Praktijk
Niets gaat vanzelf
Automatiseren, een voorwaarde voor zwakke rekenaars Tijdens de Remedial Touch vakbeurs van 13 september jl. bleek er veel belangstelling te bestaan voor het onderwerp ‘Automatiseren’. Naar aanleiding daarvan hadden we een gesprek met Marijke Theunissen, de ontwerper van het automatiseringsprogramma ‘Rekensprint’. Marijke begon haar onderwijsloopbaan aan een school voor MLK (nu speciaal basisonderwijs). “Ik heb daar heel veel Speziaal geleerd. Alles wat ik op de pedagogische academie had geleerd, werkte hier dus niet. Speziaal Niets ging vanzelf. Alles wat mis kon gaan in het leerproces, ook wat betreft gedrag en werkhouding, ging nogal eens mis.”
28
03-2011
SPEZIAAL SPEZIAAL
Speziaal
SPEZIAAL
Speziaal
SPEZIAAL
“Ik ben begonnen in de aanvangsgroep, daar lagen stapels ouderwetse boekjes op ieder gebied, totaal niet aangepast en afgestemd op het niveau van de kinderen. Heel veel zelfgemaakt materiaal, houten lotto’s en zo. Doordat we met ons team eigenlijk alles van de grond af moesten gaan opbouwen, heb ik aardig geleerd hoe de leerlijnen in elkaar zitten, in de kleinst mogelijke stapjes. Na de overstap naar een middenbouwgroep ben ik de RT-opleiding gaan volgen en heb ik ook nog een tijd als RT’er gewerkt in onze school. Daarnaast ben ik binnen het samenwerkingsverband de reguliere scholen gaan begeleiden. Dat was nog in de periode voordat de samenwerking binnen de verbanden goed van de grond kwam. Scholen konden bij problemen met een leerling ons inroepen voor extra hulp, het was nog een beetje pionierswerk. Later werd het allemaal meer gestructureerd en kwam ik in een team onder leiding van een coördinator te werken. Bij cluster 3 kwam er een baan vrij als ambulant begeleider en ik kon mijn versnipperde baan van AB, IB, RT en NT2 omzetten in een baan waarin ik het werk dat ik zo leuk vind, volledig kon gaan uitvoeren. Dat doe ik nu vanaf 1999.”
Rekenspecialist Marijke begeleidt vooral leerlingen met een lichamelijke beperking en kinderen die langdurig ziek zijn. Kinderen met wie ze nu te maken heeft, hebben naast allerlei aanpassingen op fysiek gebied en op het gebied van werkhouding, vaak ook last hebben van leerproblemen. “Als er bij het rekenen problemen zijn, blijkt heel vaak dat het automatiseren zwaar onvoldoende is. Veel kinderen hebben te weinig gestructureerd geoefend, maar bij cluster 3-leerlingen kan het ook bijvoorbeeld het gevolg van een hersenbeschadiging, van DCD1 of van een andere problematiek zijn. Kinderen met een hersenbeschadiging kunnen een uitval hebben in het hersengebied waar het automatiseren zit, maar ook dan zijn kinderen vaak toch gebaat bij inslijpen. Kinderen met DCD hebben problemen met het automatiseren van allerlei processen, ook van motorische processen. Het plannen van het werk, niets loopt vanzelfsprekend. Ik zie vaak een combinatie van problemen.”
Combinatie van problemen
se tot problemen. Het betreft ook vooral het verwoorden van getallen. Het automatiseren gaat in heel kleine stapjes, het is bijna een kwestie van voordoen, nadoen, hardop inslijpen van die kleine stapjes. Elke stap die erna komt, heb je vooraf ingetraind. Concreet: het somtype 92 – 28 heeft veel handelingen nodig. Daarvoor is getalinzicht nodig. Soms hebben kinderen dat best wel, en begrijpen ze het ook wel, maar ze kunnen de som niet uitrekenen vanwege de vele handelingen. Ze hebben de handelingen, de stapjes niet vlot paraat, ze hebben de splitsingen niet paraat, de sommen tot 10 zijn vaak niet vlot geautomatiseerd, ze moeten nog nadenken over 9 eraf 6. Ze hebben problemen met terugtellen en weten niet dat voor de 70 de 60 zit. Het somtype 10 eraf 6 is niet geautomatiseerd en dus 70 eraf 6 niet. De getallenlijn zien ze niet voor zich.”
