3
September 2013
Opzeggen kan alleen per 31 december. Er geldt een opzegtermijn van zes maanden. Zie voor verdere informatie de statuten, artikel 7, lid 4 en het ledendeel van de website.
VEMW is hét kenniscentrum en dé belangenbehartiger voor zakelijke energie- en watergebruikers.
VEMW Journaal
Edward Stigter, ministerie IenM: ‘Omgevingswet is de grootste wetgevingsoperatie ooit’ pagina 8
Energieakkoord
In dit nummer o.a.
Met de presentatie van het ‘Energieakkoord voor duurzame groei’ op 6 september is een nieuwe stap gezet in het streven naar continuïteit, samenhang en voorspelbaarheid in het Nederlandse energie- en klimaatbeleid. Een uitdagend proces waar zo’n veertig uiteenlopende belangenorganisaties samen met de overheid bijna een jaar aan werkten. Hans Grünfeld, Algemeen Directeur VEMW, maakt de balans op: “De samenhang economie-energie pakt dit akkoord goed op.” Lees verder op pag 6
En verder in dit nummer
Karla Peijs De ‘Visitatiecommissie Waterketen’ onder leiding van oud minister Karla Peijs, onderzoekt de efficiëntie in de waterketen. Inzet: € 450 miljoen besparing, per jaar, vanaf 2020. De commissie startte juli 2013. Peijs licht toe hoe de commissie te werk gaat en wanneer waterafnemers resultaten kunnen verwachten. pag 4
Naheffing? Check de nieuwe regels! Sinds april 2013 gelden nieuwe regels voor naheffingen. Verbeteringen en meer transparantie moeten een einde maken aan ellenlange discussies tussen afnemer, leverancier en netbeheerder. Wees u bewust van deze wijzigingen en controleer uw naheffing zorgvuldig. pag 10
2 Deltaprogramma 2014 Proefboringen schaliegas
4-5 Omgevingswet het nieuwe walhalla?
8-9 Karla Peijs maakt water tot sexy onderwerp
11 VEMW-bestuur Column Spoor
3 Opinie: ACM-renstal té bont gezelschap
6-7 Energieakkoord voor duurzame groei
10 Meer transparantie voor afnemer bij naheffing
12 Themabijeenkomst grondwater Verenigingsnieuws
Actualiteit
VEMW Tip Meetbeheerovereenkomst U bent meetverantwoordelijk! Maak gebruik van de mogelijkheden die de markt biedt en regel het in een Meetbeheerovereenkomst. Vragen? Stel ze aan uw VEMW-adviseur Eric Picard: 0348 48 43 51 of ep@vemw.nl
VEMW zegt ja tegen proefboringen schaliegas onder strikte voorwaarden Veiligheidsrisico’s bij schaliegasboringen liggen niet veel anders dan bij conventionele boringen. Dit blijkt uit onderzoek dat minister Kamp van Economische Zaken liet uitvoeren. Proefboringen zijn nodig om de samenstelling van het gas, en daarmee ook de economische waarde, vast te stellen. De minister verkiest – gelukkig – zorgvuldige besluitvorming boven snelheid. Dat is verstandig om de belangen van mens, economie, milieu, en natuur goed in kaart te krijgen en af te wegen. VEMW vindt proefboringen acceptabel mits er adequate inspraakmogelijkheden voor belanghebbende bewoners en bedrijven bestaan en de risico’s voor mens en milieu beheersbaar zijn. Cruciaal is de bescherming van het grondwater voor onder meer de drink- en proceswaterwinning. Adequate maatregelen moeten daarom voor de proefboringen worden voorgeschreven en gehanteerd. Dat geldt ook voor het monitoringssysteem dat eventuele lekkages tijdig signaleert.
