Transitie - Nuon Duurzaamheidsverslag 2007

Page 1

SCHOON OF SCHIJN p 7 | SAMEN MET DE KLANT p 14 | BEWEGING p 24 | HOE GROEN IS NUON p 42 | LEIDERSCHAP p 56

JAARMAGAZINE NUON DUURZAAM 2007

TRANSITIE coverformaat 1

13-03-2008 18:11:57


VOORWOORD SCHOON OF SCHIJN p 7 | SAMEN MET DE KLANT p 14 | BEWEGING p 24 | HOE GROEN IS NUON p 42 | LEIDERSCHAP p 56

TRANSITIE coverformaat 1

Voor duurzaamheid is durf nodig Klimaatverandering, armoede en milieuvervuiling. Over die onderwerpen sprak ik laatst met een evenknie bij een ander groot bedrijf. Hij geloofde stellig dat de hedendaagse politici deze drie kwesties niet zullen oplossen, vanwege een gebrek aan langetermijnvisie en een te groot vertrouwen in de vrije markt. En hij pleitte daarom voor een meritocratie: een regering van een kleine, terzake kundige elite die met kennis, macht en middelen de vraagstukken daadkrachtig te lijf gaat. Zijn woorden zetten me aan het denken. Ik herkende zijn frustratie, maar democratie is mij te dierbaar om als kind met het badwater weg te gooien. Wat ik wel uit zijn verhaal overneem is dat de bal allang niet meer alleen bij de overheid kan worden gelegd. Ik vind dat kennis, invloed en geld in zo’n ruime mate voorhanden zijn bij grote bedrijven dat de bestuurders daarvan een eigen verantwoordelijkheid hebben. Zij vormen in wezen de elite die mijn gesprekspartner zocht.

26-03-2008 13:17:48

JA, U ZIET HET GOED. NUON DUURZAAM 2007 IS EEN TIJDSCHRIFT DAT U ACHTERGRONDEN GEEFT. WE HEBBEN ONS DAARBIJ BEPERKT TOT HET ENERGIEBELEID. WIE EEN COMPLEET MVO-VERSLAG WIL MET ALLE FEITEN EN CIJFERS, SURFT NAAR WWW.NUON.NL/VERSLAGGEVING2007

Ondernemingen kunnen niet succesvol zijn in een maatschappij die faalt. Voor een samenleving die de eindigheid van bronnen begint te voelen is duurzaamheid daarom geen optie meer, maar bittere noodzaak. De inzet van kennis, invloed en geld voor dit doel is dan niet langer een keuze, maar een morele plicht. Maatschappelijk belang en bedrijfsbelang gaan hier hand in hand. Bedrijven die zich het lot van de maatschappij aantrekken worden daar niet minder van. Want werken aan duurzaamheid – daar ben ik van overtuigd – bouwt merken die het vertrouwen van hun klanten krijgen, omdat ze datgene doen wat zij werkelijk nodig hebben. En verantwoordelijk ondernemen bouwt bedrijven waar mensen met trots werken. De wereld om mij heen beschouwend, zie ik dat het vaak aan slechts één factor ontbreekt die bedrijven over de drempel kan helpen om werkelijk aan de slag te gaan met duurzaamheid. Noem het lef of noem het moed; het gaat erom dat ondernemingen uit het harnas van het gebruikelijke durven breken. Dat beslissers niet gaan zitten wachten op het eeuwige level playing field. Dat managers zich niet laten tegenhouden door de angst uitgelachen te worden. Dat we allemaal de discussie aan durven gaan met iedereen die wil vasthouden aan ‘hoe we de dingen nu eenmaal altijd doen’. Veranderen gaat nou eenmaal niet zonder risico. In dit magazine ziet u hoe Nuon leiderschap toont door hier en daar zijn nek uit te steken, om die duurzame wereld met kleine stapjes dichterbij te brengen. En ziet u ook hoe lastig dat soms kan zijn. Amsterdam, 7 april 2008

NIETS AAN

DOET NUON

? T I E T I S R E V I D AAR:

EL. SURF N

W NATUURLIJK

EVING2007 L/VERSLAGG .N N O U .N W WW

Ruud Schuurs, directeur Corporate Social Responsibility 2 _ Nuon Duurzaam magazine 2007

NUON_deel1_lithogr.indd 2

26-03-2008 13:26:06


INHOUD

TEKENS VAN TRANSITIE

pag. 4

1 SCHOON OF SCHIJN? ‘Wij laten zien wat we doen’

pag. 7

Waarom warmte tijd kost

pag. 12

2 SAMEN MET DE KLANT Anne-Marie Rakhorst, Search

pag. 15

Michiel de Haan, BCC

pag. 16

Jeroen Jansen, ASN

pag. 17

De klimaatinspanning die het meeste oplevert

pag. 19

In 2008 gaat groen groeien

pag. 23

3 BEWEGING Duurzaam gedreven medewerkers

pag. 25

ENERGIEJAAR IN BEELD

pag. 34

4 HOE GROEN IS NUON? Nuon in perspectief

pag. 43

Reststoffen, voer voor centrales

pag. 48

Duurzame opwekking 2007

pag. 50

Pionieren met minder CO2

pag. 53

5 LEIDERSCHAP Dialoog Pernot en Kemna

pag. 57

Adviezen stakeholders: Cramer, Wempe en Belksma

pag. 61

Afscheidsinterview Ludo van Halderen

pag. 64

Column Wessel Ganzevoort

pag. 67

COLOFON Het Jaarmagazine Nuon Duurzaam is een uitgave van Nuon. Uitgever: Nuon nv, Amsterdam. Hoofdredactie: Karin Rikkers (Nuon). Concept: Joost Bijlsma (Magma Publicaties)/Greet Egbers (www.greet.nl)/ Scripta Media, Amsterdam(www.scripta.nl). Realisatie: Scripta Media. Eindredactie: Joost Bijlsma. Redactie: Joost Bijlsma, Evelyn Jongman, Ingrid Kluvers, Jacqueline Konermann, Judith Mulder, Ruud Schuurs, Peter van Vuuren. Tekst: Pieter van den Brand, Ernst Bruinsma, Rutger Vahl, Pierre de Winter. Art direction en design: Greet Egbers, Lina Meisen. Fotografie: Foto Natura, Hollandse Hoogte, Getty Images, Rob Marinissen, Ellen Martens, Jocelyne Moreau, Edith Paol, Frank Ruiter, Maarten van Schaik, WFA/Reuters, Ernst Yperlaan. Illustratie: Greet Egbers, Michiel Offerman. Lithografie: Grafimedia bv, Amsterdam. Drukwerkbegeleiding: Castel Mediaproducties, Groningen. Drukwerk: Hollandia, Heerhugowaard. Met dank aan: Hans Nooter, Gieljan Beijen, Suzanne van Hees, Wendy Dubbeld, Mariëlle Ruijgrok.

Het Jaarmagazine Nuon Duurzaam is gedrukt op papier met het FSC-certificaat. De gebruikte inkten bestaan voor 15 tot 20% uit plantaardig bindmiddel.

Nuon Duurzaam magazine 2007 _ 3

NUON_deel1_lithogr.indd 3

03-04-2008 11:44:21


TEKENS VAN TRANSITIE

2 1 1

NU MET NOG MINDER CELLEN! Na drie eerdere overwinningen won zonneauto Nuna in 2007 opnieuw de World Solar Challenge. De Nuna4 deed dat met twee derde van het aantal zonnecellen dat eerder werd gebruikt. De zonneracer moet niet alleen een hightech speeltje zijn, maar ook een aanzet geven om van rijden op de zon dagelijkse praktijk te maken. Om dat te symboliseren reed de Nuna een ererondje op A10-asfalt.

Nuna1 Nuna2 Nuna3 Nuna4

Oppervlakte zonnepanelen

Tijd over 3021 km (uren, minuten)

9 m2 9 m2 9 m2 6 m2

32, 39 31, 05 29, 11 33, 17

2

GRATIS SPAREN

3

ZUINIGE DEN OP DE DAM

Ruim 3.000.000 huishoudens in Nederland kregen een coupon voor een gratis spaarlamp van Nuon. Doel was om consumenten te bewegen meer zuinige lampen aan te schaffen. Tienduizenden klanten gingen met hun bon naar een van de negen energiewinkels. En in de online shop gingen 60.000 zuinige lampen over de digitale toonbank.

De 18 meter hoge boom die de Amsterdamse Dam tijdens kerst 2007 sierde, straalde voor het eerst energiezuinig. Nuon tekende voor een ontwerp met 40.000 led-lampjes, die 10 keer zuiniger zijn dan conventionele peertjes. Ter vergelijking: in 30 dagen gebruikt een streng van 100 gewone kerstlampjes 10,5 kilowattuur, terwijl leds slechts 1,2 kilowattuur consumeren.

3 5 4 _ Nuon Duurzaam magazine 2007

NUON_deel1_lithogr.indd 4

18-03-2008 17:58:49


TEKENS VAN TRANSITIE

6 4 4

WARME BELANGSTELLING

5

SCHONE GOEDERENSTROOM

Warmte is het best bewaarde duurzame geheim van Nederland. Van de potentieel beschikbare restwarmte - het equivalent van 15.000.000.000 kubieke meter verstookt aardgas - benutten we nog slechts 3 procent. Nuon Warmte sloot in 2007 ruim 6700 woningen aan op een warmtenet. De totale vermeden uitstoot van systemen van Warmte bedraagt 160.000 ton CO2. Het draagvlak voor het aanleggen van warmte wordt steeds groter.

Trams veroorzaken geen uitlaatgassen. Waarom zetten we ze dan niet in voor goederentransport in stadscentra? Dat is de gedachte achter CityCargo, een ambitieus project in de Amsterdamse binnenstad. Doel: het binnen tien jaar halveren van het aantal vrachtwagens (nu 5000, straks 2500). Nuon steekt 3,1 miljoen euro in het project, krijgt een belang van 30 procent en levert duurzame energie voor de voortstuwing.

6

ENERGIE IN DE ETALAGE

Energiebedrijven zien hun rol gestaag veranderen van productverstrekker naar serviceverlener en adviseur. Daarom opende Nuon 9 energiewinkels: in Alkmaar, Amsterdam, Baarn, Beek Enschede, Groningen, Leiderdorp, Nijmegen en Zwolle. Deze bieden alles op het gebied van energie en energie besparen, zoals spaarlampen, designradiatoren, thermostaten, hr-ketels en isolatie. Inmiddels weet gemiddeld 45 procent van de inwoners van de vestigingsplaatsen van het bestaan van de energiewinkels.

7

METERS MAKEN In ’s lands meterkasten komt de komende jaren iets nieuws te hangen: de ‘slimme’ meter. Deze verschaft inzicht in het verbruikspatroon en kan daarmee een hulp zijn bij het besparen. Aantallen door Continuon te installeren meters (raming): 50.000 in 2007, 50.000 in 2008, 250.000 in 2009, 500.000 in 2010/2013 en 250.000 in 2014.

7 Nuon Duurzaam magazine 2007 _ 5

NUON_deel1_lithogr.indd 5

31-03-2008 20:48:20


Thema 1 SCHOON OF SCHIJN?

Schoon of schijn? De roep om verduurzaming van de energievoorziening is dankzij Al Gore luider en hartstochtelijker dan ooit. Dat is een goed teken, want voor de grote veranderingen die nodig zijn, is draagvlak noodzakelijk. Helaas is er geen tovermiddel om de overgang van fossiele naar duurzame energie te versnellen. Leveringszekerheid is ook een verantwoordelijkheid van Nuon. De werkelijkheid moet niet mooier worden voorgesteld dan ze is. 6 _ Nuon Duurzaam magazine 2007

NUON_deel1_lithogr.indd 6

14-03-2008 10:43:46


SCHOON OF SCHIJN?

Nuon zoekt de nuance

‘Wij laten zien wat we doen’

Het jaar 2007 was het jaar van het klimaatbewustzijn. Logisch dus dat energiebedrijven krachtig werden aangesproken op hun verantwoordelijkheden. In het vuur van het debat, dat zich vooral toespitste op kolencentrales, ontbrak het nu en dan aan nuance. Met Øystein Løseth en Kjartan Skaugvoll op zoek naar de kern van de zaak. Greenpeace stortte op 5 juli 2007 twintig ton steenkool op de oprit naar het hoofdkantoor van Nuon. Het ging om een protest tegen het plan van het bedrijf om te investeren in Nuon Magnum. Deze in de Eemshaven geplande multi-fuel centrale met vergassingstechnologie werd door de milieuorganisatie consequent aangeduid als een doorsnee kolencentrale. Wie dergelijke plannen maakt, mag niet werven met een CO2-reductieplan, vindt Greenpeace. De milieuorganisatie ging naar de Reclame Code Commissie om een televisiereclame van Nuon met deze strekking te laten verbieden (zie kader Leerzame Reclame). Deze opzet slaagde niet omdat het energiebedrijf volgens de commissie daadwerkelijk streeft naar CO2-reductie.

In het debat over kolencentrales dat dankzij Greenpeace op gang kwam, werd de werkelijkheid doorgaans eenvoudig voorgesteld: een energiebedrijf dat een centrale wil bouwen die (ook) op kolen kan stoken, is per definitie fout. Daarbij bleef onderbelicht dat verduurzaming van de sector – ook volgens het geldende kabinetsbeleid – berust op meerdere pijlers: verduurzaming van de productie, energiebesparing en het minder milieubelastend maken van fossiele energie. Voldoende reden om wat dieper in te gaan op de materie. Øystein Løseth, in de Raad van Bestuur verantwoordelijk voor productie en handel, en Kjartan Skaugvoll, directeur Retail, lichten de standpunten van Nuon toe.>> Nuon Duurzaam magazine 2007 _ 7

NUON_deel1_lithogr.indd 7

26-03-2008 13:30:52


Thema 1 SCHOON OF SCHIJN?

ØYSTEIN LØSETH 8 _ Nuon Duurzaam magazine 2007

NUON_deel1_lithogr.indd 8

18-03-2008 16:36:35


SCHOON OF SCHIJN?

< ‘Duurzaamheid is inmiddels corebusiness in de energiesector. Je moet daarop scoren. Anders tel je zakelijk niet mee.’

KJARTAN SKAUGVOLL

Niet iedere kolencentrale is hetzelfde

< ‘We zijn nu koploper in kennis over CO2- afvang, zonnefolie, kolenvergassing en wind op zee’

Skaugvoll: ‘Milieuorganisaties stellen dat nieuwe steenkoolcentrales per definitie een stap terug betekenen. Maar dat kun je nuanceren. Nu importeren we in ons land bijvoorbeeld Duitse elektriciteit die in zeer vervuilende bruinkoolcentrales is opgewekt. Als je ervan uitgaat dat minder vervuilende technologie deze capaciteit vervangt, betekent een moderne kolencentrale dus een stap vooruit.’ Løseth: ‘Daarbij rijst wel de vraag: hoeveel minder vervuilend is die moderne techniek dan? Nuon onderscheidt zich van energiebedrijven die een reguliere kolencentrale hebben gepland. Dat komt omdat wij een multi-fuel centrale willen bouwen die op gas, biomassa en steenkool kan stoken. Bovendien gaan wij de kolen vergassen in plaats van verbranden. Als deze centrale in de toekomst functioneert als aardgascentrale, betekent dat een duidelijk lagere CO2-emissie dan die van een traditionele kolencentrale. Maar ook als de centrale steenkool vergast, is ze schoner. Allereerst stoot een kolenvergassingscentrale, zoals onze reeds bestaande in Buggenum al heeft bewezen, veel minder schadelijke stoffen uit dan traditionele kolencentrales. Alleen de CO2-emissie is vergelijkbaar, als je verder niets zou doen. Maar we

gaan wel wat doen. We willen die uitstoot reduceren, door het meestoken van biomassa en het afvangen en opslaan van CO2. Juist daarvoor is onze kolenvergassingstechniek het meest geschikt. Eurocommissaris Andris Piebalgs van Energie noemde Buggenum een model voor de toekomst.’

Alleen investeren in windenergie is geen optie Skaugvoll: ‘Fossiele opwekking is voorlopig nog nodig om de consument een redelijke prijs te kunnen bieden. Dat komt simpelweg omdat het meer kost om stroom uit wind of zon op te wekken. Zolang klanten niet massaal bereid zijn meer te betalen voor een schoon product, zoals NatuurStroom van Nuon, kunnen we om economische redenen die keuze niet maken.’ Løseth: ‘Dat betekent overigens niet dat we niet meer in windenergie gaan investeren. Dankzij subsidie van de overheid kunnen projecten rendabel worden. En mogelijk ontwikkelt de technologie zich in de toekomst zodanig dat wind even rendabel wordt als fossiele opwekking. Zelfs als dat gebeurt, is er nog steeds een reden om niet alle troeven op wind te zetten, namelijk leveringszekerheid. Het waait niet altijd, dus heb je back-upcapaciteit nodig. En dan komt Nuon Duurzaam magazine 2007 _ 9

NUON_deel1_lithogr.indd 9

26-03-2008 13:37:02


Thema 1 SCHOON OF SCHIJN?

steenkool weer in beeld. Want dat is de langetermijnoptie onder de fossiele brandstoffen, met een voorraad voor ongeveer 250 jaar. Ook vanuit het oogpunt van bedrijfsstrategie geloven wij dat het verstandig is om een multi-fuel bedrijf te blijven. De ontwikkeling van (de prijs van) energie is te onvoorspelbaar om te afhankelijk te zijn van slechts één brandstof of manier om elektriciteit op te wekken.’

Met haar reclame laat Nuon zien waar ze voor staat

‘We moeten toe naar een Europees systeem van groene certificaten, gelijk voor alle lidstaten’

Løseth: ‘Eventuele verwijten over window-dressing aan ons adres zijn absoluut onterecht. Wij hebben niets te verbergen en willen laten zien wat we doen. En Nuon doet veel. We investeren zowel in grootschalige windenergie op zee als in een fabriek voor zonnefolie. En we blijven dat doen. Verder verminderen we de uitstoot van onze bestaande centrales en studeren we op mogelijkheden om de CO2-uitstoot van fossiele centrales via afvang en opslag te beperken. Al voordat we 10 miljoen euro subsidie van de overheid kregen, hadden we besloten om 45 miljoen euro in een pilot voor CO2-afvang te investeren.’ Skaugvoll: ‘Dat wij door het grote publiek worden afgerekend op daden en niet op woorden vind ik terecht. Daarom vertellen we in onze reclames niet alleen dat het klimaat gevaar loopt, we reiken tegelijk concrete mogelijkheden aan om CO2 te reduceren. We geven energieadviezen en we leveren toegankelijke producten waarmee de klant relatief gemakkelijk energie kan besparen. We gaan verder waar Gore is geëindigd.’

Nuon wil een koploper in duurzaamheid zijn Skaugvoll: ‘Dat je voorop wilt lopen, is verstandig bedrijfsbeleid. Duurzaamheid is inmiddels corebusiness in de energiesector. Je moet daarop scoren. Anders tel je zakelijk niet mee en word je ook minder aantrekkelijk als werkgever. Want talent let daarop.’ Løseth: ‘Duurzame opwekking word onderdeel van elke grote moderne energieonderneming. Als je alleen in ouderwetse techniek zit en bijvoorbeeld geen research doet naar CO2-afvang, dan daalt de waarde van je onderneming in financiële ranglijsten, zoals Moody’s.’ Skaugvoll: ‘Je moet wel kunnen aantonen dat je echt iets doet. Reclame voor groene energie is niet voldoende.’ Løseth: ‘Ik denk dat we met 4 procent eigen duurzame opwekking vooroplopen. We zitten daarmee rond het landelijk gemiddelde en we blijven in de toekomst in ieder geval in lijn met de Europese targets. Daarnaast zijn we nu een koploper in kennis over CO2-afvang, zonnefolie, kolenvergassing en wind op zee.’ Skaugvoll: ‘En vergeet energiebesparing niet. Zoals ik eerder al zei, heeft Nuon allerlei concrete oplossingen. Een sterk concept is de mogelijkheid voor de klant om energiebesparende middelen, zoals zonneboilers en hr-ketels, te financieren via de toekomstige opbrengsten van de besparing. Dat dit werkt, blijkt bijvoorbeeld uit het vervangen van oude boilers door hr-boilers.

Onze omzet daarin groeit sterk, terwijl de markt zelf terugloopt.’ Løseth: ‘Ook na de splitsing van ons bedrijf blijven we vooroplopen in duurzame energie. Wij zullen onze strategie zodanig aanpassen dat we op eenzelfde niveau kunnen blijven investeren. Na de splitsing zijn de afzonderlijke delen van het bedrijf aanvankelijk natuurlijk wel minder kapitaalkrachtig. Maar daar zijn oplossingen voor. Die zullen afhangen van veranderingen die mogelijk in het verschiet liggen. Daarbij kun je denken aan het zoeken van een partner of aan het herstructureren van het aandeelhouderschap. Met dergelijke veranderingen kunnen we ruimte scheppen voor extra investeringen.’

Minder groene klanten betekent niet minder duurzaam Skaugvoll: ‘Het aantal groene klanten is in de discussie over duurzaamheid altijd een belangrijk criterium geweest. In die schoonheidswedstrijd kun je hoog eindigen door groene stroom goedkoop te maken en klanten te werven met allerlei agressieve acties. Maar daarmee spreek je vooral prijskopers aan die meer worden getrokken door kortingen of cadeautjes dan door de essentie van het product. Vaak gaan deze mensen direct weer terug naar grijs, zodra dat in de volgende actie wordt gepromoot. Wat wij willen, zijn klanten die écht voor groen gaan en daar ook meer voor willen betalen, zoals bij NatuurStroom het geval is. Die klanten krijgen de garantie dat de elektriciteit in Nederland is geproduceerd uit waterkracht, zonne-energie of windenergie. Ook ontvangen ze voordelen waarmee ze een duurzame lifestyle kunnen ontwikkelen, zoals middelen om energie te besparen en CO2-compensatie voor een deel van het gasgebruik.’ Loseth: ‘De systematiek van groene energie kan beter. We zouden eigenlijk toe moeten naar een Europees systeem van groene certificaten dat gelijk is voor alle lidstaten. Iets vergelijkbaars als het systeem van CO2-emissierechten, zodat we de certificaten kunnen verhandelen.’

Nuon moet het mét de klant doen Skaugvoll: ‘We zijn ervan overtuigd dat CO2-reductie de meeste kans van slagen heeft in samenwerking met de klant. Daarom proberen we de banden aan te halen. Als groot bedrijf moeten we voortdurend opletten dat we niet vervreemden van de klant. Daarom openen wij winkels waardoor we beter benaderbaar worden.’ Løseth: ‘Klantcontact is ook cruciaal omdat we in een energietransitie zitten. Stel dat over twintig jaar iedere klant zijn eigen kleine productie-unit heeft. Daar kun je alleen op inspelen als je een heel intensief contact met je klant hebt.’ Skaugvoll: ‘Nuon komt in de toekomst voor nieuwe afwegingen te staan. Bijvoorbeeld voor de vraag of er wordt geïnvesteerd in een grote centrale of juist in een programma van decentrale opwekking, met behulp van kleine wkk’s of zonne-energie.’ Løseth: ‘Uiteindelijk beslist de klant wat wij gaan produceren.’ <<

10 _ Nuon Duurzaam magazine 2007

NUON_deel1_lithogr.indd 10

26-03-2008 13:38:11


SCHOON OF SCHIJN?

