2
Juni 2016
Opzeggen kan alleen per 31 december. Er geldt een opzegtermijn van zes maanden. Zie voor verdere informatie de statuten, artikel 7, lid 4 en de VEMW-website: www. vemw.nl/OverVEMW/ Lidmaatschap
VEMW is hét kenniscentrum en dé belangenbehartiger voor zakelijke energie- en watergebruikers.
VEMW Journaal W VEM rsus u c s i Bas
it ricite Elekt Gas en
Hetty Klavers, Dijkgraaf van Waterschap Zuiderzeeland en voorzitter van de CAB, over het financieringssysteem van waterbeheer pagina 3
ag 12 Zie p
Samen op weg naar minder Hoe kan de Nederlandse industrie bijdragen aan de transitie naar een koolstofarme energievoorziening in 2050? Door te investeren in processen, producten en waardeketens. Op 16 juni presenteerde VEMW tijdens het congres ‘Samen op weg naar minder’ een position paper, opgesteld door een sector-overstijgende werkgroep, waarmee een concrete invulling wordt gegeven aan deze uitdaging. Een veelbelovende start voor, en bijdrage aan de volgende 100 jaar van industriële activiteiten. Lees verder op pag 8
En verder in dit nummer
2 • Toekomst financiering waterbeheer • Model Aansluit- en Transportovereenkomst 3 • Belastingstelsel waterschappen onder de loep
4-5 • Flexibele vraag en aanbod van stroom 6-7 • 100 jaar VEMW
In dit nummer o.a. Flexibele vraag en aanbod van stroom De toename in duurzame energie vraagt om aanpassing van het elektriciteitsnet. Veranderingen in vraag- en aanbodpatronen vragen meer flexibiliteit van het energiesysteem. Zakelijke energiegebrukers kunnen hierin voorzien door hun productieprocessen te flexibliseren. Pag 4-5
Koninklijke VEMW De kwaliteit van de Nederlandse energie- en watervoorziening is een van de sleutelfactoren voor ondernemeningen om zich in Nederland te vestigen. Dat maakt VEMW een organisatie van landelijke betekenis. Na 100 jaar belangenbehartiging van bedrijven en instellingen op het gebied van energie en water, mag de vereniging zich nu de Koninlijke VEMW noemen. Pag 6-7
8-9 • VEMW brengt bouwstenen energietransitie in beeld
11 • Herziening Warmtewet: actie noodzakelijk • Column Spoor
10 • Beoordeling voor vergunning lozing gewijzigd
12 • VEMW wil de positie van de zakelijke watergebruiker versterken
Actualiteit
Opzeggen kan alleen per 31 december. Er geldt een opzegtermijn van zes maanden. Zie voor verdere informatie de statuten, artikel 7, lid 4 en de VEMW-website: www.vemw.nl/OverVEMW/Lidmaatschap
VEMW sluit model ATO met regionale netbeheerders Toekomst financiering waterbeheer Het ministerie van Infrastructuur en Milieu werkt aan voorstellen voor de toekomstige financiering van het waterbeheer. Daarmee pakt het ministerie één van de aanbevelingen op van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO). OESO stelde in 2014 onder meer dat economische prikkels meer ingezet kunnen worden om efficiënt om te gaan met ‘te veel’, ‘te weinig’ en vooral ‘te vervuild’ water . Het ministerie ver-
Nadat VEMW eerder met GTS en TenneT een model voor de Aansluiten Transportovereenkomst overeenkwam, is er nu ook een ATO modelovereenkomst voor regionale netbeheerders. Deze maakt een non-discriminatoire toegang mogelijk voor zakelijke elektriciteits- en gasverbruikers met een aansluiting bij bijvoorbeeld Enexis, Liander, Stedin en Enduris. De ATO legt de wederzijdse rechten en plichten tussen u en uw netbeheerder vast rond de aansluiting op het net en het transport van elektriciteit en gas. Tot dusver hanteerde elke regionale netbeheerder eigen algemene voorwaarden en contractvormen. VEMW wilde iets doen aan deze ongelijke behandeling van aangeslotenen.
kent momenteel waar binnen het bestaande stelsel verbeteringen mogelijk zijn. De definitieve voorstellen worden in het najaar verwacht. VEMW volgt de ontwikkelingen op de voet en heeft uitgesproken ideeën over de toekomstige financiering van het waterbeheer. Deze ideeën worden de komende periode omgezet in een visie die deze zomer zal verschijnen. De visie wordt in nauw overleg met de VEMW beleidsgroep Water opgesteld. We houden u op de hoogte van de voortgang. Aan de resultaten wordt in het vol-
Wat heeft VEMW vastgelegd? De modelovereenkomst gaat onder meer over de aansluiting, het transport en gecontracteerd vermogen, recht van opstal en toegang tot installaties, de aansprakelijkheid, tarieven en facturering. VEMW heeft steeds benadrukt dat de voorwaarden redelijk en billijk moeten zijn voor zowel de netbeheerder als de aangeslotene. De overeenkomst is nadrukkelijk een model: beide contractpartijen kunnen hiervan afwijken.
gende VEMW Journaal aandacht besteed. Meer informatie? Neem contact op met uw VEMW adviseur, Eric Picard: ep@vemw.nl of 0348-484 351.
