Jaarverslag 2016 Traumacentrum Zuidwest-Nederland
Inhoud Voorwoord /
3
Over ons Netwerk /
2.
Uit het land /
3.
Over ons Kenniscentrum /
4.
Over ons Mobiel Medisch Team /
Organisatie /
20
30
Blik op de toekomst /
Traumacentrum Zuidwest-Nederland Jaarverslag 2016
2
4
1.
31
22 26
Voorwoord Ook dit jaar presenteren wij in vogelvlucht alle activiteiten van het Traumacentrum Zuidwest-Nederland (ZWN) die in 2016 hebben plaatsgevonden. Aan de orde komen de traumazorg, de acute zorg in reguliere situaties en in bijzondere situaties. Het Traumacentrum ZWN ontwikkelt zich elk jaar weer verder. Deze ontwikkelingen hebben betrekking op de reguliere taken. Zo starten er bijvoorbeeld steeds meer onderzoeken over traumazorg. Een andere ontwikkeling die we zien is de groei van de deelname aan de expertisegroepen. In 2016 is ook gestart met twee projecten om de druk op de acute zorg en het personeelstekort in regionaal verband aan te pakken. Hiervoor zijn contacten gelegd met de verpleeg- en verzorgingshuizen. Deze sector is ook van belang voor het onderwerp bestrijding antibioticaresistentie (ABR). Vanuit VWS zijn de ROAZ-structuren aangewezen om zorgnetwerken op te zetten. U leest in dit jaarverslag hoe het Traumacentrum ZWN in 2016 daar een begin mee heeft gemaakt. Wanneer een organisatie opereert in een dynamische en veranderende omgeving is een koersbepaling belangrijk. Zeker in een netwerk, met vele partijen en vele belangen, hebben wij gedacht er goed aan te doen om de gezamenlijke missie, visie en ambitie met elkaar vast te leggen. In 2016 zijn we daarom gestart met het schrijven van een meerjarenbeleidsplan voor het netwerk acute zorg in de regio Zuidwest-Nederland. Kortom, u leest in dit jaarverslag wat het Traumacentrum ZWN gedaan heeft in 2016 ten behoeve van onze regio. We vinden het belangrijk om tot slot te vertellen dat we, samen met de vele medewerkers van onze ketenpartners uit ons groeiend netwerk, nog heel veel nieuwe plannen hebben. We kijken er dan ook naar uit om in 2017 met u te blijven samenwerken en elkaar te ontmoeten in de regio! Els van der Wallen, manager Dennis den Hartog, hoofd Traumacentrum ZWN
Traumacentrum Zuidwest-Nederland Jaarverslag 2016
3
1. Over ons Netwerk
Traumacentrum Zuidwest-Nederland Jaarverslag 2016
4
Traumazorg De traumachirurgen zijn in 2016 vier keer bijeen geweest. Onderzoek was een belangrijk onderwerp tijdens de vergaderingen, maar ook de Landelijke Trauma Registratie (LTR) en de validatie van de gegevens in de database. Verder is regionaal geëxploreerd of een regionale database ten behoeve van de Dutch Hip Fracture Audit (DHFA) mogelijkheden biedt. Dit wordt in 2017 verder uitgewerkt. De indicator van Zorginstituut Nederland (ZiN) van 90% (percentage polytraumapatiënten uit de regio die in het level 1 ziekenhuis worden opgevangen en behandeld) stond op de agenda en besproken is hoe de regio hieraan kan voldoen. Ook dit vraagt nader onderzoek, dat in 2017 verder wordt opgezet. Het gewondenspreidingsplan van de regio is tijdens een van de vergaderingen aan de orde gekomen. In dat kader is ook de behoefte uitgesproken om expertise op te doen op het gebied van de behandeling van slachtoffers van een terroristische aanslag. Dit wordt nader uitgewerkt.
In 2016 heeft er een visitatie van een level 3 ziekenhuis plaatsgevonden en is de planning gemaakt voor de visitatie van de overige level 3 ziekenhuizen in 2017 en 2018. Het Level 1 traumacentrum wordt begin 2018 gevisiteerd. De Traumachirurgen van het Erasmus MC zijn op verschillende manieren betrokken bij het traumanetwerk. Hieronder een kort overzicht: Prof. dr. M.H.J. Verhofstad, sectorhoofd Traumachirurgie Voorzitter CCT, lid van de visitatiecommissies Dr. T. Hagenaars, traumachirurg Aanspreekpunt DGU Dr. D. den Hartog, traumachirurg Hoofd Traumacentrum ZWN, Voorzitter Traumachirurgenoverleg, Voorzitter Landelijke Beraadsgroep Traumacentra (LBTC), lid van de visitatiecommissies
De werkgroep Bekkenfracturen maakt kleine stappen om te komen tot nadere samenwerking. Er is begonnen met een registratie over pathologie van de bekkenfracturen.
Drs. P. Oprel, traumachirurg Aanspreekpunt LTR
In 2016 is door het Traumacentrum een ronde langs alle 14 ziekenhuizen gemaakt om bilateraal met de traumachirurgen te overleggen over de samenwerking, verbeterpunten en de netwerktaken. Hierbij is het belang van het netwerk door alle betrokkenen onderstreept.
Drs. D.O.F. Verbeek, traumachirurgie Coördinator registratie bekkenfracturen
Drs. P.P. de Rooij, traumachirurg MMT-arts en coördinator van de TAM’s
Drs. O.J.F. van Waes, traumachirurg MMT-arts Dr. M.M.E. Wijffels, traumachirurg Participatie patient journeys
Traumacentrum Zuidwest-Nederland Jaarverslag 2016
5
Interview
-----
‘We hebben nog voldoende vraagstukken op de plank liggen, dus de expertisegroep zal zich zeker niet op korte termijn opheffen’
-----
Traumacentrum Zuidwest-Nederland Jaarverslag 2016
6
Marianne Doornbos, Kinderarts – EAA, expertisegroep Kindergeneeskunde:
‘Acute zorgvraag bij kinderen echt anders’ Sinds mei 2015 houdt de expertisegroep Kindergeneeskunde zich bezig met vraagstukken rondom de acute zorg voor kinderen in de regio Zuidwest-Nederland. Marianne Doornbos, kinderarts in het Albert Schweitzer Ziekenhuis, is lid van deze expertisegroep. “Heel waardevol dat wij met elkaar in gesprek blijven en gezamenlijk oplossingen zoeken voor de knelpunten die er zijn.” Een steeds terugkerend agendapunt voor de expertisegroep is het beddentekort voor jonge patiënten. Doornbos legt uit dat het belangrijk is om onderscheid te maken tussen kindergeneeskunde en traumazorg voor volwassenen. “Niet alleen omdat de zorgzwaarte bij kinderen heel anders is, maar ook omdat wij als kinderartsen veel meer te maken hebben met seizoensgebonden ziektebeelden. Als de R in de maand is, breekt het astmaseizoen aan en zien we veel meer infecties met het RS-virus. In die maanden is de beddendruk voor acute opnames vanaf de Spoedeisende hulp fors, terwijl we in de zomermaanden veelal voldoende plek hebben.”
aan het bellen om een plek te vinden; een coördinator kan dat proces flink verbeteren.”