Het plannen van het werk, niets loopt
vanzelfsprekend. Ik zie vaak een combinatie van problemen
Verschil rekenprobleem en dyscalculie “Ja, dyscalculie is echt een heel zwaar rekenprobleem, bij dyscalculie zitten de problemen in de procedures, in het automatiseren, in het getalinzicht. En dan wel zo zwaar dat je dat met een automatiseringstraining niet kunt oplossen. In het verleden heb ik wel een leerling begeleid met wat toen dyscalculie heette, er was toen nog niet een onderzoek, geen standaard procedure om tot die diagnose te komen. Deze leerling is in het voortgezet onderwijs wiskunde op niveau VMBO Basis gaan doen, terwijl ze de overige vakken op VMBO Kader kon doen. Gelukkig was ze talig behoorlijk sterk en kon ze wiskunde uiteindelijk laten vallen om met een diploma Kader naar het MBO te kunnen. Natuurlijk zijn dan niet meer alle studierichtingen haalbaar. Vaak lijken de rekenproblemen echter zo ernstig dat men aan dyscalculie denkt, terwijl dit niet zo hoeft te zijn. Gerichte training van de automatisering en goede begeleiding in de klas kunnen ervoor zorgen dat een leerling enorm snel vordert.”
Speziaal
SPEZIAAL
Speziaal
SPEZIAAL
Speziaal
SPEZIAAL
Speziaal
SPEZIAAL
In de methode Rekensprint speelt het hardop verwoorden van de handeling een grote rol. Hoe rijm je dat met dyslexie? Hebben ze wel de woordenschat om te kunnen verwoorden “Ja, inderdaad komen dyslexie en automatiseringsproblemen met rekenen vaak samen voor, maar dat leidt niet per
03-2011
29
<<
Op welke signalen moet een leerkracht letten? Kinderen met rekenproblemen hebben moeite met het verlenen van betekenis, ze hebben een gebrekkige conceptvorming en begripsvorming. Soms hebben ze al heel lang geoefend met concreet materiaal, maar komen niet verder. Ze hebben moeite met het ontwikkelen van oplossingsprocedures. Marijke: “Kijk, bij automatiseren bied je ze een structuur aan langs welke ze een probleem gaan aanpakken. Soms hebben kinderen zoveel verschillende oplossingsprocedures, en tegelijkertijd een zwak werkgeheugen, dat raakt volledig overbelast door alle onnodige stappen, ze maken fouten omdat ze teveel in hun geheugen hebben zitten en de sommetjes niet paraat hebben. Als je ze één goede manier aanbiedt en die
inoefent, dan hebben ze een handvat. Als je goed tot de 100 kunt rekenen, dan heb je een goede basis voor het vervolg. Problemen bij de breuken? Controleer dan eerst maar eens of de leerling de tafels wel beheerst. Meestal is dat onvoldoende het geval. Rekenproblemen ontstaan bijna nooit in de bovenbouw. Die zijn al eerder ontstaan. Maar rekenproblemen zijn gemakkelijker te verbloemen dan leesproblemen. Bij lezen of spellen valt het meteen op: als je de letters niet kent, kun je niet lezen. Bij rekenen kun je toch gewoon tellen en meedoen.”
Rekenkilometers “Tegenwoordig staat automatiseren bij veel scholen op het programma. Het inspectierapport van februari heeft het ook getoetst. Voorheen werden vooral leeskilometers gemaakt, nu ook rekenkilometers. Een intensief programma van iedere dag een kwartiertje automatiseren, leidt tot betere resultaten. Bij het automatiseren is het belangrijk om je niet te beperken tot alleen één type sommen. Oefen elke keer getallen, tellen, eenvoudige sommen binnen het tiental, de splitsingen en de sprong over het tiental en later ook de tafels en de delingen. Belangrijk is om te blijven herhalen, te verkorten en uit te bouwen naar moeilijkere sommen. Dat vraagt enige oefening en vaardigheid van de leerkracht, maar het is bijzonder effectief en de kinderen vinden het leuk. In Rekensprint staat ook genoemd dat bij het automatiseren dagelijks enkele redactiesommen geoefend moeten worden om het geautomatiseerde te leren toepassen. Voor die sommen zelf verwijzen we naar andere methodes.”
