1
/09
Mijn buurt: Het Valkenbergpark in Breda
KARIN MULDER:
jaargang 17
‘Tieners in Amsterdam-West’ Aandacht voor tienerspeelplekken
spelenderwijs MAGAZINE OVER SPELEN IN DE OPENBARE RUIMTE
‘ALS JE NIET BEWEEGT, GEBEURT ER NIKS’ zie pag. 06
Cover.indd 1
21-01-2009 16:49:06
UITGEVER: Kompan bv, Zaltbommel CONCEPT EN REALISATIE: Scripta Media bv, Amsterdam ARTDIRECTION/ VORMGEVING: Marie-Louise Blom MEDEWERKERS: Remco Bohle, Getty Images, Hollandse Hoogte, Anjo Kan, Caroline Moerland, Judith Mulder, Barbara Schilthuis, Claudia van der Tas-Paulusse, Annemieke Wolff
Kinderen hebben behoefte aan speelplekken waar ze elkaar kunnen ontmoeten en actief kunnen zijn.
Kinderen willen innovatieve producten
REDACTIEADRES: Scripta Media t.a.v. redactie Spelenderwijs Nieuwe Herengracht 47 1011 RN Amsterdam awolff@scripta.nl
Om aansluiting te vinden bij wat kinderen vandaag de dag bezighoudt, moet KOMPAN voortdurend innoveren. Onze doelgroep wordt groot in een dynamische, multimediale en snel veranderende wereld. Mobieltjes zijn niet meer weg te denken en interactieve speelsystemen hebben hun intrede gedaan in vele huiskamers. In deze Spelenderwijs staan de innovaties van KOMPAN voor de oudere doelgroep centraal, maar vanzelfsprekend verliezen we ook de jongere doelgroep niet uit het oog, met Storymakers en X-pedition.
KOMPAN Schimminck 13 Postbus 2059 5300 CB Zaltbommel telefoon: (0418) 68 14 68 fax: (0418) 68 14 99 e-mail: kompan.nl@kompan.com internet: www.kompan.com
Uit onderzoek van KOMPAN onder jongeren blijkt dat zij behoefte hebben aan plekken waar ze elkaar kunnen ontmoeten en actief kunnen zijn. Daarom heeft KOMPAN nu ook interactieve spelcomputers voor buiten ontwikkeld, Icon genaamd. Met deze producten willen we het buiten spelen voor tieners interessanter maken. Icon biedt jongeren een lichamelijke uitdaging. Tegelijkertijd bevordert het de interactie en stimuleert het ook de sociale ontwikkeling, want samenwerken is een absolute must.
Spelenderwijs is het tijdschrift voor iedereen die ge誰nteresseerd is in spelen in de openbare ruimte en wordt u aangeboden door Kompan. Kompan is een dynamische onderneming gespecialiseerd in het ontwikkelen van unieke speeloplossingen. Kompan heeft een duidelijke visie over spelen en deelt haar kennis en ervaring graag met u.
Door computertechnologie toe te voegen aan de speeltoestellen worden ze niet alleen aantrekkelijker, maar wordt ook de speelwaarde vergroot. Icon daagt uit tot vrij spel, waarbij gaming, interactie en sportief bezig zijn centraal staan. De producten blijken erg aan te slaan bij kinderen. Dat kunt u met eigen ogen zien op het Fieldlab in Eindhoven of tijdens een van onze regionale KOMPAN-bijeenkomsten.
We hebben deze serie speeltoestellen met veel trots gepresenteerd tijdens het congres Child in the City, begin november in Rotterdam. Misschien heeft u Icon al op televisie gezien. De reeks producten is ook te bewonderen op www.icon.kompan.com.
Met vriendelijke groet, Willem van Veenendaal, algemeen directeur WilVee@kompan.com
2 SPELENDERWIJS
Column mijn buurt p02-03.indd 2
26-01-2009 11:56:50
MIJN BUURT
HET VALKENBERGPARK BREDA Wie: Masha Verdouw (34 jaar) met haar dochter Liv Heijmans (5 jaar) Mijn buurt: Het Valkenbergpark, in het centrum van Breda.
Even bijkomen Veiligheid
Park
Tekst: Judith Mulder, Foto’s: Remco Bohle
Je kunt er als inwoner of bezoeker van Breda niet omheen: Het Valkenbergpark. Als doorgangsroute van het CS Breda naar het centrum doorkruis je dit stadspark. Masha komt er regelmatig met haar dochter Liv. ‘Het is een heerlijk park. In de zomer worden er allerlei activiteiten en concerten georganiseerd. Bovendien kan Liv er lekker spelen, ook met andere kinderen. Wel zou het goed zijn als er meer speeltoestellen komen, vooral ook voor kinderen vanaf 5 jaar. Voor hen is er nu weinig te doen.’