ON NIET

S AAN

N ZIEKTE A V E I T N PREVE NGEVALLEN? : AAR EN O . SURF N DOET NU

L

LIJK WE

2007

ING SLAGGEV .NL/VER N O U .N WWW

NATUUR

LEERZAME RECLAME

‘De consument is zich in korte tijd veel sterker bewust geworden van het klimaatprobleem. Maar hij wil nu weten: wat kan ik precies doen? Als energiebedrijf hebben wij antwoorden op die vraag. Díe boodschap wilden wij overbrengen.’ In een paar zinnen schetst manager communicatie Ilse Lasschuijt van Nuon Retail de gedachte achter de Nuon-reclamecampagne van 2007. Blikvanger daarvan was een meeslepende film die beelden liet zien van watersnood. Na een pakkend lied met lyrische teksten volgde de constatering: ‘Het klimaat verandert. Oorzaak: vooral de wereldwijde uitstoot van CO2. Gevolg: opnieuw strijd tegen water.’ Dit werd gevolgd door de oproep om samen iets aan de uitstoot te doen, via het CO2-reductieplan dat te vinden is op de website van Nuon. Consumenten kunnen hier nagaan wat het energiebedrijf doet aan reductie, maar ook vinden ze er welke concrete acties zij zelf kunnen ondernemen. Die aandacht voor het klimaat viel niet in goede aarde bij Greenpeace, die bij de Reclame Code Commissie klaagde over de campagne. Nuon

mag in de ogen van de milieuorganisatie niet in zijn reclames claimen dat het tracht een positieve bijdrage te leveren aan CO2-reductie. Met name het besluit tot het bouwen van een nieuwe kolenvergassingscentrale zou daarmee in strijd zijn. En het investeren in grootschalige windprojecten levert volgens Greenpeace onvoldoende wisselgeld.

‘VEEL SCHONER’ De uitspraak van de Reclame Code Commissie in deze zaak verschaft leerzame inzichten. Het instituut oordeelde dat Nuon voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat het daadwerkelijk tracht om de CO2-uitstoot te verminderen. Van de commissie mag het energiebedrijf bovendien claimen dat een kolenvergassingscentrale ‘veel schoner’ is dan reguliere kolencentrales. Maar Nuon moet wel omzichtig omgaan met de communicatie rondom de mogelijke prestaties van de nieuwe kolentechniek. Het bedrijf mag alleen een percentage ‘schoner’ claimen, wanneer het precies aanduidt onder welke voorwaarden (en wanneer) deze claim wordt waargemaakt. En ‘schone’ kolentechnologie

dient eigenlijk te worden aangeduid als ‘minder milieubelastend’, vindt het college. Enkele teksten van de website van Nuon werden conform deze aanbevelingen aangepast. ‘Door de klacht van Greenpeace en alle publiciteit eromheen ontstaat misschien de indruk dat onze reclame omstreden was’, zegt Lasschuijt. ‘Maar voor een campagne met een miljoenenbereik was het aantal direct aan Nuon gerichte klachten juist erg laag. Daar komt bij dat consumenten ons na die reclame juist geloofwaardiger zijn gaan vinden.’ Lasschuijt staaft haar uitspraak met een marktonderzoek van Market Response. ‘De positieve respons op de stelling: “Ik geloof dat Nuon mij helpt om CO2 te reduceren”, steeg na de campagne met 27 procent. Ook zien we een stijging van de merkvoorkeur met 13 procent’, vertelt Lasschuijt. Zij vindt dat Nuon – ondanks de kans op negatieve publiciteit – zijn nek moet durven blijven uitsteken met communicatie over het klimaatprobleem. ‘Duurzaamheid zit in de genen van dit bedrijf. Zolang wij gewoon eerlijk blijven uitleggen wat we doen, maak ik mij geen zorgen.’ << Nuon Duurzaam magazine 2007 _ 11

NUON_deel1_lithogr.indd 11

26-03-2008 13:45:06


Thema 1 SCHOON OF SCHIJN?

Waarom warmte tijd kost Restwarmte is een veelbelovende verantwoorde energiebron. De politieke wil om er gebruik van te maken neemt toe. Maar in de praktijk is het niet altijd gemakkelijk om zo’n project van de grond te krijgen. Ingewikkelde afwegingen vergen tijd en een vooruitziende blik. Dat bleek met name in Amsterdam. Amsterdam draagt warmtenetten een warm hart toe. Restwarmte van de Nuon-centrale in Diemen verwarmt nu al nieuwbouwwijken in Amsterdam-ZuidOost en IJburg. De stuw achter deze ontwikkeling is het ‘restwarmte, ‘restwarmte tenzij’-beleid van het stadsbestuur. Dat houdt in: bij grootschalige nieuwbouw en stedelijke vernieuwingen worden bij voorkeur warmtenetten aangelegd, tenzij dat onmogelijk of onrendabel is. Roelof Potters, manager businessmanagement & ontwikkeling van Nuon Warmte, legt uit dat politiek draagvlak hiervoor cruciaal is, omdat aan het aanleggen van warmtenetten altijd complexe besluitvorming met veel betrokken partijen voorafgaat. ‘Je moet afspraken maken over leveringsvoorwaarden, het aanleggen van een net en de keuze van een warmtebron.’

Amsterdam Dat het aanleggen van warmtebronnen een uitdaging is, is in Amsterdam gebleken. Aan warmtebronnen is in de hoofdstad geen gebrek. ‘Inmiddels benutten we er al de centrale bij de Vrije Universiteit, de Afval Energie Centrale en onze eigen Diemen-centrale’, vertelt Potters. Als alle bronnen in Amsterdam zouden worden ingezet, is er een capaciteit van ongeveer 1000 megawatt, genoeg voor het verwarmen van 75 procent van de stad. Zo snel mogelijk aansluiten, zou je zeggen. Maar zo gemakkelijk gaat dat niet, ondervinden betrokken partijen. Het Amsterdamse gemeentebestuur vroeg Nuon om de Hemwegcentrale in te zetten voor warmtelevering in Amsterdam-Noord. Het antwoord was afwachtend, tot verdriet van politici. Potters begrijpt de teleurstelling: ‘Het lijkt heel logisch:

12 _ Nuon Duurzaam magazine 2007

NUON_deel1_lithogr.indd 12

26-03-2008 13:53:42


SCHOON OF SCHIJN?

DOET NUON

NIETS AAN

ID:? E H G I D A D F LIE JK WEL. SURF NAAR NATUURLI

07

GGEVING20 .NL/VERSLA WWW.NUON

de Hemweg ligt vlak bij Amsterdam-Noord. De mensen kijken daar over het IJ naar die schoorstenen. Raadsleden dachten dus: “Dat moet de bron worden.” En dat is ook technisch mogelijk. Wij kunnen de Hemweg-centrale ombouwen, als we dat verstandig zouden vinden.’ Maar bij de uiteindelijke keuze van een warmtebron speelt een complex van factoren een rol, waaronder duurzaamheid, technische, economische en ook strategische factoren. Er dient bijvoorbeeld rekening te worden gehouden met de kosten voor de betrouwbaarheid van de hoofdactiviteit van de warmtebron; in de meeste gevallen is dit leveringszekerheid van elektriciteit. Verder moet worden nagegaan hoeveel het kost om een bron aan te passen voor betrouwbare en gegarandeerde warmtelevering. En nog een andere belangrijke vraag bij het aansluiten van bronnen luidt: kan de warmteleverancier een lange levering garanderen? Potters: ‘Bij raffinaderijen en staalindustrie is dat bijvoorbeeld een knelpunt, maar ook bij wat oudere centrales, zoals bijvoorbeeld de Hemwegcentrale, kan dat een probleem zijn. Van die centrale weten we dat die een resterende levensduur heeft van minder dan dertig jaar. Dan komen we in het vaarwater van de beslissing voor vervanging in een volgend decennium. Als wij dat nu al weten, moeten wij ons ook afvragen of er alternatieven zijn, zoals bijvoorbeeld de Afval Energie Centrale van de gemeente. Daarbij zou je wellicht wel levering voor dertig jaar kunnen garanderen.’ Met andere woorden, alle factoren dienen volledig te worden gewogen voor een optimale afstemming van opwekking en levering. Potters maakt zich er overigens geen zorgen over of er nog wel restwarmte in Amsterdam-Noord komt. ‘We hebben voldoende warmte in de aanbieding.’ Inmiddels lopen er verschillende onderzoeken naar optimale benutting van restwarmte binnen de regio. Maar voor Potters staat een ding als een paal boven water: ‘Ik wil de politiek inzicht geven in ons besluitvormingsproces. Openheid en wederzijds vertrouwen zijn noodzakelijke voorwaarden in onze business.’ <<

DE POTENTIE VAN RESTWARMTE

De restwarmte die Nederlandse bedrijven jaarlijks produceren valt te vergelijken met de warmte die vrijkomt bij het verstoken van 15 miljard kubieke meter aardgas. Van die potentieel beschikbare warmte benutten we in Nederland inmiddels 3 procent. Dat neemt in de toekomst verder toe, mede dankzij de stuwende werking van deugdelijke overheidsregelgeving en groeiende politieke wil. Het grote voordeel van warmte is dat bestaande energie veel

intensiever wordt benut. Maar warmte kan ook een rol gaan spelen bij de verduurzaming van de energiesector. Anders dan bijvoorbeeld gasnetten, zijn warmtenetten geschikt voor het vervoer van duurzaam opgewekte energie. Zo is een warmtenet gekoppeld aan de biomassacentrale van Nuon in Lelystad. En in de toekomst zal het warmtenet van Almere deels worden gevoed door warmte die wordt opgewekt door een eiland met zonnepanelen. Nuon Duurzaam magazine 2007 _ 13

NUON_deel1_lithogr.indd 13

14-03-2008 10:44:12


Thema 2 SAMEN MET DE KLANT

Samen met de klant Verduurzaming laat zich alleen verankeren als het samen mĂŠt een loyale klant gebeurt. Het is aan bedrijven om een voldoende duurzaam aanbod te bieden dat klanten kan bekoren. Voorbeelden daarvan zijn groene energie maar ook producten en diensten die ervoor zorgen dat het verbruik van energie vermindert. Op dat laatste punt is de meeste winst op korte termijn te halen. Over wat Nuon doet, wat andere ondernemers doen en wat u kunt doen.

14 _ Nuon Duurzaam magazine 2007

NUONmagthema2.indd 14

26-03-2008 13:56:21


SAMEN MET DE KLANT

‘Je moet de passie op de klant overbrengen’ >> Anne-Marie Rakhorst is directeureigenaar van Search. Dit bedrijf biedt diensten aan in duurzame bouw, industrie, milieu, ruimtelijke inrichting, energie en water. Rakhorst schreef het boek Duurzaam ontwikkelen... een wereldkans. ‘Dat veel mensen nu nog niet voor duurzame producten kiezen komt ook omdat ze er gewoon te weinig van weten.’

‘ORGANISATIES MOETEN OOK HUN PRIMAIRE PROCESSEN VERDUURZAMEN’

Merk je bij Search dat klanten duurzaamheid nog vooral in de goededoelensfeer plaatsen? ‘Daar merk ik weinig van en ik vind ook niet dat duurzaamheid in de goededoelensfeer thuishoort. Het gaat erom producten en diensten aan te bieden die kunnen concurreren met niet-duurzame producten en diensten. Wel merk ik dat mensen duurzaamheid en ondernemerschap nog vaak als contradictie zien. Daar heb ik nooit iets van begrepen. Ik kom uit een echt ondernemersgezin en ben opgegroeid op een boerderij. De combinatie van ondernemerschap en zorg voor natuur en milieu zijn mij met de paplepel ingegoten.’ Jij hebt heel verschillende opdrachtgevers, zoals vastgoedondernemingen, aannemers en overheden. Hoe interesseer jij potentiële klanten voor duurzaamheid? ‘Mijn advies is: breng je passie over! Ik vind dat bedrijven er veel te weinig aan doen om duurzaamheid voor medewerkers en klanten interessant te maken. Duurzaamheid is ook innovatie, is hartstikke boeiend en leuk. Deel die passie, deel ook je kennis! Want dat veel mensen nu nog niet voor duurzame producten kiezen komt ook omdat ze er gewoon te weinig van weten.’

Duurzame of groene producten kosten vaak meer dan niet-duurzame producten, bijvoorbeeld in de supermarkt. Is dat niet hét probleem? ‘Ik denk niet dat duurzame producten per definitie duurder hoeven te zijn. Search laat momenteel een nieuw bedrijfsgebouw bouwen dat meer energie oplevert dan dat het kost dankzij goede isolatie, zonnepanelen en twee windmolens. Zelf waren we bereid om 10 tot 15 procent extra te investeren in ons nieuwe pand, maar uiteindelijk bleken de kosten niet hoger dan wanneer we het volgens een conventioneel ontwerp hadden laten bouwen.’ Maar wat als nieuwe technologie de producten toch duurder maakt? ‘Het is goed als de overheid tijdelijk de helpende hand reikt, bijvoorbeeld om hoge aanvangskosten te drukken. De omschakeling naar duurzame energie vraagt om investeringen van de overheid. De Duitsers hebben dat goed begrepen, waardoor dit land de positie van Nederland als windmolennatie heeft overgenomen.’ Hoe moet je productportfolio eruitzien als je de groene klant wilt aanspreken? ‘Ik denk dat één enkel groen product niet voldoende is. Organisaties moeten ook hun primaire processen verduurzamen. Ben je een bank en geef je betaalpassen uit, zorg er dan voor dat die klimaatneutraal zijn. Maar ik zeg niet dat bedrijven direct hun hele bedrijfsvoering 100 procent duurzaam moeten maken. Want dat zou betekenen dat we bijna alle bedrijven vanaf de grond opnieuw moeten opbouwen.’ Welk advies heb je voor Nuon? ‘Ik vind het fantastisch dat Nuon investeert in duurzaamheid, maar het is jammer dat er tegelijk nieuwe kolencentrales moeten komen. Daar geloof ik dus niet in, zeker niet zonder CO2-opslag of -hergebruik. Mijn advies zou daarom zijn: investeer zo veel mogelijk in duurzaamheid, in warmte- en koudeopslag, wind- en zonne-energie, energie uit water. Want daar ligt toch de oplossing.’ << Nuon Duurzaam magazine 2007 _ 15

NUONmagthema2.indd 15

26-03-2008 13:59:08


Thema 2 SAMEN MET DE KLANT

‘Leg uit dat duurzaam zich terugverdient’ >> Sinds medio 2006 gaat elektronicaketen BCC voor duurzaamheid. Michiel de Haan is commercieel directeur en geldt als aanjager van dit proces. ‘Klanten zullen steeds meer kiezen voor duurzame bedrijven die echt authentiek zijn.’

‘ONZE KLIMAATDOELSTELLINGEN HEBBEN GELEID TOT EEN HOGERE COMPANY PRIDE’

Was het een commerciële overweging om te kiezen voor duurzaamheid? ‘Nee. Toen ik in 2006 de film van Al Gore zag, voelde dat als een wake-up call. Onze winkels zijn sindsdien klimaatneutraal geworden, een derde van onze medewerkers meldde zich aan als energieambassadeur en we hebben onze zusterbedrijven en leveranciers aangespoord met ons mee te doen. Voor de consument kwam er een eigen label voor energiezuinige apparaten, de Groene Stekker, dat ook van toepassing is op tv’s en computers. Dus niet alleen op witgoed.’ Hoe overtuig je klanten van de noodzaak om duurzame producten te kopen? ‘In folders laten we zien dat energiezuinige apparaten zichzelf terugverdienen door een lagere energierekening. Ook brengen onze verkopers het ter sprake. Maar we willen klanten niet koste wat kost overtuigen. Als mensen geen interesse hebben in duurzaamheid, en gewoon een plasmatelevisie willen, dan duwen we ze de informatie niet door de strot.’ Kiezen veel klanten uiteindelijk toch niet voor goedkoper? ‘Dan moeten ze toch vaak voor duurzaam gaan. Wij weten uit eigen ervaring dat je met energiebesparing op den duur altijd voordeliger uit bent. De lampen in onze magazijnen zijn vervangen en we hebben led-verlichting toegepast in de winkelpresentatie. Die investering hadden we er in tien maanden uit.’

Jij bent zelf heel bevlogen, maar hoe blijven jouw medewerkers enthousiast? ‘Bij ons op het hoofdkantoor leeft het onderwerp erg, maar voor verkopers in de winkels moet je het steeds warm houden. In bedrijfsleider-meetings hebben we het dan ook vaak over duurzaamheid. Het komt steeds meer in onze genen te zitten. Op nieuwe productlijsten staat bijvoorbeeld automatisch welke artikelen het Groene Stekker-label hebben. Nieuwe medewerkers krijgen de film van Al Gore in hun welkomstpakket en binnen twee maanden moeten ze slagen voor een training over maatschappelijk verantwoord ondernemen.’ Hoe oprecht is BCC in zijn klimaatdoelstellingen? ‘We zijn authentiek. Dat blijkt uit het feit dat we het thema duurzaamheid consequent en overal in het bedrijf doorvoeren, zoals ik hiervoor al heb uitgelegd. Groen is dus niet alleen een claim in onze consumentencommunicatie, maar ook een onderdeel van onze bedrijfsvoering, onze contacten met leveranciers en met collega-bedrijven. Bovendien hebben we de volle steun van WNF, Natuur en Milieu, Milieu Centraal en HIER.’ Wat vind je van bedrijven die duurzaamheid als een slimme marketingtool zien? ‘Het is beter dan niets doen en in ieder geval een eerste stap. Maar authenticiteit is wel belangrijk. Klanten zullen steeds meer kiezen voor duurzame bedrijven die echt authentiek zijn. Bovendien versterkt het je positie als werkgever: onze klimaatdoelstellingen hebben geleid tot een hogere company pride.’ Welk advies heb je voor Nuon? ‘De Nuon-reclame over klimaatverandering vond ik sterk. De dramatische boodschap van Nuon past bij de business waarin het bedrijf als energieleverancier actief is. Nuon is op de goede weg met verduurzaming. Heel belangrijk is nu de rol die het topmanagement speelt. Zij moeten het voortouw nemen.’ <<

16 _ Nuon Duurzaam magazine 2007

NUONmagthema2.indd 16

26-03-2008 14:05:06


SAMEN SAMEN MET MET DE DE KLANT KLANT

‘Groene klanten moet je vertroetelen’ >> Jeroen Jansen is directeur van ASN Bank. De bank bestaat sinds de jaren zestig en maakt duidelijke keuzes: tegen kinderarbeid en milieuvervuiling, voor mensenrechten en duurzaamheid. De afgelopen vier jaar verdubbelde het aantal klanten. Hoe verleiden zij de duurzame klant?

‘WIL JE KLANTEN ECHT AANSPREKEN, DAN IS HET NIET VOLDOENDE OM ÉÉN GROEN PRODUCT TE HEBBEN’

Wat is jullie duurzame strategie? ‘Allereerst hebben we onze prestaties meer centraal gesteld. Als je bij ASN bankiert, wordt je geld niet alleen verantwoord belegd, maar krijg je ook hoge service en uitstekende rendementen. Ten tweede zijn we onze centrale boodschap – een betere wereld voor de generaties van morgen – gaan vertalen naar concrete, “kleine” voorbeelden. We zijn items gaan maken over kinderarbeid, het verdwijnen van oerbossen et cetera. Zo hebben we het abstracte begrip duurzaamheid tastbaar gemaakt.’ Er blijft een groep consumenten die niets geeft om duurzaamheid. Hoe bereik je deze klanten? ‘Met een positief verhaal. Als het om duurzaamheid ging, lag de nadruk vroeger sterk op wat er allemaal niet meer mocht. Wij laten nu veel meer zien dat je niet totaal anders hoeft te gaan leven. Door bepaalde dingen op een iets andere manier te doen kun je veel resultaat bereiken.’ Duurzaamheid en klimaat zijn nu populair. Raak je niet veel klanten kwijt als de hype voorbijgaat? ‘Daar ben ik niet bang voor. Wij zien dat ook nieuwe klanten ons trouw blijven. De sleutel tot dit succes is goede communicatie. ASN geeft magazines uit en organiseert de jaarlijkse Dag van het Ethisch Beleggen. Onze spaarders en beleggers

voelen zich geen klant, maar lid. We vertroetelen hen. Dat zouden bedrijven meer moeten doen. Richt je meer op het binden van bestaande klanten. De focus ligt nog te vaak enkel op het aanboren van nieuwe doelgroepen.’ Hoe moet je productportfolio eruitzien als je de groene klant wilt aanspreken? ‘Dan is het in ieder geval niet voldoende om één groen product te hebben en voor de rest op de oude voet door te gaan. ASN heeft een marktaandeel van 35 procent in duurzaam beleggen. Dat is enorm. Als de grootbanken echt willen, zouden ze ons van tafel kunnen blazen. Maar dat lukt ze tot op heden niet. Dat komt omdat ze slechts enkele groene producten bieden. Daardoor zijn ze voor klanten die duurzaam willen sparen en beleggen niet erg geloofwaardig.’ Is het voor klanten belangrijk dat bedrijven ook ‘een groen hart’ hebben? ‘Dat is essentieel. Practise what you preach! De consument wil weten welke koffie er uit de automaat komt. En een bedrijf dat duurzame producten biedt maar tegelijk de Formule 1 sponsort, is voor klanten niet erg overtuigend. Bedrijven die zich als groen en duurzaam voordoen maar het intern niet echt zijn, vallen door de mand.’ Wat kan Nuon doen om meer klanten voor groene stroom te interesseren? ‘Ik zou Nuon aanraden veel meer te communiceren over de toegevoegde waarde van groene stroom. Dat het echt uitmaakt wanneer je als individuele klant dat keuzehokje voor groene stroom aanvinkt.’ <<

Nuon Duurzaam magazine 2007 _ 17

NUONmagthema2.indd 17

26-03-2008 14:21:55


Thema 2 SAMEN MET DE KLANT

Jan Mulder van Mulder OrchideĂŤn in De Kwakel maakt gebruik van een warmtekrachtkoppeling, die eigendom is van Nuon Enso. Nuon levert Mulder door middel van deze warmtekrachtkoppeling warmte en elektriciteit. 18 _ Nuon Duurzaam magazine 2007

NUONmagthema2.indd 18

26-03-2008 14:22:25


SAMEN MET DE KLANT

Wie niet efficiënt met zijn energie omgaat, krijgt daar in de toekomst steeds meer last van. Ondernemers zien hun concurrentiepositie verdampen en burgers hun koopkracht. Daarom - en vanwege de duurzaamheid, natuurlijk - helpt Nuon klanten om minder te verbruiken of meer uit eenzelfde hoeveelheid energie te winnen. Een korte rondleiding langs wat Nuon doet en heeft gedaan in 2007.

