Hoofdpijn
De vreugde over zijn aanstelling is alweer verdrongen door het geharrewar van de actualiteit. Rintje Ritsma is waarschijnlijk de ideale bondscoach voor de teamonderdelen van de Nederlandse schaatsers, maar ook de Beer uit Lemmer is er inmiddels wel achter dat hij zijn hoofd misschien wel in een wespennest heeft gestoken.
Wat in Stavanger nog enigszins verhuld bleef, spatte in Calgary als een zeepbel uit elkaar. De Nederlandse topschaatsers blijken niet bij machte zich te committeren aan de teamonderdelen. Met name de ploegachtervolging ontpopt zich zo langzamerhand als een hoofdpijndossier voor de schaatsbond, en in dit geval voor Ritsma in het bijzonder. Want het moet ook de oud-kampioen pijn hebben gedaan hoe zijn twee ploegen in Calgary genadeloos door de mand vielen.
De mannen reden daar – met alle respect – zelfs met het tweede garnituur, terwijl de vrouwen het zonder Antoinette Rijpma-De Jong moesten doen, waardoor Irene Schouten en Marijke Groenewoud het ijs op gingen in het gezelschap van Reina Anema. Ook dat bleek geen podiumwaardig trio.
De frustratie daarover was na afloop groot. Met Schouten en Groenewoud zijn ook meteen de twee rijdsters genoemd die bij de vrouwen wél offers brengen om ook in de ploegachtervolging beslagen ten ijs te komen. Voor het overige sneuvelt het allemaal in goede bedoelingen, maar krijgt uiteindelijk persoonlijk belang voorrang boven teambelang.
Het is alweer een tijdje geleden dat Nederland de zaakjes nog wel goed voor elkaar had. Arie Koops nam als bondscoach uit Sochi twee gouden medailles mee. Dat is alweer bijna negen jaar geleden. Maar ook de exercitie onder Koops verliep niet vlekkeloos. Jorrit Bergsma hield een flink litteken over aan het spel dat werd gespeeld.
Sindsdien is het toch vooral kommer en kwel. De Nederlandse ploegen verliezen zichzelf in het vacuüm tussen individueel belang en ploegbelang, met als gevolg dat ’we’ links en rechts zijn ingehaald door landen die het wél kunnen opbrengen de ploegachtervolging als serieus onderdeel te zien.
Koops kreeg het daarna ook niet meer voor elkaar. In Gangneung was er vier jaar geleden brons voor de mannen en zilver voor de vrouwen. Zijn opvolger Jan Coopmans kwam evenmin tot klinkende resultaten. In Beijing was de oogst slechts een schamele bronzen plak voor de vrouwen, terwijl de mannen het podium niet eens haalden.
Dat werd Coopmans dermate zwaar aangerekend dat hij het veld moest ruimen. Rintje Ritsma mocht het doen, maar ook hij zal inmiddels hebben gemerkt dat de taak van voorheen Koops en Coopmans toch een stuk complexer is dan gedacht.
Nu dat is vastgesteld, zal de Fries ongetwijfeld werken aan een oplossing, aan een ploeg die het niet alleen kan opbrengen samen te rijden, maar ook om samen te trainen. Want dát is ook essentieel, zoveel is inmiddels duidelijk. En het is ook duidelijk dat bijvoorbeeld Schouten en Groenewoud meer toewijding vragen van de andere vrouwen. Als dat uitblijft, kunnen ook zij het bijltje erbij neergooien en dan is Nederland helemaal terug bij af. Maar dat het allemaal zo loopt, is natuurlijk wel een gotspe. Met alle kwaliteit die er in Nederland rondrijdt, met alle faciliteiten en alle budgetten moet het toch mogelijk zijn ingereden en competitieve teams op het ijs te brengen. Dat is Nederland aan de stand verplicht.
Het is nu aan Ritsma om dat puzzeltje te leggen.
Groeien in
door Eric KorverMarijke Groenewoud
timmert aan de weg. In stilte, dat wel. De Friezin schreeuwt nooit van de daken, drukt zichzelf nooit op de voorgrond. Zelfs haar wereldtitel vierde ze uiterst ingetogen. Te weinig, vindt ze nu zelf. Maar in al die bescheidenheid groeit Groenewoud onmiskenbaar, en ontpopt ze zich tot de tweede wereldtopper van team Albert Heijn Zaanlander.
Kijk dit seizoen naar de resultaten en je ziet de progressie van Marijke Groenewoud in cijfers. De 23-jarige uit Hallum verraste vorig seizoen dan misschien wel met haar startbewijs voor de olympische mijl, maar deze winter is ze vooral bezig te bewijzen dat dat absoluut geen toeval was. Twee bronzen plakken op die afstand tijdens de Worldcups in Stavanger en Heerenveen vormen het tastbare resultaat daarvan. Belangrijker dan die medailles is voor Marijke Groenewoud eigenlijk de constatering dat ze nu écht een vaste waarde aan het worden is op de langebaan, de discipline waar ze toch langer mee worstelde terwijl ze wel kon excelleren in de marathons. ,,Ik heb het gevoel dat ik vorig jaar ben doorgebroken op de langebaan’’, zegt ze daarover. Dat heeft even geduurd, weet ze. ,,Ik ben vier jaar geleden al bij Jillert Anema begonnen. De eerste drie seizoenen heb ik niet veel gepresteerd, maar heb ik wél elk jaar een stap gemaakt. En vorig seizoen heb ik het trucje van de langebaan een beetje uitgevonden. Schaatsen is natuurlijk een gevoelssport. Alles moet kloppen. De timing, de juiste dingen doen. Ineens had
ik dat. En sindsdien is het alleen maar goed blijven gaan.’’
Trucje
Maar wát ze dan precies heeft uitgevonden, daar kan Groenewoud zelf ook niet eens de vinger op leggen. ,,Ik weet het niet. Ze zeggen altijd dat het een trucje is, maar het is moeilijk te zeggen wat dat dan is. Neem die 1500 meter. Dan moet je er gewoon hard ingaan, niet te bang zijn en durven hard te openen. Daar ging het bij mij nog weleens mis, maar ook dat gaat nu constant goed. Nee, het was niet per se dat ik bang was om hard te openen. Misschien eerder bang om moe te worden en probeerde ik dat zo lang mogelijk uit te stellen. Maar 1500 meter is drie rondjes en een driekwart. Dan moet je gewoon gáán. Daarin heb ik zeker wel een stap gezet.’’ Toch voelde ze zelf uiteindelijk ook aan dat ze ’het’ had. ,,Ja, eigenlijk wel sinds vorig jaar en dan meer op de 1500 meter. Maar inmiddels heb ik dat nu ook op de drie kilometer, al vind ik dat nog steeds moeilijk. Die moet je gewoon goed indelen, terwijl de 1500 meter gewoon hard gaan is, en dan sterf je vanzelf wel. De drie kilometer moet ik echt indelen en ook goed kunnen volhouden. Dat is nog steeds wel een keerschool.’’
Onder de knie
In die drie jaar bij Anema heeft ze zichzelf weleens afge-
vraagd of ze ’dat langebanen’ ooit onder de knie zou krijgen. ,,Ik reed nooit echt mee bij de top, dacht dat de marathon en de massastart misschien meer mijn dingen waren. Maar Jillert en Arjan Samplonius (assistent-coach, EK) zeiden altijd al dat ze dachten dat ik op de langebaan goed kon zijn en kon meedoen met de top. Zij zagen het positief in en uiteindelijk ben ik dat zelf ook wel gaan doen.’’
Het was, vervolgt ze, niet zo dat ze ergens in moest geloven wat ze op dat moment zelf niet zo zag zitten. ,,Nee, want ik reed wel elk jaar persoonlijke records, was steeds een beetje sneller. Het hoeft ook niet met reuzensprongen hè, het mag best met stapjes gaan. Is ook prima. Bij mij duurde het gewoon iets langer dan bij sommige anderen.’’
Voor Groenewoud viel alles zo’n beetje op z’n plek in het olympische seizoen. Niet eens per se tijdens het kwali catietoernooi, stelt ze, maar al wat eerder. ,,Ja, daarvoor reed ik ook al de Worldcups massastart en de 1500 meter. Daar begon het eigenlijk wel een beetje mee.’’ Dat was een meevaller, erkent ze. ,,Je hoopt je natuurlijk wel te plaatsen voor die wereldbeker, maar ik verwachtte
dat vorig seizoen nog niet. En de Spelen natuurlijk al helemaal niet. Ja, voor de massastart misschien, maar niet op een individuele afstand. Dat verraste me wel. Zeker omdat ik twee weken voor het kwali catietoernooi ook nog eens corona had.’’
Verrassingen Groenewoud werd in die fase van haar loopbaan vaak verrast door zichzelf. Door resultaten en progressie. Het was zelfs bijna een aaneenschakeling van verrassingen. ,,Zo begon het wel, en dan zet die lijn van verrassingen zich eigenlijk wel door tot het uiteindelijk ook geen echte verrassingen meer zijn. Ik heb dat wel vaak gezegd, maar dat kun je dan niet meer volhouden. Ik heb ook altijd gezegd dat ik een marathonrijder ben en geen langebaner. Maar daar kom ik nu ook niet meer onderuit.’’
Misschien is dat ook een beetje zelfbescherming, geeft ze toe. Een
haar grenzen en doelen bescheidenheid
manier om de lat niet te hoog te hoeven leggen. ,,Misschien, ja. Maar ik heb wel altijd
gepresteerd op de marathon en niet op de langebaan, dus zag ik mezelf ook echt wel meer als marathonrijdster. Nu is dat echt wel andersom. Zeker als je ziet dat ik de afgelopen twee jaar maar vijf marathons heb gereden. Dan ben je geen marathonschaatser meer. Het accent is echt verschoven naar de langebaan en dat vind ik alleen maar leuk. Dit is wat ik wilde, hier zijn ook de grote prijzen te verdienen. Op de marathon kun je Nederlands kampioen worden, maar meer ook niet.’’
Palmares Maar de palmares van
Groenewoud overstijgt inmiddels ruimschoots de wereld van de marathon én de landsgrenzen. Wereldkampioen, olympisch brons. De Friezin heeft aangehaakt bij de wereldtop. Het heeft haar nauwelijks veranderd, en dat siert Groenewoud. ,,Om status geef ik niks. Daar houd ik niet van en ben ik ook niet echt de persoon voor. Ik vind het wel leuk als ik bij de club kom en de kinderen willen een foto of een handtekening. ‘Maar voor de rest voel ik me niet meer dan een ander.’
Niet voor niets werkte ze tot vorig jaar nog gewoon bij de bakker. Tien tot vijftien uurtjes per week bakte ze taarten en maakte ze cupcakes. ,,Elke keer andere taarten, andere thema’s Daar kon je heerlijk creatief mee zijn. Het waren ook niet veel uren, maar het gaf wel iets van een sociaal leven. Je staat toch weer even midden in de maatschappij. Sinds vorig jaar doe ik dat dus niet meer. Voor het schaatsen is dat wel makkelijker, ik hoef ernaast niets meer te doen. En misschien heeft dat alleen maar geholpen. Het schaatsen is er in ieder geval niet slechter van geworden, haha. Maar af en toe zou ik best nog weleens een dagje in de bakkerij willen staan.’’
Dat typeert Groenewoud, die eigenlijk altijd wel bezig is. ’Iets naast het schaatsen’ zou ze best prettig vin-
den. ,,Nu is het alleen maar schaatsen. Is ook weer niet heel erg hoor, het is geen straf. Ik pak ook iets meer rust, maar ik ben ook weer niet iemand die thuis tussen de trainingen door even op bed gaat liggen. Nee, ik ben geen druktemaker, maar houd er wel van dingen te doen. En ik houd niet van stilzitten.’’
Ideaal
Ze woont ook nog gewoon bij haar ouders, thuis in Hallum. Ideaal, zegt ze met een lach. ,,Het eten staat klaar na de training, de was wordt gedaan. Dat is gewoon heel jn.’’ Maar het einde van de tijd thuis is in zicht, verklapt ze. ,,Ik ben nu 23 en met mijn vriend gaan we straks toch eens kijken voor een leuk huisje wat dichter bij Heerenveen. Da’s nog niet heel serieus, want midden in het seizoen ga ik niet dat soort dingen even regelen. Eerst maar eens schaatsen, en dan komt dat daarna wel. Ik zit ook nog prima thuis, hoef er niet per se uit, maar ben er wel klaar voor. Mijn vriend ook. Maar als starter is het niet makkelijk iets te vinden met deze prijzen.’’