Vroeger stond dit park te boek als onveilig. Door een groot aantal bomen te kappen, is het park een stuk opener en toegankelijker geworden. ‘Toch zou er aan de veiligheid van de speeltuin nog wel wat mogen gebeuren. Er zit geen hek om de speeltuin heen, waardoor de kinderen makkelijk weg kunnen lopen. Er is wel een hek om het park, maar dat is groot en niet afgesloten.’
‘Een bezoek aan het Valkenbergpark is niet compleet zonder een kop koffie bij ’t T-huis. Het is een heerlijke plek om — binnen of buiten — even bij te komen en te genieten van de groene omgeving en de spelende kinderen.’
Volop actie ‘Alleen als het heel koud of nat weer is, is het stil in het park’, aldus Masha. Marike Schellekens, medewerkster van het theehuis, kijkt iedere dag uit op het park en bevestigt dat er vooral in het weekend en op woensdagmiddag veel bedrijvigheid is. ‘Zelf heb ik daar natuurlijk tijdens alle drukte nauwelijks oog voor, maar voor onze gasten is het ideaal. Terwijl zij hier een kop koffie drinken, zijn de kinderen druk in de weer op de toestellen.’ SPELENDERWIJS 3
Column mijn buurt p02-03.indd 3
21-01-2009 16:55:19
10
VRAGEN AAN
Karin Mulder, omgevingstechnoloog
‘Tieners hebben behoefte aan variatie’ VOOR ELKE DOELGROEP EEN APARTE SPEELPLEK. Karin Mulder is er geen voorstander van. ‘Persoonlijk geef ik de voorkeur aan één groot terrein, met aparte hoekjes voor verschillende leeftijden. Zo leren kinderen met elkaar omgaan en rekening met elkaar houden.’
Interview p04-05_a.indd 4
21-01-2009 16:56:59
DESKUNDIGE
1
Wat maakt een speelplek aantrekkelijk?
‘Reden nummer één voor kinderen om ergens te gaan spelen, is de aanwezigheid van leeftijdgenoten. Ik heb honderden kinderen gesproken in de leeftijd van zes tot en met achttien jaar en daar komt het steeds weer op neer. Het is daarom belangrijk dat een speelplek goed gesitueerd is. Want een strategische ligging vergroot de kans op aanwezigheid van leeftijdgenoten. Kinderen boven de twaalf noemen een strategische ligging omdat voor hen zien en gezien worden belangrijk is.’
2 De inrichting van
de speelplek is toch ook belangrijk?
‘Natuurlijk. Een speelplek moet aantrekkelijk zijn en voldoen aan een aantal eisen. Die moet veilig zijn, goed bereikbaar, herkenbaar, gevarieerd en beschut.’
3 Wat is belangrijk bij
de inrichting van een (speel)plek voor tieners?
‘Tieners hebben sowieso meer ruimte nodig dan jonge kinderen. Hun spel heeft meer ruimte nodig en ze hebben meer behoefte aan variatie. Jongens en meisjes in die leeftijd zoeken elkaars gezelschap op, maar willen wel verschillende dingen doen. Voor jongens is het competitie-element belangrijk, ze vinden het leuk om te sporten. Meiden willen graag kijken en kletsen.’
4 Willen tienermeisjes Tekst: Caroline Moerland, Foto: Anjo Kan
wel buiten spelen?
‘Tienermeisjes komen vooral naar buiten om te winkelen, niet om te “spelen”. Er zijn ook meisjes die niet buiten mógen spelen, vanwege hun culturele achtergrond of omdat ouders de omgeving niet veilig vinden. Dat is een slechte zaak, omdat de openbare ruimte dan het domein van jongens wordt. De aanwezigheid van meisjes kan leiden tot minder grens-
overschrijdend gedrag bij jongens. Daarom is het belangrijk dat ook meiden de straat op gaan.’
5
Zijn bestaande tiener(speel)plekken aantrekkelijk voor meiden? ‘Er is bij gemeenten en leveranciers van speeltoestellen weinig bekend over de behoeften van buiten spelende meisjes. Daarom is er niet veel voor hen. Het is belangrijk dat je hun vraagt wat ze leuk vinden.’
6 Wat vind je van
(speel)plekken voor alleen tieners?
‘Persoonlijk geef ik de voorkeur aan één groot terrein als ontmoetingsplek, met zones voor verschillende leeftijden. Het is goed als jongere en oudere kinderen op één locatie kunnen zijn. Dan kunnen de groten op hun broertjes en zusjes letten. Bovendien leren ze zo met elkaar omgaan en rekening met elkaar houden. Spelen is immers je omgeving eigen maken. Ik denk dat zelfstandig buiten spelen zonder toezicht van volwassenen essentieel is voor de ontwikkeling van kinderen vanaf een bepaalde leeftijd. Zo leren ze zelf problemen oplossen, samenwerken, compromissen sluiten. Echter, volwassenen dienen wel op de achtergrond aanwezig te zijn als een veilig vangnet. Ze moeten weten dat ze ergens terechtkunnen als ze het zelf niet meer kunnen bolwerken.’