Deltaprogramma 2014 in de pijplijn Het Deltaprogramma 2014 (DP2014) wordt in september aan het kabinet en de Tweede Kamer aangeboden. Het biedt een overzicht van maatregelen, voorzieningen, onderzoeken en ambities en vormt de eerstvolgende stap richting de zogenaamde deltabeslissingen: hoofdkeuzes op het gebied van waterveiligheid en zoetwatervoorziening die in 2014 aan de politiek worden voorgelegd. VEMW participeert in het Deltaprogramma en behartigt hierin de belangen van de industrie. VEMW wijst op de grote economische betekenis van zoet water: het Deltaprogramma moet leiden tot versterking van water als economische vestigingsfactor. VEMW vindt verder dat de overheid het verduurzamen van watergebruik moet stimuleren. Ook wil VEMW dat de Rijksoverheid een sterke (regie)rol vervult. Zo moet de overheid duidelijkheid verschaffen over het toekomstige aanbod van zoet water. Dan kunnen bedrijven in een vroeg stadium anticiperen in het geval van verminderd aanbod.
VEMW-account: @vemwnieuws Hans Grünfeld: @Hans_Gruenfeld Algemeen directeur VEMW
Roy Tummers: @RoyTummersVEMW Directeur Water
Jacques van de Worp: @FrecherJacques Senior Beleidsadviseur
Frits van der Velde: @Frits_E Beleidsadviseur Energie
Eric Picard: @InPetto Adviseur
2
VEMW Journaal | September 2013
Opinie
ACM-renstal té bont gezelschap • Redelijk rendement Een privaat bedrijf in een vrije markt streeft naar een rendement op eigen vermogen van 15%. Dat moet dan wel goed draaien. Voor een publiek bedrijf zou 7% mooi zijn, het niveau van een staatsobligatie. Gasunie bijvoorbeeld realiseert een rendement van 13,2%. Ongepast voor een publiek bedrijf dat een publiek belang dient, zeker ten tijde van een aanhoudende economische crisis. • Kostenefficiëntie Om de kostenefficiëntie van netbeheerders te bepalen vergelijkt de ACM deze met vergelijkbare bedrijven uit het buitenland. ACM vond maar zeven vergelijkbare Europese bedrijven maar wilde uit oogpunt van verantwoorde statistiek een vergelijkingsgroep van tien. ACM voegde daarom drie Amerikaanse netbeheerders toe aan de groep. Deze zijn echter niet zonder meer te vergelijken met Nederlandse bedrijven, omdat hun bedrijfsrisico systematisch hoger ligt, en daarmee ook de kosten. Hetzelfde geldt overigens voor Spaanse bedrijven in de groep als gevolg van de crisis.
H
et is weer tijd voor het vaststellen van de methodes die als basis dienen voor uw energie aansluit- en transporttarieven, de zogenoemde Methodebesluiten. De Nederlandse toezichthouder ACM stelt deze momenteel vast voor de periode 2014-2017. De voorstellen stemmen niet vrolijk. Opnieuw blijkt een onafhankelijke toezichthouder geen garantie te zijn om misbruik van het monopolie van de netbeheerders tegen te gaan. Eigen definities en vrije interpretaties van wetgeving leveren nog steeds overwinsten op. Overheden spekken hun kas. Afnemers zijn de melkkoe. Redelijk rendement in crisistijd De tarieven voor uw aansluiting op het openbare net en het transport van gas en elektriciteit volgen uit de door de ACM vast te stellen ‘efficiënte kosten’ die de netbeheerder mag maken, inclusief een ‘redelijk rendement’ op de investeringen. Maar wat is ‘redelijk’ en wat is ‘efficiënt’?
VEMW Journaal | September 2013
Eigen definities en vrije interpretaties van wetgeving leveren nog steeds overwinsten op Werkpaarden zijn geen renpaarden De steekproef die de ACM hanteert is een verkeerde. Het gemiddelde gewicht van een gezond renpaard krijg je niet door dit te vergelijken met dat van logge zware werkpaarden. Dat drijft het gemiddelde gewicht alleen maar op. En dat is precies wat er gebeurt met deze methodiek. De verkeerde steekproef van ‘efficiënte’ bedrijven in combinatie met het door de ACM gebillijkte ‘redelijke’ rendement drijft uw tarieven nodeloos op. De Methodebesluiten druisen in tegen wat Europese verordeningen, de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet stellen. VEMW overweegt dan ook tegen deze Methodebesluiten wederom in beroep te gaan.