De klimaatinspanning die het meeste oplevert Zuinigheid met vlijt bouwt huizen als kastelen, vindt het kabinet. In het Duurzaamheidsakkoord dat het kabinet met het bedrijfsleven sloot, staat prominent het streven naar jaarlijks 2 procent energiebesparing. Daarmee beloven ondernemers uit vrije wil elk jaar dubbel zoveel energie te besparen als in eerdere meerjarenafspraken. Op welke manier het verbeteren van de energie-efficiency gestalte krijgt, moet in 2008 duidelijk worden in sectorakkoorden met onder meer de industrie, de energiebedrijven en het midden- en kleinbedrijf. Ook Europa heeft het middel van de energiebesparing omarmd. In het recent uitgebrachte klimaatplan staat voor 2020 het doel dat er 20 procent minder energie moet worden geconsumeerd. Het is dus niet meer de vraag óf er moet worden bespaard, maar hóé er moet worden bespaard. Dat er ook kán worden bespaard is in ieder geval duidelijk. Het Wereld Natuur Fonds heeft becijferd dat er een besparingspotentieel is van maar liefst 80 procent tot 2050. Besparingsadvies voor bedrijven Dat er een enorm besparingspotentieel bestaat, is geen eyeopener voor directeur Niels Unger van Nuondochter Ebatech, een onafhankelijk adviesbureau dat onder meer actief is op het vlak van energieconsultancy. Nu de strijd tegen de klimaatverandering een hoge vlucht heeft genomen en de olieprijs zich in de regionen van honderd dollar begeeft, steken bedrijven energiebesparing op strategisch niveau in, merkt hij. ‘Het gaat niet langer uitsluitend om het economisch effect, maar ook om imago. Bedrijven die duurzaamheid in hun beleid hebben verankerd, zien kansen voor hun organisatie. Ze willen een hogere performance leveren en zijn sneller geneigd langere terugverdientijden te accepteren. Of ze formuleren ingrijpend andere ambities, bijvoorbeeld een nul-emissiedoelstelling voor nieuwe kantoren.’ Voor bedrijven spelen voortaan niet alleen de ligging en het uiterlijk van een gebouw maar ook de operationele kosten per vierkante meter een rol. ‘Dat laatste was tot voor kort een onbesproken thema.’ Zelf zag ingenieursbureau Ebatech zijn activiteiten ‘bijna

oncontroleerbaar’ groeien, zoals Unger het uitdrukt. Met een nieuwe vorm van dienstverlening, beheer op afstand geheten, worden de gebouwen en installaties van klanten gestuurd op hun energieverbruik. Het lukt tot substantieel hogere besparingsniveaus te komen, tot 30 procent in een bestaand gebouw. Het adviesbedrijf ziet ook de eigen rol veranderen. ‘We schrijven niet louter rapportjes. Maar we gaan, ook met grote organisaties op strategisch niveau, partnerships aan om samen nieuwe besparingsdoelen te halen.’ Unger ziet steeds meer samenwerkingsverbanden tussen bedrijven ontstaan, die voorheen ondenkbaar waren. ‘Organisaties willen van elkaar leren hoe ze het energieverbruik kunnen minimaliseren.’ Als voorbeeld noemt hij de Klimaattafel die de gemeente Amsterdam in het leven heeft geroepen, een podium waar bedrijven kennis en ervaring uitwisselen en ambities formuleren. Verder ziet hij de toegevoegde waarde van benchmarking. Voor een winkelketen heeft Ebatech een benchmark ontwikkeld voor het energieverbruik. Alle vestigingen komen vervolgens op grond van het volcontinu gemeten energieverbruik in een ranking te staan. ‘Je ziet informatie-uitwisseling tot stand komen. Degenen die onderaan bungelen, gaan praten met de koplopers en weten zo hun prestaties op te voeren.’ Restwarmte Als we het hebben over mogelijkheden voor energie-efficiency met een enorm potentieel, hebben we het zeker ook over restwarmte. Directeur Dirk Jansen van Nuon weet dat op dit moment circa 300.000 Nederlandse woningen daarvan profiteren. ‘Dat kunnen er makkelijk twee tot drie miljoen worden.’ Grootste opgave om de capaciteit van restwarmte – volgens Jansen ‘het best bewaarde milieugeheim van Nederland’ – uit te breiden, is het grote aantal partijen dat bij het opzetten van projecten betrokken is. Zendingswerk is nodig, meent Jansen, ‘om iedereen duidelijk te maken hoe simpel en effectief het is om restwarmte te hergebruiken’. Volgens onafhankelijk energiedeskundige Teus van Eck is de Nuon Duurzaam magazine 2007 _ 19

NUONmagthema2.indd 19

31-03-2008 12:25:51


Thema 2

SAMEN MET DE KLANT

Fotografie: Ellen Martens (linksboven, onder)

Dynamicom en Ebatech, dochterbedrijven van Nuon, adviseren organisaties over publieke verlichting en energieverbruik. De aandacht voor besparen neemt sterk toe. Gemeenten zoeken naar manieren om de openbare ruimte tegelijk mooi, veilig én zuinig te verlichten. En bedrijven willen hun gebouwen laten doorlichten op onnodig energieverlies.

HIGHLIGHTS 2007 > Met een nieuwe vorm van dienstverlening, beheer op afstand geheten, stuurt Nuondochter Ebatech gebouwen en installaties van klanten op hun energieverbruik. Dit leidt tot besparingen tot 30 procent in een bestaand gebouw.

> Nuon Warmte sloot in 2007 ruim 6000 woningen aan op een warmtenet. Alle restwarmteprojecten samen leverden een vermeden uitstoot van 160.000 ton CO2 op. Een energieprestatie die vergelijkbaar is met een onafgebroken rij zonnepanelen van Amsterdam tot Zuid-Italië én terug.

> In samenwerking met Pon Powerhouse heeft Nuon EnSo een handelsplatform ingericht voor klanten met een wkkinstallatie. Het platform stelt hen in staat direct elektriciteit te verhandelen op de stroombeurs. > Nuondochter Dynamicom neemt deel aan de Taskforce Verlichting.

> Een kleine tienduizend huizenbezitters en huurders kregen een energiebesparingsadvies van Nuon Retail. In Amsterdam is in september Step2Save gestart. In dit programma krijgen huurders van woningcorporaties Ymere en Far West een gratis energiebox aangeboden.

20 _ Nuon Duurzaam magazine 2007

NUONmagthema2.indd 20

26-03-2008 14:39:00


SAMEN MET DE KLANT opgave zo groot omdat deelbelangen vaak niet met elkaar sporen. ‘De een heeft restwarmte in de aanbieding maar wil dat niet verder dan de fabriekspoort leveren. Het is niet zijn corebusiness. De ander, de afnemer, wil juist de zekerheid hebben van een langjarige levering. In dit soort projecten is veel onderhandelingsvaardigheid nodig.’ Dat is ook de ervaring van Dirk Jansen. ‘De warmteleverancier, bijvoorbeeld, zit er inderdaad niet altijd op te wachten.’ Straks hangt er een hele stad aan mijn centrale, vreest deze. Warmtelevering kan gevolgen hebben voor de inzetbaarheid en de capaciteit van een centrale of een fabriek. Maar die angst kan door Jansen worden weggenomen. ‘Met maatregelen zoals buffers en hulpketelhuizen hoeft het oorspronkelijke productieproces absoluut niet in gevaar te komen.’ Of een warmteproject kans van slagen heeft, hangt af van een groot aantal factoren. Bijzonder belangrijk is of er voldoende afzetmogelijkheden zijn om de hoge investeringskosten te kunnen terugverdienen. ‘Het is en blijft een collectief systeem waar vrijblijvendheid dodelijk is voor succes.’ Nee, dan het voorbeeld van Duiven en Westervoort, waar zo’n 15.000 woningen en bedrijven van warmte en warm water worden voorzien door de afvalverbrander in Duiven. ‘Kijk, dat zet zoden aan de dijk.’ Voor warmteprojecten is het volgens Jansen niet primair van belang of er ergens een nieuwe woonwijk komt. ‘We beginnen met te kijken naar waar restwarmte beschikbaar is. Ik kijk naar alle restwarmtebronnen in Nederland, niet alleen naar die van Nuon. Ongeveer een vijfde van de warmte die we verkopen, komt van eigen centrales. De overige restwarmte kopen we in van andere bronnen.’ Als warmtebronnen geschikt zijn, wordt vervolgens onderzocht of er in de omgeving kansen zijn om de afvalwarmte een tweede leven te geven. In Amsterdam, bijvoorbeeld, wordt bij alle grootschalige nieuwbouw en stedelijke vernieuwingen nagegaan of er mogelijkheden zijn. En ook het aansluiten van bestaande bouw is niet uitgesloten. ‘We zouden eens moeten gaan onderzoeken of we een historische, slecht geïsoleerde binnenstad met restwarmte kunnen verwarmen’, stelt Jansen. Warmtekrachtkoppeling De eerdergenoemde studie van het WNF noemt ook de warmtekrachtkoppeling (wkk) als een aantrekkelijke optie voor energie-efficiency. Dat klinkt als muziek in de oren van directeur Frank de Vries van Nuon Energy Solutions (EnSo), dat zo’n 200 wkk-installaties bij circa 150 bedrijven beheert. ‘Bij een warmtekrachtkoppeling wordt de energie-inhoud van één kuub gas voor 95 procent nuttig aangewend. Er liggen dus enorme CO2-reducties in het verschiet.’ Nuon EnSo is met een opmars in de tuinbouw bezig. De helft van het beheerde wkk-vermogen staat inmiddels in de glastuinbouw. Het mooie is dat de wkk-techniek daar nog eens extra CO2-reductie oplevert. De wkk’s in de tuinbouw filteren namelijk ook de rookgassen. Het teruggewonnen broeikasgas gaat terug de kassen in en dient als voeding om de plantjes te laten groeien. De tuinbouw is typisch een sector waar het wemelt van duurzame mogelijkheden. Energiespecialist Van Eck noemt nog aardwarmte en het overgaan op energie-efficiënte led-verlichting als voorbeelden. Een reden dat de wkk populair is, is dat je kunt inspelen op vraag en aanbod van energie. Een groot voordeel van de wkk boven een windmolen en zonnepaneel is dat zij ‘makkelijk schakelbaar’ is, betoogt De Vries. ‘Je kunt een wkk bij wijze van spreken aan- en uitzetten alsof het een auto is. Zo kun je vraag en aanbod goed sturen.’ In samenwerking met Pon Powerhouse heeft Nuon in 2007 een handelsplatform ingericht voor klanten met een wkk-installatie. Het platform stelt hen in staat direct elektriciteit te verhandelen op de stroombeurs. ‘Sommige klanten verkopen hun productie voor een heel jaar. Andere

Levering van warmte aan klanten WE 1 x 1.000

TJ

132

126

145

139

~

~

4.792

152

4.356

4.253

4.328

4.696

~

2003

2004

2005

2006

2007

Klanten (as rechts)

Totale levering Totale levering 2007

D-2-3-C2

Het aantal klanten van warmte is het aantal van 150.000 in 2007 gepasseerd. WE staat voor Woning Equivalent.

Investeringen in warmte- en koudenetwerken € miljoen

56,0

52,3

39,0

39,0 30,6

2003

2004

2005

2006

2007

Nuon investeerde de laatste vijf jaar intensief in warmte- en koude-netwerken. Die dragen aanzienlijk bij aan energieefficiency. Deze grafiek toont de bruto-investeringen.

Energiebesparing door verbeterde energie-efficiëntie1 GJ

4.717

~

796

Restwarmte centrales

Geïnstalleerde HR ketels

33

21

Inzet warmtepompen2

Levering koude

D-3-3-C1 Dankzij het gebruik van efficiënte technieken besparen klanten van Nuon energie. Daarmee wordt CO2-uitstoot vermeden. De berekening is gebaseerd op aannamen volgens Protocol Monitoring Energiebesparing. Nuon Duurzaam magazine 2007 _ 21

NUONmagthema2.indd 21

31-03-2008 12:23:18


Thema 2 SAMEN MET DE KLANT kiezen ervoor hun installatie aan- of uit te zetten, afhankelijk van de marktvraag, om zo aan de stroomprijs te verdienen.’ Verlichting Wie snel wil scoren in energiebesparing, moet iets aan de verlichting doen. Vooral bij de openbare verlichting is het potentieel groot. Stads- en straatverlichting beslaat nu 3 procent van het totale elektriciteitsverbruik. Directeur Wilfred Eleveld van Nuondochter Dynamicom schetst een drietrapsraket die in totaal leidt tot 12 procent energiebesparing. Dat begint met het vervangen van oude lampen door energiezuinige alternatieven (8 procent). Dan volgt het dimmen op plekken waar minder licht nodig is (3 procent). En tot slot is winst te behalen door verlichting slim aan en uit te zetten (1 procent). ‘Van belang is gemeentebestuurders mee te krijgen’, zegt Eleveld. Slechts een klein aantal gemeenten kent een heus langetermijnbeleid voor verlichting. Na een succesvolle landelijke masterclass in voorbeeldgemeente Leiden, waar tachtig wethouders present waren, organiseert Dynamicom regionale bijeenkomsten. Daarnaast neemt het bedrijf deel aan de Taskforce Verlichting, die door het ministerie van milieu in het leven is geroepen. ‘Ook hier zien we dat openbare verlichting het makkelijkst scoort tegenover de andere gebieden waar de Taskforce naar kijkt, namelijk huis- en bedrijfsverlichting. Door het aanpakken van de openbare verlichting kunnen gemeenten relatief eenvoudig bijdragen aan Kyotodoelen.’ Gemeentebestuurders zijn doorgaans pragmatisch ingestelde mensen en Eleveld verwacht dat zij hier dan ook ontvankelijk voor zijn. Bekijken de lokale politici hem dan niet met argusogen? Hij is immers leverancier van milieuvriendelijke verlichting en dus belanghebbende? Eleveld: ‘Onze voorlichting kost ons alleen maar geld. We willen onze expertise inzetten en als een betrouwbare partner overkomen. Zo kweek je bondgenootschappen. Maar we krijgen niet automatisch de opdracht als een gemeente besluit wat te gaan doen.’ Wel is het zaak gemeenten in actie te krijgen, erkent Eleveld. Maar daarvoor heeft Dynamicom een instrument ontwikkeld dat laat zien op welk niveau een gemeente presteert tegenover andere gemeenten. Consument Veruit het moeilijkst te ontginnen terrein als het om besparing gaat is de consument. Een onderzoek van pr-adviesbureau Porter Novelli stemt niet optimistisch. Slechts een kwart van onze

DOET NUON

landgenoten wil zijn steentje bijdragen aan een lagere energieconsumptie, aldus het onderzoek dat in acht Europese landen is gehouden. Overheidsbeleid dat erop is gericht de burger op zijn gedrag aan te spreken (‘Een goed milieu begint bij jezelf’), bleek tot nu toe weinig effectief. Het Milieu- en Natuurplanbureau (MNP) gaf al eerder aan dat vrijwillige gedragsverandering niet werkt. Het MNP pleit daarom voor meer heffingen en milieunormen. Nieuwe heffingen, voor vliegreizen en het aankopen van auto’s, zien het licht. En ook energielabels voor woningen zijn inmiddels ingevoerd. Maar ze zijn vooralsnog niet met gejuich ontvangen. Overheidsmaatregelen Perry Verberne van Nuon Retail laat zich door al die geluiden niet ontmoedigen. ‘Het bewustzijn is enorm gegroeid. We zien steeds vaker dat klanten gewoon aan energiebesparing gaan doen.’ Bovendien ziet hij kansen ontstaan door de nieuwe overheidsmaatregelen. ‘Makelaars vinden het energielabel bijvoorbeeld interessant om een woning te positioneren.’ Verberne ziet bij Nuon Retail toe op het energieaspect van de producten en diensten die worden ontwikkeld. De afgelopen twee jaar werd veel gedaan aan energieadvisering. Medewerkers zijn nu ook gecertificeerd om energielabels uit te delen. Een kleine 6000 particuliere klanten kregen het afgelopen jaar een besparingsadvies. Ook huurders worden benaderd. In Amsterdam is in september Step2Save gestart. In dit programma krijgen huurders van woningcorporaties Ymere en Far West een gratis energiebox aangeboden met onder meer spaarlampen, tochtstrippen, een waterbesparende douchekop en een ‘standby-killer’, een apparaat dat tv en pc ook echt uitzet. Deze maatregelen samen leveren een jaarlijkse besparing van zo’n zeventig euro op. De directe benadering werkt, aldus Verberne. ‘Bij de helft van de bezoeken werden onze medewerkers binnengelaten.’ De te stellen vraag is natuurlijk hoe geloofwaardig een energiebedrijf is, dat immers gebaat is bij zo veel mogelijk stroomafname. Verberne: ‘Die vraag krijg ik regelmatig. Wat is dat nou voor een bakker die zijn klanten minder brood wil laten eten? Ten eerste is energiebesparing een van onze speerpunten in ons duurzaamheidsbeleid. Maar ten tweede valt er ook geld te verdienen. Als we een nieuwe hr-ketel verkopen leveren we minder gas. Maar dat wordt meer dan gecompenseerd door wat we aan onderhoud en service gaan doen.’ <<

NIETS AAN

RKBEHEER? A P N E G A W GROEN F NAAR: NATUURLIJK

WEL. SUR

EVING2007 L/VERSLAGG .N N O U .N W WW

22 _ Nuon Duurzaam magazine 2007

NUONmagthema2.indd 22

17-03-2008 15:58:36


SAMEN MET DE KLANT

In 2008 gaat groen groeien Wie de cijfers over 2007 bekijkt, moet concluderen dat het absolute aantal groene elektriciteitsklanten sterk is afgenomen bij Nuon. Voor volgend jaar ziet het er beter uit. De vraag naar groene elektriciteit zit inmiddels weer duidelijk in de lift, meldt Nuon Business. En ook in de consumentenmarkt zit muziek. De werving voor GroenStroom is nieuw leven ingeblazen. Zakelijke klanten neigen naar ‘groen’, merkt product manager Anne Korthals Altes van Nuon Business. ‘Onze accountmanagers krijgen steeds vaker vragen over wat wij op duurzaam gebied voor hen kunnen betekenen. Ze zoeken naar een leverancier die niet alleen levert maar ook adviseert, bijvoorbeeld over energiebesparing.’ Echter, in de cijfers over 2007 vindt de objectieve toeschouwer nog geen bewijzen voor deze aantrekkende belangstelling voor groen. Het aan zakelijke klanten verkochte volume NatuurStroom – in Nederland opgewekt uit zon, wind en water – nam af met 2 procent. En het volume groene elektriciteit – GroenGarant en Greenstep, beide opgewekt uit biomassa en waterkracht – nam met 3 procent af. Dit geeft wellicht een vertekend beeld. ‘De toenemende vraag die in de loop van 2007 is ontstaan, zie je namelijk pas terug in de cijfers van een jaar later. Terwijl 2008 nog maar net begonnen was, bleken we al ruim 400 gigawattuur groene elektriciteit voor dat jaar te hebben verkocht. Dat is beduidend meer dan de 311 gigawattuur van 2007. En dat terwijl we verwachten nog een flink aantal groene contracten af te sluiten, zegt Korthals Altes.’ Ze gaat ervan uit dat Nuon Business uiteindelijk in 2008 op om en nabij 550 gigawattuur uitkomt. ‘Dat is bijna een verdubbeling.’ En de vraag naar groen zal alleen maar verder toenemen, verwacht Korthals Altes. Vooral bij overheidsklanten aangezien overheden vanaf 2010 verplicht zijn om 100 procent duurzaam in te kopen.’ NatuurStroom levering per jaar

Bewuste klant Bij de consumenten ziet marketingmanager Noor Cloo van Nuon Retail juist een omgekeerde trend. Daar moet niet de groene stroom maar NatuurStroom de groene kar trekken. Dankzij groei bij Vaste Prijs NatuurStroomklanten, is het totale aantal afnemers licht toegenomen. Cloo gaat ervan uit dat de groei verder doorzet: ‘We bouwen het merk NatuurStroom verder uit, via kortingen op allerlei producten en diensten voor een duurzaam leven.’ Zijn NatuurStroomklanten erg loyaal, dat kan niet gezegd worden van de clientèle van GroenStroom. Maar liefst 22 procent van de klanten is overgestapt naar andere producten of leveranciers. Cloo: ‘Dat zie ik als een logisch gevolg van onze beslissing in 2006 wat betreft werving voor groene elektriciteit te focussen op de echt bewuste klant (lees de NatuurStroomklant, red.). We hebben een tijd niet actief geworven voor GroenStroom. Dat besluit was ingegeven door de wetenschap dat onze groene clientèle voor het leeuwendeel bestond uit prijskopers. Die waren ingestapt toen de prijzen van groene energie heel voordelig waren. Op het moment dat dit niet meer het geval was, switchten velen weer terug van groen naar grijs.’ Cloo legt uit dat de werving inmiddels weer nieuw leven is ingeblazen, via een actie met Albert Heijn. Hoewel het accent bij de werving bij NatuurStroom blijft liggen, wordt nu dus ook weer voorzichtig voor GroenStroom geworven. Nuon Retail verwacht deze keer toch wat honkvastere klanten aan te boren. ‘Door de toenemende aandacht voor het klimaatprobleem zie je een nieuwe doelgroep ontstaan. Het zijn mensen die goedkoop groen willen, maar die toch niet meteen weglopen als het met grijs elders weer net iets goedkoper kan’, hoopt Cloo. <<

GroenStroomlevering consumenten / kleinzakelijke klanten1/2 Aantal x 1.000

GWh

GWh

Aantal x 1.000

5.000

750

647

662 500

4.000

160,8

519 126,3 132,4

124,3

124,7

697,6 569,1

543,9

587,5

536,9

409

3.000 2.000

2.724 2.297

2.040

221

250 0

1.995 1.035

1.000 0

2003 Totale levering Totale levering 2007

2004

2005

2006

2007

Klanten (as rechts)

D-3-2-2-C2

Het aantal klanten NatuurStroom is licht gestegen vergeleken met 2006.

2003 Totale levering Totale levering 2007

2004

2005

2006

2007

Klanten (as rechts)

D-3-2-3-C1

Het aantal consumenten dat GroenStroom afneemt, is in 2007 opnieuw sterk gedaald. Nuon Duurzaam magazine 2007 _ 23

NUONmagthema2.indd 23

31-03-2008 12:25:26


Thema 3 BEWEGING

Beweging Stilstand is achteruitgang. Dat geldt helemaal bij energietransitie. Daarvoor is beweging nodig. Het zijn de bevlogen individuen in organisaties die het verschil moeten maken. Of zoals Al Gore het verwoordde: ‘Politiek en klimaat zijn trage systemen en leren niet, maar een maatschappelijke beweging kan voor een plotselinge omslag zorgen.’ In dit thema aandacht voor gedreven medewerkers die van binnenuit bijdragen aan de broodnodige veranderingen.