2
VEMW Journaal | Juni 2016
Opinie
Belastingstelsel waterschappen onder de loep In 2014 onderzocht de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) het Nederlandse waterbeheer. De uitkomsten waren positief, maar de OESO benadrukte dat een gebrek aan waterbewustzijn kan leiden tot verminderd draagvlak in de toekomst, wanneer noodzakelijke investeringen en budgetten onder druk komen te staan. De Unie van Waterschappen heeft de commissie Aanpassing Belastingstelsel (CAB) opdracht gegeven om het belastingstelsel van de waterschappen te onderzoeken. VEMW vroeg Hetty Klavers, Dijkgraaf van waterschap Zuiderzeeland en voorzitter van de CAB, hoe de bevindingen van invloed kunnen zijn op het bedrijfsleven.
fiteert het bedrijfsleven van, en tegelijkertijd dragen bedrijven er ook aan bij. Als het financieringssysteem verandert, is voorstelbaar dat de verdeling van de lasten wijzigt, zo ook voor het bedrijfsleven. Eén van de onderwerpen die voor bedrijven van belang is, is de zuiveringsheffing. Als je deze zou baseren op werkelijke kosten of als je ruimte zou bieden voor maatwerkafspraken tussen waterschappen en bedrijven, kan dat voor bedrijven tot een ander kostenplaatje leiden. Het is van belang dat een nieuw systeem in de toekomst kan rekenen op draagvlak onder de bedrijven.” Hoe is het bedrijfsleven betrokken bij dit onderzoek? “We hebben externe stakeholders, waaronder VEMW en VNO-NCW als vertegenwoordigers van het bedrijfsleven, de gelegenheid geboden om hun opvattingen met onze commissie te delen. In het vervolgproces willen we opnieuw graag de kennis en ervaringen uit onze omgeving benutten, en het bedrijfsleven vragen om mee te denken over oplossingsrichtingen.”
Waarom dit onderzoek naar eventuele aanpassing van de waterschapsbelastingen? e OESO constateerde dat de Nederlander zich niet voldoende bewust is van de delta waarin hij woont en onderneemt, en wat er allemaal bij komt kijken om dit land droog en het oppervlaktewater schoon te houden. Terwijl burgers en bedrijven dit wel bekostigen, onder meer via de waterschapsbelastingen. Mochten de kosten in de toekomst gaan stijgen, dan zou de betalingsbereidheid wel eens
“D
VEMW Journaal | Juni 2016
terug kunnen lopen. Zo ontstond de vraag: hoe toekomstbestendig is dit financieringssysteem eigenlijk? Daarbij wijzen de waterschappen ook op specifieke knelpunten binnen het eigen belastingstelsel, bijvoorbeeld rond de zuiveringsheffing in relatie tot het terugwinnen van energie en grondstoffen uit afvalwater.” Is dit onderzoek ook van belang voor bedrijven en zo ja, waarom? “Ons solide waterbeheer biedt een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor bedrijven. Daar pro-
Wat gebeurt er met de resultaten van het onderzoek? “Wij concluderen dat er voor de korte termijn geen urgentie is voor ingrijpende wijzigingen, maar dat aanpassingen voor de langere termijn wel nodig zijn. Voor de knelpunten gaan we oplossingsrichtingen uitwerken.” Wanneer is dit onderzoekstraject in uw ogen succesvol? “De commissie streeft naar hoge kwaliteit in zowel het proces als de oplossingen. We willen onze omgeving ruim de gelegenheid bieden om mee te doen en mee te denken. Het belangrijkste is dat we erin slagen om voor de langere termijn met een verbeterd financieringssysteem te komen dat solide en uitlegbaar is, en waar zoveel mogelijk draagvlak voor is.”
3
Praktijk
Flexibele vraag en aanbod van stroom Rapport Markt en Flexibiliteit VEMW is deelnemer aan het project Markt en Flexibiliteit binnen de Topconsortia voor Kennis en Innovatie (TKI). Samen met Netbeheer Nederland, TenneT, Energie-Nederland, Eneco, VEMW, APX, Centrum voor Energievraagstukken (CvE) van de Universiteit van Amsterdam en CE Delft, is een rapport uitgebracht waarin wordt behandeld: • Welke behoefte aan flexibiliteit is te verwachten richting 2023 en 2030? • Hoe kan die behoefte ingevuld worden? • Welke barrières zijn er? • Welke oplossingsrichtingen voor deze barrières zijn denkbaar? (zie kader pagina 5) Zodra het rapport Markt en Flexibiliteit beschikbaar is, zal deze op de website van VEMW ter inzage worden aangeboden. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Frits van der Velde, beleidsadviseur VEMW: fvdv@vemw.nl of 0348-484 355.