Rekenproblemen ontstaan bijna nooit in de bovenbouw
30
03-2011
Speziaal
SPEZIAAL
Speziaal
SPEZIAAL
Speziaal
SPEZIAAL
Speziaal
SPEZIAAL
Problemen met wiskunde Ook leerlingen in het voortgezet onderwijs kampen met automatiseringsproblemen. Er is wel steeds meer aandacht voor het automatiseren bij rekenen/wiskunde. Marijke: “Ik begeleid een leerling die wel het inzicht heeft, maar niet de tools om het uit te rekenen. Doordat hij een dyscalculieverklaring heeft, mag hij op school gebruikmaken van een rekenmachine, rekenkaarten, tafelkaarten en procedurekaarten. Hij heeft moeite met het automatiseren van formules, welke procedure pas je wanneer toe? Ook dat moet vaak worden getraind. Automatiseren is altijd nodig, met weinig inzicht kun je toch vaak nog een bepaald niveau halen, en heb je wel inzicht, dan ook is automatiseren nodig.”
Rol van de leerkracht “Wat belangrijk is, is om niet te snel de moed opgeven. Er is veel effect te bereiken door veel te oefenen. Ik heb gemerkt in mijn 19 jaar MLK-tijd, dat kinderen met allemaal leerproblemen, lage intelligentie, weinig rekeninzicht, verre van dat, toch technisch gezien een redelijk niveau bereikten en zich konden redden in de maatschappij. Al die kinderen hebben het wel geleerd door elke dag te trainen. Als leerkracht moet je wel het overzicht hebben, al die stappen in je hoofd hebben, dus tijdens het automatiseren ook kunnen differentiëren. Aankomende leerkrachten zijn naar mijn mening niet altijd voldoende toegerust, veel leerkrachten die nu voor de klas staan, hebben soms moeite boven de methode te staan. Ze missen het inzicht in de leerlijnen van de kleuterbouw tot en met groep 8 en dus ook een goede opbouw in het automatiseren. Dat maakt het moeilijk om bij automatiseringsoefeningen goed te differentiëren. Inzicht in de leerlijnen, ook voor spellen en lezen, daar is nog een slag te maken.”
kunt het niet allemaal in de klas doen, leerkrachten raken echt overbelast. Vaak zijn er combinatiegroepen, je hebt leerlingen die hoger begaafd zijn en je hebt leerlingen met grote problemen, hoe ga je dat allemaal redden in je eentje? Je moet manager zijn, afgezien van kennis en kunde van het onderwijs. Er is veel deskundigheid in het onderwijs gekomen, maar ik ben bang dat er met deze zware bezuinigingsplannen ook weer veel wordt afgeroomd. Scholen zijn daar niet op voorbereid. Ik denk dat ambulante begeleiding echt een meerwaarde kan zijn. Je moet wel zo praktisch mogelijk zijn. Scholen zitten echt niet te wachten op een begeleider die vraagt: ‘Wat denk je er zelf van?’ Het is belangrijk om goed in te spelen op vragen van de leerkracht en de school. Van daaruit kun je verder om de leerling te helpen.”
Je moet als leer-
kracht manager zijn, afgezien van kennis en kunde van het
Meerwaarde ambulante begeleiding Marijke: “Nu is er een rugzak, er zijn extra uren en extra geld voor kinderen met een diagnose en met een duidelijke zorgvraag. In hoeverre er straks nog extra geld is, is nog erg onduidelijk. In principe ben ik er een groot voorstander van dat kinderen in het reguliere onderwijs blijven. Maar als de problemen te groot zijn, als een kind niet lekker in zijn vel zit, er te weinig vooruitgang is en de school het niet aan kan, dan moet je wat anders. Als zo’n kind dan in het speciaal onderwijs komt, zie je het opbloeien, een enorme opluchting. Er wordt in het regulier onderwijs heel hard gewerkt, en er gaat ook heel veel goed, scholen ontwikkelen zich in een enorm tempo. Maar er zijn bijna geen rt-ers meer op basisscholen. En je
onderwijs
Speziaal
SPEZIAAL
Speziaal
SPEZIAAL
een ontwikkelingsstoornis van de coördinatie van bewegingen, daarbij kunnen kinderen last hebben van een grote bewegingsonrust, problemen met de fijne motoriek en coördinatieproblemen 1
Speziaal
SPEZIAAL
Speziaal
SPEZIAAL
03-2011
31
>>