LEER SCHRIJVEN MET SCHRIJVERS * DOOR Moniek Vermeulen * VOOR 10+
SCHRIJF ZE! XL i ji
ijij rijijijij
Sch
ZWIJG
en SCHRIJF
WAT h eb
G EG E
j ij
T
VAN DA EN AG?
Uitgeverij
EFD
ijijijf Ze!
j
ij i j i j j i j i j i j i j i j i ijij
LEERPLAN M
L
XL
XXL A Ontspannende en vertellende teksten 01 Verhaaltjes, anekdotes, grappen enz. met beeldmateriaal (tekeningen, plaatjes, foto's, illustraties) 02 Beeldmateriaal en tekst (woorden, zinnen, dialogen) 03 Beeldverhalen uitsluitend met beeldmateriaal 04 Beeldverhalen en teksten 05 Verhalen, anekdotes, grappen enz. 06 Dialoogjes, poppenspel- en toneeldialoogjes 07 Allerlei rijmen: baker-, aftel-, knie-, kriebel-, plaag-, en vingerrijmpjes 08 Raadsels 09 Liedjes: huppel- en dansliedjes, zangspelletjes 10 Vertellende versjes
M
L
XL
XXL B Informatieve teksten 01 Informatie d.m.v. beeldmateriaal en grafische symbolen zoals tekeningen, pictogrammen... 02 Informatie bij beeldmateriaal (prenten, foto's, illustraties, plaatjes, tekeningen, zelfportretten...) 03 Boodschappenlijstjes, niet-vergeetbriefjes met niet-talige en talige middelen 04 Kattebelletjes met niet-talige en talige middelen 05 Opgaven, aantekeningen, overzichten, lectuurlijsten en -fiches 06 Meningen 07 Antwoorden bij gesprekken en interviews 08 Schriftelijke antwoorden op vragen in allerlei vakken 09 Informatieve uitnodigingen voor deelname aan feestjes, quizzen, acties 10 Antwoorden op uitnodigingen: aannemen, bedanken, verontschuldigen 11 Formulieren met persoonlijke informatie: deelname aan wedstrijden, quiz, lidmaatschap club... 12 Informatieve artikelen voor klas-, school- en muurkrant 13 Informatieve artikelen voor een krant, een jeugdtijdschrift over een persoon, een gebeurtenis... 14 Informatieve brieven over ervaringen, belevenissen en gebeurtenissen 15 Informatieve berichtjes over ervaringen, belevenissen en gebeurtenissen 16 Verslag(je) over ervaringen, belevenissen en gebeurtenissen 17 Samenvattingen 18 Leeropstellen (opschrijven hoe je geleerd hebt) 19 Schema's, overzichten 20 Zakelijke beschrijvingen 21 Affiches, posters 22 Advertenties op het niveau van kinderen
M
L
XL
XXL C Overtuigende (persuasieve) teksten 01 Overtuigende uitnodigingen met beeldmateriaal en tekst om deel te nemen aan een quiz, een actie... 02 Overtuigende teksten, reclameteksten 03 Overtuigende folders 04 Overtuigende muurkrantteksten, affiches 05 Overtuigende artikelen voor klas- en schoolkrant 06 Eigen meningen en standpunten in (lezers)briefjes
M
L
XL
XXL D Verduidelijkende (demonstratieve) teksten 01 Instructies met beeldmateriaal (bv. pictogrammen) voor het gebruik van materialen, toestellen...
2
02 Instructieve teksten over het gebruik van materialen, voorwerpen, toestellen, spellen 03 Instructieve teksten voor uit te voeren handelingen (spelregels, recepten, reglementen, routes...) M
L
XL
XXL E Sfeeroproepende (evocatieve) teksten 01 Prent-, briefkaarten en brieven met persoonlijke indrukken n.a.v. gebeurtenissen 02 Sfeerbeschrijvende teksten 03 Gedichten 04 Religieuze (gebeden) en bezinnende teksten
LEER SCHRIJVEN MET SCHRIJVERS * DOOR MONIEK VERMEULEN * VOOR 10+
SCHRIJF ZE! XL rijijijij
ijij
i ji
i ijij ijij
inleiding
ijijijf Ze!
jij
ij i j i j jijij
Sch
ZWIJG
en SCHRIJF
Misschien vind je schrijven tof. Misschien ook niet. Ikzelf vind schrijven fijn. Heel fijn! Ontzettend fijn! Mega-bangelijk fijn! Zo fijn, dat ik schrijfster geworden ben.
WAT
H EB J IJ T VAN DA EN AG?
G EG E
Uitgeverij erij
EFD D
SCHRIJF ZE! XL is een uitgave van Uitgeverij EFD www.uitgeverij-efd.be Auteur Moniek Vermeulen Concept Marino Pollet Eindredactie Femke Winkels Vormgeving Studio EFD
Maar of je ’t nu fijn vindt of niet: schrijven is héél belangrijk! Stel je voor dat je een kei-coole verjaardagsfuif wil geven. Dan moet je mensen uitnodigen, natuurlijk. En dat doe je toch niet met een saaie uitnodiging... Of misschien voel je je wel geroepen om mee te werken aan de schoolkrant. Dan wil je geen belabberd figuur slaan, toch? En wat als je van je vriendje of vriendinnetje een superromantisch mailtje krijgt? Hij of zij verwacht natuurlijk een nog super-der-romantisch mailtje terug... In Schrijf Ze! XL staan schrijfopdrachten, oefeningen die je willen helpen om beter te leren schrijven. Hola-ho! Steek nog niet van ellende je handen in de lucht. Kijk eerst even in dit boekje. Wedden dat je daarna anders denkt over schrijven en schijfopdrachten?! Ik wens je in ieder geval veel schrijfplezier. Enne… Schrijf Ze!
Niet getest op dieren! 3 De uitgever heeft getracht de rechthebbenden van het illustratiemateriaal te achterhalen. Indien iemand meent dat rechten niet zijn gehonoreerd, dan kan hij of zij zich wenden tot de uitgever. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
lende teksten A. Ontspannende en vertel t 2. Beeldmateriaal en teks
Ik vind je een raar dier!
jij hebt borsten op je rug!
hoezo?
jij moet spreken met die piemel aan je kop!
waarom ben je dan niet gestopt?
Heb je me niet horen fluiten?
4
jawel, meneer...
Ik heb al een vriendje, meneer.
theorie
ier om in stripboeken Een tekstballon is een veel gebruikte man zeggen. ges ona en spotprenten te tonen wat de pers thoek met een lijntje Zo’n tekstballon is een ellips of een rech je vastgemaakt aan pijlt eromheen. Deze wordt met een soort rp. het personage of voorwe
Hoi, aangename kennismaking. Ik ben Pig, het varken. Ik heb een bloemetje meegebracht.
moet de tekst in de Waneer je tekstballonnen gebruikt, te begrijpen. aal ballonnen onmisbaar zijn om het verh niet in de afbeeldingen dat den wor egd gez iets dus Er moet te zien is.
Schrap in de tekstballon de tekst die overbodig is.
personages denken. Soms kun je in ballonnetjes lezen wat kballonnen. den Dan spreken we van gedachte- of vervangen door een paar je pijlt Bij zo’n denkballon wordt het bolletjes of wolkjes.