3
Wet- en regelgeving
Omgevingswet het nieuwe walhalla? Minder regels, grotere vrijheid voor burgers en ondernemers, één loket voor omgevingsvergunningen, kortere procedures en een besparing van honderden miljoenen euro’s. Dat zijn de opbrengsten van de Omgevingswet. Het omgevingsrecht, nu verspreid over 40 sectorale wetten, wordt gebundeld in één nieuwe Omgevingswet. De huidige 117 AMvB’s (algemene maatregelen van bestuur) en 120 ministeriële regelingen worden eveneens gebundeld en vereenvoudigd. Een megaoperatie waar iedereen mee te maken krijgt: overheid, bedrijfsleven én burgers. De “grootste wetgevingsoperatie ooit”, noemt Edward Stigter, directeur Eenvoudig Beter van het ministerie van Infrastructuur en Milieu (IenM) de totstandkoming van de Omgevingswet.
Wat betekent de Omgevingswet voor het bedrijfsleven? e Omgevingswet biedt vereenvoudiging van procedures voor vergunningaanvragen. Zo wordt het gefaseerd aanvragen van vergunningen mogelijk. Meer generieke regels geven meer flexibiliteit en lastenreductie voor het bedrijfsleven. Het gelijkwaardigheidsbeginsel – een bedrijf mag het voorgeschreven doel ook langs andere weg bereiken – stimuleert innovatie.”
“D
De Wabo beoogde ook gebruiksgemak voor burgers en bedrijven. “Onze evaluatie van de Wabo geeft een genuanceerd beeld. De ervaring is wel degelijk positief. Ik heb nog niemand gesproken die terug wil naar de periode van vóór de Wabo.
De overgangsperiode gaf echter wel onrust. Ambtenaren moesten wennen aan de nieuwe situatie en het digitale loket liep niet soepel. Dat moet met de Omgevingswet beter. Daarvoor hanteren we een speciaal implementatietraject. Ik ben er van overtuigd dat het uiteindelijk voor burgers en bedrijven eenvoudiger wordt.” Bij wie moet het bedrijfsleven straks zijn voor de vergunning? “De handtekening van de vergunningverlening zal altijd van de gemeente zijn. De ambtenaar met wie aanvragers te maken hebben zal echter vaak vallen onder een zogeheten Regionale Uitvoeringsdienst (RUD). De RUD is een soort serviceorganisatie waar alle betrokken overheden in samenwerken, zoals bijvoorbeeld de milieudienst DCMR die alle
Standpunt VEMW VEMW steunt de Omgevingswet onder vijf voorwaarden: • De vergunningverlening voor watergerelateerde activiteiten moet snel en professioneel zijn en leiden tot lagere administratieve lasten voor bedrijven; • De rol voor de waterbeheerder in de vergunningverlening moet duidelijk zijn met betrekking tot activiteiten die nu nog in de Waterwet zijn geregeld; • Provincies moeten bevoegd gezag blijven voor omvangrijke industriële grondwaterwinningen; • De Omgevingswet moet een gelijk Europees speelveld creëren; • De Omgevingswet moet duurzaamheid stimuleren. Belemmeringen voor duurzame en innovatieve toepassingen moeten worden weggenomen. Meer over het VEMW-standpunt staat op het Ledennet.
4
milieutaken voor het Rijnmondgebied uitvoert. Door deze kennisbundeling ontstaat meer efficiëntie.“ Coördinatieregeling “Het bedrijfsleven heeft vaak ingewikkelde projecten met vergunningaanvragen waarbij verschillende overheden zijn betrokken. Dat blijft zo. De waterbeheerders blijven bijvoorbeeld verantwoordelijk voor waterveiligheid, en gemeenten voor milieu. De ‘coördinatieregeling’ zorgt er echter voor dat de vergunningaanvrager straks toch maar met één loket, één procedure en één bevoegd gezag te maken heeft.” Consequenties voor indirecte lozingen “Waterbeheerders hebben belang bij een adequate regeling van de indirecte lozingen op het riool, zowel bij vergunningverlening als bij toezicht en handhaving. Onder de Wabo is er geen aparte vergunning meer voor indirecte lozingen. In plaats daarvan is er een bijzondere regeling in het leven geroepen, waarbij de waterbeheerder aan het bevoegd gezag voor de omgevingsvergunning (provincie of gemeente) advies geeft. Bij de toepassing hiervan bestaan er vooral in de samenwerking tussen gemeenten en waterschappen nog wel wat knelpunten, zoals gemeenten en waterschappen onderkennen. Zij kijken nu gezamenlijk naar verbeteringen in de uitvoering. De resultaten van het overleg worden meegenomen bij de vormgeving van de uitvoeringsregelgeving.”
