Lumen nr.2 2008

Page 1

Tekst Philip Dröge | Foto Solar Impulse

pioniers | piccard

Op zonnekracht de wereld rond Zuinig met energie omgaan, Piccard weet er alles van. In 1998 vloog hij als eerste met een ballon rond de wereld. Nu wil hij als eerste rond de wereld in een vliegtuig aangedreven door zonneenergie, de Solar Impulse. Dat kan alleen als hij bijzonder zuinig is met de energie die het toestel opwekt. ‘Overdag vliegen is geen probleem. De zonnepanelen wekken genoeg op voor de vier motoren. Maar ’s nachts vliegen we op batterijen. Dat betekent dat we efficiënt moeten zijn, anders stort ik voor zonsopgang neer.’ Er zijn zelfs specialisten die zeggen dat het niet kan. Piccard schudt zijn hoofd. ‘Iedere pionier krijgt te horen dat wat hij wil onmogelijk is.’ De recordpoging moet mensen aan het denken zetten. ‘Het is zo eenvoudig om energie te besparen. Dubbel glas, zuiniger motoren. Wellicht kunnen fabrikanten de technieken die we nu ontwikkelen voor de Solar Impulse gebruiken in hun auto’s.’

nr 12 | juli 2008

markt | maatschappij | meningen

Mel Kroon van TenneT:

‘De markt is in twee jaar tijd enorm veranderd’ | nr 12

De vorderingen van Piccard en zijn Solar Impulse zijn te volgen via www.solarimpulse.com.

Kwartaalmagazine over energiebeleid

Russisch gas omzeilen? Europa zoekt naar alternatieven

Lumen1208_Cover.indd 1

18-06-2008 15:10:09


Inhoud 4. Voorhoede lumen | coverstory

Gsm opladen met knie of water * Vieze bacteriën, schone energie? * Zonne-eiland voedt warmtesysteem * Groen troef tijdens Autosalon * Stroom schaars in Chili * Zuid-Afrika rantsoeneert elektriciteit * Japanse brandstofcel in kofferformaat

6. Dossier gas in Europa

6 ‘Noorwegen kan altijd goedkope stroom uit Nederland gebruiken’

16

De recente ruzie tussen Rusland en Oekraïne drukte Europa maar weer eens met de neus op de feiten. Als het Rusland niet zint, gaat de gaskraan gewoon dicht. Hoe gevaarlijk is een door Rusland gedomineerde gasmarkt?

14. Infographic kerncentrales Een grafiek waarin de pieken en dalen in de bouw en planning van kerncentrales wereldwijd naar voren komen.

16. Interview TenneT-directeur Mel Kroon over de kabel die de elektriciteitsnetten van Nederland en Noorwegen verbindt.

19. Column Willem Vermeend Econoom, fiscalist en voorstander van een klimaatwet. ‘Als het kabinet kiest voor een klimaatwet, durft het bedrijfsleven eerder te investeren in energiebesparing en wind- en zonne-energie.’

20. Nieuwsanalyse

23

Michael Boddeke, milieuwethouder in Apeldoorn, laat zijn licht schijnen op opmerkelijke berichten uit de media.

23. Beeldreportage Spanje Omdat Spanje zelf over weinig fossiele brandstoffen beschikt, is het voor energie vooral aangewezen op de import. Daarnaast is het overheidsbeleid ook gericht op het bevorderen van duurzame energie.

2 | lumen

Lumen1208_BW.indd 2

09-06-2008 07:36:49


lumen | inhoud

36. Best practices Leaserijders kunnen maar beter op de energiezuinigheid van hun bolides gaan letten. Want per februari 2008 is de bijtelling voor zuinige auto’s gedaald van 22 procent naar 14 procent. Een drietal bedrijven die met een groen leasebeleid duidelijk boven de massa uitsteken.

39. Column Arnoud Kamerbeek, directeur divisie Exploratie & Productie Nuon: ‘Eigen productie van aardgas versterkt onze handelspositie in de gasketen.’

40

40. Hier & Daar

‘Economische Zaken moet met een consistent verhaal komen over prijsvorming’

42

Elektrische apparaten zijn er in alle soorten en maten, zo ook kooktoestellen. Een vergelijking van het energiegebruik van kooktoestellen hier, en in Afrika.

42. Discussie Vier betrokkenen in discussie over de wetgeving die warmte- en koudeprojecten in de weg staat.

47. Supergeleiding Supergeleiding krijgt in de toekomst mogelijk een praktische toepassing. Nuon Tecno heeft serieuze plannen om over een jaar of vijf een supergeleidende kabel van zes kilometer in Amsterdam aan te leggen.

50. Kunst & Energie Kunstenaar Theo Jansen bouwt ‘strandbeesten’, die zich met behulp van windenergie kunnen voortbewegen.

50

52. Pioniers Bertrand Piccard voer als eerste de wereld rond in een luchtballon. Hij wil nu ook de eerste zijn die in 2011 op zonne-energie de wereld rondvliegt, en wel met het vliegtuig Solar Impulse.

lumen | 3

Lumen1208_BW.indd 3

19-06-2008 13:46:01


Groen troef tijdens Autosalon Vieze bacteriën, schone energie? TEXAS - VERENIGDE STATEN Het is Amerikaanse wetenschappers gelukt om een bijzondere genetisch gemanipuleerde E. colibacterie te produceren. Een team van de Texaanse A&M University heeft zes genen uitgeschakeld, waardoor de bacteriën veranderen in minieme maar efficiënte productie-units van waterstof. Daarvoor dienen zij overigens wel gevoed te worden met suikers. De gemanipuleerde E. colibacterie in kwestie is in staat 141 keer zo veel waterstof te maken als de doorsnee E. colibacterie die mensen het leven zuur maakt. De geproduceerde H2 kan in de toekomst wellicht worden gebruikt als duurzame energie. Daardoor verandert de veroorzaker van voedselvergiftiging mogelijk van een last in een lust. www.sync.nl

Gsm opladen met knie of water BURNABY - CANADA Het ziet ernaar uit dat we onze mobiele apparatuur in de toekomst niet noodzakelijkerwijs hoeven op te laden via het stopcontact. Opladen via zonnecellen of een opwindmechanisme is al langer een optie, maar er zijn meer mogelijkheden. Een goed voorbeeld is de kniebeugel die Max Donelan van de Simon Fraser University in het Canadese Burnaby heeft ontwikkeld. Deze beugels oogsten uit voetstappen genoeg energie om twee simpele laptops of tien mobiele telefoons aan de praat te houden. Een andere opvallende methode is opladen met behulp van water. De HydroPak van Horizon Fuel Cells werkt met een brandstofcel en watercartridges. De gemiddelde laptop doet het acht tot tien keer op één cartridge. www.sciencemag.org

GENEVE – ZWITSERLAND Op de grootste autoshow van Europa, de Autosalon van Genève, domineerden dit jaar groene auto’s. Toyota, Renault en Fiat toonden hun nieuwe energiezuinige modellen. Zij hopen daarmee vooral in te spelen op de groeiende vraag naar kleine vierwielers, die meer dan een derde van de Europese markt vormen. Juist dit segment ontwikkelt zich tot een vechtmarkt omdat de Europese Unie autobedrijven die zich beperken tot de markt van benzineslurpers, wil straffen. www.iht.com

Stroom schaars in Chili SANTIAGO - CHILI Door de aanhoudende droogte en een afgebrande waterkrachtcentrale moet de regering van Chili alle zeilen bijzetten om een energiecrisis te voorkomen. Daarom wordt het voltage overal gereduceerd van 220 naar 210 en is het begin van de zomertijd verschoven van 8 naar 29 maart. Om het goede voorbeeld te geven, besloot de regering alvast het energieverbruik in het presidentiële paleis en andere overheidsgebouwen te verminderen. www.newsnow.co.uk

4 | lumen

new rubriek.indd 4

18-06-2008 15:27:51


voorhoede | wereldnieuws

Japanse brandstofcel op kofferformaat TOKYO - JAPAN In het land van de Rijzende Zon is een proef gestart met op waterstof en zuurstof werkende brandstofcellen die zorgen voor elektriciteit en warm water in woningen. De brandstofcel in kwestie zit in een apparaat ter grootte van een koffer. Daarnaast staat een ketel waarin water wordt verwarmd. De installatie haalt de benodigde zuurstof uit de lucht, de waterstof wordt uit aardgas gewonnen. Bij dit proces komt echter ook koolmonoxide vrij, die weer moet worden omgezet in kooldioxide. Toch staat deze energievoorziening volgens experts borg voor een reductie van broeikasgassen met 33 procent. www.ap.org

ZONNE-EILAND VOEDT WARMTESYSTEEM ALMERE - NEDERLAND Een enorme zonneboiler, daarmee is het eiland met zonnecollectoren te vergelijken dat Nuon in Almere aanlegt. De zonne-energie die zo wordt gewonnen, verwarmt straks warm water voor 2700 woningen in de wijk Noorderplassen-West. Het zonne-eiland heeft een oppervlakte van 7000 m2 en is het op drie na grootste ter wereld. Volgende zomer moet het gereed zijn. In de toekomst zal het 10 procent van de jaarlijkse warmtebehoefte van de wijk leveren. Dit staat gelijk aan de energie die nodig is voor ĂŠĂŠn miljoen douchebeurten per jaar. De overige warmte wordt, net als nu, gewonnen uit de restwaarde van de nabijgelegen elektriciteitscentrale. www.nuon.com/nl/pers

ZUID-AFRIKA RANTSOENEERT ELEKTRICITEIT JOHANNESBURG - ZUID-AFRIKA Zuid-Afrika treft noodmaatregelen om problemen in de elektriciteitsvoorziening, zoals veelvuldige black-outs, te lijf te gaan. Elektriciteit gaat op rantsoen, prijzen stijgen en het gebruik van zonne-energie wordt gestimuleerd. Ook komt er een beperking op de productie van gloeilampen, om het gebruik van elektriciteit door verlichting terug te dringen. Het stroomgebruik is door de forse groei van de economie te sterk gestegen, daarentegen is te lang gewacht met de bouw van nieuwe centrales. www.volkskrantblog.nl

lumen | 5

new rubriek.indd 5

18-06-2008 15:28:06


IN HET KORT » RUSLAND HEEFT ZICH ONTWIKKELD TOT GASMACHT VAN EUROPA. » VOLGENS DESKUNDIGEN ZAL EUROPA VANAF 2020 DE HELFT VAN HET BENODIGDE GAS UIT RUSLAND MOETEN IMPORTEREN. » ENERGIECONSULTANT CYRIL WIDDERSHOVEN ZIET BOVENDIEN NAUWELIJKS ALTERNATIEVEN.

6 | lumen

Lumen1208_BW.indd 6

09-06-2008 07:43:01


dossier | gas

De zoektocht naar nieuwe gasroutes Gas ontwikkelt zich steeds meer tot aantrekkelijk alternatief voor de dure olie. Wordt dit de eeuw van het aardgas? Dat is meer een politieke dan een economische vraag. Want hoe groot de voordelen ook mogen lijken, een keuze voor gas betekent ook een grote afhankelijkheid van Rusland en Iran, landen waaraan het Westen zijn energiezekerheid liever niet toevertrouwt. Tekst Rutger Vahl | Foto Rob Marinissen

D

e Koude Oorlog leek verwezen naar een bijzaaltje van het nog op te richten museum voor wereldgeschiedenis. Maar sinds een paar jaar is de spanning tussen Oost en West weer helemaal terug. Opnieuw is Europa de plek waar de slag geleverd wordt. Maar anders dan in de jaren tachtig is niet de SS-20-raket inzet van strijd, maar aardgas. Onder president Poetin heeft Rusland ontdekt welke economische en politieke macht het land kan ontlenen aan zijn gasvoorraden. Staatsbedrijf Gazprom is het instrument waarmee die macht wordt geĂŤffectueerd. Een explosieve situatie? In potentie wel. Dat bleek de lumen | 7

Lumen1208_BW.indd 7

09-06-2008 07:43:12


Gazprom nam in 2006 deel aan de World Gas Conference in Amsterdam. Bij de stand van de Russische gasleverancier was een kaart te zien met potentiële routes voor de export van Russisch gas. | Foto Paul van Riel (Hollandse Hoogte)

George Verberg: ‘Nederland zal op termijn voor 30 procent afhankelijk worden van Russisch gas’ afgelopen winters, toen Rusland in conflict kwam met Oekraïne, Bulgarije en Wit-Rusland. Na een forse prijsverhoging dreigde Rusland de gaskraan dicht te draaien als deze landen hun energierekeningen niet zouden voldoen, een dreigement dat eind 2005 en begin 2008 ook korte tijd ten uitvoer werd gebracht. Heel Europa huiverde. Niet alleen het voormalige Oostblok is afhankelijk van Russisch gas, in toenemende mate geldt dit ook voor West-Europa. In de koudste maanden van het jaar afgesneden worden van aardgas is geen aanlokkelijk perspectief.

Steeds meer aardgas Aardgas heeft de toekomst. Het is een relatief schone brandstof – bij verbranding komt minder CO2 vrij dan bij verbranding van olie en steenkool – en de bodem herbergt nog grote gasreserves. Wereldwijd gebruiken we jaarlijks een kleine 1 procent van de nu bekende voorraden.Volgens ingenieursbureau Fugro kunnen we nog 130 jaar vooruit.

De gasmarkt is van oudsher regionaal georganiseerd. In Noord-Amerika en delen van Europa, waar gas gewonnen en relatief eenvoudig vermarkt kan worden, speelt de brandstof sinds de jaren vijftig een belangrijke rol in de energievoorziening. In andere delen van de wereld gold gas lange tijd als restproduct bij de oliewinning dat maar het beste afgefakkeld kon worden. Maar met het stijgen van de olieprijzen en het uitgeput raken van steeds meer olievelden, is gas ook voor deze landen een steeds aantrekkelijker exportproduct. De wereldwijde vraag naar gas steeg de afgelopen twintig jaar bijna twee keer zo hard als de vraag naar olie (met 44 versus 23 procent in de periode 1990-2006, bron: BP Statistical Review 2007). Daarbij is opvallend dat het gasgebruik in de traditionele gasproducerende landen (VS, Canada,Verenigd Koninkrijk, Nederland) sinds 2000 minder hard steeg dan het wereldgemiddelde of zelfs afnam, zoals in Noord-Amerika, Nederland en Engeland. De grootste stijging van het aardgasgebruik is sinds het begin van de eeuw te zien bij de opkomende gasmachten Rusland (+15 procent) en Iran (+67 procent). Het onderstreept dat de balans in de gasmarkt is omgeslagen van West-Europa en Noord-Amerika naar Rusland en het Midden-Oosten.

