie kritisch is en dat vitale aspecten ontbreken. De rapportages bevatten feedback voor de programma-ontwikkelaars, de acade48
validatie van honours programma’s:
procesinrichting
Deel 4 : Op weg naar bruggenbouwers tussen domeinen (Sirius)
miedirecteuren verantwoordelijk voor de Honours Programma’s, de Honours Council, de stuurgroep en het programmateam en het College van Bestuur. De uitkomsten van de validatie tot nu toe zijn in lijn met de bevindingen vanuit de monitoring: sterke en zwakke aspecten van de gevalideerde Honours Programma’s worden duidelijk zichtbaar. De informatie die de validatie oplevert is goed bruikbaar voor de Honours Programma’s zelf om verbeterplannen op te baseren en levert ook nadrukkelijk een bijdrage aan het bepalen van wat de Honours Programma’s gezamenlijk in het kader van de gewenste verduurzaming moeten oppakken, afstemmen en realiseren. Kortom, de validatie maakt de best practices nog beter zichtbaar en legt de vinger op de zere plek(ken). De reacties op de concept- en eindrapportages van de validatiecommissie tonen aan dat het validatieproces en de -uitkomsten door iedere betrokkene heel serieus wordt genomen. Er is afgesproken dat elk programma voor de aspecten met een score oranje of rood een verbeterplan maakt. De programma’s met een kritische score zullen nog in 2013 een tweede validatie ondergaan, voordat ook zij de status van definitief gevalideerde programma’s krijgen.
6.8
Conclusies
Hoewel nog niet alle programma’s gevalideerd zijn (8 van de 12 geplande validaties zijn inmiddels uitgevoerd), kunnen vooralsnog de volgende conclusies worden getrokken: 1. Met validatie van Honours Programma’s in deze vorm worden de geformuleerde doelen inderdaad gehaald: a. Er wordt een beeld verkregen van de ontwikkeling van de Honours Programma’s, vergeleken met de te bereiken doelen op elk van de zes resultaatsgebieden. b. De kwaliteit van de Honours Programma’s kan worden vastgesteld met het oog op twee vragen: Heeft het programma in deze vorm bestaansrecht en mag de kwalificatie with honours op het bachelor getuigschrift van de betreffende studenten aan het programma worden verbonden? c. Er wordt informatie verkregen over best practices. Deze best practices vormen vervolgens de bouwstenen voor de verduurzaamde Honours Programma’s. 2. Essentieel voor het draagvlak voor de uitkomsten van de validatie is een gedegen en transparante opzet van de validatie. De regierol van de Honours Council bleek een stimulans voor dit draagvlak, net als de samenstelling van het validatieteam.
validatie van honours programma’s:
procesinrichting
49
Buitengewoon
Saxion Programma Excelleren
3. De huidige werkwijze kan bijna 1:1 overgenomen worden door ‘de staande organisatie’, dat wil zeggen opgenomen worden in het kwaliteitszorgsysteem van de hogeschool, mits het validatieteam voldoende ‘honours’ expertise bevat. 4. Dit laatste geldt ook voor de excellentietrajecten. Hoewel de diversiteit daarvan groter is dan die van Honours Programma’s, is het ook voor deze trajecten goed mogelijk vergelijkbare validatiecriteria c.q. kwaliteitseisen te formuleren. Zodra alle Honours Programma’s (definitief) zijn gevalideerd zal definitief de balans worden opgemaakt, inclusief een analyse van hetgeen sterk en zwak is aan het hier gepresenteerde validatieproces. Tot nu toe lijkt dit proces ons wel te brengen wat we ervan hadden verwacht.
Referentielijst. Benammar, K, Schaik, M. van, Sparreboom, I., Vrolijk, S., & Wortman, O. (2006). Reflectietools. Den Haag: Lemma. Bulthuis, Petra en Trijntje van Dijk (2012). Buitengewoon, Saxion Programma Excelleren, deel 3: Verbinden wat er zo nog niet was…, 2. Branding the Reflective Professional, Afstuderen reflective Professional: Excellent verzwaard afstuderen. Saxion Hogescholen. Dijk, Trijntje van, Marike Lammers, Raymond ter Woord (2012). Validatieproces Saxion Programma Excelleren v1.2 Dijk, Trijntje van, (2011). Buitengewoon, Saxion Programma Excelleren, deel 1: opstartfase, 2.3 Eindprofiel Reflective Professional. Saxion Hogescholen. Dijk, Trijntje van, (2011). Buitengewoon, Saxion Programma Excelleren, deel 2: De Reflective Professional en Ontwerpprincipes voor Honours Programmes, Verkennend onderzoek inzake student, docent en leeromgeving, 2. Deel1: De Reflective Professional, 2.1 De Reflective Professional: Saxion definities. Saxion Hogescholen. Dijk, Trijntje van, (2011). Buitengewoon, Saxion Programma Excelleren, deel 2: De Reflective Professional en Ontwerpprincipes voor Honours Programmes, Verkennend onderzoek inzake student, docent en leeromgeving, 2. Deel1: De Reflective Professional, 2.1 Competentieset Uitstroomniveau Reflective Professional. Saxion Hogescholen Dijk, Trijntje van, (2011). Buitengewoon, Saxion Programma Excelleren, deel 2: De Reflective Professional en Ontwerpprincipes voor Honours Programmes, Verkennend onderzoek inzake student, docent en leeromgeving, 2. Deel1: De Reflective Professional, Competentieset Instroomniveau Reflective Professional. Saxion Hogescholen. 50
validatie van honours programma’s:
procesinrichting
Deel 4 : Op weg naar bruggenbouwers tussen domeinen (Sirius)
Dijk, Trijntje van, (2012). Buitengewoon, Saxion Programma Excelleren, deel 3: Verbinden wat er zo nog niet was…, 2. Branding the Reflective Professional, 2.1 Het ontwikkelproces van de Reflective Professional. Saxion Hogescholen. Dijk, Trijntje van (december 2012). The Reflective Professional Honours Programme of the Dutch Saxion Universities. Journal of the National Collegiate Honors Council (JNCHC), Saint George Island, Florida. Dijk, Trijntje van (november 2012) What are the dreams and realities of diversity in honors? National Collegiate Honors Council (JNCHC), Boston. H.J. Hartman, H.J. (1990). Teaching Metacognitively, Metacognition in Learning and Instruction. New York: Basic Books. Korthagen, F. and Vasalos, A. (2005). Levels in reflection: core reflection as a means to enhance professional growth. Utrecht: IVLOS Institute of Education, Utrecht University Landheer, J.M.F. (2009). Hoe passen veranderingsmanagers reflecteren-op-actie toe ten behoeve van hun effectiviteit? Heerlen: Doctoraalscriptie Open Universiteit. Nonaka, I (1991). The knowledge-creating company. Harvard Business Review, November-December, 96-104. Nonaka, I., & Takeuchi, H. (1995). The knowledge creating company: How Japanese companies create the dynamics of innovation. New York: Oxford University Press. Prahalad, C. K., & Hamel, G. (1990). The core competence of the organization. Harvard Business Review, May-June, 79-91. Schön, D. A. (1983). The reflective practitioner. How professionals think in action. New York: Basic Books. Schön, D. A. (1987). Educating the reflecting practitioner. SanFransisco: Jossey-Bass Inc. publishers. Senge, P. M. (1994). The fifth discipline. The art & practice of the learning organization. New York: Currency Doubleday. Stichting Innovatie Alliantie, (2011). Kennis roept om toepassing, topsectoren en de hogescholen. Delta, Den Haag. Susskind, Lawrence, Sarah McKearnan, Jennifer Thomas-Larmer (1999). The Consensus Building Handbook, A comprehensive guide to reaching agreement. Thousand Oaks, California: The Consensus Building Institute, Sage Publications, Inc,. Wijnalda, M. (2010). Organizational Learning of Lerende Organisatie: een vergelijkende literatuurstudie. Tilburg: Doctoraalscriptie Universiteit van Tilburg.
validatie van honours programma’s:
procesinrichting
51
Buitengewoon
Saxion Programma Excelleren
52
validatie van honours programma’s:
procesinrichting
II deel
Saxion Programma Excelleren
H 7 - Excellentie - Vergelijking Saxion Honours Programmes - studenten
II Deel II
53
Buitengewoon
Saxion Programma Excelleren
Januari 2013 Fishbowl gesprek tijdens conferentie ‘Talent is niet van gisteren’
54
Deel II
7
Dit hoofdstuk is bedoeld om de HP’s op bovenstaande aspecten inzicht te geven waar ze nu staan om zich van daaruit (waar gewenst) verder te kunnen versterken en ontwikkelen. Het doet daartoe verslag in beschrijvende zin. Het toont de verwerkte uitkomsten van de vragenlijsten en opvallende zaken worden genoemd. In dit hoofdstuk wordt regelmatig verwezen naar een literatuurstudie. Deze staat in een eerdere uitgave (deel 3) uit deze reeks.
hoofdstuk
In mei en juni 2012 is een vragenlijst afgenomen bij studenten van acht Saxion Honours Programmes (HP) om de kenmerken van deze HP’s in kaart te brengen. Voor elk afzonderlijk HP is een rapport opgesteld met de uitkomsten van deze vragenlijsten. In dit hoofdstuk worden de meest opmerkelijke vergelijkingen tussen HP’s weergegeven. Achtereenvolgens wordt verslag gedaan van resultaten op vragen over: 1. de waardering van het HP in een cijfer; 2. de selectieprocedure voor het HP; 3. de opzet en inhoud van het HP; 4. je eigen rol als student in het HP; 5. de docenten in het HP; 6. de mogelijke opbrengsten van het HP; 7. kenmerken van het HP.
7
7. Excellentie - Vergelijking Saxion Honours Programmes - studenten
Door: Mark Gellevij, lector innovatief en effectief onderwijs Onderzoekers Janina Banis-Den Hertog Simone van der Donk Jolise ’t Mannetje Karin Truijen
Er worden in deze rapportage regelmatig gemiddelden (gem) en standaard deviaties (sd) genoemd. De standaard deviatie is een maat voor de spreiding van de gegeven antwoorden. Is de standaard deviatie laag, dan betekent dit dat er weinig spreiding is. De respondenten waren het dan grotendeels met elkaar eens. Mark Gellevij De afgenomen studentenvragenlijst is opvraagbaar bij de onderzoekers.
Janina Banis
Simone van der Donk
Jolise ‘t Mannetje
excellentie - vergelijking saxion honours programmes - studenten
Karin Truijen
55
Buitengewoon
Saxion Programma Excelleren
7.1
De waardering van HP’s in een cijfer
Om een eerste vergelijkende indruk te krijgen staan in tabel 7.1 gegevens over de respons op de vragenlijsten en de waardering van de studenten van de acht onderzochte HP’s. HP
Respons aantal(%) jaar
Cijfer HP vooraf 1(laag)-10(hoog)
Cijfer HP achteraf 1(laag)-10(hoog)
ABO ondernemen = excelleren
9 (100%)
1
8.22 (.44)
8.44 (.73)
ABO - Talents for natural leadership
8 (100%)
1
8.38 (.74)
8.13 (.84)
ABR
16 (73%)
1&2
6.81 (.98)
7.06 (.93)
AMA
5 (71%)
1
5.60 (.89)
5.40 (1.14)
APO
20 (90%)
1&2
7.33 (.59)
7.11 (.76)
LA&S
30 (81%)
1&2
7.70 (.75)
7.83 (.53)
LED
5 (83%)
1
6.60 (1.14)
6.60 (.89)
MIM
12 (92%)
1
8.42 (.52)
8.42 (.67)
Note: Verschillen tussen cijfers voor en na afname van de vragenlijst zijn niet statistisch significant. Derdejaars studenten zijn niet meegenomen in de analyses.
tabel 7.1 Respons op de vragenlijst, jaargroep en cijfer voor afname en na afname (gem(sd)) van de vragenlijst voor het HP
7.2
Selectieprocedure voor de HP’s
In dit deel worden de ervaringen van studenten met de selectieprocedure van hun HP besproken zoals die uit de enquête naar voren zijn gekomen. Als eerste wordt weergegeven uit welke selectie instrumenten de selectieprocedure volgens studenten bestaat. Daarna wordt de tevredenheid van studenten over die instrumenten weergegeven en ten slotte wordt getoond hoe tevreden studenten in het algemeen zijn met de selectieprocedure van hun HP. In tabel 7.2 zijn voor de verschillende HP’s de percentages studenten opgenomen die aangeven dat een bepaald selectie instrument deel uitmaakt van de selectieprocedure. Pas wanneer meer dan 50% van de studenten aangeeft dat een selectie instrument wordt gebruikt, gaan we ervan uit dat dit instrument daadwerkelijk onderdeel is van de selectie. De percentages boven de 50 zijn steeds vetgedrukt.
