No g n i et ja r i g als alle mensen op de wereld echt allemaal en tegelijk dezelfde kant op rennen draait de aarde dan misschien iets sneller om de zon ik wil dat graag omdat ik veel te lang moet wachten op mijn cadeaus – ze staan al in de kast hiernaast – een briefje zegt blijf af nog acht nog zeven nog zes nachten
Nou, morgen ben ik jarig en ik denk de hele poos: Wat zou ik morgen krijgen? Heel erg veel kakaartjes met de post? En slingers en ballonnen en een taart in een witte doos. En behalve dan die taart ook nog heel erg veel kakaarsjes óp de taart. Ik mocht het eten kiezen. Wat dacht je dat ik koos? Ik zei: ‘Geef mij voornamelijk maar heel erg veel kakaasfondue met sla!’ Maar als ze me vergeten, morgen, word ik heel erg boos! Er is tenslotte helemaal niks mis met die kakalender op de wc.
22 |
H a n s H ag e n , Wie heeft hier met verf lopen smijten? samengesteld door Ted van Lieshout, Querido, 2010 Variatie op ‘Twee nachten’ uit Maar jij. Querido, 2004
Hans Kuyper Ik kan alle woorden lijmen. Leopold, 2003
| 23
P i lo ot Dames en heren ladies en gentleman welkom aan boord good morning, hello gordels vast let’s go! alles wordt klein alles wordt kleiner rivieren worden slootjes boten worden bootjes de grote kerk is nu een kleintje de trein een speelgoedtreintje alles wordt klein elke tram en elke trein elk huis en elke boot maar
ik
de piloot
ik
blijf groot.
K lu s j e s m a n Ik word later klusjesman en als ik trouw trouw ik met een klusjesvrouw raampje vervangen gang behangen vraag het maar ondertussen even kussen nieuwe deur muren een kleur komt voor mekaar ondertussen even kussen dakkapel lukt ons wel alweer klaar ’s avonds zijn we moe van dat geklus van dat gekus dat heb je dan trusten klusjesvrouw trusten kusjesman.
24 |
E r i k Va n O s & E l l e va n L i e s h o u t Ik weet wat ik worden zal. Gottmer, 2008
E r i k Va n O s & E l l e va n L i e s h o u t Ik weet wat ik worden zal. Gottmer, 2008
| 25
Hoofd Mijn hoofd is soms te klein voor mij Het voelt dan of het bijna barst. Alsof het boven schuurt en knarst. O, mijn hoofd, te veel bedenksels die naar binnen klimmen. Het wordt te druk, te druk daar binnen. Ik ga lopen in de wind. Ik ga rennen langs de zee. ‘k Verzin een hond en die mag mee.
H e bb e n s l a k k e n e e n d e u r b e l? hebben slakken een deurbel? heeft een mol een toilet? dragen vissen pantoffels? kijk jij onder bed? kunnen grassprieten bloeden? past verband om de maan? kijken kippen verdrietig? waar komt regen vandaan? kun je kwallensoep eten? hebben schelpen een wang? kan de zee opgevouwen? is de juf wel eens bang? kunnen baby’s al lezen? loopt een boek altijd af? hoeveel bladzijden zijn er? waarom bestaat straf? zijn mijn ogen de ramen? is mijn vel dan de muur? zijn mijn wimpers gordijnen? is een zeehondje duur? slijt je tong door te praten? kunnen woorden ook op? blijft mijn hoofd altijd denken? stop!
26 |
T h e o O lt h u i s In je hoofd kan alles. Holland, 2007
M a ry H ey l em a De dromenjager. De Vier Windstreken, 2006
| 27
A l s n i e m a n d k i j k t… Als niemand kijkt dan kan ik alles Dan ben ik de grote held Speel ik de sterren van de hemel Ben ik de beste van het veld Mijn verstand zit in mijn voeten En als het moet ook in mijn kop Die bal gaat in de kruising Met een omhaal of een lob Ik ben beter dan Ronaldo Dan een Klaas-Jan Huntelaar Die is met mij vergeleken Een onbeholpen stuntelaar Vraag niet naar bewijzen Waar mijn talent uit blijkt Maar geloof me, ik kan alles Zolang er niemand kijkt
Red mij Het helpt, als ik dat zeg. Dan ben ik nog wel hier, maar tegelijk al weg. Eenvoudig door een kier daarboven naar een plek waar moeilijk te geloven niet bestaat. Per droom word ik vanzelf mijn eigen held, als ik dat wil. Is in het echt niet naar mijn zin, te erg, te droef, of allebei, maak ik het stil hier bovenin en zeg een paar keer: red mij. Red mij.
Dus wat sta je nou te kijken Als je kijkt dan gaat het mis Dan ben ik een amateurtje En da’s het ergste wat er is
28 |
Ko o s M e i n d e r t s Kwam dat zien! Kwam dat zien! Samengesteld door Ted van Lieshout, Querido, 2008
B a r t M o e ya e r t Verzamelde liefde. Querido, 2003
| 29
Spiegel Als uit een kaal ei een donzig kuikentje komt, uit een vraatzuchtig lompe rups een lichte vlinder ontsnapt, dan waarom
30  |
ijdelen noem jij dat eindeloos voor de spiegel staan en jezelf bekijken. liefst met gesloten ogen.
kan ik niet op een dichtbije dag opstaan en veranderd zijn van wie ik was in wie ik ben bedoeld, in iets moois
het is een soort zoeken naar je juiste gezicht.
op zijn minst? Als alles op weg is, als alles nieuw wordt, waarom luistert de spiegel dan zo langzaam als ik erin kijk?
als je het ten slotte ontdekt vouw je het heel voorzichtig dicht.
T e d va n L i e s h o u t Hou van mij. Leopold, 2009
B a s R o m pa Rode Groente. DiVers, 2001
|  31
Haar Als ik nieuwe oren mocht kiezen dan koos ik, let maar ‘ns op, twee kittekattenoortjes tiptop recht op mijn kop. Of, nu ik erover nadenk, en, als het me stond, dan koos ik toch voor de oren van de herdershond. Of ik koos, dat zou mooi zijn, dan kwam ik in de krant, voor de grote grijze flappen van de olifant, of de roze van het varken, of nee, baas boven baas, de lange lepel-oren van de fluwelen haas. Nee, wacht’s! Wat ik nu zie! Nu weet ik het zeker, nou! Ik nam fijne porseleinen oortjes zoals die van jou!
Ik ben artistiek. Ik draag mijn haar in een piek. Ik kam het scheef. Ik leg het plat. Mijn hoofd heeft nu een dak. Ik laat het zweven. Ik verf het rood. Ik laat het leven. Ik kam het dood. Haar is meer dan enkel stoppels, stengels op een rij. Haar is kunst. Het zegt echt iets over mij. Het schildert wat ik voel. Het schrijft met gel wat ik bedoel. Haar is een verhaal haar is een gedicht. Kijk maar! Voel maar! Lees maar hoe het ligt!
32 |
Ienne Biemans Paperasje. Nieuw Amsterdam, 2006
F r a n k A da m Waarom ik altijd nee zeg. Querido, 2001
| 33