Wat een idioot. Ik vind bloemen helemaal niet lekker!
Waarschijnlijk zag je al dat tekstballonnen niet altijd op dezelfde manier omlijnd zijn. Dat heeft natuurlijk ook een bedoeling. Tekstballonnen met scherpe hoeken, zaagtanden of stekels geven emotie s weer zoals woede- en schrikaanvallen. Tekstballonnen die omrand zijn met een dikke lijn laten zien dat iemand heel luid spreekt, terwijl tekstballonnen die omrand zijn met een stippellijn aangeven dat het person age fluistert. Een bibberlijn kan verwijzen naar angst of kou... Bekijk nog maar eens de tekstballonnen in het voorbeeldverhaaltje. Zie je de verschillen?
Tot slot krijg je nog een voorbeeld. Maar... er is iets mee aan de hand. Waarom zijn dit geen goede tekstballonnen? Verbeter wat fout is in de ballonnen.
‘wat is het hier warm!’ Als hij wil, mag hij in mijn schaduw komen lopen.
5
de pomp of zij een robot is. De benzine足 aan agt vra en op, mp epo zin ben een en teg Een muis kijkt of niet. maar nu heel luid, of de pomp een robot is s, een nog agt vra is mu De ug. ter ts nie t pomp zeg n. Maar de pomp zwijgt nog steeds in alle tale r oor moet halen, zodat ze tenminste haa uit ger vin r haa p pom de dat s boo l Dan roept de muis hee hoort wat de muis haar vraagt! OPDRACHT 1 Lees de mop hierboven. Zet de mop om in een verhaaltje met tekstballonnen. Teken zelf de twee figuren die erin voo rkomen en maak er de passende tekstbal lonnen
6
bij.
OPDRACHT 2 Zoek in een tijdschrift op het internet een aantal toffe figuurtjes. Bedenk met de gevonden figuren een leuke situatie. Schrijf je situatie eerst in het lang uit op een kladblaadje. Bedenk dan welke tekstballonnen je moet schrijven om de situatie duidelijk te maken. Noteer de tekst van de tekstballonnen eerst op je kladblad. Lees je tekstballonnen met de figuurtjes erbij nog eens. Is je situatie duideli jk omschreven met die tekst? Zeg je niet te veel dingen? ... Pas de tekst aan tot je helemaal tevreden bent. Plak je figuren op het blad hierna en plaats er de passende tekstballonnen
bij.
7 Denk aan het verschil tussen een spreekballon en een tekstballon. Zorg dat je tekstballonnen ook de emoties van de personages weergeven. Schrijf in de tekstballonnen alleen die dingen die niet in de afbeeldingen te zien zijn!
A. Ontspannende en vertel lende teksten 5. Verhalen, anekdotes, grappen
Zaterdag 10 januari 10.50 uur
ze hadden verwacht. kampeerterrein te zijn. Groter dan ot gro erg een ek ble ard sba Vla g Campin tijdje. nooit meer terug’, zei Meisje na een g we n mij t vas ik d vin l, nde wa ‘Als ik hier alleen papa. ‘En je hebt altijd nog , zul je er wel aan wennen’, lachte zijn en dag r paa een r hie we als ‘Ach,
je mond om het te vragen.’ dan ten. Meisje schatte hem iets ouder bui r naa gen jon een te stap t rten Uit een donkergroene voo hen voorbij liep, hem hun kant uit komen. Toen hij zag en , gen zeg ks stra tot hem zij. Ze hoorde keek hem na. murmelde de jongen: ‘Yo.’ - Meisje en het enige wat hij gen heeft ons nooit eerder gezien jon e ‘Di . ma ma ak spr id!’ dhe eef ‘Wat een bel
8
zegt is yo.’ de jongen nastaarde. Mama keek om en zag hoe Meisje t niet wat. d. Ze wilde iets zeggen, maar ze wis Meisjes hoofd werd helemaal roo s mama. niet naar hier te komen’, zei Meisje om er bet me het t lijk dan zit, zo ‘Als het niet omdat ons Meisje…’ ‘Schat, overdrijf je nu niet? Het is elijk. diening: papa verstomde ogenblikk sbe and afst een als rkte we blik ’s Verder kwam hij niet. Mama en zeiden vriendelijk gedag. Enkele bejaarden kwamen voorbij probeerde papa opnieuw. ‘Dat zijn toch vriendelijke mensen’, n?’ nds tussen de bejaarden doorbrenge ‘Ze zijn wel oud. Wil jij hele weeke . te een gespierde man in een overall Uit een opvallende gele caravan stap ?’ vroeg de man vriendelijk. ‘Goedemorgen, kan ik jullie helpen isjes moeder. ‘We kijken maar wat rond’, zei Me t hier lekker rustig. Als jullie hier ooi is het , gen zeg ik zou t, ech Ter ‘Zin om een caravan te huren? de klusjesman.’ uurlijk dan, natuurlijk. Ik ben Twan Fig en. lop lijf het en teg toe en af logeren, zul je mij itief zien, maar dat de eerste indruk pos den wil s een l we st eer g pin cam Meisjes vader zei dat ze de ds. verdween in de richting van een loo was. De klusjesman zei gedag en ‘Een vriendelijke man’, zei papa. Meisjes mama murmelde wat. een mens camping is voorzien van alles wat ze ‘De a: pap zei en, am kw aan e Toen ze bij de wasserett scheidene wandel- en , kanoverhuur in de omgeving, ver ting lich ver ein terr e, rett sse wa ft: nodig hee fietsroutes, een manege vlakbij…’ ig?’ en waarvoor heb jij een manege nod ‘… : hem r ede mo s isje Me rak erb Weer ond ten petanque speeltuin, je kunt hier binnen en bui een r, ijve visv een ook r hie ben ‘Maar schat, ze heb bar, openluchtzwembad met openlucht een is er ld, lve tba voe een en spelen, er zijn een volleybal lder van Camping nu wel een wandelende reclamefo die a, pap lde rate .’ er.. vijv sier een een biljartcafé, Vlasbaard leek. anque, je mag niet in ben je veel te oud, je haat pet eltu spe een r voo t, nie aal em hel ‘Man, je vist kunt niet nmin, jij doet nooit de was, je eve dus kan llen tba voe e, kni je volleyballen vanwege vijver hebben we thuis ook.’ zwemmen of biljarten, en een sier uit Meisje! Frank Pollet, Abimo, Sint-Niklaas
De tekst die je net hebt gelezen is een deeltje uit het boek Meisje, van Frank Pollet. Frank vertelt hierin over Meisje, die samen met haar ouders een camping bezoekt. Ze willen er eventueel een caravan huren.
______________________________________________________________________________ ‘Een vriendelijke man’, zei papa. / Meisjes mama murmelde wat. ______________________________________________________________________________ Uit welke zinnen van de schrijver kun je afleiden dat mama niet veel zin heeft om een caravan te huren?
theorie
De schrijver suggereert (Als je niet weet wat dit woord betekent, zoek je het eens op in je woordenboek!) soms dingen, zonder ze echt te verwoorden. Wat suggereert hij met: Mama keek om en zag hoe Meisje de jongen nastaarde. Meisjes hoofd werd helemaal rood. Ze wilde iets zeggen, maar ze wist niet wat.
