Deel 1
EXPRESSIE Werken met textiel voor kleuters
Textiel als uitnodiging tot spel en beweging Voor de jongste kleuters Motorisch bezig zijn is vooral bij de jongste kleuters van groot belang. Een peuter loopt, duwt, trekt, laadt in, laadt uit, werpt, sjouwt, schudt, kortom beweegt om het plezier dat beweging hem of haar geeft. Hierbij is het belangrijk dat zij door dit motorisch bezig zijn hun eigen mogelijkheden en begrenzingen leren kennen, maar ook die van het materiaal. Een mat met enkel wat doeken, kussens en dozen lokt al veel plezier en beweging uit. Spelenderwijs merken zij daarbij ook de eigenschappen van materialen op: de vloer is bijvoorbeeld veel kouder dan de mat. Welk materiaal je de peuters ook aanbiedt, wanneer je beweging wilt uitlokken, moet je voor voldoende ruimte zorgen. Denk hierbij aan de volgende uitspraak: het is beter in actie de wereld te verkennen dan in orde stil te vallen… Of met andere woorden: geef geen groot materiaal om mee te experimenteren als je bang bent voor wanorde of ‘geweld’.
9
Enkele ideeën:
• Kussenslopen, lakens, keuken- en badhanddoeken, zakdoekjes, oude gordijnen,… materiaal uit de onmiddellijke omgeving van kleuters. Gemakkelijk te verzamelen en in overvloed beschikbaar. Denk ook aan leuke verstopspelletjes. • Maak met de kleuters een huisje of tent. De kleuters kunnen de stof van de tent eventueel bestempelen. • Voelpad: op deksels van schoenendozen of kartonnen tegels kun je allerlei textiele materialen plakken, zoals wol en verschillende soorten stof (jute, katoen, pels, vilt, gaas,…). Je kunt dit nog verder uitbreiden met andere soorten materialen, zoals: papier, rubber, schuurpapier, watten enz. Leuk om met de blote voeten op te lopen! Vind je het idee van de tegels niet haalbaar, dan kun je ook een ‘voelwand’ (op kleuterhoogte) maken. • Werpspelletjes waarbij knuffels, ballen of kleine lapjes in een doek liggen en omhoog gegooid worden. Uiteraard kan een heuse parachute hiervoor ook gebruikt worden. Bewegingssucces verzekerd! • Verstopspelletjes: welk voorwerp of welke kleuter ligt er onder de doek?
Voor de oudste kleuters Het thema ‘lappen en doeken’ kan de nieuwsgierigheid van de oudste kleuters prikkelen en de ontdekkingsdrang stimuleren. Doelen:
De kleuters kunnen op verschillende manieren de mogelijkheden met en eigenschappen van allerlei stoffen en doeken ervaren. De kleuters krijgen de kans dit in eigen tempo en volgens eigen interesse te doen. De kleuters worden via het materiaal aangezet tot samenspel. Benodigdheden
doeken lappen stukjes stof van diverse grootte, kleuren, dikte,… 10
Vooraf:
Verrijk de bestaande hoeken in de klas met doeken. De poppenhoek wordt aangevuld met diverse lapjes en doeken, die kunnen worden gebruikt als dekens, handdoekjes, tafelkleedjes, verkleedmateriaal,... Eventueel kun je ook een waslijn en wasknijpers aanbieden. In de bouw- of blokkenhoek komt een doos met grotere lappen en doeken. Zorg, aan de tafels waar beeldend kan worden gewerkt, voor stukken stof waarop kan worden geschilderd en getekend. Zet hierbij ook een doos met lapjes om tot lapjessnippers te knippen en zo te laten ervaren dat de ene stof beter knipt en/of plakt dan de andere. Bij het klimrek leg je grote lappen. Het bouwen van tenten zal hierdoor zeker aan bod komen. Creëer specifieke experimenteerkansen door: • samen met de doeken grote dozen aan te bieden waar kleuters met twee of drie kunnen inkruipen. Het dak kan met een doek gemaakt worden en allerlei lappen en lapjes zorgen voor een knusse sfeer in de doos. • grote doeken (lakens, overgordijnen, spreien…) aan te bieden in een open ruimte (buiten of in de speelzaal) om hiermee vrij te bewegen. • de kleuters de kans te geven om tafels en stoelen bij hun spel te gebruiken. Breng eventueel stoelen en tafels naar de speelzaal. Observeer de kleuters en geef ze impulsen om hun spontaan spel te verrijken. Gun de kleuters voldoende tijd om te wennen aan het materiaal. Houd er rekening mee dat ‘herhalen’ heel belangrijk is. Bij herhaling kunnen kleine veranderingen soms totaal andere activiteiten uitlokken. Bijvoorbeeld het aanbieden van lappen die versleten zijn (met gaten). Voorkom gevaarlijke situaties door het maken van afspraken en het stellen van grenzen. Probeer suggesties te geven die inspelen op het spontane spel van de kleuters.