Afhankelijk van Rusland? Rusland en Iran bezitten samen ruim 41 procent van de wereldwijde gasreserves. Dit zijn geen landen waarvan

8 | lumen

Lumen1208_BW.indd 8

09-06-2008 07:45:38


dossier | gas

Jonathan Stern: ‘De angst voor een te grote Russische gasmacht leeft vooral bij de politiek en de media’ het Westen voor een belangrijke energiebron als gas afhankelijk wil zijn. Toen Rusland de gaskraan dichtdraaide naar de Oekraïne, een belangrijk doorvoerland, ontstonden er grote zorgen in West-Europa over de leveringszekerheid. Niet voor niets waarschuwde eurocommissaris Piebalgs na dit gasconflict: ‘De situatie laat zien hoe gevoelig de Europese Unie is voor tekorten in de gasvoorraden.’ Maar hoe afhankelijk is Europa op dit moment van het Russische gas? Europa importeert ongeveer 50 procent van zijn aardgas. Daarvan is de helft (dus 25 procent van het totaal) afkomstig van Gazprom. De afhankelijkheid van Rusland verschilt van land tot land. Het voormalige Oostblok krijgt zijn gas bijna volledig uit Rusland. Ook Duitsland, Italië en Frankrijk zijn grote afnemers. Daarentegen wordt in Nederland maar 5 procent van het gebruikte gas door Gazprom geleverd. Het merendeel van ons gas komt uit velden van eigen bodem, die echter in sneller tempo uitgeput raken dan voorheen werd voorspeld. Het CBS berekende dat het Nederlandse aardgas, bij het huidige winningstempo van 70 miljard m3 per jaar, vóór 2028 op zal zijn. Over zeven jaar zal de productie structureel gaan afnemen. ‘Ik denk dat Neder-

land op termijn voor 30 procent afhankelijk zal worden van Russisch gas’, stelt George Verberg, president van kennis- en opleidingscentrum Energy Delta Institute en oud-CEO van Gasunie.Volgens deskundigen zal Europa vanaf 2020 jaarlijks 360 miljard m3 gas van de benodigde 500 miljard m3 gas moeten importeren. De helft van de import zal door Rusland geleverd worden.Verberg: ‘Maar Nederland zal minder Russisch gas nodig hebben dan andere landen, omdat we dicht bij Noorwegen zitten. Dat land blijft nog jaren een belangrijke gasleverancier voor West-Europa. Daarnaast zijn onze havens geschikt voor de aanvoer van vloeibaar gas, LNG.’

‘Geen strategisch wapen’ De vrees voor de Russen zit er goed in. Het land heeft zich de afgelopen jaren stevig op de kaart gezet als gasmacht. Maar volgens Hans van Koningsbrugge, universitair docent Ruslandkunde in Groningen en directeur van het Nederland-Rusland Centrum, zijn de westerse angstgevoelens voor het land van Poetin en de nieuwe president Medvedev grotendeels onterecht en komen ze voort uit onwetendheid: ‘In westerse media is Poetin omschreven als een potentaat die via de Rus-

Vrije gasprijzen? Sinds jaar en dag is de gasprijs gekoppeld aan de olieprijs. Dit komt doordat gas lange tijd een bijproduct van de oliewinning was, en gas en olie uitwisselbare brandstoffen zijn. Omdat de investeringen in gaswinning hoog zijn en de capaciteit van pijpleidingen gelimiteerd (wat een vrije handel belemmert), bepaalden langetermijncontracten de markt. Maar nu gas aan belang wint, neemt ook de roep om een vrije gashandel toe. Na het Verenigd Koninkrijk kan nu ook in Nederland vrij in gas gehandeld worden via spotmarkt TTF (Title Transfer Facility). In januari 2008 overschreed het

geleverde maandvolume gas voor het eerst de magische grens van 1 miljard m3, bijna een verdubbeling ten opzichte van januari 2007. Volgens Evert den Boer van Nuon is deze spotmarkt op het gebied van gas de belangrijkste ontwikkeling van de laatste jaren. ‘Ondanks de groei wordt op dit moment minder dan 10 procent van het Nederlandse aardgas via deze beurs verhandeld. Echt vrij zal de markt voorlopig echter niet zijn. Het overgrote deel van het Nederlandse gas blijft afkomstig van GasTerra, dat voorlopig geen gas met de bijbehorende flexibiliteit in de juiste kwaliteit wil aanbieden op de TTF.

Den Boer juicht het toe dat minister Van der Hoeven (Economische Zaken) de Nederlandse gasmarkt verder wil openbreken. ‘Er bestaan nu twee systemen naast elkaar: langetermijn oliegeïndiceerde contracten en vrije daghandel waarbij de prijs tot stand komt door vraag en aanbod. Dat is hinken op twee gedachten. Hoe de markt zich verder zal ontwikkelen blijft erg onzeker en dat maakt investeerders eveneens onzeker. Om de leveringszekerheid te vergroten is het belangrijk dat er één marktsysteem komt dat de gasprijs voorspelbaarder maakt dan nu het geval is.’

lumen | 9

Lumen1208_BW.indd 9

09-06-2008 07:46:43


Europa biedt tegenwicht

De Nabucco-pijpleiding die Europa van gas uit Kazachstan en Turkmenistan moet gaan voorzien. De foto laat de leiding zien ter hoogte van het Duitse Baumgarten, waar het wordt gezuiverd en gecontroleerd. | Foto Nabucco

Aad Groenenboom: ‘Nederland heeft alles in huis om de gasrotonde van Europa te kunnen worden’ sische energievoorraden het Westen zijn wil probeert op te leggen. Ik betwijfel echter of Rusland zijn gas inzet als strategisch wapen. Neem de ruzie met Oekraïne. Wilde Poetin de pro-westerse regering dwarszitten, zoals bij ons vrij algemeen wordt aangenomen? Best mogelijk. Maar wat Poetin in elk geval wilde was dat Oekraïne en andere voormalige Oostbloklanden marktconforme prijzen voor het geleverde gas gingen betalen. Dat is nota bene een westerse eis, omdat Rusland anders geen lid kan worden van de Wereldhandelsorganisatie!’ En dat Rusland eenzijdig terugkomt op contracten met westerse bedrijven – het overkwam Shell in Sachalin – moet volgens Van Koningsbrugge ook in het juiste perspectief worden gezien. ‘In de jaren negentig heeft toenmalig president Jeltsin de kroonjuwelen van Rusland voor een habbekrats verpatst. Dat is een nationaal trauma. Het is niet vreemd dat Poetin daarop is teruggekomen. Nederland heeft boter op zijn hoofd als wij Rusland een verwijt maken. Ons land sloot ooit een gasdeal met Italië en kwam daar na een kleine tien jaar ook eenzijdig op terug. Om precies dezelfde reden als Rusland nu: Nederland vond het afgesloten contract bij nader inzien toch niet zo gunstig.’

Terwijl de Europese Unie al jaren, en met gering succes, streeft naar een gemeenschappelijk energiebeleid speelt Gazprom de individuele lidstaten handig tegen elkaar uit. Het bedrijf sluit in Europa bilaterale verdragen die gunstig zijn voor individuele landen maar die het gemeenschappelijke EU-beleid doorkruisen. Zo ging Gazprom een deal aan met Duitsland over de levering van aardgas via een nog aan te leggen pijpleiding door de Baltische Zee (capaciteit 55 miljard m3 per jaar). Ook de Nederlandse Gasunie sloot een akkoord met de Russen: Nederland krijgt een belang van 9 procent in de nieuwe Baltische pijpleiding, Gazprom krijgt een even groot belang in de leiding van Nederland naar het Verenigd Koninkrijk. Door een overeenkomst met Oostenrijk en door gascontracten met landen in de Kaspische regio heeft Rusland een klap toegebracht aan de nog aan te leggen peperdure Nabucco-pijpleiding die Europa van gas uit Kazachstan en Turkmenistan moet gaan voorzien. ‘Medvedev en Poetin vormen een dreamteam voor Gazprom’, zegt de Engelse energiehoogleraar (Oxford) Jonathan Stern. ‘Beide mannen weten alles van het bedrijf en zullen samen nog beter in staat zijn de Russische gasbelangen te verdedigen.’ Toch schaart Stern zich niet in het kamp van de doemdenkers die de komende jaren een al te machtig Gazprom vrezen. ‘Europa is niet alleen afhankelijk van Russisch gas, maar Gazprom is ook afhankelijk van het Westen. Rusland moet zijn gas aan iemand kwijt.Voorlopig is Europa de grootafnemer. Gazprom zal wel beter uitkijken dan het Westen tegen de haren in te strijken.Voor gas, dat vooral gebruikt wordt in de elektriciteitsopwekking, bestaan namelijk alternatieven zoals steenkool, biomassa, maar ook waterkracht, wind en zonne-energie.’ De angst voor een te grote Russische gasmacht leeft vooral bij de politiek en de media, stelt Stern. ‘Uit een recente peiling onder gashandelaren, mensen die er dus verstand van hebben, bleek dat 60 procent veel vertrouwen in Rusland heeft.’

Alternatieven Er is eerder een ander probleem met Rusland. Kan Gazprom het gas wel leveren waar Europa om vraagt? Rusland haalt zijn gas voor 75 procent uit drie grote velden, die jaarlijks 6 tot 7 procent minder opbrengen.

10 | lumen

Lumen1208_BW.indd 10

09-06-2008 07:51:18


dossier | gas

Evert den Boer: ‘Het aandeel vloeibaar gas zal stijgen, maar niet genoeg om de afhankelijkheid van Russisch gas te verminderen’ De ontwikkeling van het immense Yamal-veld, waar alle hoop op is gevestigd, zal veel tijd en geld kosten. Ondertussen groeit de binnenlandse vraag met 2 procent per jaar. Stern denkt dat Europa in het volgende decennium niet hoeft te rekenen op extra Russisch gas. ‘Bestaande contracten zullen wel worden nageleefd. Maar als Europa extra gas nodig heeft, vrees ik dat Rusland hierin niet kan voorzien.’ Energieconsultant Cyril Widdershoven (Deloitte) is dit met Stern eens. ‘Rond 2011/2012 zijn er weer verkiezingen in Rusland. De machthebbers zullen het gas eerst aan de eigen bevolking beloven, zeker in verkiezingstijd. Bij ons neemt de vraag naar gas toe. Als Rusland niet aan die vraag kan of wil voldoen, gaat bij ons het licht uit. Dat meen ik. We hebben namelijk nauwelijks alternatieven voor het Russische gas.’ Toch wordt aan die alternatieven wel degelijk gewerkt. De al eerder genoemde Nabucco-pijpleiding moet de afhankelijkheid van Russisch gas verminderen. Daarnaast werkt West-Europa aan de ontwikkeling van een

LNG-markt. In Nederland zijn diverse plannen voor terminals voor vloeibaar gas op de Maasvlakte en in de Eemshaven. Het verst gevorderd is Gate Terminal, een samenwerking van Gasunie en Vopak. Ook 4Gas en Taqa (een staatsbedrijf uit Abu Dhabi) willen LNG-terminals in Nederland ontwikkelen. Op dit moment voorziet vloeibaar gas voor minder dan 10 procent in de westerse gasconsumptie. Dit aandeel zal stijgen, maar niet genoeg om de afhankelijkheid van Russisch gas te verminderen, meent Evert den Boer, hoofd gasproductmanagement bij Nuon: ‘Het is voor Nederlandse bedrijven moeilijk om leveringscontracten af te sluiten. De LNG-producenten in het Midden-Oosten sluiten liever deals in Azië omdat het daar om veel grotere hoeveelheden gaat.’ Ook George Verberg van het Energy Delta Institute is niet optimistisch over de toekomst van LNG in Nederland op korte termijn. ‘We mogen blij zijn als we iets krijgen. Nog een reden trouwens om de verhoudingen met Rusland niet verder te laten verzuren. We zullen hun gas hard nodig hebben.’

Gasproductie (ultimo 2006) Bron | BP Statistical Review of World Energy 2007

3. Canada 4. Iran

2. USA

5. Noorwegen 6. Algerije 7. Verenigd Koninkrijk 8. Indonesië 9. Saudi-Arabië 10. Turkmenistan

1. Rusland

11. Nederland 12. Overig

miljard m3 1. Rusland 612,1 2. USA 524,1 3. Canada 187,0 4. Iran 105,0 5. Noorwegen 87,6 6. Algerije 84,5 7. Verenigd Koninkrijk 80,0 8. Indonesië 74,0 9. Saudi-Arabië 73,7 10. Turkmenistan 62,2 11. Nederland 61,9 12. Overig 839,2

21,3% 18,5% 6,5% 3,7% 3,0% 2,9% 2,8% 2,6% 2,6% 2,2% 2,2% 31,7%

Totaal

100%

2791,3

lumen | 11

Lumen1208_BW.indd 11

18-06-2008 15:50:49


SPMIVIWIVZIW

(% van wereldtotaal)

61 61,5 1,5 5

10,7

3,4

9,7

5,0

8,6

1,3

Midden-Oosten

Eurazië

Pacific

Afrika

Noord-Amerika

Zuid- en Centraal-Amerika

Europa

KEWVIWIVZIW

(% van wereldtotaal)

40 4 40,5 0,5 5

1MHHIR 3SWXIR

32,3 32 2,,3 3

8,2

7,8

4,4

)YVE^Mt

4EGMJMG

%JVMOE

2SSVH %QIVMOE

3,8

3

>YMH IR 'IRXVEEP %QIVMOE

)YVSTE

Bewezen gas- en oliereserves (% van wereldtotaal) Bron: BP Statistical Review of World Energy 2007

Nederland gasrotonde? Het Nederlandse aardgas raakt de komende decennia op. Om toch een voorname rol te blijven spelen in gas, en om onze voorsprong in kennis te blijven benutten, wil Nederland zich ontwikkelen tot de gasrotonde van west-Europa. Ons land moet een belangrijk logistiek knooppunt worden voor de opslag en het transport van gasstromen. LNG is belangrijk voor Nederland wil ons land zich kunnen ontwikkelen tot de gasrotonde van Europa. Daarvoor zijn immers meerdere ‘aanvoerlijnen’ nodig. Widdershoven: ‘Als we alleen Russisch gas krijgen ben je geen rotonde, dan ben je een doorvoerpunt. LNG zou een extra aanvoerlijn kunnen zijn, al ben ik sceptisch over de kansen van Nederland op dat gebied omdat we een te kleine speler zijn op die markt.’

Aad Groenenboom van PricewaterhouseCoopers vindt dat ons land qua ligging, infrastructuur en kennis alles in huis heeft om inderdaad een gasrotonde te kunnen worden. ‘Het Groningerveld maakt het mogelijk om swing supplier te zijn, dus extra gas te leveren op momenten dat de vraag groot is. In lege velden bestaat daarnaast de mogelijkheid tot ondergrondse opslag, zoals Nuon in het Duitse Epe al doet. Die opslag is nodig wil je een gasrotonde kunnen zijn.Voorts heeft Nederland een wijd vertakt gasnet en hebben wij een open gasmarkt, wat buitenlandse investeringen makkelijker maakt.’ Evert den Boer van Nuon is voorzichtiger. ‘Het Nederlandse gasnet moet nog beter verbonden worden met buitenlandse netwerken. Als we nu extra gas vanuit Nederland naar onze Belgische klanten willen uitvoeren, is dat vrijwel onmogelijk. De grensoverschrijdende capaciteit blijft in

12 | lumen

Lumen1208_BW.indd 12

18-06-2008 15:53:06


dossier | gas

Cyril Widdershoven: ‘Als Rusland niet aan de vraag naar extra gas kan of wil voldoen, gaat bij ons het licht uit’ handen van een zeer beperkt aantal spelers. Een andere voorwaarde is dat er één kwaliteit gas komt. Nederlands gas heeft een andere samenstelling dan Russisch en Noors gas.’ Groenenboom zou het een goede zaak vinden als Gazprom een minderheidsbelang krijgt in Gasunie en de gasrotonde. ‘Als de Russen zich financieel aan het project verbinden, is de kans ook vele malen groter dat ze het extra gas zullen leveren.’ Groenenboom erkent dat zijn voorstel op dit moment ‘politiek niet haalbaar’ is. ‘Uit angst zeggenschap uit handen te geven aan de Russen.’