VEMW Journaal | September 2013
Wet- en regelgeving
De praktijk binnen de overheid
De praktijk binnen het bedrijfsleven
Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG)
De praktijk - binnen het bedrijfsleven
Kitty de Bruin, Projectleider Omgevingswet
Tata Steel Henry van Asseldonk, Coördinator vergunnin-
Hoe staat de VNG tegenover de Omgevingswet?
gen
“Gemeenten ervaren best wat knelpunten in het huidige omgevingsrecht. Bestemmingsplanwijzigingen hebben bijvoorbeeld nog lange doorlooptijden en onderzoekslasten zijn behoorlijk hoog. Vorig jaar heeft
“Tata Steel heeft een
de VNG een inventarisatie gemaakt van de meest prangende gemeentelijke knelpunten. We hebben bij
uitgebreid vergun-
de minister aangegeven dat deze moeten worden weggenomen. Dat had wellicht ook gekund met aan-
ningenstelstel voor
passing van de huidige wetgeving. De politiek heeft gekozen voor deze nieuwe Omgevingswet. Als onze
onder andere lozing
problemen en problemen van burgers en bedrijven hiermee worden opgelost, zijn wij content.”
van zelf gezuiverd afvalwater op opper-
Wat betekent de nieuwe Omgevingswet voor de gemeenten?
vlaktewater. De
“Veel gemeenteambtenaren houden zich bezig met het fysieke domein, en dus het omgevingsrecht. De
ervaringen met de
gevolgen zijn dan ook behoorlijk groot. Een goed implementatietraject is cruciaal. Veel afstemming is
Wabo zijn niet echt
nodig tussen alle betrokken partijen, het ministerie, de provincies, de waterschappen, de gemeenten en
geweldig. Het
de RUD’s. We moeten het echt samen doen. Dat hebben we met de Wabo wel ervaren. We zijn nu al
samenvoegen van wetten moet de boel overzichte-
begonnen met de voorbereidingen voor de implementatie. Het klinkt heel ver weg 2018. Maar als we niet
lijker maken. In de praktijk maakt het processen
op tijd beginnen is de ICT niet aangepast of ontbreken de opleidingen voor de gemeenteambtenaren. De
vaak stroperiger. Het duurt langer voordat wij ver-
minister heeft een enorme snelheid op dit traject.”
gunningen binnen hebben. Er staat een half jaar voor, maar die periode wordt regelmatig niet
Beoordeelt de gemeente ook wateronderwerpen?
gehaald. Als je iets wilt bouwen is zo’n lang vergun-
“Waterbeheer zoals nu nog in de Waterwet is geregeld, wordt ook ondergebracht in de nieuwe
ningstraject vervelend.”
Omgevingswet. De Unie van Waterschappen en het ministerie hebben een afsprakenkader gemaakt over zaken die zij geregeld willen hebben in de Omgevingswet met betrekking tot het waterbeheer. Hierin
“Ons bedrijfsterrein ligt in drie gemeenten. Vroeger
is opgenomen dat de gemeenten niet in alle gevallen bevoegd gezag hoefen te zijn. De waterbeheerder
werden bouwaanvragen rechtstreeks met deze
wordt bevoegd gezag voor de omgevingsvergunning voor waterzaken. Vanuit de systeemgedachte van
gemeenten geregeld. Omdat er intensieve contac-
de Omgevingswet vinden wij het logisch dat er maar één omgevingsvergunning is. Dit voorkomt ondui-
ten bestonden tussen bedrijf en gemeenten, verlie-
delijkheid bij de burger over welke partij aanspreekbaar is voor de omgevingsvergunning.”