24 _ Nuon Duurzaam magazine 2007

NUON_deel1_lithogr.indd 24

14-03-2008 10:44:17


Wendy Dubbeld

Rolf van der Mark

Maarten van Riet

Lars Falch

Bart van Hattum

Elisabeth Loudon

Alex Geschiere

Tom Cohen

Robert de Kler

Patrick van Duren

BEWEGING

‘We gaan 5 miljoen meters vervangen’ Patrick van Duren (38), projectmanager Nuon Tecno, werkt aan intelligente energiemeters ‘Twee jaar geleden, toen ik hierbij betrokken raakte, dacht ik: ik begin met een leuk klusje. Maar je rolt van het ene in het andere en dat houdt vervolgens niet meer op.’ Patrick van Duren zet zich in voor het project InfoStroom. ‘Het streven is dat in 2015 bij zo’n 2,7 miljoen consumenten en kleinzakelijke afnemers de huidige gas- en elektriciteitsmeters zijn vervangen door een slimme - op afstand uitleesbare - meter. Hierdoor heb je op elk moment inzage in het realtime energieverbruik. Dat is prettig voor de klant omdat zijn rekening gebaseerd is op zijn werkelijke verbruik. En: wie directe inzage heeft in zijn consumptie, zal bewuster omgaan met energie, is de gedachte. Daarnaast biedt het project voordelen voor ons als energiebedrijf, omdat ze kunnen helpen bij intelligent netbeheer.’ Op termijn kunnen de nieuwe meters namelijk ook de elektriciteit en gastoevoer op afstand

in- en uitschakelen, stroomuitval meten en de gastoevoer en netspanning registreren. ‘Het is een megaproject. Twee jaar geleden zijn we begonnen met de testuitrol: het vervangen van 50.000 energiemeters. Straks, vanaf 2009, zal er een organisatie moeten staan die bijna 5 miljoen meters gaat vervangen. Voor mij is duurzaamheid niet het hoofdmotief. Ik vind het gewoon een mooie uitdaging om zoiets voor elkaar te krijgen. Je hebt constant te maken met veranderingen: in de technologie, de wetgeving en de processen. En nu krijgen we de splitsing. Dan moet je in de nieuwe constellatie weer opnieuw je plek veroveren en dat is soms lastig. Maar dat houdt het ook spannend. Mocht het op een dag routine worden, dan is het waarschijnlijk tijd om een andere uitdaging te zoeken.’ Nuon Duurzaam magazine 2007 _ 25

NUON_deel1_lithogr.indd 25

27-03-2008 07:10:54


Thema 3 BEWEGING

‘De portefeuille ombouwen naar duurzaam’ Robert de Kler (40), hoofd Engineering Services, test de mogelijkheden van CO2-afvang ‘Weet je, voor een techneut zoals ik is dit bedrijf ideaal. Ik ben mijn carrière begonnen met het ontwerpen van petrochemische installaties. Ik heb daarna nog even bij Kema gewerkt, in de consultancy. Maar in 2000, toen de liberalisering van de energiemarkt in volle gang was gezet, werd me wel duidelijk dat ik bij de energiebedrijven zelf moest zijn. Bij Nuon lagen zúlke enorme uitdagingen te wachten. Die kon ik gewoon niet weerstaan.’ Robert de Kler houdt zich momenteel bezig met een project dat moet aantonen of het afvangen van CO2 bij de Nuon-centrale in Buggenum mogelijk is. Het gaat om pre-combustion, een methode van afvangen voor verbranding. Nuon kan deze manier van werken testen omdat het bedrijf een kolenvergassingscentrale heeft, die de kolen niet verbrandt maar vergast. ‘We hebben een proefopstelling opgezet in onze kolenvergassingscentrale in Buggenum. Als straks in 2010 de uitslag van dit experiment

positief is, dan willen we deze zelfde technologie toepassen in de nieuwe centrale Nuon Magnum in de Eemshaven. Als we met deze centrale ook met kolenvergassing gaan werken, betekent dat jaarlijks een uitstoot van zo’n 6 miljoen ton CO2. Daarvan denken we met deze technologie zo’n 1,5 miljoen ton te kunnen afvangen. Dat is vergelijkbaar met de CO2-uitstoot van ongeveer 250.000 huishoudens. In 2004 ben ik dit project samen met een aantal anderen gestart. We schreven een strategiepaper voor de grijze productiestrategie en daar rolde een aantal projecten uit. Eén daarvan was het plan voor de superkolenvergasser in Eemshaven. Vervolgens waren we het er snel over eens. Als we die gaan bouwen, dan moeten we ook CO2-afvang bewerkstelligen. Uiteindelijk is dat mijn motivatie; de portefeuille van Nuon omvormen naar duurzaam, maar dan wel op een verantwoorde manier, met technologieën die haalbaar en betaalbaar zijn. Het moet ook economisch nut hebben.’

‘Op feestjes doet de warmtepomp het goed’ Tom Cohen (41), financieel manager Retail, installeerde thuis een warmtepomp ‘Afgelopen zomer belde een vriend. Hij is directeur van een installatiebedrijf en heeft in zijn eigen huis een warmtepomp laten installeren. “Je moet nu komen”, zei hij. Mijn vrouw en ik ernaartoe. Het was een bloedhete zomerdag; dik 30 graden. Maar bij hen binnen was het heerlijk; niet meer dan 21. Met een warmtepomp kun je namelijk ook je huis koelen. We waren toen al bezig met de installatie van onze eigen pomp, maar voor zover we toen nog twijfels hadden, waren die in één keer helemaal weg. Twee jaar geleden zijn we met de bouw van ons huis begonnen. En gedurende de voorbereidingen met de architect realiseerde ik me dat als ik nog eens zoiets wilde, dit het moment was. Dan merk je al snel dat de warmtepomp in Nederland

nog niet is doorgebroken – in tegenstelling tot in Duitsland bijvoorbeeld. Onze architect was er niet bekend mee en lang niet elke installateur kan er een installeren. Het vergde een stevige extra investering. Die heb je er nog niet zomaar uit, want we hebben ons gas dan wel kunnen afsluiten, maar door de pomp ga je wel weer meer elektriciteit gebruiken. Anderzijds krijgt je huis er meerwaarde van en is de koeling in de zomer een verrukking. Ik verwacht hem niet binnen 15 tot 20 jaar terug te verdienen. Op feestjes doet-ie het goed. Maar wat ik het mooiste vind: op vier van de tien kavels in onze buurt zijn de bewoners nu ook bezig met een warmtepomp.’

26 _ Nuon Duurzaam magazine 2007

NUON_deel1_lithogr.indd 26

26-03-2008 15:53:49


BEWEGING

‘Een sprookjeskabel met laag energieverlies’ Alex Geschiere (38), senior consultant Tecno, werkt aan supergeleiding Straks, in 2012, moet hij van Amsterdam-Noord onder het IJ naar het centrum lopen: een zes kilometer lange supergeleidende kabel. Dankzij extreem lage temperaturen (cryogeen) kan dit wonder van vernuft 250 MegaVoltAmpère (vergelijk met de huidige kabel: 100 MVA) vermogen transporteren. Als dit toekomstbeeld van Alex Geschiere van Nuon Tecno wordt bewaarheid, zou dat een ware revolutie betekenen. Want tot nu toe is alleen in de Verenigde Staten supergeleiding over 600 meter aangelegd. Verder is nooit iemand gekomen. In 2006 sprak Geschiere met een delegatie van een kabelleverancier die enkele doorbraken met supergeleiding op zijn naam had. Geschiere: ‘We hebben een meeting belegd en binnen een uur dit project aan ze voorgesteld.’ De verbazing was groot. Geschiere spreekt van een ‘sprookjeskabel’. ‘Iedereen heeft het steeds over het hoge vermogenstransport dat mogelijk wordt, maar ik heb meer winstpunten ontdekt. Het is in eerste instantie een milieuvriendelijke techniek, met laag energieverlies. Daarnaast zijn we vanuit de vraag naar duurzame energie steeds meer verschillende energiebronnen op het net aan het aansluiten; windmolens bijvoorbeeld, of warmtekrachteenheden. Al die aansluitingen zijn technisch moeilijk te realiseren, omdat ze voor grote spanningsfluctuaties en hoge kortsluitstromen zorgen. Deze kabel reduceert de span-

ningsfluctuaties aanzienlijk en blokkeert de kortsluitstromen. Zo wordt het aansluiten van allerhande duurzame initiatieven op het net veel eenvoudiger.’ Doorbraken Het probleem met supergeleiding is de koeling van de kabel. Dat gebeurt met behulp van vloeibare stikstof, waarmee een temperatuur van -200 graden Celsius wordt bereikt. Het uitdagende punt is om dit in een gesloten circuit rond te pompen; voor lange afstanden is dat echter tot nog toe onmogelijk gebleken. Geschiere denkt dat zijn kabelleverancier en hij daar tegen 2012 uit kunnen komen. Over het waarom wil hij niet te veel in detail treden: ‘We hebben al een hele reeks doorbraken achter de rug, bijvoorbeeld op het gebied van energieverlies en isolatie.’ Dat het een revolutionaire stap is, bleek wel tijdens een wetenschappelijk congres van ‘het wereldje’ in Parijs. Geschiere: ‘Toen ik ons plan presenteerde, ging iedereen staan klappen. Pas twee dagen later kwamen de negatieve reacties: “Dat red je nooit”, en “grootspraak”. Maar daardoor word ik juist getriggerd. Het motiveert mij sterk om te werken aan een techniek die milieuvriendelijker is dan iedere andere bekende variant. Als we dit voor elkaar krijgen, geven we de integratie van duurzame energiebronnen een fikse duw in de goede richting.’ Nuon Duurzaam magazine 2007 _ 27

NUON_deel1_lithogr.indd 27

26-03-2008 16:10:30


Thema 3 BEWEGING

‘MVO meenemen in de prestatiecontracten’ Elisabeth Loudon (42), manager Juridische Zaken, werkt aan MVO bij Nuon Business

‘Wat ik merk bij onze zakelijke klanten, is dat ze behoefte hebben aan een partner die zowel mee wil denken over hoe ze energiebesparingen kunnen bewerkstelligen, als over hoe ze hun MVO-doelstellingen vorm kunnen geven. De zogenaamde Garantie van Oorsprong (GvO) is nu bijvoorbeeld weer in opkomst. Daarmee garanderen wij dat de geleverde elektriciteit duurzaam is geproduceerd. Zo’n MVO-advies wordt overigens niet altijd klakkeloos door de klant overgenomen. Het financiële plaatje speelt altijd mee.’ MVO ligt Elisabeth Loudon na aan het hart. Daarom heeft ze zich vorig jaar augustus kandidaat gesteld als ‘Sponsor intern MVO’. Ze vertegenwoordigt het MVO-belang in het managementteam van Nuon Business. ‘Niet dat ik met mijn opleiding inhoudelijk veel kan bijdragen aan het CO2-probleem. Maar ik ben een natuurmens en zet mij in mijn eigen tijd af en toe in voor projecten in de derde wereld. Goede doelen dus, dat is óók maatschappelijk verantwoord. Daarbij spreken de producten en diensten die we hier bedenken rond het thema duurzaamheid mij aan. Ik ben ervan overtuigd dat Nuon op dit vlak een positieve rol kan spelen. Dus wil ik me daarvoor inzetten.’ Najaar 2007 is een tweedaagse training opgezet voor MVO-coaches. Die moeten een informerende en stimulerende rol spelen binnen hun divisie. Loudon heeft de rol van coach op zich genomen bij de divisie Nuon Business. Via workshops van twee uur probeert ze teams aan de slag te laten gaan met MVO. ‘Ik heb inmiddels vier van die workshops gegeven.’ Er zijn in Loudons ogen afdelingen bij Nuon die zo’n workshop niet meer nodig hebben. ‘Maar er is ook een aantal waar MVO nog niet of nauwelijks leeft. En die willen we bereiken. Er gebeurt heus veel, maar ik mis nog dat er vanuit de lijn duidelijkheid wordt geschapen over waar we met dit thema heen willen. Dat maakt, denk ik, dat sommigen het nog wat vrijblijvend invullen.’ Zoekende Ze heeft er overigens wel begrip voor dat het thema nog niet overal op dezelfde manier wordt opgepakt. ‘Iedereen is zoekende, want MVO is een breed onderwerp en biedt enorm veel mogelijkheden.’ Daar komt bij dat Nuon een periode van transitie doormaakt, die zich kenmerkt door veranderingen en onzekerheden. ‘Het voorgenomen fusietraject van vorig jaar, en het splitsingstraject van dit jaar maken het er niet makkelijker op om een eenduidige lijn uit te zetten’, erkent ze. Er zijn volgens Loudon echter methoden om MVO een minder vrijblijvend karakter te geven. ‘Je zou bijvoorbeeld MVO-projecten in de prestatiecontracten van mensen kunnen meenemen. Dat geeft aan iedereen een heel duidelijk signaal af.’ 28 _ Nuon Duurzaam magazine 2007

NUON_deel1_lithogr.indd 28

26-03-2008 16:26:15


BEWEGING

‘Besparen wordt een nationale sport’ Bart van Hattum (28), new business-ontwikkelaar Nuon Retail, verleidt klanten om energie te besparen

Als straks de slimme gas- en elektriciteitsmeter in elk huishouden hangt, is het de bedoeling dat consumenten die gaan gebruiken om te bezuinigen op hun energieverbruik. Gaan ze dat ook doen? Bart van Hattum rondde met een scriptie over die vraag zijn studie Bedrijfskunde af. Als geen ander weet hij dat menselijk gedrag lastig te beïnvloeden is. ‘Tijdens mijn studietijd in Rotterdam woonde ik samen met twee anderen die alles lieten aanstaan. Ook het kacheltje in de badkamer bijvoorbeeld, dat zo’n 50 cent per uur aan stroom verbruikte. Dat is op één dag minimaal 5 euro. Ik zei er wel eens wat van, maar geluisterd werd er niet echt.’ Op een dag liet de huisbaas weten dat ze alle drie 500 euro moesten bijbetalen vanwege de energierekening. ‘Vanaf dat moment hebben ze het kacheltje nauwelijks meer aangezet. Maar het gedrag verbeterde verder niet zo veel. Na nog wat opmerkingen, besloot ik erover op te houden vanwege de sfeer in huis. Dat blijkt ook uit mijn onderzoek: in huishoudens houden mensen die energiebesparing belangrijk vinden op een gegeven moment hun mond, om de lieve vrede te bewaren.’ Vooruitstrevende website Wie denkt dat Van Hattum zich heeft laten ontmoedigen door zijn onderzoek en ervaringen, heeft het mis. Sterker nog: hij gelooft er heilig in dat hij en de zijnen gedragsverandering bij twee miljoen consumenten kunnen bewerkstelligen. Daar moet wel een groot aantal

drempels voor worden geslecht. Van Hattum: ‘Het begint met inzicht verschaffen in het verbruik. Dat kan met de slimme meter. Maar ook met de vooruitstrevende website die we hier bij Nuon ontwikkelen. Deze bijzondere site die in de zomer live gaat, geeft niet zomaar wat besparingstips, maar echt energieadviezen op maat. De bezoeker kan er eigen gegevens invullen en meteen zien hoeveel euro’s hij of zij kan besparen. Als mensen merken hoeveel ze kunnen bezuinigen, worden ze getriggerd. Vervolgens moet je ze de mogelijkheden aanreiken om verbeteringen aan te brengen, zoals een spaardouchekop, een nieuwe koelkast of een nieuwe ketel. Dan vertel je ze wat het kost en maak je duidelijk hoe snel dat is terugverdiend. Helemaal mooi wordt het als je alle drempels kunt wegnemen, zoals wij dat hebben gedaan met spaarlampen in onze online energiewinkel: www.nuonenergiewinkel.nl. Klanten betalen de producten pas als ze zijn terugverdiend. Ze merken daar niets van want het gaat via hun energierekening.’ Hoe lang denkt Van Hattum dat het duurt voordat de consument massaal aan het besparen slaat dankzij dergelijke diensten? ‘Het zal geleidelijk gaan. Hoe meer inzicht klanten krijgen in hun gebruik en hoe makkelijker het wordt om te besparen, des te moeilijker wordt het om een dief van de eigen portemonnee te zijn. En er zijn maar weinig mensen die zeggen dat de hoogte van hun energierekening hen niets kan schelen. Besparen moet dus wel bijna een nationale sport gaan worden, net zoals in Japan.’ Nuon Duurzaam magazine 2007 _ 29

NUON_deel1_lithogr.indd 29

26-03-2008 16:42:50


Thema 3 BEWEGING

‘Aantal vrachtwagens in Amsterdam halveren’ Lars Falch (37), manager Sustainable Energy Strategies, werkt aan goederenvervoer via de tram ‘Wil ik echt warmlopen voor een project, dan moet dat aan een aantal voorwaarden voldoen. Het moet iets nieuws zijn, het moet schoon zijn, het moet innovatief zijn, het moet een duidelijke impact hebben op aandeelhouders en klanten en het moet financieel renderen. Dit voldoet aan allemaal.’ Met ‘dit’ bedoelt Lars Falch CityCargo. Een systeem van goederenvervoer waarin trams de hoofdrol spelen. In de binnenstad van Amsterdam worden straks goederen van trams overgeladen op elektrische wagens, de zogenaamde E-cars. Deze brengen de waar vervolgens naar klanten, overal in de hoofdstad. De bedoeling is dat er over vijf jaar vier distributiecentra – zogenaamde cross docks – rond Amsterdam liggen waar vrachtwagens hun goederen afleveren. Nadat ze dat hebben gedaan nemen de trams het over. Ze rijden daarbij gewoon op het bestaande tramspoor, tussen de passagiertrams door. Dat dit mogelijk is, heeft een pilot van een kleine maand in het voorjaar van 2007 inmiddels aangetoond. Het Amsterdamse tramnet blijkt genoeg capaciteit te hebben. Reden voor de gemeente aan CityCargo een tienjarige concessie te gunnen om het plan in werking te zetten. Falch: ‘Hiermee kun je bereiken dat er straks de helft minder vrachtwagens door Amsterdam rijdt.’ 8-uurjournaal Hoe is Nuon bij het project betrokken geraakt? ‘CityCargo vroeg ons of we ze wilden sponsoren. Daar hebben we na zorgvuldige afweging ja tegen gezegd. En na de geslaagde proef, plus de concessie, hebben

we besloten om behalve bij te dragen door het leveren van duurzame energie, een belang in de start-up te nemen.’ Het is een op het eerste gezicht branchevreemd plan voor Nuon. Waarom toch erin gestapt? Falch: ‘We verschaffen onszelf hiermee toegang tot de markt voor elektrisch aangedreven mobiliteit. En die heeft een interessant potentieel. Sowieso kunnen we – als dit concept in Amsterdam succesvol is – er straks ook mee naar andere Nederlandse, maar ook buitenlandse steden. Primair zullen we dan kijken naar onze thuismarkten België of Duitsland.’ CityCargo trekt al veel belangstelling vanuit het buitenland. Onlangs zond de Franse zender TF1 een groot item erover uit in het 8-uurjournaal. Falch blijft echter realistisch. Er moet nog veel gebeuren. Het belangrijkste aandachtspunt: ‘Bij de wegtransporteurs is veel enthousiasme hiervoor, en CityCargo heeft met een flink aantal een letter of intent getekend. Of zij dit initiatief met de snelheid gaan omarmen die wij willen, weet ik nog niet. Dat is iets waar we geen directe invloed op hebben.’ Ziet Lars Falch nog meer ‘branchevreemde’ projecten in het verschiet? ‘Als het over energie en duurzaamheid gaat, is eigenlijk niets branchevreemd. Denk bijvoorbeeld aan de bouwsector. Door in een veel vroeger stadium bij (nieuw)bouwprojecten betrokken te worden, kunnen we veel beter bijdragen aan echt duurzame scenario’s.’

30 _ Nuon Duurzaam magazine 2007

NUON_deel1_lithogr.indd 30

26-03-2008 16:44:37


BEWEGING

‘Steeds meer jonge mensen steken hun nek uit’ Maarten van Riet (53), senior consultant Nuon Tecno, innoveert

Na het interview in het Nuon-hoofdkwartier lopen we samen naar buiten. Hij wijst: ‘Kijk, zie je dat rooster daar in de bodem? Daaronder zit een nieuwe transformator die ik nu aan het testen ben. Handig hoor, tegenwoordig kan ik achter mijn pc de actuele stand van zaken bekijken. We zijn zelfs zo ver dat ik thuis kan controleren of onze CEO nog zit te werken. Nee, ik ga niet zeggen of hij lange dagen maakt’, knipoogt de onconventionele researcher. Maarten van Riet heeft Nuon-bloed door de aderen stromen. Hij werkt er al dertig jaar en ziet het elektriciteitsnetwerk als zijn kindje. ‘Het klinkt misschien vreemd, maar je gaat je totaal vereenzelvigen met zo’n bedrijf. Kom je aan Nuon, dan kom je aan mij. Dat heb ik heel sterk.’ Aan duurzaamheid maakt Van Riet niet al te veel woorden vuil. ‘Tegenwoordig wordt er veel gepraat over cradle to cradle; dat alles recyclebaar moet zijn en de cyclus moet versterken. Nou, zo zijn wij bij Continuon al jaren met ons netwerk bezig. Ons netwerk is eigenlijk een museum. Oliedrukkabels, gietijzeren moffen, loden bakken; een enorme spullenboel. En sinds ik met dat netwerk bezig ben, doe ik dat met drie gedachten in het achterhoofd: hoe kan het duurzamer, eenvoudiger en betrouwbaarder – altijd. Dus als wij tegenwoordig nieuwe kabels in de grond stoppen, zijn die van plastic en volledig recyclebaar. Je moest eens weten hoeveel kilometer oliedrukkabel wij hebben vervangen de afgelopen dertig jaar en wat voor een impact dat op het milieu heeft. Je moet alleen niet denken dat je ooit helemaal van die oude meuk af komt.’ Het vervangen van materieel is niet het enige recept voor een efficiënter en betrouwbaarder net. Een andere belangrijke component is volgens Van Riet het meten. Dat verschaft immers inzicht in het verbruik en de belasting. Als voorbeeld noemt hij de zogeheten SASensor die Continuon heeft ontwikkeld. Het gaat om een automatiseringssysteem dat verschillende meet- en regelinstrumenten in zich verenigt. De sensor maakt het mogelijk om de energiedistributie op de voet te volgen. ‘Daarmee stelen we momenteel de show. Ik denk dat we er duizenden van gaan verkopen.’ Koffiedik Hoe het energiebedrijf van de toekomst eruit komt te zien, daar durft Van Riet vooralsnog geen uitspraken over te doen. ‘We hebben een aantal extreme scenario’s bedacht bij Continuon en we proberen ervoor te zorgen dat we voor al die scenario’s een goed antwoord hebben. Eén scenario is bijvoorbeeld dat het net verdwijnt en dat bedrijven en huishoudens zelf in hun energie gaan voorzien: autarkie. Een ander scenario is dat we het net juist volstoppen met slimme toepassingen en het onmisbaar maken. Er is zelfs een scenario waarbij een oorlog of een ziekte-epidemie de halve bevolking uitroeit. Bij al die scenario’s moet je je afvragen wat de gevolgen zullen zijn voor het netwerk en wat je nu moet doen – of juist niet – om daar op een goede manier mee om te gaan.’ Uiteindelijk, wil Van Riet maar zeggen, is het koffiedik kijken welke kant het op zal gaan. Drie rechte lijnen naar de toekomst durft hij wel te trekken: ‘1: Het netwerk wordt steeds goedkoper – nog maar 30 procent van wat het 30 jaar geleden kostte. 2: De maatschappij en de klanten worden steeds belangrijker, zodat we steeds vaker plaatselijk de optimale oplossing zullen moeten vinden. En 3: Kernenergie is geen duurzame oplossing, dus dat zullen we mijden.’