Langetermijnvisie Kinderarts Marianne Doornbos vindt het ook belangrijk dat de expertisegroep een langetermijnvisie ontwikkelt. “We moeten goed met elkaar vaststellen welke patiënt op welke plek thuishoort. Wanneer kies je voor een universitair medisch centrum en wanneer voor een streekziekenhuis? We hebben nog voldoende vraagstukken op de plank liggen, dus de expertisegroep zal zich zeker niet op korte termijn opheffen.”
Beddencoördinator Om het beddentekort voor acute opnames op te vangen, moeten kinderen soms verplaatst worden van het ene ziekenhuis naar het andere. Dat vraagt aandacht voor het transport. “Dat moet veilig, snel, efficiënt en patiëntvriendelijk”, benadrukt Doornbos. “Om de efficiency te verhogen, willen we starten met een beddencoördinator spoedzorg en een passend IT-systeem: de beddenapp. Nu zijn wij regelmatig eindeloos
Traumacentrum Zuidwest-Nederland Jaarverslag 2016
7
Acute zorg Regionaal Overleg Acute Zorgketen Ook dit jaar hebben we de bestuurders van het Regionaal Overleg Acute Zorgketen (ROAZ) regelmatig bij elkaar gebracht. Vier keer kwam het dagelijks bestuur van het ROAZ ZWN bijeen en twee keer het ROAZ ZWN. De onderwerpen die aan de orde zijn geweest varieerden van het Regioplan versie II, het project evacuatie ziekenhuizen, terrorismebestrijding, de drukte in de acute zorg, veranderingen in het acute zorgaanbod en de afstemming tussen de ketenpartners, het tekort aan personeel tot de risicogerichte benadering en de besteding van de OTO-gelden. In vervolg op het Regioplan, zijn wij in 2016 gestart met de ontwikkeling van een meerjarenbeleidsplan. Het ROAZ en het netwerk krijgen, ook vanuit het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), een steeds stevigere rol om de acute zorg, naast de traumazorg, regionaal te organiseren en hierover afspraken te maken. Om die rol met elkaar te kunnen vervullen, is het belangrijk dat de ketenpartners in het netwerk een duidelijk gezamenlijk doel hebben. Om dit doel te bepalen, hebben wij in 2016 een vragenlijst uitgezet onder de bestuurders en met elkaar gediscussieerd over de koers (missie) en visie. Het concept meerjarenbeleidsplan zal in 2017 langs alle expertisegroepen en overige ketenoverleggen gaan voor verdere aanscherping.
Daarnaast is wederom gekeken naar de toenemende druk op de acute zorg in Voorne-Putten. Door Ambulancezorg Rotterdam-Rijnmond, Stichting Centrale Huisartsenposten Rijnmond en Traumacentrum ZWN is een analyse uitgevoerd om een kwantitatieve onderbouwing en kwalitatieve duiding te geven op de toenemende druk op de acute zorg, zoals die wordt ervaren in het gebied Voorne-Putten. Deze analyse leverde verder geen informatie op waardoor het acute zorgaanbod gewijzigd moest worden.
Expertisegroepen Acute Geboortezorg
Witte Vlekken
Zeeland De expertisegroep acute Geboortezorg voor de regio Zeeland is in 2016 opgestart en in het overleg heeft een inventarisatie van de knelpunten plaatsgevonden. Deze knelpunten worden een voor een aangepakt. Daarnaast is gestart met, waar mogelijk, het samenvoegen van regionale protocollen.
In 2016 heeft in de regio één wijziging plaatsgevonden in het zorgaanbod, namelijk de nachtsluiting van de Spoedeisende hulp (SEH) van het Franciscus Gasthuis, locatie Vlietland. Dit
Rotterdam-Rijnmond In het netwerk is een inventarisatie gedaan naar de mogelijk-heden van het integraal elektronisch dossier, waarin alle zorgverleners werkzaam
Traumacentrum Zuidwest-Nederland Jaarverslag 2016
8
leidde tot het uitvoeren van een wittevlekken-analyse en heeft geresulteerd in de conclusie dat met deze sluiting de bereikbaarheid van de acute zorg in de regio niet in het geding kwam. Daarnaast heeft het Traumacentrum ZWN twee bijeenkomsten georganiseerd (één in 2016 en één in 2017) om met de ketenpartners de gevolgen van deze sluiting te bespreken. Bij de eerste bijeenkomst was, naast zorgverzekeraars, ook VWS aanwezig.
in de geboortezorg kunnen werken. Daarnaast heeft afstemming met de ambulancedienst plaatsgevonden over de samenwerking. Gorinchem Met de ketenpartners is een processchema opgesteld aan de hand waarvan knelpunten zijn geïnventariseerd. Met deze knelpunten gaat de expertisegroep aan de slag. Daarnaast is de afstemming en samenwerking met de ambulancedienst besproken.
Acute Cardiologie In 2016 is voor de regio groot Rotterdam afgesproken dat er geen aparte expertisegroep acute cardiologie wordt ingericht, gezien de reeds bestaande Cardiologen Club Rijnmond. Wel zal er terugkerend contact zijn tussen het Traumacentrum ZWN en een vertegenwoordiger van de Cardiologen Club Rijnmond.
Acute Psychiatrie 2016 was het eerste officiële hele jaar dat de expertisegroep heeft gedraaid (de eerste bijeenkomst was in december 2015). In 2016 is voornamelijk geïnvesteerd in onder andere het verder uitdiepen van de knelpunten en het leren van andere regio’s. Gekoppeld aan de expertisegroep zijn een bestuurlijk overleg en projectgroep opgestart voor de politieregio Rotterdam-Rijnmond, in het kader van personen met verward gedrag. Insteek is een sluitende aanpak voor personen met (acuut) verward gedrag. In het kader daarvan heeft er in de periode november 2016 tot en met januari 2017 een pilot plaatsgevonden op de meldkamer politie. Gedurende deze pilot was er in de weekenden tijdens de avond een Sociaal Psychiatrisch Verpleegkundige (SPV) aanwezig op de meldkamer politie, afwisselend op de locaties Rotterdam en Dordrecht.