56
excellentie - vergelijking saxion honours programmes - studenten
Deel 4 : Op weg naar bruggenbouwers tussen domeinen (Sirius)
Selectie instrumenten
ABO
ABR
AMA
APO
Presentatie
0%
0%
0%
0%
Vooropleiding
0%
6%
0%
100 %
Aanbevelingsbrief
55 %
25 %
100 %
0%
Studieresultaten
78 %
81 %
60 %
6%
Psychologische testen
0%
0%
0%
0%
100 %
0%
0%
0%
Assessment
11 %
0%
0%
0%
Aanmeldingsformulier
33 %
25 %
20 %
17 %
Creatieve testen
LA&S LED MIM Sirius TFNL Onderzoeksgroep Saxion0 % 0% 50 % 13 % 10 %
0%
0%
80 % 0% 0% Lector 70 % 100 % 83 % Dr. Mark Gellevij 0% 0% 0%
6% 0% 0% 38 %
0% 0% 0% 38 % Onderzoekers 0% % 75 Hertog % 13MSc % Janina20 Banis-Den MSc 20 Simone % 0 van % der0Donk % 13 % Jolise ’t Mannetje MSc 97 % 80 % 100 % 100 % Dr. Karin Truijen 73 % 20 % 100 % 38 %
Gesprek
100 %
88 %
0%
33 %
CV
100 %
50 %
60 %
0%
O%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
100 %
88 %
80 %
0%
100 %
20 %
100 %
88 %
Essay Motivatiebrief
Uit tabel 7.2 blijkt dat de HP’s een combinatie van selectie instrumenten gebruiken om hun studenten te selecteren. De meest voorkomende selectie instrumenten zijn een motivatiebrief, een persoonlijk gesprek en studieresultaten. Daarnaast worden een CV en een motivatiebrief ook door meerdere HP’s ingezet bij selectie. Het enige HP dat slechts gebruikmaakt van één selectie instrument is de APO. De APO selecteert uitsluitend op basis van vooropleiding en is daarmee ook het enige HP dat vooropleiding mee laat wegen in de selectieprocedure. Verder valt op dat alleen MIM gebruik maakt van een assessment om studenten te selecteren. De ABO is weer het enige HP dat gebruik maakt van creatieve testen in de selectieprocedure.
tabel 7.2 Percentage studenten dat aangeeft dat een selectie instrument wordt gebruikt bij selectie HP
Op basis van aan de enquête voorafgaande interviews met ontwikkelaars hadden we een beeld gevormd van de selectieprocedures van de verschillende HP’s. Dit beeld blijkt niet altijd overeen te komen met de ervaringen van studenten zoals die in tabel 7.2 zijn weergegeven. Hieronder worden opmerkelijke verschillen benoemd. In het interview met ABO is er niet aangegeven dat een aanbevelingsbrief onderdeel uitmaakt van de selectie. De meerderheid van de ABO studenten (55%) geeft echter aan dat een aanbevelingsbrief hoorde bij de selectie voor hun HP. Voor ABR geldt dat in het interview een motivatiebrief niet aan de orde is gekomen bij het bespreken van de selectieprocedure. 88% van de ABR studenten geeft echter aan dat zij een motivatiebrief hebben moeten schrijven. Bij LA&S is het CV niet genoemd als selectie instrument. 73 % van de LA&S studenten geeft aan dat een CV onderdeel is van selectie. Ten slotte is bij LED tijdens het interview niet gesproken over studieresultaten, terwijl deze volgens LED studenten wel onderdeel vormen van de selectie (100%). excellentie - vergelijking saxion honours programmes - studenten
57
Buitengewoon
Saxion Programma Excelleren
In het interview met het AMA HP is genoemd dat een persoonlijk gesprek deel uitmaakt van de selectieprocedure. Geen enkele student geeft echter aan dat er een persoonlijk gesprek heeft plaatsgevonden tijdens de selectie. Voor de APO geldt dat de ontwikkelaar aangaf dat er een intakegesprek met alle studenten wordt gehouden. Slechts 33% van APO studenten geeft echter aan dat zij een persoonlijk gesprek hebben gehad tijdens de selectie. Tenslotte verwachtten we op basis van interviews dat bij MIM en TFNL een presentatie onderdeel is van de selectieprocedure. Het inzetten van een presentatie wordt echter slechts door enkele studenten bevestigd (MIM=50%, TFNL=13%). Bij MIM is dit resultaat wellicht te verklaren doordat studenten de presentatie mogelijk als assessment interpreteerden. figuur 7.1 Mate van tevredenheid (1(laag)-5(hoog)) van studenten over selectie instrumenten
tabel 7.3 Mate van tevredenheid (1(laag)-5(hoog)) van studenten over selectie instrumenten
Selectie instrumenten
ABO
ABR
AMA
APO
LA&S
LED
MIM
TFNL
Vooropleiding
2,11
2,94
3,4
4,33
2,83
2,4
2,92
2,38
Aanbevelingsbrief
3,78
3,5
3,8
2,44
3,67
2
2,83
2,63
Studieresultaten
4,33
4
4,6
3,39
3,83
4
3,08
2,88
Psychologische testen
2,67
2,88
2,6
2,56
2,73
3,2
2,83
3,25
Assessment
2,78
3
3
2,5
2,93
3,8
3,17
2,5
Creatieve testen
4,56
2,81
3
2,39
2,7
3
3,17
3,38
Aanmeldingsformulier
2,89
2,63
3,4
3,5
2,87
3,4
3,17
2,75
Gesprek
4,89
4,63
4
3,89
4,77
3,8
3,67
5
CV
3,56
3,25
3,4
2,44
3,17
3,4
3,25
3,13
Essay
2,33
2,81
2,8
2,22
2,77
2,6
2,75
2,25
Motivatiebrief
4,33
4,19
4,6
3,11
4,37
4,2
3,75
4,38
58
excellentie - vergelijking saxion honours programmes - studenten
Deel 4 : Op weg naar bruggenbouwers tussen domeinen (Sirius)
In figuur 7.1 en tabel 7.3 is de tevredenheid van studenten over de verschillende selectie instrumenten weergegeven. Uit figuur 7.1 kunnen we opmaken dat studenten met name een persoonlijk gesprek en een motivatiebrief waarderen als onderdeel van hun selectieprocedure. Een essay wordt door vrijwel alle studenten van de verschillende HP’s zeer laag gewaardeerd. Over het belang van vooropleiding en studieresultaten lopen de meningen van studenten uit verschillende HP’s uiteen. Wanneer we figuur 7.1 naast tabel 7.2 leggen, valt op dat studenten met name die selectie instrumenten hoog waarderen die ook binnen de selectieprocedure van hun HP worden ingezet. Zo waarderen studenten van de APO (zie figuur 7.1) vooropleiding beduidend hoger dan studenten uit andere HP’s en alleen de APO gebruikt studieresultaten als selectie instrument. Voor ABO geldt dat alleen dit HP creatieve testen gebruikt bij selectie en dat ook alleen ABO studenten creatieve testen zeer hoog waarderen (zie figuur 7.1). Organizational justice theorie (Greenberg, 1987) wordt gebruikt om te evalueren hoe tevreden men is over een selectieprocedure. Bij tevredenheid over de selectieprocedure verwachten we op basis van deze theorie dat studenten hoog scoren op alle stellingen in tabel 7.4 en figuur 7.2. De stelling ‘De selectieprocedure is streng’ is toegevoegd vanuit ons literatuuronderzoek waaruit blijkt dat honoursstudenten het prettig vinden als er hoge eisen aan ze gesteld worden. figuur 7.2 Mate van tevredenheid (1(laag)-5(hoog)) van studenten over de selectieprocedure van hun HP
excellentie - vergelijking saxion honours programmes - studenten
59
Buitengewoon
Saxion Programma Excelleren
HP’s
ABO
ABR
AMA
APO
LA&S LED
MIM
TFNL
Selectieprocedure eerlijk
4,33
3,63
2,4
3,72
4,07
4
4,42
4,5
Selectieprocedure goed
4,22
3,38
2
3,72
3,9
4,2
4,42
4,25
Selectieprocedure streng
3,44
2,31
1,4
2,78
2,57
2,6
3,83
3,13
Selectieprocedure transparant
4,22
3,44
2,6
3,11
3,27
3,4
3,25
3,88
Selectieprocedure biedt kans mezelf te bewijzen
4
3,38
2,2
2,5
3,53
3,4
4,5
4
Tijdens selectieprocedure goed behandeld.
4,78
4
3,2
3,39
4,47
4,6
4,75
4,88
Selectieprocedure past bij karakter HP.
4,56
3,38
2,4
3,39
3,9
4,4
4,33
4,5
tabel 7.4  Mate van tevredenheid (1(laag)-5(hoog)) van studenten over de selectieprocedure van hun HP
In figuur 7.2 is weergegeven hoe tevreden studenten zijn over de selectieprocedure van hun HP. Uit figuur 7.2 blijkt dat de selectieprocedures van de verschillende HP’s over het algemeen positief worden gewaardeerd. De selectieprocedures zijn over het algemeen echter niet erg streng, terwijl we verwachtten dat studenten dat wel zouden waarderen. Alleen de selectieprocedures van ABO, MIM en TFNL worden door de studenten als (enigszins) streng gezien. De overige selectieprocedures scoren lager dan 3 (dus mee oneens of zeer mee oneens). De strengheid van de selectie lijkt echter voor deze studenten niet erg bepalend voor de tevredenheid over de selectie. Zo vinden LED studenten hun selectieprocedure niet streng, maar wel goed. AMA HP studenten geven aan op bijna alle punten niet tevreden te zijn over de selectieprocedure. Ten slotte valt op dat hoewel APO HP studenten over het algemeen tevreden zijn over de selectieprocedure, zij niet het gevoel hebben zichzelf tijdens de procedure te kunnen bewijzen.
7.3
De opzet en inhoud van het HP
In dit deel worden de resultaten weergegeven van vragen naar de opzet van het HP. Aan de studenten is onder meer gevraagd hoe het programma eruit ziet en hoe het HP is georganiseerd. Hierin wordt een link gelegd tussen de ervaring met het huidige programma en zoals de studenten de ideale situatie zouden zien. Er wordt steeds vermeld welke vraag is gesteld, waarna de resultaten in een figuur worden weergegeven. Daarna wordt ingegaan op het algemene beeld en de uitzonderingen op dit beeld. Waar mogelijk worden deze resultaten gespiegeld aan verwachtingen vanuit onze literatuurstudie.