De bescheidenheid en de nuchterheid van Groenewoud is ook regelmatig terug te zien op het ijs. Zoals bij haar wereldtitel massastart, waar haar winst ronduit ongemakkelijk oogde. ,,Dat was wel een raar momentje’’, erkent ze. ,,Ik werd daar wel gewoon wereldkampioen en achteraf heb ik dat te weinig gevierd. Het was niet zoals afgesproken, het liep anders, en ik juichte niet eens op de nish omdat ik dit zelf niet had verwacht en ook niet van plan was het zo te doen. Daar voelde ik mezelf lullig over.
Vervolg op pagina 7Marijke Groenewoud in Dokkum in kerstsfeer. ,,Vorig seizoen heb ik het trucje van de langebaan een beetje uitgevonden. Alles moet kloppen. De timing, de juiste dingen doen. Ineens had ik dat.’’ (Foto Timsimaging / Neeke Smit)
Maar Jillert hield me voor dat dit een wereldtitel was, dat ik er trots op mocht zijn. Dat ben ik ook wel, maar toch voelt het niet per se alsof ik daar wereldkampioen ben geworden. Het moment zelf was niet mooi, ik juichte niet, en daarom maakte de pers er weer heel wat van. Er zit misschien een rare nasmaak aan, maar het was wel gewoon een titel.’’
Afspraken
Als het over die massastart gaat, komt ook de verhouding tot Irene Schouten altijd aan de orde. Dat er stalorders zijn, dat Groenewoud louter als aangever mag fungeren. Groenewoud ontkracht dat meteen. ,,Natuurlijk zijn er vooraf afspraken dat we het zo en zo gaan doen. Maar het is niet zo dat per se elke wedstrijd voor Irene is.
Dat denken veel mensen wel, maar als ik de kans krijg, mag ik ook heus winnen. En ik ga zeker niet mijn hele carrière de aanrijder zijn. Dat is ook niet de bedoeling. In Stavanger kon je zien dat Irene voor mij aantrok. Als ik daar voor Blondin was geweest, had ik ook kunnen winnen.’’
Groenewoud geniet sowieso van het spelletje in de massastart, dat natuurlijk sterke overeenkomsten vertoont met dat in de marathons. Het tactisch inzicht dat ze daaruit meeneemt, is een sterk wapen. ,,Eigenlijk is het gewoon een mini-marathon. Nee, langer hoeft het niet. Zeker niet als ik naar die voorronde in Heerenveen kijk. Da’s alleen maar achter elkaar aanrijden en dan is zestien rondjes meer dan genoeg. Voorheen gebeurde er nog weleens wat. Dan viel Pechstein aan, die Witrussische Zueva of een paar anderen. Maar die waren er niet en Pechstein heeft ook niet meer wat ze vroeger had. Dan gaat het uiteindelijk alleen om dat ene rondje sprinten.’’
Als ze kijkt naar dit seizoen, dan valt er voor Marijke Groenewoud weinig te mopperen. Het halen van de Worldcups was het eerste doel, en daar kon al snel een vinkje bij. Daarna heeft ze het NK in het vizier, waar plaatsing voor het WK in maart moet worden afgedwongen. ,,Als ik nu regelmatig podium rijd in de wereldbeker,
moet ik daar misschien ook iets van gaan verwachten’’, zegt ze. ,,Kijk, op de massastart zijn we een goed duo en hebben we echt grote kansen. Maar individueel gaat nu ook die 1500 meter niet gek. Misschien moet ik me daar ook op richten. Maar ik ga niet zeggen dat ik daar graag podium wil rijden om dan top tien te eindigen. Ik wil nooit te hoog van de toren blazen.’’
Ochtend
Vorig jaar reed ze immers nog alle 1500 meters in de B-Divisie van de Worldcup. Groenewoud gruwt ervan als ze daaraan terugdenkt. Ze is geen ochtendmens als het om schaatsen gaat. ,,En die B-groep was elke keer best vroeg in de ochtend. Dan kwam het er nooit uit bij mij omdat ik altijd in de middag schaats. De ochtend was een drama. Dan reed k echt altijd iets minder dan in de middag en dus was het verschrikkelijk moeilijk om uit de B-Divisie te komen. Maar omdat ik vijfde werd op de Spelen kreeg ik een wildcard voor Stavanger, waar ik meteen derde werd. Ja, dat was boven verwachting. Je moet eigenlijk starten in de B-groep, krijgt een wildcard en rijdt dan podium. Dat zag ik dus niet aankomen, maar ik wist ergens wel dat ik het in me had. Die 1500 meter op het WCKT was ook prima.’’
Allrounden Stilletjes en bijna ongemerkt verschuift ze zo toch steeds haar doelen. De drie kilometer is al toegevoegd aan haar palet, en nu heeft ze weer iets nieuws op het oog. ,,Allrounden’’, zegt ze met een lach. ,,Ik heb dat nooit echt gedaan, heb ook nog nooit een vijf kilometer gereden. Maar de 1500 en de drie kilometer gaan nu wel goed. Ik heb er geen verwachtingen
van, maar ben wel benieuwd
of ik me
bijvoorbeeld kan plaatsen voor het
Ook na haar succes is Marijke Groenewoud nog gewoon zichzelf. ,,Om status geef ik niks. Daar houd ik niet van en ben ik ook niet echt de persoon voor.’’ (Foto Timsimaging / Neeke Smit)
in Hamar. Daarom ga ik straks ook het NK rijden. Eerst was die drie kilometer het nieuwe plan, maar dat is toch wel de perfecte opstap naar allrounden.’’
Anema en Samplonius zijn voor-
Het idee borrelde op bij haarzelf, maar stander. De coaches denken nog terug aan de enige andere
keer dat Groenewoud aan de start stond bij een NK Allround, jaren geleden inmiddels. ,,Ik stond er na de eerbezig met die vijf kilome-
ste dag best goed voor, maar was in mijn achterhoofd zó ter dat ik mijn 1500 verpestte.
Hoefde ik niet eens meer de vijf te rijden. Daar komen Jillert en Arjan elke keer op terug, omdat ze weten dat het moet kunnen. Maar het komt vooral bij mezelf vandaan. Ik ben nieuwsgierig, wil mijn grenzen verleggen. Ik reed nooit een heel goede drie kilometer en dat gaat nu best aardig. En de 500 meter zou ik ook redelijk vlot moeten kunnen. Ik ben geen supersprinter, en daarmee kan je je klassement wel maken of breken. Aan de andere kant, bij het allrounden staat ook geen Femke Kok aan de start, dat scheelt ook. Ik denk dat ik wel een prima 500 zou kunnen rijden. Ooit reed ik al eens 38,5, als ik dat zou doen kom ik al een heel eind.’’
Marrit Fledderus ontwikkelt zich snel bij Reggeborgh
Juiste stap op juiste moment
Met een nieuw persoonlijk record op de Olympic Oval van Calgary markeerde Marrit Fledderus nog maar eens haar ontwikkeling. De Friezin neemt ook in haar tweede seizoen bij Reggeborgh inke stappen en bevestigt daarmee wat ze eigenlijk al een tijdje wist. ,,Die overstap naar Reggeborgh kwam voor mij op exact het juiste moment.’’
De twijfels van een topsporter zijn altijd alom aanwezig. Marrit Fledderus (21) is daarop geen uitzondering. Met Reggeborgh reisde ze eind november af naar het Spaanse Denia, en ook voor Fledderus was dat de eerste keer dat ze tijdens het seizoen van het ijs af ging. En dan slaat de onzekerheid toe. ,,Het was jn in Spanje, het was relaxed, maar op het ijs moest ik daarna wel weer even wennen. Het gevoel kwam op zich wel weer snel terug. Ik denk ook wel dat het goed is geweest.’’
Marrit Fledderus: ,,Ik weet inmiddels wat ik nodig heb om beter te worden, heb nu veel meer de focus op wat ik moet doen, op wat het beste is voor mij.’’ (Foto’s
Timsimaging / Neeke Smit)
Dat bleek. Want hoewel de duizend meter niet de beste was uit haar loopbaan, was haar 500 meter dan wél. Wéér een nieuw persoonlijk record. Nadat ze daar eerder in Heerenveen al zo’n drietiende vanaf had gesnoept, gingen er nu weer honderdsten vanaf. ,,Ja, het begin van het seizoen gaat heel goed’’, erkent Fledderus, die vooral in Thialf zag hoe ze het gaatje met de absolute top aan het dichten is. ,,Daar werd ik vijfde op de 500 meter, maar op slechts vier honderdste van het podium en zeven honderdste van het zilver. Dat is zó dichtbij, het scheelt helemaal niks. Vijfde is op zich prima, maar toch baalde ik toen echt wel een beetje. Aan de andere kant was die plek al boven verwachting en was de race niet vlekkeloos. Dat geeft alleen maar aan dat er meer in zit, en dat zegt wel iets over mijn niveau op dit moment. Daar haal ik ook weer nieuwe motivatie uit.’’
Progressie
Zo merkt ze in haar tweede jaar bij Reggeborgh dat er op veel vlakken progressie is. ,,Absoluut. Ik heb technisch een stap
gemaakt, maar ook qua kracht en uithoudingsvermogen. En ook mentaal, dat is ook echt veel beter dan vorig seizoen. Je krijgt natuurlijk vertrouwen als je goed rijdt, maar ik heb het ook naar mijn zin in het team. Ik denk dat momenteel alles een beetje op z’n plek valt.’’ De timing van haar overstap naar de ploeg van Gerard van Velde was dan ook uitstekend, stelt Fledderus. ,,Ik heb natuurlijk eerst nog een jaar bij Henk Hospes gezeten, toen was het misschien nog te vroeg geweest, maar dit was het perfecte moment.’’
Als ze terugkijkt, heeft ze ook eigenlijk weinig moeite gehad met de overstap. ,,Ik heb eigenlijk helemaal niets als echt moeilijk ervaren. Voor mij heeft alles juist heel positief uitgepakt. Alles om me heen was beter, serieuzer en professioneler. Ik voelde me ook meteen prettig in de ploeg, dat is ook belangrijk voor een sporter. En ik presteerde meteen goed, dat scheelt ook.’’ Ze ontwikkelt zich onder de hoede van Van Velde, en sinds dit seizoen ook Dennis van der Gun. ,,Hij is nieuw bij de ploeg, maar ik heb echt heel veel aan Dennis, met al zijn ervaring. Ook als persoon past hij goed bij het team. We praten veel en kunnen ook buiten de training om gezellig ouwehoeren.’’ Het zijn niet per se praatsessies die haar ook mentaal hebben laten groeien. Dat is ook ervaring, legt Fledderus uit. ,,Hoe vaker je rijdt, hoe sterker je wordt. Ik weet inmiddels wat ik nodig heb om beter te worden, heb nu veel meer de focus op wat ik moet doen, op wat het beste is voor mij.’’
Leerjaar
Het vorige seizoen was wat dat betreft nog echt een leerjaar. De rijdster uit Sint Nicolaasga kwam ook voor het eerst uit in een Worldcup. ,,Een paar keer in de B-divisie, een paar keer in de A-divisie, maar dat was allemaal nieuw. Ik moest daar heel erg aan
Over Femke: ’Aan Femke heb ik heel veel. Ik vind ook dat ze qua persoon best wel wat op mij lijkt. Ze is heel nuchter en bescheiden en zeker ook heel lief.’
wennen. Maar zo’n seizoen is goed voor je. Ik merk nu dat ik veel heb aan die ervaring en nu veel beter weet hoe ik daarmee moet omgaan.’’
Net als voor vrijwel alle schaatsers is ook voor Fledderus het WK Afstanden in Thialf het grote doel van het seizoen. ,,Als ik me kan plaatsen zou dat supermooi zijn. Maar dat wordt wel heel spannend, want de concurrentie is groot.’’ Die concurrentie komt met Femke Kok en Michelle de Jong voor een belangrijk deel uit de eigen ploeg. ,,Haha, dat klopt ja. Nee, dat is niet zo lastig. We zijn daar al heel erg aan gewend. Al sinds we schaatsen zijn we elkaars concurrenten. Soms is dat wel moeilijk, want je gunt het elkaar, maar je wilt toch zelf winnen. Het is even wennen geweest om daarmee om te gaan, maar ik denk dat we dat alle drie goed kunnen. We kunnen goed met elkaar opschieten, hebben ook veel aan elkaar, en ik denk dat het juist allemaal positief werkt.’’
Want de concurrentes zijn toch vooral vriendinnen, stelt Fledderus vast. ,,Femke is mijn beste vriendin, en Michelle ook. We gaan al zo lang met elkaar om. Wat wij met z’n drieën hebben, is best bijzonder, zeker nu we samen in één ploeg zitten. Laatst hadden we het daar nog over, nadat we met z’n drietjes in Thialf de teamsprint mochten rijden. Dat vonden we echt speciaal. Verder hebben we het daar eigenlijk niet zo vaak over, omdat het juist voor ons toch ook weer zo normaal is.’’