Geen politieke eisen In 2004 voorspelde Shell dat gas in 2025 de belangrijkste energiebron op aarde zou kunnen worden om daarmee de plaats in te nemen van olie. Shell vond vooral LNG een grote belofte, omdat het de gasmarkt minder regionaal zou maken en het probleem van de dure pijpleidingen zou kunnen omzeilen. Vier jaar later ziet de wereld er anders uit. In zijn World Energy Outlook van 2007 stelde het Internationaal Energie Agentschap dat het aandeel gas in de totale energiemix tot 2030 niet drastisch zal stijgen. Dat blijft rond de 21 procent, waarmee de rol van gas ondergeschikt is en blijft aan die van olie. Dat komt door de scherp gestegen gasprijzen die alternatieven als steenkool

en kernenergie maar ook duurzame energiebronnen aantrekkelijker hebben gemaakt. Desondanks zal Europa de komende decennia steeds afhankelijker worden van Russisch gas. Het is vooral een politieke en geen economische vraag hoe erg dat is. Aan de ene kant is Europa al decennialang afhankelijk van Russische olie. De levering daarvan is, ook tijdens de Koude Oorlog, nooit door politieke spanningen in gevaar geweest.Van de 55 interrupties in de gaslevering sinds 1991 hadden er slechts elf een politieke achtergrond, blijkt uit onderzoek van Defensie in Zweden. Aan de andere kant menen sommigen dat het huidige Rusland veel minder voorspelbaar is dan de oude Sovjet-Unie. Aad Groenenboom pleit ervoor Gazprom te behandelen als een gewoon bedrijf en geen hoge politieke eisen te stellen. ‘Europa heeft tot nu toe gedacht dat Gazprom wel met ons zaken móést doen omdat ze de Europese afzetmarkt nodig hadden. Dat is een gevaarlijke gedachte.’ En George Verberg vindt dat Europa nu eindelijk eensgezind moet optreden. ‘Zolang in elke lidstaat heilige koeien rondlopen die niet geslacht mogen worden – geen kernenergie buiten Frankrijk, subsidies op kolen in Duitsland – komt er nooit een gemeenschappelijk Europees energiebeleid en kunnen de Russen ons slim tegen elkaar uitspelen.’

Voor de leestafel

David G. Victor, Amy Jaffe, Mark H. Hayes | Natural Gas and Geopolitics: From 1970 to 2040 | Cambridge University Press, 2006

Julian Darley | High Noon For Natural Gas. The New Energy Crisis | Chelsea Green Publishing Company, 2006

Douglass Stewart & Elaine Madsen | The Texan and Dutch Gas. Kicking Off Europe’s Energy Revolution | Trafford Publishing, 2007

lumen | 13

Lumen1208_BW.indd 13

09-06-2008 12:25:14


Tekst Joost Bijlsma | Foto Rob Marinissen

Nucleaire renaissance? Door de sterk groeiende, wereldwijde vraag naar energie, de hoge olieprijzen en het klimaatprobleem is kernenergie weer in opkomst. Mogelijk stijgt het percentage kernstroom in de totale energieopwekking wereldwijd naar 17 procent in 2020. Althans, dat schat het Internationaal Energie Agentschap (IEA) op basis van plannen voor de bouw van centrales. Wie de rijtjes van de World Nuclear Association erbij pakt, ziet dat het aantal geplande centrales het komende decennium snel toeneemt: van zo’n vijf per jaar naar tien. Landen als India (vijf centrales, 2008-2009), China (zestien centrales, 2010-2014) en Rusland (tien centrales, 2010-2014) doen daarbij een flinke duit in het zakje. Ons land ontbreekt in de genoemde rijtjes, net als de meeste andere West-Europese landen – behalve Finland en Frankrijk.

Jaar Nucleaire capaciteit Aandeel in totale opgewekte energie

1976 500 terawattuur 6 procent

Of de inschattingen ook uitkomen, is nog maar de vraag. Plannen voor dure en risicovolle nucleaire centrales sneuvelen snel als er alternatieven voorhanden zijn. Daar komt bij dat verouderde centrales hun deuren sluiten terwijl de energievraag sterk toeneemt. Daardoor is het onzeker of het percentage kernenergie in de totale opwek daadwerkelijk toeneemt. Mochten de inschattingen van 17 procent van het IEA wel uitkomen, dan zal dit een ware trendbreuk betekenen. In de jaren ’70 en ’80 nam het aandeel kernenergie razendsnel toe: van 2 naar 16 procent in 1986. Na het ongeluk in Tsjernobyl kwam deze groei piepend en knarsend tot stilstand. Het percentage van 16 procent staat nog steeds, dankzij zo’n 435 commerciële kerncentrales.

1986 1.600 terawattuur 16 procent

14 | llumen

Lumen1208_BW.indd 14

09-06-2008 08:08:58


infographic | kernenergie

1996 2.300 terawattuur 16 procent

2006 2.650 terawattuur 16 procent llumen | 15

Lumen1208_BW.indd 15

09-06-2008 08:09:09


Tekst Rutger Vahl | Foto’s Rob Marinissen

Onderzeese kabel verbindt elektriciteitsmarkten

Hoogspanning op diepte Met een 580 kilometer lange onderzeese kabel zijn het Nederlandse en Noorse elektriciteitsnet aan elkaar gekoppeld. TenneT-directeur Mel Kroon verwacht hierdoor een daling van de stroomprijzen. Kritiek dat de miljoeneninvestering slecht onderbouwd is, vindt hij onterecht. ‘Ik denk dat deze kabel zichzelf sneller terugverdient dan begroot.’

D

e beheerder van het Nederlandse hoogspanningsnet TenneT en zijn Noorse evenknie Statnett hopen op een vermelding in het Guinness Book of Records. Met NorNed, een 580 kilometerlange stroomkabel van de Eemshaven naar het Noorse Feda, is de langste onderzeese elektriciteitsverbinding ter wereld gerealiseerd. De hoogspanningskabel (maximaal 450 kV gelijkstroom) loopt 420 kilometer door ondiep water (tot 50 meter) en 160 kilometer door diep water (tot 410 meter). NorNed overschrijdt vier landsgrenzen en kostte 600 miljoen euro. Op het hoofdkantoor van TenneT in ‘energiestad’ Arnhem vertelt algemeen directeur Mel Kroon met gepaste trots over het megaproject dat, enkele weken na ingebruikname, op alle fronten een succes lijkt.Technisch functioneert de kabel zoals verwacht en de vraag naar transport-

capaciteit was de eerste weken vier maal groter dan de 700 megawatt die per uur beschikbaar is. Een opluchting? Toch wel.Want hoewel aan de totstandkoming van NorNed uitgebreide calculaties en studies vooraf zijn gegaan, is de kabel zonder precedent in de wereld. Hij moet zich in de praktijk bewijzen. Kroon: ‘Hoe een hoogspanningskabel zich gedraagt bij een lengte van 580 kilometer over de zeebodem was bijvoorbeeld niet bekend. En hoe de vraag naar transportcapaciteit zich zou ontwikkelen, weet je van tevoren ook nooit helemaal zeker.’

Aanvullend NorNed verbindt Scandinavië met het Europese continent en is daarmee een volgende stap op weg naar een gemeenschappelijke Europese elektriciteitsmarkt. In eerste instantie koppelt de kabel vooral Noorwegen en Nederland aan elkaar. Beide elektriciteitsmarkten zijn complementair, legt Kroon uit. Nederland kent overdag een aantal piekmo-

16 | lumen

Lumen1208_BW.indd 16

09-06-2008 08:10:35


interview | mel kroon menten, maar gebruikt ’s nachts relatief weinig stroom. In Noorwegen is de vraag naar elektriciteit ’s nachts juist vrij groot, omdat gebouwen en huizen daar elektrisch worden verwarmd. ‘Heeft Nederland overdag een grote vraag, dan kunnen we elektriciteit importeren uit Noorwegen. Dat land wekt 99 procent van zijn stroom op uit waterkracht en kan pieken vrij makkelijk opvangen. ’s Nachts, als onze energiecentrales overcapaciteit hebben, kan Noorwegen goedkope stroom uit Nederland krijgen.’ NorNed draagt zo bij aan de leveringszekerheid in beide landen en helpt elektriciteitstekorten te voorkomen. Zowel Nederland als Noorwegen kent momenten van schaarste in de elektriciteitsvoorziening, maar deze zijn niet aan elkaar gerelateerd. In ons land ontstaat in hete zomers een tekort aan koelwater. In Noorwegen treedt schaarste op na zachte, droge winters, als er te weinig smeltwater in de stuwmeren stroomt. ‘Tussen schaarste in Nederland en Noorwegen zit geen verband’, aldus Kroon.

Lagere prijzen TenneT verwacht dat NorNed leidt tot prijsstabiliteit en lagere stroomprijzen. Als elektriciteit in Noorwegen goedkoper is dan bij ons (vooral overdag), zal goedkope Noorse stroom naar Nederland gaan. Liggen de prijzen in Nederland lager (in de nacht en bij waterschaarste in Noorwegen) dan stroomt goedkope Nederlandse elektriciteit naar het noorden. ‘Door beide elektriciteitsmarkten te verbinden worden prijsverschillen gedempt’, verwacht Kroon. Hij baseert zich op ervaringen met de marktkoppeling tussen Nederland, België en Frankrijk. Sinds november 2006 vindt er daghandel plaats tussen deze landen met als gevolg dat de stroomprijs 60 tot 70 procent van de tijd in die landen gelijk is. Dit betekent niet automatisch dat de consument dankzij NorNed minder gaat betalen voor zijn stroomrekening. Daarvoor zijn er te veel andere factoren van invloed op de prijs. Dankzij NorNed en de groene Noorse stroom wordt de elektriciteits-

voorziening in Nederland duurzamer. Bovendien kan ons land zijn overcapaciteit beter kwijt, bijvoorbeeld als windparken op zee ’s nachts meer produceren dan de binnenlandse vraag. ‘Noorwegen kan altijd goedkope stroom uit Nederland gebruiken’, licht Kroon toe. ‘Als die niet nodig is voor de consument, dan wordt de elektriciteit gebruikt om water terug te pompen in de stuwmeren. NorNed realiseert daarmee in feite het plan-Lievense uit begin jaren tachtig, maar dan op grotere afstand.’ (Ingenieur L.W. Lievense wilde bij overcapaciteit van windmolens een kunstmatig stuwmeer in het Markermeer vullen dat bij schaarste kon worden gebruikt voor waterkracht, RV).

Onvoldoende onderbouwd? NorNed maakt gebruik van prijsverschillen tussen Nederland en Noorwegen. Maar als de kabel leidt tot prijsstabiliteit, zoals Kroon voorspelt, maakt NorNed zichzelf dan niet binnen enkele jaren overbodig? Bij gelijke stroomprijzen valt het voordeel immers weg. ‘Dat is

inderdaad een paradox’, geeft Kroon toe. ‘Maar NorNed maakt ook gebruik van het verschillen in aard tussen beide elektriciteitsmarkten. Die verschillen blijven bestaan.’ Niet iedereen is ervan overtuigd dat NorNed economisch verantwoord is. In Het Financieele Dagblad werd de investering van 600 miljoen euro, en vooral de baten daarvan, ‘onvoldoende onderbouwd’ genoemd. Nut en noodzaak van de volgende investering – BritNed, een stroomkabel naar Engeland – zou zelfs nog niet zijn aangetoond. Kroon noemt de kritiek ‘nuttig’ maar ook ‘kort door de bocht’. ‘Toezichthouder Dte kijkt uiterst kritisch naar de onderbouwing van onze investeringen.We ontwikkelen scenario’s waarbij we onderzoeken welke mogelijke ontwikkelingen in de energiemarkt impact kunnen hebben.Voor NorNed kostte het een jaar om de Dte te overtuigen.’ Dat de vraag naar transportcapaciteit via de onderzeese kabel in de eerste weken vier keer zo groot was als de beschikbare ruimte zegt niet lumen | 17

Lumen1208_BW.indd 17

18-06-2008 15:56:34


alles, maar sterkt Kroon in de opvatting dat NorNed zichzelf sneller zal terugverdienen dan de vijftien jaar die is begroot.

Heftig in beweging Behalve BritNed (oplevering rond 2010) staan er nog andere grote projecten op stapel. In 2012 moet door de Randstad een nieuw 380 kV hoogspanningsnet zijn aangelegd om de toegenomen elektriciteitsvraag en –productie aan te kunnen. Ook komen er nieuwe hoogspanningslijnen in het noorden vanaf Eemshaven en het zuidwesten vanaf Borssele.Verder wordt de verbinding tussen Zwolle en Hoogeveen, die eerst opgeheven zou worden, opgewaardeerd om de capaciteit van het hoogspanningsnet te vergroten.Volgens Kroon zijn deze aanpassingen nodig om het hoogspanningsnet klaar te maken voor de komst van de geplande nieuwe energiecentrales en windparken in Nederland. Door de mogelijk forse productie-uitbreiding kan Nederland transformeren van elektriciteitsimporteur (nu nog 20% van het totaal) in een exporteur.Wat betekent dit voor de geplande vierde hoogspanningsverbinding met Duitsland, die TenneT wil aanleggen om de leverings-

zekerheid in Nederland te vergroten? Kroon: ‘Deze verbinding past in ons streven de marktwerking in Noordwest-Europa te bevorderen. Vanuit Europa, maar ook vanuit bijvoorbeeld de NMa, is de roep om meer fysieke interconnecties met als doel die Europese markt aan te jagen. De nieuwe Duitse verbinding vanuit Doetinchem, waarvan de investering overigens beperkt is, past in die ambitie.’

Anticiperen op toekomst Reageert TenneT niet te traag op veranderingen? De capaciteitsuitbreiding van het hoogspanningsnet lijkt rijkelijk laat en als alle geplande centrales de komende jaren gebouwd gaan worden, is het nog maar de vraag of er geen problemen op het net gaan ontstaan. Nu al kunnen elektriciteitproducerende tuinders in het Westland hun stroom niet kwijt aan het hoogspanningsnet. Kroon is het niet eens met die kritiek en stelt dat het voor de netbeheerder erg lastig is op onverwachte

veranderingen te anticiperen. ‘De afgelopen twee jaar is er ineens een hausse aan aanvragen voor nieuwe centrales. Als netbeheerder worden wij, zonder waarschuwing vooraf, geconfronteerd met een capaciteitsuitbreiding van 35 procent. Of wij dat maar even in goede banen willen leiden. De toezichthouder staat ons niet toe om voorinvesteringen te doen zonder dat er zicht is op additioneel gebruik van het net. Als je dan weet dat het bouwen van een centrale drie tot vijf jaar vergt, en het bouwen van een nieuwe hoogspanningslijn acht tot tien jaar, snap je het probleem.’ Toch wil TenneT proactiever kunnen inspelen op toekomstige investeringen. Met de Visie2030, die dit voorjaar verscheen, kijkt de netbeheerder veel verder vooruit dan voorheen. Er zijn verschillende extreme scenario’s uitgewerkt die alle tot dezelfde conclusie leiden: de elektriciteitsbelasting blijft tot 2030 vooral geconcentreerd in het midden en westen van Nederland. Kroon: ‘We weten nu waar netuitbreidingen noodzakelijk zijn, alleen het tijdstip waarop is nog onbekend. Het betekent wel dat we vast kunnen beginnen met vergunningaanvragen en andere, relatief geringe investeringen kunnen doen. Zo

hopen we de daadwerkelijke bouw van nieuwe hoogspanningsnetten aanzienlijk te versnellen.’