7 Beïnvloedt de
woonomgeving het gedrag van tieners?
‘Uit onderzoek is gebleken dat een kale omgeving met veel stenen en beton agressie versterkt. En _ het is misschien een cliché _ als er veel zwerfvuil op straat ligt, gooi je er zo een papiertje bij. De omgeving heeft, zo alleen al, invloed op het gedrag.’
Jongens en meiden willen verschillende dingen doen 8
Gaat het omgekeerde ook op? ‘Als iedereen in een wijk plantenbakken aan de gevels hangt, ziet het er leuker uit en beleef je de buurt ook positiever. De fysieke omgeving en de gebruikers ervan beïnvloeden elkaar. Als mensen zich verantwoordelijk voelen voor een plek, zorgen ze er beter voor. Daarom is het zo belangrijk om jong en oud bij hun buurt te betrekken. Iedereen heeft recht op zijn eigen plek in de openbare ruimte.’
9 Hoe betrek je tieners bij de inrichting van hun omgeving?
‘Zorg voor laagdrempeligheid door hen zelf op te zoeken en te spreken. Daarbij maak je duidelijk wat ze wel kunnen beïnvloeden en wat niet. Leg ook uit wat de gevolgen van bepaalde keuzes zijn. Zorg ten slotte voor resultaten op korte termijn en betrek hen bij voorkeur ook bij de uitvoering.’
10 Jullie zijn ook
actief in AmsterdamWest (GeuzenveldSlotermeer). Wat doen jullie daar?
‘We zijn betrokken bij een grootschalig stedelijk vernieuwingsproject. Doel van ons werk is te voorkomen dat de sociale structuur en de leefbaarheid van de wijk verloren gaat. Zo coördineren we bijvoorbeeld (de opzet van) een kinderpersbureau en het opknappen van speelplekken. Ook organiseren we buurtgerichte en culturele activiteiten voor zowel jonge als oude bewoners én ondernemers in de wijk.’ ■
WIE IS KARIN MULDER? Omgevingstechnoloog Karin Mulder (38) en omgevingspsycholoog Camilla Meijer (38) vormen sinds 2004 Mulder & Meijer, omgeving & beleving. Het in Rotterdam gevestigde bureau houdt zich bezig met de wisselwerking tussen de mens en de (fysieke) wereld om hem heen. Mulder & Meijer adviseert gemeenten, woningbouwcorporaties, projectontwikkelaars en anderen bij het (her)inrichten en plannen van de gebouwde omgeving. De mens staat daarbij altijd centraal.
NOWHERE TO GO Onder de naam ‘Nowhere to go’ heeft Kompan een onderzoek uitgevoerd in diverse Europese landen. Meer dan duizend jongeren werkten eraan mee. Het onderzoek biedt inzicht in behoeftes en wensen van hangjeugd en geeft op een positieve manier inzicht in de problematiek van hangjeugd. Meer info: http:// tieners.kompan.com
SPELENDERWIJS 5
Interview p04-05_a.indd 5
26-01-2009 11:57:26
NIEUW ➜
Dorthe Brandi
Minh Thanh Nguyen
Willem van Veenendaal
I CON GEEFT SPELEN EN GAMING EEN NIEUWE DIMENSIE ‘Als je niet beweegt, gebeurt er niks’
6 SPELENDERWIJS
Project Icon IPK p 06-9.indd 6
21-01-2009 16:58:02
PROJECT
Zonder goed teamwork kom je met de Icontoestellen nergens.
De Icon-serie, een nieuw type Kompan-speeltoestellen, combineert spelplezier met computergames. Tieners vinden het prachtig, zo blijkt na uitgebreid proefdraaien. De games zijn niet alleen leuk, ze dagen ook uit tot fysieke inspanning en samenspel.
H
artje Rotterdam. Een paar jongens van een jaar of twaalf slenteren langs zalencomplex De Doelen. Bij de ingang staat de Icon-serie tijdelijk opgesteld en de jongens willen wel proberen hoe het werkt. Ze leven zich uit op de Space, de Nova en de Rocky. De toestellen zijn gebaseerd op bestaande producten. Er is een nieuwe dimensie aan toegevoegd in de vorm van een zogeheten gamecontroller. De Rotterdamse jongens hebben al snel in de gaten hoe het werkt. In no time zie je ze heen en weer rennen, springen, hangen en draaien. En ze kunnen er geen genoeg van krijgen! De Space is voorzien van knoppen, die steeds op wisselende plaatsen oplichten en moeten worden uitgedrukt. Dat betekent dat de spelers heel wat meters moeten afleggen. De computer houdt bij welk team het snelst is.