4
De toename in duurzame energie vraagt om aanpassing van het elektriciteitsnet. Veranderingen in vraag- en aanbodpatronen vragen meer flexibiliteit van het energiesysteem. Zowel om de levering van energie te kunnen garanderen, de balans tussen het aanbod en de vraag op het net te handhaven en congestie te voorkomen. Zakelijke energiegebruikers kunnen hierin voorzien door hun productieprocessen te flexibiliseren. VEMW lid ESD-SIC, een chemiebedrijf en grootverbruiker van elektriciteit, is zo’n flexibele gebruiker. ESD-SIC leverde in het kader van het TKI-project een casus hierover aan. We vroegen Joost Demmink, manager process technology bij ESD-SIC, om een toelichting. Hoe en waarom heeft ESD-SIC haar productieproces flexibel ingericht? SD-SIC is één van de grootste siliciumcarbideproducenten ter wereld. In onze productieovens worden hoogzuiver zand en petroleumcokes opgewarmd tot 2.500 graden, waarbij siliciumcarbide ontstaat. Dat proces staat vrij veel flexibiliteit toe, en daar maken we gebruik van. Wij kopen onze elektriciteit in, ruim voor het moment van productie. Onze ovens kunnen een aantal uren worden uitgezet zonder dat er teveel warmte verloren gaat. Zo kunnen we tijdens de uren dat de prijs laag is, elektriciteit goedkoop
“E
onttrekken aan het net, en tijdens de uren dat de prijs onaantrekkelijk is, terugleveren. ESD-SIC doet dit al zo’n 10 jaar. Dat is uiteindelijk kostenbesparend én we leveren hiermee een bijdrage aan de verduurzaming op het elektriciteitsnet.” Wat betekende dit voor jullie bedrijfsproces? “Het heeft de nodige gewenning gevraagd. Vroeger was de stroom gewoon beschikbaar. Nu moeten medewerkers weten hoe we stroom inkopen, welke consequenties dat heeft voor hun werkzaamheden en voor de planning. Deze manier van werken ver-
VEMW Journaal | Juni 2016
▲
Productielocatie ESD-SIC, Farmsum
eist duidelijke interne afspraken. De samenwerking tussen afdelingen is dan ook enorm geïntensiveerd. Verder hebben we softwarematig veel moeten aanpassen. De aansturing van de productieovens is bijvoorbeeld volledig geautomatiseerd. Vroeger kwam er een telefoontje binnen van de leverancier: jullie moeten nu schakelen. Dan moest de operator alles schakel voor schakel uitzetten. Nu komt een signaal binnen en zijn we binnen zo’n 30 seconden van het net, om vervolgens binnen 2 minuten weer in bedrijf te zijn.”
Praktijk
Barrières Markttoegang • strenge product- en toegangseisen • zware vereisten berichtenverkeer • onduidelijkheid over rol van aggregatoren Complexiteit van de markt • vier verschillende deelmarkten • beperkte beschikbaarheid informatie • hoge kosten en risico’s marktdeelname Regulering
Wat zou je bedrijven meegeven die ook iets dergelijks nastreven? “Goede voorbereiding is noodzakelijk. Welke mate van flexibiliteit kan het productieproces aan? Hoeveel megawatt kan ik ongestraft terugschakelen, hoe lang, hoe vaak? Welke technische mogelijkheden zijn er? Welke risico’s, bijvoorbeeld voor de productkwaliteit? Wat zijn de consequenties voor het onder-
houdsprogramma? Welke logistieke knelpunten kent een flexibele productieplanning? En je moet weten welke financiële risico’s je als organisatie wilt of niet kunt dragen. Op de lange termijn ervaren wij hier grote voordelen van, maar deze manier van werken gaat óók gepaard met aanzienlijke risico’s.”
• profielallocatie kleine aansluitingen • volledige aansluit- en transportplicht netbeheerder • structuur transporttarieven Fiscale barrières • structuur energiebelasting • administratieve lasten
Wat is de belangrijkste reden om te flexibiliseren? “Zowel vanuit de landelijke netbeheerder als de energieleveranciers is de behoefte naar flexibiliteit groeiend. Wanneer je energiekosten een belangrijk onderdeel uitmaken van je kostprijs, en je weet dat flexibiliteit in je productieproces mogelijk is, kan je in gesprek gaan met je energieleverancier. Je kunt ook mee gaan doen met een noodvermogenpool, of zelf vermogen aanbieden aan TenneT als noodvermogen of regel- en reservevermogen. Er zijn verschillende mogelijkheden, en het kan je dus wat opleveren.”
Flexibiliteitsaanbod Huidige flexibiliteitsaanbieders
Additionele flexibiliteitsaanbieders o.a. zakelijke gebruikers, huishoudens en opslag
Barrières Oplossingsrichtingen Verbeteren markttoegang
Aanpassen kostentoerekening
• Productdefinities aanpassen • Marktinformatie beschikbaar maken • Laagdrempelig flexibiliteitsplatform • Aggregator rol geven
• Slimme meter allocatie • Flexibele leveringstarieven • Gestaffeld capaciteitstarief kleinverbruik • kWmax correctie grootverbruik • Faciliterend nettarief grootverbruik • Energiebelasting aanpassen
Beperkte verruiming toepassen congestiemanagement • Ontwikkelen afwegingskader ‘verzwaren tenzij’ • Rollen en bevoegdheden in kaart • Productbehoefte definiëren • Stoplichtmodel ontwikkelen • Flexibele(re) leverings- en nettarieven
Barrières
Groeiende vraag naar flexibiliteit Garanderen energielevering o.a. producenten, leveranciers
VEMW Journaal | Juni 2016
Balanceren van het netwerk landelijke netbeheerder
Voorkomen van congestie op netwerk landelijke netbeheerder (regionale netbeheerders?)
