Tellen en getallen(rij)
De telrij van 1 tot 10 en van 10 tot 1 opzeggen. De ontbrekende getallen in de telrij zoeken. Doortellen en terugtellen vanaf een bepaald getal. Tellen van een ongeordend(e) of gestructureerd(e) hoeveelheid/aantal (voorwerpen, tekeningen, schijven, stippen‌) volgens de telrij. De buurgetallen, het voorgaande en het volgende getal, zoeken.