Wat moet ik doen? Ik luister naar wat de klant graag wil.
De bruid wil haar haar laten opsteken.
De tiener wil op zijn popidool lijken.
14
Ik geef raad en maak de klant mooi.
De klant krijgt een kapsel dat bij haar past.
Het haar van de vrouw is dof. De kapper raadt een speciale shampoo aan.
15