Tekst: Caroline Moerland
In beweging Kompan heeft het internationale congres Child in the City, in de Rotterdamse Doelen, uitgekozen voor de wereldwijde introductie van Icon. De Deense Dorthe Brandi, senior product manager van Kompan, legt uit dat Kompan het goede van gaming wilde toevoegen aan speelplekken, omdat het tieners zo aanspreekt. Op die manier kunnen ze tegelijkertijd buiten actief zijn en interactief bezig zijn. ‘Bij de ontwikkeling van Icon was computertechnologie steeds een middel en geen doel op zich’, gaat ze verder. Uitgangspunt
Project Icon IPK p 06-9.indd 7
waren de spelmogelijkheden die de toestellen bieden zonder toevoeging van games. Brandi: ‘We hebben gekeken welke bewegingen je allemaal kunt maken en welke spelvarianten je kunt bedenken om dat arsenaal aan lichamelijke activiteiten verder uit te breiden. De Space bijvoorbeeld daagt uit tot klimmen, maar door er oplichtende knoppen en de bijbehorende spelletjes aan toe te voegen, stimuleer je kinderen ook tot springen, bukken en rennen.’
Te dik Het is een veelgehoorde klacht dat kinderen, zeker vanaf een jaar of tien, te weinig lichamelijk actief zijn. Ze brengen steeds meer tijd door voor de televisie of achter de pc. Ook spelen ze minder buiten en zijn ze niet gauw meer geneigd om lid te blijven van een sportvereniging. De gevolgen voor hun fysieke, sociale en emotionele ontwikkeling zijn groot: kinderen worden te dik en zijn te veel op zichzelf. Er ontstaat bewegingsarmoede. ‘Met Icon willen we een antwoord bieden op deze maatschappelijke tendens’, zegt Brandi. ‘Dit product is een interessant alternatief, zowel voor de gamers als voor de kinderen die op zich wel van sporten houden, maar geen lid
➜
➜
21-01-2009 16:58:39
zijn van een vereniging.’ Kompan heeft met Icon een speelplek ontwikkeld die kinderen naar buiten krijgt en hen urenlang bezighoudt.
Research
De feestelijke onthulling van Icon tijdens het congres Child in the City.
Aan de presentatie van Icon zijn jaren van research voorafgegaan. Brandi: ‘Ongeveer een jaar geleden was de Icon-serie gereed. Vervolgens hebben we uitgebreid proefgedraaid op locaties in Denemarken, het Verenigd Koninkrijk en Nederland.’ Een van de testlocaties is het sportcomplex Eindhoven-Noord. Een deel van het terrein is ingericht voor innovaties op het gebied van spelen, sport en bewegen. Kompan en andere bedrijven werken hier samen met de gemeentelijke overheid en kennisinstituten. Het zogeheten sport-, speel- en beweegplein is onderdeel van het Field Lab Breedtesport Eindhoven. Mark van Rooijen is manager van het sportcomplex Eindhoven-Noord. Hij legt uit dat het plein van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat in gebruik is. Het wordt verhuurd aan scholen en verenigingen en is dagelijks een paar uur vrij toegankelijk. De testlocatie heeft voor Kompan al veel nuttige
gebruikersinformatie opgeleverd. ‘Hoe speelt het? Welke spelvarianten zijn het populairst? Welke kinderen vinden het leuk? Is het vandalismebestendig? Is het bestand tegen allerlei soorten weertypen? Wat is het ideale geluidsniveau? Dat zijn allemaal vragen waarop we hier een antwoord hebben gekregen’, zegt Van Rooijen.
Geslaagd De man die verantwoordelijk is voor de Icon games, is de Deen Minh Thanh Nguyen. ‘We wilden de kennis die Kompan in huis heeft over spelen combineren met de nieuwste ontwikkelingen in gaming. En ik denk dat we daarin zijn geslaagd.’ Thanh Nguyen heeft bij de ontwikkeling van de spelvarianten van Icon aansluiting gezocht bij bestaande computerspelletjes. In de vormgeving van het beeld van de gamecontroller zit iets van het inmiddels twintig jaar oude en nog steeds populaire Tetris. Ook het principe van de Wii van Nintendo keert terug in Icon, in die zin dat bewegingen van het lichaam direct zichtbaar zijn op het computerscherm. Opvallend aan Icon is dat je de computer niet bedient
8 SPELENDERWIJS
Project Icon IPK p 06-9.indd 8
21-01-2009 16:59:10
PROJECT
door een druk op de knop of door het scherm aan te raken. Je navigeert door het menu door te springen, te duwen of te trekken, een principe waar Kompan patent op heeft verkregen. Than Nguyen: ‘Als je niet beweegt, gebeurt er niks.’ De bedenker van de spelletjes denkt dat Kompan met Icon daadwerkelijk iets toevoegt. ‘Dit is een nieuwe dimensie in gaming en een nieuwe dimensie in spelen.’