Over Michelle: ’Eigenlijk geldt voor Michelle hetzelfde. Ze is ontzettend lief, heel betrokken. Ik kan goed met haar praten en ze kan ook altijd heel goed naar je luisteren. Echt een goede vriendin.’
Na een ommetje een lekker kommetje.
Dat kan alleen maar Unox zijn.
Femke Kok op zoek naar een beetje vertrouwen
‘Seizoen om wat te proberen’
door Eric KorverFemke Kok veroverde als een wervelwind de schaatswereld. Haar vier zeges op rij in de Worldcup baarden opzien, maar het echte vervolg bleef vorig seizoen uit. De altijd kritische Kok baalt daarvan, maar wil vooral vooruitkijken. ,,Ik wil ook voor mezelf laten zien dat ik het nog kan, zeg maar.’’
De dagen in Calgary kunnen fris zijn, daar kan Femke Kok over meepraten. ,,Het was gewoon superkoud’’, zegt ze meteen. ,,Gisteren 22 graden onder nul, maar gelukkig schijnt vandaag het zonnetje weer.’’ Dat is een ink contrast met de week die de ploeg van Reggeborgh kort daarvoor doorbracht aan de Spaanse kust. In het altijd aangename Denia vond Femke Kok (22) de tijd om even bij te tanken. ,,Fietsen in de zon, dat is echt superlekker. Ik vind etsen altijd leuk, vooral daar. Prachtige omgeving, bergen, zon, daar geniet ik heel erg van.’’
Ze keerde weer fris terug in Nederland, maar kwam ook terug met vragen. Kok verruilde niet eerder in het seizoen de ijsbaan voor etsen in de zon en had geen idee hoe haar lichaam daarop zou reageren. ,,Ik vond het jn even van het ijs af te zijn, maar nu is het inderdaad even afwachten. Dat is ook niet erg. Dit is een seizoen om wat dingen uit te proberen. Dat moet soms gewoon. En lukt het niet, prima. Dat is even heel erg balen, maar ik leer er ook weer van.’’
Dat ’proberen’ speelde haar ook in de eerste weken van dit seizoen parten. Die start was niet zoals ze voor ogen had, daarin is Kok zelf ook duidelijk. ,,Het was niet zoals ik wilde’’, stelt ze, onder andere over het missen van een startbewijs voor de Worldcup op de 1000 meter. ,,Maar we kennen de oorzaak inmiddels. Ik heb niet zo goed gereageerd op het schema richting de kwali catie voor de Worldcups. Dat schema was anders dan ik gewend ben en dat heeft niet zo goed uitgepakt. Aan de ene kant is dat prettig. We hebben iets uitgeprobeerd en weten nu dat dit voor mij niet werkt. Nu gaan we weer verder op een
Investeren
Na dat WCKT voerde Kok de intensiteit van haar trainingen nog eens op, maar voor de korte termijn bleek ook dat geen oplossing, dat werd wel duidelijk tijdens de Worldcups in Stavanger en Heerenveen. ,,Dat was puur omdat ik voor mezelf nog wilde investeren, vooral omdat ik me niet plaatste op die 1000 meter. Die wil ik onder de knie krijgen, daarom heb ik wat meer gedaan. Voor die afstand heb ik de inhoud op zich wel, alleen kan ik dat niet altijd overbrengen op het ijs. Heeft ook met techniek te maken. Daar ben ik druk mee aan de slag geweest. En dat dan als gevolg daarvan de Worldcups even wat minder gaan, is dan maar zo. Het hoofddoel is toch pas aan het einde van het seizoen, het WK Afstanden in Thialf.’’
Aan de vooravond van de dubbele Worldcup in Calgary heeft Femke Kok daarom de verwachtingen ink teruggeschroefd. Het gaat op het supersnelle Canadese ijs vooral om het goede gevoel, zegt ze. ,,Ik wil weer een rit laten zien die gewoon stabiel is, waar ik vertrouwen uit kan halen. Dit jaar heb nog geen enkele keer een goede rit gereden. Elke keer was er iets. De opening goed en het rondje minder, een misser, dit, dat. Ik hoop nu op een nette rit en wat voor tijd en klassering dat oplevert, zie ik wel. Ik wil gewoon vertrouwen tanken, laten zien dat ik het nog kan, zeg maar, dat ik nog een goede 500 meter kan neerzetten.’’
Dát ze het kan, daaraan hoeft niemand te twijfelen. Dat liet ze bij de eerste gelegenheid in Calgary al zien: Kok zat slechts duizendsten van het podium af. En met die vier opeenvolgende zeges op de 500 meter in de Worldcup heeft ze haar kwaliteiten natuurlijk voor eens en voor altijd bewezen. Maar die zegereeks vormde ook wel een last op haar schouders. ,,Nu niet meer, maar ik heb er vorig seizoen wel last van gehad. Weet je,
Over Michelle: ’Michelle is superlief, zorgzaam, wil altijd weten hoe het met je gaat. Maar ze is ook echt een gekkie hoor. Ze heeft superleuke humor, zeker als ze zo’n bui heeft. Dan is ze zó grappig.’
het eerste jaar hadden mensen geen verwachtingen. En het kwam me echt niet aanwaaien, ik heb er hard voor gewerkt, maar het ging wel allemaal heel makkelijk. Bijna als vanzelf. Nu moet ik met verwachtingen omgaan, ook met die van mezelf. Soms denk ik dan ’Ik heb vier Worldcups gewonnen, waarom lukt het nu dan niet?’. Maar ik moet verder, focussen op nu. Ik hoop dat ik weer een keer kan laten zien dat ik de beste ben. Dat het er weer uitkomt. Ik heb het ook even nodig om weer tevreden te zijn over een rit. Nee, dat heb ik niet vaak. Ik ben kritisch op mezelf. Soms te kritisch. Dan boor ik mezelf misschien te veel de grond in.’’ Aan de omgeving ligt het in ieder geval niet. Femke Kok heeft het in haar derde seizoen bij Reggeborgh uitstekend naar haar zin. ,,Dit is echt zo’n superleuke ploeg. En nu ook weer met die allround mannen erbij. Die volgen een heel andere route dan wij, maar ook daar leer ik weer van.’’ Dichter om zich heen ziet ze vooral vriendinnen. Marrit Fledderus, Michelle de Jong; het zijn meiden die ze al jaren kent. ,,We hebben altijd een goede klik met elkaar gehad, dan is het super jn nu met elkaar in één ploeg te zitten. Eigenlijk is dat echt een luxe. We maken elkaar niet alleen beter, maar zijn er ook altijd voor elkaar. Ja, ook als we niet schaatsen. Dan doen we vaak samen wat leuks. Ergens een bakkie doen, even lunchen of shoppen is altijd gezellig.’’
Over Marrit:
’Eigenlijk lijken Marrit en Michelle wel een beetje op elkaar. Marrit is ook heel lief, en heeft een goed luisterend oor. En ook zij heeft echt heel leuke humor.’
Michelle de Jong kijkt altijd kritisch naar haar ontwikkeling bij Reggeborgh
Iets aardiger voor zichzelf
Michelle de Jong behoort zo ongeveer tot de inboedel van Reggeborgh. Al sinds de oprichting van de ploeg draagt ze het groen. En elk jaar maakt ze stappen, zoals ze ook in de eerste weken van dit seizoen weer heeft laten zien. Ze voelt zich nog steeds meer dan op haar plek. ,,Ik zou niet weten waar ik beter kan zitten dan hier.’’
De eerste weken van het seizoen liggen alweer even achter Michelle de Jong. De blik is al vooruit gericht, maar als de 23-jarige Friezin even terugkijkt, is er toch tevredenheid over de start van de schaatswinter. ,,Vooral de wereldbeker in Stavanger was heel goed. Twee keer top tien, op zowel de 500 als de 1000 meter. En op de 500 zat ik maar vijfhonderdste van het podium. Dat was een mooi begin’’, vertelt De Jong. ,,Heerenveen was daarna wel iets minder. Daar ging het eigenlijk alleen op de teamsprint lekker. Maar ja, als je zoveel wedstrijden rijdt, kan het niet altijd supergoed gaan. Ik hoop in Calgary wel weer iets beters te laten zien.’’
Dat laatste lukte overigens prima, want op het snelle Canadese ijs haalde De Jong een aardige hap af van haar persoonlijk record op de 500 meter.
Ze is, zoals bij topschaatsers bijna gebruikelijk, behoorlijk kritisch op zichzelf. De Jong lacht even. ,,Klopt’’, zegt ze. ,,Best wel ink zelfs. Soms moet ik misschien iets aardiger zijn voor mezelf. Ik ben perfectionistisch, maar dat kan soms welk ietsje minder. Maar dat komt bij meer topsporters voor.’’ Sterker, het zou zelfs een familietrekje kunnen zijn, want ook haar oudere zus Antoinette legt zichzelf regelmatig stevig onder het vergrootglas. ,,Haha, dat zou goed kunnen, ja. Antoinette heeft dat inderdaad ook altijd wel.’’
Dan gaat het eigenlijk in alle gevallen om dingen die beter kunnen. Of soms beter móeten. ,,Bij mij kan de ronde nog harder. De opening heb ik echt geprobeerd te verbeteren en dat gaat ook steeds beter’’, analyseert ze. ,,Punt is dat het allemaal nog niet echt is samengevallen, dus ik ben het echt goede gevoel nog een beetje aan het zoeken. Dat komt heus wel.
Vorig seizoen was best heel goed, toen stond ik er ook op de momenten dat het echt moest. Dat is niet ineens weg.’’
Weerslag
Dat het vorige seizoen zo lekker liep, heeft ook z’n weerslag op dit seizoen. Prestaties scheppen verwachtingen. De Jong kan dat alleen maar beamen. ,,Je hebt een lijn laten zien, bepaalde goede dingen, en dan hoop je nu nog beter te worden. Maar soms kost het iets meer tijd om de volgende stap te zetten. Maar als ik om me heen kijk, zie ik dat nu bij Marrit Fledderus, die nu echt vooruit gaat. Mooi om te zien, en het geeft vertrouwen.’’ Ze vindt het belangrijk vast te houden aan positieve kanten. ,,Soms is dat lastig voor mij,. Dan moet ik even dat knopje vinden, maar als ik dan omschakel gaat het ook weer goed.’’
Michelle de Jong lijkt bovendien ook het perfecte klankbord bij de hand te hebben: haar meer ervaren zus Antoinette, die inmiddels precies het klappen van de zweep kent. ,,Soms praten we weleens met elkaar over schaatsen, over wat adviezen. Maar dat is niet zo vaak als mensen soms denken. We gaan toch ieder een beetje onze eigen weg. Rijden bij verschillende ploegen, doe ons eigen ding. Ik probeer vooral te leren van de mensen die ik bij Reggeborgh om me heen heb, maar als ik een keer echt een vraag heb, kan ik natuurlijk altijd bij haar terecht.’’
Ontwikkeld
Bij Reggeborgh is ze inmiddels de enige vrouw van het eerste uur. De Jong kwam er vier jaar geleden als tiener binnen in de eerste opzet van de ploeg, samen met Jutta Leerdam. ,,Het is mooi te zien hoe de ploeg zich sindsdien ontwikkeld heeft. Ik zag Jutta Leerdam vertrekken naar Worldstream, maar zag vervolgens wel Ireen
Over Femke: ’Femke is op de eerste plaats heel lief en heel erg behulpzaam. Als je ergens mee zit, wil ze altijd helpen. Ze is niet alleen met zichzelf bezig. En als schaatsster is ze heel professioneel en wil ze altijd de beste zijn.’
Wüst komen. En Femke Kok, wat ik zelf heel jn vond. We kennen elkaar al heel lang, kunnen goed met elkaar opschieten. Met later ook Marrit Fledderus erbij zag je de sprintploeg bij de vrouwen sterker worden. Inmiddels is Reggeborgh uitgegroeid tot een supersterk team op alle fronten. Ze hoeft niet lang te denken om uit te leggen wat het team bijzonder maakt. ,,De openheid en de gezelligheid. Ook nu we hier in Calgary zijn. Iedereen heeft een jetlag en is moe, maar elke avond worden er spelletjes gespeeld, iedereen zoekt elkaar op. Ook met de coaches. Dat is heel jn. Als het serieus moet zijn, is het natuurlijk serieus. Maar daar omheen vind ik het heel prettig.’’ Maar na vier seizoenen denkt ook Michelle de Jong weleens na over de toekomst. ,,Natuurlijk. Dan vraag je je af of er dingen zijn beter kunnen of moeten. Zoiets kan ik dan altijd bespreken met Gerard van Velde of Dennis van der Gun, en dan gebeurt het ook wel. Ook daarin blijven het team zichzelf ontwikkelen. Ik zou op dit moment ook echt niet weten waar ik beter kan zitten dan hier.’’ Zeker niet met de aanwezigheid van Kok en Fledderus. ,,Vriendinnen, ja. We hebben het heel gezellig met elkaar. Veel kletsen, humor, lachen. Het is nooit saai met elkaar.’’