5
Vereniging
100 jaar VEMW
Vereniging van nationaal belang “Majesteit, De Vereniging voor Energie, Milieu en Water (VEMW), gevestigd te Woerden, dient hierbij een aanvraag in voor het predicaat ‘Koninklijk’.” Met deze woorden vroeg VEMW in 2015 Zijne Majesteit de Koning, om de vereniging het predicaat Koninklijk toe te kennen. Aanleiding voor de aanvraag was dat de ondersteuning en belangenbehartiging van bedrijven en instellingen op het gebied van energie en water, al 100
6
jaar vanuit deze organisatie plaatsvindt. De kwaliteit van de Nederlandse energie- en watervoorziening was en is vandaag nog steeds één van de sleutelfactoren voor ondernemingen om zich in Nederland te vestigen. Dat maakt VEMW een organisatie van landelij-
ke betekenis. En daarom mag VEMW zich nu: de Koninklijke VEMW noemen. In 1915 werd VEMW opgericht, destijds onder de naam Krachtwerktuigen. De voornaamste activiteit van de vereniging was technische advisering rond de opzet van de warmte- en
VEMW Journaal | Juni 2016
Vereniging
krachtbehoefte van fabrieken, met het doel stoomketels en krachtwerktuigen efficiënt, verantwoord en betaalbaar te gebruiken. In de jaren ’20 en ’30 werd de Nederlandse industrie geconfronteerd met brandstoftekorten en hoge energieprijzen. Krachtwerktuigen ging zich in toenemende mate bezighouden met energieprijzen en de wetgeving rond de energievoorziening. Na de Tweede Wereldoorlog brak een periode aan met lage energieprijzen en een sterk groeiende Nederlandse industrie. Centrale opwekking van elektriciteit werd steeds belangrijker en het belang van zakelijke energiegebruikers kreeg prioriteit. Met de oprichting van de afdeling Industriewater ging Krachtwerktuigen zich ook richten op het waterbeleid in Nederland.
“Voor de voedingsmiddelenindustrie in het algemeen en voor Heineken in het bijzonder, is de beschikbaarheid van water van goede kwaliteit nu en in de toekomst van cruciaal belang. VEMW heeft een watervisie ontwikkeld welke een gezamenlijke opgave vormt voor de industrie en de overheid. VEMW levert een belangrijke bijdrage aan veel waterdossiers zoals bijvoorbeeld de Structuurvisie Ondergrond (STRONG), waarbij voor ons het veiligstellen van de kwaliteit van het grondwater een belangrijk onderwerp is. Het verleden heeft geleerd dat VEMW in staat is waterdossiers, die vaak een jarenlange doorlooptijd kennen, met goed resultaat af te sluiten.” Willem de Jonge, Senior Director Supply Chain and Vrumona, Heineken
In de jaren ’70 en ’80 volgden de ontwikkelingen rond energie elkaar in rap tempo op. Sterk fluctuerende energieprijzen en de komst van warmtekrachttechnologie zorgden voor het bewustzijn over schaarste aan energie en noodzakelijke besparingen. Krachtwerktuigen ging in overleg met de elektriciteitssector om de juiste voorwaarden te definiëren voor het terugleveren van elektriciteit aan het net. Eind 20ste eeuw besloot Nederland dat drinkwater een publiek monopolie moest blijven. Vervolgens werd de energiemarkt geliberali-
VEMW Journaal | Juni 2016
seerd en VEMW kreeg de rol van representatieve organisatie. Vanaf 1998 is VEMW dé vertegenwoordiger van de zakelijk gebruiker, om invulling te geven aan de spelregels van de energiemarkten en het toezicht op de netwerken, en de vrije toegang tot de monopoloïde netwerken.
“VEMW is een actieve vereniging voor de energie intensieve industrie die in een tijd van mondialisering oog heeft voor het internationale concurrentievermogen. Het is voor Tata Steel belangrijk een partij aan je zijde te hebben die onze business snapt en dagelijks hierover spreekt met overheid, toezichthouder en politiek. Als het gaat om energiekosten concurrerend te houden of om goede marktwerking te stimuleren. Naar de toekomst toe zet VEMW duidelijke lijnen uit voor een gezonde en schone industrie. Met haar leden draagt ze actief bij aan de energiedialoog. Ik sta volledig achter de handreiking die VEMW doet: samen op weg naar minder CO2. Voor minder doet Tata Steel het ook niet. Het is eenvoudigweg onderdeel van je maatschappelijke verantwoordelijkheid.” Theo Henrar, directievoorzitter, Tata Steel Nederland
Ondanks de enorme ontwikkelingen die in de afgelopen eeuw hebben plaatsgevonden, is de essentie van de doelstelling van VEMW vrijwel ongewijzigd gebleven. Anno 2016 behartigt VEMW de belangen van een brede groep energie- en watergebruikers uit diverse sectoren, en maakt zich nog steeds hard voor eerlijke voorwaarden, tarieven en prijzen van energie- en water-gerelateerde producten en diensten. Het predicaat Koninklijk symboliseert vertrouwen in de vereniging en waardering voor haar activiteiten. Het brengt tot uiting dat VEMW een vooraanstaande plaats inneemt in de Nederlandse energie- en watervoorziening.
“Energie, milieu en water zijn trending topics. De vermindering van onze ‘carbon footprint’ is ook voor onze coöperatie een voorwaarde voor de toekomst. Niet alleen omdat wij dat willen, maar ook omdat onze klanten daarnaar vragen. Als producent en leverancier van hoogwaardige ingrediënten uit de zetmeelaardappel, is de betrouwbaarheid maar ook de betaalbaarheid van alternatieve energiebronnen van groot belang. VEMW is voor ons daarbij een belangrijke belangenbehartiger.” Bert Jansen, CEO, AVEBE
Hét thema waar vandaag – én in de toekomst – niemand meer omheen kan, is de transitie naar een meer duurzame energievoorziening. Uiteraard speelt VEMW hier een belangrijke rol in. Klimaat- en waterbeleid dat in Brussel wordt bepaald, raakt de Nederlandse zakelijke energie- en watergebruiker. De energietransitie vraagt veel meer dan toenemende verbeteringen van bestaande processen. Er is een trendbreuk nodig, met vernieuwing van productieprocessen, producten en waardeketens. VEMW levert een actieve bijdrage aan de dialoog hierover, over wat mogelijk is en welke randvoorwaarden nodig zijn voor de realisatie.