Verzonken in de zeebodem De NorNed-kabel is 15 tot 20 centimeter dik en bestaat uit een koperen kern, versterkt met lood en staal, waaromheen een groot aantal lagen papier is gewikkeld. Het geheel is doordrenkt met olie om de kabel te isoleren en waterdicht te maken. Ter bescherming is de kabel 1 tot 2 meter verzonken in de zeebodem en op rotsachtige bodem bedekt met keien. Het high voltage direct current (HVDC) converterstation in Feda zet de gelijkstroom om in wisselstroom, zoals dat ook gebeurt in een converterstation in de Eemshaven.

18 | lumen

Lumen1208_BW.indd 18

18-06-2008 15:57:28


column | willem vermeend

Dicht bij huis beginnen

K

limaatverandering is een wereldwijd probleem. Het kan alleen effectief worden aangepakt op internationaal niveau; alle landen moeten meedoen. Maar we kunnen wel dicht bij huis beginnen. Ik ben een groot voorstander van het invoeren van een klimaatwet in Nederland. Alleen als we met elkaar keiharde afspraken maken, zullen ondernemers en particulieren in duurzame energie durven investeren. Om de uitstoot van CO2 en andere vervuilende stoffen te verminderen, moeten we marktconforme instrumenten inzetten zoals een wereldwijd handelssysteem voor emissies met een effectieve CO2-prijs. Bedrijven moeten gaan betalen voor de CO2 die ze uitstoten. Alleen op die manier is vervuiling niet langer ‘gratis’, maar krijgt het een duidelijk prijskaartje. Pas dan zullen ze energiebesparende maatregelen nemen of investeren in milieuvriendelijke productiemethodes. Een tweede maatregel waar ik een voorstander van ben, is het invoeren van een CO2-belasting. Nu is het nog zo dat een energiecentrale die op kolen wordt gestookt, niets betaalt voor de CO2-uitstoot en de vervuiling. Door deze ‘verkapte subsidie’ is de kostprijs voor kolenstroom relatief laag en wordt de invoering van schone duurzame energie – waarvan de kostprijs nu nog hoger ligt – vertraagd. Daarmee geef je een verkeerd signaal af.

‘Bedrijven moeten gaan betalen voor de CO2 die ze uitstoten’ Maar om terug te gaan naar het internationale niveau: we moeten ons realiseren dat de voorraad fossiele brandstoffen opraakt. Wereldwijd stijgt de vraag naar energie razendsnel en als het aanbod minder wordt, stijgen de prijzen. Dat is een fundamentele economische wet. Een

ander aspect dat we als Europa in de gaten moeten houden, is onze toenemende energieafhankelijkheid van de olie- en gaslanden. Die afhankelijkheid loopt op tot meer dan 90 procent van de energie die we in Europa gebruiken. Daarmee lopen we grote risico’s. Als een land besluit de kraan dicht te draaien, hebben wij een groot probleem. Allemaal goede redenen om fors in te zetten op duurzame energie. Maar daarvoor is een heldere visie nodig, voor de lange termijn. Daaraan ontbreekt het bij ons huidige kabinet. Het klimaatbeleid is een warwinkel van kleine regelingen, die ook onverwacht weer stopgezet worden. Als het kabinet-Balkenende zou kiezen voor heldere afspraken en die vastlegt in een klimaatwet, heeft iedereen zekerheid. Het bedrijfsleven durft dan eerder te investeren in energiebesparing en wind- en zonneenergie. Waarom is het zo moeilijk om voor de toekomst harde doelstellingen neer te leggen? Bijvoorbeeld: in 2030 halen we in Nederland 30 procent van onze energie uit zon en wind en lopen we in de wereld voorop met het bevorderen van auto’s met batterijtechnologie. Dat is de echte toekomst. Alle grote steden kunnen dat stimuleren door nu al de planning rond te maken voor oplaadstations voor elektrische auto’s. Dan bied je een wenkend en innovatief perspectief. Er is gebrek aan daadkracht, aan visie en aan durf. De politiek moet niet langer pappen en nathouden, maar een consistent, betrouwbaar en innovatief beleid voeren. Dan volgt de markt vanzelf. En die heeft al vaak genoeg laten zien creatief en innovatief te zijn. Willem Vermeend Willem Vermeend is econoom, fiscalist en voorstander van een klimaatwet. Hij was Kamerlid, staatssecretaris van Financiën en minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Nu is hij ondernemer, lid van de raad van commissarissen bij verschillende internationale ondernemingen en hoogleraar European Fiscal Economics aan de Universiteit Maastricht. In deze column gaat hij in op de klimaatproblematiek.

lumen | 19

Lumen1208_BW.indd 19

18-06-2008 16:12:48


Michael Boddeke, milieuwethouder in Apeldoorn

Tekst Joost Bijlsma | Foto Rob Marinissen

‘Energie moet lokaal gaan leven’ Na de liberalisering van de energiemarkt en Al Gore zijn de actualiteiten over energie en klimaat in een stroomversnelling geraakt. Hoe blijf je op de hoogte en schat je alles op waarde? In Lumen neemt een beleidsmaker het laatste nieuws door. In aflevering 1: Michael Boddeke, milieuwethouder in Apeldoorn. 20 | lumen

Lumen1208_BW.indd 20

09-06-2008 08:30:31


nieuwsanalyse discussie| | groene SDE gemeenten versus MEP

WINDENERGIE ‘We willen al bijna tien jaar windmolens in Apeldoorn. De plannen voor vijf grote driemegawatters van 150 meter wiekhoogte zijn inmiddels vergevorderd. Een inwoner die op meer dan een halve kilometer afstand zit, sprak in de krant zijn vrees uit dat hij daardoor om zes uur ’s ochtends last kon krijgen van slagschaduw. Via een ingezonden brief kregen we een heel andere reactie: “Willen we voor onze kleinkinderen een leefbare aarde achterlaten, dan moeten we die windmolens gaan zien als vooruitgang.” Dat is de spijker op zijn kop. Toen wij in Apeldoorn besloten dat we in 2020 klimaatneutraal willen zijn, hebben we daar meteen bij gezegd dat we groene energie op eigen grondgebied willen opwekken. Waarom? We willen het probleem

niet afwentelen op andere regio’s, maar het hier zelf oplossen. Net als bij voedsel zijn we vervreemd van energie omdat het op afstand wordt geproduceerd. Daardoor ervaren we het als een wereldprobleem waarbij onze bijdrage een druppel op de gloeiende plaat is. Dat moet veranderen. We moeten lokaal laten zien dat we verschil kunnen maken. Dat moet een sport worden.’ GROENE GEMEENTE ‘De Britse minister-president Gordon Brown wil eco-towns. Er zijn zestig plaatsen aangewezen die mogelijk in aanmerking komen. Maar ter plekke wordt niet overal enthousiast gereageerd. Bewoners vrezen dat ontwikkelaars de rust komen verstoren. Zo’n bericht leert dat je duurzaamheid niet van bovenaf

kunt opleggen. Het moet door de bevolking worden gedragen. Dat geldt ook voor Apeldoorn. Als de gemeenteraad eenmaal een besluit heeft genomen blijft het nodig om aan draagvlak te werken. Het streven naar een groene gemeente moet blijven leven onder de bevolking. Dat gaat niet vanzelf. Je houdt altijd de weerstand tegen het nieuwe en je krijgt ook te maken met tegenslagen. Je werkt nu eenmaal met nieuwe technieken die afwijken van het gebruikelijke. In Apeldoorn hebben we onze portie gehad, bijvoorbeeld toen een groot aantal zonneboilers kapot vroor. Dan moet je toch doorzetten.’ STATION APELDOORN ‘We streven naar duurzame oplossingen die aantrekkelijk zijn. Zo zijn onze groene wijken lumen | 21

Lumen1208_BW2.indd 21

20-06-2008 13:50:03


Europeanen bezorgd over prijs voeding en energie Loonsverhogingen kunnen oplopende inflatie niet stoppen. LONDEN – Inwoners van vijf grote EU-landen blijken vooral bezorgd over de stijgende prijzen voor voeding en energie. Voor vier op elke tien Britten, Duitsers, Fransen en Spanjaarden is dat momenteel het grootste probleem voor de economie. Het is zelfs een grotere zorg

fijner om in te wonen dan doorsnee wijken. En het met een led-kunstwerk verlichte stationsplein heeft grote bomen. Dat geeft een heel ander gevoel dan de desolate steenwoestijnen waarin veel stationspleinen worden omgetoverd. Waarom is het zo belangrijk om een goed gevoel te creëren? Het werkt niet als mensen dingen duurzamer doen en het idee krijgen dat ze erop achteruitgaan. Draagvlak voor duurzaamheid krijg je alleen als een positief gevoel overheerst. Dat geldt ook voor ons beleid. Om bewoners in beweging te krijgen, werken positieve prikkels beter dan allerlei ge- en verboden. Daarom geven we in Apeldoorn ondernemers die in het milieu willen investeren, korting op de grondprijs. Zo creëer je enthousiasme en trots. Bijvoorbeeld als je

dan werkloosheid, toont een enquête in de Financial Times aan. De prijzen van grondstoffen als graan, melk en rijst zijn wereldwijd fors gestegen. Dat komt mede door de grote vraag uit China, tegenvallende oogsten en de groeiende teelt van gewassen voor biobrandstof. Als tweede zorg noemen ondervraagde Europeanen hun gebrek aan koopkracht. Op dit moment blijken loonsverhogingen namelijk

niet genoeg om de recordinflatie in de landen met de euro bij te houden. De enquête toont dat de meeste Britten (68 procent) geen vertrouwen hebben in de capaciteiten van hun regering-Brown om de economische problemen het hoofd te bieden. Ook in andere westerse landen is volgens opiniepeiler Harris het vertrouwen in de economische vaardigheden van de regeringsploeg laag.

er samen in slaagt om koploper te zijn en mensen van heinde en verre komen kijken hoe je dat hebt gedaan.’ VOEDSELPRIJZEN ‘Als energieprijzen stijgen heeft dat grote gevolgen voor de koopkracht. Rijke mensen uit westerse landen hebben daar relatief weinig last van, arme mensen des te meer. Zeker als voedselprijzen nog eens extra stijgen door het gebruik van biobrandstoffen. Maar dat is geen reden om je tegen biomassa of biobrandstoffen in het algemeen te keren. We moeten dan juist pleiten voor grote zorgvuldigheid. Ook bij biomassa geloof ik in lokale productie en opwekking. Uit het gft-afval dat de gemeente ophaalt, kun je bijvoorbeeld via vergisting prima energie opwekken.’

De sterk gestegen voedselprijzen in de wereld leiden tot zorg bij minister Gerda Verburg van Landbouw. „Als we moeten kiezen, dan kunnen we beter produceren voor de mond dan voor de motor”, zei Verburg gisteren bij beraad met EU-collega’s. De Europese Unie heeft veel landbouwgronden nodig voor de teelt van gewassen als koolzaad, palmen en graan, bestemd om bij te mengen in brandstof.

DUITSLAND KOPLOPER ZONNE-ENERGIE ‘In Duitsland liggen bijna alle daken vol met zonnepanelen. Ze hebben ongeveer de helft van de wereldmarkt in handen dankzij een relatief simpele regeling. Dan vraag ik me af: waarom hebben wij dat niet? Waarom gebeurt daar veel meer dan hier? De landelijke overheid heeft een grote verantwoordelijkheid. Hetzelfde geldt voor de energiebedrijven met grote winsten. We moeten nu echt radicaal kiezen voor duurzame energieopwekking. Zet daar die winsten maar voor in. Ook de aandeelhouders zouden daarvoor moeten pleiten, het gaat tenslotte om onze toekomst en dat moet ons wat waard zijn.’

22 | lumen

Lumen1208_BW2.indd 22

20-06-2008 13:50:28


Tekst Rop Zoutberg | Foto’s Hollandse Hoogte

beeldreportage | spanje

Spanje laaft zich aan zon en wind Spanjaarden wisten niet anders dan dat energie uit het buitenland kwam. Het Iberisch schiereiland heeft nu eenmaal weinig fossiele brandstoffen. Daarom importeert het land bijna 80 procent van zijn benodigde energie. Maar een stille revolutie is gaande. De Spanjaarden ontdekten eerst de wind en daarna de zon. Het land wordt daardoor minder afhankelijk. Maar ook bloeien achtergebleven regio’s onverwacht op.

De ontdekking van de zon

Een frisse, nieuwe wind

Van importeur naar producent

De productie van zonne-energie in Spanje floreert als nooit tevoren.

Met de komst van windenergie krijgen achtergebleven regio’s een nieuwe economische impuls, zo ook het dorpje La Muela.

Spanje heeft zijn eigen olie gevonden: wind en zon.

p. 24

p. 32

Interview Mauricio Olite, directeur van de afdeling ‘zonneboerderijen’ van het Spaanse energiebedrijf Acciona Solar.

p. 34

p. 28

lumen | 23

Lumen1208_BW.indd 23

18-06-2008 16:17:32


De ontdekking van de zon

Straatverlichting op zonne-energie in het Spaanse Alicante. | Foto Jose B. Ruiz (Nature Picture Library)

24 | lumen

Lumen1208_BW.indd 24

09-06-2008 08:36:46


In 2004 besloot de Spaanse regering producenten van duurzame energie stevig te gaan belonen. Dankzij het Plan de Energías Renovables floreert de productie van zonne-energie inmiddels als nooit tevoren.

beeldreportage | spanje

T

waalf zijn het er. Opgesteld op metershoge constructies van zwartmetalen buizen. Je kunt eronderdoor lopen. ‘Dat is toch snel twaalf megawatt, rechtstreeks aangesloten op het elektriciteitsnet’, weet Javier Gonzalez, coördinator van de milieugroep Ecologistas en Acción. Met een geoefend oog bekijkt hij de zonnepanelen in het Parque Sureste, een enorm groen gebied vlakbij San Fernando de Henares, een voorstad van Madrid. ‘Het was vijf jaar geleden ondenkbaar onder een installatie als deze te wandelen. Ook al hebben we veel meer zon dan Nederland of Duitsland, er was in Spanje altijd gezeur. Niemand wilde nadenken over alternatieven om dit land van energie te voorzien. Het interesseerde bedrijven niet, net zomin als regeringen of politieke partijen. Alleen een paar gekken maakten zich druk’, zegt Gonzalez.

De kentering De grote veranderingen volgden pas na het aantreden van de socialist Zapatero als premier. Zijn regering kondigde in 2004 de PER af, het zogenaamde Plan de Energías Renovables. De regeling voorziet in subsidies voor duurzame energie. De prijs voor stroom opgewekt in zonne-installaties gaat in de PER maar liefst zes keer over de kop.Voor windenergie is de overheid bereid anderhalf keer zoveel te betalen. Gonzalez: ‘Het past bij Spanje om laat te reageren. De dictatuur duurde tot 1975. Wat daarna volgde was een tornado die het land op zijn kop zette. Maar je hoeft alleen maar naar de betonnen hotels en de corruptie aan de costas te kijken om te beseffen dat er veel fouten zijn gemaakt.’ Op zijn gezicht verschijnt een grijns. ‘Spanje blijft een land van improvisatie, van denken op de korte termijn. Dit is een land van helden en wonderen. Het is niet als Frankrijk, waar een heel volk het land tot ontwikkeling bracht.’ Hij kijkt omhoog naar de buizen van de zonne-installatie, waarachter een Boeing voorbij raast. ‘Er groeit nu een milieubewustzijn en ik zie wel enige kentering.Vorig jaar daalde in Spanje voor het eerst de uitstoot van CO2.’