Over Marrit:
’Marrit kan heel goed mensen lezen. Ze ziet alles aan je. Als je bijvoorbeeld een mindere dag hebt, komt ze meteen naar je toe. En ook zij is superlief en als schaatsster heel erg gretig. We hebben het echt heel gezellig met elkaar.’
Michelle de Jong: ,,De openheid en de gezelligheid maken van Reggeborgh een bijzonder team.’’ (Foto Timsimaging / Neeke Smit)Isabel Grevelt: ,,Ik moest leren trainen en denken als een topsporter. En op dat moment was ik echt het tegenovergestelde van een topsporter.’’ (Foto’s Timsimaging / Neeke Smit)eloof in de ogen van Isabel Grevelt na haar 1.14,54 in de Worldcup.
De meest bizarre dag
Eigenlijk had Isabel Grevelt de hoop al een beetje opgegeven.
Topschaatsster worden, dat zat er voor haar blijkbaar niet in. Niet goed genoeg, ook al had ze nog zoveel aangeboren talent. Maar een laatste poging en wat voortschrijdend inzicht deden wonderen. Tijdens de Worldcup in Thialf stond de jonge NoordHollandse ineens op het podium, vooral ook tot haar eigen verbazing. ,,Het was een heel emotionele, heftige dag.’’
Direct na de huldiging voor haar bronzen 1000 meter, waarbij ze alleen Jutta Leerdam en Miho Takagi moest laten voorgaan, deed Isabel Grevelt in de catacomben van Thialf tegenover de verzamelde pers een opmerkelijke onthulling. Een paar jaar geleden, vertelde ze, geloofde ze er eigenlijk niet meer in dat ze als schaatsster de top nog kon halen. ,,Klopt helemaal’’, zegt het 20-jarige talent uit het Noord-Hollandse Petten.
Om die opmerking te begrijpen, neemt Grevelt ons even mee terug in de tijd. Terug naar de jaren waarin ze een talentvolle junior was, die via haar school in het wedstrijdschaatsen was beland. ,,Ik was een jaar of elf en bleek echt aanleg te hebben. Elk jaar werd ik beter. Het ging goed in de C-junioren, ging goed in de B-junioren. Het kwam me allemaal aanwaaien, ik hoefde er weinig voor te doen, hoefde weinig te trainen. In die sfeer ging ik door bij de Junioren A, maar daar kwam ik er langzaam achter dat ik stil bleef staan terwijl de rest om me
heen wel progressie boekte. Dat begreep ik niet zo goed.’’
Achteraf, zegt ze, was dat natuurlijk allemaal hartstikke logisch. ,,Vanwege het simpele feit dat ik het alleen op talent probeerde te doen, zonder de extra inspanningen die erbij hoorden. Ik was te makkelijk, etste niet, had niet de discipline die nodig is als topsporter. Trainers hadden al vaker gezegd dat ik meer moest doen, maar ik gaf alles de schuld behalve mezelf. Ik was ook heel erg van het zeuren en klagen. Vond trainen zwaar, ging ook nooit voluit, maar vroeg me wel af waarom het niet meer lukte. Allemaal heel zwakke dingen.’’
Kwartje
Ze was een jaar of achttien toen, vertelt Grevelt, die tegenwoordig in Heerenveen woont. ,,Maar uiteindelijk viel het kwartje toch. Waardoor? Dat vraag ik mezelf ook heel erg af. Ik denk door het idee dat als ik zo doorging, het voor mij niet zou lukken in het schaatsen. Het idee dat ik niet goed genoeg was, dat ik er ook geen plezier uit kon halen. En juist dát vond ik zo zonde omdat ik er vroeger altijd veel plezier aan beleefde.’’ Ze was het vertrouwen in haar eigen talent kwijt. ,,Absoluut. Ik moest echt op een heel andere manier gaan trainen en denken. Als een topsporter. En op dat moment was ik echt het tegenovergestelde van een topsporter.’’ Ze stelde zichzelf voor de keuze. ,,Ik kon stoppen óf het nog eens op een andere manier proberen.’’
In maart vorig jaar besloot ze tot het laatste. ,,Ik wilde het nog één zomer proberen. Alle trainingen doen, niks overslaan, pre-
cies doen wat er op het schema staat. Dat was voor mij een hele opgave, maar het was ook weer jn een bepaalde zekerheid te hebben en daaraan vast te houden.’’ Het begin van het seizoen dat volgde was spannend. ,,Ik dacht nog even dat het voor mij allemaal niet ging werken, dat ik als kind gewoon talentvol was geweest en dat het nu over was. Ik was heel onzeker. Maar ik reed opeens weer persoonlijke records, wat ik al twee jaar niet had gedaan. Ik merkte aan alles dat ik een grote stap had gemaakt. Ik merkte ook dat ik voluit durfde te gaan, iets waar ik altijd moeite mee had. Dat liep als een rode draad door mijn loopbaan heen, maar nu was ik over die angst heen. Dat gaf veel vertrouwen, maar ik had nooit kunnen vermoeden dat het zo snel zou gaan als nu.’’
Goede klik
Meerdere trainers boetseerden aan haar talent. Henk Hospes pikte Grevelt op, ze werkte met Sjoerd Geraets bij het KNSB Talent Team en met Jacco Fenijn, en is nu in goede handen bij haar trainers bij het Gewest Fryslân Ingo Bos en Ian Steen. Met Bos is ze vier handen op één buik, stelt Grevelt. ,,We hebben een goede klik, voeren goede gesprekken. Niet alleen als trainer, maar ook als iemand die ik alles kan vertellen, bij wie ik gevoelige onderwerpen kan aansnijden. Dat vind ik echt jn.’’
Dat ze in het WCKT beslag legde op een startbewijs voor de Worldcup, kwam al als een enorme verrassing. ,,Ik dacht echt dat de eerste vijf plaatsen wel vergeven waren. Hooguit had ik een héél klein kansje op
de 1000 meter.’’ Na haar debuut tijdens de Worldcup in Stavanger volgde het optreden in Thialf. Een geweldige opening, prima rit, en een verblu ende tijd: 1.14,54. ,,Ik was blij met die tijd, het maakte me niet eens uit of ik podium zou rijden of niet. Maar rit na rit zag ik iedereen de tanden stukbijten en dan ga je toch hopen. In de laatste rit kwam Antoinette de Jong er ook niet aan, en dan heb je ineens brons.’’ De emoties kwamen los bij Grevelt, die haar tranen liet lopen. ,,Ik voelde zóveel. Het was heel heftig. De meest bizarre dag van mijn leven. Ik was zó blij dat alles zich nu echt uitbetaalde. Je wilt als jonge schaatser de top halen, succesvol zijn. En ik mocht daar ineens al van proeven.’’
Fan
Grevelt kreeg de felicitaties van schaatssters waarvan ze, zegt ze met een lach, eigenlijk zelf nog fan is. ,,Heel vet.’’ En ze werd overstelpt met reacties. ,,Maar het mooiste vind ik toch dat mensen om wie ik heel veel geef zeggen dat ze trots op me zijn. Daar kreeg ik een brok van in mijn keel.’’
Een prachtige toekomst gloort weer. Wellicht zelfs bij een grote ploeg, die ook hebben gezien wat Grevelt in haar mars heeft. Ze is voorzichtig als dat ter sprake komt. ,,Het is een droom, zeker. Die ambieer ik ook nog steeds. Maar ik heb ook gemerkt dat status minder belangrijk is dan plezier. Op dit moment zit ik in een jne omgeving, waarin ik heel gelukkig ben. Dat wil ik ook niet meteen achter me laten. Ik zit hier op mijn plek en dat is ook de reden waarom ik nu hard schaats.’’
Isabel Grevelt van twijfelende tiener naar wereldtopErin Jackson merkt hoe ver impact olympisch goud reikt
Rolmodel voor zwarte vrouwen
door Eric KorverEr was een tijd dat de komst van Erin Jackson naar Heerenveen zich in alle anonimiteit voltrok. Die tijd is geweest. Haar gouden race in Beijing heeft voor de Amerikaanse alles veranderd. Op het ijs, maar zeker ook naast het ijs. Erin Jackson is ineens een rolmodel voor jonge zwarte vrouwen. Ze heeft immers laten zien dat je inderdaad alles kunt bereiken, ook als je uit een ogenschijnlijk kansloze situatie komt. Haar verhaal inspireert, motiveert en geeft hoop. En dat maakt Jackson misschien nog wel trotser dan de gouden plak die ze won.
Erin Jackson, behangen met olympisch goud. ,,Eén van de mooiste dingen is dat ik berichten krijg van mensen die zeggen dat mijn prestatie een verschil heeft gemaakt voor hen of voor hun kinderen.’’ (Foto’s Timsimaging / Neeke Smit)
In de jeugd van Erin Jackson was er immers weinig dat leek te leiden naar een gouden status als topsporter. Ze groeide op in Ocala, een stadje op iets meer dan een uur rijden ten noorden van Orlando in de staat Florida. Erin Jackson (30) is de enige dochter van vader Tracy en moeder Rita, en heeft in Corey Farmer een oudere broer. Het gezin Jackson had het niet breed. Haar vader had wel werk, maar Rita werd ziek en had de zorg van de jonge Erin nodig. Geld voor een kostenpost als sport was er eigenlijk niet. Maar Erin Jackson raakte in de ban van het rolschaatsen, zoals ze dat in de Verenigde Staten nog altijd noemen. Ze was vaak te vinden bij Skate Mania, een rolschaatsbaantje in een hal, zoals er zoveel zijn in de Verenigde Sta-
ten. Een houten vloer, kleurige lampjes, en een harde boarding. Jackson vindt het er geweldig en leeft zich de eerste jaren uit in kunstrijden op rolschaatsen. Ze kan zichzelf nancieel weinig veroorloven, maar krijgt hulp van mensen die haar van alles toestoppen.
,,Als ik die hulp niet had gehad in de jaren waarin ik begon met de sport, zou ik daar nooit een toekomst in hebben gehad’’, vertelt ze. ,,Het was duur. Maar ik had het geluk dat er bij dat baantje mensen waren die me rolschaatsen gaven, en materiaal en wielen.’’
Hildebrand
Ze komt er al vlug achter dat ze toch meer heeft met snelheid. Daarmee rijdt ze zich
in de kijker bij Renee Hildebrand, zelf voormalig inlineskater en dan al dik twintig jaar trainer van talenten in Ocala. Die ontmoeting met Hildebrand blijkt bepalend voor de verdere loopbaan van Erin Jackson. Ze helpt met het bijbrengen van een veelzijdige technische achtergrond en sterke Jackson ook in mentaal opzicht. Van dat laatste heeft Jackson nog steeds projt. Stelt ze. ,,Het mentale spel is een groot onderdeel van wat we doen, zeker in een sport die zo technisch en zo individueel is als schaatsen.’’
Onder de vleugels van Hildebrand ontluikt het talent van Jackson snel. Zeker wanneer ze als tienjarige mag meetrainen met twee andere talenten uit Ocala, die al langere tijd trainen bij Hildebrand en ondertus-
sen wereldtitels binnenhalen in het inlineskaten: Brittany Bowe en Joey Mantia. Vijf jaar later haalde Jackson zelf haar eerste wereldtitel binnen. Ze houdt zich dan ook nog bezig met het ruigere en in de Verenigde Staten populaire roller derby bij de Jacksonville RollerGirls.
Studiebol
Ondertussen haalt Jackson als inlineskater de ene prijs na de andere binnen. Maar het is haar ook duidelijk geworden dat inlineskaten ook één groot nadeel heeft: er zijn geen olympische medailles mee te winnen. Ze wordt wel gescout voor het schaatsprogramma en uitgenodigd om de wieltjes te verruilen voor ijzers. Bowe en Mantia gingen haar langs die weg al voor, maar Jackson weigert. Ze gaat eerst naar school. Jackson noemde zichzelf al regelmatig een ’nerd’, een studiebol. Ook in de schoolbanken en later op de Universiteit van Florida doet ze van zich spreken. Ze slaagde cum laude in materiaalkunde en computerwetenschappen. Pas nadat ze Bowe en Mantia in actie ziet tijdens de Spelen van 2014 in
Een jaar eerder overleed haar moeder Rita, waardoor ze alleen kwam te staan met haar vader. Jackson hield zich in die moeilijke tijd aan de drie vaste waardes in haar leven: haar vader, haar studie en inli-
Uiteindelijk stapte ook Erin Jackson op schaatsen. Niet in de VS, maar in Nederland., Dronten om precies te zijn, aan de hand – letterlijk – van haar vriendin Bianca Roosenboom, met wie ze vanuit het inlineskaten een hechte band heeft. ,,Het was Bambi op ijs’’, zegt ze daarover. Maar Bambi leerde snel bij. Een jaar later besloot ze zich helemaal op schaatsen te richten, met de Spelen van 2022 als doel. Ze verhuisde er zelfs voor naar Salt Lake City, vader Tracy volgde pas vorig jaar vanuit Ocala.