______________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________
Toon aan met een voorbeeld uit de tekst dat Frank Pollet van humor in zijn verhalen houdt. ______________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________
Frank Pollet maakt veel gebruik van de directe rede. Dat wil zeggen dat hij zijn personages zelf aan het woord laat. Dat maakt een tekst vlotter. Het volgende stukje tekst staat in de indirecte rede (dat is het tegengestelde van de directe rede). De man wenste vriendelijk een goedemorgen en vroeg of hij kon helpen. Maar Meisjes moeder zei dat ze maar wat rondkeken. De man leidde daaruit af dat ze zin hadden om een caravan te huren. Hij vertelde dat het erg rustig was op de camping. Hij zei ook dat ze hem af en toe tegen het lijf zouden lopen, figuurlijk dan, omdat hij Twan, de klusjesman, was. Hoe schreef Frank Pollet dit stukje tekst in de directe rede? Schrijf het over uit de tekst. Let op het juiste gebruik van de aanhalingstekens! ______________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________
9
OPDRACHT Op 17 januari maakt Meisje kennis met de jongen van de groene voortent. Meisje snoof de frisse, landelijke ochtendlucht op en stapte het straatje uit. Bij het sanitair blok bleef ze even stilstaan. Een aantal wasmachines stond er netjes op een rij. Eén ervan stond te draaien. ‘Boeiend, hè, die wasmachines!’ Meisje schrok op. Ze draaide zich om en keek recht in de ogen van de jongen van de groene voortent. ‘Yo. Ik ben Helmut.’
Schrijf jij nu hoe de kennismaking tussen Meisje en Helmut verder gaat. Maar... je tekst moet aan een aantal voorwaarden voldoen! 1. Een aantal elementen die in je verhaal moeten voorkomen krijg je al cadeau: - Meisje logeert af en toe op de camping; - Helmut woont op de camping; - Meisje houdt een dagboek bij; - Helmut vindt een dagboek iets voor mietjes; - Helmut heeft een speciale, niet alledaagse hobby. 2. De volgende elementen mag je niet letterlijk in je tekst schrijven, maar moet je suggereren: - Helmut vindt ‘Meisje’ maar een vreemde naam; - Helmut is een beetje verliefd op Meisje; - Meisje vindt Helmut een rare snuiter.
Okidoki? Aan de slag dan maar! Noteer hieronder eerst een aantal woorden, begrippen of zinsdelen die je zeker in je tekst wil gebruiken! __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________
10
__________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________
Zorg dat de kennismaking tussen Meisje en Helmut logisch opgebouwd wordt. Laat de personages spreken. Schrijf dus een deel van de tekst in de directe rede. Denk aan de aanhalingstekens!
Vergeet niet om wat humor in je verhaal te stoppen!
11
gepaard rijm gekruist rijm omarmend rijm binnenrijm
lende teksten A. Ontspannende en vertel 7. Allerlei rijmen
‘Naar bed, naar bed’, zei Duimelot.
1
‘Eerst nog wat eten’, zei Likkepot. ‘Waar zal ik ‘t halen?’ zei Langejan. ‘Uit grootmoeders kastje’, zei Ringeling. ‘Dat zal ik verklappen’, zei ‘t Kleine Ding.
2
Iene miene mutte tien pond grutten tien pond kaas
Iene miene mutte is de baas!
3
Poesje mauw, kom eens gauw, ik heb lekkere melk voor jou! En voor mij, rijstebrij. O, wat heerlijk smullen wij!
4
Er komt een muisje aangelopen. Trippel trippel trap. Het is in Kato’s nekje gekropen. Trippel trippel hap!
12
1 2
Een vingerrijmpje. Tijdens het opzeggen van het versje wordt bij elke zin een vinger aangewezen.
3
Een klankversje. Jonge kleuters kunnen dit gemakkelijk onthouden omdat het veel rijmende klanken heeft. Als kleuters het een beetje leren kennen en gaan meezingen, beginnen ze eerst de met nadruk gezongen eindklanken au en ij mee te brabbelen.
4
Een kriebelrijmpje. Een volwassene zit met een peuter op de schoot. Tijdens het opzeggen van het rijmpje ‘loopt’ de volwassene met twee vingers vanaf het buikje van het kind naar het halsje. Op het laatste woord kietelt de volwassene in het nekje of achter het oor van het kind.
Een aftelrijmpje. Alle spelers staan in de kring. De afteller zegt het rijmpje op en telt daarbij de kring rond op de maat van het versje. Degene bij wie het versje eindigt (bij ‘baas’), die mag het spel beginnen, of het spel leiden, of tikker zijn of...
De intonatie gaat bij het opzeggen van het rijmpje langzaam omhoog om de spanning op te voeren.
l oude kinderversjes.
De rijmpjes die je daarnet las zijn hee
je gegeven aan: Welke naam wordt in het vingerrijmp ______________________________
- de wijsvinger?
______________________________
- de middelvinger?
______________________________
- de ringvinger?
______________________________
- de pink?
______________________________
____________________________ ____________________________ ____________________________ ____________________________
De namen Duimelot en Ringeling spreken voor zich. Maar kun je een verklar
ing geven voor:
- Likkepot?
____________________________________________________________
- Langejan?
____________________________________________________________
theorie
____________________________
- de duim?
______
______
- Kleine Ding? ________________________________________________ ____________
______
Zoek eens op wat ‘grutten’ zijn. ____________________________________________________________
__________________
____________________________________________________________
__________________
Omdat jonge kinderen deze versjes vlot
moeten kunnen zeggen en onthouden:
- is er gebruik gemaakt van rijm; - zijn de versregels kort gehouden; - wordt er gespeeld met klanken; - is er aandacht voor een vlot ritme. worden?) Voel je aan dat ze gezongen kunnen (Lees de versjes maar eens hardop. r eens naar deze soorten. en zijn, weet je misschien al. Kijk maa Dat er verschillende vormen van rijm rijmklank. regels eindigen telkens met dezelfde Gepaard rijm: twee opeenvolgende l rijmt op de vierde. rege vers derde en de tweede de op t rijm l rege vers te eers de : rijm l rijmt op de derde. Gekruist t op de vierde en de tweede versrege rijm l rege vers te eers de : rijm end Omarm n woorden die rijmen. Binnenrijm: binnen één versregel staa
Geef uit de versjes van de vorige bladzijde voorbeelden van: gepaard rijm:
gekruist rijm:
omarmend rijm:
_____________________
_____________________
_______________________
_____________________
_____________________
_______________________
_____________________
_______________________
_____________________
_______________________
binnenrijm: ______________________________________________________ ______________
13
OPDRACHT: schrijf zelf een leuk kinderversje! ›› Voordat je aan de echte opdracht begint, mag je eerst wat oefenen. ›› Vul op de lijnen nieuwe woorden in, die ook in het versje passen.
‘Naar bed, naar bed’, zei Duimelot. ______’, zei Likkepot.
‘Eerst nog wat ________________________________________________
_’, zei Langejan.
‘___________________________________________________________
_’, zei Ringeling.
‘___________________________________________________________ ‘Mama zal boos zijn’, zei ‘t Kleine Ding.