Een nieuwe generatie speeltoestellen Bij de verkoop van de Icon-producten zijn installatie en service inbegrepen omdat specifieke kennis vereist is. Regelmatig zullen nieuwe speelvarianten worden toegevoegd en oude worden vervangen. Dit gebeurt aan de hand van ervaringen uit de praktijk. ‘We houden bij welke games het meest worden gespeeld en houden daar rekening mee bij het ontwikkelen van nieuwe’, zegt Willem van Veenendaal, directeur van Kompan Benelux. Hij denkt dat Icon helemaal past bij de huidige tijdgeest. ‘We hebben de virtuele binnenwereld naar de reële buitenwereld gebracht.’ ■
ICON VOOR DE JEUGD VAN TEGENWOORDIG Jeanette Fich Jespersen werkt als internationaal manager bij het Kompan Play Institute (KPI) in Denemarken. We vragen haar naar de pedagogische waarde van Icon. ‘We wilden iets maken wat kinderen vanaf een jaar of negen net zo aanspreekt als een computergame’, zegt Jeanette Jespersen. ‘Tegelijkertijd moest het product het buiten spelen voor deze leeftijdscategorie interessanter maken. En we vonden het belangrijk dat het nieuwe toestel het samenspelen zou bevorderen.’ Dat Icon voldoet aan alle drie de eisen, is wel gebleken tijdens de testfase. Zowel jongens als meisjes werden door Icon uitgedaagd. Leerkrachten loven het nieuwe product, omdat het de lichamelijke ontwikkeling stimuleert en de interactie bevordert. En ouders zijn enthousiast omdat die graag zien dat hun kinderen meer buiten spelen. Speeltoestellen voorzien van computergames zijn niet alleen commercieel interessant, maar voegen volgens Jespersen daadwerkelijk iets toe. Ze legt uit dat interactiviteit voor kinderen steeds vanzelfsprekender wordt. Doordat ze zo veel met computers werken, zijn ze gewend onmiddellijk respons te krijgen op hun gedrag. ‘Wij van het KOMPAN Play Institute hebben geprobeerd een product te ontwikkelen dat aansluit bij hun belevingswereld. Overigens biedt Icon ook zonder de games heel veel leuke speelmogelijkheden.’ Net als andere Kompan-producten stimuleert Icon de ontwikkeling van kinderen op fysiek, sociaal, creatief, cognitief en emotioneel gebied. Ze ontdekken wat ze kunnen met hun lichaam, ze leren samen te werken met anderen, ze leren te ontdekken hoe de verschillende spellen werken. Jespersen: ‘En doordat ze een eigen plek hebben om te spelen en elkaar te ontmoeten, ervaren ze dat ook zij meetellen in de maatschappij.’
Interactief gamen zonder beeldscherm.
Meer info: www.icon.kompan.com SPELENDERWIJS 9
Project Icon IPK p 06-9.indd 9
21-01-2009 17:03:18
DE ACHTER➜ GROND
Voor kinderen zijn er speeltuinen, maar voor jongens en meiden boven de tien is er maar weinig.
10 SPELENDERWIJS
Straatcultuur p 10-13.indd 10
21-01-2009 17:04:51
PROJECT
o g o t e r e h ’ w o N e n g a p Cam ‘ e t im u r e d n e r e g n o j geef
GROUND biedt tieners een eigen plek Jongeren die op straat rondhangen zijn een hot item in de media. Gemeenten reageren veelal met repressieve maatregelen: van mosquitos tot avondklokken en samenscholingsverboden. Kán en moet dat niet anders? Kompan benadert het positief en biedt het concept GROUND: een ontmoetingsplek voor tieners van twaalf tot zestien jaar.
L
‘
aatst liep ik hier in de stad over een braderie, georganiseerd door zwarte jongeren. Ze vertelden me dat de opbrengst voor een goed doel was. Ze wilden binnenactiviteiten gaan opzetten voor jongeren, zodat die niet meer verveeld op straat zouden rondhangen.’ Volgens de Rotterdamse onderzoekster Mieke de Wit is deze anekdote illustratief voor de manier waarop de maatschappij aankijkt tegen jongeren. Jongens (en meiden) ouder dan twaalf die elkaar opzoeken op straat, worden als lastig ervaren. Sterker nog, ze worden algauw geassocieerd met overlastgevend gedrag. Dit terwijl ze toch de meest intensieve gebruikers van de openbare ruimte zijn.
Recht op voorzieningen Ook bestuurders lijken hun focus te richten op over-
lastgevende jongens. Mieke de Wit constateert dat er relatief veel geld gaat naar deze categorie. In opdracht van de gemeente Rotterdam schreef ze het rapport Jongens en meisjes in de schijnwerpers. Ze stelt vast dat het jeugdbeleid er grotendeels op gericht is jongens op de rails te houden, te zorgen voor scholing en werk. Het gaat niet uit van het recht dat alle jongens en meiden hebben op voorzieningen. Het beleid heeft vooral tot doel overlast te beperken en te voorkomen dat jongeren afglijden naar crimineel gedrag.