,,Ik vond het maar niks dat ik er niet goed in was’’, vertelt Jackson. ,,De eerste keer op het ijs was ik gewoon slecht en dat zinde me niet. Ik was de langzaamste in het team, had niet het gevoel voor het ijs. Dat was eigenlijk het moeilijkste deel van de overgang, dat ijs en inlinen zó verschillend
Ze was er vervolgens al bij in 2018, in Pyeongchang. Jackson hield daar op de 500 meter zeven schaatssters achter zich, maar dat was voldoende om haar ervan te overtuigen dat ze op de goede weg was. Dat bleek in de jaren daarna, waarin Jackson steeds sterker werd op de 500 meter. Ze werd de eerste zwarte Amerikaanse vrouw die op de schaats een wereldbekerwedstrijd won, en dat was nog maar het begin van haar successen. In de toch vooral blanke schaatssport baarde Jack-
,,Als je denkt aan een sport waarin minderheden vertegenwoordigd zijn, dan denk je aan de sporten waarin je gewoon een bal kunt pakken en schoenen aan kunt trekken. Dat is een stuk makkelijker om mee te beginnen’’, vertelt Jackson. ,,Maar als je mij ziet beginnen met een sport als schaatsen, dan is dat heel ongebruikelijk. Schaatsen is iets dat mijn vader nooit zou hebben kun-
nen doen. Waarschijnlijk wist hij niet eens at het bestond.’’
Michelle Obama
Erin Jackson doorbrak al die patronen en zette in Beijing de kroon op het werk. Ze was niet alleen de eerste vrouw die Amerika schaatsgoud bezorgde sinds Bonnie Blair dat deed in 1994, ze was ook de eerste zwarte vrouw die als schaatsster goud veroverde. Haar olympisch goud werd meteen omarmd. Er kwamen steunbetuigingen van Oprah Winfrey en Michelle Obama, en van actrices Viola Davis en Gabrielle Union.
Mooi op dat moment, maar Jackson wist ook wel hoe het daarna zou gaan. ,,Het punt met Olympische Spelen is dat het mensen niet veel meer interesseert zodra de Spelen voorbij zijn’’, stelde ze. ,,Direct na de Spelen is het zwaar. Waar komt het geld vandaan? Hoe blijven we de huur betalen? Iedereen vergeet je.’’
Maar dat blijkt in de praktijk mee te vallen, bekent Erin Jackson. Eigenlijk is de impact van de Spelen op haar leven nog steeds groot. ,,Het afgelopen hal aar was het heel druk. Veel reizen, veel spreken op evenementen, praten met de media, dat soort dingen. Mijn leven is echt wel veranderd, en dat zit niet alleen in een drukke zomer. Er gebeurt veel, en het is best opwindend allemaal. Persoonlijk kan ik nog steeds moeilijk het gevoel uitleggen, de emotie ervan. Sterker, ik kan nog steeds zelf maar moeilijk geloven dat het écht gebeurd is, want dit was echt een droom die uitkwam.’’
Blokhut
Als ze even afstand wilde nemen, viel Jackson terug op oude gewoontes. Dan zocht ze letterlijk de rust op, was ze voor niemand meer bereikbaar. ,,Ik heb een weekje vakantie genomen om even te relaxen. Dan ga ik naar de bossen en naar de bergen, een beetje hiken.’’ Lachend: ,,Maar vooral vind ik het dan heerlijk om gewoon in een blokhut te zitten en lekker lui te zijn. Lui zijn is één van mijn
favoriete dingen.’’ En de ’nerd’ in haar kwam weer boven. Ze pakte weer een studie op, kinesiologie dit keer. ,,Die studie volg ik op het community college in Salt Lake City. Door een partnership kunnen we daarheen zonder te betalen.’’ Met een lach: ,,En als ik een opleiding gratis kan krijgen, zal ik daar zeker van proteren.’’
Erin Jackson had het thuis nooit breed, maar toch lijkt aan de nanciële zorgen door het sportieve succes ook een einde te zijn gekomen. Het leven is, vertelt ze, een stuk makkelijker geworden. ,,De olympische titel heeft absoluut een nanciële boost gegeven. Het was jn daardoor te kunnen zorgen voor mezelf en voor mijn vader.’’ Zo kon ze eindelijk één van haar jeugddromen in vervulling laten gaan. ,,Als kind droomde ik ervan een mooie truck te kopen voor mijn vader en een mooi huis voor mijn moeder. Helaas kan ik dat niet meer doen voor mijn moeder, maar ik heb wel een mooie truck kunnen kopen voor mijn vader.’’
Meer op bordje
Ook voor haarzelf als atleet is het leven iets eenvoudiger geworden. Voor een olympisch kampioen gaan nu eenmaal meer deuren open. ,,Mijn huidige sponsoren hebben allemaal bijgetekend, blijven me steunen. Daar ben ik blij mee. Hopelijk zijn er naar de volgende Spelen zelfs nog meer mogelijkheden als de focus weer op wintersport komt te liggen. Aan de andere kant maakt alles het sportleven soms ook moeilijker, omdat ik meer op mijn bordje heb liggen. De focus ligt niet alleen meer op schaatsen, maar ook op andere dingen.’’ Maar de gevolgen blijven niet alleen beperkt tot Jackson zelf. Zoals gezegd maakte haar prestatie veel los in de zwarte gemeenschap in de Verenigde Staten, die in de schaatsster het levende bewijs ziet dat er wel degelijk kansen zijn, óók voor de minderbedeelden. Jackson heeft de situatie aangegrepen om zich
ook maatschappelijk in te zetten. ,,Eén van de mooiste dingen is dat ik berichten krijg, boodschapjes van mensen die zeggen dat mijn prestatie een verschil heeft gemaakt voor hen of voor hun kinderen. Dat vind ik echt geweldig. Hopelijk kan ik dat doortrekken met een organisatie die ik wil opzetten. Dat idee om een foundation op te zetten die helpt om minderbedeelde mensen actief te krijgen in sport zit al een paar jaar in mijn hoofd en ik had al wat contacten gelegd, maar deze zomer was het echt te druk om daarmee aan de slag te gaan. Hopelijk kan dat in de komende zomer wel.’’
Helpen
Het is niet moeilijk de vergelijking te trekken met haar eigen situatie in haar jeugd. Jackson doet dat zelf ook. ,,Het is een situatie die ik ken, die ik begrijp. Als je niet veel hebt, is het niet makkelijk om in sport actief te zijn. Zeker niet als die sport ook nog wat duurder is. Als het kan wil ik daarom mensen helpen ook hun dromen te realiseren.’’
Tussendoor zag ze nog kans te starten in het WK inlineskaten en daar opnieuw een wereldtitel te veroveren, op het sprintonderdeel One Lap. ,,Dat schakelen van ijs naar weg is niet te lastig, maar ook weer niet zo makkelijk als ik het graag zou willen. Ik had maar een paar dagen om de baan van het EWK te testen en de eerste dagen waren lastig. Pas tegen het einde voelde ik me echt comfortabel.’’ Daarna moest Jackson weer wisselen naar het ijs van Stavanger voor de eerste Worldcup. ,,Door vertragingen was ik daar helaas een volle dag te laat waardoor ik een dag voorbereiding op het ijs miste. Ik probeerde terug te keren naar mijn ijstechniek, maar zag later een video van Stavanger en kon alleen maar denken dat ik aan het inlinen was. Maar hier in Heerenveen ging het alweer een stuk beter.’’ Aan inlinen opgeven denkt ze niet. ,,Hahaha, nee, echt niet. Dat was mijn eerste liefde. Als mijn deelname die sport meer aandacht oplevert, is dat echt alleen maar
Het beste van twee schoenen
Niemand hoeft aan een schaatser uit te leggen wat het belang is van een goede schoen. Het contact met het ijs is immers uiterst belangrijk, maar het contact met de voet weegt minstens zo zwaar. Dat weten ze ook bij Viking maar al te goed, en daarom staat de ontwikkeling bij het fameuze schaatsmerk nooit stil. Dit seizoen introduceert Viking daarom een volledig nieuwe schoen. De Gold 5.0 is nu het absolute topmodel.
Schaatsen is altijd in beweging, en dat geldt ook voor ’de makers’ bij Viking. De vorige topschoen, de Gold M, kwam vijf jaar geleden op de markt. Drie jaar later boog Viking zich al over de opvolger, die aan het begin van dit seizoen werd geïntroduceerd.
En het moet gezegd: het resultaat van twee jaar ontwikkelen mag er zijn. De nagelnieuwe Gold 5.0 is een prachtige schoen van bijzonder hoge kwaliteit, waarin eigenlijk het beste van twee voorgaande schoenen is samengebracht. ,,De leest van de Gold 5.0 is dezelfde als die van de Gold M. Dat is de basis’’, legt Viking-directeur Hiddo Visser uit. ,,Voor een deel zijn we vervolgens teruggegaan naar het model Gold 2005. Daaruit zijn aspecten verdwenen in de Gold M die achteraf toch waarde hadden. Maar we
hebben ook de heel goede componenten uit de Gold M meegenomen. Zo hebben we voor deze nieuwe schoen die twee gemixt. De Gold 5.0 is echt het beste van twee schoenen.’’
De Gold M is een geweldige schoen die, vertelt Visser, wel wat nadelen had. De aandacht lag daarbij misschien iets te veel op het uiterlijk met de diverse leverbare kleuren van de kap. ,,Die kleurwensen zijn relatief weinig benut. Schaatsers vinden dat blijkbaar niet zo’n heel groot item. In ieder geval minder groot dan wij hadden gedacht. Maar die verwisselbare kap gaf wel minder mogelijkheden bij de vervorming in de voorvoet waardoor de pasvorm iets minder werd. Ook de hak was voor sommige mensen minder goed te vervormen, waardoor er in een aantal gevallen ruimte op de hiel ontstond. Dat is natuurlijk iets dat je absoluut niet wilt.’’
Functioneler
Zo kon er een aantal zaken worden verbeterd. Daarbij is, meent Visser, wel iets opgeo erd aan uiterlijk, maar is de schoen wel beduidend functioneler geworden. ,,De aandacht is weer verlegd van het uiterlijk van de schoen naar de prestaties en dan voornamelijk het beter aanpasbaar maken op de voet van individuele schaatsers. Daardoor biedt de Gold 5.0 meer comfort en dat resulteert er weer in dat een schaat-
ser met deze schoen langer kan doorgaan, langer op het ijs kan staan en dus beter kan presteren. Ik denk dat dat ook het grote verschil is tussen de Gold M en de Gold 5.0: minder aandacht op het uiterlijk, meer focus op prestatie.’’ De Gold 5.0 is zo een schoen geworden waarin veel meer schaatsers het perfecte contact met hun voet hebben. ,,Als je paste in de Gold M was dat een prima schoen, maar je moest er wel in passen’’, stelt Visser. ,,Er zijn ook mensen die niet goed in de Gold M pasten. Met de Gold 5.0 hebben we een schoen ontwikkeld waarin alle schaatsers heel goed weg kunnen. We wilden techniek verwerken waarmee we de schoen perfect aan de voet kunnen aanpassen, want de ervaren schaatser weet dat een voet net een vingerafdruk is. Ze zijn allemaal anders.’’
Feedback
Die aanpassingen komen ook deels voort uit het luisterend oor dat Viking steeds vaker heeft voor ervaringen en feedback van klanten. ,,We staan steeds meer open voor de klant die bezig is mee te denken en mee te werken aan verbetering. En vervolgens doen we daar ook daadwerkelijk iets mee.’’ Dat is anders dan in het verleden, toen Viking toch vooral het oor te luister legde bij topschaatsers. ,,Dat proces is al een tijdje gaande bij Viking. Eigenlijk hebben we inmiddels 350.000
ambassadeurs en testers. We luisteren naar wat zij vinden en halen dat door het lter van onze professionaliteit en zeventig jaar ervaring.’’
Want topschaatsers stellen toch weer andere eisen. Ze hebben, zegt Visser met een lach, iets extremere wensen. ,,Kijk naar een topsprinter. Die trek zijn schaatser vlak voor de race strak aan en maakt ze direct daarna weer los. Die schoenen zijn vaak extreem hard. Natuurlijk zijn er ook consumenten die een hardere schoen willen, maar we zien daar wel verschil. De liefhebber wil toch minimaal een uurtje op het ijs staan. Langer en intensiever gebruik is ook waar de doelgroep deze schoen voor gebruikt.’’