Iene miene ______________________________________________________ tien pond peren. tien pond ______________________________________________________ Iene miene ______________________________________________________
is al groot!
Er komt een ______________________ ______________________ Trippel trippel ______________________ Het is op Stef zijn ______________________ ______________________ Trippel trippel ______________________!
4 EN LUKT DEZE OOK? , ben je thuis?
14
Piepje ______________________________________________________
____________?
Heb je lekkere kaas in __________________________________________
hier ook aan het binnenrijm!) En wat ______________________ of ______________________ (Denk
voor je vriendje, Cavia?
En dan nu de echte opdracht! Maak zelf een spiksplinternieuw kinderversje. Kies of het een aftelrijmpje, een kriebelrijmpje, een klankversje of een vingerrijmpje wordt. Schrijf hier je versje op een creatieve, leuke manier uit.
15 Beslis eerst welk rijmschema je wil toepassen. Werk met korte vers regels. ‘Speel’ met klanken. Wees creatief in je woordgebruik. Denk aan het ritme. De versjes moeten als het ware kunnen gezongen worden.
teksten B. Informatieve
j beeldmateriaal 2. Informatie bi
Dit zijn de geliefkoosde plekjes uit mijn tuin. Ach ja, mijn tuin... De tuin van mama, papa, Janna en van mij, natuurlijk! Op de trampoline breng ik heel wat uurtjes door. En niet alleen om te springen. Tijdens de zomer, bij tropisch weer, wordt de trampoline een knus bed. Papa, Janna en ik slapen er dan ’s nachts. Mama niet. Zij is niet zo’n natuurmens. En ze is allergisch voor muggen. En soms wordt de trampoline een rustig leeshoekje. Met een boekje op de trampoline. Gezellig hoor! En dan het kippenhok. Elke dag duik ik wel een paar keer dat hok in. ‘Kippen verzorgen is Jorams hobby’, zegt mama vaak. Eigenlijk heeft ze wel gelijk. Ik geniet erg van het eierenrapen en van de leuke kakel met de 16
kippen. Misschien was ik in een vorig leven wel een haan... Ik hoop dat mama en papa het nooit in hun hoofd halen om te verhuizen. Want deze plekjes wil ik echt niet kwijt. Never!
De tekst die Joram bij de foto’s schreef, is een informatieve tekst. Waarover geeft Joram informatie? __________________
Bij informatieve teksten denk je waarschijnlijk aan saaie teksten. Maar de tekst van Joram is helemaal niet saai. Toch? (Als jij vindt van wel, dan is er
iets mis met jou J)
Geef één voorbeeld uit de tekst waaruit humor blijkt. ____________________________________________________________
__________________
n fleuren de tekst op. In de tekst wordt een aantal bijvoeglijke naamwoorden gebruikt. Zulke woorde rukte woord door een ander Schrijf de onderstaande zinnen opnieuw, maar vervang telkens het vetged beeldend woord.
theorie
____________________________________________________________
Dit zijn de geliefkoosde plekjes uit mijn tuin. __________________
____________________________________________________________ Tijdens de zomer, bij tropisch weer, wordt de trampoline een knus bed.
__________________
____________________________________________________________ En soms wordt de trampoline een rustig leeshoekje.
__________________
____________________________________________________________
En laten we nu even de opbouw van de tekst bekijken. Uit hoeveel grote delen bestaat de tekst? _________ Waaraan merk je dat? __________________________________________ __________________ Wat kom je te weten in de inleiding van de tekst? __________________
____________________________________________________________ Wat krijg je te lezen in het midden (de kern) van de tekst?
__________________
____________________________________________________________ En wat staat er in het slot van de tekst?
__________________
____________________________________________________________
je dat? Het midden van de tekst is nog eens onderverdeeld in 2 delen. Hoe merk __________________ ____________________________________________________________ Waarom wordt er in 2 delen gewerkt? __________________
____________________________________________________________ Hoe noemen we die verschillende deeltjes van een tekst?
__________________
____________________________________________________________
17
OPDRACHT 1 Nu is het jouw beurt om zelf een informatieve tekst bij foto’s te schrijven. Eerst bij een foto die je krijgt én met een beetje hulp. Stel je voor dat de hond op de foto jouw hond is, die je heel graag mag. Schrijf vanuit dat standpunt een tekstje bij de foto. a) Schrijf één zin als inleiding. b) Zorg dat in het midden van de tekst een antwoord staat op de vragen: - hoe heet jouw hond? - wat doet jouw hond graag? - hoe oud is het dier? - waarom mag je de hond zo graag? c) Schrijf nog één zin als slot. Gebruik af en toe een bijvoeglijk naamwoord om je tekst op te fleuren, maar niet overdrijven hoor!
18
OPDRACHT 2
of van tijdens een vakantie. Zoek in je fotoverzameling twee foto’s van iets of iemand uit je omgeving, ad, in je school, in je straat... Of maak zelf nog nieuwe foto’s van leuke plekjes of leuke dingen in je dorp/st Schrijf daar een interessante, leuke, informatieve tekst bij. in je tekst. Bekijk wat echt zinvol Werk eerst op een kladblaadje. Noteer woorden/zinnen die je wil gebruiken nog eens en schrap dingen als is en bouw aan de hand van die gegevens een goede tekst op. Lees de zinnen je ze niet echt nodig vindt. eroverheen (gebruik een Schrijf je tekst netjes op het volgende blad en plak daarna je foto’s erbij of plakbandje, dan kun je ze oplichten om het verhaal te lezen!).
Zorg dat je tekst uit een inleiding, midden en slot bestaat. Verdeel het midden van je tekst eventueel nog in alinea’s. Gebruik bijvoeglijke naamwoorden om je tekst op te fleuren, maar zeker niet te veel!
19
teksten B. Informatieve
erzichten 19. Schema’s, ov
Laat ze maar vliegen‌ Wist je dat je gemidde ld 15 winden per dag laat? Tijdens het eten slik je kleine hoeveelheden lucht in . Ook maken je maag en darmen gas aa n om het eten te verteren. Dat gas moe t er weer uit. En dat gebeurt via de anus . Soms gebeurt dat onopgemerkt, som s gaat dat gepaard met geluid. En met ge ur! Wie te veel winden la at (meer dan 20 per dag!) heeft geen problemen met zijn darmen, maa r eerder met zijn eetgedrag.
org je je darmen
echt kauwt, bez gehaast eet en sl
ld Als je bijvoorbee ? overwerk. geluid van winden et h en r u ge e d En hoe zit het met de je iets afleiden. n ka it leem, terwijl har ru b aa ro d p k o gs n O ri te er tv duidt op een ve ing. Een zachte wind koolhydraatverter n, te h ec sl n ee p o os winden te late lo id lu ge m winden wijzen o en o zo goed je best d . Maar je mag nog n je lelijk verraden ka d in w n ee n va de geur
Stinken je winden naar rotte eieren ? Dan heb je een slechte eiwitvertering als gevolg van een overschot aan dierlijke eiwitten. Een zurig ruikende wind is het gevolg van gisting in de darmen omdat je te veel ko olhydraten zoals suikers, hebt gegeten.