Geitenwollensokkenidee Je kunt het in de energiewereld zo gek niet bedenken of Van Riet doet er wel onderzoek naar. Zon, wind, biomassa, algen, warmtekrachtkoppeling, en sinds kort in samenwerking met de Landbouwuniversiteit Wageningen zelfs bacteriën. Al die nieuwe – milieuvriendelijke – manieren van elektriciteitsopwekking worden onderzocht en getest. Sommige zijn al grootschalig in gebruik. ‘Het komende jaar gaan we veel systeemstudies doen. Bijvoorbeeld naar de vraag of algen een goede combinatie vormen met kolenvergassing. Algen kunnen namelijk leven van CO2 en leveren ook nog eens brandstof op: twee vliegen in één klap. Elektriciteitsopwekking met bacteriën lijkt misschien weer zo’n geitenwollensokkenidee. Maar ook dat onderzoeken we serieus, want in potentie is het een revolutie.’ Heeft hij nooit het idee gehad dat hij beter af zou zijn bij een startend bedrijf dat volledig is gecommitteerd aan één nieuwe, revolutionaire technologie? Van Riet: ‘Eerlijk gezegd helemaal niet. Het energievraagstuk is zó complex. Ik geloof niet dat je één oplossing aan de markt moet opdringen. Je kunt ook niet spreken van winners of losers. Elke situatie vraagt zijn eigen oplossing. Wij investeren in al die mogelijkheden, in de hoop dat ze iets zullen gaan betekenen. Als ik om me heen kijk, zie ik steeds meer jonge mensen hier die hun nek ergens voor uitsteken, ergens voor gaan. En maffe mensen trekken maffe mensen aan. Het is een positieve spiraal, die houdt ook mijn geest jong.’ Nuon Duurzaam magazine 2007 _ 31

NUON_deel1_lithogr.indd 31

26-03-2008 16:48:57


Thema 3 BEWEGING

‘Dat duurzame zit er bij ons diep in’ Rolf van der Mark (53), directeur Emmtec Services, leeft op een duurzaam woonschip ‘Wij zijn geen mensen voor een rijtjeshuis. Deze Groninger zeetjalk uit 1906 appelleert aan ons gevoel voor avontuur en zelfstandigheid. In 1994 hebben we dit schip gekocht. We woonden toen een jaar of zeven in een mooi huis in Epse, bij Deventer, dat we helemaal vanaf casco zelf hadden ingericht. We waren voor die tijd al een keer of zeven verhuisd en in dat huis zouden we blijven. Maar vervolgens kreeg ik van mijn werkgever Akzo een baan aangeboden, bij het bedrijf dat nu Emmtec heet en een dochter van Nuon is geworden. Voor die baan moest ik altijd beschikbaar zijn en dus zijn we in Emmen gaan wonen. ‘Mijn vrouw zei toen: “Laten we dan deze keer een boot nemen. Dan nemen we ons huis voortaan mee.” Vervolgens zijn we nooit meer verhuisd, natuurlijk. De ironie van het lot. We wilden een schip waarmee we konden varen en dat niet helemaal af was.’ Lachend: ‘Nou, vooral aan dat laatste voldeed dit schip prima. Hierin wonen was in het begin behoorlijk afzien: geen elektriciteit, geen stromend water, geen verwarming. Tijden hebben we de was elders gedaan en gingen we naar het zwembad om schoon te worden. ’s Winters zaten we naast de dieselkachel, terwijl verderop binnen de ijspegels hingen.’ Speksteenkachel ‘We wilden het schip restaureren, zo duurzaam mogelijk leven én kunnen varen. Voor de elektriciteit hebben we nu zestien zonnepanelen

geplaatst, wat overigens niet genoeg is. Vandaar dat we nog een aansluiting op het net hebben en een generator. Na een aantal jaren hebben we nog een speksteenkachel geplaatst – een gevaarte van zo’n twee ton dat hout stookt en daar op een schone manier het hoogst mogelijke rendement uit haalt. In het dek hebben we een grote vierkante, zwarte bak gemaakt die we kunnen vullen met water. In de zomer is dat na een paar uur warm genoeg om te gebruiken voor het bad. We hebben een oude Ford vrachtwagenmotor die draait op biodiesel, maar als het even kan, hijsen we het zeil. En tot slot hebben we een biologisch zuiveringssysteem aangelegd voor ons afvalwater. Gecombineerd met het gebruik van biologisch afbreekbare schoonmaakmiddelen brengen we zo geen schade toe aan het oppervlaktewater. Dat duurzame zit er bij ons diep in. Mijn vrouw en ik zijn van mening dat wij mensen niet goed met onze hulpbronnen omgaan en dat we – willen we voor de volgende generaties bijvoorbeeld schoon water overhouden – dat heel anders moeten gaan doen. Financieel voordeel hebben we uit deze manier van wonen niet gehaald. Stroom van de zonnepanelen kost bijvoorbeeld algauw zo’n euro per kilowattuur, als je alle investeringen meerekent. En dat is duur. Na afschrijving is het overigens gratis. Het is een kwestie van mentaliteit. Als iedereen met dit soort middelen aan de slag gaat, kunnen we met z’n allen heel wat bereiken.’

32 _ Nuon Duurzaam magazine 2007

NUON_deel1_lithogr.indd 32

26-03-2008 16:55:20


BEWEGING

‘Zonne-energie voor de prijs van netstroom’ Wendy Dubbeld (35), manager Strategy & Business Planning, baant de weg voor zonnefolie ‘In 2003 hebben we thuis vier zonnepanelen gekocht en op ons dak gemonteerd. En toen we klaar waren, hebben we een tijdje verliefd naar de elektriciteitsmeter zitten kijken. Vervolgens zijn we gaan uitproberen hoeveel apparaten we konden aanzetten voordat we weer van netstroom gebruik gingen maken. Het bleek om de koelkast en een aantal lampen te gaan. De panelen voorzien in zo’n 17 à 20 procent van onze elektriciteitsbehoefte. Destijds was het een gunstige investering, omdat er een goede subsidieregeling was. Een tijdlang is die er niet meer geweest, maar in 2008 gaat een nieuwe regeling in, waarbij een terugverdientijd van vijftien jaar het uitgangspunt is. Dat is een begin, maar naar mijn idee is nog wel een kortere terugverdientijd nodig om zo veel mogelijk consumenten aan te spreken. Zonnepanelen zijn vooralsnog duur in de aanschaf. Zonder subsidiëring is de terugverdientijd zeker twintig tot veertig jaar en dat is voor de gemiddelde consument niet interessant genoeg. Ik heb een uitgesproken voorkeur voor zonne-energie omdat ik dit de meest omgevingsvriendelijke vorm van energie vind. Niemand heeft er last van als je zonnecellen op je dak legt en je krijgt energie uit iets waar je sowieso al blij van wordt – de zon.’ Vandaar ook dat Wendy Dubbeld zo enthousiast is over Helianthos. Deze bedrijfsactiviteit van Nuon ontwikkelt zonnefolie – een goedkope variant op het zonnepaneel. Goedkoop, omdat er minder silicium voor de fabricage nodig is en omdat er geen glas bij wordt gebruikt. Dubbeld onderzoekt samen met de collega’s van Helianthos de manieren om deze vorm van opwekking in de markt te zetten. Ze is voor de collega’s gastvrouw,

aanspreekpunt en klankbord tegelijk. Kan ze al iets over de kansen van de zonnefolie zeggen? ‘In deze vorm is het rendement van de zonnecellen weliswaar lager, maar de kostprijs is naar verhouding nóg veel lager. Uiteindelijk denken we uit te kunnen komen op een prijs per kilowattuur die gelijk is aan de prijs van netstroom.’ Prijsdoorbraak Mei 2006 heeft Nuon Helianthos overgenomen van Akzo Nobel. En in 2007 heeft minister Jacqueline Cramer van Milieu het startschot gegeven voor de bouw van een Helianthos-proeffabriek in de Kleefse Waard in Arnhem. Nuon investeert ruim tien miljoen euro in het project. ‘We hopen de proeffabriek na de zomervakantie in gebruik te nemen. Een grotere fabriek zal daarna volgen.’ Als Helianthos in zijn opzet slaagt, betekent dat een prijsdoorbraak in een markt die weliswaar enorm groeit, maar nu nog van subsidieregelingen aan elkaar hangt en daardoor grote investeerders als banken nog altijd afschrikt. De zonnefolie van Helianthos is nog niet geheel uitontwikkeld, maar de vooruitzichten zijn veelbelovend. Dubbeld: ‘We hebben het rendement en de duurzaamheid duidelijk verbeterd. En ook met de mogelijkheid om op grote schaal te produceren zijn we enorm opgeschoten.’ Welk resultaat denkt ze dat Helianthos over vijf jaar heeft bereikt? ‘Dan is er een goedlopend, hard groeiend bedrijf en kun je de zonnefolie her en der op fabrieksdaken zien liggen. Er is nog een weg te gaan, maar ik geloof dat het een groot succes wordt.’ << Nuon Duurzaam magazine 2007 _ 33

NUON_deel1_lithogr.indd 33

26-03-2008 17:00:55


ENERGIEJAAR IN BEELD

ENERGIEJAAR IN BEELD

1

2

3

Het weer is in de war. In Spanje sneeuwt het hevig in januari 2007, terwijl deze maand bij ons de boeken ingaat als de zachtste in de historie (foto 1). En ook de winter als geheel breekt met een gemiddelde van 6,5 graden alle records. Zichtbare gevolgen: vroeg nestelende ooievarenparen (2) en meer ijsvogels (3).

Het vreemde weer voedt de klimaatdiscussie verder en het op 22

februari geïnstalleerde kabinet-Balkenende IV (4 en 5) komt dan ook met het klimaatprogramma ‘Schoon en zuinig’, met prikkels voor milieuvriendelijk leasen (6) en een vliegtaks (7).

34 _ Nuon Duurzaam magazine 2007

NUON_deel1_lithogr.indd 34

14-03-2008 10:44:32


1E KWARTAAL

4

5

6

7

Nuon Duurzaam magazine 2007 _ 35

NUON_deel1_lithogr.indd 35

18-03-2008 16:59:40


ENERGIEJAAR IN BEELD

1

2 Op 18 april 2007 start prins Willem-Alexander het eerste Nederlandse offshore windpark Egmond aan Zee (foto 1), een initiatief van Nuon en Shell.

Het voorjaar en de zomer van 2007 staan

verder bol van de symboliek van de strijd tegen het klimaatprobleem. Op Koninginnedag opent de Nederlandse Ark van Noach in Schagen (4, 5, 6) haar deuren. Ook Greenpeace herbouwt in mei een Ark op de berg Ararat (3 en 7), vanwege de G8 in juni. De milieuorganisatie protesteert later fel tegen kolencentrales, onder meer rond Live Earth Alert op 07-07-07 (2), waarvan de Nederlandse versie wordt gesponsord door Nuon.

36 _ Nuon Duurzaam magazine 2007

NUON_deel1_lithogr.indd 36

14-03-2008 10:44:53


2E KWARTAAL

3

4

5

6

7

Nuon Duurzaam magazine 2007 _ 37

NUON_deel1_lithogr.indd 37

14-03-2008 10:44:58


ENERGIEJAAR IN BEELD

1

2 Het Internationaal Energie Agentschap waarschuwt 9 juli dat de olie eerder opraakt dan aanvankelijk verwacht. Reden: de opkomst van AziÍ en de daarmee samenhangende toenemende vraag (foto’s 1 en 2).

In de nazomer en herfst stijgt de olieprijs snel; hij gaat van ruim 70 dollar per vat naar 90 dollar. Geen wonder dat er plannen zijn om in en nabij Schoonebeek (4) weer

olie te winnen. De twee grootste Nederlandse energiebedrijven, Nuon en Essent, breken hun fusieproces op 7 september af (3).

38 _ Nuon Duurzaam magazine 2007

NUON_deel1_lithogr.indd 38

18-03-2008 17:04:49


3E KWARTAAL

3

4

Nuon Duurzaam magazine 2007 _ 39

NUON_deel1_lithogr.indd 39

21-03-2008 15:13:27


ENERGIEJAAR IN BEELD

1

2 De bewustwording over het klimaat zet verder door. De klimaattop in Bali (foto 1) wordt met een hoerastemming afgesloten. En Al Gore en het Intergovernmental Panel on Climate Change ontvangen op 12 oktober de Nobelprijs voor de Vrede (2).

Tienduizenden huishoudens in de Bommelerwaard merken in de dagen na 12 december aan den lijve dat stroom niet altijd van-

zelfsprekend is (3, 4 en 6). En de kerst is meer led (5 en 7) dan ooit.

40 _ Nuon Duurzaam magazine 2007

NUON_deel1_lithogr.indd 40

18-03-2008 17:08:52


4E KWARTAAL

3

4

6

5

7

Nuon Duurzaam magazine 2007 _ 41

NUON_deel1_lithogr.indd 41

20-03-2008 09:24:59


Thema 4 ZO GROEN IS NUON

Zo groen is Nuon

Na de grote in het oog springende projecten van 2006 is 2007 betrekkelijk rustig. Of lijkt dat maar zo? Vorig jaar is er op alle fronten gewerkt aan verduurzaming van de energievoorziening, getuige investeringen in wind- en zonne-energie, CO2afvang en warmtesystemen. In dit thema antwoord op de vragen: wat doet Nuon, waar staat Nuon en waar wil Nuon naartoe?

42 _ Nuon Duurzaam magazine 2007

Thema4.indd 42

27-03-2008 20:31:04


ZO GROEN IS NUON

Duurzame prestaties in perspectief De vraag wat energiebedrijven precies bijdragen aan de verduurzaming van de energievoorziening is een lastige. In de juiste (Europese) context geplaatst, geven cijfers over brandstofmix en emissies een indruk. Maar de bekende ‘vergelijkingstools’ voor duurzaamheid bieden nooit een compleet beeld. Veel cruciale initiatieven vertalen zich pas op lange termijn in een cijfermatige stijging. Strateeg Ruut Schalij: ‘Wij gaan niet voor quick wins die op lange termijn niets bijdragen.’

Nuon Duurzaam magazine 2007 _ 43

Thema4.indd 43

27-03-2008 20:31:24


Thema 4 ZO GROEN IS NUON

‘Het gevaar van de groene hype is dat bedrijven kiezen voor maatregelen, louter omdat deze er in de statistieken goed uitzien. Terwijl de vraag hoe groen de oplossing eigenlijk echt is achterwege blijft.’

‘Je moet van je eigen kracht uitgaan’ is een overbekend sportcliché. De gedachte erachter is: wie zich te sterk richt op een ander haalt niet meer het beste uit zichzelf. Deze wijsheid staat dikwijls haaks op de praktijk in het zakenleven. Daar draait het om benchmarks en prestatie-indicatoren. En die bestaan bij de gratie van vergelijkingen met prestaties in het verleden en prestaties van concurrenten. In de energiewereld is dat niet anders. Ook hier meten bedrijven zich aan anderen. En in het jaarlijkse eindklassement van duurzaamheid wil iedereen tegenwoordig bovenaan staan. Op zich een nobel streven, maar volgens Ruut Schalij, directeur Corporate Development & Strategy, zijn er ook kanttekeningen bij te plaatsen. ‘De plaats in de rangorde moet niet een doel op zich worden’, vindt hij. Stroometiket Wie toch op een zinnige manier wil vergelijken, moet het verhaal achter de cijfers kennen en niet te veel blindvaren op de geijkte vergelijkingstools. Een voorbeeld van zo’n gereedschap is het stroometiket. Dit fenomeen heeft de overheid in het leven geroepen om de geleverde elektriciteit van energiebedrijven vergelijkbaar te maken. Nederlandse leveranciers zijn verplicht hun klanten met dit etiket inzicht te bieden in de herkomst van de geleverde elektriciteit. Het stroometiket heet in het jargon ook wel ‘de brandstofmix levering’ en geeft een indruk voor welk deel van de levering kolen, aardgas, kernenergie en duurzame bronnen zijn gebruikt. Ook vermeldt het de milieugevolgen per kilowattuur, zoals de hoeveelheid uitgestoten CO2 en radioactief afval. Het stroometiket 2007 van Nuon ziet er ‘duurzamer’ uit dan in 2006. Het aandeel waterkracht nam sterk toe (+6,5 procent naar 17,5 procent) en de CO2-emissiefactor liep terug van 447,3 gram per kilowattuur vorig jaar naar 391,9 in 2007. Wie daarop afgaat, verwacht dat er bij Nuon heel wat is veranderd. En er is ook wel iets gebeurd, maar het teruglopen van de CO2-emissiefactor is vooral toe te schrijven aan een boekhoudkundige correctie. Nuon gebruikt in zijn centrale in Velsen procesgassen van Corus, die al voor verbranding veel koolstofdioxide

bevatten. Tot 2006 moest alle CO2 worden geteld die na verbranding vrijkomt. Nuon vond dit onterecht omdat deze procesgassen worden afgefakkeld, terwijl ze nu nuttig worden aangewend. Het gebruik van deze brandstof bespaart een groot volume aardgas waarmee normaal gesproken dezelfde hoeveelheid energie wordt opgewekt. Energiewaakhond DTe is meegegaan met deze argumentatie van Nuon. Nu mag de CO2-emissie van het Corus-gas worden ‘meegeteld’ als ware het de CO2-emissie van ‘gewoon’ aardgas. Hierdoor is het etiket beter vergelijkbaar. Tegelijk toont dit voorbeeld aan dat de vergelijkingswaarde van het etiket gemakkelijk te wensen overlaat. Emissies Meer inzicht in wat Nuon zelf doet, verschaffen de emissiecijfers. Wat opvalt als we de cijfers van 2006 en 2007 naast elkaar leggen, is de toename van de absolute emissie van koolstofdioxide. Deze is gerelateerd aan de sterke stijging van de eigen elektriciteitsproductie. Deze fors hogere productie leidde overigens niet tot een merkbare toename van de relatieve emissie van CO2. Die was met 856 gram per kilowattuur nagenoeg hetzelfde als die in 2006. De hoogte van de relatieve emissie heeft te maken met beslissingen wanneer welke centrales worden ingezet. Het uitgangspunt daarbij is: de meest energie-efficiënte eenheden eerst. Windparken, waterkrachtcentrales en centrales die ook stadswarmte leveren krijgen dus voorrang. Een ander punt dat opvalt is dat de relatieve emissies van NOx en SO2 zijn afgenomen, ondanks de hogere productie. Hier wordt het effect merkbaar van aanpassingen in centrales. De Amsterdamse centrale Hemweg 8 kreeg een DeNOx-installatie, waardoor de uitstoot van NOx daalde van 0,493 gram per kilowattuur in 2006 naar 0,336 in 2007. En de uitstoot van SO2 daalde van 0,115 gram per kilowatuur naar 0,096. Ook dit is toe te schrijven aan een aanpassing in de Hemweg-centrale; in de rookgasontzwavelingsinstallatie kwamen nieuwe sproeiers in een aangepaste opstelling.

44 _ Nuon Duurzaam magazine 2007

Thema4.indd 44

31-03-2008 12:30:04


ZO GROEN IS NUON

Brandstofmix levering Nuon-groep

Emissie CO2, NOx, SO2 per eenheid elektriciteitsproductie

RA-geverifieerd

23,2% Kolen

g/kWh

900

17,5% Waterkracht 0,01% Zon

853

0,8

2007

1,1% Biomassa 3,2% Wind 4,4% Overig grijs

0,6

0,493 0,4

9,1% Nucleair 41,5% Aardgas

Aandeel grijze energie Aandeel groene energie CO2-emissiefactor 1 Radioactief afval

856

0,336

0,2

78,1% 21,8% 391,9 g/kWh 0,000270 g/kWh

0,096

0,116

0,0

2007

D-3-2-1-P1

2006

CO2 NOx SO2

D-2-5-S1

De CO2-emissiefactor van de brandstofmix levering is met 391,9 gram/kilowattuur lager dan die van 2006.

De emissie per kilowattuur van NOx en SO2 is gedaald. Die van CO2 is nagenoeg hetzelfde gebleven.

Europa Nuon vindt het belangrijk om zijn prestaties naast die van andere Europese bedrijven te leggen. Na de energieliberalisering kan niemand meer om de Europese markt heen. Daarom kregen onderzoekers van Kema de opdracht van Nuon en Essent om de milieugegevens uit 2006 van zeventien Europese energiebedrijven te vergelijken. In die vergelijking eindigt Nuon als zesde wat betreft het aandeel duurzame energie (zonder waterkracht) in de eigen productie. Het Kema-onderzoek legt verder bloot dat Nuon in 2006 in verhouding tot andere Europese bedrijven prima presteerde bij emissies per kilowattuur van NOx en SO2, maar minder als het gaat om CO2. Een belangrijke oorzaak daarvan is het ontbreken van een groot aandeel kernenergie in de opwekking en de extra emissies van de CO2-rijke procesgassen van Corus. Die worden bij de berekening van de emissie van CO2 van emissie van productie wél meegerekend, in tegenstelling tot de nieuwe berekening voor het stroometiket.

miljoen euro, bij een crescendo omzet en uitstekende cijfers over klanttevredenheid. ‘En die gunstige resultaten stellen ons in staat te blijven investeren in nieuwe technologieën, waarmee we de energievoorziening verder verduurzamen’, verzekerde bestuursvoorzitter Ludo van Halderen bij de presentatie van de jaarcijfers.

Investeringen Nog een belangrijk thema waaraan energiebedrijven worden gemeten zijn de ‘investeringen in duurzame productiecapaciteit’. Nuon kende op dat vlak de afgelopen jaren een aantal vette jaren. Tussen 2004 en 2006 ging jaarlijks meer dan 100 miljoen euro naar wind, zon, water en warmte. In 2007 lag dit bedrag echter lager, vooral vanwege het uitblijven van subsidie voor grote windprojecten. Wel ging er een in verhouding hoog bedrag naar zonne-energie (8,8 miljoen euro) en CO2-afvang (45 miljoen euro). Maar die laatste investering is, strikt genomen, geen investering in duurzame productiecapaciteit. En ze mag daarom ook niet bij de andere duurzame investeringen worden opgeteld. In warmte werd 39 miljoen euro geïnvesteerd. Daarmee komt het totaal van investeringen in wind, zon, water en warmte op 63,7 miljoen euro. Het lijdt geen twijfel dat de investeringen van Nuon in verduurzaming van de energievoorziening de komende jaren op het hoge peil van de afgelopen jaren blijven. Financieel gezien was 2007 een goed jaar voor Nuon. De nettowinst steeg met 15 procent naar 875

Transitiefonds Strateeg Ruut Schalij benadrukt nogmaals dat alles draait om de werkelijke prestatie die Nuon levert in de energietransitie. ‘Cijfers zijn leerzaam, maar we moeten er ons zeker niet op blindstaren. Wij gaan voor hoogstaande en werkende duurzame oplossingen, niet voor quick wins die op lange termijn niets bijdragen. Het gevaar van de groene hype is dat bedrijven kiezen voor maatregelen, louter omdat deze er in de statistieken goed uitzien. Terwijl de vraag hoe groen de oplossing eigenlijk echt is achterwege blijft’, stelt Schalij en noemt het voorbeeld van biomassa. Bij het gebruik daarvan is het steeds weer de vraag in hoeverre het ‘type’ biomassa daadwerkelijk bijdraagt aan energietransitie. En of het niet juist elders een nieuw probleem creëert. Een ander risico van het blindstaren op statistieken is volgens Schalij dat bepaalde initiatieven tussen wal en schip raken. Hij doelt op maatregelen waarmee je geen goede sier kunt maken, zoals advies over energiebesparing. Hetzelfde gevaar dreigt bij research & development voor verduurzaming van de sector. ‘De gedachte is wel eens dat je met iedere investering de productie direct kan verduurzamen maar zo werkt het in de praktijk helaas niet. Het effect van veel investeringen in duurzaamheid wordt pas op lange termijn zichtbaar.’ Nuon wil structureel durfkapitaal in transitietechnologieën investeren en heeft daarvoor het Energy Transition Fund opgericht. Dit fonds ondersteunt energiegerelateerde technologieën die de efficiëntie in energieverbruik vergroten of de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen verminderen. Ruut Schalij: ‘Het fonds start met 40 miljoen euro. We financieren daarmee duurzame energietechnologie in de fase dat die marktrijp moet worden gemaakt. Dat kan echt van alles zijn, van slimme meters tot zonnefolie. En we zijn daarbij zeker niet aan de landsgrenzen gebonden.’ << Nuon Duurzaam magazine 2007 _ 45

Thema4.indd 45

31-03-2008 12:31:23


Thema 4 ZO GROEN IS NUON

Duurzaam bij de buren In België en Duitsland is Nuon een frisse nieuwe speler in opkomst. We vroegen de CEO’s ter plekke hoe in hun land tegen duurzaamheid wordt aangekeken en welke duurzame mogelijkheden deze ‘nieuwe’ markten bieden.