Zo heeft Viking opnieuw een topschoen ontwikkeld waarmee schaatsers jaren vooruit kunnen. En zo hoort het ook, vindt Visser. De schaatsfabrikant is wars van veranderen om het veranderen. Alles moet functioneel zijn. En aan de Gold 5.0 is alles top.
De schoen is sinds het begin van dit seizoen op de markt, maar nog niet optimaal leverbaar. Daar wordt aan gewerkt, legt Visser uit. ,,Het gaat nog om twee maten die nog niet op voorraad zijn. Verder is de Gold 5.0 goed verkrijgbaar.’’
Wie meer wil weten over de Vikingschoen Gold 5.0 kan terecht op de website viking.nl of bezoek één van de Vikingdealers.
is sinds
jaren onze thuisbasis
de schaatsvakanties. Een mooie goed verzorgde accomodatie met zorg en aandacht van het vriendelijke personeel. Laart uw smaakpapillen verwennen door uitmuntende streekgerechten en culinaire hoogstandjes bereid door gastvrouw en che ok Christine Schwarzenbacher en haar team. Ook de vegetarische keuken kent voor Christine geen geheimen. Gastheer en hoofd van de familie Peter Schwarzenbacher leidt dit alles in goede banen zodat u zich snel thuis zult voelen in dit hotel.
zich weer bij ploeg Anema Van Jillert naar Jillert
Hij kon de lokroep uiteindelijk niet weerstaan. Marwin Talsma reed al eens eerder in een ploeg van Jillert Anema, maar koos uiteindelijk een andere route. Deze zomer keerde hij na vier jaar toch weer terug bij Anema. Tussen Jillert en Jillert ontwikkelde hij zich bij Team Frysk en TalentNED, en pakte Talsma onder andere een Nederlandse titel op de tien kilometer. ,,Maar nu komt er een meer volwassen Marwin Talsma terug’’, vindt hij.
Vaak gebeurt het niet dat rijders die de deur bij Jillert Anema dichttrekken uiteindelijk toch weer terugkeren. Marwin Talsma is de uitzondering. En dit keer, denkt de inmiddels 25-jarige Fries, is hij er wél klaar voor. ,,Ik heb tussen Jillert en Jillert wat rondgezworven. Drie jaar bij Siep Hoekstra en Team Frysk, een jaartje TalentNED. Dan ben je wat ouder, wat wijzer, wat sterker, en dan kom je op een gegeven moment toch weer bij het punt dat je weer de commerciële schaatswereld in wilt.’’
En dan, vervolgt hij, ga je kijken wat er bij je past. ,,Ik heb meer jongens leren kennen in andere ploeg, heb eens hier meegereden, dan weer daar, gepraat met die en met die. En dan komt je erachter dat het team van Jillert Anema eigenlijk een heel normaal team is. Jongens die normaal blijven, ook al winnen ze. Zo ben ik ook. Ik ga niet naast mijn schoenen lopen omdat ik iets gewonnen heb. Dat vind ik het mooie aan dit team. Jillert Anema heeft heel
grote successen beleefd, maar blijft wel gewoon Jillert. Net als Irene Schouten.
Die kan naast haar schoenen gaan lopen, maar blijft wel gewoon Irene. Van haar kan ik wat leren, van de jongens, van de andere meiden. En samen trekken we gewoon heel leuk met elkaar op.’’
Lekker normaal
Talsma heeft goed gekeken naar de karakters van diverse team, en in elk aspect leek de keuze voor Team Albert Heijn Zaanlander de beste. ,,Op dit moment wel. Natuurlijk zijn er ook andere ploegen, maar ik weet niet continu hoe die zijn. Ik zie ploegen waar jongens iets meer zijn van ‘hee, kijk mij eens lopen’. Daar ben ik iets minder van. En deze jongens zijn gewoon lekker normaal.’’
De stap naar Albert Heijn Zaanlander was er puur eentje uit sportief oogpunt. Het nanciële aspect speelde een ondergeschikt belang, al lag er de afgelopen jaren bij Team Frysk geen salaris voor hem klaar. ,,Ik moest gewoon contributie betalen, en de reizen, de trainingskampen. Dat waren niet de makkelijkste jaren. Gelukkig konden mijn ouders me ondersteunen en kon ik daardoor het schaatsen betalen. Daarnaast heb ik een klein bedrij e opgezet in sloepverhuur en doe ik samen met mijn vader de jachthaven Leechlan in Grou. Zo is het cirkeltje weer rond.’’
Praktijk
Die werkzaamheden met de sloepjes en
de haven kan hij gewoon voortzetten, vertelt Talsma. ,,Zo’n sloep verhuur je in de ochtend en die komt ik de avond weer terug. Ik vind het bovendien ook leuk iets te doen naast het schaatsen. Sommige duiken in de studieboeken, maar daar ben ik niet zo van. Ik ben iemand die in de praktijk moet leren, en aangezien ik de jachtwerf over wil nemen van mijn vader vind ik het gewoon leuk daar rond te stappen en te leren in het vak zelf. En natuurlijk valt dat qua tijd niet altijd mee. In de zomer was ik zo zes weken weg voor trainingskampen. Schaatsen heeft gewoon prioriteit. Maar mijn vader heeft gezegd dat hij blijft doorgaan tot ik klaar ben om het stokje over te nemen.’’ Als hij om zich heen kijkt in de ploeg van Anema, is Marwin Talsma blij met de keuze die hij heeft gemaakt. ,,Ik zie Marijke Groenewoud die ook uit Friesland komt, net als een aantal anderen. Ik zie een jong team, waarin Sjoerd den Hertog met 30 jaar de oudste is. Qua leeftijd ligt het allemaal iets dichter bij elkaar, en heeft iedereen wat meer aansluiting.’’ Dat was wel anders toen hij al tiener instapte bij Cla s voor zijn eerste seizoen onder Anema. ,,Die mannen waren dertig jaar en ouder, spraken over kinderen, huizen, trouwen, over dit en over dat. Dat was op dat moment. Niet mijn wereld. Het was bovendien een hechte groep waar je niet zo makkelijk tussen kwam. Een winnende formatie waar je eigenlijk niet aan moest komen. Die jongens waren zó goed in de marathon en Jorrit Bergsma natuurlijk op de langebaan.
Ik had daar gewoon niet de klik mee, en andersom was het voor die jongens ook lastig. Nu is dat heel anders.’’
Tijd geven
Talsma heeft voor zichzelf besloten dat hij zichzelf bij deze ploeg de tijd moet geven. Sowieso twee jaar, zegt hij. ,,Het zou mooi zijn als het dit jaar weer gaat lukken hard te rijden, maar mocht dat niet zo zijn dan is dat gewoon omdat ik nog even moet aanpassen. Dat heb ik ook zo uitgesproken naar het team: ‘Jongens, ik ga ervoor, maar misschien moet ik eerst nog even wennen aan de trainingsarbeid’. Elke trainer is toch anders.
Daarom tekende ik ook voor twee jaar.’’
Het is in ieder geval prettig dat Talsma weet wat hij in zijn mars heeft. In de afgelopen jaren reed hij immers prima races, pakte hij titels en deed hij internationaal ervaring op. Maar hij wil, zegt hij, niet terug naar de goede tijden die hij reed. ,,Ik wil er voorbij. We hebben allemaal Nils van der Poel gezien. Dat is het niveau waar we uiteindelijk allemaal naartoe moeten. Hij heeft het op een extreme manier gedaan, en misschien moeten wij het iets minder extreem doen, maar wel dat we het langer volhouden.’’ Het menselijk lichaam is er in ieder geval toe in staat. ,,Dat heeft hij wel laten zien.’’ En Talsma heeft ook de schema’s van Van der Poel gelezen. ,,Daar zitten dingen bij waarvan ik denk dat ik die ook zou kunnen doen of moeten doen. Dat moet je voor jezelf vertalen, aspecten eruit pakken die passen. Anders wordt het alleen maar een kopie daarvan, en dan moet ook weer niet.’’
Meer volwassen Marwin Talsma meldtPalmboom Crispijn Ariëns
door Eric KorverHet was wat nieuws voor de marathonschaatsers; een wedstrijd op de Reschensee. Klinkt Oostenrijks, maar was gewoon in Italië, in het prachtige gebied nabij het drielandenpunt van Italië, Oostenrijk en Zwitserland. Het bleef uiteindelijk echter bij één Grand Prixwedstrijd. Winnaar? Crispijn Ariëns, na een loodzware koers en een geweldige ontsnapping met Jens Zwitser.
Eigenlijk had vrijwel niemand in het peloton ooit eerder gehoord van de Reschensee. Een wedstrijd was er zeker nooit eerder gehouden, maar de locatie kwam uit de koker van de mensen die eerder betrokken waren bij de organisatie van de Weissensee, en toenmalig disciplinemanager Teun Breedijk besloot het initiatief een kans te geven.
Het moet gezegd: het was een prachtige plek. De Reschensee is een stuwmeer, ingeklemd tussen dik besneeuwde pieken, op een hoogte van liefst vijftienhonderd meter. Aardig detail is dat het meer werd gevormd in 1950 door de bouw van een stuwdam. Maar tot die tijd lag in het dorp gewoon het dorpje Graun. Dat werd door de Italianen volledig onder water gezet. Alleen de boven het water uitstekende kerktoren herinnert nog aan het dorpje.
Crispijn Ariëns kan zich dat allemaal nog goed herinneren, al bracht het talent uit destijds nog de ploeg van De Haan Westerho er maar weinig tijd door. ,,Wij kwamen pas heel laat naar de Reschensee’’, weet Ariens nog heel goed. ,,De week daarvoor reden we nog op de Weissensee, waar onze teamgenoot Durk Fabriek het leiderspak van de Grand Prix veroverde. Hij ging meteen door naar de Reschensee, wij gingen naar huis. Maar we besloten dat we Durk wel wilden helpen. Dan was de beste optie pas heel laat naar de Reschensee te gaan, werd afgezien
schaatsen. In Zweden vind ik Falun en Luleå leuk, de Weissensee is natuurlijk fantastisch. Als je daar dan nog een andere locatie bij kunt doen, is dat alleen maar mooier. Punt is dat er aan de Reschensee verder helemaal niets te doen was. De omstandigheden maakten het mooi, maar een feest zoals het een week eerder op de Weissensee was, was het daar zeker niet. Een uitgestorven dorp, waar niks te doen was, dat is me wel bijgebleven. Het was schaatsen en weg, verder gebeurde er helemaal niets.’’
Wat hij er in ieder geval nog aan overhield, is een mooie overwinning op zijn erelijst. ,,Absoluut. Als ik kijk naar mijn zeges op natuurijs staat de Alternatieve op de Weissensee natuurlijk bovenaan. Maar die Reschensee, als ik kijk naar de koers die het was, dan komt deze echt wel op nummer twee. Het was echt fantastisch.’’
Marathonschaatsen is al tientallen jaren een sport die boeit. Op kunstijs, maar zeker op natuurijs. Vooral dáár geldt het recht van de sterkste, en slechts een enkele keer dat van de gelukkigste. De schaatsers van de lange adem zijn avonturiers, doorzetters, de cowboys van het ijs. En ze maakten door de jaren heen ink wat mee. In deze serie verhalen haalt SkateNL voor de liefhebbers de mooiste en meest memorabele momenten terug.
De twee vluchters zwoegen over de Reschensee. Jens Zwitser voorop, Crispijn Ariëns daarachter. ,,Dat palmboompje op de rug van Jens heeft me gered.’’ (Foto Timsimaging / Neeke Smit)
De prachtige Reschensee met de karakteristieke kerktoren van het verzonken dorpje Graun. (Foto Timsimaging / Neeke Smit)
MIJN ENERGIEREKENING VERLAGEN
Meer weten? Doe de GAMMA huisscan of kom langs bij onze duurzaamheidsadviseur.
Volg ons op Instagram: gamma_fan_van_schaatsen
Bekijk de video wat Merijn in huis heeft aangepakt.
Haico Bouma wil specialisme waar dat beste past Echte schaatswinkel naar Thialf
Haico Bouma kreeg ooit bekendheid als marathonschaatser, maar tegenwoordig is zijn naam meer verbonden aan zijn schaatswinkel. Of beter gezegd: winkels. Want Bouma heeft een zaak in Oudehaske en sinds enige tijd ook in Thalf. En de rolverdeling van die twee zaken moet binnenkort veranderen. ,,Thialf wordt de schaatswinkel, Oudehaske de etsenzaak.’’
Er is werk aan de winkel voor Haico Bouma. Letterlijk. De schaatswinkel in Thialf die hij enige tijd geleden overnam heeft toch wel iets veranderd voor de voormalig marathontopper. ,,In principe hebben we nu twee schaatswinkels, eentje in Thialf en eentje in Oudehaske. Maar op termijn gaan we het schaatsdeel helemaal in Thialf doen’’, vertelt Bouma.