Jeugddelinquentie Hoeveel tieners plegen eigenlijk strafbare feiten? Josine Junger-Tas, gasthoogleraar aan de Universiteit van Utrecht en verbonden aan het Verwey Jonker Instituut, onderzocht jeugddelinquentie, gebruik van alcohol en drugs en slachtofferschap. Jongeren in
➜ SPELENDERWIJS 11
Straatcultuur p 10-13.indd 11
20-01-2009 12:58:26
DE 6 UITGANGSPUNTEN VAN GROUND:
1. Betrek gebruikers en gemeenschap erbij. 2. Investeer in de juiste locatie. 3. Maak ruimte voor sociale activiteiten. 4. Bied lichamelijke activiteiten aan. 5. Zorg voor een gezellige inrichting. 6. Creëer een jeugdige sfeer.
de eerste drie klassen van het voortgezet onderwijs werd onder meer gevraagd of ze wel eens strafbare feiten hebben begaan. Daaruit bleek dat 8 procent regelmatig delicten pleegde, zowel lichte als zwaardere vergrijpen. Verveling kan ertoe leiden dat hanggedrag uitmondt in het plegen van strafbare feiten, aldus Junger-Tas. En dat probleem speelt niet voor niets vooral in probleemwijken. ‘Vanwege de slechte huisvesting daar brengen jongeren relatief veel tijd op straat door. Tegelijkertijd zijn er in zulke wijken weinig voorzieningen voor tieners.’
Trapveldje De inrichting van de openbare ruimte weerspiegelt de manier waarop de maatschappij tegen jongeren aankijkt. Voor kinderen zijn er speeltuinen, maar voor jongens en meiden boven de tien is er maar weinig. En als ze al naar een trapveldje of skatebaan kunnen _ voorzieningen waar veel meiden niets aan vinden _ dan liggen die vaak aan de rand van een wijk of dorp. Mieke de Wit: ‘Er is voor jongeren letterlijk geen plaats in de door volwassenen gecreëerde openbare ruimte. En dat terwijl de straat van ons allemaal is. Niemand heeft meer of minder recht om daar te
vertoeven.’ Ze wijst erop dat juist tieners het nodig hebben elkaar buiten op te zoeken. ‘Ze zijn op een leeftijd dat ze zich gaan losmaken van hun ouders. Ze hebben de behoefte om de wereld te ontdekken en die samen opnieuw te definiëren.’ En natuurlijk willen jongens en meiden op die leeftijd ook gewoon flaneren. Dat is iets van alle tijden en culturen. Diverse onderzoekers pleiten voor een andere benadering van hangjongeren. De Raad voor Maatschappelijke ontwikkeling (RMO) waarschuwt in een recent advies voor de negatieve gevolgen van een louter repressieve aanpak. Jongeren dreigen zich van de maatschappij af te keren als ze voortdurend als probleem worden gezien. Junger-Tas: ‘Jongeren, vooral allochtone, voelen zich niet gewaardeerd, voelen zich uitgestoten door deze samenleving. Dat is zó contraproductief.’
Behoefte jongeren In opdracht van het Kompan Play Institute (KPI) deed Capacent Epinion in Engeland, Denemarken en Nederland onderzoek naar de behoefte van jongeren aan buitenactiviteiten en -voorzieningen. Meer dan
Een voorbeeld van een GROUND: een 'open' ontmoetingsplek met een aantal beschutte delen zodat de jongeren privacy hebben.
12 SPELENDERWIJS
Straatcultuur p 10-13.indd 12
20-01-2009 12:58:32
PROJECT
de helft (58 procent) van de ondervraagde tieners gaf aan meer plaatsen te willen waar ze elkaar kunnen ontmoeten en actief kunnen zijn. Aan de hand van gesprekken met jongeren heeft het KPI vervolgens zes uitgangspunten opgesteld waaraan tienerontmoetingsplekken moeten voldoen. Het eerste, en misschien wel belangrijkste principe, is inspraak voor de toekomstige gebruikers. Jongeren realiseren samen met andere betrokkenen _ zoals de gemeente, omwonenden en wijkbeheerders _ de inrichting van een ontmoetingsplek. Communicatie is daarbij het magische woord. Verder is de juiste plek belangrijk _ tieners willen zien en gezien worden. Een goede ontmoetingsplek biedt ook ruimte voor sociale activiteiten. Vooral meiden blijken er behoefte aan te hebben om bij elkaar te zitten en te kletsen. De inrichting moet verder uitdagen tot lichamelijke activiteiten. En ten slotte hechten jongeren aan een plek die veilig en schoon is en een jeugdige uitstraling heeft.