46 _ Nuon Duurzaam magazine 2007

Thema4.indd 46

27-03-2008 20:32:23


ZO GROEN IS NUON

Roberte Kesteman, CEO Nuon België

Thomas Mecke, CEO Nuon Duitsland

‘Van grijs naar groen lukt steeds vaker’

‘Grote kans voor efficiencystroom’

Hoe doet Nuon het in België? ‘Wij zijn actief sinds de liberalisering van de Vlaamse energiemarkt in 2002. Onze focus ligt op retail en de midzakelijke markt. Vooral in de grootzakelijke markt valt het vooralsnog zwaar om te concurreren. Dit weerhoudt ons er overigens niet van om klanten te werven. We hebben nu 260.000 klanten. In de retailmarkt in Vlaanderen bedraagt ons aandeel 8 procent.’ Willen jullie groeien en zo ja hoe? ‘We willen naar 20 procent marktaandeel binnen een aantal jaren. Maar het is in ons land lastig om een belangrijke speler te worden. De discussie over eerlijke prijzen, bijvoorbeeld, is nog niet uitgewoed. In het verleden zijn kerncentrales versneld afgeschreven, wat is doorberekend in de elektriciteitsprijzen. Om een belangrijke rol in deze markt te spelen, moeten we toe naar eigen productie. Daarom ontwikkelen we nu een middelgrote aardgascentrale van 400 megawatt in de buurt van Charleroi in Wallonië. Die willen we in 2011 of 2012 in bedrijf brengen. Verder hebben we een bod gedaan op Distrigas, de gaspoot die van Electrabel/Suez moet afsplitsen.’ Wordt Nuon in België gezien als een duurzaam energiebedrijf? ‘Zeker en vast. We staan vierde in de Greenpeace-lijst van groene energiebedrijven, waarin de brandstofmix van onze producten worden meegenomen. We hoeven alleen kleine lokale, louter groene, leveranciers voor ons te dulden; de grote zitten allemaal achter ons. Wat verder bijdraagt is onze Nuon Generation Award, een prijs voor het bedrijf met het beste duurzame energiebeleid. Deze award ging afgelopen jaar naar warenhuisketen Colruyt.

Dat bedrijf houdt er besparingsdoelen op na, meet zijn energieverbruik en investeert zelf in zonne- en windenergie.’ Hoe duurzaam is Nuon België zelf? ‘Met 60 procent duurzame energie, is de brandstofmix van onze gewone elektriciteit beduidend beter dan die van de grote concurrenten. Dat werkt in ons voordeel. Maar we streven naar een zo groen mogelijk klantenbestand. Daarom ontwikkelen we windmolenparken in België. Het Vlaamse subsidieklimaat moedigt daartoe aan. Dat geldt evenzeer voor zonne-energie. Ook op dat gebied werken we aan nieuwe initiatieven. Want we willen ons duurzame karakter verder vormgeven. We streven ernaar zo veel mogelijk groene klanten te interesseren, ook door onze grijze klanten over te halen om over te stappen op groen.’ Hoe belangrijk vinden Belgen duurzame energie? ‘Het belang dat eraan wordt gehecht, neemt toe. Voorbeeld? We dachten aanvankelijk: bedrijven gaan niet voor groen maar voor prijs. Maar we hebben nu gezien dat dit niet klopt. Het lukt bovendien steeds vaker om zakelijke klanten van grijs naar groen te laten overstappen: heel wat klanten gaan op ons aanbod daartoe in, zoals de grootbank KBC.’ <<

Hoe doet Nuon het in Duitsland? ‘We zijn op meerdere terreinen actief: industrieparkmanagement, stads- en verkeersverlichting in Berlijn en de verkoop van elektriciteit. Als nieuwe leverancier verkopen we stroom aan consumenten. En dat gaat goed. Duitsers stappen steeds vaker over naar “lekker Strom” en “wakker Gas”. Inmiddels hebben we meer dan 200.000 retailklanten. We werven vooral in de grote steden, zoals Berlijn, Leipzig, Düsseldorf, Hamburg en Stuttgart. Je móét in Duitsland kiezen voor enkele afzetgebieden. Er zijn bij ons maar liefst 900 netten en de werving is nog erg netgebonden, vanwege de sterk uiteenlopende distributietarieven.’ Groeit Nuon Duitsland? ‘Beslist. Wij behoren tot de eerste bedrijven die van de Duitse liberalisering hebben geprofiteerd en dat nog doen. De koudwatervrees om te switchen is hier nu verdwenen: de helft van de Duitsers is al eens overgestapt. Onze laagdrempelige en transparante aanpak via internet spreekt de groep die van leverancier wil wisselen erg aan. We richten ons puur op retailklanten die we verleiden met een combinatie van een prijsgarantie en een switchbonus. Deze systematiek wordt nu door iedereen gekopieerd. Maar dankzij onze sterke focus op specifieke gebieden blijven wij goed in the picture als nieuw energiebedrijf.’ Hoe belangrijk vinden Duitsers duurzame energie? ‘Net als in Nederland staat duurzame energie bovenaan alle lijstjes. We zijn een voorloper op het gebied van windparken en zonneenergie, dankzij de succesvolle subsidie Erneuerbare-EnergienGesetz. En Duitsers zijn er, net als Nederlanders, van overtuigd dat alleen duurzame bedrijven zullen overleven. Maar de Duitse discus-

sie heeft andere accenten dan de Nederlandse. Het debat over atoomstroom is hier bijvoorbeeld nog erg dominant. En we zitten met zeer vervuilende bruinkoolcentrales.’ Maar uw land heeft in Nederland toch een duurzaam imago… ‘Andersom is dat ook het geval. Nederland heeft dat ook in Duitsland. Dat helpt ons als frisse nieuwkomer. Ons product “lekker Strom” is kernvrij. Dat past bij een Nederlands bedrijf, omdat een deel van de Duitsers weet dat er in Nederland nauwelijks kerncentrales zijn.’ ‘Lekker Strom’ is kernvrij. Hoe groen is het product verder? ‘De CO2-uitstoot van de stroom die we leveren bedraagt de helft van het gemiddelde in Duitsland. In de mix zit duurzame energie verwerkt in de vorm van water en wind. De rest bestaat uit elektriciteit die uit steenkool en gas is opgewekt. We hebben nu slechts één mainstreamproduct. Maar we ontwikkelen een nieuwe vorm van groene elektriciteit: efficiency-stroom, waarmee we de klant helpen besparen. Er lijkt een grote kans te liggen. Het is echter niet makkelijk, want ook onder Duitsers is weinig bereidheid om meer voor duurzame energie te betalen.’ Is het voldoende om alleen groene producten aan te bieden? ‘Natuurlijk moet duurzame energie een dominant deel van de inkoop worden. Maar ik geloof ook in energiebesparing. Dat zal, zeker op korte termijn, de sleutel zijn naar een meer duurzame toekomst. Om in Duitsland succesvol te zijn, is het Nuon-model van besparingsadvies en intensieve service erg geschikt. Daarmee kunnen we ons hier echt onderscheiden.’ << Nuon Duurzaam magazine 2007 _ 47

Thema4.indd 47

31-03-2008 12:31:47


Thema 4 ZO GROEN IS NUON

Reststoffen steeds vaker voer voor centrales Reststromen uit industrie en landbouw lenen zich uitstekend voor opwekking van elektriciteit. Zo maakt de binnenkort uit te breiden Nuoncentrale in Velsen al jaren dankbaar gebruik van de procesgassen van buurman Corus. En andere centrales ‘lusten’ biomassa in de vorm van snoeihout, druivenpitten, of zelfs het omhulsel van apennootjes. De groeipotentie van reststoffen als brandstof is veelbelovend. >>Wie op Google Earth het fabrieksterrein van Corus in IJmuiden bekijkt, ziet een enorme pijpleiding, waar met gemak een kleine auto doorheen kan. Door die pijpleiding stromen procesgassen van de staalproducent naar de nabij gelegen Nuoncentrale. Het gaat om CO2-rijke en laagcalorische gassen die vrijkomen bij de productie van staal. Hoewel de verbrandingswaarde laag is - slechts 10 procent van die van aardgas - fungeren deze procesgassen niettemin prima als brandstof voor elektriciteitsopwekking. Het gas reist door de pijpleiding naar verschillende bestemmingen. Eén daarvan is de stoom- en gasturbine-eenheid IJmond 1 van Nuon op het Corusterrein. Deze verwerkt uitsluitend hoogovengas. Terwijl de eenheden Velsen 24 en 25 (ketelinstallaties met stoomturbine) zijn ingericht voor een mix van procesgassen. Deze installaties kunnen echter ook op alleen aardgas draaien. De drie productie-eenheden zijn samen goed voor een elektrisch vermogen van circa 1000 megawatt. Dat is bijna tien keer zoveel als het grote windpark van Nuon op de Noordzee bij Egmond.

Procesgassen Het ziet ernaar uit dat Nuon in de toekomst meer procesgas gaat gebruiken voor de opwekking van elektriciteit. Ongeveer een derde van dit type gas van Corus gaat nu naar de energieproducent. De rest gebruikt het staalbedrijf voor de eigen stroomproductie en energievoorziening. Maar Corus wil het productieproces verder ‘optimaliseren’, wat meer staal en tegelijk meer procesgassen oplevert. Deze gassen komen naar verwachting voor Nuon beschikbaar. Inmiddels is het energiebedrijf ver met het vinden van een geschikte verwerkingsmethode. Een nieuwe gasturbine-eenheid op de locatie in VelsenNoord is daarbij in beeld. Het zo veel mogelijk hergebruiken van het procesgas is belangrijk met het oog op energie-efficiency. Want het alternatief voor hergebruik van het Corus-gas is affakkelen. ‘Daarmee gooi je dus een deel van de energie gewoon weg’, zegt milieuadviseur Rob Exalto van Nuon. Hij houdt zich bezig met de vergunningverlening voor de nieuwe eenheid. ‘Wat we nu doen

48 _ Nuon Duurzaam magazine 2007

Thema4.indd 48

31-03-2008 12:41:25


ZO GROEN IS NUON

is een optimale en schone verbranding met energiewinst. Het is natuurlijk vele malen beter voor het milieu om deze brandbare en bruikbare restproducten nuttig toe te passen. Ook al gaat het om grote volumes en lage verbrandingswaarden en is het rendement lager dan bij aardgas.’

Beruchte reststromen, zoals kippenmest, diermeel of palmolie, houdt Nuon bewust buiten de deur

Apennootjes Nog een plek waar Nuon reststromen gebruikt, is de biomassacentrale in Lelystad. Daar wordt jaarlijks zo’n 25.000 ton schoon snoeihout verstookt om ongeveer 3000 huishoudens van warmte en stroom te voorzien. Dit hout komt uit de bossen van Staatsbosbeheer die in de directe omgeving liggen. Er worden in Lelystad geen andere biobrandstoffen dan snoeihout verbrand. Heel anders is dat bij de Willem-Alexandercentrale in Buggenum. Deze wint niet alleen energie uit steenkool maar ook uit verschillende soorten biomassa. In de kolenvergassingscentrale in Limburg worden nu tal van reststromen uit de agrarische sector ‘meegestookt’, zoals houtzaagsel, druiven- en zonnepitten en het omhulsel van apennootjes. Martijn van Gemert, die bij Nuon de strategie voor het meestoken van biomassa uitstippelt, legt uit dat in het verleden een groot aantal restproducten is getest. ‘Je kunt eigenlijk heel veel stoffen meestoken.’ Maar ze komen lang niet allemaal door de ballotagecommissie, want de technische eisen zijn hoog. Van Gemert: ‘Eén daarvan is dat het materiaal de installatie niet mag aantasten.’ Het gebruikte houtzaagsel is bijvoorbeeld niet meer dan fijngemalen houtstof. ‘Kleiner dan 1,4 millimeter, om precies te zijn. Dan verloopt de verbranding optimaal.’ Duurzaamheidscriteria Beruchte reststromen als kippenmest, diermeel of palmolie houdt Nuon bewust buiten de deur. Van Gemert: ‘We kijken goed naar de herkomst van de biomassa, omdat we niet willen dat er bijvoorbeeld bossen voor worden gekapt. Ook de CO2-uitstoot tijdens het transport proberen we zo veel mogelijk te minimaliseren.’ De aandacht richt zich daarom op vervoer per schip. In Buggenum is een speciale losinstallatie met silo gebouwd. Het overgrote deel van de restproducten komt uit de omliggende landen. Zolang de biomassa in kwestie maar zo veel mogelijk

in lijn is met de in 2006 door de overheid opgestelde duurzaamheidscriteria. Zo moet de CO2-balans in orde zijn en mag de productie niet ten koste gaan van de behoefte aan voedsel en veevoer. Ook mag de lokale biodiversiteit én economie niet ontwricht raken. ‘Daar sluiten wij ons bij aan.’ Vanaf 2008 geldt een rapportageplicht, waarbij bedrijven moeten aangeven hoe duurzaam hun biomassa is. Verder streven overheid, kennisinstituten en bedrijfsleven naar een certificeringssysteem voor de import van biomassa. Dit vloeit voort uit het vorig jaar gesloten en mede door Nuon ondertekende Akkoord van Schokland. Bedrijven krijgen pas subsidie op het meestoken van geïmporteerde biomassa, als deze aantoonbaar duurzaam, dus gecertificeerd, is. ‘Alleen zo kun je voldoen aan de huidige eis uit de samenleving dat biomassa honderd procent schoon moet zijn.’ Een certificeringssysteem opstellen is geen eenvoudige zaak, benadrukt Van Gemert. ‘Het duurt een aantal jaren voor je over goede indicatoren beschikt die aantoonbaar kunnen maken wat duurzaam is.’ Grote stappen Van Gemert ziet het als een grote uitdaging om de hoeveelheid biomassa verder uit te breiden. De Willem-Alexandercentrale kan tot 30 procent biomassa meestoken en verwerkt nu jaarlijks zo’n vijftigduizend ton. ‘We mikken in de toekomst op honderdduizend ton. Het is vooral een logistieke uitdaging om dat te halen.’ Van Gemert vindt dat ons land met restproducten grote stappen kan maken voor het halen van het kabinetsdoel van 30 procent minder broeikasgasemissies in 2020. ‘Het is bovendien een kosteneffectieve methode om energie op te wekken.’ Geen wonder dat bij het ontwerp van de Nuon Magnum multi-fuelcentrale in de Eemshaven wordt nagedacht over een belangrijk aandeel biomassa. Gerekend wordt met mogelijk 40 procent meestook. Ideaal is, besluit Van Gemert, wanneer in de toekomst biomassastromen tot hoge verbrandingswaarden worden opgewerkt en niet gevoelig zijn voor vochtopname. Want dat maakt opslag buiten mogelijk. Daarmee zou biomassa dezelfde fysieke karakteristieken als steenkool krijgen. ‘Dan kunnen we op zeer grote schaal duurzame biomassa meestoken en een wezenlijke bijdrage aan de klimaatdoelen van de overheid leveren.’ << Nuon Duurzaam magazine 2007 _ 49

Thema4.indd 49

31-03-2008 12:49:17


Thema 4 ZO GROEN IS NUON

De duurzame investeringen van Nuon in 2007 blijven achter op die van voorgaande jaren. Het uitblijven van subsidiegelden en problemen met vergunningen zijn daaraan debet geweest. Maar er gloort hoop. In Antwerpen ontwikkelt Nuon met partners een omvangrijk Belgisch windproject. Ook is er geld uitgetrokken voor een zonnecelfabriek, warmteprojecten en studies naar zowel CO2-afvang als een grote biomassacentrale.

‘Waar een wil is, is een weg’

50 _ Nuon Duurzaam magazine 2007

Thema4.indd 50

31-03-2008 12:58:52


ZO GROEN IS NUON >> Kroonprins Willem-Alexander opende op 18 april 2007 het eerste Nederlandse windpark bij Egmond aan zee, een initiatief van Nuon en Shell. Het officieel in bedrijf nemen van dit offshorewindpark van 108 megawatt was een mijlpaal. Jaap Olthoff, mister windenergie bij Nuon, glundert als hij deze hoogtijdag ter sprake brengt. Geen wonder: ‘We zagen ons harde werken beloond met een tijdig en binnen het budget opgeleverd hightech windpark dat voldoet aan de strengste veiligheidseisen.’ En dat was niet het enige feit waar Olthoff tevreden op terugziet. Datzelfde geldt voor het bundelen van de windenergieactiviteiten van Nuon in de Wind Energie Ontwikkelings Maatschappij (WEOM). Als directeur heeft Olthoff het nieuwe WEOM vorm mogen geven. ‘Onze kennis over zowel beheer als ontwikkeling en bouw van windenergie is nu gebundeld. Dat werkt veel beter.’ Subsidiegebrek Veel minder content is Olthoff over 2007 als ontwikkelingsjaar voor windenergie.

Het ‘goede windjaar’ is een zwart jaar geweest voor de groei van het aandeel duurzame opwekking in Nederland. Het gebrek aan subsidie en problemen met vergunningen speelden de ontwikkeling van nieuwe projecten parten. Nuon moest noodgedwongen een aantal plannen voor grote offshorewindparken in de ijskast zetten (zie kader Gone with the wind?). In Nederland bleef de ontwikkeling beperkt tot projecten in Oudendijk (4,8 megawatt), het begin van de bouw in Echteld (8 megawatt) en de projectstart van het vervangen van turbines op de strekdam bij Enkhuizen. Een flink aantal projecten, waaronder een groot project van meer dan 100 megawatt, wacht op de nieuwe subsidieregeling SDE die de MEP vervangt. Olthoff: ‘Qua overheidssteun zitten we in een tussenperiode. De MEP werd in 2006 plotseling afgeschaft. De vervanger SDE komt pas in de loop van 2008. Daar komt bij dat de nieuwe Energie Investerings Aftrek (EIA) als aftrekmogelijkheid voor windenergie per 1 januari 2008 sterk aan ondersteunende kracht

heeft ingeboet. Windprojecten met minder opbrengst, bijvoorbeeld wat dieper in het binnenland, vallen om die reden mogelijk al af’, vertelt een zichtbaar teleurgestelde Olthoff. Torpederen Managing director Technical & Project Development Herbert Jost benadrukt dat niet zozeer de hoogte van de subsidies als wel de voorspelbaarheid ervan van groot belang is. ‘Voor investeringen is vooral een langdurig en consequent ondersteuningsbeleid nodig.’ Volgens Jost zijn voor een wezenlijke doorbraak van duurzame energie ook nog andere wezenlijke veranderingen nodig, met name in de sfeer van ruimtelijke ordening. ‘Lagere overheden moeten incentives krijgen die het aantrekkelijk maken om mee te werken aan vergunningen. De procedures moeten worden versneld. En offshore windprojecten dienen veel meer support te krijgen’, stelt Jost. Volgens Jaap Olthoff staat Nuon te springen om de windcapaciteit verder uit te breiden: ‘Wij

Nuon Duurzaam magazine 2007 _ 51

Thema4.indd 51

31-03-2008 12:59:02


Thema 4

ZO GROEN IS NUON

Investeringen in duurzame productiecapaciteit € miljoen

RA-geverifieerd

73

47,6

0,8

66,3

1,8

63,2

0,2

0,6 4,5

GONE WITH THE WIND? 72,2

42,5

63,0

64,5

24,7

0,8 8,8 15,1

2003 Wind Zon

2004

2005

2007

2006

Waterkracht

D-2-1-S1

Nuon investeerde in 2007 minder in windenergie dan in voorgaande jaren. Voor zonne-energie werd wel meer geld uitgetrokken.

Opgestelde productiecapaciteit duurzame energie MW

RA-geverifieerd

800

600

654 557

14 40 11

14 40 11

443

400

200

492

589

10 40 11

382

344

8 40 4 292

0

373

2 40 8 324

Het ontwikkelen van grote windmolenprojecten valt niet mee in vergunningenland Nederland. Illustratief is de ontwikkeling van wind op zee, waaraan Nuon samen met Shell werkt. Vergunningsverzoeken voor vier offshorewindparken strandden in 2007. Een eerste verzoek moest worden ingetrokken, vanwege een late aankondiging van een nieuwe clearway voor de Tweede Maasvlakte. (Een clearway is een scheepvaartroute, inclusief buffergebied, waar niet mag worden gebouwd, red.). Bij de andere drie verzoeken speelden vermeende gevaren voor de scheepvaart een rol. Een nieuwe, door de overheid benoemde commissie voor de scheepvaartveiligheid, de Nautische Adviesgroep, gaf negatief advies voor alle drie aanvragen. Dit nieuws kwam als een dief in de nacht, omdat de aanvragen voldeden aan de richtlijnen van de commissie MER, waarin ook veiligheid wordt meegenomen. Toch nam Rijkswaterstaat het advies van de scheepvaartveiligheidscommissie over in een voorgenomen besluit, waartegen Nuon bezwaar heeft aangetekend.

willen heel graag. En waar een wil is, is een weg. Maar die weg is wel lang en zit vol kronkels. De overheid is nu nog te vaak een tweekoppig wezen. In de gedaante van VROM maakt ze klimaatbeleid met ambitieuze doelen, maar in andere gedaanten werkt de overheid ons weer sterk tegen.’ Olthoff doelt onder meer op de commissie voor scheepvaartveiligheid die onverwacht drie grote offshore windmolenprojecten van Nuon en Shell torpedeerde. Jost: ‘We hebben bezwaar aangetekend tegen dit voorgenomen besluit. Maar de overheid moet met een sterke regie eigenlijk voorkomen dat dit nodig is.’