pen aanvragen in de regel vlot. Sinds de invoering van één loket, waarbij bouwaanvragen via de
Hoe verhoudt het integraal oppakken van plannen op lokaal niveau zich met het feit dat wetgeving
Omgevingsdienst verlopen, stellen gemeenten zich
steeds meer op Europees niveau wordt voorgeschreven?
formeler op. Met als gevolg dat er veel snelheid in
“Als VNG erkennen we het belang van bijvoorbeeld een stroomgebiedbenadering van het waterbeheer,
procedures verloren gaat.
zoals Europa doet. Dat is in Nederland onder meer geregeld met de regionale waterplannen van de provincie. Goede samenhang tussen waterbeheer en ruimtelijke ordening blijft zo behouden.”
Voorkomen moet worden dat een vergelijkbaar scenario zich bij de Omgevingswet gaat voordoen. Wij vinden het als Tata Steel van groot belang dat wij
Wanneer merkt het bedrijfsleven wat van de Omgevingswet? “Het wetsvoorstel ligt nu bij de Raad van State. Na zijn advies volgt de parlementaire behandeling. Het zal in 2014 nog wel de nodige politieke reuring geven. Tegelijkertijd starten we al met het opstellen van de uitvoeringsregels, de AMvB’s. Dan kan de wet naar verwachting 2018 in werking treden. Maar het bedrijfsleven zal er vermoedelijk al eerder mee te maken krijgen, omdat wij, waar dat kan, nu al willen voorsorteren op de Omgevingswet. Daar gebruiken we de Crisis- en herstelwet voor.”
VEMW Journaal | September 2013
Tot slot “Ik denk dat deze stelselherziening kansen biedt voor het bedrijfsleven. Het moet voor hen aantoonbaar eenvoudiger, beter, sneller en goedkoper worden zonder dat wij tekort doen aan de belangrijke waarden die wij in dit land toekennen aan milieu en water. Ik ben er van overtuigd dat we dat met deze wet bewerkstelligen. Het bedrijfsleven mag mij hierop afrekenen.”
binnen de overheid kunnen overleggen met mensen die over de benodigde expertise van waterzaken beschikken. De capaciteit bij de provincie en Rijkswaterstaat neemt zienderogen af. Ze hebben heel veel werk. Dat verklaart waarom ze die termijnen vaak niet halen. Om de slagkracht van de Nederlandse industrie te vergroten is extra capaciteit en voldoende kennis onontbeerlijk. De klant mag niet lijden onder deze majeure verandering binnen de overheid.”
5
Maatschappij
‘De balans slaat positief uit’ “In dit energieakkoord wordt duidelijk dat energie en economie onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Je kunt niet, wat aanvankelijk het doel was van sommige partijen, het aandeel hernieuwbare energie in Nederland sterk doen toenemen zonder dat je naar de economische context kijkt. Die samenhang energie-economie pakt het akkoord goed op. Dat is van het grootst mogelijk belang.” vervolg van pagina 1. Positie Nederlandse industrie niet rooskleurig it akkoord besteedt heel specifiek aandacht aan de positie van de industrie in Nederland, met name de energie-intensieve industrie. Naast de betekenis voor de Nederlandse economie, ook het toekomstpotentieel. Dat heeft alles te maken met energiekosten en met de schaliegasrevolutie in de VS. Dit akkoord neemt de concurrentiepositie van de Nederlandse energie-intensieve industrie als een belangrijk uitgangspunt voor het nemen van allerlei maatregelen.”