60
excellentie - vergelijking saxion honours programmes - studenten
Deel 4 : Op weg naar bruggenbouwers tussen domeinen (Sirius)
Gerichtheid en programma - Op basis van de interviews met de ontwikkelaars van de verschillende HP’s, was de verwachting dat de HP’s duidelijk één focus zouden hebben: richten op de beroepspraktijk, richten op de persoonlijke ontwikkeling of richten op het academisch leren denken en werken. Uit de resultaten van de vragenlijst blijkt dat studenten over het algemeen aandacht voor meer dan één van deze foci ervaren; figuur 7.3 en tabel 7.5 brengen in beeld hoe deze foci van de HP’s verschillen. figuur 7.3 Focus van het HP (1(laag)-5(hoog))
Mogelijke focus
ABO
ABR
AMA
APO
LA&S LED
MIM
TFNL
Focus op beroepspraktijk
4.22
3.25
2.60
4.11
2.33
3.80
3.92
4.88
Focus op persoonlijke ontwikkeling
4.78
3.75
3.00
3.56
4.67
4.00
4.58
4.88
Focus op academisch denken en werken 4.00
3.94
3.80
3.61
4.10
4.00
3.67
3.38
Zoals in figuur 7.3 en tabel 7.5 te zien is, focust geen van de programma’s duidelijk op één van de drie gebieden. Bij MIM, ABO, LA&S (persoonlijke ontwikkeling), AMA (academisch denken en werken) en APO (beroepspraktijk) heeft één van de drie gebieden wel de meeste aandacht. Bij LA&S en TFNL valt op dat één van de gebieden duidelijk veel minder aandacht krijgt, respectievelijk de beroepspraktijk en het academisch werken. In het algemeen geldt dat in de meeste HP’s de drie foci allemaal behoorlijke aandacht krijgen. Uitzonderingen zijn een mindere mate van focus op de beroepspraktijk binnen LA&S en de AMA (score onder de 3, dus mee oneens of zeer mee oneens).
excellentie - vergelijking saxion honours programmes - studenten
tabel 7.5 Focus van het HP (1(laag)-5(hoog))
61
Buitengewoon
Saxion Programma Excelleren
figuur 7.4 Structuur en invulling programma huidig en ideaal HP
Vanuit onze literatuurstudie is de verwachting dat studenten in een HP graag een vast programma aangeboden willen krijgen, met daarin vrije ruimte voor hun eigen invulling. In figuur 7.4 is te zien dat 71% van de studenten het huidige programma ook als zodanig ervaart. Vierentachtig procent van de studenten heeft als ideaalbeeld dat een HP een vast programma heeft, waarin ruimte is voor vrije invulling. Als we kijken naar de verschillen tussen de huidige en ideale situatie, kan geconcludeerd worden dat de invulling van het HP als het aan de studenten ligt nog wel wat vrijer zou mogen. figuur 7.5 Programma of de inhoud centraal in het programma
Het blijkt, volgens onze literatuurstudie, in een HP van belang te zijn om de student centraal te stellen en niet het programma of de inhoud van het programma. Gemiddeld over alle HP’s staat volgens 68% van de studenten inderdaad de student centraal. Zoals in figuur 7.5 te zien is zijn hier grote verschillen tussen HP’s. Bij de APO en AMA staat volgens de studenten de inhoud of het program62
excellentie - vergelijking saxion honours programmes - studenten
Deel 4 : Op weg naar bruggenbouwers tussen domeinen (Sirius)
ma meer centraal dan de student. Ook bij ABR staat niet overtuigd de student centraal, al is dit percentage wel boven de 50%. Contactmomenten, ruimte en aanwezigheid – De honours community en de bevordering daarvan is een item waar de laatste tijd het nodige onderzoek naar is gedaan. Zoals in onze literatuurstudie te lezen is blijkt daaruit dat het belangrijk is de honours studenten een vaste eigen ruimte te geven, om zo het groepsgevoel te bevorderen. Aan de studenten is daarom gevraagd of de bijeenkomsten in een vaste ruimte plaatsvinden en of zij dit belangrijk vinden. Van de totale groep studenten geeft 81% aan dat de bijeenkomsten voornamelijk in een vaste ruimte plaatsvinden. figuur 7.6 Belang van vaste ruimte voor het HP
Vervolgens is de studenten de volgende stelling voorgelegd: ‘Ik vind het belangrijk dat we één vaste ruimte hebben/krijgen voor onze contactmomenten’. Zoals in figuur 7.6 te zien is, is slechts de helft van de studenten het hier mee eens of zeer mee eens. De andere helft van de studenten vindt dit niet belangrijk of neutraal belangrijk. Hoewel er over alle HP’s gezien in hoge mate aan de voorwaarde van een vaste ruimte wordt voldaan, zien de studenten zelf dat blijkbaar in meerderheid niet als een belangrijke voorwaarde voor het succes van een HP. Inhoud en opzet – Hoewel er vaak wordt gedacht dat excellente studenten per definitie minder contacturen nodig hebben dan ‘gemiddelde’ studenten, blijkt uit onze literatuurstudie dat excellente studenten juist meer contacturen wensen. Aan de studenten is daarom gevraagd of hun HP voldoende contacturen heeft.
excellentie - vergelijking saxion honours programmes - studenten
63
Buitengewoon
Saxion Programma Excelleren
figuur 7.7 Mijn HP heeft voldoende contacturen
In de antwoorden op deze vraag (zie figuur 7.7) is een aantal uitschieters te zien. Bij ABO, ABR, LA&S, MIM en TFNL vindt een grote meerderheid dat er voldoende contacturen zijn (mee eens of zeer mee eens). Bij AMA vindt een ruime meerderheid dat er onvoldoende contacturen zijn (mee oneens). Bij de overgebleven programma’s, APO en LED, zijn de scores rond neutraal, aan de positieve kant. Zoals overal in het onderwijs, moeten de doelen ook in honoursonderwijs bekend zijn bij de studenten. Aan de studenten is gevraagd of de doelen helder zijn. figuur 7.8 De doelen zijn helder
Zoals in figuur 7.8 te zien is, geeft 55% aan dat de doelen helder zijn (mee eens of zeer mee eens). In totaal geeft 24% aan dat de doelen niet helder zijn (mee oneens of zeer mee oneens). Enkele programma’s wijken behoorlijk af van dit gemiddelde beeld. In positieve zin (dus meer studenten vinden de doelen helder) vallen 64
excellentie - vergelijking saxion honours programmes - studenten
Deel 4 : Op weg naar bruggenbouwers tussen domeinen (Sirius)
ABO (89%) en MIM (100%) op. In negatieve zin (minder studenten vinden de doelen helder) vallen ABR (25%) en AMA (20%) op. De overige HP’s vertonen een beeld dat redelijk vergelijkbaar is met het gemiddelde. HP’s zijn onder meer bedoeld om de studenten uit te dagen het beste uit zichzelf te halen. Vanwege de specifieke kenmerken van honours studenten, moeten de HP’s duidelijk anders zijn dan de reguliere opleidingen. Er is daarom aan de studenten gevraagd in hoeverre zij het HP duidelijk anders vinden dan hun reguliere opleiding. figuur 7.9 Duidelijk verschil tussen HP en reguliere bachelor
Zoals in figuur 7.9 te zien is, vindt maar een zeer klein percentage het HP niet of nauwelijks verschillen van de reguliere opleiding. Een grote meerderheid (totaal 81%) van de studenten geeft aan het ‘eens’ of ‘zeer eens’ te zijn met de stelling dat het HP duidelijk anders is dan de reguliere opleiding. Ook hier is gekeken of afzonderlijke opleidingen erg afwijken van dit gemiddelde beeld. Uit deze analyse zijn geen opmerkelijke afwijkingen gekomen. In aansluiting op het verschil met de reguliere opleiding, moet een HP zich niet richten op het aanleren van kennis, maar vooral op het toepassen van kennis. Aan de studenten is gevraagd in hoeverre dat het geval is binnen hun HP.
excellentie - vergelijking saxion honours programmes - studenten
65
Buitengewoon
Saxion Programma Excelleren
figuur 7.10 Het HP is gericht op het toepassen van kennis (percentages en gemiddelden (1(laag)-5(hoog)))
In figuur 7.10 zijn de scores per HP te zien. Hieruit is af te lezen dat alle HP’s behoorlijk hoog scoren op het toepassen van kennis. In figuur 7.10 is tevens te zien dat de scores in te delen zijn in drie groepen. ABR, AMA en LA&S scoren allemaal een gemiddelde van rond de 3,25. ABO, APO en LED scoren allemaal tussen de 3,75 en 4,00. MIM en TFNL scoren het meest overtuigend, met een gemiddelde tussen de 4,00 en 4,25. Dat houdt in dat deze studenten aangeven het ‘eens’ of ‘zeer eens’ te zijn met de stelling of hun HP zich richt op het toepassen van kennis. Verder is het belangrijk dat er in HP’s voldoende contact is met het werkveld en lectoraten. Op die manier maken studenten al tijdens hun opleiding kennis met hun latere werkveld en zijn zij op de hoogte van up-to-date kennis. De gerichtheid op het werkveld is op verschillende manieren bevraagd en de resultaten hiervan zijn 66
excellentie - vergelijking saxion honours programmes - studenten
Deel 4 : Op weg naar bruggenbouwers tussen domeinen (Sirius)
onder meer gerapporteerd in figuur 7.3 (Focus van het HP). Daarin was te zien dat de verschillende HP’s verschillen in foci. Verder is er expliciet gevraagd of er volgens de studenten voldoende contact is met lectoraten. De resultaten hiervan zijn in figuur 7.11 weergegeven. figuur 7.11 Voldoende contact met lectoraten
In figuur 7.11 is per opleiding weergegeven of studenten vinden dat er in hun HP voldoende contact is met lectoraten. Voor de overzichtelijkheid zijn de antwoorden geclusterd. Een aantal zaken valt hierin op. ABO en TFNL scoren allebei bijzonder positief. In deze programma’s is voldoende contact met lectoraten. De AMA scoort erg negatief. Bij LED bevinden alle scores zich in negatief en neutraal. Bij de overige HP’s is het beeld verdeeld, maar redelijk positief. Over het algemeen vinden studenten dat voldoende contact met lectoraten is, maar dit zou zeker geïntensiveerd kunnen worden.
excellentie - vergelijking saxion honours programmes - studenten
67
Buitengewoon
Saxion Programma Excelleren
figuur 7.12 Vaak samenwerken in programma: huidig en ideaal
Excellente studenten willen graag samenwerken. Daarom is aan de studenten gevraagd of ze in hun HP vaak samenwerken (huidig) en of ze graag willen (blijven) samenwerken (ideaal). Zoals in figuur 7.12 te zien is, wijken de huidige situatie en de ideale situatie volgens de studenten niet veel van elkaar af. De mate waarin ze kunnen samenwerken voldoet dus aan hun wensen. Uiteraard is ook hier gekeken of individuele HP’s afwijken van dit algemene beeld. Binnen ABO, TFNL en MIM geven alle studenten aan vaak samen te werken en dit willen ze ook blijven doen (mee eens of zeer mee eens). Binnen LA&S geven relatief veel studenten (33%) aan dat ze niet vaak samenwerken (zeer mee oneens of mee oneens), maar dit blijken ze ook niet vaker te willen. Rond de 50% van de LA&S studenten geeft echter aan wel graag en vaak samen te werken. Bij alle overige HP’s is het beeld vergelijkbaar met het algemene beeld uit figuur 7.12 en wijken alleen de percentages enigszins af. Dat betekent dat zo’n 80% van de studenten graag wil samenwerken. Een ruime meerderheid. Vanuit onze literatuurstudie werd ook een hoog percentage verwacht.