Antwerpen Alle tegenslagen ten spijt, het ligt niet in 2003 2004 2005 2006 2007 de aard van pur sang engineers zoals Jost en Olthoff om bij de pakken neer te gaan Wind Water D-2-2-3-S1 zitten. Als ontwikkelen niet in Nederland Biomassa Zon kan, dan maar ergens anders. Nuon is met zijn internationale activiteiten immers niet Het opgesteld vermogen nam in 2007 toe met 9%. per definitie gebonden aan de landsgrenOok de duurzame productie nam toe met 9%. zen. Olthoff: ‘We zijn nu intensief bezig in België, onder meer met de verwerving van grond. We willen een groot aantal wind-molens bouwen en de groene certificaten die dat oplevert, aanwenden voor Belgische klanten.’ Nuon verwierf samen met een Belgische investeringsgroep een concessie voor ten minste 90 megawatt aan windmolens in de Antwerpse haven, waar al twee Nuonturbines staan. Bij de zuiderburen heeft windenergie volgens Olthoff de wind mee. ‘De terugleververgoeding van Vlaanderen is prima en dat geldt eigenlijk voor de hele subsidieregeling. Ook het aanvragen van vergunningen gaat in België wat sneller dan in Nederland.’ 2/3

Definitiekwesties De directe investeringen van Nuon in duurzame productie mogen dit jaar tegenvallen, het bedrijf zit dus niet stil. En als we verduurzaming van productie ruim interpreteren, zijn er volgens Herbert Jost in 2007 nog meer aansprekende voorbeelden van investeringen. Hij doelt onder meer op de investering in de proeffabriek voor zonnefolie van Helianthos. ‘Dergelijke researchprojecten zijn cruciaal voor een energiebedrijf, hoewel je daarmee natuurlijk niet direct CO2-resultaat kunt laten zien.’ Als voorbeelden van investeringen voor duurzamere productie noemt Jost verder de Nuonstudie naar een biomassacentrale van 250 megawatt en een groot en kostbaar lopend onderzoek naar CO2-afvang bij de kolenvergassingscentrale van Buggenum. Deze unieke casus staat wereldwijd in de belangstelling omdat de kooldioxide voor ver branding wordt afgevangen (en niet pas na verbranding uit de rookgassen gefilterd, red.). Jost wil tot slot nog kwijt dat hij het jammer vindt dat investeringen van Nuon in warmtenetten volgens de letter van de wet niet vallen onder duurzame opwekking maar onder energie-efficiency. ‘Ze tellen dus niet mee bij het halen van de Europese doelen voor de verduurzaming van de energievoorziening. Terwijl de bijdrage van dergelijke systemen aan CO2-reductie heel groot kan zijn, ze vaak gebruikmaken van reststromen en verbranding van gas in een cv-ketel thuis onnodig maken.’ In ieder geval staat voor Jost vast dat we niet moeten kiezen voor één manier van verduurzaming van de energievoorziening. ‘Zolang de toekomst van energieproductie nog niet duidelijk is, geldt: ontwikkel opties en houd ze open.’ <<

52 _ Nuon Duurzaam magazine 2007

NUONp52.indd 2

31-03-2008 13:03:01


ZO GROEN IS NUON

Pionieren met minder CO2 Koolstofdioxide. De discussie rond dit alledaagse doch schadelijke goedje begint in de energiebranche meer en meer impact te krijgen op de bedrijfsvoering. Het aantal prikkels om minder van dit broeikasgas uit te stoten, groeit zienderogen. Nuon investeert in tal van innovatieve methoden om nu en in de toekomst schoner te gaan produceren. Afvang, handel en efficiëntie van centrales zijn nauw met elkaar verbonden. Van links naar rechts: Eurocommissaris Andris Piebalgs, Europarlementariër Lambert van Nistelrooij, Øystein Løseth, lid van de Raad van Bestuur van Nuon en Carlo Wolters, manager van de kolenvergassingscentrale in Buggenum.

>>With compliments from Brussels. Eurocommissaris Andris Piebalgs voor Energie liet er geen gras over groeien. Tijdens zijn bezoek aan de Willem-Alexandercentrale in Buggenum begin januari 2008 was de Let onder de indruk. Hij ziet veel in de kolenvergassingstechnologie en de mogelijkheden ervan voor de afvang van kooldioxide, waarmee Nuon gaat experimenteren in de Limburgse centrale. Het is de bedoeling dat de technologieën van Buggenum vervolgens op grote schaal worden toegepast in Nuon Magnum die in de Groningse Eemshaven wordt gebouwd. Grootschalige toepassing van carbon capture and storage (CCS) maakt Magnum voor Piebalgs tot kandidaat voor de demonstratieprojecten die de Europese Commissie de komende jaren wil starten. Brussel koestert stevige klimaatambities en wil haast maken met het afvangen en opslaan van broeikasgas CO2. Duurzame energiebronnen als zon en wind

komen volgens de Europese Commissie niet snel genoeg op stoom om op grote schaal als alternatief te dienen. Daarom moet er worden gewerkt aan CO2afvang bij fossiele opwekking. Een vette subsidiepot is er overigens niet. Terwijl de demonstratieprojecten - waarbij de technologie eerst wordt getest op bestaande centrales - miljoenen kosten. Wel wil de Europese Commissie het initiatiefnemers gemakkelijker maken door de Europese subsidieregels te versoepelen. Ook mogen afvangpioniers een Europees logo voeren dat toegang geeft tot internationale en nationale subsidiegelden. Eerste bedrijf Nuon zet serieus in op CO2-afvang, legt hoofd technologie Robert de Kler van de divisie Technical & Project Development uit. ‘Nu gaat alle CO2 direct de lucht in. Als we het er tegen acceptabele kosten uit Nuon Duurzaam magazine 2007 _ 53

Thema4.indd 53

31-03-2008 14:12:03


Thema 4

ZO GROEN IS NUON CO2 emissie als gevolg van elektriciteitproductie kton

RA-geverifieerd

~

14.738

14.881

15.021 13.926 11.744

~

2003

2004

2005

20061

2007

De absolute productie van CO2 nam in 2007 toe, als gevolg van een veel hogere elektriciteitsproductie.

‘Omdat wij de kolen vergassen, hoeven we in feite alleen maar de CO2 af te tappen, al moeten we wel wat bewerkingsstappen doorlopen om dit uiteindelijk te kunnen.’ kunnen halen, moeten we dat zeker gaan doen.’ De afvangproef in Buggenum is bedoeld voor het testen van de afvangtechnologie zelf. Pas bij de Magnumcentrale komen mogelijke afvang én opslag (in lege gasvelden) in beeld. ‘We zoeken de meest optimale route om af te vangen. We willen weten of alles werkt, zoals we verwachten dat het zal werken. Let wel: we zijn het eerste bedrijf ter wereld dat het op deze manier doet.’ De totale kosten voor de afvangproef in Buggenum bedragen zo’n 45 miljoen euro. Van het ministerie van VROM ontving Nuon een subsidie van tien miljoen euro. ‘Allereerst past ons onderzoek goed in het palet van opvangtechnieken dat nu wordt uitgeprobeerd’, verklaart De Kler de reden van de subsidietoewijzing. ‘De techniek die wij toepassen, het afvangen vóór verbranding, is veelbelovend. Omdat wij de kolen vergassen, hoeven we in feite alleen maar de CO2 af te tappen, al moeten we wel wat bewerkingsstappen doorlopen om dit uiteindelijk te kunnen. Bij conventionele kolencentrales moet er aan het eind van de schoorsteen een complete fabriek worden gebouwd.’ Strengere regels De afvang en opslag van CO2 komt ook onder de paraplu van het emissiehandelssysteem terecht. CO2-afvang telt niet mee als emissie en wordt zo beloond. Op het moment dat de uitstoot van een ton CO2 meer kost dan het afvangen van een ton CO2, komt de toepassing van afvang en opslag binnen bereik. Het EU Emission Trading Scheme (ETS) is een instrument om de ambitieuze Europese doelstelling

van 20 procent minder broeikasgassen in 2020 te halen. Het prikkelt bedrijven extra om een bijdrage te leveren aan het verminderen van de CO2-uitstoot. Nu de proefperiode van drie jaar (2005-2007) is afgelopen, gaat Brussel het systeem aanscherpen. Daarom gaan vanaf 2013 strengere regels gelden. Er zullen jaarlijks minder emissierechten op de markt terechtkomen. De energiesector zal, als grootste veroorzaker van emissies in de EU, direct al zijn emissierechten op een veiling moeten kopen. Directeur Stephen Asplin van de divisie Energy Trade & Wholesale vindt het ‘essentieel’ voor de energiesector om te handelen in emissierechten. ‘De CO2-prijs is een van de prijsdrijvers binnen de elektriciteitshandel. In sommige opzichten hangt de bedrijfsvoering ervan af. Laten we die en die energiecentrale vandaag wel of niet draaien? Als je stroom maakt, wek je immers CO2 op en daarvoor moet je betalen.’ Hoe de enorme Europese veilingen vanaf 2013 worden ingericht, benadrukt Asplin, zal echter bepalend zijn voor de efficiëntie van het systeem en de werking van de CO2-markt. Asplin ziet het veilen van emissierechten als een katalysator voor de CO2-handel. ‘Veilen is een redelijk efficiënt instrument om iets wat schaars is te verkopen. Het volume van de handel zal fors toenemen. Daar ben ik van overtuigd.’ Inspanningen om de CO2-uitstoot terug te brengen, worden op die manier kostenefficiënter. DeNOx-installatie Het is nog even wachten tot CO2-opslag daadwerkelijk een feit is en de emissiehandel op Europees niveau werkelijk tot wasdom komt. Maar dat is geen

54 _ Nuon Duurzaam magazine 2007

Thema4.indd 54

31-03-2008 20:47:25


ZO GROEN IS NUON

DOET NUON

NIETS AAN

OPEN? K N I M A A Z NAAR: DUUR WEL. SURF NATUURLIJK ING2007 ERSLAGGEV V L/ .N N O U WWW.N

‘De energiebedrijven met de schoonste opwekking zijn de winnaars van morgen. Voldoende reden om nu al alles op alles te zetten om zo weinig mogelijk uit te stoten.’ reden om te gaan stilzitten. Want de energiebedrijven met de schoonste opwekking zijn de winnaars van morgen. Voldoende reden om nu al alles op alles te zetten om zo weinig mogelijk uit te stoten. Het verminderen van de CO2-emissies bij bestaande centrales begint voor Nuon bij procesoptimalisatie, licht directeur Generation Jan Homan toe. ‘Het design van een productie-eenheid ligt vast. Daar zijn in het verleden op basis van brandstof- en elektriciteitsscenario’s zorgvuldige keuzes voor gemaakt.’ Om het proces te optimaliseren zijn vaak vergaande maatregelen nodig, aldus Homan. Bij de Hemwegcentrale is bijvoorbeeld in 2006 een DeNOx-installatie in gebruik genomen. ‘Bijna 90 procent van je rookgassen afvangen is een forse ingreep in het proces.’ Het afgelopen jaar had het productiepark van Nuon de hoogste beschikbaarheid van alle energiebedrijven in Nederland. Die hoge beschikbaarheid van de dertien Nuoncentrales – volgens Homan te danken aan goed onderhoud en beheer van de installaties – leidde in 2007 tot de inzet van de meest energieefficiënte eenheden. Dit zijn met name de jonge centrales met een modern energiezuinig en milieuvriendelijk ontwerp. ‘Net als nieuwe auto’s zijn deze schoner dan oudere modellen’, vergelijkt Homan. Prijskaartje Met extra financiële prikkels om de broeikasgasemissies terug te dringen is er volgens Homan mogelijk een basis voor afvang: ‘Het prijskaartje dat aan de emissierechten hangt, is zeker van invloed. De stroomproductie wordt geoptimaliseerd op marginale kosten en op CO2-kosten. Als we onze

emissies terugbrengen, kunnen we de gealloceerde emissierechten verkopen of hoeven we straks, wanneer de rechten na 2013 geveild worden, minder rechten te kopen.’ Er kan dan, stelt Homan, volop aanleiding zijn in energie-efficiëntere installaties met lagere emissies en afvang te investeren. Daarvoor moet wel aan een aantal voorwaarden zijn voldaan. Allereerst dient de proef volgens Homan succesvol te zijn verlopen en dienen de kaders van het opslaan van CO2 duidelijk te zijn. Verder moet de CO2-prijs gaan stijgen en de afvang CO2-neutraal zijn, zoals de Europese Commissie heeft voorgesteld. ‘Als die dingen allemaal kloppen zeg ik: laten we gaan afvangen. Want dat compenseert de hoge investeringskosten die we voor afvanginstallaties maken.’ Asplin bevestigt dat de kostprijs van CO2-rechten bepalend is voor de winstgevendheid van kolencentrales met afvang. ‘Aan afvang hangt een zodanig prijskaartje dat er overheidsgeld bij moet als de CO2-prijs niet hoog genoeg is. Bij een voldoende hoge prijs ben je in staat investeringskosten sneller terug te verdienen.’ Op dit moment schommelt de CO2-prijs rond de twintig euro. Asplin verwacht dat hij in de komende periode dichter naar de dertig euro toe zal kruipen. Over hoe de prijs zich na 2013 zal ontwikkelen, valt volgens hem weinig te zeggen. ‘In de eerste plaats is het noodzakelijk dat er een wereldwijd handelssysteem komt waar ook andere landen, zoals de VS en China, aan meedoen.’ <<

Nuon Duurzaam magazine 2007 _ 55

Thema4.indd 55

31-03-2008 18:10:59


Thema 5 LEIDERSCHAP

Leiderschap De energiesector is als geen andere in transitie. Niet alleen de energievoorziening verandert, ook de bedrijven zelf. De marktliberalisering leidde tot een fusiegolf en nu volgt splitsing. Zo’n periode van overgang gaat gepaard met veel onzekerheid en discussie. Juist dan is leiderschap cruciaal. Welke roergangers, CEO’s en aandeelhouders zijn nodig? En wat is de juiste koers? 56 _ Nuon Duurzaam magazine 2007

NUON_deel1_lithogr.indd 56

14-03-2008 10:45:22


Thema 2 LEIDERSCHAP

‘LEIDERS MOETEN NÚ HET GOEDE VOORBEELD GEVEN’ >> MARLIES PERNOT IS ALGEMEEN DIRECTEUR VAN DE VERENIGING EIGEN HUIS EN ANGELIEN KEMNA IS INVESTERINGSSPECIALIST EN ACTIEF BIJ HET DUURZAME ENERGIEBEDRIJF ECONCERN. ZIJ WETEN ALS GEEN ANDER HOE DE HAZEN LOPEN IN DE TOP VAN LEIDINGGEVEND NEDERLAND. ZE HEBBEN BOVENDIEN VEEL MET ENERGIE. EEN DIALOOG OVER HET VEREISTE LEIDERSCHAP VOOR HET WELSLAGEN VAN DE ENERGIETRANSITIE.

Marlies Pernot ontvangt haar gast Angelien Kemna op eigen terrein, bij de Vereniging Eigen Huis (VEH) in Amersfoort. De twee vrouwen kennen elkaar nog niet, maar zitten spoedig op één golflengte. In een informeel gesprek voorafgaande aan de ‘echte’ dialoog schakelen ze soepel tussen de toestand in economisch Nederland en het leed van alledag. Na de kennismaking lopen we samen door de wandelgangen. We passeren daarbij telefonerende VEH-medewerkers. Als we even verderop gaan zitten, vertelt Pernot dat het

callcenter van de Vereniging Eigen Huis steeds meer vragen krijgt over energie. ‘Dat is de laatste jaren veranderd van een bijzaak in een hoofdthema voor onze organisatie.’ Pernot heeft weinig moeite hoeven doen om zich het energiedossier eigen te maken. Ze is al jaren goed thuis in dit onderwerp, wat ook blijkt uit haar nevenfunctie als commissaris bij de Gasunie. Bij haar gesprekspartner Kemna is de belangstelling voor energie van recenter datum. De investeringsdeskundige - in haar vroegere functie bij ING Nuon Duurzaam magazine 2007 _ 57

NUON_deel1_lithogr.indd 57

28-03-2008 09:52:49


Thema 5 LEIDERSCHAP

MARLIES PERNOT:

‘JE ZOU BONUSSEN VAN TOPMENSEN KUNNEN KOPPELEN AAN HUN DUURZAME PRESTATIES’

verantwoordelijk voor een portefeuille van 160 miljard euro - adviseert Econcern over een financieringsconstructie voor dit private energiebedrijf. Bovendien heeft zij als onafhankelijk lid zitting genomen in de Regieraad Energietransitie. Vanwege die nieuwe functie kreeg zij begin 2008 een enorm pak papier over de toestand van energie in Nederland en ze moest wel even slikken: ‘Ik schrok van wat ik las.’

VOORBEELDFUNCTIE Kemna: ‘Als je ziet wat er allemaal moet gebeuren en op welke termijn, dan is dat niet misselijk. Dat heeft mij aan het denken gezet. Dankzij Gore weet de burger dat er iets aan de hand is. Maar ik vraag mij af of de werkelijke omvang van het energieprobleem al is doorgedrongen. Als je het mij vraagt, ontbreekt het bij de doorsnee burger nog aan het dringende gevoel dat we aan de vooravond staan van grote veranderingen.’ Pernot: ‘Dat is waar. Al Gore heeft de basis gelegd voor de emotie over het klimaat bij

de burgers. Die kiem ligt er. Maar je ziet nog weinig mensen opstaan die zijn werk een vervolg geven. Daarvoor zijn opvolgers nodig die de boodschap met eenzelfde intrinsieke motivatie over het voetlicht kunnen brengen. Ik mis in het huidige kabinet een pleitbezorger van het kaliber Jan Terlouw.’ Kemna: ‘Het is voor politici in functie natuurlijk altijd lastig om mensen te mobiliseren, omdat ze nu eenmaal allerlei compromissen moeten sluiten. Dat zie je ook bij Al Gore. Hij schoot pas uit de plooi op de dag dat hij uit de presidentsrace was. Daarna kon hij de emotionele betrokkenheid opbrengen om voor het milieu te gaan pleiten en de boodschap over te brengen.’ Pernot: ‘Betrokkenheid. Dat willen we van leiders. En dan het liefst gekoppeld aan oplossingen. We willen horen wat we zelf moeten doen, bij voorkeur van mensen die het goede voorbeeld geven. Leidinggevenden dus, die zelf niet in energieslurpers rijden…’ Kemna: ‘…en die bijvoorbeeld klimaat-

neutrale ministeries of hoofdkantoren laten bouwen. De voorbeeldfunctie is cruciaal. Een fantastisch besluit is dat overheden worden verplicht om per 2010 duurzaam in te kopen. Daarmee laat de politiek zien hoe het moet. Weinig burgers weten dat nog, maar het zal zeker leiden tot grote kansen voor ondernemers.’ Pernot: ‘Die voorbeeldfunctie geldt niet alleen voor ministers maar ook voor CEO’s van private bedrijven. Om het vertrouwen van klanten te winnen, moet je tegenwoordig zeer geloofwaardig zijn. Om dat te bevorderen, zou je bonussen van topmensen kunnen koppelen aan hun duurzame prestaties. Als CEO’s daadwerkelijk hun nek hebben uitgestoken door investeringen in innovatieve duurzame technologie, mogen ze daarvoor best worden beloond. Daarmee sla je twee vliegen in één MVO-klap. De discussie over topsalarissen verstomt, want mensen snappen dan waar de CEO zijn bonus voor krijgt. En voor de topbestuurder doet duurzaamheid er ook persoonlijk echt toe.’

58 _ Nuon Duurzaam magazine 2007

NUON_deel1_lithogr.indd 58

14-03-2008 10:45:23


LEIDERSCHAP

ANGELIEN KEMNA:

‘EEN FANTASTISCH BESLUIT IS DAT OVERHEDEN WORDEN VERPLICHT OM PER 2010 DUURZAAM IN TE KOPEN: DAARMEE LAAT DE POLITIEK ZIEN HOE HET MOET’

GROOT DENKEN Kemna: ‘Een ander lastig punt voor leiders in het mobiliseren van klanten en burgers is dat één grote oplossing ontbreekt. Er moet op alle fronten verandering komen. Dat is waar ook minister Cramer mee worstelt.’ Pernot: ‘Inderdaad. Dat is nu al een belangrijk manco van het klimaatbeleid. Het dreigt zó versnipperd te worden, dat het verzandt.’ Kemna: ‘Het loopt in Nederland altijd weer snel uit op ambtelijk gedoe.’ Pernot: ‘Met allerlei klein geneuzel is het gevaar levensgroot dat het prille klimaatbewustzijn van de burger overgaat in ergernis over rompslomp. Als je regels invoert, is draagvlak cruciaal; de burger moet weten waar hij het voor doet. Dat geldt ook voor de aanpak van woningen. Je kunt beter nadenken over fundamenteel anders bouwen, dan allerlei beperkende regeltjes op te leggen.’ Kemna: ‘Het zou zonde zijn als te veel regelgeving de innovatie in de weg staat. Daar

moeten we in Nederland voor oppassen. We neigen ernaar om regeltjes, vaak met Europese oorsprong, als eerste en zo braaf mogelijk in te voeren. Dat zag je ook bij de grote beleggingsfondsen. Alles vertrok naar Dublin en Luxemburg omdat wij hier in Nederland fiscaal te braaf waren. Gelukkig gaat ons land nu een vuist maken, met het Holland Financial Center. De les die de overheid uit dit voorbeeld kan trekken, is: loop niet steeds op de Europese muziek vooruit en probeer gewoon eens handig in te spelen op het bestaande. Kopieer desnoods best practices. Neem Duitsland. Dat is een prima voorbeeld als het gaat om overheidssubsidiering van duurzame energie.’ Pernot: ‘Je moet naar een cultuur waarin meer mag. Maar de overheid hier is minder goed in belonen dan in straffen.’ Kemna: ‘Je moet een goed thuisland voor innovatie creëren. Als je ziet wat er in Californië gebeurt, dan geloof je je ogen gewoon niet. Daar ontstaat een dynamiek. Daar schept de lokale overheid een klimaat

van competitief voordeel voor ondernemers die investeren in energie-efficiënte producten. En dan hebben we het nog niet gehad over de vele oliedollars die op dit moment in innovatie worden gestopt.’ Pernot: ‘Het is een kwestie van groot durven denken. Vooral voor de energiesector is dat van belang. Daar gaat het immers om grote projecten en de lange termijn.’

ACTIVISTISCHE AANDEELHOUDERS Kemna: ‘De Nederlandse politiek zou in mijn ogen ook een veel duidelijkere visie moeten hebben over de toekomst van de Nederlandse energiesector in Europa. Wat wil je met die bedrijven? Nederlandse energiebedrijven zijn in de Europese context al snel te groot voor het servet en te klein voor het tafellaken. Wil je een groot bedrijf of wil je alleen bedrijven die in de niche opereren?’ Pernot: ‘Je zou inderdaad verwachten dat de overheid een duidelijker langetermijnvisie op de sector heeft. Vooral nu het de vraag is wat er met het aandeelhouderschap Nuon Duurzaam magazine 2007 _ 59

NUON_deel1_lithogr.indd 59

14-03-2008 10:45:24


Thema 5 LEIDERSCHAP

MARLIES PERNOT:

‘CEO’S VAN ENERGIEBEDRIJVEN MOETEN GAAN VOOR HET INNOVATIEVE KARAKTER VAN HUN ONDERNEMING: WAT WILLEN WIJ DOEN OM DE WERELD TE VERBETEREN?’

ANGELIEN KEMNA:

‘IK DENK DAT DE SECTOR JUIST BEHOEFTE HEEFT AAN PRIVATE INVESTEERDERS. ZÍJ ZIEN DE ENORME KANSEN OP INNOVATIE DIE GEWOON VOOR HET OPRAPEN LIGGEN.’

gebeurt. We gaan nu mogelijk van een situatie dat overheden nog veel grip hebben op de bedrijven naar een situatie waarin dat minder wordt. Ik kan me voorstellen dat de overheid zich daarover zorgen maakt. Publieke aandeelhouders worden immers geacht meer oog te hebben voor het algemene publieke belang. Natuurlijk komt dat niet altijd even goed tot zijn recht, omdat er niet altijd één publiek belang is. Belangen op lager publiek niveau, zoals een nieuw zwembad, kunnen bijvoorbeeld haaks staan op overstijgende publieke belangen. Maar juist bij de energietransitie kun je met recht zeggen dat één groot publiek belang de overhand heeft, namelijk dat de energievoorziening opnieuw moet worden uitgevonden. Dat pleit dan toch sterk voor publieke aandeelhouders.’ Kemna: ‘Daar ben ik het niet mee eens. Ik denk dat de sector juist behoefte heeft aan private investeerders. Zíj zien de enorme kansen op innovatie die gewoon voor het

oprapen liggen. En zíj zijn meer geneigd om risico’s te nemen en voor iets nieuws te gaan. Dat is precies wat deze sector in transitie nodig heeft. Nu de netten van de rest van de energiebedrijven worden gescheiden, kunnen de bedrijven prima door private aandeelhouders worden geleid. Dat is bijvoorbeeld een andere discussie dan die over Schiphol. Dat is geen echt bedrijf zolang het zijn grond bijna gratis krijgt.’ Pernot: ‘Maar de grote vraag is hier natuurlijk: bij wie zijn de langetermijnbelangen van de energiesector in betere handen? Het nadeel van publieke aandeelhouders is dat ze uit de elke vier jaar veranderende politiek komen. Daar wordt zo’n aandeelhouder wispelturig van. Maar ik twijfel. Want ook bij privaat kapitaal kunnen aandeelhouders zeer ongeduldig zijn.’ Kemna: ‘Dat kun je ondervangen door te zoeken naar op lange termijn gerichte aandeelhouders, zoals beleggings-bv’s van vermogende families of pensioenfondsen.’