“D
Barrières weggenomen “Zo’n lang onderhandelingstraject van bijna een jaar, neemt barrières weg in de relatie tussen de industrie en de NGO’s, de milieubeweging. Zeker in het begin was er veel wederzijdse argwaan. Maar er is meer begrip voor elkaars standpunten ontstaan. We kunnen daarmee een normale relatie hebben met andere zeer belangrijke maatschappelijke organisaties en de overheid. Dat is belangrijke winst.” Trias energetica omarmd “Dit akkoord omarmt de trias energetica: eerst energie besparen voordat andere opties worden besproken, zoals het opschalen van hernieuwbare energie. Dat is een andere benadering dan sommige partijen aanvankelijk wensten. Die wilden het liefst een kopie van de Duitse aanpak. Maar ondanks de groei van hernieuwbare energie daalt de CO2-uitstoot daar niet. Door energiebesparing en het belang van kosteneffectivi-
6
Dat betekent dus dat nieuwe investeringen worden genomen op basis van vergelijking van situaties in de verschillende landen. Het is belangrijk dat dit soort beslissingen ten gunste van Nederland worden genomen.”
CO2-efficiënt ETS “Wij hebben ook begrip gevonden voor de noodzaak het Europese emissiehandelssysteem (ETS) te hervormen langs de lijnen die wij voorstaan. Een systeem dat effectiever werkt, maar vooral ook internationaal uit te breiden is. Dat laatste is naar mijn idee cruciaal als je op een effectieve manier stappen zet naar verdere verduurzaming van de energievoorziening. Dat kan niet zonder een effectief CO2-systeem en zonder effectieve beprijzing van CO2 in Nederland, Europa en daarbuiten. De belemmeringen daarvoor moeten uit het huidige systeem worden gehaald. De wijze waarop alle partijen zich hebben gecommitteerd om zich in te spannen voor hervorming van het ETS-systeem, bevalt mij zeer.”
De gebruiker betaalt voor sluiten kolencentrales “Wat ik een buitengewoon moeilijk te accepteren onderdeel van dit akkoord vind is het van de markt halen van de vijf kolencentrales uit de jaren 80 en wel voor een deel op kosten van de gebruiker. Dat is volstrekt in strijd met het beginsel van vrije marktwerking. Als energiebedrijven besluiten om centrales te sluiten dan is dat een individuele beslissing. Kern van de liberalisering is dat bedrijven en niet de overheid bepalen welke centrales wel of niet draaien. Ik heb er de grootst mogelijke moeite mee dat andere partijen (in feite alle partijen die aangesloten zijn bij dit energieakkoord) afspraken maken over het uit de markt nemen van de capaciteit. Met hun voorstel hebben de producenten een hele goede warme sanering voor hun overcapaciteit geregeld voor rekening van de gebruiker. Die betalen nu dubbel. Het gaat immers om reeds afgeschreven centrales met zeer lage kosten. De elektriciteitsprijs én de energiebelasting zullen stijgen.”
Nederland geen proeftuin innovatie “Een bezwaar van dit akkoord vind ik echter wel dat men enerzijds erkent dat radicale efficiëntieverbetering essentieel is voor de toekomst van de industrie, maar anderzijds blokkades voor de verbetering van energie-efficiëntie niet wegneemt. Efficiëntieverbeteringen vragen investeringen. Verruiming van financiële mogelijkheden zijn nodig om bedrijven in staat te stellen maatregelen te nemen ter verbetering van die efficiëntie, maar ook om Nederland een proeftuin te laten zijn voor zeer innovatieve energie-efficiënte productiemethoden. De meeste industriële bedrijven maken onderdeel uit van een internationale onderneming.
Hans Grünfeld, Algemeen Directeur VEMW
teit en innovatie primair te stellen verschilt dit akkoord van de manier waarop Duitsland de transitie naar hernieuwbare energie invult.”