Javier Gonzalez bij de zonnepanelen in het Parque Sureste. | Foto Rop Zoutberg Een medewerker reinigt de zonnepanelen van een zonneenergiestation in Toledo, Spanje. | Foto Peter Ginter (Bilderberg)

lumen | 25

Lumen1208_BW.indd 25

09-06-2008 12:47:55


Oneindige rijen zonnepanelen in AndalusiĂŤ. | Foto Laif

26 | lumen

Lumen1208_BW.indd 26

09-06-2008 08:50:13


beeldreportage beeldreportage | MaleisiĂŤ | spanje

lumen | 27

Lumen1208_BW.indd 27

09-06-2008 08:50:28


Een frisse, nieuwe wind

Windturbines in de buurt van Pamplona. De duizenden molens zijn onderdeel van een Europees energiebesparingsproject. | Foto Cephas

28 | lumen

Lumen1208_BW.indd 28

09-06-2008 08:51:26


Uitgestrekte vlaktes met dorpjes die langzaam leeglopen. In Spanje lijkt het tij daar nu te keren. Met de komst van windenergie krijgen achtergebleven regio’s een nieuwe, economische impuls.

beeldreportage | spanje

I

n het dorpje La Muela steken de enorme windmolens af tegen de zwarte houten stier. De wieken draaien bijna continu. Het dorp ligt op een winderige hoogvlakte, die doorsneden wordt door de snelweg richting Zaragoza. Een paar dozijn landerijen met olijfbomen zijn er zonder al te vaste hand over uitgestrooid. Maar wat het dus bijzonder maakt zijn de windmolens. Het zijn er honderden bij elkaar. Als een kudde koeien staan ze tegen elkaar aangeschurkt. Door dit woud aan windturbines doorbrak La Muela de spiraal van vergetelheid, het lot van veel Spaanse dorpen. Door de forse investeringen van de machtige elektriciteitsbedrijven kreeg het dorp een economische impuls. De welvaart groeide en de bevolking van amper zevenhonderd mensen nam weer toe. Nieuwe scholen openden hun deuren, net als een spiksplinternieuw auditorium – inclusief een arena met echte stieren.

Het tij keren Een gesprek met de burgemeester van La Muela leert dat in het dorp een ware molenkoorts heerst. Iedereen verpacht wel een stuk grond. De generatoren die erop verrezen zijn goed voor zes- tot achthonderd kilowatt per uur. ‘Ik heb zelf twee molens’, vertelt burgemeester María Victoria Pinilla trots. Anders dan in Nederland zijn de meeste Spanjaarden positief over de komst van windmolenparken, weet Carlos Gasco van het elektriciteitsbedrijf Iberdrola. ‘Eigenlijk worden de windparken overal zeer goed ontvangen. Dat komt ook doordat we de installaties neerzetten in gebieden met maar weinig economische activiteit. De molens keren het tij in de achtergebleven regio’s.’ ‘We hadden altijd alleen maar olijven, wat graan en amandelen’, herinnert een van de boeren in La Muela zich. Ook op zijn land zoeft tegenwoordig een enorme windmolen, omringd door knoestige olijfbomen. ‘Mijn vader heeft zelfs twee molens. We hadden nooit gedacht dat we hier van de wind konden leven.’ Hij schudt even zijn hoofd, maar dan beginnen zijn ogen te fonkelen. ‘Sommigen hier zijn zo enthousiast, die denken zelfs al aan de volgende stap: zonnepanelen!’

Onderhoud in het binnenste van een windmolen in het windmolenpark bij Cadiz, Zuid-Spanje. | Foto Gamma Windmolens bij Tarifa (Andalusië). | Foto Jean Gaumy (Magnum Photos)

lumen | 29

Lumen1208_BW.indd 29

09-06-2008 08:53:05


Eindeloze rijen windmolens staan in de heuvels van het dorpje La Muela. | Foto Rop Zoutberg

30 | lumen

Lumen1208_BW.indd 30

09-06-2008 09:01:15


beeldreportage | spanje

lumen | 31

Lumen1208_BW.indd 31

09-06-2008 09:01:25


De PS10 bij Sevilla is de eerste commerciĂŤle zonnetoren ter wereld. De gigant kan elektriciteit leveren aan maximaal 6000 huizen. | Foto Markel Redondo (WPN)

32 | lumen

Lumen1208_BW.indd 32

18-06-2008 16:23:40


beeldreportage | spanje

Van importeur naar producent Nu nog haalt Spanje zijn elektriciteit vooral uit kolen en gas en kerncentrales. De energie opgewekt door windmolens speelt met een aandeel van 10 procent nog maar een kleine rol in de elektriciteitsproductie. Maar de windmolens rukken snel op en de verhoudingen veranderen snel.

V

olgens schattingen van het Spaanse ministerie van Industrie kan duurzame energie in 2030 al voor 41 procent aan de vraag naar elektriciteit voldoen. De vraag is hoe de groei zich daarna ontwikkelt, zegt Arturo Gonzalo, die een ministeriële werkgroep over klimaatverandering leidt. ‘Het duurt nog decennia voordat we kunnen dromen van een volledig duurzame elektriciteitsproductie.’

Eigen olie De grote verandering van deze jaren is dat Spanje ontdekte dat je van duurzame energiebronnen kunt leven. Bestuurders zagen in dat gunstige

weersomstandigheden niet alleen maar het toerisme ten goede komen. Gonzalo: ‘Spanje heeft zijn eigen olie gevonden: wind en zon. We zijn na Duitsland de tweede producent van windenergie ter wereld. We hebben al voor 14.000 megawatt aan installaties staan en gaan nog veel meer molens neerzetten. Rond 2010 is de productie van die molens 20.000 megawatt. Nu volgt de ontwikkeling van zonne-energie. We hebben in 2006 de bouwvoorschriften aangepast, de Código Técnico de la Edificación. Ieder nieuw gebouw moet verplicht zonneboilers hebben. Die voorzien in ieder geval in de warmwaterproductie. Zijn gebouwen groot, dan moeten ze verplicht worden uitgerust met een fotovoltaïsche installatie. Maar ook zetten we in op thermische zonneenergie. De eerste grote installatie staat bij Sevilla.’ lumen | 33

Lumen1208_BW.indd 33

18-06-2008 16:23:48


‘De zon is een interessante belegging’

Van zonnepaneel naar zonneboerderij is in Spanje een kleine stap. De Spaanse energiebedrijven investeren in eigen land en ver daarbuiten in allerlei projecten om elektriciteit uit de kracht van de zon te halen. De stormachtige groei is overal in het land zichtbaar, vertelt Mauricio Olite, directeur van de afdeling ‘zonneboerderijen’ van energiebedrijf Acciona Solar.

Wat is eigenlijk een zonneboerderij? ‘Een zonneboerderij is een installatie waar fotovoltaïsche installaties aan elkaar gekoppeld zijn. Wat het bijzonder maakt is dat een collectief van investeerders eigendom is van de installatie. Die investeerders kunnen particulieren zijn, maar ook bedrijven of banken. Ze delen met elkaar het terrein, de technologie en de inrichting. Los van het feit dat die zonneboerderijen duurzame energie leveren, zijn ze ook een veilige investering. Want als collectief zijn de investeerders beschermd tegen diefstal. Dat is wel een aanzienlijke verbetering. Voorheen werden er in Spanje nogal wat zonnepanelen van huizen of schuren gestolen.’

Hoeveel investeren de deelnemers in zo’n zonneboerderij? ‘Het gaat om bedragen van 50.000, 200.000 en zo oplopend tot een miljoen euro. De investeringen leveren gemiddeld na tien jaar hun eerste winst op. Dan is de zonneboerderij helemaal afbetaald en beginnen de verdiensten uit zonne-energie. Daarnaast kennen investeringen in dit soort projecten in Spanje ook weer allerlei belastingvoordelen. Voor veel investeerders zijn de zonneboerderijen daarom interessant geworden. Het is wel een stormachtige ontwikkeling geweest. Zes jaar geleden registreerde Acciona het concept van de zonnecollectieven en aanvankelijk was het niet eenvoudig de Spanjaarden van ons idee te overtuigen. Maar na de kleine investeerders volgden de grotere partijen. Bijvoorbeeld onroerendgoedhandelaren die na het inzakken van de huizenmarkt nieuwe beleggingen zochten. Acciona heeft ingezet op alle vormen van duurzame energie. Het aandeel van de zon is nog maar klein. Van de 35.000 werknemers werken er maar 130 aan de zonneprojecten. Maar de banken hebben nu ook de zonneboerderijen als interessante belegging ontdekt. Op dit moment investeren zeker 450 bedrijven, particulieren en instellingen in de collectieven.’ Waardoor zijn de Spanjaarden anders naar zonne-energie gaan kijken? ‘Een eerste Spaans-Duits project kwam halverwege de jaren negentig in Toledo van de grond. Later zag je dat de energiebedrijven belangstelling kregen. Rond de eeuwwisseling investeerde Acciona in Tudela in een eerste installatie van 1,2 megawatt. Het was een Europees project, een experiment. We onderzochten verschillende panelen om te ontdekken hoe die fotovoltaïsche platen op het Spaanse platteland reageerden. Maar het kwam allemaal wel tergend langzaam op gang. Te langzaam, als je ziet hoeveel zonuren Spanje heeft. De verantwoordelijkheid daarvoor lag deels bij de politiek. Die was traag in het ondersteunen van de initiatieven. Juridisch lag het allemaal ook moeilijk. Er was amper een langetermijnvisie en investeerders moesten maar vertrouwen op de privé-initiatieven van de energiebedrijven. De omslag kwam pas met de komst van de socialistische regering-Zapatero in 2004. Toen pas kwamen er reguleringen van de overheid tot stand.’

34 | lumen

Lumen1208_BW.indd 34

18-06-2008 16:24:55


beeldreportage | spanje

Zonnetuin van het Spaanse bedrijf Acciona Solar

Hoe kijken de Spanjaarden naar de ontwikkeling van duurzame energie in hun land? ‘We proberen ons in te leven in de manier waarop de Spanjaarden naar alle veranderingen kijken. De mening van alle sociale groepen telt. Daar houden we rekening mee, ongeacht of we ergens een windmolenpark neerzetten of een zonneboerderij. Het zijn nu eenmaal installaties die hun impact op de omgeving hebben. Die zijn eigenlijk nergens aanleiding voor conflict geweest. Dat is ook omdat de opbrengsten uit duurzame energie in alle regio’s tot een grotere welvaart leidt. Niet alleen voor mensen die in die gebieden wonen, maar ook voor gemeentebesturen; zij kunnen ineens allerlei nieuwe voorzieningen in hun dorpen van de grond krijgen.’

Het betekent ook investeren en denken op de lange termijn. ‘Ik ben het met u eens dat de Spanjaarden daar niet goed in zijn. Bij dit bedrijf proberen we het. Denken aan duurzaamheid, leefbaarheid. We zetten in op de toekomst en koppelen onze initiatieven aan een nieuwe manier van politiek denken. Dat betekent ook dat je een bijdrage probeert te leveren aan een wereldwijde verandering van de energiemarkt. Daarom zitten we ook overal ter wereld. Natuurlijk, we blijven een handelsbedrijf, maar er zit wel een gedachte achter: we weten nu dat de huidige manier van energiegebruik op de lange termijn onhoudbaar is.’

lumen | 35

Lumen1208_BW.indd 35

18-06-2008 16:25:52


36 | lumen

Lumen1208_BW.indd 36

18-06-2008 15:46:59


best practices | groen leasebeleid

Groen leasebeleid ‘avant la lettre’ Er is een run ontstaan op energiezuinige leaseauto’s. Reden is de verlaging van de bijtelling voor ‘groene’ auto’s van begin dit jaar. Maar ook vóór die tijd waren er al bedrijven die zich inspanden voor een groen leasebeleid. Drie pioniers vertellen over het belang van een groene vloot. Tekst Irene Schoemakers | Foto Getty Images

S

inds het verschijnen van Al Gore’s An inconvenient truth zijn zowel bedrijven als consumenten zich bewuster dan ooit van de wijze waarop zij het milieu belasten. Op 1 januari is ook nog eens de nieuwe fiscale bijtelling voor leaseauto’s van kracht geworden. De bijtelling voor auto’s met een benzinemotor die maximaal 110 gram CO2 per kilometer uitstoot, of diesels met een uitstoot van maximaal 95 gram per kilometer, ging omlaag naar 14 procent. De bijtelling van de meeste andere auto’s ging omhoog van 22 naar 25 procent. En dat maakt de bereidheid om goed te doen voor het milieu alleen maar groter. Uit een recent onderzoek van Leaseplan, uitgevoerd door TNS NIPO, blijkt dat de helft van de zakelijke rijders graag wil overstappen op goedkopere en schonere auto’s om de hogere bijtelling te ontlopen.

Budgetbox Er zijn in Nederland ook bedrijven die al eerder een groen leasebeleid op de agenda hadden staan.Yacht is daar een lumen | 37

Lumen1208_BW.indd 37

18-06-2008 15:47:09


voorbeeld van. ‘Bij Yacht werken 4000 hoogopgeleide interim-professionals bij klanten in het land. Ons wagenpark bestaat uit 2500 leaseauto’s die gemiddeld zo’n 31.000 kilometer per jaar rijden. Om die reden hebben we de afgelopen paar jaar diverse milieumaatregelen getroffen’, zegt directeur Jan Hendrik Ockels. Zo kent het bedrijf sinds 2006 de zogenaamde budgetbox. Hierbij wordt het leasebedrag dat het bedrijf normaal gesproken voor een medewerker uittrekt in de budgetbox gedaan en vermeerderd met 25 procent. De medewerker heeft zelf de keuze om dit bedrag te besteden aan vervoerskosten zoals voor openbaar vervoer en poolauto’s. Ockels: ‘Wie normaal gesproken voor 500 euro per maand een auto leaset, krijgt jaarlijks omgerekend 7500 euro in zijn budgetbox. Blijft er wat over, dan krijgt men dat uitgekeerd.’ Ook biedt Yacht zijn medewerkers de zogenaamde mobility card van Mobility Mixx aan, een initiatief van Leaseplan. Ockels:‘Met deze kaart kunnen medewerkers via internet of het callcenter vervoersbewijzen voor trein en taxi bestellen of een huur- of poolauto boeken. En wat blijkt? Ook voor leaserijders is deze kaart een oplossing.Treinkilometers blijken namelijk goedkoper dan de variabele kosten van de leasekilometers. Het loont dus om zo nu en dan de auto te laten staan en de trein te nemen.’ Tot slot heeft het bedrijf ook poolauto’s geïntroduceerd. ‘Een groot succes, net als de overige maatregelen overigens.’ Niet alleen voor het milieu, ook voor de portemonnee. ‘Los van het feit dat we ons bewust moeten zijn van het milieu en we daar ons best voor willen doen, bespaart dit soort maatregelen ons bedrijf ook nog eens kosten. En die besparingen zijn aanzienlijk.’