68
excellentie - vergelijking saxion honours programmes - studenten
Deel 4 : Op weg naar bruggenbouwers tussen domeinen (Sirius)
figuur 7.13 Vaak interdisciplinair samenwerken en ideaal
Verder blijkt uit ons literatuuronderzoek dat honours studenten graag interdisciplinair, dus met studenten van andere opleidingen, willen samenwerken. Daarom is bekeken in hoeverre dit gebeurt in de HP’s (huidig) en in hoeverre studenten dit graag zouden willen (ideaal). Zoals in figuur 7.13 te zien is, geeft 49% van de studenten aan dat er interdisciplinair wordt samengewerkt (mee eens of zeer mee eens). In de ideale situatie is dit een iets hoger percentage (60%); over het algemeen wil een kleine meerderheid van de studenten dat er interdisciplinair samengewerkt moet worden. Echter, 21% van de studenten wil géén interdisciplinaire samenwerking (zeer mee oneens en mee oneens). Uiteraard is ook hier bekeken of individuele HP’s van dit beeld afwijken. Binnen ABO en TFNL (beide 100%) wordt volgens de studenten veel interdisciplinair samengewerkt en dit willen ze ook blijven doen. Binnen AMA (20% mee eens of zeer mee eens) en LED (0% mee eens of zeer mee eens) wordt volgens de studenten weinig interdisciplinair samengewerkt, terwijl ruim de helft van de studenten dit wel zou willen. Ook bij de APO (0% mee eens of zeer mee eens) wordt er volgens de studenten weinig interdisciplinair samengewerkt, waarbij slechts een klein deel van de studenten (17%) dat (meer) zou willen. Wanneer figuur 7.12 en figuur 7.13 naast elkaar worden gelegd, is goed te zien dat de studenten samenwerking in het algemeen belangrijker vinden dan interdisciplinaire samenwerking. Bijna 80% van de studenten geeft excellentie - vergelijking saxion honours programmes - studenten
69
Buitengewoon
Saxion Programma Excelleren
aan te willen samenwerken, terwijl iets meer dan de helft interdisciplinair wil samenwerken. Dit beeld wijkt dus enigszins af van de literatuur, waaruit gesteld kan worden dat HP-studenten graag interdisciplinair willen samenwerken. Hierboven is een aantal verwachtingen vanuit de literatuur vergeleken met de uitkomsten van de studentenquête. Daarbuiten is er een aantal opmerkelijke zaken uit de resultaten het vermelden waard. Zo voelt bijna 95% van de studenten zich verplicht om bij de activiteiten van het HP aanwezig te zijn. Hierbij is tevens opvallend dat, in tegenstelling tot het algemene beeld, bij TFNL 37,5% van de studenten hier neutraal op antwoordt. TFNL studenten voelen zich kennelijk minder verplicht om aanwezig te zijn. ICT - Bij de analyses van de individuele programma’s valt op dat ICT bij de meeste HP’s erg beperkt wordt ingezet. Ongeveer de helft van de studenten geeft aan dat ze de noodzakelijke informatie online kunnen vinden, dat er regelmatig gebruik wordt gemaakt van online middelen, dat ICT toegevoegde waarde heeft en dat ze tevreden zijn over de mate waarin ICT wordt ingezet. Dat betekent echter ook dat ongeveer de helft van de studenten hier negatief of neutraal op scoort. Tevens is van diverse ICT-middelen gevraagd hoe vaak deze ingezet worden. De middelen waarbij meer dan 10% van de studenten aangeeft dat ze regelmatig of voortdurend worden ingezet zijn: Facebook, Skype, LinkedIn en Blackboard. Geen van deze middelen wordt echter volgens meer dan 25% van de studenten regelmatig of voortdurend ingezet. De vraag is dan ook waar de door studenten aangegeven tevredenheid rond het gebruik van ICT op gebaseerd is. In de open antwoorden worden ook mail en Bison regelmatig genoemd, maar ook dit gaat om (zeer) beperkte aantallen.
7.4
De rol van de student in de HP’s
In dit deel worden de resultaten weergegeven van vragen naar de rol van de studenten in de HP’s. Aan de studenten is onder meer gevraagd op welke persoonskenmerken het programma een beroep doet en welke motivatie zij hadden om deel te gaan nemen aan het HP. Er wordt steeds uitgelegd welke vraag is gesteld, de resultaten worden in een figuur weergegeven en daarna wordt ingegaan op het algemene beeld en de uitzonderingen op dit beeld. Waar mogelijk worden deze resultaten gespiegeld aan verwachtingen vanuit onze literatuurstudie.
70
excellentie - vergelijking saxion honours programmes - studenten
Deel 4 : Op weg naar bruggenbouwers tussen domeinen (Sirius)
Persoonskenmerken – figuur 7.14 toont de mate waarin de HP’s volgens de studenten een beroep doen op bepaalde persoonskenmerken. Hieruit blijkt dat de HP’s daarop in verschillende mate een beroep doen. figuur 7.14 Beroep op persoonskenmerken bij HP’s (1(laag)-5(hoog))
Op basis van onze literatuurstudie kan verwacht worden dat er voornamelijk een beroep wordt gedaan op de motivatie, het metacognitief denken, de leergierigheid, de onderzoekende houding van de student en zal het HP hoge eisen moeten stellen. De overige kenmerkende zijn uit de verkennende interviews naar voren gekomen. Uit figuur 7.14 blijkt dat de verwachtingen uit de literatuur niet bij alle HP’s tot uiting komen. Het meest opvallende resultaat is het beperkt stellen van hoge eisen, wat relatief laag scoort ten opzichte van de verwachting vanuit de literatuur. Uit de literatuur blijkt dat excellente studenten het fijn vinden als er hoge eisen aan hun presteren gesteld worden. Opvallend is dat het merendeel van de HP’s (6 van de 8) hier gematigd positief over zijn, op basis van onze literatuurstudie werd er verwacht dat de uitkomst positiever zou zijn. ABO wijkt in positieve zin af van het algemene beeld en AMA in negatieve zin. Op basis van onze literatuurstudie zou je mogen verwachten dat studenten die aangeven dat er geen hoge eisen aan hen worden gesteld aan zullen geven dat zij dit graag meer zouden willen zien. Om dit te onderzoeken is hen de vraag gesteld: ben je tevreden over de mate waarin (hoge) eisen aan je gesteld worden. In tabel 7.6 wordt in de tweede kolom antwoord gegeven op deze vraag. In de overige kolommen is per HP weergegeven of de studenten tevreden zijn over de eisen die in het HP aan hen worden gesteld. De percentages van het aantal studenten die als antwoord: ‘ja ik ben tevreden, nee de eisen zijn te laag en nee de eisen zijn te hoog’ hebben gegeven, worden in de laatste drie kolommen getoond. excellentie - vergelijking saxion honours programmes - studenten
71
Buitengewoon
Saxion Programma Excelleren
Ondanks de beperkte gemiddelde tevredenheid van 3,6 geven slechts 14 van de 112 studenten aan dat de eisen te laag zijn. Studenten vinden de eisen die aan ze gesteld worden in het HP niet zeer hoog, maar hebben nauwelijks de wens dat het programma deze eisen verhoogt. tabel 7.6 Mening van studenten over de mate waarin hoge eisen aan hen worden gesteld (gem((sd)), en het percentages (%) studenten wat aangeeft hoe tevreden zij hierover zijn.
HP
Ja, Mening mate tevreden waarin hoge eisen worden gesteld 1(laag)-5(hoog)
Nee, Nee, de eisen de eisen zijn te laag zijn te hoog
ABO
4,22 (.83)
100 %
0%
0%
ABR
3,88 (.50)
69 %
31 %
0%
AMA
2,60 (1.52)
80 %
20 %
0%
APO
3,72 (1.07)
89 %
5,5 %
5,5 %
LED
3,20 (1.1)
60 %
20 %
20 %
LA&S
3,50 (.73)
90 %
3%
7%
MIM
4,00 (1.04)
75 %
25 %
0%
TFNL
3,88 (.99)
100 %
0%
0%
Type student - Opvallend aan de uitkomsten op de vraag ‘hoe zou jij de studenten willen typeren die samen met jou je HP volgen?’ is dat bij drie HP’s (APO, LED en MIM) de meerderheid aangeeft dat de studenten in het HP dezelfde soort studenten zijn. Bij de overige HP’s geeft de meerderheid aan het verschillende type studenten zijn. Dit laatste sluit aan op wat er in de literatuur beschreven is, namelijk dat er in HP’s sprake is van verschillende typen studenten. Dit is mogelijk verklaarbaar door dat APO, LED en MIM alle drie HP’s zijn waarbij alléén studenten uit de betreffende academie deelnemen, dit terwijl voor LED en MIM geldt dat zij wel breed toegankelijk zijn voor alle Saxion studenten. Motivatie voor het starten met het HP - Studenten kunnen op verschillende manieren gemotiveerd zijn geraakt om deel te gaan nemen aan het HP. Op basis van de uitkomsten van onderzoek naar het motivatie model om te excelleren (YoungWorks & Platform Bèta Techniek, 2011) blijkt dat 75% van de jongeren (15-25 jaar) gemotiveerd is om te leren, om zo later een uitdagende baan te kunnen krijgen. Ook geeft 75% aan dat een omgeving met mensen die graag willen presteren stimulerend werkt. Andere motieven om te willen leren zijn interesse in een bepaald onderwerp waarin je wilt uitblinken (72%) en het belangrijk vinden om zelf steeds doelen te stellen om beter te worden (68%). Op basis van deze literatuur zou je kunnen verwachten dat de belangrijkste motieven om deel te nemen aan een HP zijn:het goed 72
excellentie - vergelijking saxion honours programmes - studenten
Deel 4 : Op weg naar bruggenbouwers tussen domeinen (Sirius)
zal staan op mijn CV, vanwege mijn carrière perspectief, 1. mijn reguliere programma niet voldoende uitdaging gaf, 2. nieuwsgierig zijn naar de onderwerpen die in het HP aan bod komen en 3. het goed aansluit op mijn ontwikkeling als persoon. Op basis van de resultaten uit de vragenlijst blijkt dat (uit de motieven in tabel 7.7) de meest gekozen motieven om deel te nemen aan een HP zijn: 1. het goed zal staan op mijn CV, 2. nieuwsgierig naar de onderwerpen die aan bod komen, 3. het goed aansloot bij mijn ontwikkelingen als persoon, 4. het reguliere programma mij te weinig uitdaging gaf. Opvallend is dat de top 4 voor motivatie vanuit de literatuur overeenkomt met de resultaten uit dit onderzoek. In tabel 7.7 is te zien dat de top 4 boven de 80% scoort. De reden ‘omdat het reguliere programma mij niet voldoende uitdaging gaf’ staat echter op een lagere plek in de top 4 dan vanuit de literatuur werd verwacht. De motieven: ‘toegang krijgen tot nieuwe netwerken’ en ‘het toevallig op mijn pad kwam’ staan op de vijfde en zesde plaats met een percentage rond de 60 en 50 procent. Reden deelname HP:
n=112
het goed zal staan op mijn CV vanwege mijn carrière perspectief
88 %
ik nieuwsgierig was naar de onderwerpen die binnen dit HP aan bod komen
87 %
het goed aansloot bij mijn ontwikkeling als persoon
85 %
tabel 7.7 Redenen (%) om aan het HP deel te nemen
mijn reguliere programma mij niet voldoende uitdaging 81 % gaf het mij toegang geeft tot nieuwe netwerken
61 %
het toevallig op mijn pad kwam en me wel leuk leek
52 %
mijn bachelor-opleiding specialistisch is en ik liever breder opgeleid wilde worden
40 %
mijn bachelor-opleiding vrij breed is en ik liever meer diepgang wilde binnen mijn vakgebied
34 %
ik graag internationale ervaring op wilde doen
21 %
excellentie - vergelijking saxion honours programmes - studenten
73
Buitengewoon
Saxion Programma Excelleren
De motivatie voor deelname aan een HP verschilt nogal bij de onderzochte HP’s. In figuur 7.15 staat een overzicht waarin de HP’s met elkaar worden vergeleken. Enkele zichtbare uitschieters zijn LED en TFNL. Bij LED geven de studenten aan dat zij hun reguliere opleiding te specifiek vinden en deel zijn gaan nemen aan het HP om breder opgeleid te worden en bij TFNL vonden de studenten vooral de internationale ervaring een motiverende factor. Bij het interpreteren van de gegevens uit figuur 7.15 moet rekening worden gehouden dat bij de APO de motivatie ‘mijn reguliere programma gaf mij onvoldoende uitdaging’, ‘mijn bachelor-opleiding is te specialistisch’ en ‘mijn bachelor opleiding is te breed’ niet van toepassing zijn, omdat deze studenten naast het HP geen ander programma volgen. figuur 7.15 Motivatie voor deelname per HP
7.5
De docenten in het HP
Om inzichtelijk te maken wat studenten van hun docenten in het HP verwachten en wat zij belangrijk vinden, zijn hierover vragen opgenomen in de vragenlijst. Middels verschillende figuren en een spiegeling aan de uitkomsten van onze literatuurstudie wordt in dit deel de mening van de studenten hierover weergegeven. Kenmerken en geschiktheid van de HP docenten – Vanuit onze literatuurstudie zijn verschillende kenmerken in kaart gebracht, die belangrijk zijn voor docenten in HP’s. Allereerst is aan de studenten gevraagd in hoeverre zij vinden dat de docenten binnen hun HP deze kenmerken moeten vertonen. De resultaten hiervan zijn weergegeven in figuur 7.16 en tabel 7.8.