20
Maar ook veel winden worden ing ehouden en dat kun je beter niet doen. Het inhouden van winden kan na melijk leiden tot uitstulpingen van de darmen. De giftige darmgassen kunnen door opname in de bloedbaan kla chten als vermoeidheid en hoofdpijn veroorzaken. Een goede raad dus: laat ze maar vliegen! uit Een Lekkere Mondvol! Moniek Vermeulen, Uitgeverij EFD, Sint-Niklaas
A. Waarom winden laten? Lucht inslikken tijdens eten Gas in maag in darmen (om eten te verteren)
theorie
een informatieve tekst. boekje Een lekkere mondvol! Het is De tekst die je daarnet las, komt uit mijn . Maar hij hoeft zeker niet saai te zijn. Dat kun je bij de eerd Een informatieve tekst is niet gefantas ! titel de aan ken e schema’s. gegeven tekst al mer innen met een schema of met meerder beg je kun n ijve schr te t teks e tiev rtussen. Voor de Om een informa ken in een tekst en het verband daa fdza hoo de van ht rzic ove een is . Er zijn verschillende Een schema en van tekens (cijfers, letters, pijlen...) mak ruik geb rbij daa je kun heid WWW-schema’s duidelijk ma’s, tabellen, boomschema’s, WW sche spin ld bee oor bijv s, ma’ sche soorten oorzaak-gevolg, middel-doel... (wie, wat, waar, waarom, wanneer...), met een aantal schema’s. ere mondvol! te schrijven, begonnen Ook ik ben, om de teksten uit Een lekk l kon gebruiken voor ‘Laat ze maar vliegen...’. ik zoa Laten we eens kijken welke schema’s uit de tekst. en met woorden/begrippen/zinsdelen vull te aan zijn dig olle onv die s ma’ Probeer de sche
gas moet eruit g via anus g win d laten
B. Een boomschema ________________ Winden
met geluid
________________
_____________ _____________ rotte eieren _____________
________________________ slechte koolhydratenvertering ________________________ ________________________
C. oorzaak gevolg inhouden van winden ______
____________________
D. Maak zelf ook nog een schema dat bij de tekst hoort.
21
En nu zelf aan het werk. OPDRACHT 1 Eerst krijg je nog wat hulp. Je krijgt twee schema ‘s. Aan jou om er een tekst bij te schrijven. Je moet alle gegevens uit de twee schema’s gebruiken!
zoogdier geen vis
grootste walvis = blauwe vinvis
brengt jongen levend ter wereld
walvis
ademen uit door neusspuitgaten
walvissen
22
in het water longen
baleinwalvissen
rijen baleinen in de bek (= een soort baard) om kleine zeediertjes uit het water te zeven
tandwalvissen
scherpe tanden om voedsel te vangen en op te eten
OPDRACHT 2 Schrijf nu helemaal zelf een informatieve tekst. Je mag kiezen uit de volgen de onderwerpen: Dinosaurussen – Naaktkatten – Planeten - België – Nederland – Zweetv oeten Tips! - Zoek eerst gegevens op (in boeken, op het internet...) - Kies welke gegevens je wil gebruiken in je tekst. - Maak met de gegevens (misschien moet je er nog een aantal schrappen; dat mag!) minstens twee schema’s. - Maak aan de hand van je schema’s een tekst van minstens 15 zinnen. - Zoek een originele titel.
Lees je tekst nog eens na: is hij logisch opgebouwd? Heb je hoofdletters en lees tekens gebruikt? Is hij niet te saai? ...
23
Gezocht teksten B. Informatieve
Gezoc nderen het niveau van ki op es ti en rt ve 22. Ad
Gezocht
ezocht zocht ocht zocht Gezocht:
een mama of een papa voor leuke knuffels!
Ik verkoop mijn verzameling knuffeldieren, wegens stopzetting hobby. Prijs: tussen 1 euro en 5 euro per knuffel. Interesse? Neem contact op met: Teddy Beertjens Troetelstraat 24 3610 Aaien tel: 021 45 23 85 teddybeertjens@gmail.com
24
Mijn knuffels verdienen een fijne omgeving, dus alleen contact opnemen als je echt van knuffels houdt.
ns uit halen.
Hoewel de advertentie niet veel tekst bevat, kun je er toch heel wat gegeve Wat wordt verkocht?
Waarom wordt het verkocht? ____________________________________________________________
__________________
____________________________________________________________
__________________
Prijs van de verkochte goederen? __________________
____________________________________________________________
theorie
__________________
____________________________________________________________
Wie verkoopt? __________________
____________________________________________________________ Hoe contact opnemen?
__________________
____________________________________________________________ Verdere informatie?
__________________
____________________________________________________________
Op welke manier probeert de maker aandacht te trekken in zijn advertentie? ____________________________________________________________
__________________
____________________________________________________________
__________________
uis hangt.
Bekijk nu ook onderstaande advertentie die aan het prikbord in een warenh
Omdat ik ze allemaal al vaak gelezen heb, verkoop ik 20 stripverhalen. Voor elke strip vraag ik 1 euro en je moet geen korting vragen, want die geef ik niet. Nero Stripman 25 Ik neem aan dat je het met me eens bent dat dit niet echt een geslaagde adverte ntie is... Waarom niet? (geef minstens drie redenen) ____________________________________________________________
__________________
____________________________________________________________
__________________
____________________________________________________________
__________________
Gezocht Gezoc
OPDRACHT 1
Laat je van je goede kant zien en help Nero Stripman. Maak voor hem een goede advertentie. (Gegevens die ontbreken maar die je toch nodig hebt, mag je er zelf bij fantaseren.)
OPDRACHT 2
26
Gezocht
ezocht zocht ezocht zocht
Je bent de trotse bezitter van een fam ilie wandelende takken. Maar er is een probleempje: je toffe diertjes planten zich nogal snel voort. Verkopen is de boodschap! Je bent maa r wat blij dat je in de schoolkrant een advertentie mag plaatsen. Denk eerst even na: - hoeveel diertjes ga je verkopen? - wat wordt de verkoopprijs? - welke contactgegevens ga je in de adv ertentie plaatsen? - op welke manier ga je je advertentie aantrekkelijk maken? - stel je bepaalde eisen aan de kopers? - ...
Om deze opdracht nog een extra crea tief kantje te geven, mag je voor jeze lf een leuke, grappig gekozen naam en adres verzinnen.
Gezocht ezocht
Gezoc Gezo Gezoch Gezocht 27
Zorg dat je advertentie voldoende informatie bevat. Denk aan een leuke aandachtstrekker voor je advertentie.
ksten (persuasieve) te de en ig tu er Ov C. eksten teksten, reclamet de en ig tu er Ov 2.
Reclame... we laten ons allemaal wel eens verleiden! Bekijk de onderstaande reclameslogans:
HET HOUT NOOIT OP!
Hebben wij u o oit laten staan? OORDEEL NOOIT VOOR
Waarvoor wordt er reclame gemaakt? Verbind elke slogan met het passende ‘product’.
De stof die u zoekt hangt in den boom
• Schiesser een merk van ondergoed
•
• Vaillant
•
Bob, daa r mee thui kun je skomen •
• Knack een weekblad
WARM AANBEVOLEN!
28
een groothandel in hout en bouwmaterialen
•
WOENSDAG
WON DERGOED!