nu eenmaal behoefte om elkaar in de openbare ruimte te ontmoeten. Een ander argument om ruimte te creëren voor tieners is dat dit leidt tot minder vandalisme. Belangrijker nog vindt Fich Jespersen dat je jongeren, door hen eigen voorzieningen te bieden, het gevoel geeft dat ze er mogen zijn. Dat verkleint het risico dat ze zich afkeren van de maatschappij en vergroot de kans dat ze zich ontwikkelen tot betrokken burgers. ■
GROUND Het onderzoek van Capacent Epinion bracht het KPI tot de ontwikkeling van GROUND, een nieuw concept voor tienerontmoetingsplekken. Het is bedoeld voor jongeren in de leeftijd van twaalf tot zestien jaar en voorziet in de uiteenlopende behoeften van jongens en meiden op die leeftijd. Juist rond hun twaalfde, dertiende jaar zijn jongeren nog goed te bereiken en tegelijkertijd sterk geïnteresseerd in activiteiten. De daadwerkelijke realisatie van een GROUND wordt begeleid door een speciaal daartoe samengesteld team, waarin altijd iemand van het KPI en een ervaren ontwerper is vertegenwoordigd. De projectgroep kan ook terugvallen op de expertise van Jantje Beton en de Richard Krajicek Foundation, die het GROUNDconcept ondersteunen. Het team ziet erop toe dat de inspraak goed geregeld wordt. Het is ook verantwoordelijk voor de feitelijke realisatie en blijft daarna nog drie tot vijf jaar bij het project betrokken. Elk halfjaar ontmoet de projectgroep opdrachtgevers en gebruikers om ervaringen uit te wisselen, te evalueren, kennis op te bouwen en eventueel bij te sturen. Sinds Kompan in oktober 2008 het GROUND-concept in Nederland introduceerde met de campagne ‘Nowhere to go’ _ geef jongeren de ruimte, hebben zo’n tachtig gemeenten interesse getoond. Het GROUND-team bekijkt nu met deze gemeenten of er, overeenkomstig de uitgangspunten van het concept, een GROUND te realiseren is.
RICHARD KRAJICEK FOUNDATION EN JANTJE BETON ONDERSTEUNEN GROUND
Jantje Beton heeft
‘Het concept spreekt ons
GROUND-concept. Het idee
vooral aan omdat het gericht
van een ontmoetingsplek
is op jongeren van twaalf
voor kinderen van boven
tot zestien jaar’, zegt Eric
de tien jaar sluit aan
van Veen van de Richard
bij de campagne die de
Krajicek Foundation (RKF).
stichting voert voor meer
‘Dat is ook onze doelgroep
ruimte voor tieners. ‘Deze
en een leeftijdscategorie
leeftijdscategorie valt nogal
waar mensen veel moeite
eens tussen wal en schip’,
mee hebben.’ De RKF zal als
zegt Joost Vonk van Jantje
adviseur bij de realisatie van
Beton. ‘Aan de ene kant
tienerontmoetingsplekken
willen ze klein zijn en zich
Nadere informatie:
Gemeentebestuurders
betrokken zijn. Daarbij zal
lekker kunnen uitleven op
http://tieners.kompan.
de organisatie vooral kijken
een klimrek. Aan de andere
com en/of GROUND-
Jeanette Fich Jespersen van het Kompan Play Institute hoopt dat steeds meer gemeentebestuurders het belang van tienerontmoetingsplekken zullen gaan inzien. Zij zijn er immers ook om de belangen van hun jeugdige inwoners te dienen. En die hebben
of de jeugd voldoende in het
kant willen ze winkelen met
team Nederland:
voortraject wordt betrokken.
vriendinnen. Het is een groep
At van Steijn
‘Ik zie nog veel te veel dat
die er tussen hangt en vrijwel
(atvste@kompan.com)
jongeren niet serieus worden
nooit een goede plek heeft
genomen.’
om te zijn.’
soortgelijke overwegingen om zich als adviseur te verbinden aan het
SPELENDERWIJS 13
Straatcultuur p 10-13.indd 13
26-01-2009 13:10:41
ACHTERGROND ➜
K A A R E D P R O O V N T E INRS C R E E ESP N JONG VA M E ST
s. het nieuw in r ie n a m e n negatiev e e jongeren p o m n o e r n e e g r n ie jo n a zijn cht naar m o z e Regelmatig van het g r n e e e v e m r t s s d t e e h ordt ste eren. Zo is d a n Maar er w e en in 2011 b t e n t e r e ie m n e a g at sitieve m en Gezin d ’n d g u op een po Je r o oe ziet zo vo h ie r r a e t a is M in . am ren Programm voor jonge n e b b e h t zinvol? orgaan e k h a a is r p s m o in aar een ruit en w e n a a g r o inspraak
Tekst: Barbara Schilthuis Quotes afkomstig uit Respect! van Hans Kaldenbach
14 SPELENDERWIJS
Inspraakorgaan p14-15.indd 14
20-01-2009 12:39:43
ACHTERGROND
I
n het beleidsprogramma ‘Alle kansen voor alle kinderen’ van juni 2007 staat dat alle gemeenten per 2011 een vorm van inspraak hebben voor jongeren, onder andere gericht op een kindvriendelijke woon- en leefomgeving. Het is de verantwoordelijkheid van de gemeenten zelf om dat te realiseren. Volgens het beleidsprogramma kunnen volwassenen niet altijd denken en leven als jongeren. Daarom dient zo veel mogelijk gebruikgemaakt te worden van de kracht van jongeren zelf om andere jongeren te stimuleren en te motiveren en waar nodig aan te spreken. Het Programmaministerie voor Jeugd en Gezin stimuleert gemeenten om iets te doen aan jongerenparticipatie door jaarlijks een prijs uit te reiken aan een gemeente die het beste initiatief toont. De eerste uitreiking van deze Jong Lokaal Bokaal was in november 2008.