Acute Kindergeneeskunde Bij deze expertisegroep wordt bekeken hoe het aantal overplaatsingen, met name in de wintermaanden, beter kan worden gecoördineerd. In de wintermaanden is het aantal overplaatsingen hoger bij kinderen vanwege o.a. luchtweginfecties. Er is gestart met een probleemanalyse, daarna wordt gekeken waar de coördinatie van het aantal overplaatsingen beter kan worden geregeld.
Acute Neurologie In deze expertisegroep is een start gemaakt met de ontwikkeling van een regionaal protocol voor acute behandeling. De verwachting is dat deze in 2017 geïmplementeerd wordt.
Project ‘De keten in stroomversnelling’ Het project ‘De keten in stroomversnelling’ is in 2015 gestart door de subregio’s Rotterdam-Rijnmond en ZuidHolland Zuid. Doel van het project is de doorstroming in de acute zorgketen te verbeteren. In 2016 is de maatregel ‘SEH tijdelijk ontzien’ geïmplementeerd en later ook geëvalueerd. Hieruit bleek dat het invoeren van de maatregel heeft geresulteerd in eenduidige communicatie over het ontzien van SEH’s en een eenduidig gebruik van de maatregel. Een andere, recent afgeronde actie is het in kaart brengen van de acute zorgstromen. Hiervoor zijn vragenlijsten uitgezet bij alle HAP’s, SEH’s en RAV’s binnen Zuidwest-Nederland over de periode 2013-2015. Uit de geretourneerde vragenlijsten werd het beeld bevestigd dat de RAV’s steeds meer ritten uitvoeren en dat de SEH’s te kampen hebben met een stijging in de zorgzwaarte.
Traumacentrum Zuidwest-Nederland Jaarverslag 2016
9
Meer actiepunten Naast de hierboven genoemde acties, houdt het project ‘De keten in stroomversnelling’ zich bezig met knelpunten rondom overplaatsingen en de patiënt die zich oneigenlijk in het acute zorgproces bevindt en in de VVTsector geplaatst zou moeten worden.
Petit comité: oplossingen zoeken voor personeelstekort In 2016 zijn verschillende activiteiten gestart om een oplossing te vinden voor het personeelstekort in de acute zorg. Een bestuurlijk ‘petit comité’ geeft sturing aan deze activiteiten. Er is een plan van aanpak opgesteld met ambities voor de korte en lange termijn. Om deze ambities te realiseren, zijn er verschillende acties in gang gezet. Zo vindt binnen het ROAZ en de Stichting Samenwerking Rotterdamse Ziekenhuizen (SRZ) een continue monitoring plaats van de opleidingscapaciteit. Twee voorbereidingsgroepen gaan aan de slag met het verhogen van het interne opleidingsrendement en met stageuitwisseling. Daarnaast wordt onderzocht of het mogelijk is om wetenschappelijke expertise in te zetten voor dit complexe vraagstuk.
Meer ideeën Naast deze concrete acties liggen nog verschillende ideeën op tafel, die eerst verder onderzocht moeten worden. Denk bijvoorbeeld aan het inzetten van functiedifferentiatie, het invullen van vacatures via het buitenland, organisatorische maatregelen om personeel elders of anders in te kunnen
Traumacentrum Zuidwest-Nederland Jaarverslag 2016
10
zetten en onderzoek naar de uitstroom van verpleegkundigen.
Patient Journeys Zorginstituut Nederland (ZiN) ontwikkelt een algemeen Kwaliteitskader spoedzorg met daarin normen, randvoorwaarden en aanbevelingen voor goede kwaliteit van spoedzorg voor alle vormen van de acute zorgvraag in de gehele keten. De regio Zuidwest-Nederland heeft, net als alle andere regio’s, hieraan meegewerkt door input te leveren aan twee ‘patient journeys’, zorgpaden voor een bepaalde ingangsklacht. In onze regio waren dat ‘neurologische uitvalsverschijnselen’ en ‘brandwonden’.
Traumacentrum Zuidwest-Nederland Jaarverslag 2016
11
Interview
-----
‘Door goed en actueel inzicht te hebben in de opnamecapaciteit van de verschillende ziekenhuizen, kunnen we veel gerichter sturen
-----
Traumacentrum Zuidwest-Nederland Jaarverslag 2016
12
Huib Kuiper over ‘De keten in stroomversnelling’:
‘Problematiek blijft voorlopig nog actueel’ “Bij de voordeur stroopt het op, terwijl de achterdeur ook nog eens dicht zit.” Met deze bewoordingen beschrijft Huib Kuiper, teamleider meldkamer ambulancedienst Rotterdam-Rijnmond, de situatie op de Spoedeisende Hulp. “Met het project ‘De keten in stroomversnelling’ proberen we sinds 2015 een oplossing te vinden voor dit probleem. Maar het kan nog wel één tot twee jaar duren voordat we echt een antwoord hebben.” Om de doorstroom in de acute zorgketen te verbeteren, is in 2016 de actie ‘SEH tijdelijk ontzien’ geïntroduceerd. Ziekenhuizen kunnen er nu voor zorgen dat voor de duur van één uur de afdeling Spoedeisende Hulp wordt ontzien voor 112-meldingen. Dit uur kan maximaal met nog één uur worden verlengd. Kuiper: “We hebben duidelijke afspraken gemaakt over dit tijdelijk afmelden van SEH’s. En ja, dat afmelden is vrijwel dagelijks aan de orde. Zeker de griepepidemie die eind oktober begon, zorgde vier maanden lang voor extra problemen. De ambulances konden de patiënten niet kwijt op de spoedeisende hulpen van de ziekenhuizen en we kregen te maken met oplopende aanrijtijden van ambulances en lange wachttijden in het bestelde vervoer.”
Liaisonfunctie Met de aanpak ‘SEH tijdelijk ontzien’ is volgens Kuiper de problematiek van de verstopte keten zeker niet opgelost. Hij constateert dat er in de regio onvoldoende overzicht is welk ziekenhuis op welk moment een SEH-stop afkondigt. “Daarom pleiten wij voor een liaisonfunctie in de meldkamer. Door goed en actueel inzicht te hebben in de opnamecapaciteit van de verschillende ziekenhuizen, kunnen
we veel gerichter sturen. Wij zouden zo’n functie graag voor twee jaar in het leven roepen om in de tussentijd te kunnen zoeken naar een ICT-oplossing voor dit vraagstuk. Bijvoorbeeld een app waarmee je in één oogopslag kunt zien welke SEH op dat moment de beste keuze is.” Kuiper vertelt dat dit plan bij het ROAZ ligt en dat nog niet duidelijk is of het doorgaat.