• Jongeneel
•
verwarmingsketels
•
• Den Boom een zaak waar gordijnen en stoffen verkocht worden
• Ministerie van Verkeer •
een campagne tegen alcohol in het verkeer
• ANWB Wegenwacht / pechhulp
de mensen aan tot doorBij reclame is een goede, pakkende kopregel/slogan heel belangrijk. Die zet denken en maakt hen nieuwsgierig.
Kun je de spitsvondigheid van de gegeven slogans kort opschrijven? Het hout nooit op! ______________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________
theorie
Een slogan van een reclameboodschap... ... moet kort zijn, anders verliest ze haar kracht. een gekend spreekwoord, ... moet opvallen door spitsvondigheid: leuk taalgebruik, humor, gebruik van een ‘knipoog naar’...
Hebben wij u ooit laten staan? ______________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________ Oordeel nooit voor woensdag ______________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________ De stof die u zoekt hangt in den boom ______________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________ Wondergoed ______________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________ Bob, daar kun je mee thuiskomen ______________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________
s uit je hoofd? Een goede reclameslogan blijft bij; je onthoudt ‘m. Ken jij nog reclameslogan Noteer ze hieronder. __________________
____________________________________________________________
__________________
____________________________________________________________
__________________
____________________________________________________________
29
OPDRACHT 1 Als je reclame op de televisie ziet of in een folder leest, denk je misschien weleens: dat had ik zelf ook kunnen bedenken! Maar, het schrijven van een aansprekende, goede reclametekst is niet zo simpel als je over het algemeen denkt. Probeer het zelf maar eens uit. (Natuurlijk bestaat een reclameadvertentie uit meer dan een slogan alleen. Er hoort ook een beeld/illustratie bij, soms moeten de klantvoordelen duidelijk zijn, de naam van de firma, het adres, de website moet vermeld worden, enz. Maar bij deze schrijfopdracht gaat het ons vooral om de slogan, het meest creatieve element van de reclameboodschap..) Eerst wat oefeningen waarbij je nog wat hulp krijgt!
Bedenk een slogan voor het gevraagde product. De woorden tussen haakjes helpen je al op weg. Probeer op een kladblaadje eerst een aantal zinnen op te schrijven. Kies er de beste uit en probeer daarin nog te schrappen zodat je een korte, kernachtige slogan overhoudt! roomijs (cool) __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________
kaas (muizen) __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________
kapper (hoofdzaak) - snap je ‘m? :-) __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________
OPDRACHT 2
30
En nu zonder hulp. Kies minstens drie van de gegevens hieronder en bedenk daarvoor een leuke slogan. - een broodbakmachine - een dierenarts - een fietsenmaker - melk - een lagere school - een bibliotheek - een circus Noteer je zelfontworpen slogans op een creatieve manier op het volgende blad. (Je mag ze, als je tijd en zin hebt, ook nog aanvullen met meerdere andere gegevens zoals een naam van de firma of het product, adres, website, illustratie...)
Zorg dat je slogan origineel, spitsvondig is. Misschien kun je wel een bestaand spreekwoord gebruiken of een woord met een dubbele (grappige) betekenis. Of misschien kun je letters bij een woord toevoegen of weglaten...
Maak je slogan kort! Begin met een lange zin en schrap tot je enkel de kern overhoudt.
31
C. Overtuigende (persuasieve) teksten
fjes 6. Eigen meningen en standpunten in (lezers)brie Volgens de Rechten van het Kind heeft elke jongere het recht op een eigen mening. Ook jij hebt een mening over wat er om je heen gebeurt. Toch? Sommige dingen vind je leuk, andere dingen haat je. Natuurlijk mag je die mening uiten. Natuurlijk mag je anderen laten weten wat je over iets vindt, zolang je daarmee niemand kwetst. Dus... hou het een beetje netjes, hé! Vloeken, verwensingen, scheldwoorden... maken je mening niet echt geloofwaardig! Je eigen mening hebben is één; deze goed kunnen uiten is iets anders... Aan het einde van het schooljaar plaatste juf Veroniek een meningenbus in de klas. Ze vroeg haar leerlingen om hun mening over bepaalde activiteiten van het schooljaar op een briefje te noteren en dat in de bus te stoppen. In hun briefjes mochten de leerlingen proberen om de juf te overtuigen om een bepaalde activiteit het volgende schooljaar weer te plannen. Of om een bepaalde activiteit zeker niet meer te herhalen. Dit zijn enkele voorbeelden van de briefjes die ze te lezen kreeg.
Beste juf, de theatervoorstelling waar we heen gingen vond ik maar niks. De acteurs stonden houterig op het podium en het verhaal dat ze brachten kon me niet echt boeien. Er zat heel weinig humor in en de plot was nogal flauw. Ik had het gevoel dat het stuk heel lang duurde, maar telkens als ik op mijn horloge keek, was er nog niet veel tijd voorbijgegaan. Ik vind dat je voor volgend schooljaar een ander theaterstuk moet uitkiezen.
Dag Juf Veroniek, wat ik heel leuk vond dit schooljaar was de stadswandeling. Daaag! Jana
Groetje, Lizzy
Lieve juf,
Hoi juf,
32
het toneel in de schouwburg vond ik kei-leuk. Ik moest enorm lachen omdat ik naast Joppe zat en die viel van zijn stoel. Jelle
we deden heel veel toffe dingen dit schooljaar. Wat je volgens mij volgend jaar zeker weer moet organiseren is het maandelijkse vertelmoment aan de kleuters. De kleuters genoten er altijd van en voor mezelf vond ik het heel leerzaam omdat ik op een leuke manier leerde vertellen. Ik vind het jammer dat zoiets er niet was toen ik zelf in de kleuterklas zat. Bedankt! Tobias
gen om een activiteit wel of
Welke van de briefjes voldoen het best aan de doelstelling: de juf overtui niet te herhalen?
Waarom? ____________________________________________________________
__________________
je iets goed vindt of niet, of Als er gevraagd wordt naar je mening is het niet genoeg om te zeggen of je het ergens mee eens bent of niet... Dat wil zeggen dat je Belangrijk bij het verwoorden van je mening is dat je je mening argumenteert. oneens bent. of eens iets met uitlegt waarom je iets goed of niet goed vindt, of waarom je het stuk niet meer te reserveren Welke argumenten haalt Lizzy aan om de juf te overtuigen om het theater voor volgend schooljaar?
theorie
__________________
____________________________________________________________
__________________
____________________________________________________________
__________________
____________________________________________________________
En welke argumenten gebruikt Tobias om de juf te overtuigen om de vertelm blijven organiseren? omenten aan kleuters te ______________________________
______________________________
__________________
______________________________
______________________________
__________________
En waarom vond Jelle het theaterstuk wel leuk? __________________
____________________________________________________________
Vind je dat het argument van Jelle zinvol is voor de juf? Waarom wel of waarom
niet?
____________________________________________________________
__________________
____________________________________________________________
__________________
33 Met welk argument probeert Jana haar
juf te overtuigen dat een stadswandeling
voor herhaling vatbaar is? _______________
______________________________
___ ______________________________
____________
______________________________
______ ______________________________
OPDRACHT 1 De leerlingenraad op school heeft een ideeënbus geplaatst. Elke leerling van de school mag via een briefje ideeën doorgeven, een mening uiten over iets of kritiek geven op iets. Tijdens de vergadering op dinsdag middag worden onder andere de volgende briefjes uit de bus gehaald.