11
Mogelijke activiteiten met lappen en stofjes • Lappen en stofjes wassen en drogen: de kleuters ervaren dat sommige stoffen veel water opnemen en andere niet. Sommige stoffen veranderen van kleur (een lichte kleur wordt nat donkerder), het drogen duurt bij sommige stoffen langer,… • Maak een groot dominospel van lapjes stof. Je hebt hiervoor 5 soorten stof nodig (telkens een lapje van 20 cm bij 8 cm), bijvoorbeeld gestreepte stof, gestippelde stof, geruite stof, ribfluweel, effen stof. Knip van elke soort stof 10 vierkanten van 4 cm bij 4 cm uit. Maak kartonnen dominokaartjes en plak de vierkante lapjes hierop. Doe dit volgens de code van een dominospel. • Maak een grote tasttwister. Breng op een groot laken 2 keer 6 verschillende stoffen aan (bv. ribfluweel, jeans…). Plak dezelfde stoffen op een dobbelsteen. Op een andere dobbelsteen zijn lichaamsdelen aangebracht (1 hand, 2 handen, 1 voet, 2 voeten, kin, knie). De kleuters gooien om de beurt met de dobbelstenen en raken met het gegooide lichaamsdeel zo snel mogelijk de aangewezen stof aan. • Bewegingsomloop in de klas of gymzaal: kruipen of sluipen onder stoelen en tafels waarover lappen stof liggen, stofjes een eind van elkaar leggen en met grote stappen van het ene naar het andere stofje stappen, kruipen over een strook van stoffen, over lapjes stof springen… • Schimmenspel achter een laken. • De poppen van de klas verkleden met lapjes, touw en elastiekjes. Een lapjestapijt of lapjesdeken maken voor de poppenhoek. • De kleuters verkleden elkaar met doeken en lapjes. • Eenvoudige popjes maken: voor de jongste kleuters een lapje over een papierprop vastmaken en versieren. Oudere kleuters kunnen er armen en benen bij maken. • Stof bedrukken met zelfgemaakte stofstempels.
12
• Lapjes en stofsnippers sorteren naar kleur, textuur… Figuren leggen door lapjes te combineren. • Stofsnippers met tandenstokers in piepschuim prikken en zo figuren, een landschap of tafereeltjes maken. • Variaties op bestaande spelletjes waarbij een doek gebruikt wordt. Bijvoorbeeld ‘1-2-3 piano’: bij het omdraaien moet iedereen volledig weggestopt zijn onder zijn doek. • Taal- en tastspelletje: met handen en voeten verschillende soorten stof herkennen en de eigenschappen van de stoffen verwoorden.
Bewegingsversjes met lapjes en doekjes Doekje op en doekje neer op de grond en… nog een keer! Doekje omhoog doekje omlaag achter mijn rug kijk, weer terug! Mijn doekje vliegt, mijn doekje wiegt mijn doekje ligt op mijn tenen oh, de tenen zijn verdwenen!
Lapje, lapje ik maak een grapje. Eerst op mijn hoofd, dan in mijn hand, nu op mijn tenen kijk… nu zijn ze verdwenen. Lapjes zwaaien, lapjes draaien lapje hoog, lapje laag lapje weg, genoeg voor vandaag!
Marleen Horemans
13