74
excellentie - vergelijking saxion honours programmes - studenten
Deel 4 : Op weg naar bruggenbouwers tussen domeinen (Sirius)
figuur 7.16 Mate waarin HPdocenten bepaalde kenmerken hebben (1(laag)-5(hoog))
Kenmerken
ABO
ABR
AMA
APO
LA&S
LED
MIM
TFNL
Op een wetenschappelijke manier denken
3.22
3.94
4.20
3.56
4.00
3.80
4.08
3.75
Breed geïnteresseerd zijn
4.33
4.19
3.20
3.83
4.33
3.80
4.58
4.63
Een flexibele houding hebben
4.56
4.38
3.40
3.83
4.10
4.40
4.33
4.88
Een sterke persoonlijkheid hebben
4.33
3.94
3.40
3.61
3.83
4.00
4.58
4.38
Expert zijn in hun vakgebied
4.22
4.13
4.20
4.00
3.83
4.60
4.42
4.63
Ruimte geven voor ideeën van studenten
4.78
4.50
4.20
4.17
4.30
4.40
4.50
4.88
Vanuit de theorie zouden de docenten in de HP’s op alle kenmerken hoog moeten scoren. Het algemene beeld uit dit onderzoek bevestigt dat. De lijnen staan in figuur 7.16 vrijwel overal aan de buitenkant van het figuur. Deze docentkenmerken worden door de studenten inderdaad belangrijk gevonden. Er is echter één lijn die bij meerdere opleidingen duidelijk meer naar het midden loopt. Het gaat hierbij om ‘op een wetenschappelijke manier denken’. Dit kenmerk wordt door studenten van MIM, TFNL en ABO duidelijk minder belangrijk gevonden dan de andere kenmerken. Een ander opvallend gegeven is het feit dat één lijn op vrijwel alle opleidingen de buitenste lijn is; de lijn met de hoogste score. Het gaat hierbij om ‘ruimte geven voor ideeën van studenten’. Het merendeel van de studenten vindt dit kenmerk dus het belangrijkst.
excellentie - vergelijking saxion honours programmes - studenten
tabel 7.8 Mate waarin HPdocenten bepaalde kenmerken hebben (1(laag)-5(hoog)
75
Buitengewoon
Saxion Programma Excelleren
Vervolgens is aan de studenten gevraagd in hoeverre hun docenten deze kenmerken moeten ontwikkelen, om hun taak als HP-docent (nog) beter uit te kunnen voeren. Deze resultaten zijn weergegeven in figuur 7.17 en tabel 7.9. figuur 7.17 Ontwikkeling nodig docentkenmerken (1(laag)5(hoog))
Kenmerken
ABO
ABR
AMA
APO
LA&S
LED
MIM
TFNL
Op een wetenschappelijke manier denken
2.00
3.00
3.00
3.00
2.73
3.60
3.08
2.63
Breed geïnteresseerd zijn
2.67
3.19
4.20
2.94
2.47
4.40
3.00
2.38
Een flexibele houding hebben
2.44
3.06
4.00
3.06
2.73
4.00
3.67
2.38
Een sterke persoonlijkheid hebben
2.78
3.19
3.40
2.67
2.53
3.80
2.75
2.50
Expert zijn in hun vakgebied
2.56
3.13
3.00
3.17
2.57
4.20
3.42
2.25
Ruimte geven voor ideeën van studenten
2.67
3.63
3.00
3.39
2.87
4.20
3.42
2.38
tabel 7.9 Ontwikkeling nodig docentkenmerken (1(laag)5(hoog))
76
Uit figuur 7.17 blijkt dat de studenten over het algemeen niet vinden dat hun docenten zich nog heel veel moeten ontwikkelen op de genoemde kenmerken. De meeste scores bevinden zich rond of onder de 3 (mee oneens of neutraal geantwoord). Enkele opleidingen vormen hierop een uitzondering. Bij LED en AMA vraagt een aantal kenmerken kennelijk nog om de nodige ontwikkeling. Bij de AMA gaat het vooral om ‘breed geïnteresseerd zijn’ en ‘een flexibele houding hebben’, terwijl bij LED vooral ‘breed geïnteresseerd zijn’, ‘expert zijn in hun vakgebied’ en ‘ruimte geven voor ideeën van studenten’ nog verder ontwikkeld moeten worden. Over het algemeen valt op dat ‘ruimte geven voor ideeën van studenten’ gemiddeld het hoogst scoort (3,2) en volgens de studenten dus nog excellentie - vergelijking saxion honours programmes - studenten
Deel 4 : Op weg naar bruggenbouwers tussen domeinen (Sirius)
het meest ontwikkeld moet worden. De scores op ‘breed geïnteresseerd zijn’ en ‘een flexibele houding hebben’ (beide 3,1) liggen hier overigens dicht bij. Wellicht hangt dit samen met het gegeven uit figuur 7.16, dat studenten deze kenmerken over het algemeen erg belangrijk vinden. Docentcompetenties – Tot op heden is nog weinig onderzoek gedaan naar docentprofielen in het kader van (Saxion) HP’s. In dit onderzoek is een eerste stap gezet om te komen tot een docentprofiel van de HP-docent binnen Saxion HP’s. In deze studie is geprobeerd zicht te krijgen op verschillen in algemene HBO docentcompetenties tussen de bachelor docenten en de HP-docenten binnen Saxion. Het profiel dat we hebben voorgelegd aan de studenten bevat zes competenties: communicatieve vaardigheden, conceptueel denken, student ontwikkelen, innovatief gedrag, zelfreflectie en samenwerken. We hebben studenten door middel van een gesloten stelling gevraagd om per competentie aan te geven in hoeverre ze een verschil zien tussen bachelor docenten en HP-docenten (antwoord categorieën: ‘geen verschil, HP docenten doen dit beter of HP docenten doen dit minder goed’). Vervolgens hebben we ze gevraagd om de HPdocenten op basis van de zes competenties een cijfer te geven (van 1 tot 10). Ten slotte hebben we de studenten gevraagd of de HPdocenten de competenties nog verder zouden moeten ontwikkelen (ja versus nee). De resultaten in tabel 7.10 laten zien dat ongeveer de helft van de studenten vindt dat er een verschil waarneembaar is tussen de bachelor docenten en de HP docenten in deze zes competenties. Over het algemeen vindt de helft van de studenten dat de HP docenten de competenties beter beheersen dan de reguliere bachelor docenten. Wel is opvallend dat binnen AMA en LED ongeveer de helft van de studenten aangeeft dat hun HP docenten het minder goed doen ten opzichte van de reguliere bachelor docenten. De studenten van AMA en LED vinden het ook noodzakelijk dat de HP docenten de competenties verder ontwikkelen.
excellentie - vergelijking saxion honours programmes - studenten
77
Buitengewoon
Saxion Programma Excelleren
tabel 7.10 Gemiddelde score docentcompetenties HP’s: verschillen met de bachelor (%), cijfer (1-10), ontwikkelbehoefte (%) n = 112
* Academische pabo geen regulier bachelor onderwijs
HP’s
HP minder goed/geen verschil/beter (%)
Gemiddeld cijfer
ABO
0/44/56
8.3
Ontwikkelen Ja/Nee (%) 24/76
ABR
9/38/53
7.3
50/50
AMA
43/10/47
6.0
70/30
APO*
-
7.1
55/45
LA&S
3/52/45
8.1
21/79
LED
47/33/20
5.4
87/13
MIM
1/35/64
7.5
39/61
TFNL
4/15/81
8.3
48/52
Vervolgens is door middel van een open vraag aan de studenten gevraagd of ze per competentie een voorbeeld konden geven waaruit het verschil blijkt. In tabel 7.11 zijn de verschillen samengevat. tabel 7.11 Aanvullende voorbeelden van verschil in competentie volgens de studenten
Algemene competentie Communicatieve vaardigheden +HP +HP +HP +HP +HP +HP +HP +HP +HP +HP +HP +HP +HP +HP
docent staat open voor de mening van de student en argumentatie docent vraagt naar denkproces student docent is altijd bereikbaar docent heeft een persoonlijke benadering docent stimuleert discussie en probeert iedereen hierbij te betrekken docent luistert naar student en vraagt door docent zorgt voor voldoende interactie met studenten docent neemt tijd voor het beantwoorden van vragen van studenten docent beantwoord zijn mail regelmatig docent staat open om over allerlei onderwerpen te praten met studenten docent kan goed verwoorden wat ze bedoelen docent geeft positieve feedback gericht op de individuele student docent beheerst Engels goed docent neemt meer de tijd om onderwerpen toe te lichten, zijn/haar eigen visie te geven en actuele voorbeelden aan te halen.