Digitaal dashboard ‘Kyosei’, zo luidt de bedrijfsfilosofie van Canon, ofwel ‘samen leven en samen werken voor het algemeen belang’. Een groen mobiliteitsbeleid hoort bij zo’n filosofie, aldus Paul Miltenburg, manager Facilities en Procurement en tevens beheerder van het wagenpark.Voorbeelden van eisen die het bedrijf wereldwijd heeft gesteld zijn onder andere om alle dieselauto’s te voorzien van roetfilters en om in 2010 de CO2-uitstoot te hebben gehalveerd ten opzichte van het referentiejaar 2000. Miltenburg: ‘Het gevolg hiervan is dat er sinds 1 januari 2007 geen nieuwe auto meer de weg op mag die meer

dan 180 gram CO2 uitstoot.Vanaf volgend jaar wordt die eis nog verder aangescherpt.’ Daarnaast heeft het bedrijf, in samenwerking met GE Capital Solutions, in 2007 het programma Green & safe solutions uitgerold. ‘We beschikken nu over een zogenaamd digitaal dashboard. Hiermee kunnen we het rijgedrag van medewerkers in hun leaseauto’s monitoren, legt Miltenburg uit. ‘Door gebruik te maken van data afkomstig van onder andere tankkaarten en garagebedrijven, kan ik als wagenparkbeheerder zien hoe zuinig gebruikers rijden, hoe vaak ze schade hebben, hoe vaak de banden zijn versleten enzovoorts. Medewerkers zelf kunnen inloggen op een site en hun eigen score zien. Deze medewerkergegevens zijn overigens niet opvraagbaar voor de managers.’ Het digitale dashboard moet medewerkers vooral bewuster maken van hun rijgedrag. Miltenburg: ‘Eind dit jaar kunnen we de scores met vorig jaar vergelijken en zien of het rijgedrag is verbeterd. Er staan geen sancties op een slechte score, maar het maakt wel dat medewerkers zich bewuster worden van hun rijgedrag. En daar is het ons in eerste instantie om te doen.’

Pimp my Prius ASK Community Systems is al sinds 2003 actief met een groen leasebeleid. Sidney Geneste, een van de oprichters van het bedrijf, legt uit waarom. ‘We hebben zo’n vijftien leaseauto’s rondrijden, maar wél allemaal Toyota Priussen.Vanaf de start van ons bedrijf in 2000 zijn we daar heel duidelijk over geweest. We willen ons als innovatief bedrijf presenteren, maar we hebben ook oog voor de toekomst van onze omgeving. Een goed milieu maakt daar deel van uit. En we willen dat onze eigen medewerkers – die jong en hoogopgeleid zijn – zich daar eveneens bewust van zijn. Het betreft immers hun toekomst en die van hun kinderen.’ En dus besloot ASK Community Systems al in 2003 om uitsluitend met hybride auto’s te rijden. Dat was aanvankelijk niet zo eenvoudig, de auto’s hadden een stoffig imago. Geneste:

‘Leg dan maar eens aan een 25-jarige uit dat een Prius heus een leuke auto is. Inmiddels is de Prius verworden tot een icoon en onze medewerkers zijn apetrots dat ze er in rijden. Sommigen hebben de auto – uiteraard binnen de grenzen van de representativiteit – licht gepimpt. De auto is nog steeds niet van een bloedstollende schoonheid, maar spraakmakend is hij wel. Aan de binnenkant is hij bovendien voorzien van alle mogelijke extra’s. Zelf rijd ik ook in een Prius. En met veel plezier, kan ik zeggen.’

Meer animo De drie genoemde bedrijven staan inmiddels niet meer alleen. ‘We merken heel duidelijk dat de aandacht voor energiezuinige auto’s toeneemt’, vertelt Norbert Karthuis, directeur en oprichter van Strix Lease Service. ‘In 2005 hebben wij in samenwerking met MultiTankCard en Triodos Bank een platform opgericht voor het leasen van hybride auto’s. Daar was vanuit de markt aanvankelijk maar matig belangstelling voor. Nu, nog geen drie jaar later, is de aandacht hiervoor enorm toegenomen.’ Een op de vijf auto’s die bij Strix Lease Service wordt geleased is momenteel een hybride auto. ‘Al voordat het nieuws over de verlaagde bijtelling bekend was, waren bedrijven de afgelopen paar jaar bezig hun autoparken groener te maken door bijvoorbeeld de hoogste energieklasses uit te sluiten’, aldus Rob Keulemans, marketingdirecteur van Leaseplan. ‘Nu merken we dat ook de autorijders zelf steeds meer geïnteresseerd zijn in energiezuinige auto’s. Zo heeft Leaseplan begin dit jaar een actie gelanceerd waarbij leaserijders met langjarige contracten hun oude leaseauto kosteloos bij ons konden inruilen voor een hybride auto. In twee dagen tijd waren de vierhonderd ingekochte hybride auto’s al omgeruild.’ Keulemans ziet de toekomst wat dit betreft zonnig in. ‘Auto’s worden steeds zuiniger. Ik ben ervan overtuigd dat de techniek ons in staat stelt om op termijn het CO2-probleem op te lossen.’

Band op spanning Een eenvoudige en goedkope manier om een steentje bij te dragen aan een beter milieu is een juiste bandenspanning. De helft van de auto’s rijdt met een te lage bandenspanning. Per jaar kost dit 2 tot 5 procent extra brandstofverbruik en een snellere slijtage van de banden. Zorg dus altijd voor een goede bandenspanning. Meer weten? www.bandopspanning.nl

38 | lumen

Lumen1208_BW.indd 38

09-06-2008 09:45:32


column | arnoud kamerbeek

Nuon verlegt verticale grenzen

E

nergie is een markt van grote getallen en kleine marges. Wie in deze business op termijn sterk wil staan, moet in meerdere delen van de keten zitten. Die gedachte zat al achter de aankoop door Nuon van de elektriciteitscentrales van Reliant in 2003. Deze (extra) eigen stroomproductie heeft onze handelspositie in de elektriciteitsketen duidelijk verbeterd. Voor aardgas geldt min of meer hetzelfde als voor elektriciteit. Wie alleen achterin de keten zit, wordt erg afhankelijk. Geen wonder dat Nuon ook hierin haar vleugels uitslaat, bijvoorbeeld met een investering – nog niet zo lang geleden – in strategische gasopslag in Epe (Duitsland) en de Zuidwending. Deze opslag verstevigt onze handelspositie in de gasmarkt. Het stelt ons immers in staat om meer gas in te kopen dan we nodig hebben, op het moment dat dit goedkoop is. Met zo’n strategische gasvoorraad kunnen we pieken en dalen in de gasprijs beter opvangen. Een nieuwe zet die onze positie in de gasketen versterkt, is de aankoop van Burlington Resources Nederland. Het gaat om een bedrijf met een ondernemingswaarde van 443 miljoen euro dat hiervoor in handen was van ConocoPhillips. Door deze aankoop verwerft Nuon een minderheidsbelang in 35 offshore gasvelden in het Nederlandse gedeelte van de Noordzee. Het leeuwendeel ervan bevindt zich in het westen van dit gebied, in het zogeheten

Joint Development Area. Andere velden liggen voor de Noord-Hollandse kust, boven de Waddeneilanden en richting Denemarken. Naast de velden maken pijpleidingen en een gasverwerkingsfabriek in Den Helder deel uit van de deal. Deze eigen productie van aardgas helpt ons onze handelspositie in de gasketen te verbeteren en geeft ons op lange termijn meer grip op de prijsvorming. Daar komt bij dat we ons erop moeten voorbereiden dat de gasmarkt de komende jaren krapper wordt. Eigen belangen kunnen in de toekomst helpen om onze levering zeker te stellen. Wij zien deze aankoop overigens als een eerste stap. Dit belang staat, met een productie van ongeveer een half miljard kubieke meter per jaar, gelijk aan zo’n zeven procent van onze gasbehoefte; we streven naar zo’n tien tot twintig procent in de toekomst. We zoeken daarbij naar vergelijkbare kansen, dus velden in de Noordzee die door solide operators worden gerund. Een aankoop als deze creëert nieuwe kansen binnen het bedrijf. Mogelijk zetten we bijvoorbeeld de velden, als ze uiteindelijk leeg zijn, in voor opslag van gas of CO2. Verder helpt deze stap bij het vergroten van onze knowhow van de gasmarkt. Nog niet alle kennis van de keten hebben we zelf in voldoende mate voorradig. We blijven onze divisie Exploratie & Productie voorlopig uitbreiden met nieuwe deskundige mensen. Arnoud Kamerbeek, directeur divisie Exploratie & Productie Nuon

‘Eigen productie van aardgas versterkt onze handelspositie in de gasketen’

lumen| 39 | 39 lumen

Lumen1208_BW2.indd 39

20-06-2008 13:52:30


Tekst Joost Bijlsma | Foto Eddo Hartmann

Het comfort van een komfoor De wereld staat voor een enorme uitdaging op het gebied van energie-efficiency. Apparaten die het leven van alledag zo aangenaam en makkelijk maken, moeten veel minder energie gaan verbruiken. In elke editie maakt Lumen de balans op van de vorderingen van een specifiek apparaat. Nummer 3: het kooktoestel.

‘Een uitbarsting van de Etna’, zo heet een reclametekenfilm van het legendarische familiebedrijf Etna uit Breda. Deze prachtige commercial, die in 1929 in de bioscopen draaide, probeerde mensen te verleiden tot de aanschaf van een gaskomfoor. Dat was in die tijd een luxe, zoals blijkt uit de reclame: door de rook uit haar kolenfornuis ziet een huisvrouw eerst haar haren grijs worden en vervolgens haar kanariepietje van zijn stokje vallen. Als het kookapparaat daarna als een vulkaan uitbarst, springt ze bij haar krantlezende echtgenoot op schoot en wijst hem op een advertentie voor

40 | lumen

Lumen1208_BW.indd 40

09-06-2008 09:58:26


hier & daar | kooktoestellen

een Etna-gasfornuis. ‘Spaar uw geld als nooit tevoren, gebruikt Etna’s gaskomforen’, titelt het filmpje af. Die aftiteling heeft tot op de dag van vandaag niets aan actualiteit verloren, want koken op gas is van oudsher efficiënt en daarmee goedkoop. Geen wonder dat het snel in ons zuinige landje inburgerde. En helemaal toen dankzij de gasbel in Slochteren het leeuwendeel van de woningen werd aangesloten op het gasnet. KEKKE KOOKPLATEN Inmiddels koken zo’n drie van de vier Nederlanders op aardgas. Zij besteden relatief weinig energie aan het bereiden van eten. Koken op aardgas staat namelijk borg voor slechts een vijfentwintigste deel van het gemiddelde totale gasverbruik; ongeveer 40 euro op jaarbasis. Wie veel roerbakt, regelmatig een snelkookpan gebruikt en zoveel mogelijk eenpansgerechten maakt, kan het energieverbruik van het fornuis zelfs nog verder terugdringen. Elektrisch koken is beduidend minder efficiënt

dan koken op gas. Elektrische kookplaten staan garant voor meer dan het dubbele aan energiekosten – tussen 90 en 120 euro per jaar. Toch rukt juist elektrisch koken snel op. Kekke kookplaten, met mooie namen als inductie, halogeen, quicktherm en keramisch, winnen gestaag terrein op het gasfornuis. Bij de keuze voor gas of stroom wint design het de laatste decennia regelmatig van efficiency. Soms is er overigens geen keuze voor gas of stroom. Bijvoorbeeld als een woning is aangesloten op een warmtenet in plaats van op het gasnet. Maar dan wordt het verlies door het minder efficiënte koken ruimschoots gecompenseerd door de winst van de energie-efficiëntere centrale verwarming. SOLAR COOKING Is bij ons de keuze voor koken met stroom of op gas vooral een kwestie van design, in de derde wereld is de situatie compleet anders. Daar zijn nog legio landen waar hout sprokkelen hoogst noodzakelijk is voor de bereiding

van voedsel. In deze gebieden gaat vaak de helft van het maandloon op aan de inkoop van hout. Daar is houtsprokkelen de enige optie om de ‘energiekosten’ te drukken. Dagelijks trekken vrouwen en kinderen er vijf uur per dag op uit om hout te verzamelen. De gevolgen: schoolverzuim, ontbossing en sterfte door longziekten. Een methode die een oplossing kan zijn voor deze problematiek is Solar Cooking. Er bestaan tegenwoordig zeer eenvoudige systemen, zoals de Cookit. Dit apparaat (zie beeld hierboven) gebruikt zonne-energie om eten te bereiden. ‘Koken met de zon’ vraagt echter wel om een cultuuromslag. Het eten moet namelijk anders worden bereid en smaakt vaak ook niet hetzelfde. De grote vraag is dus: hoe verleid je mensen om over te schakelen op zonnekoken? Dat lukt alleen door ze in de praktijk te laten ervaren dat ze hiermee veel tijd en geld kunnen besparen. Dat is effectiever dan – indachtig de Etna-reclame – ze te wijzen op de gevaren van een dreigende natuurramp. lumen | 41

Lumen1208_BW.indd 41

09-06-2008 09:58:38


DEELNEMERS AAN DE DISCUSSIE (VAN LINKS NAAR RECHTS )

» ROB KEMMEREN, PROJECTLEIDER STADSVERWARMING GEMEENTE AMSTERDAM » LIESBETH SPIES, TWEEDE KAMERLID CDA, PORTEFEUILLEHOUDER KLIMAAT EN ENERGIE EN VICEFRACTIEVOORZITTER » TEUS VAN ECK, ONAFHANKELIJK ADVISEUR WARMTE » JOHAN PATER, VERGUNNINGSADVISEUR NUON WARMTE

42 | lumen

Lumen1208_BW.indd 42

09-06-2008 10:02:04


discussie | warmte- & koudesystemen

Discussie regelgeving warmte- en koudesystemen

Voor eeuwig in de pijplijn? Een belangrijke troef bij het halen van de klimaatdoelen van het kabinet is het benutten van restwarmte en koude, bijvoorbeeld voor stadsverwarming en -koeling. Maar de praktijk is weerbarstig. Door het grote aantal belangen en de onduidelijke regels komen projecten maar moeizaam van de grond. Wat is de remedie? Vier discussianten met elk een andere achtergrond – landelijke politiek, gemeente, het energiebedrijf en onafhankelijk advies – togen naar het Haagse Nieuwspoort om over dit onderwerp te debatteren. Tekst Joost Bijlsma | Foto Rob Marinissen

W

armte en koude vallen in meerdere opzichten uit de toon. Allereerst zijn de netten die ervoor nodig zijn een vreemde eend in de bijt in de door gas en stroom gedomineerde energie-infrastructuur. Ten tweede wortelen warmte en koude alleen onder collectieve omstandigheden en passen daardoor minder goed in een geliberaliseerde markt. En last but not least behoren ze, anders dan wind- en zonneenergie, niet tot de categorie duurzame energie maar tot energie-efficiency. In weerwil van deze status aparte mogen

warmte en koude zich de laatste jaren in een toenemende populariteit verheugen. Ook bij de landelijke politiek is de belangstelling warm te noemen. Dat beaamt ook parlementslid Liesbeth Spies van het CDA. ‘De enorme potentie van deze thema’s voor energiebesparing is tot Den Haag doorgedrongen. In de ambitieuze klimaatplannen van het kabinet krijgt restwarmte een zeer prominente plek.’ Ook op lokaal niveau zijn politici met deze duurzame vorm van energie bezig, stelt Rob Kemmeren van de gemeente Amsterdam. ‘In onze gemeente hebben we inmiddels drie jaar een “warmte, tenzij”-beleid, net als in Apeldoorn en Rotterdam. Dat betekent dat warmtenetten voorrang krijgen bij nieuwbouw. Ook hebben we meegewerkt aan lumen | 43

Lumen1208_BW.indd 43

09-06-2008 10:03:12


Rob Kemmeren: ‘Om een koudenet te regelen, moesten we tachtig vergunningen aanvragen’ koude als alternatieve koeling voor de Zuidas.’ Volgens Johan Pater, van Nuon Warmte, is die aandacht van de politiek niet meer dan terecht. ‘Het staat onomstotelijk vast dat de potentie enorm is. Je kunt de Kyotodoelstelling volledig met restwarmte halen.’ Onafhankelijk adviseur Teus van Eck is ook zeer enthousiast over warmte en koude. ‘Natuurlijk moet je iedere keer nagaan wat de beste energie-oplossing is. Maar restwarmte, al dan niet in combinatie met duurzame bronnen en koeling, wordt nu nog sterk als mogelijkheid onderschat. Terwijl de potentie enorm is. Als je nagaat dat restwarmte de gasmarkt voor een groot deel kan vervangen, begrijp je dat het een miljardenmarkt is.’

zeggen: “Ik bouw zo slim, ik heb helemaal geen energie nodig.” Het is lastig om op basis daarvan een standpunt te bepalen. Iedereen schermt met zijn eigen onvergelijkbare resultaten.’ Spies: ‘De veelheid van oplossingen zie ik op zichzelf niet als een probleem. Want dat betekent dat we in een fase zitten waarin meerdere innovaties tegen elkaar strijden. We moeten vermijden dat we alleen zoeken naar dé ultieme oplossing. Die bestaat immers niet. Ook restwarmte is niet altijd en overal geschikt. Als je warmte over een te lange afstand moet vervoeren, is het warmteverlies te groot. Het kenmerk van de energievoorziening is juist dat de oplossingen per plaats en per situatie verschillen.’