Jong Lokaal Bokaal Volgens Kido Koenig, voorzitter van de Nationale Jeugdraad, hadden zich 33 gemeenten aangemeld voor de Jong Lokaal Bokaal. ‘Vaak zie je dat de deelnemende gemeenten een jongerenraad hebben of een internetpanel.’ Koenig geeft aan waarom het zo belangrijk is dat gemeenten ook naar jongeren luisteren. ‘Het is goed dat de gemeenten de jongeren consulteren door middel van zo’n inspraakorgaan. Want voor jongeren is het belangrijk om hun leefomgeving te kunnen beïnvloeden. Anders heb je kans dat het beleid helemaal niet aanslaat omdat ze zich er niet bij betrokken voelen.’ In het juryrapport van de Jong Lokaal Bokaal staat beschreven op welke manier de genomineerde gemeenten inspraak voor jongeren realiseren. Zo heeft de winnaar Borsele een zeer actieve Jeugdraad. Maar ook naar de jongeren die niet in de Jeugdraad zitten, wordt geluisterd. De jongeren die ’s avonds in de Jongeren Ontmoetingsplekken bijeenkomen hebben regelmatig contact met de gemeente middels vergaderingen in het gemeentehuis. Den Haag, dat op de tweede plaats eindigde, wordt geroemd om het instellen van jongerenambassadeurs. Dit zijn jongeren die met één been in de gemeente staan en met het andere in de jongerencultuur. Zij weten een brug te vormen tussen gemeente en jongeren. Voor gemeentes die meer willen doen op het gebied
Een meisje uit een hanggroep:
Het is andersom. De ‘jongeren worden niet gerespecteerd door de ouderen. Als wij groeten, groeten de ouderen vaak niet terug.’ van jongereninspraak heeft de Nationale Jeugdraad een checklist in het leven geroepen. Deze is te vinden op de website van de Jong Lokaal Bokaal. Gemeentes kunnen de checklist gebruiken voor toetsing van hun eigen jeugdbeleid. Er valt bijvoorbeeld te lezen dat jongeren meer verantwoordelijkheid blijken te voelen voor de openbare ruimte als deze mede wordt ingericht voor en door jongeren.
De wil is er Dit sluit ook aan bij de opvatting van Jurriaan Omlo. Hij is adviseur van de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling en deed onderzoek naar hangjongeren. Omlo: ‘Uit onderzoek blijkt dat als jongeren zich gehoord en geaccepteerd voelen dat ook invloed heeft op de houding die ze in het publieke domein innemen. Als je mensen betrekt bij beleid dan kun je ook meer draagvlak creëren voor dat beleid. Jongeren willen graag betrokken worden in de wijk en die verantwoordelijkheid op zich nemen.’ Volgens Omlo weten lang niet alle jongeren de weg te vinden naar de gemeente en daarom is het goed dat gemeenten verantwoordelijkheid nemen. ‘Zo’n inspraakorgaan kan daardoor de effectiviteit van het beleid vergroten door het draagvlak te verbreden en ervoor te zorgen dat jongeren zich gewaardeerd en thuis voelen. Als ze het idee hebben dat ze erbij horen zullen ze zich eerder voegen naar instituties en omwonenden.’ ■
Als ik geen respect krijg ‘ga ik het ook niet geven, weet je.’’
MEER INFO: www.jonglokaalbokaal.nl www.adviesorgaan-rmo.nl
SPELENDERWIJS 15
Inspraakorgaan p14-15.indd 15
20-01-2009 12:39:49
FOTOBOEK
1960 SPELEN ANNO
Kijk op www.tieners.kompan.com voor meer informatie over GROUND.
Kompan biedt tieners met GROUND een ontmoetingsplek die uitnodigt tot lekker rondhangen en sociale activiteiten. Dit autowrak in het Amsterdam van de jaren zestig biedt deze jongeren ook een eigen plek in de openbare ruimte. Hier kunnen ze zichzelf zijn, sportief bezig zijn en zien en gezien worden.
achterkant p16.indd 16
21-01-2009 17:08:29