Hij ziet daarin een ideaal scenario. ,,Hoe mooi is het je schaatsen te kunnen kopen in Thialf en dan gelijk het ijs op te stappen om ze te proberen. Dat is hoe wij de rol van de ijsbaanwinkel in Thialf zien. In die zin voegt de zaak in Oudehaske daar voor ons niet veel aan toe. Wat we nu zien is dat mensen heel vaak schaatsen kopen in Oudehaske – een dorpje op enkele kilometers van Heerenveen – en met de doos onder de arm voor de andere winkel langslopen naar de ijsbaan. Dan hebben wij het idee dat het misschien slimmer is dat op één plek te doen, en dat moet natuurlijk de mooiste ijsbaan ter wereld zijn.’’
Die zit ook strategisch op een uitstekende locatie, namelijk pal naast de entreepoortjes van de ijsbaan. ,,Dat is natuurlijk geweldig’’, vindt Bouma. ,,Mensen kunnen met-
een het ijs op. We zijn er daardoor dit jaar achter gekomen dat we dat zo moeten doen. Dat kan niet in één keer, want er komen best veel klanten van ver. Maar we gaan dat langzaam een draai geven, en dan moet in principe het schaatsdeel vanaf volgend seizoen volledig op Thialf draaien.’’
Rijke historie
Dat is een mooie, nieuwe stap in de toch al rijke historie van de zaak van Bouma, waarmee hij al in 1995 begon. ,,Dat jaar was zo’n beetje het hoogtepunt van het skeeleren, dat toen echt gigantisch groot was. Ik kreeg een vraag van een etsenwinkel in de buurt die wilde verbouwen en er een huurder bij zocht. We besloten daar een schaatsen skeelerwinkel te beginnen en hadden mazzel dat er in datzelfde jaar natuurijs lag, en dat een jaar later de Elfstedentocht werd gehouden. Dat gaf een soort vliegende start. Daarna zijn we doorgegroeid tot waar we nu zijn, met tussentijds een verhuizing naar Oudehaske vanwege de locatie. Daar hebben we een groter pand en zijn we beter bereikbaar.’’ Lachend: ,,Daarna is het volledig uit de hand gelopen. Op een goede manier natuurlijk.’’
Want Bouma voegde etsen toe aan het assortiment. Althans, hij dacht aanvankelijk met een paar bandjes te kunnen volstaan. ,,Elke schaatser heeft een ets nodig, dus we hingen een paar banden op voor mensen met een lekke band. Maar dat groeide enorm, en nu hebben we een heel grote etsenzaak. Dat is een groot specialisme geworden naast het schaatsen. Die combinatie was tot nu toe ideaal. In de zomer de etsen, in de winter schaatsen en zo hadden we het hele haar handel. Maar we
lopen nu tegen de maximale groei aan en dat betekent dat er keuzes moeten worden gemaakt.’’
Fietsen
De vraag naar etsen komt inmiddels niet meer van schaatsers, maar vooral van etsers, merkt Bouma. ,,Dat is echt veranderd. De etsenwinkel is veel groter geworden dan onze schaatswinkel. De groep mensen die etst is inmiddels gigantisch en weet ons de laatste jaren steeds beter te vinden.’’
Dat betekent dus dat er straks twee winkels zijn waarin ieder de eigen discipline meer ruimte geeft. ,,Klopt’’, beaamt Bouma. ,,Fysiek hebben we in beide winkels meer ruimte, maar het is ook beter voor onze medewerkers. Die moeten nu etsen verkopen, schaatsen verkopen, reparaties aannemen, schaatsen slijpen, kleding verkopen. Dat werkt niet meer. Daarom gaan we de boel uit elkaar halen en hebben we straks schaatsspecialisten op schaatsen en etsspecialisten op etsen.’’
En specialisten heeft Bouma genoeg. Als het gaat om schaatsen zijn bijvoorbeeld voormalig topschaatsers Gretha Smit en Ruud Borst werkzaam in de winkel. ,,Iedereen binnen ons team heeft wat met de sport, of dat nou topsport is of in de breedte. En we hebben al jaren een supergoed team, ontzettend op elkaar ingespeeld. Dat willen we langzaam ook in Thi-
principe alles, maar merkt wel dat door Thialf de recreant een wat grotere rol speelt. ,,We hadden vooral als er natuurijs was aanloop van recreanten, maar door Thialf krijgen we ze nu veel eerder in de winkel. Dat is ook perfect voor die groep. Ze kunnen schaatsen huren, proberen, kijken of het lekker schaatst en als ze een uurtje gereden hebben kunnen ze de schaatsen kopen of niet. Kijk, de toppers kwamen al bij ons. Maar we kunnen nu bijna dezelfde service ook aan de recreant geven. Dat vinden wij een enorm pluspunt. De vraag naar instapmodellen met een hoge kunststof schoen begon pas te leven als het ging vriezen, maar nu begint dat al in augustus, september. Mooi, want dat maakt het voor ons breder en interessanter.’’
De openingstijden van de schaatswinkel zijn gekoppeld aan die van Thialf. De ijstempel gaat echter dicht in de zomer, uitgezonderd de zes weken van het zomerijs. ,,Dat moeten we nog even oplossen, want we zien dat schaatsen in de zomer steeds belangrijker wordt, al geldt dat vooral voor de topsport. Voor hen is het superhandig als we in de zomer ook bereikbaar zijn op Thialf. Daarnaast zien we ook dat de seizoenen steeds meer op elkaar aansluiten. In Thialf begint het winterseizoen al half september en loopt door april. Betekent dat het zomerseizoen heel kort is, met ook nog eens die zes weken zomerijs. Dan loopt het bijna in één stuk door. Ook daar willen we op inspelen.’’
Als het gaat om schaatsen is het assorti-
ment
Liefde voor Luleå
Nederlandse schaatsliefhebbers zwermen al jarenlang uit over de wereld, op zoek het beste ijs op de mooiste plekken. Natuurlijk is de Oostenrijkse Weissensee met voorsprong de meest populaire plek. Maar steeds meer Nederlanders beginnen nu Zweden te ontdekken. En dat is niet meer dan terecht als je dat vraagt aan voormalig Open Nederlands kampioen Jouke Hoogeveen.
Je kunt het zo gek niet bedenken of Nederlanders hebben er door de jaren heen wel geschaatst. Van de Weissensee en de Plan-
den bij Östersund. Maar inmiddels heeft het noordelijk gelegen Luleå – zo’n honderd kilometer ten zuiden van de poolcirkel – wel de harten gestolen van de marathonrijders.
Jouke Hoogeveen is één van de beste marathonschaatsers op natuurijs van de laatste tien jaar, en misschien wel de beste. De inmiddels 43-jarige Hoogeveen stopte bijna drie jaar geleden, maar keert deze winter terug naar Zweden. Naar zijn geliefde Zweden kunnen we beter zeggen, want Hoogeveen heeft bijzondere herinneringen aan het land. ,,Ik won daar in 2009 mijn eerste wedstrijd op natuurijs. Dat was een grote verrassing voor iedereen, maar vooral ook
Daarop prijkten maar liefst vier grote zeges op Zweeds natuurijs. Het valt hem ook niet zwaar om uit te leggen wat er zo mooi is aan schaatsen in Zweden. ,,Weet je’’, zegt hij lachend, ,,het is een beetje hetzelfde gevoel als dat je op een camping staat ergens op het Franse platteland en ’s nachts naar het toilet moet. Dan voel je je heel klein. Opgenomen door de natuur en één met de natuur. Dat heb je in Zweden ook. Dan rijd je door zo’n gigantisch leeg landschap met oneindige bossen om je heen, een oneindige zee of meer. Je hebt daar met niemand wat te maken als je op het ijs bent. Je ziet het ijs, je ziet een kustlijn, een bos of een eiland en heel in de verte de skyline
Supergezellig, maar in Zweden is het echt menens. Dat is geen ijsbaan, dat is overleven op zee.’’
Liefde
Hoogeveen is in februari in Luleå om toerrijders te begeleiden. En er is niemand van wie enthousiaste schaatsers meer kunnen opsteken van rijden op natuurijs dan van de man uit Heiloo, die oprechte liefde voelt voor de kustplaats in Zweeds Lapland. ,,Voor het marathonpeloton is de trip naar Luleå eigenlijk al een beetje gewoon geworden. We komen er inmiddels alweer jaren. Maar het is niet gewoon. Schaatsen in Luleå is een geweldige ervaring in fantastische omstan-
Jouke Hoogeveen: ‘Zweden is een aanrader voor elke schaatser’ Het versnipperde peloton koerst langs de enorme ijsbreker Frej. (Foto Timsimaging / Neeke Smit) Noorderlicht danst boven Luleå, afgelopen maart tijdens het bezoek van het marathonpeloton. (Foto SkateNL / Eric Korver)Genieten in Burgum
Natuurijs in december is een zeldzaamheid, maar misschien was het daarom juist wel extra mooi in het Friese Burgum. Dat dorp had voor het eerst de eer van de eerste marathon op natuurijs van het seizoen. En eerlijk is eerlijk, Burgum stelde niet teleur. Veel publiek, heerlijke sfeer, prima ijs, goeie wedstrijden, Unox-mutsen, veel koek en veel zopie… Het was oprecht genieten.
Zeker voor Gary Hekman en Maaike Verweij, die als winnaars de boeken in gingen. Een overwinning die telt. Vooral ook publicitair gezien, want de media was weer massaal uitgerukt om verslag te doen van het eerste natuurijs. Burgum staat meteen op de kaart, en het marathonschaatsen ook weer.
Het geplande vervolg een dag later in Noordlaren moest helaas worden geschrapt, maar het is nog vroeg in het seizoen. De winter is o cieel nog niet eens begonnen. De kans dat het peloton nog een keer op herhaling mag, lijkt dan ook groot. En daar kunnen ze niet op wachten.
SCHAATS KALENDER
Kalender Langebaan
DECEMBER 16 december ISU World Cup 4 Langebaan Calgary (CAN) 17 december ISU World Cup 4 Langebaan Calgary (CAN) Sprint League 2 Pure sprint Enschede 18 december ISU World Cup 4 Langebaan Calgary (CAN) 27 december Daikin NK Allround & Sprint Heerenveen 28 december Daikin NK Allround & Sprint Heerenveen JANUARI
6 januari ISU EK Allround en Sprint Hamar (NOR) 7 januari ISU EK Allround en Sprint Hamar (NOR) Holland Cup 4 Hoorn 8 januari ISU EK Allround en Sprint Hamar (NOR) Holland Cup 4 Hoorn Mass start competitie 5 Hoorn 14 januari NK Jun A/B Allr, Afst & Mass start Groningen 15 januari NK Jun A/B Allr, Afst & Mass start Groningen 28 januari Landelijke sel NK Sprint Jun A/B Groningen 29 januari Landelijke sel NK 3000m Jun A/B Groningen
Kalender Marathon
14 januari Marathon Cup 10 Tilburg 22 januari Marathon Cup 11 Alkmaar 26 januari Grand Prix 1 – AKM Weissensee
ONK M en C Weissensee 28 januari ONK Marathon Weissensee 30 januari Grand Prix 2 Weissensee
Kalender Shorttrack
DECEMBER
16 december ISU World Cup 4 Almaty (KAZ)
KNSB C 3/Universiade Trials Dordrecht 17 december ISU World Cup 4 Almaty (KAZ)
KNSB C 3/Universiade Trials Dordrecht Benelux Cup Luxemburg 18 december ISU World Cup 4 Almaty (KAZ)
KNSB C 3/Universiade Trials Dordrecht 31 december NK Senioren Leeuwarden
JANUARI 1 januari NK Senioren Leeuwarden 6 januari WKJ Trails Heerenveen 7 januari WKJ Trails Heerenveen KNSB Cup 4 Heerenveen 13 januari ISU EK Gdansk (POL) 14 januari ISU EK Gdansk (POL) 15 januari ISU EK Gdansk (POL) 27 januari ISU WK Junioren Dresden (DUI) 28 januari ISU WK Junioren Dresden (DUI) 29 januari ISU WK Junioren Dresden (DUI) Special Olympics Event Utrecht
Het Yvonne van Gennip Talent Fonds geeft kansen aan sporttalenten. Dat kan door nanciële ondersteuning, of door crowdfunding via het platform Talentboek. SkateNL werkt samen met het Yvonne van Gennip Talent Fonds en stelt in deze serie een aantal talenten voor. In deze a evering Paulien Verhaar, schaatsster van Team Frysk.