Opnamestop en nachtsluiting Een ander belangrijk aandachtspunt is de fase na een acute ziekenhuisopname. De teamleider van de meldkamer legt uit dat de acute zorgketen begint bij de opname van een patiënt en eindigt bij het ontslag. “Ook in die laatste fase zijn er problemen omdat veel verpleeg- en verzorgingshuizen een opnamestop hebben. Daarom betrekken wij deze partijen, maar ook bijvoorbeeld de thuiszorg bij het project ‘De keten in stroomversnelling’.” Kuiper beschrijft het als een lastig vraagstuk, waarvoor niet op korte termijn een oplossing gevonden zal worden. “En met de nachtsluiting van het Franciscus Vlietland in Schiedam en de inkrimping van het Havenziekenhuis blijft de problematiek voorlopig nog wel actueel.”
Traumacentrum Zuidwest-Nederland Jaarverslag 2016
13
Joke Boonstra, petit comité personeelstekort:
‘Buiten kaders denken noodzakelijk om personeelsprobleem op te lossen’ “Het personeelstekort in de acute zorg is serieus. Het is ontzettend moeilijk om SEH-verpleegkundigen en ambulanceverpleegkundigen te werven. Dat heeft inmiddels al geresulteerd in de tijdelijke nachtsluiting van een SEH in de regio en verminderde beschikbaarheid van planbaar ambulancevervoer. Samenwerken in de keten is de enige manier om dit probleem het hoofd te bieden.” Aan het woord is Joke Boonstra, lid van de Raad van Bestuur van het IJsselland Ziekenhuis* en lid van het petit comité dat zich buigt over het personeelstekort in de acute zorg.“ Zuidwest-Nederland is niet de enige regio die te kampen heeft met een ernstig personeelstekort in de acute zorg. Waar de regio zich wel in onderscheidt, is de opvallend goede samenwerking in de keten. Boonstra: “In Rotterdam en omgeving weten we elkaar gemakkelijk te vinden en hebben we in de loop der jaren een prima onderlinge verstandhouding opgebouwd: kritisch als het moet, maar wel altijd open en constructief. De vorming van het petit comité is een mooi voorbeeld van onze goede onderlinge samenwerking. Een initiatief dat alleen mogelijk is doordat er vertrouwen is in een gezamenlijke aanpak, en dat bovendien veel energie geeft.”
Combinatie-aanstellingen Samenwerken is onder de huidige omstandigheden van onschatbare waarde, vindt Boonstra. De personeelsproblematiek strekt zich immers uit over de complete
Traumacentrum Zuidwest-Nederland Jaarverslag 2016
14
as van de acute zorg en treft alle schakels van de keten. “De oplossing vind je dus niet door alleen naar je eigen organisatie te kijken. Wanneer wij voor ons ziekenhuis SEH-verpleegkundigen aantrekken, halen we ze bij andere instellingen weg. Dat is deels onvermijdelijk, maar het is wel belangrijk dat we ons daarvan bewust zijn en gezamenlijk zoeken naar manieren om het probleem op te lossen. Zo werken wij nu bijvoorbeeld met combinatieaanstellingen: verpleegkundigen werken dan om en om drie maanden op de SEH en drie maanden op de ambulance. Dat is voor ons best een lastige afspraak, maar wanneer het op lange termijn een positief effect heeft, moeten we dat maar voor lief nemen.”
Meer opleiden De oplossing van het personeelsprobleem wordt gezocht in uiteenlopende richtingen: van praktisch en direct toepasbare
Interview
suggesties tot mathematische en wetenschappelijke modellen. “Meer opleiden is natuurlijk de belangrijkste oplossingsrichting”, laat Boonstra optekenen, “maar we zullen ook met andere, creatieve ideeën moeten komen. Daar hebben we de hulp van de mensen uit het werkveld hard bij nodig: als bestuur kunnen we initiatieven stimuleren en mogelijk maken, maar wij kunnen het zeker niet alleen.”
Herhaling voorkomen Joke Boonstra vindt het belangrijk dat nu alle energie gestoken wordt in het vinden van een oplossing voor het personeelstekort. Ze wijst er echter op dat er wat haar betreft ook gekeken moet worden naar de geschiedenis van het probleem. “Hoe heeft het zover kunnen komen? Hadden we eerder moeten en kunnen ingrijpen? Dat zijn belangrijke lessen die ons kunnen helpen om te voorkomen dat we nog eens in zo’n situatie belanden. Daarom heeft dit binnen het petit comité ook zeker onze aandacht.”
*Per 1-9-2017 is Joke Boonstra toegetreden tot de Raad van Bestuur van het Erasmus MC
Traumacentrum Zuidwest-Nederland Jaarverslag 2016
15
Opgeschaalde Zorg Zorgnetwerk Antibioticaresistentie De coördinerende rol van deze zorgnetwerken is belegd bij de ROAZ’en. In 2016 is door het ROAZ ZWN besloten om een startersgroep te formeren die uitvoering gaat geven aan de oprichting van dat Zorgnetwerk Antibioticaresistentie ZWN. Deze startersgroep bestaat uit een vertegenwoordiging van de drie regio’s en een Kwartiermaker. De groep zal zich uiteindelijk ontwikkelen tot het Regionale Coördinatieteam binnen de ROAZ-structuur. Het DB fungeert voorlopig als stuurgroep. Door de vorming van dit zorgnetwerk is de aansluiting van de VVT-sector bij het ROAZ in gang gezet. De startersgroep is in 2016 begonnen met het maken van een plan van aanpak.
Elke sector (ziekenhuizen, ambulancediensten, huisartsen(posten), GGD en GGZ) komt structureel als expertisegroep bij elkaar om van elkaar te leren, afspraken te maken en problemen op te pakken. Dit heeft geleid tot verschillende projecten en afspraken, variërend van gezamenlijk oefenen tot de uitwerking van handreikingen.