Conceptueel denken +HP docent is in staat om vage concepten (zoals persoonlijkheidsdynamieken) duidelijk te maken +HP docent is in staat om ideeën goed uit te denken en langer stil te staan bij onderwerpen +HP docent zorgt voor het toepassen van (academische) theorieën op onderzoeksmodellen. +HP docent kan verbanden leggen en studenten aanzetten tot nadenken +HP docent heeft voldoende kennis en diepgang +HP docent kan abstracte informatie analyseren
78
excellentie - vergelijking saxion honours programmes - studenten
Deel 4 : Op weg naar bruggenbouwers tussen domeinen (Sirius)
Student ontwikkelen +HP +HP +HP +HP +HP +HP +HP +HP +HP +HP
docent coacht studenten bij het maken van opdrachten docent is persoonlijk betrokken docent is in staat om studenten zelf te laten nadenken docent bespreekt toekomstplannen met studenten docent stimuleert student om na te denken over zijn/haar ontwikkeling docent stelt student kritische vragen docent stimuleert de ontwikkeling van studenten door zijn/haar sterke punten te benadrukken docent evalueert steeds de ontwikkeling van studenten docent neemt verschillende testen bij student af om hem/haar te laten ontwikkelen docent stimuleert studenten om innovatief te denken maar geeft ook aan wanneer iets net reĂŤel is
Innovatief gedrag +HP +HP +HP +HP +HP +HP
docent brengt nieuwe modellen in docent staat open voor nieuwe ideeĂŤn docent zorgt voor creatieve sessies docent draagt nieuwe ideeĂŤn aan docent staat open voor verbeteringen van het programma docent wijkt regelmatig van stof af bijvoorbeeld in een bijeenkomst over grensoverschrijdende samenwerking. +HP docent gebruikt innovatieve methode +HP docent bedenkt creatieve oplossingen voor ontwikkelpunten studenten +HP docent staat open voor inbreng van studenten +HP docent komt steeds met fris idee +HP docent test nieuwe dingen uit
Zelfreflectie +HP docent staat open voor discussie met studenten en kan zijn/haar standpunt aanpassen +HP docent neemt feedback studenten mee in de verbetering van het onderwijs +HP docent vraagt om feedback van studenten +HP docent durft fouten toe te geven +HP docent kijkt kritisch naar eigen handelen
Samenwerken +HP docent werkt samen met docenten en soms geven docenten samen les +HP docent werkt samen met studenten +HP docent overlegt veel met andere docenten
excellentie - vergelijking saxion honours programmes - studenten
79
Buitengewoon
Saxion Programma Excelleren
Aanvullende competenties +HP +HP +HP +HP +HP +HP +HP +HP +HP +HP +HP +HP +HP
docent docent docent docent docent docent docent docent docent docent docent docent docent
is in staat om studenten te inspireren beschikt over een ‘open-mind’ helpt student bij onderzoek doen behandelt studenten als gelijkwaardig doet net een stapje extra heeft een informele relatie met student beheerst zijn vak goed is enthousiast is geïnteresseerd is flexibel is gepassioneerd beschikt over kennis op meerdere vakgebieden heeft humor
De voorbeelden die ondergebracht zijn onder de competentie communicatieve vaardigheden hebben te maken met interpersoonlijke communicatie, interactie, feedback, bereikbaarheid en taalvaardigheid van de HP docent. Vooral interpersoonlijke communicatie wordt door de studenten opgevat als belangrijk verschil in de communicatie tussen HP docent en student ten opzichte van de communicatie tussen reguliere bachelor docent en student. Interpersoonlijke communicatie heeft te maken met aandacht voor de individuele student. De voorbeelden die ondergebracht zijn onder de tweede competentie conceptueel denken hebben voornamelijk te maken met abstraheren. Abstraheren richt zich op een probleem in een abstracter begrippenkader plaatsen en ook over de grenzen van het eigen begrippenkader heen kunnen kijken. Volgens de studenten kunnen HP docenten beter abstraheren dan de reguliere bachelor docent. De voorbeelden van de derde competentie student ontwikkelen richten zich voornamelijk op coaching van de HP docent. HP docenten richten zich meer op het stimuleren van studenten om zelf verantwoordelijkheid te namen voor hun studie en de daarbij behorende beslissingsmomenten. De voorbeelden die ondergebracht zijn onder de vierde competentie innovatief gedrag laten zien dat HP docenten vaker kansen en mogelijkheden voor vernieuwing van werkwijzen zien dan de reguliere bachelor docent. Ook geven de studenten aan dat HP docenten vaker de voorkeur geven aan het uitproberen van verbeteringen van het onderwijs. De voorbeelden ondergebracht onder de vijfde competentie zelfreflectie laten zien dat HP docenten meer terugkijken op eigen ervaringen in persoonlijk functioneren in het onderwijs om hiervan te leren. Tot slot geven de studenten aan bij de laatste competentie samenwerken dat HP docenten intensiever samenwerken met studenten en collega docenten. Ook geven de studenten enkele aanvullende competentie die samengevat kunnen worden als pedagogisch/didactisch handelen, internationale oriëntatie, onderzoeksvaardigheden, persoonlijkheid, gelijkwaardige docent-student relatie, netwerken en opleidingsniveau (zie tabel 7.11 voor voorbeelden). 80
excellentie - vergelijking saxion honours programmes - studenten
Deel 4 : Op weg naar bruggenbouwers tussen domeinen (Sirius)
7.6
De mogelijke opbrengsten van het HP
Om inzichtelijk te maken waartoe de studenten binnen het HP worden opgeleid is door het programmateam het Reflective Professional profiel ontwikkeld (van Dijk et al., 2012). Dit profiel bestaat uit zes competenties met een daarbij uitgewerkte definiëring. In dit deel worden antwoorden van studenten over vragen over de definiëring, de herkenbaarheid en het belang van deze competenties weergegeven. Definiëring van de Reflective Professional (RP) en Reflective Professional competenties in het HP – In tabel 7.12 wordt de uitleg, of definiëring van de RP competenties getoond, waarmee studenten antwoord hebben gegeven op de vraag: “wat betekent volgens jou de competentie…?” Wat betekent volgens jou:… ( n=105 )
Uitleg
Vakinhoudelijk grensover-stijgend
Leren verder te kijken dan het standaard niveau /vak inhoud (24) De kennis die je leert ook kunt toepassen bij andere vakken (8) Bredere oriëntatie (6)
Professioneel inspirerend
Dat je anderen inspireert (motiveert) met je professionele houding (27) Dat je door anderen (docenten / gastsprekers) geïnspireerd raakt (27) Dat je zelf geïnspireerd raakt door je professionaliteit of eigen initiatief (21)
Professioneel leren en maatschappelijk bewustzijn
Jezelf ontwikkelen en daarbij rekening houden met de omgeving / maatschappij (26) Zelfbewust en doelgericht te leren (14) Rekening houden met je omgeving en ontwikkeling in de maatschappij (10)
Methodologische kwaliteit en een wetenschappelijke attitude
Op een wetenschappelijk verantwoorde manier leren onderzoeken (31) Goed onderzoeken en een wetenschappelijke houding hebben (17) Een gestructureerde manier van werken, leren en houding aannemen (12)
Excellent reflexief vermogen
Kijken op eigen handelen en hiervan leren (28) Kijken op je eigen handelen (10) Het professioneel (beter) toepassen van reflectie (9) Jezelf kunnen beoordelen (4) Het geven en ontvangen van feedback (5) Het direct reflexief kunnen aanpassen aan omgevingsprikkels (3)
Gedifferentieerde profielontwikkeling
Jezelf op verschillende gebieden / vlakken ontwikkelen (37) Persoonlijke ontwikkeling (18) Onderscheidend zijn (12) Je eigen ontwikkeling ontwerpen/ route bepalen (7)
Na deze eigen definiëring kregen de studenten de door het programmateam bepaalde definitie (van Dijk et al., 2012) en konden zij aangeven in hoeverre deze definitie overeenkomt met hun eigen beeld van de betreffende RP competentie. In figuur 7.18 en tabel excellentie - vergelijking saxion honours programmes - studenten
tabel 7.12 Uitleg van de RP competenties door HP studenten
81
Buitengewoon
Saxion Programma Excelleren
7.13 is per HP op een vijfpuntsschaal weergegeven in welke mate de eigen definiëring volgens de studenten overkomt de gegeven definitie. figuur 7.18 Overeenkomst eigen RP definities met de gegeven RP definities (1(laag)-5(hoog))
overeenkomst RP definitie met eigen definitie
ABO
ABR
AMA
APO
LA&S
LED
MIM
TFNL
Vakinhoudelijk grensoverstijgend
3,67
2,69
2
2,61
2,6
2,4
3,08
3,13
Professioneel inspirerend
3,44
2,13
1,8
2,56
2,63
2,6
3,17
3,25
Professioneel leren en maatschappelijk bewustzijn
3,44
2,69
2,8
2,72
3,07
3,6
3,42
3,75
Methodologische kwaliteit en een wetenschappelijke attitude
3,78
3,5
2,8
3,06
3,33
2,2
3,5
3,25
Excellent reflexief vermogen
4,11
3,5
3
3,06
3,07
2
4,17
3,25
Gedifferentieerde profielontwikkeling
3,44
2,56
2,2
2,89
2,7
2,4
3,42
3,38
tabel 7.13 Overeenkomst eigen RP definities met de gegeven RP definities (1(laag)-5(hoog))
82
Uit figuur 7.18 en tabel 7.13 blijkt dat de studenten van MIM, ABO en TFNL hun eigen definities in ruime mate (tussen de 3 en de 4) herkennen in de gegeven definities. De overige HP’s scoren lager, tussen de twee en de drie, wat betekent dat de competenties daar in enigszins worden herkend. Om te toetsen of de gegeven definities van de studenten overeenkomen met de gegeven definities zijn deze uitvoerig geanalyseerd. Bij deze analyse zijn de door het programmateam bepaalde definities (van Dijk et al., 2012) opgeknipt in verschillende elementen. Per gegeven definitie van de studenten is geturfd welke elementen uit de bepaalde definitie terug te vinden zijn.
excellentie - vergelijking saxion honours programmes - studenten
Deel 4 : Op weg naar bruggenbouwers tussen domeinen (Sirius)
Op basis van deze analyses is per competentie omschreven of de gegeven definities van de studenten overeenkomen met de bepaalde definities van het programmateam. Vakinhoudelijk grensoverstijgend – De competentie ‘vakinhoudelijk grensoverstijgend’ (zie tabel 7.14) wordt door de studenten voornamelijk gezien als het opdoen van specialistische kennis (33 van de 91). Op de tweede plaats wordt het denken vanuit andere disciplines benoemd (29 van de 91). Het opdoen van brede kennis wordt in mindere mate benoemd (16 van de 91). Daarnaast geven studenten aan dat het bij deze competentie gaat om “het normale overstijgt, net wat meer doet” (n=19). Omdat deze definitie niet specifiek is om hem te coderen onder één van de elementen is er voor gekozen om het element ‘onvoldoende specifiek’ toe te voegen. Uit deze gegevens is op te maken dat ongeveer een derde van de studenten minimaal een van de elementen uit de gegeven definitie benoemt in hun eigen definitie. Waarbij slechts de helft van de elementen van de totale definitie worden benoemd. Wanneer dit wordt vergeleken met de gemiddelde cijfer dat studenten geven voor de mate waarin hun definitie overeenkomt met de gegeven definitie (2,8), valt op dat de neutrale beoordeling hoger uitvalt dat men zou verwachten op basis van de uitgevoerde analyse. Anders gezegd, studenten vinden dat hun gegeven definitie voor de competentie vakinhoudelijk grensoverstijgend enigszins overeenkomt met de gegeven definitie terwijl maar de helft van de elementen door slechts één derde van de studenten (gemiddeld 26 van de 91) is benoemd.
excellentie - vergelijking saxion honours programmes - studenten
83
Buitengewoon
Saxion Programma Excelleren
Competentie: Vakinhoudelijk grensoverstijgend Definitie: ‘Vakinhoudelijk grensoverstijgend’ werken betekent het vermogen om kennis (specialistische en/of brede vakinhoudelijke kennis uit je eigen en ander disciplines) creatief te gebruiken voor nieuwe oplossingen in complexe systemen en vraagstukken uit de beroepspraktijk met een internationale oriëntatie. Gecodeerde Element:
ABO (n=8)
ABR (n=15)
AMA (n=5)
specialistische kennis
2
8
4
andere disciplines
2
5
brede kennis
2
4
1
APO LA&S (n=18) (n=29) 9
6
7
11
3
4
LED (n=4) 1
MIM (n=8)
TFNL (n=7)
Totaal (n=91)
2
2
33
1
2
29
2
16
creatief
0
oplossingen
1
beroepspraktijk
1
1
2 3
1
internationale oriëntatie anders
2
2
4
1
1
3
5
geen antwoord
1
1
onvoldoende specifiek
2
2
tabel 7.14 Vergelijking definities studenten met de gegeven definitie voor de competentie vakinhoudelijk grensoverstijgend
84
1
1
1
2
5
1
6
1
1
1
12
1
5 19
Professioneel inspirerend – De competentie ‘professioneel inspirerend’ (zie tabel 7.15) wordt door de studenten voornamelijk gezien als het geïnspireerd raken door docenten of mensen met praktijkervaringen (47 van de 95). Verder wordt het inspireren van anderen benoemd, hierbij wordt echter niet specifiek aangegeven dat het gaan om een collega of studiegenoot (22 van de 95). Tot slot wordt het beroep of het werkveld aangegeven als context waarbinnen geïnspireerd wordt (12 van de 95). Het werken of mensen inspireren in een team, of in een multidisciplinaire context wordt door de studenten niet in de definitie omschreven. Het ontwikkelen van netwerken (4 van de 95) en samenwerken (2 van de 95) worden nauwelijks genoemd. Opvallend is dat iets minder dan de helft van de studenten een definitie geeft die anders is dan de gegeven definitie, terwijl zij in hun eigen vergelijking gemiddeld een 2,7 op een vijfpuntsschaal geven voor de mate waarin zij hun eigen competentie herkennen in de gegeven competentie. Met andere woorden studenten vinden dat hun definitie enigszins overeenkomt met de gegeven definitie terwijl er slechts twee van de zeven elementen van de gegeven definitie door een zeer beperkt aantal studenten (n= 12 en n= 22) wordt benoemd.