Beste leden van de leerlingenraad, tijdens elke speeltijd wordt er op onze speelplaats gevoetbald. Ik vind dat niet fijn want ik vind zwemmen veel leuker dan voetballen. En soms krijg ik een bal op mijn hoofd. Dat doet pijn! Kunnen jullie het voetballen niet laten verbieden? Anoniempje
Beste schoolgenoten, op onze school wordt hier gefluisterd dat er niet meer en daar mag worden tijdens de spee gevoetbald dat je het voetballen wel m ltijden. Ik vind Heel veel kinderen vinden oet toelaten. leuke sport. En ik heb pasvoetbal een voetbal gekregen van mijn een nieuwe opa. Jolien cht wordt.
In elk van deze briefjes staat één argument waarmee de mening zinvol toegeli Markeer of onderstreep dat deeltje. Er staat in elk briefje ook een argument dat totaal zinloos is. Streep dat door.
Ben je tegen voetballen op school? s twee zinvolle argumenten. Vul dan op het volgende blad het briefje van Anoniempje aan met nog minsten Ben je voor voetballen op school? twee zinvolle argumenten. Vul dan op het volgende blad het briefje van Jolien aan met nog minstens
OPDRACHT 2 Hieronder vind je een aantal voorstellen die op school de ronde doen. (Er zitten er wel wat gekke bij; misschien moet je die niet echt voorstellen bij jou op school :-) ) Kies er twee uit waarover je je mening wil geven. Bepaal zelf of je voor of tegen bent. Schrijf je mening op in twee briefjes voor in de ideeënbus van de leerlingenraad .
34
Kies uit: • Alle stoelen uit de klas vervangen door zitballen • Elke week een disco-uurtje • Verkiezingen organiseren zodat de leerlingen zelf hun directeur kunnen kiezen • Geen trappen in de school, wel glijbanen en klimtouwen • Elk jaar opnieuw bij dezelfde juf of meester in de klas • Gymlessen afschaffen • Elke dag zwemles
Beste leden van de leerlingenraad, tijdens elke speeltijd wordt er op onze speelplaats gevoetbald. Soms krijg ik een bal op mijn hoofd. Dat doet pijn! __________________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________________
Kunnen jullie het voetballen niet laten verbieden?
Anoniempje
Beste schoolgenoten, op onze school wordt hier en daar gefluisterd dat er niet meer gevoetbald mag worden tijdens de speeltijden. Ik vind dat je het voetballen wel moet toelaten. Heel veel kinderen vinden voetballen een leuke sport. __________________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________________ Jolien
Keuze 1 __________________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________________
__________________________________________________________________________________________ Keuze 2 __________________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________________ Denk goed na om de juiste woorden voor je mening te vinden. Schrijf duidelijk of je voor of tegen bent. Zonder argumenten waarom je voor of tegen bent, is je mening waardeloos!
35
D. Verduidelijkende (demonstratieve) teksten 1. Instructies met beeldmateriaal (pictogrammen)
bepaalde Vaak worden pictogrammen gebruikt om aanwijzingen te geven voor handelingen. eenvoudig Pictogrammen zijn eenvoudige, makkelijk herkenbare afbeeldingen. Ze zijn drukt kan te leren en goed te onthouden. Ze bevatten informatie die ook in taal uitge worden: ze vervangen dus een tekst. begrijpt Het grootste voordeel is dat ze weinig ruimte innemen en... een afbeelding iedereen. Enkele voorbeelden:
1
Het water dat uit deze kraan komt, mag je niet als drinkwater gebruiken.
2
Opgepast! Deze omheining staat onder elektrische spanning!
3
Dit product is giftig. Het kan bij inademing, inslikken of opname door de huid, al bij zeer kleine hoeveelheden gevaar voor de gezondheid opleveren of zelfs de dood veroorzaken.
4
Wie dit terrein betreedt, moet een veiligheidshelm opzetten.
5
Als je de richting van de pijl volgt, vind je de nooduitgang.
36
De talige uitleg bij de pictogrammen is kort. Toch geeft het heel wat informa tie. Welk van de pictogrammen op de vorige bladzijde geeft een verplichting weer? (Noteer het nummer.) _______
__________________
____________________________________________________________
Welke van de gegeven pictogrammen wijzen je op een gevaar? ______ _
theorie
Uit welk(e) woord(en) in de talige tekst kun je dat afleiden?
Uit welk(e) woord(en) in de talige tekst kun je dat afleiden? __________________
____________________________________________________________
Welk van de pictogrammen op de pagina hiervoor geeft een verbod weer?
_______
Uit welk(e) woord(en) in de talige tekst kun je dat afleiden? __________________
____________________________________________________________
Welk pictogram geeft een aanwijzing of informatie weer? _______
Uit welk(e) woord(en) in de talige tekst kun je dat afleiden? __________________
____________________________________________________________
Welke afbeeldingen van de pictogrammen worden letterlijk in de tekst vernoe
md?
- Bij picto 1
__________________________________________________________
- Bij picto 2
__________________________________________________________
- Bij picto 3
__________________________________________________________
- Bij picto 4
__________________________________________________________
- Bij picto 5
__________________________________________________________
37
En nu zelf aan het werk! Je krijgt drie opdrachten. OPDRACHT 1 de bladzijde hierna. am. Noteer je tekst bij opdracht 1 op Zoek een passende tekst bij elk pictogr
OPDRACHT 2 Pictogrammen met wasvoorschriften Omdat mama op cursus is, nemen Kato en haar vader de huishoudelijke taken op zich. Eén ervan is: de vuile was in de wasmachine stoppen. Maar... hoe moet of mag een kledingstuk gewassen en gedroogd worden? Daarvoor kunnen Kato en papa de pictogrammen lezen die in de kledingstukken genaaid zijn. Voor alle zekerheid (en om blunders te voorkomen) heeft papa aan oma gevraagd om de informatie van de pictogrammen in een tekstje om te zetten. Welke uitleg zal oma genoteerd hebben bij elk van de pictogrammen? Je mag de uitleg van de pictogrammen opzoeken op het internet. Schrijf je tekst bij opdracht 2 op de bladzijde hierna.
OPDRACHT 3 Creatief met picto’s probeer nog een e uitleg. Probeer heel creatief te zijn; eerd ntas gefa e, leuk een o’s pict e end Verzin bij de volg hand liggende leuke omschrijving. beetje verder te gaan dan een voor de Een voorbeeldje: een wegversmalling. Echte verklaring: opgelet, hier begint en flessen op de weg. Verzonnen verklaring: opgelet, hier ligg nadert een diëtist! Echt creatieve verklaring: opgelet, je
38
en. onnen verklaring voor deze pictogramm En nu jij: geef een heel creatieve verz zijde hierna. Noteer die bij opdracht 3 op de blad
Houd de tekst kort. (Maximum twee zinnen!) Zorg ervoor dat één woord uit de tekst expliciet verwijst naar de afbeelding van
het pictogram.