VEMW Journaal | September 2013
Maatschappij
Rol WKK ondergewaardeerd “Warmtekrachtcentrales leveren een belangrijke bijdrage aan het efficiënt omgaan van energie. Maar door de zeer hoge gasprijzen is de exploitatie niet rendabel. Bedrijven maken daar verlies op. Het is buitengewoon teleurstellend dat er geen bereidheid was een oplossing voor dit probleem te vinden. Wel wordt onderzocht hoe biomassa gestookte WKK in de industrie kan worden gefaciliteerd.” En nu? “De samenwerking loopt door. De inhoudelijke en structurele dialoog met overheid en milieuorganisaties wordt voortgezet. Dat zie ik als een positief punt. Dit jaar nog bekijkt de overheid of de Energie InvesteringsAftrekregeling (EIA) nog meer voor energieefficiëntie kan worden aangewend in plaats van voor duurzaam. Voorjaar 2014 moet er een raamwerk zijn als aanvulling op het MEEconvenant (Meerjarenafspraak energie-efficiency ETS-ondernemingen). Dat moet de basis zijn voor individuele afspraken tussen bedrijven en overheid om tot verdergaande energie-efficiëntieverbetering te komen. En ik ga er van uit dat er op korte termijn een ver-
Energieakkoord wil hervorming ETS-systeem
Huidig ETS-systeem Maximumniveau CO2-uitstoot gebaseerd op productie uit het verleden, het zogenoemde ‘grandfathering’. EU-landen hebben in het verleden te veel emissierechten gratis uitgedeeld. Het aanbod is daardoor te groot. Door de crisis en de daarmee gepaard gaande dalende productie, is een overvloed aan emissierechten ontstaan. Van een marktwerking is totaal geen sprake. De prijs is volledig ingestort en een efficiëntieprikkel ontbreekt.
Energieakkoord omarmt ‘trias energetica’ 1. Beperk het energieverbruik door verspilling tegen te gaan. 2. Gebruik duurzame energiebronnen, zoals
CO2 efficiënt ETS-systeem Het CO2-efficiënt ETS-systeem beloont schone producenten en stimuleert vervuilende producenten om hun CO2-uitstoot te reduceren. Het maximum niveau van CO2-uitstoot wordt bepaald door de gemiddelde CO2-uitstoot, volgend uit een producenten- of sectorbenchmark, én de werkelijke productie. Producenten die er beter in slagen hun uitstoot te beperken, kunnen hun overtollige rechten verkopen aan degenen die ze nodig hebben. De uitstoot blijft binnen de perken en de markt doet zijn werk.
wind-, water-, en zonne-energie. 3. Zet fossiele brandstoffen zo efficiënt mogelijk in om aan de resterende energiebehoefte te voldoen
kenning wordt uitgevoerd naar de mogelijkheden van grootschalige biomassa WKK. Een eerste evaluatie van het Energieakkoord is in 2016. Dat biedt de mogelijkheid bij veranderende omstandigheden afspraken aan te passen, dan wel additionele afspraken te maken.” Tot slot “Ik denk dat de industrie vooruit kan met dit Energieakkoord. Uitgangspunt bij de onderhandelingen om te komen tot een Energieakkoord voor duurzame groei was om investeerders meer zekerheid te bieden. Om de consistentie van het lange termijnbeleid
VEMW Journaal | September 2013
uit te stippelen. Dit akkoord beoogt dat niet alleen, maar realiseert dit ook. En dat is goed, ook voor de industrie. Het energieakkoord is een start. Ik hoop van harte dat er nu echt gewerkt kan worden aan verbetering van de positie van met name de energie-intensieve industrie in Nederland. En tegelijkertijd bedrijven beter in staat worden gesteld om datgene te doen wat ze graag willen, namelijk het verduurzamen van hun productie. Die twee zaken stonden voor mij als een paal boven water voor wat betreft de inzet van VEMW. In die zin ben ik best tevreden over het eindresultaat.”
7
Onderzoek
Karla Peijs maakt water tot sexy Opnieuw start er een onderzoek naar de efficiëntie in de waterketen, deze keer uitgevoerd door de ‘Visitatiecommissie Waterketen’. Inzet: 450 miljoen euro besparing, per jaar, vanaf 2020. Een interview met de voorzitter, oud-minister Karla Peijs: “Van riolering, drinkwater en afvalwater zullen we sexy onderwerpen maken.”
CV Karla Peijs Karla Peijs (1944) was van 1 maart 2007 tot 1 maart 2013 Commissaris van de Koningin in Zeeland. Van 27 mei 2003 tot 22 februari 2007 was zij minister van Verkeer en Waterstaat in de kabinetten-Balkenende II, III. Daarvoor was zij lid van het Europees Parlement voor het CDA (1989-2003).
We zullen regelmatig naar buiten komen met voorlopige bevindingen.”