excellentie - vergelijking saxion honours programmes - studenten
Deel 4 : Op weg naar bruggenbouwers tussen domeinen (Sirius)
Competentie: Professioneel inspirerend Definitie: ‘Professioneel inspirerend’ werken is het ontwikkelen van netwerken en die doelgericht inzetten om samen te werken in een multidisciplinaire context en zo collega’s te inspireren tot vernieuwende ontwikkelingen voor het beroep, team, organisatie en beroepsgroep. Gecodeerde Element:
ABO (n=8)
ABR (n=15)
AMA (n=4)
APO (n=17)
LA&S (n=28)
ontwikkelen van netwerken
1
1
samenwerken
1
LED (n=4)
MIM (n=11)
TFNL (n=8)
Totaal (n=95)
1
1
4
1
2
multidisciplinaire context
0
collega’s inspireren
2
2
vernieuwende ontwik- kelingen
1
beroep
1
6
8
1
2
3
1
1
1
2
1
2
3
1
3
9 2
team anders
12 0
5
7
2
geen antwoord onvoldoende specifiek
22
8
14
2
6
1 3
1
3
1 1
Professioneel leren en maatschappelijk bewustzijn – De competentie ‘professioneel leren en maatschappelijk bewustzijn’ (zie tabel 7.16) wordt door twee derde van de studenten gezien als het bewust zijn van je omgeving (61 van de 93). Een groot aantal studenten (59 van de 93) geeft in hun eigen omschrijving van professioneel leren aan dat het gaat om je eigen ontwikkeling en de wijze waarop je leert. Echter geven maar 13 van de 93 studenten aan dat zij onder de competentie zelfsturend leervermogen verstaan. Opvallend is dat slechts 2 studenten effectief en overtuigd communiceren omschrijven als definitie voor de competentie professioneel leren en maatschappelijk bewustzijn, terwijl dit één van de drie elementen is waar de definitie uit bestaat. Ondanks dat beoordelen de studenten de mate waarin zij hun eigen definitie herkennen in de gegeven definitie met een 3,2 op een vijfpuntsschaal. Op basis van het element ‘bewust van de omgeving’ klopt deze vergelijking, echter is dit slechts één van de drie elementen waar de definitie uit bestaat. De overige elementen, zelfsturende leervermogen en effectief en overtuigd communiceren, worden nauwelijks benoemd (2 en 13 van de 93).
excellentie - vergelijking saxion honours programmes - studenten
47 2
1
6
tabel 7.15 Vergelijking definities studenten met de gegeven definitie voor de competentie professioneel inspirerend
85
Buitengewoon
Saxion Programma Excelleren
Competentie: Professioneel leren en maatschappelijk bewustzijn Definitie: ‘Professioneel leren en maatschappelijk bewustzijn’ betekent dat je een zelfsturend leervermogen bezit, effectief en overtuigend kunt communiceren en je bewust bent van je omgeving. Gecodeerde Element:
zelfsturend leervermogen
ABO (n=6)
ABR (n=16)
AMA (n=5)
APO (n=15)
LA&S (n=28)
LED (n=4)
MIM (n=11)
2
2
1
2
4
1
1
13
2
2
effectief en overtuigd communiceren
TFNL (n=8)
Totaal (n=93)
bewust van de omgeving
3
16
3
11
17
1
3
7
61
anders
3
9
3
10
16
3
8
7
59
1
1
geen antwoord onvoldoende specifiek
1
tabel 7.16 Vergelijking definities studenten met de gegeven definities van de competentie professioneel leren en maatschappelijk bewustzijn
86
1
3 1
Methodologische kwaliteit en wetenschappelijke attitude – De competentie ‘methodologische kwaliteit en een wetenschappelijke attitude’ (zie tabel 7.17) wordt door iets meer dan de helft van de studenten gezien als het hebben van een wetenschappelijke houding (48 van de 88). Een kwart van de studenten geeft in hun eigen omschrijving van de definitie aan dat het gaat om: het op gestructureerde wijze uitvoeren van onderzoek. Omdat deze omschrijving niet in de definitie terugkomt vallen deze onder het label ‘anders’ (27 van de 88). Daarnaast zijn er nog enkele studenten die aangeven dat het hebben van een analytische blik of het kritisch kijken naar theorieën behoren tot de definitie (12 van de 88). De overige elementen theoretisch verdiepend vermogen, kennis verwerven en kennis delen worden nauwelijks genoemd (6, 3, en 1 van de 88). Ondanks dat beoordelen de studenten de mate waarin zij hun eigen definitie herkennen in de gegeven definitie met een 3,2 op een vijfpuntsschaal. Dit terwijl slechts één van de vijf elementen uit de definitie door de helft van het aantal studenten wordt genoemd.
excellentie - vergelijking saxion honours programmes - studenten
Deel 4 : Op weg naar bruggenbouwers tussen domeinen (Sirius)
Competentie: Methodologische kwaliteit en een wetenschappelijke attitude Definitie: ‘‘Methodologische kwaliteit en een wetenschappelijke attitude’ betekent dat je op basis van een wetenschappelijke houding en met analytisch en theoretisch verdiepend vermogen kennis verwerft en deelt. Gecodeerde Element:
ABO (n=7)
ABR (n=15)
AMA (n=5)
APO (n=15)
LA&S (n=26)
LED (n=3)
MIM (n=10)
TFNL (n=7)
Totaal (n=88)
wetenschappelijke houding
4
9
1
10
14
1
4
5
48
analytisch
1
3
1
theoretisch verdiepend vermogen
2
1
kennis verwerven
1
kennis delen anders geen antwoord onvoldoende specifiek
3 1
4
12
2
6
1
1
3
1 2
4 2
1 4
3
6
1
1
2
1
Excellent reflexief vermogen – De studenten geven in hun definitie aan dat het bij ‘Excellent reflexief vermogen’ (zie tabel 7.18) gaat om het reflecteren op eigen handelen, je eigen handelen kunnen beoordelen en hier van te leren (89 van de 91). Echter bevat de definitie van de competentie excellent reflexief vermogen geen elementen die gericht zijn op het reflecterend handelen van de student. Hierdoor zijn de 89 definities van de studenten gecodeerd onder ‘anders’. Het ontwikkelen van persoonlijke leervragen kan worden gezien als onderdeel van reflectie maar dit wordt niet benoemd in de definities van de studenten. Studenten zijn bekend met de term reflectief. Reflexief is volgens het woordenboek: weerspiegelend of terugkerend. Een reflex, iets wat onbewust gebeurd. Deze term kan verwarring oproepen omdat reflecteren een bewust proces is. Ook kan er verwarring ontstaan om de competenties behoren tot het Reflective professional profiel, terwijl het woord reflectie niet terugkomt in de competenties of definities. Verder hebben enkele studenten (3 van de 91) in hun eigen woorden omschreven dat het bij excellent reflexief vermogen gaat om van uit een kritische distantie (helicopterview) te kijken naar het eigen handelen. De studenten beoordelen de mate waarin zij hun eigen definitie herkennen in de gegeven definitie met een 3,3 op een vijfpuntsschaal. Dit terwijl slechts één van de 7 elementen uit de definitie door 3 van de 91 studenten wordt benoemd. Vanwege de mogelijke verwarring over de term ‘reflexief’is hier echter moeilijk een goede vergelijking te maken.
excellentie - vergelijking saxion honours programmes - studenten
2
4
27
1
1
6
1
2
tabel 7.17 Vergelijking definities studenten met de gegeven definitie van de competentie Methodologische kwaliteit en een wetenschappelijke attitude
87
Buitengewoon
Saxion Programma Excelleren
Competentie: Excellent reflexief vermogen Definitie: ‘‘Excellent reflexief vermogen’ is het vermogen tot het hebben van een buitengewoon perspectief vanuit kritische distantie (helicopterview) ten opzichte van (beroeps)vraagstukken zodat je buitengewone persoonlijke leervragen over je professionele omgeving over jezelf, jouw organisatie en de beroepsgroep kunt ontwikkelen. Gecodeerde Element:
ABO (n=7)
ABR (n=16)
AMA (n=5)
APO (n=13)
LA&S (n=27)
LED (n=4)
MIM (n=11)
TFNL (n=8)
buitengewoon perspectief
Totaal (n=91) 0
1
kritische distantie
2
3
(beroeps) vraagstukken
0
persoonlijke leervragen ontwikkelen
0
professionele omgeving
0
over jezelf
0
jouw organisatie / beroepsgroep
0 7
anders geen antwoord
15
5
13
26
1
1
4
11 1
8
89 3 0
onvoldoende specifiek tabel 7.18 Vergelijking definities studenten met de gegeven definitie voor de competentie excellent reflexief vermogen
88
Gedifferentieerde profielontwikkeling – Ongeveer een kwart van de studenten verstaat onder ‘gedifferentieerde profielontwikkeling’ (zie tabel 7.19) jezelf persoonlijke ontwikkelen (23 van de 79). Ook geeft ruim een kwart aan dat het gaat om onderscheidend vermogen (25 van de 79). Omdat onderscheidend vermogen niet valt onder de definitie van gedifferentieerde profielontwikkeling wordt deze gelabeld onder ‘anders’. Verder geeft een aantal studenten aan dat het gaat om jezelf breed ontwikkelen (17 van de 70). Omdat het hierbij niet duidelijk is of het gaat om de elementen ‘persoonlijke, professionele of maatschappelijke ontwikkeling’ zijn deze definitie gecodeerd als ‘onvoldoende specifiek’. Het is opvallend dat professionele en maatschappelijke ontwikkeling niet of nauwelijks worden beschreven (3 en 0 van de 79). Ondanks deze uitkomst beoordelen de studenten de mate waarin zij hun eigen definitie herkennen in de gegeven definitie met een 2,9 op een vijfpuntsschaal. Dit terwijl slechts één van de vijf elementen door 23 van de 79 studenten wordt benoemd.