“Energie is voor AkzoNobel in meerdere opzichten een strategisch thema, niet alleen in de kostenstructuur, maar vooral ook in het realiseren van onze duurzame ambities. In de afgelopen 100 jaar zijn daarin grote stappen gezet, maar er is nog veel te winnen. De VEMW is een belangrijke voorvechter van een open, transparante en competitieve energiemarkt en dat is nu belangrijker dan ooit.” Ton Büchner, CEO en Voorzitter Raad van Bestuur, AkzoNobel
7
Maatschappij
VEMW brengt bouwstenen energietransitie in beeld In het VEMW Journaal van maart 2016 verscheen deel 1 van het drieluik “Transitie via Energiedialoog”. De dialoog tussen het ministerie van Economische Zaken, burgers, bedrijven, overheden, maatschappelijke organisaties en wetenschappers, moet input geven over de manier waarop een CO2-arme energievoorziening in Nederland gerealiseerd kan worden. Dit vervolg vertelt wat VEMW het kabinet namens haar leden meegeeft.
M
et de Energiedialoog, die van april tot juli 2016 loopt, beoogt Economische Zaken draagvlak te creëren voor de enorme uitdaging van de transitie naar een koolstofarme energievoorziening in 2050, die met het SER Energieakkoord (2013-2023) in gang is gezet. Maar EZ heeft ook de intentie om professionele partijen
8
actiever te betrekken en zo hun kennis en ervaring zoveel mogelijk te benutten. Uiteraard neemt VEMW actief deel aan de dialoog. Daarnaast is VEMW ook met haar achterban in gesprek gegaan over de bijdragen die zij vanuit de industrie mogelijk achten en welke randvoorwaarden daarvoor nodig zijn. Dat heeft geleid tot de uitwerking van een inhou-
delijk concreet voorstel, dat op 16 juni jl. aan het ministerie van Economische Zaken is overhandigd. De energie-intensieve industrie ondersteunt de 2050-doelstelling, maar realiseert zich ook dat hiervoor een wezenlijk andere aanpak nodig is dan de inspanningen waarmee nu kostenbesparende energie-efficiëntie wordt betracht. Optimalisatie van processen, zowel binnen de bedrijven als binnen de keten, heeft de industrie de laatste decennia zo’n 20% energiebesparing opgeleverd. Op deze wijze zou de komende tien jaar nog eens 10% meer efficiëntie kunnen worden gerealiseerd. Dat is echter onvoldoende om de Nederlandse CO2-
VEMW Journaal | Juni 2016
Maatschappij
Restgassen omzetten in grondstoffen Chemiebedrijf Dow Benelux heeft in verschillende samenwerkingsverbanden de mogelijkheden voor grootschalige besparingen in de industrie verkend. Een van de mogelijkheden betreft het inzetten van restgassen in de staalindustrie voor de productie van chemische producten. Dit concept vermijdt niet alleen de uitstoot van CO2, het is ook een voorbeeld van circulair gebruik van koolstofrijke grondstoffen. Onderzoek richt zich nu op manieren voor het afvangen van koolstofrijke restgassen, en deze te
heid kan die samenwerkingen bevorderen. Wet- en regelgeving moet bijgesteld worden en risico’s, ook financiële, moeten worden beperkt. Van groot belang is dat de overheid zich blijft inspannen voor een betrouwbare en betaalbare energievoorziening, met internationaal concurrerende energiekosten. Alleen dan kunnen de investeringen worden gedaan om bij te dragen aan het drastisch reduceren van de uitstoot in Nederland.
bewerken zodanig dat ze syngas vormen. Syngas is een gasmengsel van koolstofmonoxide en waterstofgas, dat kan worden omgezet in een waardevolle grondstof voor de chemische industrie. Syngas kan daarmee olie-gebaseerde grondstoffen deels vervangen. Een eerste analyse van dit concept wijst uit dat per ton chemisch product een vermijding van meer dan 2,3 ton CO2 mogelijk is. Met verdere optimalisaties en ‘full plant’ integraties ligt een besparing van miljoenen tonnen CO2 per jaar binnen bereik. Dow Benelux heeft verschillende innovatieve technologieën ontwikkeld voor verwaarding van koolstofrijke restgassen, waarvan de technische haalbaarheid getest zal worden in een industriële omgeving. Er zijn uiteraard nog grote uitdagingen op de weg. Verdere ontwikkeling van dit concept vergt samenwerking tussen verschillende partijen. Dow kijkt daarom welke partners kunnen aanhaken bij het gezamenlijk ontwikkelen van dit concept.