Mentaliteit

Dwang

De deelnemers aan de discussie zijn het allemaal roerend eens over de kansen van warmte en koude. Maar in andere opzichten verschillen ze sterk, zoals in hun optimisme over het benutten van de mogelijkheden. Zo denkt Spies dat de toegenomen belangstelling voor het milieu zich nu al in een groeiend gebruik van restwarmte vertaalt.Van Eck is, ondanks zijn enthousiasme over de kansen, veel gereserveerder over de toekomst ervan: ‘In overlegorganen wordt lippendienst bewezen aan warmte en koude, maar dat leidt niet noodzakelijkerwijs tot een snelle groei. Projecten stranden door allerlei oorzaken, zoals ondeugdelijke informatie of onwil om risico’s te nemen. Daar komt bij dat er een schreeuwend tekort is aan vakmensen die dergelijke projecten tot een goed einde kunnen brengen.’ Spies laat zich daardoor niet zo een-twee-drie uit het veld slaan. ‘Je merkt dat de mentaliteit begint om te slaan, in de glastuinbouw bijvoorbeeld. Er zijn prachtige initiatieven waarbij woonwijken van de restwarmte van kassen profiteren. Daarvan word ik optimistisch. Het ligt voor de hand dat het allemaal niet vanzelf gaat. Bij klimaat en energie moeten we nieuwe mogelijkheden ontdekken. Door het overvloedig aanwezige aardgas zijn we in Nederland lang lui geweest. Dat heeft ons weinig drive gegeven om creatief met de energievoorziening om te gaan.’ Volgens Van Eck staat het grote aantal mogelijkheden het maken van heldere keuzes erg in de weg. ‘Wie een woonwijk wil bouwen, krijgt een stortvloed aan verhalen te horen: micro-wkk, gasmotoren, warmtepompen, restwarmte, aardwarmte, zonne-energie... Er zijn zelfs mensen die

Het gesprek gaat al snel over de rol van de overheid, het steeds terugkerende twistpunt in de geliberaliseerde energiemarkt. In hoeverre moet de overheid dwang toepassen? CDA-politicus Spies is realistisch genoeg om te beseffen dat voor de energietransitie een keur aan wetswijzigingen nodig is. ‘Een voorbeeld is de Mijnbouwwet. Die is gemaakt om stoffen uit de grond te halen, terwijl we nu precies het tegenovergestelde willen doen, bijvoorbeeld met CO2.’ Aan de andere kant gelooft Spies dat wetgeving niet te dwingend moet zijn, maar juist ruimte moet bieden voor innovaties. Spies: ‘Ik ben sterk tegen voorschrijven. Daarom ben ik ook erg chagrijnig over een besluit van de stadsregio Den Haag. Die schrijft openbaar vervoer voor via op aardgas rijdende bussen. Dat is dom, want zo prikkel je de markt niet. Als overheid moeten we voorschrijven wat er qua reductie nodig is en de markt de ruimte geven om daarvoor het beste alternatief te kiezen. Als wij bij wet bepalen dat eenieder op een warmtesysteem moet worden aangesloten, dan sluiten we daarmee andere alternatieven uit. Dat moeten we niet willen.’ Kemmeren is het daar niet helemaal mee eens. ‘De overheid moet zich inderdaad niet te veel bemoeien met de te kiezen alternatieven. Maar de markt doet niet alles waartoe ze in staat is. Zeker bij risicovolle projecten met grote investeringen is een duwtje in de rug nodig om een schaalsprong te kunnen maken. Een sprong van niets naar iets. Als overheden hun nek niet uitsteken, gebeurt er te weinig. En dat leidt tot allerlei suboptimale oplossingen. Dan blijven we voortdurend in een hutspot van belangen

44 | lumen

Lumen1208_BW.indd 44

09-06-2008 11:21:10


discussie | warmte& koudesystemen discussie| SDE versus MEP

Liesbeth Spies: ‘We moeten zoeken naar ruimte om regelvrij te experimenteren’ stranden, zoals nu. Als de overheid, bijvoorbeeld in Rotterdam, echt een warmte-ringnet wil, zal de gemeente toch de lijnen moeten uitzetten.’ Met een ‘warmte, tenzij’-beleid schrijft de gemeente Amsterdam niet te veel voor, vindt Pater. ‘Met dat principe is niets mis. Het doel is energiebesparing en met “tenzij” houd je de vrijheid om andere technieken toe te passen. Ik geloof sterk in een regulerende rol van de overheid bij energie-efficiency. Besparen schiet alleen op als je collectief gedrag afdwingt. Kijk maar naar de grote winkelstraten. Je kunt enorm veel energie besparen als je winkeliers dwingt in de winter hun deuren te sluiten. Niemand van de grote ketens, behalve de HEMA, sluit de deuren uit zichzelf. Het argument is meestal: als ik de deur sluit, lopen ze bij de buurman binnen die dat niet doet. Hier moet de overheid optreden. En dat kan ook. Gemeenten kunnen winkels allang dwingen (via het Activiteitenbesluit, red.) om hun deuren dicht te doen. Ook bij warmtesystemen ben ik een groot voorstander van positieve dwang: het aantrekkelijk maken. De Tweede Kamer doet nog onvoldoende om warmte en koude te stimuleren.’

Overheidsbemoeienis ‘Dan hoeven wij toch niets meer voor te schrijven?’ vraagt Spies zich hardop af of de rijksoverheid nog een rol heeft, als de gemeente een ‘warmte, tenzij’-beleid heeft. Dat is koren op de molen van de projectleider Stadsverwar-

ming van de gemeente Amsterdam. Kemmeren: ‘Via een “warmte, tenzij”-motie in de gemeenteraad is een aansluitplicht in de bouwverordening opgenomen. Daarover is goed door onze juristen nagedacht. Het overige juridische kader is echter beperkt en niet te vergelijken met bijvoorbeeld de uitgebreide gas- en elektriciteitswetgeving. Het Rijk schittert door afwezigheid. Daar komt bij dat VROM en EZ verschillende signalen afgeven, waardoor wij blijven zweven. Dat zorgt er ook voor dat discussies steeds weer opnieuw worden gevoerd. Het is nu nog veel te veel trial by error. De rijksoverheid moet dat gat echt gaan vullen.’ Die overheidsbemoeienis is volgens Van Eck ook nodig om bedrijven met warmtebronnen over de streep te trekken. ‘Zij zijn huiverig om zich te binden aan leveringsverplichtingen; dat zie je weerspiegeld in sterk verhoogde prijzen voor restwarmte.Voor de aanleg van grote collectieve systemen is bijna niemand bereid een langetermijnrisico te nemen, terwijl afnemers voor dertig jaar garanties willen hebben.’

Warmtewet De rijksoverheid is al jaren van plan om goede regels voor warmteprojecten vast te leggen in een speciale Warmtewet. Dit wetsvoorstel was voorheen omstreden omdat het als enige doel had consumenten te beschermen. Spies wil er nog niet al te veel over kwijt, maar volgens haar zit er een nieuw ontwerp – een initiatief van CDA en PvdA – aan

Warmte & koude Warmte en koude zijn veelbelovende, verantwoorde energiebronnen. Bij warmte hebben we het over restwarmte afkomstig van een afvalverbrander, industrieel proces of energiecentrale. Die warmte wordt in de vorm van water via een leidingennet naar de klanten vervoerd (stadsverwarming). Bij koude gebeurt iets vergelijkbaars met koud water. Bron van de koude is dan koel water uit bijvoorbeeld een meer. De potentie van

warmte en koude is groot. De restwarmte die Nederlandse bedrijven jaarlijks produceren valt te vergelijken met de warmte die vrijkomt bij het verstoken van 15 miljard kubieke meter aardgas. Van die potentieel beschikbare warmte benutten we in Nederland inmiddels 3 procent. Het grote voordeel van warmte is dat bestaande energie veel intensiever wordt benut. Maar warmte kan ook een rol gaan spelen bij de verduur-

zaming van de energiesector. Anders dan bijvoorbeeld gasnetten, zijn warmtenetten geschikt voor het vervoer van duurzaam opgewekte energie. Zo is er een warmtenet gekoppeld aan de biomassacentrale van Nuon in Lelystad. En in de toekomst zal het warmtenet van Almere deels worden gevoed door warmte die wordt opgewekt door een eiland met zonnepanelen.

lumen | 45

Lumen1208_BW.indd 45

09-06-2008 11:21:24


Johan Pater: ‘In onze vrije markt heeft een plantje alleen groeipotentie als er geld mee kan worden verdiend’ te komen, met als tweede doel: investeringen in warmte bevorderen. Gedacht wordt aan een mogelijkheid voor energiebedrijven om rendabele projecten te compenseren met onrendabele projecten. Het instappen in projecten financieel aantrekkelijker maken, vindt Pater een goed idee. ‘Stadsverwarming en -koeling leveren voor de productiebron nog geen winst op. Dat is een slechte zaak. In de vrije markt waarin wij moeten opereren, heeft een plantje alleen groeipotentie als er geld mee kan worden verdiend. Anders gaat het echt niet snel groeien.’ Het zou volgens Pater een goed signaal zijn als er voor afnemers van stadswarmte een positieve prikkel kwam in de vorm van een overheidsbijdrage. ‘Nu wordt de prijs voor warmte bepaald via het “niet-meer-dan-anders”-principe, waarbij de afnemer niet meer betaalt dan een vergelijkbaar tarief voor aardgas. Maar eigenlijk moet de consument, als hij op warmte is aangesloten, er ook voordeel van hebben. Het is raar dat de overheid windenergie sponsort, maar warmte niet. Terwijl de milieuprestatie vergelijkbaar is.’ Volgens Van Eck is het voor draagvlak van warmte in ieder geval essentieel dat de rijksoverheid knopen doorhakt. ‘Bij de afnemers van warmte heerst na twintig jaar juridisch gedoe nog steeds onduidelijkheid over het “niet-meerdan-anders”-tarief. Economische Zaken moet gewoon met een consistent verhaal komen over de prijsvorming. Je kunt deskundigen laten bepalen waar het tarief op moet zijn gebaseerd.’

Koudwatervrees Het laatste issue van het debat betreft het moeilijk doordringbare woud van vergunningen. Dat is bijna hét borreltafelonderwerp van deze tijd. En niet voor niets. Zeker bij energietransitie speelt dit een snelle voortgang parten. Om dit proces te versnellen zou Den Haag meer op één lijn moeten zitten en zouden ministeries elkaar minder moeten tegenwerken.Vergunningaanvragen zouden dan sneller verlopen. Zou dat ook niet moeten bij warmte en koude, waar veel initiatieven kampen met taaie procedures? ‘Dat is heel erg nodig.Voor warmte en koude is er nog niet eens een gelijk speelveld, als je het vergelijkt met andere vormen van energie’, reageert Pater fel. ‘De Gasunie kan relatief snel gasleidingen door het IJsselmeer leggen,

omdat die onder “groot openbaar belang” vallen.Voor ons duren dergelijke procedures veel langer. Heel wonderlijk. Want energiebesparing is bij de energietransitie de eerste hoofdroute, de optie met de hoogste prioriteit. Terwijl gas op plaats vijf staat. In dat licht is het vreemd dat energie besparen in veel besluitvorming nog geen issue is. Dat moet snel veranderen.Volgens mij kun je veel bereiken met een regeringsbesluit in de vorm van een planologische kernbeschikking (PKB) die door alle besluiten heen werkt. Met zo’n PKB kun je warmte en koude verplicht een hogere prioriteit geven.’ Voor meer warmte- en koudeprojecten is een soepeler vergunningenbeleid geen overbodige luxe. Kemmeren geeft het voorbeeld van koude als koeling voor de kantoren aan de Amsterdamse Zuidas. ‘Om daar een koudenet te regelen – een techniek gelijk aan stadsverwarming, maar dan met koude- in plaats van warmtebronnen – moesten we tachtig vergunningen aanvragen. Dat lukt omdat je daar te maken hebt met een prestigeproject met een geweldige projectorganisatie. In minder spectaculaire gevallen is zo’n huzarenstukje bijna onhaalbaar.’ Spies vindt dat de politiek inventief en flexibel moet zijn, zodat wordt voorkomen dat goede initiatieven in de kiem worden gesmoord. ‘Warmte en koude hebben er bijvoorbeeld last van dat het relatief nieuwe fenomenen zijn. Dan hangen mensen vaak te veel aan bezwaar en beroep. Iedereen dekt zich in en risico’s worden niet genomen. Zo worstelen waterschappen met wat ze aan moeten met koude. Daarvoor moet koud water worden gewonnen, bijvoorbeeld uit een meer. En dat heeft mogelijk een effect op de waterkwaliteit. Maar als we op onderzoek moeten wachten, dan zijn we zo weer twintig jaar verder. Ik vind dat een reden om te zoeken naar ruimte om regelvrij te experimenteren. Er moet ruimte zijn voor mensen die lef tonen.’ Dat is ook Van Eck uit het hart gegrepen: ‘De mentaliteit moet weer meer worden dat mooie dingen die het milieu baten, voorrang krijgen.’

46 | lumen

Lumen1208_BW.indd 46

09-06-2008 11:23:40


achtergrondartikel | supergeleiding

Grote doorbraak supergeleiding op komst Supergeleiding is begin twintigste eeuw in Nederland ontdekt. Bijna honderd jaar later krijgt de technologie hier opnieuw een wereldprimeur. Amsterdam bouwt aan een zes kilometer lange supergeleidende kabel om elektriciteit zonder weerstand te transporteren. Tekst Marco van Kerkhoven | Foto Eddo Hartmann

lumen | 47

Lumen1208_BW.indd 47

19-06-2008 12:01:09


Alex Geschiere: ‘Supergeleidende kabels ondersteunen de integratie van duurzame bronnen’

H

et was de Leidse onderzoeker Heike Kamerlingh Onnes die in 1911 ontdekte dat metalen bij extreem lage temperaturen supergeleidend worden. Eigenlijk was Kamerlingh Onnes op zoek naar de bruikbaarheid van kwikdraad als stroomgeleider. Toen hij kwik afkoelde, bleek onverwachts de weerstand weg te vallen. Zo ontdekte hij min of meer bij toeval supergeleiding. Supergeleiding ontstaat als elektronen ongehinderd hun weg vinden en de weerstand voor de stroom naar nul loopt. ‘Supergeleidende materialen zoals keramische koperoxiden worden gebruikt om warmte- of andere weerstandverliezen te beperken’, vertelt Horst Rogalla, hoogleraar natuurkunde aan de TU Twente. ‘Supergeleiding wordt veelal op drie manieren toegepast. De eerste toepassing is bij het gebruik van zeer sterke elektromagneten. Een tweede manier is het opvoeren van de snelheid in elektronische schakelingen. De derde mogelijkheid zijn toepassingen in de elektriciteitsvoorzieningen om weerstandverliezen te beperken.’ Volgens Rogalla biedt supergeleiding een uitkomst voor de energievoorziening. ‘Op dit moment wordt elektriciteit nog tot hoogspanning opgevoerd om het met relatief weinig weerstandverliezen over grote afstand te kunnen vervoeren’, vertelt hij. ‘Als we supergeleidende kabels zouden kunnen gebruiken, kan die spanning omlaag.’ Dit scheelt in de kosten, omdat de netspanning niet eerst naar hoogspanning hoeft te worden omgezet. Hoogspanning is namelijk alleen nodig voor het transport van elektriciteit.Voor gebruik in de woning moet de hoogspanning weer tot laagspanning worden getransformeerd.