Oefenagenda 2016 kende een volle oefenagenda. Zowel ziekenhuizen en ambulancediensten als het Rode Kruis maakten wederom gebruik van de mogelijkheid om hun oefening te laten ondersteunen door het Traumacentrum ZWN. In totaal zijn er ruim 107 oefenmomenten geweest die in alle drie de regio’s hebben plaatsgevonden. In diverse oefeningen van ziekenhuizen bleek veelal dat het opschalen van personeel een uitdaging zal blijven. Door diverse scenario’s was het lastig om opgeroepen personeel het ziekenhuis te laten bereiken; iets wat in een echte Ziekenhuis Rampen Opvang Plan (ZiROP) situatie ook kan gebeuren. De oefeningen van de ambulancediensten waren vooral gericht op grootschalige incidenten. Doordat de opgeschaalde structuur van de RAV’s in 2016 is veranderd (Grootschalige Geneeskundige Bijstand) had men veel baat bij het oefenen met o.a. Emergo Train System (ETS) en ‘operationele oefeningen’. Tot slot hebben ook de vrijwilligers van het Rode Kruis geoefend. Zij zijn onontbeerlijk bij een ‘GGB’-inzet. Er zijn heel wat zaterdagen en avonden gebruikt om zowel Teamleiders Nood Hulp Team (NHT) als overige leden van de NHT’s op te leiden en te deel te laten nemen aan een oefening. Ook hierbij werd er gebruik gemaakt van ETS.
Traumacentrum Zuidwest-Nederland Jaarverslag 2016
16
Voor 2017 staan naast de oefeningen in de ziekenhuizen ook oefeningen gepland voor de huisartsenposten. Hierbij zal het Huisartsen Rampen Opvangplan (HaROP) centraal staan en geoefend worden. Ook bij de huisartsenposten zal weer ETS gebruikt worden als oefenmiddel.
Chemische, biologische of radiologische/nucleaire stoffen (CBRN) Over het onderwerp CBRN komt structureel een werkgroep bij elkaar. Dit heeft eerder al geleid tot een regionale inkoop van CBRN-materialen en het gezamenlijk oefenen van de bijbehorende procedures. In 2016 is gewerkt aan de opvang van overleden CBRN-slachtoffers en de regionale beschikbaarheid van antidota. Verder stond vooral het leren van elkaar centraal.
De risicogerichte benadering Naar een betere voorbereiding op bijzondere omstandigheden De risico(gerichte) benadering voor bijzondere omstandigheden in de acute zorgketen, staat al enige jaren op de agenda van het ROAZ ZWN. Het is geïntroduceerd in het meerjarenbeleidsplan 2013 – 2016 en is nadien in diverse projecten verkend. Eind 2015 is de verkenningsfase afgesloten en is de daadwerkelijke ontwikkeling van de risicogerichte benadering door het ROAZ ZWN ter hand genomen. Daarbij wordt aangesloten op de landelijke ambities en aanpak van de Veiligheidsregio’s voor de risicogerichte benadering anno 2015.
Met de risicogerichte benadering wordt bedoeld dat je zicht op bijzondere omstandigheden nodig hebt, wil je daarop goed voorbereid zijn en bewuste keuzes maken hoe op dergelijke situaties te reageren. In ROAZ-verband gaat het primair om situaties die de acute zorgketen in de regio kunnen verstoren of bedreigen. Bijzondere omstandigheden in de regio kunnen echter doorwerken op individuele zorgaanbieders/instellingen en vice versa.
Wat is er in 2016 gebeurd? In 2016 is vooral hard gewerkt aan de randvoorwaarden om de risicogerichte benadering regionaal uit te kunnen rollen. Aangezien de risicogerichte benadering een geheel nieuwe fase inluidt voor de regionale voorbereiding op bijzondere omstandigheden, vroeg dit vooral eerst om onderzoek en uitwerking van de (theoretische) kaders. Om die reden is in 2016: • internationaal literatuuronderzoek gedaan naar de voor de zorg relevante risico’s (het hebben van overzicht); • een universele, ketenbrede taal ontwikkeld om de gevolgen van risico’s voor de zorg in kaart te brengen (gelijke taal); • de relevante scenario’s uitgewerkt op basis van de externe gevolgen voor de zorg (gelijkheid in beeld); • een verbinding gelegd met het regionaal risicoprofiel van de drie betrokken Veiligheidsregio’s (gedeeld beeld) zodat doorvertaling van de uitkomsten naar het Openbaar Bestuur mogelijk is. In 2017 worden de uitkomsten hiervan verder uitgewerkt en uitgerold in de regio met als doel om eind 2017 regionaal afspraken te kunnen maken over de voorbereiding op rampen en crises op basis van de, verwachte, gevolgen voor de continuïteit van de zorg in de regio.
Traumacentrum Zuidwest-Nederland Jaarverslag 2016
17
Interview -----
‘Wij volgen landelijke cursussen over terrorisme, maar het zou goed zijn om dat soort scenario’s ook eens gezamenlijk te oefenen’
-----
Traumacentrum Zuidwest-Nederland Jaarverslag 2016
18
Mike Bolle, lid expertisegroep Ambulancezorg:
‘Oefenen met nieuw GGB-model zeer waardevol’ In het najaar van 2016 is in Zeeland druk geoefend met de nieuwe taken en procedures van het Grootschalig Geneeskundige Bijstand Model. Mike Bolle, Regionaal Opleidingscoördinator RAV Zeeland, kijkt er tevreden op terug. “Zeer nuttig! Het zou mooi zijn als we dit jaarlijks kunnen herhalen, maar dat zal om organisatorische redenen en vanwege het personeelstekort lastig worden. Maar eens in de twee, drie jaar is zeker wenselijk.” Gedurende 14 dagen is er op vijf verschillende stations geoefend. Het doel van de trainingsdagen was de medewerkers van de ambulance, de OvDG’s GHOR, de centralisten van de meldkamer Ambulancezorg en het Noodhulpteam van het Nederlandse Rode Kruis goed voor te bereiden op een groot incident. Het ging daarbij om het verwerken van de melding, de alarmering in opgeschaalde vorm, het triëren en behandelen van slachtoffers ter plaatse, de coördinatie van hulpverleners en het vervoeren van slachtoffers naar de juiste bestemming. De grootschalige oefeningen waren een samenwerking tussen het Witte Kruis, het Traumacentrum ZWN, het Nederlandse Rode Kruis en de GHOR Zeeland.
Bewustwording Bolle vertelt dat de oefeningen belangrijk waren voor de bewustwording van de taakverdeling. “Medewerkers hebben de verschillen in taken kunnen ervaren tussen de eerste, de tweede en de derde aankomende ambulance. Verder was het goed om te ontdekken hoe de samenwerking met bijvoorbeeld de
meldkamer en het Rode Kruis verloopt.” Hij merkt op dat het de eerste keer was dat er geoefend is met zowel de GHOR als het Rode Kruis en de meldkamer. “Dat moeten we vaker doen. Veel dingen zakken weer snel weg en daarom is het belangrijk de kennis up to date te houden. Dat kan door met ketenpartners te oefenen, maar bijvoorbeeld ook door e-learning.”