De energie-intensieve industrie ondersteunt de 2050-doelstelling, maar realiseert zich ook dat hiervoor een wezenlijk andere aanpak nodig is dan de inspanningen waarmee nu kostenbesparende energie-efficiëntie wordt betracht
Lees nog meer inspirerende business cases als deze in het position paper ‘Samen op weg naar minder’ op www.vemw.nl
uitstoot in 2050 met 80-95% te beperken. Om daadwerkelijk invulling te kunnen geven aan een koolstofarme energievoorziening in 2050 is een trendbreuk nodig. Het position paper dat VEMW met haar leden heeft opgesteld, beschrijft een concrete propositie voor de toekomst waarin de Nederlandse industrie deelt in het verlagen van de CO2-uitstoot, en tegelijkertijd een bijdrage levert aan de versterking van de economie van Nederland. De energie-intensieve industrie is bereid te investeren in omvangrijke aanpassingen die nodig zijn om de CO2-uitstoot van energiegebruik en –productie te reduceren. De overheid moet daar een belangrijke rol in gaan spelen, door de bedrijven in staat te stellen om processen, producten en waardeketens ingrijpend te vernieuwen en verbeteren. Dat betekent dat we een actieve bijdrage vragen van de overheid, en een partnership willen aangaan waarin de industrie zich richt op het investeren, en de overheid zich richt op het faciliteren.
maar vooral ook in de samenwerking met partijen buiten de eigen sector. Partijen in de keten – ieder vanuit hun eigen rol, taak en competentie – hebben elkaar in toenemende mate nodig, er zullen kruisbestuivingen tussen partijen moeten gaan plaatsvinden. De over-
Voor de geweldige uitdagingen die voor ons liggen is geen silver bullet (zie kader), maar wanneer investeringen kosteneffectief zijn, innovaties uitlokken en bijdragen aan versterking van de (internationale) concurrentiepositie van de sector, ontstaat er een win-win situatie. Samen op weg naar een volgende 100 jaar van industriële activiteiten in een nieuw, koolstofarm tijdperk!
Emissiereductie en efficiëntieverbetering In het energiegebruik is de eerste stap efficiëntieverbetering, waarbij naast de oplossingen binnen de eigen organisatie nadrukkelijk wordt gekeken naar de optimalisatie van en innovatie in waardeketens. Restwarmte wordt een containerbegrip: door warmteuitkoppeling met onder meer stoomrecompressie en warmte-koudeconversie wordt een primaire energiedrager maximaal benut. Slimme procestechnologieën doen hun intrede met nieuwe membraantoepassingen, integratie van processtappen en ‘internet of things’. Productinnovatie leidt tot lichtere materialen, composieten en groene polymeren, waarbij de koolstof niet als CO2 het proces verlaat maar opgenomen wordt in het product, en daarmee de waardeketen circulair maakt. Ook bij de productie van energiedragers (elektriciteit, gas) kan – als eerste stap van de trias energetica - efficiëntieverbetering gerealiseerd worden in de toepassing van apparatuur en installaties, zowel in productie-installaties als in gebouwen. Van toenemend belang zijn datamining en ict, onder meer om oplossingen te vinden voor matching van de wisselende stroomproductie met de vraag. Vervolgens
Bedrijven hebben bijvoorbeeld kennis en expertise nodig om de innovaties te realiseren die binnen hun eigen bedrijfsproces nodig zijn,
VEMW Journaal | Juni 2016
zal ingezet worden op hernieuwbare energie. Daar waar fossiele brandstof ingezet moet worden kan de CO2 afgevangen en opgeslagen worden.
9
Visie
Beoordeling voor vergunning lozing gewijzigd Voor het lozen van stoffen in oppervlaktewater of in het riool is een vergunning nodig. Die vergunning wordt verleend nadat de toelaatbaarheid is beoordeeld van de stoffen in zowel het productieproces als in het uiteindelijk te lozen water (de restlozing). In de wijze waarop deze toetsing plaatsvindt zijn enkele wijzigingen doorgevoerd. Roy Tummers, directeur Water bij VEMW, licht toe.
Waarom waren deze veranderingen nodig? et overheidsbeleid rond zogenaamde Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS) in afvalwater is gewijzigd. ZZS zijn gevaarlijke stoffen voor mens en milieu die de regering met voorrang, bij de bron wil aanpakken. Verder zijn enkele Europese regels aangepast die ook van invloed zijn op de toetsing.”
“H
Hoe wordt een vergunningaanvraag van een bedrijf getoetst? “Hiervoor worden twee instrumenten gebruikt: de Algemene Beoordelingsmethode stoffen en preparaten (ABM) en de Immissietoets. De ABM bepaalt de ‘waterbezwaarlijkheid’ van stoffen en mengsels. Een stof wordt gecategoriseerd en gekoppeld aan een ‘saneringsinspanning’, de inspanning die het bedrijf moet leveren om de lozing van de stof te verminderen. Bij de Immissietoets wordt vervolgens gekeken naar het effect van de restlozing op het ontvangende waterlichaam. Dan wordt bepaald of de milieukwaliteitseisen worden overschreden.”
Wat houden de veranderingen in? “In de ABM vallen de Zeer Zorgwekkende Stoffen onder een nieuwe categorie waarvoor de meest vergaande saneringsinspanning is vereist. Een bedrijf moet vooral laten zien hoe het invulling geeft aan ‘continue verbetering’. Daarnaast schrijft de Europese CLPVerordening (betreft de indeling en etikettering van producten) voordat de aanduiding van de categorieën is veranderd. In de Immissietoets hebben ZZS ook een aparte plek gekregen, de beoordeling voor metalen is aangepast en er is meer aandacht voor de effecten van lozingen in beschermde gebieden zoals gebieden die van belang zijn voor de drinkwatervoorziening.”
gevolgen blijven waarschijnlijk zeer beperkt. Hooguit gaat het vijfjaarlijks aanleveren van informatie gepaard met licht hogere administratieve kosten.”