OPDRACHT 1
OPDRACHT 2
OPDRACHT 3
39 Maak in je tekst duidelijk of het om een verbod, een gevaar, een gebod (verplichting) of een toelichting gaat.
E. Sfeeroproepende (evoca tieve) teksten 3. Gedichten
MIJN ZUS Mijn zus verft graag haar lippen rood en draagt een minirok. (Haar benen zijn te bloot!) Ze giechelt als ze jongens ziet, maar zeurt ook over hen. (Wat een rare griet!) Ze vindt zichzelf heel hip, maar ik merk enkel dat ze kakelt als een kip!
GEEN HO NGER
Ik eet w el vaker kip of k maar va oe, navond is ’t kon Ik tast m ijn. et lange t a nden to het had e: mijn hu isdier ku nnen zi jn.
R E I D S HUI 40
of kat n j i n o k . hond, n en rad e e e g n i l i r e Ik w hamst n e tuin, e n g j i k o m n en o haap i c s n e e n Ik wil re oge e k n n. o n krui met d j i z p llen o : en kru er bol l. k k e l en an wo v f e t i s l e e Zo acht b z t o o een gr
uit Liever Lief Reine De Pelseneer Uitgeverij De Eenhoorn, Wielsbeke
__________________
____________________________________________________________
__________________
____________________________________________________________
__________________
____________________________________________________________
__________________
____________________________________________________________
__________________
____________________________________________________________
theorie
Het zal je al opgevallen zijn: op de pagina hiervoor staan 3 gedichten. Hoe weet je dat het gedichten zijn?
__________________
____________________________________________________________
Er is één (inhoudelijk) element dat in alle drie de gedichten voorkomt, nameli
jk:
____________________________________________________________
__________________
In het eerste gedicht duikt een dier op in een vergelijking. Leg uit. __________________
____________________________________________________________
In het tweede gedicht kun je vermoed
en welk huisdier de ik-figuur uit het ged
icht heeft…
______________________________
______________________________
______________________________
__________________
______________________________
__________________
schaap wil, en geen van die Welke redenen geeft de ik-figuur in het derde gedicht aan waarom ze een andere dieren die in het gedicht staan? __________________
____________________________________________________________
__________________
____________________________________________________________
__________________
____________________________________________________________
41
OPDRACHT ––Schrijf nu zelf een gedicht waar een dier in voorkomt. ––Nee, niet zomaar een gedicht, natuurlijk. Je neemt één van de gedichten van Reine De Pelseneer als basis, en daarmee ga je aan de slag. ––Enkele regels zijn al (gedeeltelijk) ingevuld… ––Let op dat je hetzelfde rijmschema gebruikt! Om je te helpen staan er boogjes!
MIJN ZUS
MIJN BROER
Mijn zus verft graag haar lippen rood
Mijn broer ______________________________
en draagt een minirok.
en is een voetbalkeeper
(Haar benen zijn te bloot!)
(Zijn __________________________________!)
Ze giechelt als ze jongens ziet,
Hij schept op ____________________________ maar __________________________________
maar zeurt ook over hen. (Wat een rare griet!)
(_____________________________________!)
Ze vindt zichzelf heel hip,
Hij is heel zelfvoldaan, _____________________ maar __________________________________
maar ik merk enkel dat ze kakelt als een kip!
_______________________________________
GEEN HONGER
_______________________________________
Ik eet wel vaker kip of koe,
Ik eet wel vaker __________________________ maar __________________________________
maar vanavond is ’t konijn. het had mijn huisdier kunnen zijn.
Ik _____________________________________ _______________________________________
HUISDIER
_______________________________________
Ik wil geen hond, konijn of kat
Ik wil geen ______________________________ en ook geen _____________________________
Ik tast met lange tanden toe:
42
en ook geen hamster in een rad. Ik wil een schaap in mijn tuin, met donkere ogen en krullen op zijn kruin. Zo lief en lekker bol: een groot zacht beest van wol.
Ik wil een _______________________________ met ___________________________________ en ____________________________________ Zo ____________ en ______________________ _______________________________________
Schrijf nu zelf een gedicht. Nee, niet zomaar ĂŠĂŠn! Het moet er eentje zijn dat rijmt en waar vergelijkingen met striphelden in voorko
men.
Als je niet veel van strips weet, neem dan personages uit hele foute televisieseries. Keuze genoeg!
43
9 789490 448196 Artikelcode: SZE07
Wie kan je beter begeleiden bij het (creatief) schrijven, dan een
échte schrijver?
Vele schrijvers schrijven graag. En veel. En ze zijn voortdurend op zoek naar originele ideeën, interessante
invalshoeken en zinderende zinnen.
In Schrijf Ze! lichten enkele schrijvers een tipje van de sluier op.
Ze tonen hoe je het schrijven kunt aanpakken. En hoe je er plezier in kunt krijgen. Bovendien laten ze je kennismaken met
tien tekstsoorten. Want schrijven is véél méér dan een opstelletje
neerkrabbelen. Schrijven is echt fun!
Wie?
n samen en Frank Pollet zij n le eu m er V k ie en in er, Mon nominaties en prijz n, Reine De Pelsene ke oe db ug je schoots len kinder- en ls haar sporen ruim goed voor tiental ke in W ke m Fe ijl ren. ury’s, terw erland en Vlaande ed N Kinder- en Jeugdj in en av tg ui rse educatieve verdiende in dive hrijfdocenten! ine en Frank zelf sc Re n zij n ie nd ve Bo
Bestellen? Goed idee! J Voor België Uitgeverij EFD - info@Uitgeverij-E
FD.be - www.Uitgeverij-EFD.be
Voor Nederland Schoolsupport - info@schoolsuppo
rt.nl - www.schoolsupport.nl
DE PEL SEN OR REI NE ERS * DO
OR 8+ EER * VO
M CHRIJF ZE!
S
LEE R SCH RIJ
SCHRIJF ZE! L ZE! XL F J I R H C S SCHR LEER
S * DO
NI OR MO
RM EK VE
EULEN *
oes?
of Pompelp
Het huisdier van tante Tralalie
EXCLUSIEF!
Jelle P. laat zijn kwalite
iten zien!
MAAK JE
EIG EN STRI P!
IJG
GST
IK HEB VLIEGAN
Hersenvliegontsteking?
ZW
IJF
Ik heb t. k gekoo in Pin P n! ete komt
ji j ijiji i
* DO OR FRA NK
PO LLE T
* VO OR 11 +
XXL
WAT GEBEURDE ER MET DE BOEKEN VAN FRAN TAS
K POLLET???
Wat ezels hebben sc met el hrijver kaar ge s en meen?
rijijijijijij
Plop? of kabouter
HR
Bosaap
ijij ijij
ijij i
ij jij
VER S
Sch
Mompelmoes
IJVER
10+ VOOR
jijijf Ze!
w rvieol inte IEF Toverb LUS EXC t Stella me
HR MET SC
IJVEN
VEN ME T SCH RIJ
SCHRIJF ZE!
VOOR 9+ FEMKE WINKEL S * SCHRIJV ERS * DOOR LEER SCHRIJV EN MET
SC
SCH RIJV EN ME T
en
RIJV LEE R SCH
EXCLUS
GEHAKTBAL?
IEF!!! JA! Ik heb hoogtevree
altijd lekker!
s!
SCHRIJF ZE! XL
Leer schrijven met échte schrijvers