Samenwerking De opleidingscoördinator hecht veel waarde aan samenwerking in de regio en in de keten. Hij signaleert dat op dat vlak de laatste jaren grote sprongen zijn gemaakt. “We leren ontzettend veel van elkaar. Een voorbeeld? Het uitwisselen van taakkaarten en bepaalde onderdelen van oefeningen. En sommige zaken kun je heel goed gezamenlijk oppakken. Denk aan het gezamenlijk aanvragen van ROAZ-gelden.” Bolle ziet ook het belang van samenwerking bij bijzondere omstandigheden. “Terrorisme is een actueel voorbeeld. Wij volgen landelijke cursussen over dat onderwerp, maar het zou goed zijn om dat soort scenario’s ook eens gezamenlijk te oefenen. Daar zijn inmiddels ook concrete plannen voor.”
Traumacentrum Zuidwest-Nederland Jaarverslag 2016
19
2. Uit het land
Traumacentrum Zuidwest-Nederland Jaarverslag 2016
20
Medewerkers van het Traumacentrum ZWN participeren in landelijke netwerkoverleggen binnen het Landelijk Netwerk Acute Zorg (LNAZ). Hieronder een opsomming:
Landelijke Beraadsgroep Traumacentra (LBTC) In 2016 zijn de volgende onderwerpen aan de orde geweest in de LBTC: • visitatiemodel level 1 centra; • de Landelijke Traumaregistratie’ • concentratie van de polytraumapatiënten in de level 1 centra in de regio’s; • nationale werkgroep bekkenfracturen; • Zorgstandaard Dwarslaesie.
Platform Regionaal Overleg Acute Zorgketen In dit platform komen alle actuele ontwikkelingen aan de orde en stemmen wij onze activiteiten af met de andere regio’s. Met name de aanpak in de regio’s van de patient journey’s is in 2016 vanuit dit platform ondersteund. Verder maken we deel uit van werkgroepen en in 2016 was dat voor de onderwerpen: • ontwikkeling van de Landelijke Acute Zorg Kaart (LAZK); • werkgroep registratie acute zorgketen actief.
Platform Opleiden, Trainen en Oefenen (OTO) Landelijk vindt afstemming plaats over de voorbereiding op rampen en crises. Het Traumacentrum ZWN neemt hiervoor deel aan het landelijk overleg van Crisisbeheersing en OTO. In dit overleg wordt gezocht naar mogelijkheden om te komen tot uniformering en samenwerking. Ook worden de leden geïnformeerd over ontwikkelingen die landelijk of in andere regio’s spelen. In 2016 zijn vanuit dit gremium onder andere een herziening van het landelijk beleidskader en het landelijk kwaliteitskader crisisbeheersing en OTO uitgewerkt. Per 2017 wordt ook in de regio ZWN dit actief opgepakt.
Traumacentrum Zuidwest-Nederland Jaarverslag 2016
21
3. Over ons kenniscentrum
Traumacentrum Zuidwest-Nederland Jaarverslag 2016
22
Refereeravonden Er zijn in 2016 drie refereeravonden georganiseerd voor de ketenpartners. De avonden hadden de volgende titels en per avond waren tussen de 150-190 deelnemers aanwezig: • Ontwikkelingen in de acute zorg; • Als dreiging realiteit wordt; • Drenkelingen, Duikongevallen en de Dood.
Trauma Audit Meeting (TAM) Er hebben in de hele regio in 2016 vijf Trauma Audit Meetings plaatsgevonden. Bij deze bijeenkomsten was de hele keten vertegenwoordigd en vanuit de verschillende perspectieven zijn een of meerdere casussen besproken.
Traumaregistratie De jaarrapportage over kalenderjaar 2015 is in augustus 2016 afgerond. In het kader van transparantie hebben alle ziekenhuizen eenzelfde rapport ontvangen met de informatie van alle ziekenhuizen hierin verzameld. Als aanvulling hierop kunnen de individuele ziekenhuizen hun specifieke gegevens online inzien. Om een zo compleet mogelijk beeld van de Landelijke Traumaregistratie (LTR) te krijgen, zijn de landelijke rapporten van de LNAZ eveneens rondgestuurd. De keten wordt hiermee zo volledig mogelijk uit diverse hoeken beschreven. In 2015 en 2016 is het aantal registraties licht gestegen ten opzichte van 2014 en hebben we in beide jaren de grens van 10.000 jaarlijkse registraties overschreden en de 100% registratiegraad behouden. Hiermee zijn wij een van de grootste traumaregio’s van Nederland.
Aantallen traumaregistraties ZWN
Jaar
2012
2013
2014
Registratie
8.003
9.223
9.789
2015
2016
10.246 10.084
Aantallen traumaregistraties landelijk Jaar Registratie
2012
2013
2014
2015
76.351 79.520 83.287 83.870
In tabel 1 ziet u de deelnemende ziekenhuizen, hun levelindeling in de regio Zuidwest-Nederland en het aantal registraties per ziekenhuis weergegeven over kalenderjaar 2016. De levelindeling is toegekend door het Traumacentrum ZWN aan de hand van criteria die zijn vastgesteld door de Nederlandse Vereniging voor Traumachirurgie (NVT).
Tabel 1 Deelnemende ziekenhuizen met hun levelindeling en aantallen registraties over 2016 Ziekenhuis
level SEH
aantal
%
Admiraal De Ruyter Ziekenhuis
2
1368
13,6
Albert Schweitzer Ziekenhuis
2
1296
12,9
Beatrixziekenhuis
3
663
6,6
Erasmus MC
1
1432
14,2
Franciscus Gasthuis
2
611
6,1
Franciscus Vlietland
3
409
4,1
Havenziekenhuis
3
65
0,6
Het Oogziekenhuis Rotterdam
3
7
0,1
Het Van Weel-Bethesda Ziekenhuis
3
565
5,6
IJsselland Ziekenhuis
3
627
6,2
Ikazia Ziekenhuis
3
1052
10,4
Maasstad Ziekenhuis
2
1074
10,6
Maasstad Brandwondencentrum
2
218
2,1
Spijkenisse Medisch Centrum
3
83
0,8
Zorgsaam Ziekenhuis Zeeuws-Vlaanderen
3
614
6,1
Totaal
10.084
100,0
Traumacentrum Zuidwest-Nederland Jaarverslag 2016
23
Overige ontwikkelingen
In 2015 heeft het datamanagement een nieuw letselcodeboek in gebruik genomen (van AIS 1990 update ’98 naar AIS 2005 update ’08). Het nieuwe boek sluit beter aan op het beschrijven van traumatisch letsel in landen met een geavanceerd traumazorgsysteem. Op voorhand was bekend dat over het geheel de letselernst van verschillende type letsels zou dalen. Dit zou ook tot een reductie in polytrauma moeten leiden van ongeveer 20% over de hele regio. In 2015 hebben wij dit niet kunnen waarnemen. Sterker nog: de ingezette stijging van polytrauma de jaren ervoor zette door in het level 1 ziekenhuis. Inmiddels is het effect van het implementeren van het nieuwe codeboek duidelijk geworden. In 2016 is het aantal polytrauma met 17,5% gedaald in de gehele regio. De daling is het meest te zien voor de level 2 SEH’s, namelijk een daling van 60%. Voor het level 1 ziekenhuis in de regio bedraagt de daling 13% en de level 3 SEH’s blijven gelijk in het aantal opgevangen polytraumapatiënten. In tabel 2 is eveneens te zien dat het level 1 ziekenhuis (Erasmus MC) de afgelopen jaren elk jaar een groter percentage polytraumapatiënten opvangt in de regio. Deze ontwikkeling sluit aan bij de landelijke doelstelling om 90% van alle polytraumapatiënten in het level 1 centrum van de regio op te vangen.