Wat zijn de gevolgen voor de bedrijven? “Bedrijven die ZZS lozen moeten iedere 5 jaar rapporteren over de gemaakte vorderingen in de emissiebeperking. En de nieuwe ABM kent aangepaste categorieën. Dat betekent dat leveranciers van stoffen de juiste categorieën moeten hanteren. Bedrijven zijn uiteindelijk verantwoordelijk voor het aanleveren van deugdelijke informatie over stoffen. Financiële
Wanneer krijgt een bedrijf met deze veranderingen te maken? “Als een bedrijf na 1 juli 2016 een nieuwe vergunning voor lozing aanvraagt óf een bestaande vergunning wil aanpassen. Bij directe lozingen in oppervlaktewater is de waterbeheerder bevoegd gezag, bij indirecte lozingen (op de riolering) gaat het om het bevoegd gezag op grond van de Wabo, veelal de gemeente.”
ABM BBT Aanvraag
Verdergaande maatregelen Bronaanpak
(substitutie/hergebruik/ geen contact met afvalwater/...)
Minimalisatie (zuivering)
Immissietoets
Voorwaarden
Waterkwaliteitsbeleid voor lozingen: bronaanpak, minimalisatie en toetsing restlozing
10
VEMW Journaal | Juni 2016
Vereniging
Herziening Warmtewet: actie noodzakelijk Het ministerie van Economische Zaken is voornemens de Warmtewet ingrijpend te herzien. VEMW heeft daar zorgen over, en roept leden op zich aan te sluiten bij de werkgroep Warmte. De Warmtewet geldt voor gebruikers van een warmtenet met aansluitingen tot 100 kW, dat zijn vooral consumenten en MKB. De Warmtewet is pas twee jaar van kracht, maar volgens een eerste evaluatie kleven er te veel nadelen aan. Er is onvoldoende vertrouwen in de warmtemarkt. Duurzame warmteprojecten worden maar mondjesmaat gerealiseerd. Leveranciers kunnen investeringen nauwelijks terugverdienen en operationele kosten niet altijd in rekening brengen. Ook het socialiseren van de kosten over een warmtegebied zou bezwaarlijk zijn, bijvoorbeeld ten aanzien van nul-opde-meter aansluitingen en bouw die aangesloten blijft op de gasvoorziening. De grondslag van de tarieven, de vergelijking met de gasprijs, zou onredelijk zijn.
Vertroebelde discussie VEMW is van mening dat emissiereductie en doelmatig energiegebruik voorop moeten staan, een warmtenet kan een middel zijn om dat te realiseren. VEMW zal de minister vragen de kosten en baten rond grootschalige stadsverwarmingsprojecten te onderzoeken. Daarnaast vindt VEMW dat de wet ook grotere warmtegebruikers (>100 kW) moet bedienen, voor een eerlijkere onderhandelingspositie ten opzichte van de monopoloïde warmteaanbieder. Tariefdifferentiatie moet mogelijk worden. En bij nieuwe initiatieven moet demand side management ervoor zorgen dat de warmtenetvoorziening doelmatiger wordt en hernieuwbare bronnen makkelijker inpasbaar worden.
Heeft u belang bij de Warmtewet? Help dan mee om een vuist te maken! Aanmelden voor de werkgroep Warmte kan bij VEMW adviseur Jacques van de Worp: jvdw@vemw.nl of 0348-484 358.
Column
Spoor VEMW Koninklijk: Nu meer nodig dan ooit
Ton Spoor, voorzitter VEMW
Warmte, kracht en water vormen een belangrijke spil van de nationale economie – of het nu de industrie of een dienstverlener betreft. En energie en water is in Europese context nog gewichtiger, mede gezien onze ligging aan de belangrijkste rivierdelta in Europa.
ling van hun krachten. Er bestaat een groot spanningsveld tussen politieke wensgedachten en de werkelijke stand van de technologie. Dit vormt een bedreiging voor het scheppen van bestendige voorwaarden om te investeren en innoveren in Nederland.
De toekenning van het predicaat Koninklijk is voor VEMW een eervolle bevestiging voor de rol die zij speelt in de besluitvorming over de energie- en watervoorziening in Nederland. Al in 1915 hielp VEMW, destijds onder de naam Krachtwerktuigen, een aantal industriële bedrijven met de invulling van hun kracht- en warmtevoorziening. Vandaag komt VEMW op voor een breed spectrum van belangen met betrekking tot energieopwekking, -gebruik en watervoorzieningen.
Met alle verbetermogelijkheden die er zijn, moeten we in staat zijn - samen met de overheid - om te zorgen voor een stabiel en betrouwbaar investeringsklimaat. Alleen dan kunnen we de uitdaging van de transitie naar een koolstofarme economie aan, en de reputatie van een toonaangevende delta behouden.
Daarom kijkt de nu Koninklijke VEMW na 100 jaar alleen maar vooruit, dat is NU MEER NODIG DAN OOIT.
Het goed verwoorden van het belang van de zakelijke gebruikers blijft onverminderd een harde noodzaak. De grote veranderingen die nodig zijn in het gebruik en de productie van energie en water, vragen om een bunde-
VEMW Journaal | Augustus Juni 20162011
11
Doet u mee?