Lage temperaturen In eerste instantie was de toepassing van supergeleiding alleen mogelijk als het gebruikte transportmateriaal goed werd gekoeld. Door de vondst van hoge-temperatuur-su-

Supergeleiding Een groot voordeel van supergeleiding is dat een eenmaal op gang gebrachte energiestroom – in een gesloten kring van supergeleidend materiaal – kan blijven lopen. Zo’n lopende elektrische stroom wekt een permanent magnetisch veld op. Supergeleidende magneten moeten wel continu worden gekoeld. Dit gebeurt meestal met vloeibaar helium, maar kan door de nieuwe materialen steeds vaker met stikstof of onder hoge druk zelfs bij kamertemperatuur gebeuren.

pergeleiders lijkt er nu ook met minder gekoeld materiaal te kunnen worden gewerkt. In 1986 ontdekten onderzoekers van IBM dat een vorm van keramische koperoxiden al supergeleiding vertoont bij temperaturen hoger dan -196 graden Celsius, het kookpunt van vloeibaar stikstof. Dit is een goedkoop en relatief eenvoudig verkrijgbaar koelmiddel. Sinds die ontdekking kan supergeleiding op steeds meer plaatsen praktisch worden toegepast. Rogalla, die ook voorzitter is van de Europese Vereniging van Toegepaste Supergeleiding, werkt zelf aan supergeleiding die bij minder lage temperaturen al optreedt. Hij ziet een grote toekomst voor de hoge-temperatuur-supergeleiding. ‘Als we straks een materiaal vinden dat bij kamertemperatuur al supergeleidend is, dan betekent dat een enorme doorbraak. Dan komt de opslag van energie in magneten dichterbij’, vertelt hij. En dat is gunstig omdat je daarin zonder weerstandsverlies elektrische energie kan opslaan.

Goede oplossing Voorlopig is het nog niet zo ver. Eerst zal kennis en ervaring moeten worden opgedaan met de praktische toepassing van supergeleiding. Een mooi voorbeeld daarvan is een project van Nuon Tecno, de ingenieurstak van Nuon. In hartje Amsterdam wordt gewerkt aan de bouw van een zes kilometer lange supergeleidende stroomkabel. Projectleider Alex Geschiere legt uit wat de ambities zijn. ‘De langste supergeleidende kabel ligt momenteel in de Verenigde Staten en is zeshonderd meter. Wij gebruiken straks een tien keer langere kabel. Een wereldprimeur.’ Om elektriciteit te transporteren, zijn lange verbindingen nodig. De grootste uitdaging is om een lange kabel over de hele lengte continu te koelen tot bijna -200 graden Celsius. ‘Met de huidige techniek is dat nog niet mogelijk’, licht Geschiere toe. ‘Om hierin een doorbraak te realiseren, werken we samen met de industrie en verschillende universiteiten.’ Een reden voor het nieuwe project is dat er capaciteitsproblemen in de netwerken ontstaan. De bestaande technologie heeft door de toenemende vraag naar elektriciteit haar grenzen bereikt. Omdat oplossingen met een hogere spanning vaak heel duur zijn, is supergeleiding een goede oplossing. ‘Een ander belangrijk punt is de opkomst van duurzame energiebronnen’, vertelt Geschiere. ‘Het aankoppelen van deze bronnen op de netwerken is met de huidige technologie complex en daardoor vaak duur. De nieuwste generatie supergeleidende kabels kent deze problemen niet. Supergeleidende kabels ondersteunen daarmee de integratie van duurzame bronnen.’

48 | lumen

Lumen1208_BW.indd 48

09-06-2008 11:24:22


achtergrondartikel | supergeleiding

Minder energieverlies Voor hun project in Amsterdam hebben Geschiere en zijn collega’s een gasdrukpijpkabel gevonden. Dit is een oud type elektriciteitskabel dat destijds in een staalpijp werd gelegd. De capaciteit van deze kabels begint ontoereikend te worden voor de voeding van Amsterdam. Geschiere: ‘Door de gasdrukpijpkabel te vervangen door een supergeleidende kabel hebben we relatief eenvoudig een zes kilometer lange proefopstelling. De oude kabel wordt uit de pijp getrokken en de supergeleidende kabel wordt er terug ingetrokken. En dat is uniek in de wereld.’ Naast een oplossing voor capaciteitsproblemen is de supergeleidende stroomkabel ook zuiniger. Hoogspanningsnetten verliezen enkele procenten van de getransporteerde energie door weerstandverlies. Supergeleiding heeft 40 procent minder energieverlies. ‘De kosten zijn nu nog aan de hoge kant. Maar onze inschatting is dat de kosten voor de bouw van nieuwe infrastructuur op termijn dicht in de buurt komen van die van traditionele bouw. Daarnaast zijn de prestaties veel beter en is de techniek milieuvriendelijker’, aldus Geschiere. De kosten van het project zijn nog niet precies te berekenen, maar zullen in de miljoenen lopen.

Onmisbare factor Bijna honderd jaar na de ontdekking is supergeleiding steeds vaker een onmisbare factor in natuurkundige experimenten en toepassingen. Zo wordt supergeleiding bijvoorbeeld gebruikt bij het onderzoek kwantumcomputers. In deze computers zit een nieuw type chip die vele malen sneller is dan de huidige microprocessors. Deze kwantumchip wordt echter alleen nog in laboratoria gebruikt. Supergeleidende spoelen worden ook gebruikt in deeltjesversnellers, een experimentele opstelling om meer te leren over de werking van atomen. Daarnaast is supergeleiding ook te vinden in een MRI-scanner, een apparaat dat via krachtige magneten afbeeldingen maakt van het binnenste van het menselijk lichaam. Ten slotte zijn er zendmasten

Projecten wereldwijd

Bij Detroit ligt sinds een jaar of vijf de eerste supergeleidende hoogspanningskabel. Drie vuistdikke ondergrondse kabels van supergeleidend materiaal – met daarin bismut, strontium, calcium, koolstof en zuurstof – transporteren hier stroom over een lengte van 120 meter. De drie kabels wegen 110

voor mobiele telefoons waarin supergeleidende schakelingen zitten. Deze schakelingen vergroten de ontvangstgevoeligheid, wat meer beschikbare kanalen of een groter bereik oplevert.

Meer toepassingen Een heel andere toepassing van supergeleiding is de magneetzweeftrein. Deze trein beweegt met behulp van supergeleidende elektrische magneten. Op verschillende plaatsen in de wereld, onder meer in Japan, China en Duitsland, rijden de zogenaamde Maglev-treinen. De Maglev zweeft ongeveer een centimeter boven een betonnen spoor en wordt op snelheid gehouden door elektrische magneten op het spoor en in de trein. De snelheid van de trein wordt geregeld door het magnetische spoor een hogere of lagere frequentie mee te geven. Ook in Nederland bestond er interesse voor de aanleg van een magnetische zweeftreinverbinding. Het zou dan gaan om een ‘spoorlijn’ tussen Amsterdam en Groningen. De hoge kosten van de aanleg van een nieuw Maglev-traject vormen echter een groot probleem.Voor deze magneettechnologie moet een compleet nieuw spoor worden aangelegd. Daarnaast loopt de elektriciteitsrekening behoorlijk op. Magneettreinen zijn ongeveer twee keer zo duur als de gewone hogesnelheidstechnologie, zowel in bouw als in onderhoud. In Sjanghai kostte een traject van dertig kilometer, van de internationale luchthaven Pudong naar het zakencentrum in Sjanghai, al vijftien miljoen euro. Tot slot wordt supergeleidende technologie ook toegepast in kernfusiereactors, zoals de tokamak-centrale in Japan en de in aanbouw zijnde ITER-centrale in Frankrijk. Kernfusie is op een veilige manier energie opwekken, maar treedt alleen op bij extreem hoge temperaturen. Dergelijke temperaturen kunnen alleen worden gehaald als het fusiemateriaal wordt opgesloten in een magnetisch veld. Supergeleiding is daarbij onontbeerlijk.

kilo en vervangen negen koperen leidingen van ruim acht ton. De kabels zijn berekend op een spanning van 24.000 volt en een stroom van 2400 ampère. Een geavanceerd meetsysteem houdt het energieverlies in de kabel bij. In totaal zijn veertienduizend inwoners in het centrum van Detroit afhankelijk van het nieuwe systeem. Een relatief duur systeem; de aanleg van dit project kostte ruim vijf miljoen dollar. Toen nog

waren supergeleidende kabels tien keer duurder dan koperen kabels. In Kopenhagen liep een vergelijkbaar project, dat aan 150.000 huishoudens stroom leverde. In deze stad werd destijds een van de eerste supergeleidende kabels geïnstalleerd. Op dit moment is de kabel buiten bedrijf om plaats te maken voor de bouw van een commerciële variant.

lumen | 49

Lumen1208_BW.indd 49

09-06-2008 11:24:36


Strandbeesten vreten windenergie Strandbeesten heten ze, de kunstwerken van Theo Jansen. Uit elektriciteitsbuizen maakt hij skeletten, die zich voortbewegen op de wind. Jansen plaatst ze op het strand, in de hoop dat ze daar hun eigen leven gaan leiden. Tekst Cariene Joosten | Foto Freek van Arkel (Hollandse Hoogte)

D

oor de schepping opnieuw uit te vinden, hoopt de kunstenaar inzicht te krijgen in zijn eigen oorsprong. Jansen hoopt dat na zijn dood zijn strandbeesten zullen voortleven op de stranden, en dat hij daarmee onsterfelijk wordt. De eerste generatie strandbeesten was geen lang leven beschoren. Ze verdronken in de zee of legden het loodje tijdens stormen.Voor elk ‘gevaar’ bedacht Jansen een oplossing. Nieuwe soorten werden uitgerust met een watersensor, zodat ze omkeren zodra ze nattigheid voelen. De skeletten van de tweede generatie beesten zijn voorzien van petflessen die wind opvangen en bij luwte voor voldoende ‘energie’ zorgen om terug te keren naar de duinen. Ook kregen de creaties een brein, een stappenteller die de positie tussen zee en duinen kan bepalen. Bovendien

is de nieuwste familie voorbereid op zware storm. Zodra de wind opzet, verankeren de strandbeesten zichzelf met een pin in de grond. Belangrijk gegeven voor Jansen is het duurzame karakter van de beesten. ‘Het oneindige leven dat ik voor mijn strandbeesten voor ogen heb, gaat natuurlijk niet samen met de uitputting van fossiele bronnen. Daarom is het gebruik van duurzame energie belangrijk, zoals in dit geval de wind.’ Toch ziet Jansen de toekomst van duurzame energie niet al te rooskleurig. ‘Ik denk niet dat de productie van duurzame energie toereikend is voor de wereld. Als ik kijk naar China en India, sluit ik zelfs niet uit dat we (tijdelijk) overstappen op kernenergie.’ De strandbeesten mogen dan in veel opzichten op echte beesten lijken, er is een belangrijk verschil: ze kunnen zich niet voortplanten. Of toch wel? Jansen: ‘Ja hoor, via internet planten ze zich razendsnel voort. En ook dat is een manier om onsterfelijk te worden.’

Op internet zijn diverse video’s te zien van de strandbeesten, zoals ‘Theo Jansen: The art of creating creatures’ en ‘Theo Jansen - Modern Day DaVinci’. Kijk op www.youtube.com. 50 | lumen

Lumen1208_BW.indd 50

18-06-2008 16:30:26


kunst & energie | theo jansen

Colofon Lumen is een initiatief van Nuon. Dit magazine vormt een platform voor discussie en informatie over energie en de energiemarkt. Het wordt vier keer per jaar gratis verspreid onder beslissers en beleidsmakers. Redactieadres | Spaklerweg 20, 1096 BA Amsterdam E-mail | info@lumen-magazine.nl Concept & realisatie | Scripta Media BV | Amsterdam Restyling | De Studio@Robert Hengeveld | Amsterdam Beeldconcept | K Birnholz Creative | Amsterdam Coverfoto | Rob Marinissen | Amsterdam Lithografie | Grafimedia BV | Amsterdam Drukwerkbegeleiding | Castel Mediaproducties | Groningen Drukwerk | Drukkerij Tesink BV | Zutphen Redactie & organisatie | Joost Bijlsma, Catherine Broekhuijsen, Peter Hofland, Cariene Joosten, Peter van Vuuren Medewerkers | Philip Drรถge, Eddo Hartmann, Evelyn Jongman, Marco van Kerkhoven, Rob Marinissen, Irene Schoemakers, Rutger Vahl, Rop Zoutberg Standpunten in de artikelen worden niet noodzakelijk gedeeld door de redactie. Aan de inhoud van dit blad kunnen geen rechten worden ontleend. Lumen wordt gedrukt op papier met het FSCkeurmerk.

lumen | 51

Lumen1208_BW.indd 51

09-06-2008 11:28:33


Tekst Philip Dröge | Foto Solar Impulse

pioniers | piccard

Op zonnekracht de wereld rond Zuinig met energie omgaan, Piccard weet er alles van. In 1998 vloog hij als eerste met een ballon rond de wereld. Nu wil hij als eerste rond de wereld in een vliegtuig aangedreven door zonneenergie, de Solar Impulse. Dat kan alleen als hij bijzonder zuinig is met de energie die het toestel opwekt. ‘Overdag vliegen is geen probleem. De zonnepanelen wekken genoeg op voor de vier motoren. Maar ’s nachts vliegen we op batterijen. Dat betekent dat we efficiënt moeten zijn, anders stort ik voor zonsopgang neer.’ Er zijn zelfs specialisten die zeggen dat het niet kan. Piccard schudt zijn hoofd. ‘Iedere pionier krijgt te horen dat wat hij wil onmogelijk is.’ De recordpoging moet mensen aan het denken zetten. ‘Het is zo eenvoudig om energie te besparen. Dubbel glas, zuiniger motoren. Wellicht kunnen fabrikanten de technieken die we nu ontwikkelen voor de Solar Impulse gebruiken in hun auto’s.’

nr 12 | juli 2008

markt | maatschappij | meningen

Mel Kroon van TenneT:

‘De markt is in twee jaar tijd enorm veranderd’ | nr 12

De vorderingen van Piccard en zijn Solar Impulse zijn te volgen via www.solarimpulse.com.

Kwartaalmagazine over energiebeleid

Russisch gas omzeilen? Europa zoekt naar alternatieven

Lumen1208_Cover.indd 1

18-06-2008 15:10:09


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.