2016 stond ook in het teken van verdere digitalisering van de aanlevering van gegevens. De ervaring die we hiermee hebben opgedaan, nemen we eveneens mee naar 2017. Met name de implementatie van een nieuw elektronisch patiëntendossier (ZIS, ziekenhuis informatiesysteem) in de ziekenhuizen brengt veel aanpassing met zich mee ten aanzien van de registratie. De uitdaging zit in de contracten met zowel de ziekenhuizen als met de leverancier van de software. In 2016 zijn er drie ziekenhuizen overgegaan op een nieuw ZIS of een update daarvan. In 2017 gaan of gingen zeven ziekenhuizen over op een nieuw ZIS. Het datamanagement is uitgebreid met een nieuwe collega. Dit met het oog op het uitbreiden van onze activiteiten, met name op het gebied van onderzoek en analyses. Twee datamanagers volgen momenteel een opleiding en zullen o.a. een afstudeeronderzoek gaan doen. Hiermee wordt ook gestreefd naar een versteviging van de aansluiting op de andere taken van het Traumacentrum ZWN, zoals het Kenniscentrum en het Netwerk. De uitbreiding is ook bedoeld om het registratiejaar 2017 eerder in het jaar af te krijgen. Dit is van belang omdat de ziekenhuizen verplicht zijn voor een bepaalde datum kwaliteitsindicatoren aan
Tabel 2 Aantal polytraumapatiënten naar naar levelindeling van het ziekenhuis Level SEH
2014
2015
2016
aantal
%
aantal
%
aantal
%
aantal
%
Level 1
403
51,6
371
63,1
441
68,1
385
72,0
Level 2
236
30,2
155
26,4
147
22,7
88
16,4
Level 3
142
18,2
62
10,5
60
9,3
62
11,6
Level 2 & 3
378
48,4
217
36,9
207
31,9
150
28,0
Totaal
781
100
588
100
648
100
535
100
Traumacentrum Zuidwest-Nederland Jaarverslag 2016
24
2013
te leveren aan het ZiN. Er zijn vooralsnog op het gebied van trauma alleen indicatoren opgesteld voor heupfracturen en polytraumapatiënten. Een belangrijke aandachtspunt in 2016 en 2017 was het bemachtigen van de prehospitale gegevens van de ambulancediensten. Dit is een langlopend traject dat nog veel energie vraagt. Tot slot zullen wij - om tot een professionele aanlevering en verwerking van data te komen - veel aandacht schenken aan ons datareglement, waarin privacywaarborging een zeer belangrijk element is.
Coördinatie Commissie Traumatologie (CCT) De CCT bestaat uit een vertegenwoordiging van de specialismen die betrokken zijn bij de opvang en behandeling van traumapatiënten. De commissie heeft een coördinerende, stimulerende en richtinggevende rol bij kwaliteitsactiviteiten rond zorg voor traumapatiënten. Vanuit de CCT worden verschillende werkgroepen geformeerd. Deze werkgroepen werken specifieke aspecten van bepaalde letsels uit en hebben als taakstelling richtlijnen aan te leveren.
Nieuw in 2016 1. kindertraumatologie; 2. a nesthesiologisch beleid tijdens Damage Control Surgery; 3. Protocol Opvang Duikongevallen en Decompressiebehandeling. De CCT-protocollen Opvang Polytraumapatiënt, Hypothermie en Onderste Extremiteiten zijn herzien.
Onderzoek Het Traumacentrum ZWN maakt een ontwikkeling door op het doen van onderzoek. Het doel is om vooral toegepast onderzoek uit te voeren ten behoeve van beleidsontwikkeling. De focus ligt op dit moment nog vooral op de traumazorg. Zo is de analyse van het onderzoek naar de concentratie van de polytraumapatiënten binnen de regio in 2016 afgerond. Verder is een community projectonderwijs gestart, waarbij zes studenten onderzoek hebben gedaan naar de overplaatsingen in onze regio. Vanuit de LTR is gekeken naar de coderingen Not Further Specified (NFS), met als doel inzicht te verkrijgen in de kwaliteit van de letselcoderingen in de landelijke traumaregistratie. In het kader van de studie van twee datamanagers lopen er onderzoeken naar de kwaliteit van leven van polytraumapatiënten en naar het effect van de implementatie van de Dutch Hip Fracture Audit. Tot slot doen twee MMT-artsen onderzoek naar respectievelijk oogdrukmeting in relatie tot hersenbeschadiging en de toegevoegde waarde van MMT-zorg bij kinderen, zoals bijvoorbeeld de kinderreanimaties. Verder participeren wij in de landelijke trail Brain Protect. In deze studie worden patiënten met ernstig schedelhersenletsel die zijn behandeld door ambulancepersoneel en/of het Mobiel Medisch Team, opgenomen in een landelijke registratie. Doel is om binnen de Nederlandse context prehospitale predictoren te identificeren en voor de patiënt gunstige behandelingsvormen te definiëren. Daarmee willen wij de prognose voor patiënten met ernstig schedelhersenletsel verbeteren.
Traumacentrum Zuidwest-Nederland Jaarverslag 2016
25
4. Mobiel Medisch Team
Traumacentrum Zuidwest-Nederland Jaarverslag 2016
26
Inzetgegevens
In tabel 4 zijn de inzetgegevens per meldkamer weergegeven.