Vereniging
VEMW wil de positie van de zakelijke watergebruiker versterken VEMW behartigt de belangen van de zakelijke ener-
van belang zijn voor de watervoorziening van bedrij-
Watertechnologie houdt zich bezig met het optima-
gie- én watergebruiker in Nederland. Dat kunnen wij
ven. Met collega’s van andere bedrijven stelt u
liseren van de voorwaarden voor behandeling van
des te beter als onze leden hun stem laten horen!
VEMW-standpunten vast en brengt u ideeën in over
industrieel water. Binnen deze groep bespreekt u
Wilt u een wezenlijke bijdrage leveren aan de positie
de te voeren lobbystrategie.
ontwikkelingen op het gebied van waterbehandeling
van het waterafhankelijke bedrijfsleven in Nederland?
De Taakgroep Waterkwaliteit wil dat de eisen van
en het effect daarvan op de uw bedrijfsvoering.
Wat u uit eerste hand vernemen of en hoe overheids-
zakelijke watergebruikers doorklinken in het
Wilt u waardevolle kennis en ervaring uitwisselen, én
beleid van invloed is op de (afval)watervoorziening
Europese en Nederlandse waterkwaliteitsbeleid.
uw zakelijke netwerk uitbreiden? Sluit dan aan bij één
van uw bedrijf? En wilt u meebeslissen over VEMW-
Deze taakgroep bespreekt (inter)nationale ontwikke-
van deze ledengroepen! Deelname houdt in dat u
standpunten op watergebied? Participeer in één van
lingen op het gebied van waterkwaliteit en het effect
jaarlijks in 3 of 4 vergaderingen participeert op het
de VEMW-ledengroepen op het gebied van water!
daarvan op bedrijven. De taakgroepleden oefenen
VEMW-bureau in Woerden.
In de Beleidsgroep Water werkt u direct aan de ver-
invloed uit op VEMW-standpunten op het gebied
sterking van de positie van zakelijke watergebruikers
van stoffen, lozingseisen en vergunningen.
Meer informatie of aanmelden? Neem dan con-
in Nederland. De beleidsgroep bespreekt politieke,
Bent u binnen uw bedrijf actie op het gebied van
tact op met Roy Tummers, directeur Water:
beleidsmatige en technologische ontwikkelingen die
waterbehandeling en zuivering? De Taakgroep
rt@vemw.nl of 0348-484 352.
VEMW Basiscursus
Elektriciteit en Gas Deelname aan de cursus staat open voor zowel leden als niet-leden. De cursus is relevant voor een breed scala aan energieprofessionals in zowel de private sector als de publieke sector. De cursus bestrijkt de volgende onderwerpen:
De door VEMW ontwikkelde Basiscursus Elektriciteit en Gas geeft u in korte tijd inzicht in de wereld van elektriciteit en gas. De cursus vormt de perfecte introductie in de energiewereld en richt zich op mensen die in hun werk te maken krijgen met vraagstukken op het gebied van: inkoop, aansluitingen, netten en duurzaamheid. De cursus is vanwege de breedte van de onderwerpen ook geschikt voor mensen die al langer actief zijn in de branche en hun kennis willen verbreden of een overzicht willen verkrijgen van actuele en relevante ontwikkelingen.
• Elektriciteit, gas en CO2 • Beleid en toezicht • Netwerken en aansluitingen • Marktfunctioneren • Inkoop • Duurzaamheid • Positie energiegebruiker
Gedurende 2 dagen wordt u door onze docenten, deskundige VEMWmedewerkers, geïnformeerd over diverse energiegerelateerde onderwerpen waar u in uw werk mee te maken krijgt. Deze medewerkers beschikken over diepgaande inhoudelijke kennis op het gebied van beleid, netten, markten en duurzaamheid. Cursisten die eerder hebben deelgenomen zijn zonder uitzondering zeer positief over de cursus.
VEMW
Colofon
De tweedaagse cursus vindt plaats op 23 september en 30 september 2016. De kosten bedragen € 750,- per persoon voor leden en € 1.250,- per persoon voor niet leden. Nadere informatie over de cursus treft u aan in de folder. Indien u meer informatie wenst te verkrijgen kunt u contact opnemen met Thessa de Ridder, tel 0348 48 43 57 of via de mail tr@vemw.nl
VEMW Al 100 jaar hét kenniscentrum en dé belangenbehartiger voor zakelijke energie- en watergebruikers.
Aan de totstandkoming van deze uitgave is de uiterste zorg besteed. Voor informatie die onvolledig of onjuist is opgenomen, alsmede voor de gevolgen van activiteiten die ondernomen worden op basis van deze informatie aanvaarden wij geen aansprakelijkheid.
Al 100 jaar hét kenniscentrum en dé belangenbehartiger voor zakelijke energie- en watergebruikers.
‘VEMW Journaal’ is een uitgave van de Verenig-
Reacties
ing voor Energie, Milieu en Water (VEMW).
Als u wilt reageren op artikelen
3447 GM Woerden
‘VEMW Journaal’ wordt verspreid in een oplage
of zelf interessant nieuws te
Tel 0348 48 43 50
van ca. 2.000 exemplaren onder VEMW-leden en
melden heeft, kunt u zich wenden
desk@vemw.nl / www.vemw.nl
relaties en verschijnt ieder kwartaal.
tot VEMW, Thessa de Ridder,
Druk:
tel 0348 48 43 57.
Opmaak: SD Communicatie, Rotterdam
ISSN 1389-7691
Volg ons op
VEMW:
Houttuinlaan 12
De Swart, Den Haag
@vemwnieuws