Pernot: ‘Maar ook publieke aandeelhouders moeten met oog voor lange termijn kunnen opereren. Als zij goede kaders geven en op afstand blijven van een visionaire CEO, dan kan ook een dergelijk bedrijf goed koers houden. Uiteindelijk is de topman volgens mij de meest bepalende factor. En CEO’s van energiebedrijven moeten gaan voor het innovatieve karakter van hun onderneming: wat willen zij doen om de wereld te verbeteren? En zij moeten worden ondersteund door activistische aandeelhouders die de juiste scherpe vragen stellen.’ Kemna: ‘Dat is een ding wat zeker is: visionaire CEO’s moeten de kar trekken. Want dan komt het van binnenuit. Duurzaamheid is een kwestie van algehele strategie, geen discipline voor een divisie met duurzaamheidsmanagers. Ik hoop altijd nog mijn oude baas, Michel Tilmant van ING, te inspireren om niet alleen geld te steken in Formule I, maar deze tak van sport ook energie-efficiënt te maken.’ <<

60 _ Nuon Duurzaam magazine 2007

NUON_deel1_lithogr.indd 60

31-03-2008 12:22:13


DRIE ADVIEZEN

LEIDERSCHAP

ADVIES #1

‘Je moet belangen kunnen samensmeden’ >> Johan Wempe, MVO-specialist, lector governance Saxion Hogescholen en voorzitter werkgroep Groen Gas (Taskforce Energietransitie)

‘Bij private bedrijven groeit de aandacht voor de maatschappelijke rol. Bij de energiebedrijven zag je de laatste jaren juist het omgekeerde. De liberalisering van de energiemarkt en de nakende privatisering dwongen ze bedrijfje te spelen. De klanten echter verwachten nog steeds een publieke rol; en dat blijft zo. Energie heeft een dusdanig grote maatschappelijke impact dat markt alleen nooit zaligmakend kan zijn. Klanten zullen afhaken als energiebedrijven weigeren duurzaam te innoveren. In dat licht is de afsplitsing van de netbedrijven doodzonde.

Want juist bij de netten is een essentiële duurzame innovatie nodig. Met de opkomst van kleinschalige duurzame opwekking zal het net immers op duizenden extra plekken worden gevoed. Helaas zijn de netten tot nog toe vooral gezien als kapitaalgoederen. En na de splitsing zal nog meer door de bril van efficiency worden gekeken, waardoor de kansen op grootschalige investeringen in bijvoorbeeld netten verminderen. Versnippering van activiteiten leidt normaal gesproken tot het streven naar een superefficiënte bedrijfsvoering op de vierkante

centimeter. Ieder gaat op zijn eigen belang zitten - want daar word je op afgerekend - en probeert kosten en risico’s bij de ander te leggen. Het gevaar dreigt dat kampen ontstaan tussen de productie- en leveringsbedrijven enerzijds en de netbedrijven anderzijds. Het leiderschap dat in de energiemarkt nodig is, vergt dus overzicht over de hele keten en de wil om systeemdoorbraken te maken. Je moet deelbelangen kunnen samensmeden. Wie bijvoorbeeld windenergie op zee wil, zal met de scheepvaart een gezamenlijk belang moeten

creëren. Om de energiesector verder te ontwikkelen is ook creativiteit nodig, in de vorm van nieuwe businessmodellen waarin moet worden geïnvesteerd. Want energiebedrijven moeten minder gaan verdienen aan energielevering en meer aan diensten. Ook bij die nieuwe businessmodellen zijn pacten nodig, bijvoorbeeld met de bouwsector.’ <<

Nuon Duurzaam magazine 2007 _ 61

NUON_deel1_lithogr.indd 61

26-03-2008 17:15:20


Thema 5 LEIDERSCHAP

ADVIES #2

‘Mobiliseer jongeren en stel een hard doel’ >> Viola Belksma (29), Young Leaders for Nature

‘Als meisje zat ik op de achterbank van onze auto en draaide het raam open om mijn kauwgom weg te gooien. Maar mijn moeder hield mij tegen en zei: “Straks komt er een vogel voorbij, die denkt dat het brood is. Als dat dier de kauwgom doorslikt, kan zijn keel verstopt raken.” Ik heb daarna nooit meer rommel uit het raam gegooid. Je leert dus al jong dat jij een grote nadelige impact hebt op het milieu. Blijven hameren op de mogelijke negatieve gevolgen van zulk gedrag, heeft uiteindelijk niet veel effect. Veel meer kun je bereiken als jij mensen

mobiliseert voor initiatieven met een positieve impact op natuur en milieu. Met die insteek moet je jonge managers in het bedrijfsleven benaderen. Waarom? Jongeren willen tijd steken in het verbeteren van de wereld. Wil je ze mobiliseren, dan moet je ze wel laten meedenken over oplossingen; duurzaamheid moet van onderaf komen. Voor dingen die mensen zelf hebben bedacht, lopen ze nu eenmaal veel harder. Akzo Nobel geeft bijvoorbeeld het goede voorbeeld, met een MVO-innovatiewedstrijd voor jonge managers. Bij Nuon

vind ik de Solar Challenge een heel goed signaal. Maar wat ik bij jullie nog mis, bijvoorbeeld op de website, is een goed verwoorde harde doelstelling die hartstocht voor duurzaamheid ademt. Jullie zeggen eraan te werken zo duurzaam mogelijk te zijn, omdat de fossiele brandstoffen opraken. Maar jullie zouden moeten zeggen: we willen zo en zo duurzaam zijn binnen een vastgesteld tijdsbestek. Niet omdat de bronnen opraken maar gewoon omdat dit beter is voor natuur en milieu. Dat spreekt jongeren veel meer aan.’ <<

62 _ Nuon Duurzaam magazine 2007

NUON_deel1_lithogr.indd 62

26-03-2008 17:16:38


LEIDERSCHAP

ADVIES #3

‘Duurzaamheid integreren in de strategie’ >> Minister Jacqueline Cramer van Milieu

‘Verduurzaming is een megaopgave. Iedereen moet een steentje bijdragen – wat zeg ik, een kei. De echte kunst is om zo veel mogelijk mensen mee te krijgen. Daarom hebben we in het klimaatbeleid van het kabinet gekozen voor een brede aanpak waarbij ik, samen met mijn collega-ministers, per sector de mensen mobiliseer. Gelukkig merk je dat het gevoel van urgentie in de verschillende sectoren toeneemt, maar er zijn nog grote verschillen. Die zijn vaak wel verklaarbaar. Bij sectoren die onder grote 63 _ Nuon maatschappelijke druk staan, Duurzaam magazine 2007

zoals de energiebranche, zie je een grote bereidheid. Zij willen wel. Hetzelfde geldt voor sectoren die sterker dan andere worden getroffen door hoge energieprijzen, zoals de tuinbouw. Ook binnen de sectoren zie je nog grote verschillen. Veel hangt dan af van het leiderschap aan de top van bedrijven: wat doen de CEO’s? Twintig jaar geleden ben ik begonnen de topbestuurders ervan te overtuigen dat ze duurzaamheid moeten integreren in de bedrijfsfilosofie. Sommigen doen dat inmiddels, anderen

nog niet. Iemand als Ludo van Halderen van Nuon wil bijvoorbeeld wel. Dat scheelt enorm. Degenen die duurzaamheid nog niet willen integreren, hebben hun langste tijd gehad. Want ik geloof dat er een grote maatschappelijke beweging op gang is gekomen. Je merkt aan alles dat de mentaliteit niet langer afwachtend is. De vraag is niet meer: gaan we meters maken? Maar: hóé gaan we meters maken?’ <<

Nuon Nuon Duurzaam Duurzaam magazine magazine 2007 2007 __ 63 63

NUON_deel1_lithogr.indd 63

26-03-2008 17:16:59


Thema 5 LEIDERSCHAP

‘Ik vond dat we duurzaamheid niet moesten wegstoppen in een divisie, maar als een business opportunity voor het hele bedrijf moesten zien’

64 _ Nuon Duurzaam magazine 2007

NUON_deel1_lithogr.indd 64

18-03-2008 17:39:04


LEIDERSCHAP

Omzien vol trots, vooruitzien vol vertrouwen Als hij terugkijkt, is Ludo van Halderen trots op het engagement van zijn medewerkers. Dat is de reden waarom Nuon volgens hem een leidende rol in duurzaamheid heeft. Binnenkort neemt de bestuursvoorzitter afscheid, maar hij vertrouwt sterk op hen die na hem de koers uitzetten. ‘Als ik zie hoe we het afgelopen jaar het voortouw hebben genomen, weet ik dat we daarvoor een aantal goede leiders hebben.’ Het is dus aan de opvolgers van Van Halderen om de scherpe duurzame doelen te gaan halen. Hij draagt het roer over van een financieel buitengewoon gezond bedrijf, maar zelf benadrukt hij vooral de kracht van human resources, het menselijk kapitaal.’

>> Toen collega-energiebedrijven vorig jaar gekscherend spraken van ‘de ayatollahs van Nuon’ vatte Ludo van Halderen dat op als een geuzennaam. ‘Binnen branchevereniging EnergieNed kregen we die bijnaam omdat Nuon zich zo proactief en ambitieus opstelde voor een energiezuiniger Nederland’, vertelt de bestuursvoorzitter. ‘Ons pleidooi voor CO2-afvang, de nadruk die wij leggen op energiebesparing bij de klant, de intentieverklaring om CO2 in Groningen onder de grond op te slaan; Nuon nam vorig jaar een leidende rol op zich en dat zie ik vooral terug in de medewerkers. Zij dragen het engagement in dit bedrijf. De buitenwereld pikt dat ook op. Ik merk dat Nuon steeds vaker wordt gezien als marktleider op het gebied van verduurzaming.’ Wie zijn hoofd boven het maaiveld uitsteekt, is in de vlakke Nederlandse polder echter al snel doelwit. Greenpeace schoor vorig jaar de door Nuon in de Eemshaven geplande multi-fuel centrale over één kam met veel minder schone kolencentrales. ‘Dat vond ik een dieptepunt’, reageert Van Halderen. ‘Een marktleider wordt altijd de maat genomen. Daar loop ik niet voor weg. En als bestuursvoorzitter zie ik het als mijn taak steeds de discussie aan te gaan over de gemaakte keuzes. Maar voor een discussie zijn twee partijen nodig. Ons met oneliners in de hoek van alleen maar de kolenstokers duwen is gewoon niet terecht. Dat miskent volledig de gedurfde investeringen van Nuon in duurzame energie maar ook die in innovatieve methoden om fossiele energie minder milieubelastend te maken.’ Harde afspraken Van Halderen denkt dat Nuon zich nog nadrukkelijker moet positioneren op de Trias Energetica, de drie-eenheid van energiebesparing, duurzaamheid

en het schoner maken van de uitstoot van fossiele brandstoffen. ‘Die laatste brandstoffen hebben we nog hard nodig om de leveringszekerheid te garanderen. Dat is ook een verantwoordelijkheid van Nuon.’ En in het hanteren van de Trias Energetica staat het energiebedrijf niet alleen. Sterker nog: het in 2007 nieuw geformuleerde klimaatbeleid van het kabinet sluit daar op aan. Het bevat ambitieuze doelstellingen voor verduurzaming en energiebesparing. En het voorziet verder in nieuwe subsidies voor duurzame energie en CO2-afvang. Van Halderen ziet Nuon als partner van de overheid bij het realiseren van de klimaatdoelstellingen. Maar hij verlangt wel vurig naar consistenter beleid dat niet ieder jaar verandert. ‘Het lijkt erop dat dit kabinet, met zijn duidelijke en ambitieuze klimaatbeleid, daartoe in staat is. Daarom zeg ik: we moeten nu harde afspraken maken voor de komende tien tot vijftien jaar. Dat kan nu. Verduurzaming staat hoog op de maatschappelijke agenda. En wie weet waar Nederland zich straks weer druk om maakt.’ Hebt u het idee dat u door de overheid ook als partner wordt gezien en serieus wordt genomen? ‘Ja, maar alles hangt wel af van je eigen inbreng. Ook hier geldt weer dat je proactief moet zijn. Jíj bent de ondernemer die het risico neemt. Bouw je bijvoorbeeld een groot windmolenpark op zee, dan moet je zelf analyseren waar de knelpunten zitten en zelf werken aan oplossingen.’ Wat verwacht u van het huidige kabinet? ‘De minister moet zorgen voor uniforme regels, zowel in Nederland als in de Europese Unie, bijvoorbeeld op het gebied van CO2-uitstoot. Dan willen wij investeren in afvang. Doelstellingen moeten worden vertaald in werkzaam beleid. Vooralsnog Nuon Duurzaam magazine 2007 _ 65

NUON_deel1_lithogr.indd 65

26-03-2008 17:18:31


Thema 5 LEIDERSCHAP

DOET NUON

NIETS AAN

ID? E L E B T I U L S AF NATUURLIJK

WEL. SURF

NAAR:

ING2007 VERSLAGGEV L/ .N N O U .N WWW

gaat het de goede kant op, ik denk bijvoorbeeld aan het convenant voor energiebesparing in woningen.’

bedrijven op. En het management pakt de kans op om opnieuw inhoud te geven aan de vraag wat we met duurzaamheid willen.’

Zijn de Nederlandse klimaatdoelstellingen realistisch? ‘Alleen als we iedere Nederlander erbij betrekken. Als we willen investeren in verduurzaming, dan kunnen we gewoon niet om de burger heen. Ik ben ervan overtuigd dat het halen van deze doelen alleen mogelijk is als de Nederlander zich bewust wordt van zijn eigen energieconsumptie. De discussie over verduurzaming en energiebesparing speelt nu vooral aan de directietafel. Maar we moeten naar de keukentafel! Daar worden de beslissingen genomen. De burger moet beseffen dat hij zelf een bijdrage kan leveren aan verduurzaming en energiebesparing. Wij moeten ervoor zorgen dat we klanten de mogelijkheden daartoe bieden. Dat kan bijvoorbeeld door energiezuinige producten voor te financieren en nieuwe duurzame producten zoals zonnefolie en de HRe-ketel (ook wel micro-wkk, red.) op de markt te brengen.’

Is de splitsingsdiscussie en de mislukte fusie ten koste gegaan van het denken over een duurzame strategie? ‘In de splitsing en de fusie is heel veel tijd gaan zitten. Noodgedwongen konden we minder aandacht geven aan verduurzaming. Het denken daarover stond niet stil, maar had ook geen topprioriteit. Dat zie ik terug in onze doelstellingen, die nog onvoldoende scherp zijn. Wat kunnen we betekenen op het gebied van energiebesparing bij de klant? Wat voor alternatieven hebben we voor fossiele brandstoffen? Hoeveel energie gebruiken klanten over twintig jaar? Ik verwacht dat we in 2008 concrete doelstellingen opstellen.’

Vorig jaar zei u dat een fusie met een grote speler als Essent duurzaamheid in de kaart zou spelen. Dat de fusie is afgeketst moet dus voelen als een gemiste kans… ‘Als grote, gefuseerde energieonderneming hadden we een leidende rol kunnen spelen in de verduurzaming van Nederland. Zo’n fusieproces was ook een goed moment geweest om glasheldere doelstellingen en visies te formuleren. Die kans is voorbij. Maar het aardige is dat we om een andere reden toch heel erg met de toekomst bezig zijn. We moeten Nuon splitsen in een netbedrijf en een leverings-/productiebedrijf. Daarbij richten we als het ware twee nieuwe

Maar ik vond dat we duurzaamheid niet moesten wegstoppen in een divisie, maar als een business opportunity voor het hele bedrijf moesten zien. Iedereen moest doordrongen raken van de noodzaak dat het roer om moet. Maar of dat ook zou gebeuren, wist ik niet zeker. Terugkijkend constateer ik dat het heel goed heeft uitgepakt. Vijf jaar geleden zagen we duurzaamheid als iets extra’s, nu als iets essentieels.’

Als u terugkijkt, waar bent u dan het meest trots op? ‘Trots ben ik dat meer mensen enthousiast zijn op wat er in de energiewereld gebeurt. Trots ben ik ook op wat dit bedrijf aan maatschappelijk engagement heeft ontwikkeld in de afgelopen jaren. Erg trots ben ik op de mensen die het uitvoeren. De medewerkers zijn echt een pijler onder de verduurzaming van Nuon.’

Wat voor type leiders heeft Nuon in de toekomst nodig? ‘Allereerst mensen die met risico’s en onzekerheden kunnen omgaan. Ik herinner me nog goed dat ik in 1970 met twee Arabische sjeiks sprak. Ze kwamen vertellen dat de olieprijs met 50 procent omhoog zou gaan, van 1 dollar per vat naar 1,50. Dat zette indertijd je hele wereldbeeld op zijn kop! Ik wil maar aangeven: deze sector heeft altijd met onzekerheden te maken gehad. We hebben leiders nodig die daarop kunnen en durven inspelen. Tegelijk hebben we mensen nodig die op basis van een langetermijnvisie en goede financieeleconomische grondslagen beslissingen durven nemen. Dat betekent dat je soms je nek moet uitsteken. Als ik zie hoe we afgelopen jaar het voortouw hebben genomen, weet ik dat we die leiders hebben binnen Nuon.’

Hoe kijkt u aan tegen uw eigen rol in de verduurzaming van Nuon? ‘Het is eigenlijk niet aan mij om dat te zeggen. Maar als ik iets zou moeten zeggen: ik heb een paar jaar geleden het moeilijke besluit genomen tot het opheffen van de divisie Duurzaamheid. Die divisie was opgericht uit nobele motieven. We wilden daarmee buiten de bestaande business iets extra’s doen en we zijn daarin ook geslaagd.

Wat ziet u als belangrijke taak voor uw opvolger? ‘De energiesector in Nederland is mede door de lange splitsingsdiscussie in zichzelf gekeerd, denkt te klein. Wij hebben het hier over een nationale kampioen, maar buiten de landsgrenzen spreken ze over een Europese kampioen. Voor mijn opvolger zal het een uitdaging zijn Nuon op te schalen naar een Europese context, in welke vorm is aan hem.’ <<

66 _ Nuon Duurzaam magazine 2007

NUON_deel1_lithogr.indd 66

14-03-2008 10:45:46


Column

LEIDERSCHAP

Verander vanuit verlangen

E

r was een tijd dat we dachten dat veranderen vooral lukte als we mensen voldoende angst inboezemden. We zeiden dan bijvoorbeeld: ‘Als u geen genoegen neemt met zo veel ontslagen, dan gaat het hele bedrijf failliet.’ Of: ‘Als we deze herstructurering nu niet realiseren, dan zal de concurrentie ons vermorzelen.’ Niet voor niets raakte de term pain management in zwang. Nog steeds denken veel mensen dat bangmakerij de enige weg is om mensen in beweging te krijgen. En daar zit ook zeker een kern van waarheid in. Zolang mensen de realiteit niet onder ogen zien, gebeurt er vaak niets of het verkeerde. Als we niet inzien wat we met deze aarde aan het doen zijn, dan is de kans erg klein dat we het tij keren. Veel ‘ongemakkelijke waarheden’ moeten zich daadwerkelijk manifesteren, voordat we echt snappen dat het menens is. Maar als we eenmaal in beweging komen, dan hoeft de angst niet de overhand te blijven houden. Dan kunnen we gaan veranderen en verbeteren vanuit een perspectief, vanuit verlangen. Als je wilt ophouden met roken, is het eerst nodig om te zien wat een gore longen je ervan krijgt. Maar daarna komt het besef dat het niet-roken grote voordelen heeft: je hoeft niet meer de straat op om sigaretten te kopen, je hebt geen vieze asbakken in huis, je geneert je niet meer als je iemand een kus geeft en je krijgt een compliment van de tandarts. Wat heerlijk om niet meer te roken. Rood-groene drammers Veel ondernemingen zijn het principe van veranderen vanuit een positieve invalshoek geleidelijk gaan begrijpen. Aanvankelijk waren begrippen als samenleving en milieu een soort kwalijke uitvindingen van rood-groene drammers. Vijanden, waar je bang voor kon zijn. Geleidelijk zijn we gaan inzien dat bijvoorbeeld zorg voor het milieu in vele gevallen talloze voordelen heeft. Het is een motor voor innovatie. Het gaat gepaard met min-

der kosten, of op zijn minst levert het meer kwaliteit op. Het verbetert onze reputatie bij consumenten. Het zorgt ervoor dat onze medewerkers zich niet hoeven te schamen, maar trots kunnen zijn op het bedrijf waarvoor ze werken. Allemaal positieve overwegingen die ons snel laten begrijpen dat een duidelijke oriëntatie op omgeving, samenleving en toekomst bijna altijd strategische voordelen biedt. Maar de onderneming die echt succesvol is, weet dat er nog een dimensie zit aan het verlangen naar beter. Uit onderzoek weten we dat waardegedreven organisaties het vaak beter doen - ook in termen van winstgevendheid - dan bedrijven die puur rationeel en strategisch opereren. Ze hebben waarden die maken dat ze aantrekkelijk worden voor klanten, medewerkers, aandeelhouders en leveranciers. Die values zijn geen bedenksels van de afdeling Corporate Communication. Maar ze zitten, als het goed is, echt in het hart van de mensen en daarmee van het bedrijf. Kwaad In het kader van een leiderschapsprogramma interviewde ik, samen met collega Jaap Boonstra, Ludo van Halderen, die nu als CEO vertrekt. Toen ik hem vroeg waarom duurzaamheid voor hem van belang was, kwam er eerst een tekst die erg veel leek op datgene wat al op de website stond. Maar ik vroeg Van Halderen waarom duurzaamheid belangrijk voor hemzelf was. En ik vroeg door, net zolang tot hij vertwijfeld en bijna kwaad uitriep: ‘Ja, snap je dat dan niet? We hebben toch een verantwoordelijkheid naar onze kinderen en kleinkinderen.’ Dat kwam niet van de afdeling Corporate Communications, maar recht uit het hart. En dat het strategisch ook goed uitpakt, is dan mooi meegenomen. Ik hoop dat ook zijn opvolgers hun hart laten spreken.

‘Als we eenmaal in beweging komen, dan hoeft de angst niet de overhand te blijven houden. Dan kunnen we gaan veranderen en verbeteren vanuit een perspectief, vanuit verlangen.’

Wessel Ganzevoort is topconsultant en hoogleraar organisatiedynamiek. << Nuon Duurzaam magazine 2007 _ 67

NUON_deel1_lithogr.indd 67

18-03-2008 17:49:00


SCHOON OF SCHIJN p 7 | SAMEN MET DE KLANT p 14 | BEWEGING p 24 | HOE GROEN IS NUON p 42 | LEIDERSCHAP p 56

JAARMAGAZINE NUON DUURZAAM 2007

TRANSITIE coverformaat 1

13-03-2008 18:11:57


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.