In tabel 3 en figuur 1 is achtereenvolgens te zien hoeveel oproepen en inzetten van het MMT in 2016 hebben plaatsgevonden en hoe deze zich verhouden ten opzichte van de voorgaande jaren. Tabel 3 Oproepen, cancels en inzetten 2016
Tabel 4 Inzetgegevens per meldkamer, * inzetten zijn berekend als oproepen minus cancels. Helikopter
MMTvoertuig
Rotterdam-Rijnmond
511
245
Zuid-Holland Zuid
121
13
oproepen
cancels
inzetten
Helikopter
2552
1251
1301
Midden- en WestBrabant
197
19
MMTvoertuig
764
391
373
Haaglanden
190
81
Totaal
2552
1642
1674
Hollands Midden
87
11
Zeeland
119
3
Overig
75
1
Totaal
1300
373
Figuur 1 Oproepen helikopter en voertuig, 2013 tot en met 2016 3000
In figuur 2 is te zien hoe de traumagerelateerde inzetten zich verhouden ten opzichte van de inzetten voor non-trauma, waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen kinderen en volwassenen.
2250
1500
Figuur 2 Inzetten traumagerelateerd versus inzetten non-traumagerelateerd (n=1648)
750
0
2013
2014
â– Helikopter â– MMT-voertuig
2015
2016
2016
kinder non-trauma 170
kindertrauma 166
non-trauma 486
trauma 901
Traumacentrum Zuidwest-Nederland Jaarverslag 2016
27
In figuur 3 zijn het aantal en de soorten medische handelingen tijdens de inzetten weergegeven. Figuur 3 Medische handelingen 2013 tot en met 2016 600
450
■ Intubaties ■ Botschroeven ■ Thoraxdrains
300
■ Reanimaties
150
0
2013
2014
2015
2016
In figuur 4 staan de oproepen overdag (07:00-19:00 uur) en in de nacht (19:00-07:00 uur) met de helikopter weergegeven. In totaal gaat het om 1868 oproepen overdag en 686 in de nacht. Figuur 4 Oproepen van de helikopter uitgesplitst naar dag en nacht (n=2348) 300 225 150 75 0 januari
■ Dag 2016 ■ Nacht 2016
Traumacentrum Zuidwest-Nederland Jaarverslag 2016
28
april
juli
oktober
Van links naar rechts: Marco van den Berg (Chief Pilot), Petra van Asten (Chief Nurse), Els van der Wallen (Manager Traumacentrum ZWN), Iscander Maissan (Coördinator Kwaliteit en Opleiding), Robert Jan Houmes (Medisch Coördinator), niet op de foto Dennis den Hartog (Hoofd Traumacentrum ZWN)
Oefeningen en evenementen
Stagebeleid
Het MMT heeft geoefend tijdens de Brandweerdag Albrandswaard, SARdag (Search and Rescue) Katwijk en de Brandweerdag in Pijnacker. Tijdens Rescue Vlissingen is er een demonstratie gegeven.
Voor de collega’s van de ketenpartners in de regio Zuidwest-Nederland biedt het Traumacentrum ZWN de mogelijkheid om een dag mee te lopen met het MMT. In 2016 zijn er 51 stagedagen geweest. Het nieuwe stagebeleid is geïmplementeerd. Dit betekent dat de stagedag vooral een onderdeel wordt van de inwerkperiode van nieuwe ambulanceverpleegkundigen. Hierdoor raken ze gelijk bekend met het MMT en dat komt de samenwerking op straat ten goede.
Traumacentrum Zuidwest-Nederland Jaarverslag 2016
29
Organisatie FinanciĂŤn
Personeel
Het Traumacentrum ZWN ontvangt drie beschikbaarheidsbijdragen van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) voor het uitvoeren van haar taken. Deze beschikbaarheidsbijdragen zijn gebaseerd op beleidsregels en via een accountantsverklaring wordt aan het eind van het jaar verantwoording afgelegd aan de NZa.
In 2016 hebben we twee nieuwe MMTverpleegkundigen opgeleid en een nieuwe datamanager, twee secretaresses en een oefenleider aangenomen. We hebben afscheid genomen van onze onderzoekster en een stagiaire. 
Zowel wat betreft de beschikbaarheidsbijdragen voor het Netwerk/ROAZ als voor het MMT is budgettair neutraal afgerekend met de NZa. Voor het budget voor het OTO heeft dit jaar voor het eerst een totale uitputting van het budget plaatsgevonden. Gezien de groei van de taken, de grootte en de dynamiek van de regio ZuidwestNederland wordt het uitvoeren van de taken binnen het budget een steeds grotere uitdaging. Ook op landelijk niveau wordt de discussie gevoerd om over een beter passende budget te kunnen beschikken.
Traumacentrum Zuidwest-Nederland Jaarverslag 2016
30
Blik op de toekomst Meerjarenbeleid
Financiën
In 2017 staat de vaststelling van het meerjarenbeleidsplan op de agenda. Hierin wordt de regierol van het ROAZ nader bepaald en is de samenwerking met de GHOR-bureaus een belangrijke doelstelling. Daarnaast is het belangrijk om het Traumacentrum ZWN zo in te richten en te faciliteren dat we constant klaar staan voor de regio en om samen te werken aan het sterk houden van de keten.
De regio Zuidwest-Nederland is een van de grootste regio’s met heel veel ketenpartners. Zij werken samen in een dynamische omgeving, met sterk veranderende en steeds weer nieuwe problematiek. Dat vraagt om een goed geoutilleerd stafbureau dat het Netwerk en het Kenniscentrum optimaal kan ondersteunen. De nieuwe communicatiestrategie is al benoemd, maar we zien ook nog zeker ruimte voor meer adviseurs die de projecten kunnen begeleiden en de ketenpartners adviseren. We zien ook mogelijkheden om de registratie op een nog hoger plan te brengen en het onderzoek te professionaliseren. Ook hiervoor moeten financiële middelen ter beschikking staan. Dit heeft onze grote aandacht.
Communicatie De activiteiten van het Traumacentrum ZWN nemen steeds meer toe. Om de organisaties in het netwerk op alle niveaus goed geïnformeerd en betrokken te houden, wordt de inzet van meer professionele communicatie steeds belangrijker. In 2017 geven we hiervoor een eerste aanzet met een communicatiestrategie. Alleen zo kunnen we goed en doeltreffend in verbinding zijn en blijven met onze ketenpartners.
Uitdagingen In 2017 moeten we het ABR Zorgnetwerk ZWN verder vormgeven en samen met de ketenpartners moeten we blijven zoeken naar oplossingen voor de drukte in de acute zorg en het personeelstekort.
Traumacentrum Zuidwest-Nederland Jaarverslag 2016
31
Reacties kunt u richten aan: Traumacentrum Zuidwest-Nederland ‘s Gravendijkwal 230 3015 CE Rotterdam Tel 010 7035034 Fax 010 7035039 stafbureau.tczwn@erasmusmc.nl
Foto voorpagina: Jeroen de Smit