Paulien Verhaar: ‘Voelt de eerste keer raar geld voor jezelf te vragen’
Even de drempel over
Paulien Verhaar is een multitalent in de schaatssport: goed op de langebaan en ook goed op de marathon. Maar als de grote sponsoren haar nog niet hebben ontdekt, moet ze toch vooral zelf voor de kosten opdraaien. Daarom maakt ze gebruik van Talentboek, het platform, voor crowdfunding van het Yvonne van Gennip Talent Fonds.
,,Het is heel mooi dat er zulke mogelijkheden zijn’’, stelt Paulien Verhaar (23), die al enkele jaren is aangesloten bij het Yvonne van Gennip Talent Fonds. ,,Schaatsen is best een dure sport en dat is niet voor iedereen weggelegd. Ik heb veel hulp gehad van m’n ouders, maar om zowel een studie als een sport te nancieren werd ook voor hen een uitdaging. Mijn studieschuld liep daarom snel op. Uiteindelijk kwam ik via een andere sporter in aanraking met het Yvonne van Gennip Talent Fonds. Dat leek me een mooie manier om laagdrempelig aan sponsors te komen.’’
Drempel
Hoe enthousiast Verhaar ook was; de twijfels of ze zich wel moest aanmelden namen bijna de overhand. ,,Het voelt altijd raar als je geld voor jezelf gaat vragen, dus ik moest even een drempel over. Gelukkig hebben mensen me laten inzien dat ik er hard voor train en dat ik er niemand voor hoef te verplichten. Als je het leuk vindt, doe je eraan mee en anders niet. Ik merkte al snel dat veel mensen het leuk vonden.’’
Verhaar heeft inmiddels vijf donatiedoelen succesvol afgerond en nummer zes is alweer lopende. Met haar nieuwste campagne
hoopt ze een bedrag van drieduizend euro op te halen zodat ze de kosten die ze door het jaar heen maakt, kan dekken. ,,Alle beetjes helpen’’, benadrukt Verhaar, die ook aan tegenprestaties doet. ,,Als mensen minimaal vijftig euro betalen, ontvangen ze eens per maand een nieuwsbrief waarin ze kunnen lezen hoe het met me gaat. Als het bedrag nog hoger is, ga ik een schaatsclinic geven.’’ De teller van Verhaar staat inmiddels op ruim zestienhonderd euro. Haar donatiedoel loopt tot en met het einde van het schaatsseizoen. ,,Het is heel mooi dat er een plek is waar talentvolle sporters nancieel geholpen worden. Op die manier wordt het voor veel mensen makkelijker om te sporten’’, beweert de Castricumse. Volgens Verhaar is het Yvonne van Gennip Talent Fonds ’heel belangrijk’ voor talenten. ,,Vooral nu alles duurder wordt, denk ik dat het alleen maar belangrijker gaat worden. Als er niet
zo’n fonds was geweest, zou ik extra moeten werken, maar dat was weer ten koste gegaan van m’n sportprestaties. Werken kost namelijk energie.’’
Combinatie Het uiteindelijke hoofddoel van Verhaar, die het langebaanschaatsen combineert met het marathonschaatsen, is het behalen van mooie schaatsprestaties. In de marathonsport slaagde ze daar recentelijk al in. Verhaar schreef de Marathon Cup van Haarlem op haar naam door in de eindsprint al haar concurrentes voor te blijven. ,,Nu m’n eerste doel is behaald, zou het mooi zijn als het me nog een keer lukt om te winnen. Stiekem wil je altijd meer’’, aldus Verhaar, die nog maar kort aan marathonschaatsen doet. ,,Ik was eerst puur langebaanschaatsster, maar sinds een paar jaar heb ik het marathonschaatsen wat meer opgepakt. Ik ben
heel lang ziek van geweest van corona, dus ik koos ervoor om de marathons te gebruiken als goede training en om het vertrouwen terug te krijgen. Dat ging eigenlijk verrassend goed. Ik bleek ineens mee te kunnen doen om de podiumplekken en won zelfs mijn eerste marathon in Groningen. Ja, daar werd het wel een stuk leuker van.’’
Op de vraag welke discipline ze leuker vindt, blijft ze neutraal. ,,Ik vind allebei belangrijk.’’ Voor komend seizoen hoopt Verhaar met name in het langebaanschaatsen een paar stappen te maken en haar persoonlijke records te verbeteren. ,,Ik voel dat ik in de trainingen steeds sterker word en technisch beter rijd. Nu moet het er ook in de wedstrijden een keer uitkomen.’’ Haar ultieme doel is een olympisch gouden medaille. ,,En dan het liefst op de 1500 meter’’ zegt ze met een lach.
Paulien Verhaar als marathonschaatsster in het witte pak voor de beste jonge rijdster. Paulien Verhaar: ,,Ik heb veel hulp gehad van m’n ouders, maar om zowel een studie als een sport te financieren werd ook voor hen een uitdaging.’’ (Foto’s Timsimaging / Neeke Smit)Kinderen met een handicap kunnen met het schaatsframe ook uit de voeten op de ijsbaan. (Foto Stephan Tellier)
Stichting het Gehandicapte Kind en Sven Kramer Academy slaan handen ineen
Schaatstoer kinderen met handicap
Er gaat een nieuwe schaatstoer door Nederland, in een samenwerking van de Stichting het Gehandicapte Kind en de Sven Kramer Academy. Die nieuwe toer wordt met open armen ontvangen door tal van ijsbanen die zijn aangesloten bij de VKN, de Vereniging Kunstijsbanen Nederland. Het gaat om de Samen Schaatsen Elfstedentoer, waarbij kinderen met een handicap met behulp van een schaatsframe voortaan gewoon kunnen meedoen met de ijspret.
Schaatsen is de oer-Hollandse sport die ons Nederlanders in koude winters verbindt. Maar dat geldt helaas niet voor álle Nederlanders. Voor veel kinderen met een handicap is schaatsen niet weggelegd. Als
hun broertjes, zusjes en leeftijdgenootjes plezier maken op het ijs, kunnen zij alleen toekijken. Daar komt nu verandering in. Dankzij Frame Schaatsen kunnen voortaan álle kinderen meedoen aan deze gezellige traditie.
Bij Frame Schaatsen wordt gebruik gemaakt van een frame met een zitje en drie ijzers. Zo kunnen kinderen die niet zelfstandig kunnen staan of bewegen, toch glijden over het ijs. De sport is een initiatief van Stichting het Gehandicapte Kind. Na een succesvolle pilot in Thialf wordt hij nu in heel Nederland geïntroduceerd met de Samen Schaatsen Elfstedentoer.
Elfstedentoer
Op elf schaatsbanen in Nederland kunnen kinderen van 5 tot 12 jaar deze winter een gratis clinic volgen. De clinics worden
verzorgd door de Sven Kramer Academy. Ze zijn niet alleen voor kinderen met een beperking; alle kinderen zijn welkom. ,,Ons doel is dat kinderen met en zonder handicap samen kunnen schaatsen’’, vertelt Henk-Willem Laan, directeur van Stichting het Gehandicapte Kind. ,,Veel kinderen met een handicap staan continu buitenspel; niet alleen bij schaatsen maar ook op school of met spelen. Door samen te schaatsen, ervaren kinderen dat iedereen erbij hoort en mee kan doen.’’
Museumplein
De toer is in het tweede weekend van december gestart op het Museumplein in Amsterdam, en maakt tot en met maart 2023 een ronde door Nederland. Zie hiervoor de toerkalender op de website samenschaatsen.nl. Maar het moet niet bij een eenmalige toer blijven, zegt Laan.
,,Ons doel is dat het ijsbaanbeeld van de toekomst gaat veranderen. Ik hoop dat schaatsverenigingen Frame Schaatsen gaan toevoegen aan het lesprogramma, zodat we voortaan kinderen met en zonder beperking samen kunnen zien schaatsen.’’ Om geïnteresseerde verenigingen op weg te helpen is er een train-de-trainer cursus en is er een handboek ontwikkeld. Daarnaast is er een uitleenpool voor schaatsframes opgezet.
De initiatiefnemers
Stichting het Gehandicapte Kind zet zich in voor kinderen met een handicap in Nederland. Met steun van donateurs helpt de stichting hen om te kunnen spelen, leren en sporten samen met leeftijdgenoten zonder handicap. De Sven Kramer Academy wil met schaatslessen een bijdrage leveren aan de toekomst van de
Activiteiten van de VKN-ijsbanen
Schaatsnacht Deventer
Trainen voor de Weissensee, de Plansee of misschien de Elfstedentocht..? Bereid je dan voor met de Schaatsnacht van Deventer, een leuke avond op ijsbaan De Scheg, misschien wel de gezelligste ijsbaan van Nederland. Kom ook de Schaatsnacht van Deventer schaatsen op vrijdag 13 januari 2023 en test jezelf op de afstanden van 25, 50, 100 of 150 kilometer.
Het programma begint om 20.00 uur met de gezamenlijke start van de prestatietochten over 25, 50, 100 en 150 kilometer. Op dezelfde tijd begint het recreatief schaatsen, dat duurt tot 22.15 uur. De prestatietocht eindigt om 02.00 uur.
Niet in de gelegenheid om op het gezamenlijke tijdstip van 20.00 uur te starten?
Dan is later starten ook mogelijk. Om 02.00 uur is de de nitieve eindtijd en na dit tijdstip is het niet meer mogelijk om te nishen.
Inschrijven kan tot veertien dagen voor het evenement. De prijs bedraagt € 17,50 exclusief huur transponder. Deze transponder rekent u af tijdens de Schaatsnacht omdat we bij inleveren van de huurtransponder vijf euro inhouden op de borg van tien euro.
Kijk voor meer info op de website van ijsbaan De Scheg.
Alkmaars IJsplein
Op de Alkmaarse ijsbaan De Meent organiseert Alkmaar Sport in de kerstvakantie speciaal voor families het Alkmaarse IJsplein. Iedere middag wordt de Alkmaarse 400-meterbaan omgetoverd tot een gezellige plek voor families op het ijs. De ochtenden blijven traditiegetrouw beschikbaar voor recreatieschaatsers die rondjes willen schaatsen, hun conditie op peil willen houden in de buitenlucht of willen trainen voor natuurijs. Meer informatie over de kerstvakantie is te vinden via www. demeentalkmaar.nl/vakantie.
Families staan tijdens de kerstvakantie van zaterdag 24 december tot en met zondag 8 januari centraal op de 400-meterbaan van ijsbaan De Meent. Roy Lennings, namens Alkmaar Sport locatiemanager van sportcomplex De Meent vertelt: ,,Op onze ijsbaan wordt een variatie aan activiteiten aangeboden. Bezoekers mogen hun eigen sleetje meenemen én kunnen zelfs linksom schaatsen.’’ Tijdens het familieschaatsen is het in de middag niet mogelijk om rondjes te schaatsen of te trainen.
Het programma van het Alkmaarse IJsplein varieert gedurende de kerstvakantie. De ene dag kunnen bezoekers curlen of ice biken en de andere dag wordt er tegen
de klok in geschaatst of geijshockeyd. Lennings sluit enthousiast zijn verhaal af: ,,Ook is er ruimte voor schaatslessen verzorgd door schaatsschool InBalans. Daarnaast staat onze ijshal deze kerstvakantie in het teken van discoschaatsen. Er klinkt gezellige muziek uit de speakers en discolampen verlichten de hal.’’
Buffelavonden
Op verschillende ijsbanen organiseer Duosport weer bu elavonden. Iedereen is welkom om mee te doen. Je haakt aan bij een herkenbare Duosport-instructeur die de rondetijd rijdt die het dichtst bij jou in de buurt zit en schaatst het aantal ronden dat voor die avond op het programma staat. Voor het bu elen hoef je je niet apart op te geven.
Voorbereiden op het natuurijs? Kom buffelen! Bu elen is ideaal om aan je conditie te werken of als training voor een natuurijstocht. Schaats het zweet op de rug, met een oplopend aantal rondjes (tussen de 50 en 100 rondjes) en verschillende niveaus/ rondetijden. Ga je met de snelle rijders mee of bouw je het rustiger op?
Bu elavonden Breda: op de vrijdagen 13 januari, 10 februari, 10 maart, Aanvang 20,.15 uur.
Bu elavonden Hoorn: op de vrijdagen 23 december, 6 januari, 13 januari. Aanvang 20.30 uur.
Bu elavond Utrecht: 13 januari. Aanvang 20.30.
Op naar de volgende gouden plak.
Zaanlander kaas betekent heerlijk genieten sinds 1919. En als trotse sponsor van Team Albert Heijn Zaanlander vinden we dat ons Zaanse goud nu nog lekkerder smaakt. Want ook komend seizoen zijn we supporter van schaatsen. We wensen onze favoriete schaatsploeg heel veel succes.
Alvast een voorproefje krijgen?
Zaanlander is exclusief verkrijgbaar bij Albert Heijn en op ah.nl