excellentie - vergelijking saxion honours programmes - studenten
Deel 4 : Op weg naar bruggenbouwers tussen domeinen (Sirius)
Competentie: Gedifferentieerde profielontwikkeling Definitie: ‘Gedifferentieerde profielontwikkeling’ is dat je vanuit een continu leerproces dat is gericht op persoonlijke, professionele en maatschappelijke ontwikkeling je eigen ontwikkelroute bepaalt voor je ontwikkelingsprofiel. Gecodeerde Element: persoonlijke ontwikkeling
ABO (n=5)
ABR (n=5)
AMA (n=5)
APO (n=13)
LA&S (n=29)
LED (n=4)
MIM (n=11)
TFNL (n=7)
Totaal (n=79)
1
1
1
5
9
2
3
1
23
1
1
2
professionele ontwikkeling
4
maatschappelijke ontwikkeling
0
eigen ontwikkelroute bepalen
2
3
ontwikkelprofiel
1
1
1
anders
2
2
3
geen antwoord onvoldoende specifiek
2
2
1
1
9 3
3
7
1
1
2
8
Op basis van de analyse waarin de definities van de studenten zijn vergeleken met de gegeven definities, valt op dat het grootste gedeelte van de studenten niet een definitie geeft die overeenkomt met de gegeven definitie vanuit het programmateam. De definities zoals deze door de studenten worden geformuleerd zijn in ieder geval niet of nauwelijks gelijk aan de gegeven definities. Ze zijn dus niet als zodanig bekend bij de studenten. Op basis van de antwoorden van de studenten wordt wel duidelijk dat zij een beeld hebben van een bepaalde competentie.
excellentie - vergelijking saxion honours programmes - studenten
1
1
6
1
25
1
1
4
4
17
tabel 7.19 Vergelijking definities studenten met de gegeven definitie voor de competentie gedifferentieerde profielontwikkeling
89
Buitengewoon
Saxion Programma Excelleren
Herkenbaarheid van de Reflective professional competenties in het HP – Opvolgend aan de definitie vragen, is de studenten gevraagd in welke mate zij in hun HP volgens de gegeven definities figuur 7.19 Mate waarin er volgens de studenten volgens de competenties wordt geleerd in het HP (1(laag)-5(hoog))
leren.
overeenkomst RP definitie met eigen definitie
ABO
ABR
AMA
APO
LA&S
LED
MIM
TFNL
Vakinhoudelijk grensoverstijgend
3,89
2,63
2
2,39
2,83
2,8
3,67
3,13
Professioneel inspirerend
3,67
2,38
2,2
2,28
2,37
2,4
3,67
4
Professioneel leren en maatschappelijk bewustzijn
3,44
2,69
2
3,06
3,37
3,6
4
4,13
Methodologische kwaliteit en een wetenschappelijke attitude
3,56
2,81
2,6
2,56
3,1
2,2
3,33
2,75
Excellent reflexief vermogen
4
2,88
1,8
2,94
3,47
3,2
4
4,13
Gedifferentieerde profielontwikkeling
3,44
2,69
1,8
2,72
3,03
2,4
3,92
4
tabel 7.20 Mate waarin er volgens de studenten volgens de competenties wordt geleerd in het HP (1(laag)-5(hoog))
90
In tabel 7.20 en figuur 7.19 wordt een overzicht gegeven van de mate waarin studenten volgens de RP competenties leren in hun HP. HP breed kan gesteld worden dat er af en toe tot regelmatig volgens de RP competenties wordt geleerd. Opvallend is dat MIM op vrijwel alle competenties, behalve ‘vakinhoudelijk grensoverstijgend’, het hoogst scoort. ABO en TFNL scoren ook vrij hoog. Voor deze drie HP’s geldt dat de herkenbaarheid van de competenties gescoord wordt tussen de 3 en de 4 (op een vijfpuntschaal), wat betekent dat de studenten in redelijke tot behoorlijke mate volgens de competenties leren in het HP. De overige HP’s scoren lager, tussen de twee en de drie, wat betekent dat ze enigszins volgens de competenties leren.
excellentie - vergelijking saxion honours programmes - studenten
Deel 4 : Op weg naar bruggenbouwers tussen domeinen (Sirius)
Het belang van de Reflective professional competenties in het HP – Naast de definities en de mate waarin er volgens de RP competenties wordt is geleerd is de studenten ook gevraagd hoe belangrijk ze de competenties vinden voor hun honoursprofiel. In figuur 7.20 en tabel 7.21 staan de uitkomsten van de studenten. figuur 7.20 Het belang van de RP competenties (1(laag)-5(hoog))
Het belang van de RP competenties
ABO
ABR
AMA
APO
LA&S
LED
MIM
TFNL
Vakinhoudelijk grensoverstijgend
4,56
4,19
3,8
3,67
3,83
4
4,25
3,75
Professioneel inspirerend
4,11
3,88
4
3,56
3,43
4,4
4,42
4,13
Professioneel leren en maatschappelijk bewustzijn
4
3,88
4
3,94
4,17
4
4
4,5
Methodologische kwaliteit en een wetenschappelijke attitude
3,67
4,06
3,8
3,83
3,97
4
4,08
3,38
Excellent reflexief vermogen
4,33
4,19
4,2
4
4,17
3
4,17
4,25
Gedifferentieerde profielontwikkeling
3,78
3,88
4
3,94
3,83
3,2
3,92
4,25
In figuur 7.20 en tabel 7.21 wordt een overzicht gegeven hoe belangrijk de studenten de RP competenties vinden voor hun honours profiel. Opvallend is dat alle HP’s hier zeer hoog op scoren (tussen 3,8 en 4,1). De competenties Excellent reflexief vermogen en Professioneel leren en maatschappelijk bewustzijn worden met de beoordeling ‘tamelijk belangrijk’ als belangrijkste ervaren.
tabel 7.21 Het belang van de RP competenties (1(laag)-5(hoog))
In figuur 7.21 zijn de gegevens over de RP competenties samengevat. De figuur toont de overeenkomst tussen de gegeven en eigen definitie van een competentie, de herkenbaarheid van een competentie in het HP en het belang dat studenten hechten aan een RP competentie. excellentie - vergelijking saxion honours programmes - studenten
91
Buitengewoon
Saxion Programma Excelleren
figuur 7.21  Overzicht RP competenties op definitie, herkenbaarheid en belang (1(laag)5(hoog))
Om meer inzicht te krijgen in de herkenbaarheid van de RP competenties in de HP’s hebben de studenten voorbeelden gegeven op welke manier de competentie tot uiting komt in het programma. Deze voorbeelden staan in de HP specifieke rapportages. Hetzelfde geldt voor de suggesties van studenten hoe de RP competenties in de HP’s gestimuleerd zouden kunnen worden. Ook deze staan in de specifieke HP rapportages. Opvallend is dat er in zeer beperkte mate suggesties worden gegeven.
92
excellentie - vergelijking saxion honours programmes - studenten
Deel 4 : Op weg naar bruggenbouwers tussen domeinen (Sirius)
7.7
Kenmerken van de HP’s
Job Design theorie laat ziet dat bepaalde kenmerken van werk een baan aantrekkelijk maken en leiden tot tevredenheid (Morgeson & Humphrey, 2006). Enkele van die kenmerken die in werk samen blijken te hangen met tevredenheid zijn in dit onderzoek gemeten, vanuit de aanname dat deze kenmerken ook gelden voor HP’s (zie figuur 7.22 en tabel 7.22).
figuur 7.22 Kenmerken van de verschillende HP’s (1(laag)5(hoog))
Kenmerken
TFNL
ABO
MIM
LED
LA&S
APO
AMA
ABR
Autonomie
3,69
3,63
3,21
3,47
3,51
2,8
2,9
3,15
Creativiteit
4,09
4,03
4,08
3,8
3,53
2,93
2,45
3,69
Complexiteit
3,75
4,25
4
4,2
3,66
3,64
3,25
3,27
Sociale steun
4,58
4,38
4
2,96
4,02
3,71
3,44
3,99
Feedback inhoud
3,92
4,4
3,85
2,53
3,64
3,65
2,43
3,38
Feedback interactie
4,13
4,09
3,98
2,92
3,83
3,59
2,72
3,73
Uitdaging
4,41
4,22
4,27
3,5
3,68
3,19
2,35
3,56
Uit figuur 7.22 en tabel 7.22 blijkt dat de HP’s verschillend scoren op de gemeten kenmerken. In algemene zin beoordelen de studenten de HP’s op de meeste kenmerken rond of (ruim) boven de drie op een vijfpuntschaal. Autonomie scoort vergeleken met de overige kenmerken relatief laag voor alle HP’s. APO scoort vergeleken met de overige HP’s relatief laag op creativiteit, autonomie en uitdaging. AMA vergeleken met de andere HP’s scoort laag op vrijwel alle kenmerken. Ten slotte scoort LED relatief laag op feedback en sociale steun.
excellentie - vergelijking saxion honours programmes - studenten
tabel 7.22 Kenmerken van de verschillende HP’s (1(laag)5(hoog))
93
Buitengewoon
Saxion Programma Excelleren
7.8
Slotwoord
Dit onderzoek was bedoeld om HP’s op benoemde aspecten inzicht te geven in hun HP om daarmee zelf hun HP (waar gewenst) verder te kunnen versterken en (door) ontwikkelen. In dit hoofdstuk zijn daartoe de onderzoeksgegevens van de verschillende HP’s vergeleken of samengevoegd. Elk afzonderlijk HP heeft een detail rapport ontvangen met de specifieke uitkomsten van dat betreffende HP. Naar aanleiding van die afzonderlijke rapporten zijn in gesprekken met de HP’s samen met de onderzoeksgroep verklaringen en interpretaties gezocht voor de onderzoeksuitkomsten. De HP’s hadden de daarvoor benodigde gedetailleerde kennis van hun HP. Deze verklaringen en interpretaties zijn toegevoegd aan de afzonderlijke HP rapportages. Deze zijn opvraagbaar bij de onderzoeksgroep, evenals de gebruikte vragenlijst en theoretische en methodologische onderbouwing van deze studie.
7.9
Literatuur
’t Mannetje, J. E. M. M., Van der Donk, S. E. & Gellevij, M. R. M. (2012). Ontwerpprincipes in Honours Programma’s. In Van Dijk, T., Van der Donk, S. E., Gellevij, M. R. M., ’t Mannetje, J. E. M. M., & Ter Woord, R. (2012). Saxion Programma Excelleren. Deel 3: Verbinden wat er zo nog niet was… Enschede/Deventer: Saxion. Van Dijk, T., Van der Donk, S. E., Gellevij, M. R. M., ’t Mannetje, J. E. M. M., & Ter Woord, R. (2012). Saxion Programma Excelleren. Deel 3: Verbinden wat er zo nog niet was… Enschede/ Deventer: Saxion. Greenberg, J. (1987). A Taxonomy of Organizational Justice Theories. The academy of management journal, 12 (1), 9–22. Morgeson, F. P., & Humphrey, S. E. (2006). The Work Design Questionnaire (WDQ): developing and validating a comprehensive measure for assessing job design and the nature of work. The Journal of applied psychology, 91 (6), 1321–39. doi:10.1037/0021-9010.91.6.1321 YoungWorks en Platform Bèta Techniek (2011). Het excellentiemodel: jongeren over uitblinken. YoungWorks, P. Reimer en R. Heemskerk.
94
excellentie - vergelijking saxion honours programmes - studenten
Saxion Programma Excelleren
Contactgegevens: Saxion Programma Excelleren Marike Lammers programmamanager Ir. M.T. Lammers e: m.t.lammers@saxion.nl
Trijntje van Dijk lid programmateam Drs. T. van Dijk MLD MSc e: t.vandijk@saxion.nl
Marc van Kempen lid programmateam Drs. M.G.J.M. van Kempen e: m.g.j.m.vankempen@saxion.nl
Odiel Mennink Lid programmateam O. Mennink e: o.m.c.mennink@saxion.nl
Raymond ter Woord programmasecretaris Mr. R.J.C. ter Woord e: r.j.c.terwoord@saxion.nl
Nanda Nijhuis lid programmateam N.G. Nijhuis-Toevank e: n.g.nijhuis@saxion.nl
Dineke Steenkamp managementassistente G.A. Steenkamp e: g.a.steenkamp@saxion.nl
Robin Rijpma Lid programmateam, Fast Forward Trainee R. Rijpma MSc e: r.rijpma@saxion.nl
saxion.nl/buitengewoon