Waarom deze commissie? e watersector zélf legde in 2011 met het Bestuursakkoord vast dat efficiëntieverbetering in 2020 nodig is en moet resulteren in € 450 miljoen kostenbesparing in de keten. Dit initiatief en het genoemde bedrag komen vanuit de watersector zélf, het is niet van bovenaf opgelegd. Drinkwaterbedrijven, waterschappen en gemeenten hebben daarin een zelfstandige taak die we, in mijn ogen, alleen maar door middel van samenwerking kunnen realiseren. Als we de besparingen in 2020 echt willen halen komen we er niet met alleen praten. Wij willen de watersector bewegen tot daden.”
“D
Aan wie rapporteert de Visitatiecommissie? “Mijn opdrachtgever is de minister van Infrastructuur en Milieu. De rapportage gaat verder naar de zestig samenwerkingsregio’s die zichzelf landelijk hebben gevormd. En uiteraard naar de burgers en bedrijven die de waterrekening betalen.”
8
Wat is het doel van de Visitatiecommissie? “Het doel is om de watersector te versterken en de doelmatigheid te verhogen. Maar ook de kwetsbaarheid van het systeem moet omlaag. Riolering is helemaal geen sexy onderwerp. Wethouders verdienen hier geen stemmen mee, totdat de inhoud in de kelder staat natuurlijk. Maar het is belangrijk. Het is wat ons land mede tot een beschaafd land maakt. Gedurende de ongeveer vijftien jaar na de oorlog zijn al die rioleringen de grond in gegaan. Die zijn inmiddels aan vervanging toe.” Hoe gaat de commissie precies te werk? “Er is een benchmark geweest, er zijn doelen geformuleerd en daar zijn besparingen bij gezet. We moeten eerst een beeld krijgen waar iedereen nu precies staat. Van daaruit kunnen we zien wie er voorop loopt en wie achter blijft. Wij zijn niet het soort commissie dat in alle stilte haar werk doet en pas op het laatste moment een rapport uitbrengt. Ik spreek continu de gehele sector aan. De sector zelf moet achterblijvers er bij trekken.
Wat is het tijdspad? “De commissie is sinds de start in juli 2013 één keer samen gekomen. Eind augustus willen we de ‘foto’ hebben van plannen, doelen, besparingen en vorderingen. Eind 2014 zijn we klaar met ons werk en moet duidelijk zijn of, en hoe, de beoogde besparingen worden gerealiseerd. Op basis hiervan moeten in 2014-2015 investeringen worden gereserveerd, zodat het allemaal in 2017 gaat lopen. Vanaf 2020 moet dit dan die structurele besparingen van € 450 miljoen opleveren.” Kijkt de commissie ook naar structuuraanpassingen? “Wij gaan uit van het bevorderen van samenwerking in bestaande structuren van waterschappen en gemeenten. Het noemen van een waterketenbedrijf werkt nu alleen maar averechts. Dan gaat iedereen met de hakken in het zand. We gaan uit van de huidige structuur, de keten is sterk genoeg om verbeteringen door te voeren als ze die zien.” Wat is uw eerste indruk? “Er is veel enthousiasme en realiteitszin om dit tot een succes te maken. Sommige zeggen tegen mij: wees maar streng. Dat hebben we nodig.”
VEMW Journaal | September 2013
Onderzoek
onderwerp Speelt het bedrijfsleven nog een rol in dit traject? “Consumenten en ook zakelijke consumenten zijn niet betrokken in dit traject. Wel helpt de industrie met het efficiënter en betaalbaar houden van waterschappen door afvalwater door hen te laten zuiveren. Naarmate de industrie meer zelf zuivert wordt het waterschap duurder vanwege de ontstane overcapaciteit.” Het bedrijfsleven vond de waterschappen te duur. Een deel stapte daarom over naar eigen afvalwaterzuiveringen. De antiafhaakregeling moest die overstap voorkomen. Die regeling is echter vorig jaar gestopt. “Het is maatschappelijk niet gewenst dat bedrijven massaal afhaken. Laat het waterschap zijn plicht doen en zijn specialiteit uitoefenen. Wat op grote schaal kan moet het bedrijfsleven niet zelf doen. Dus bedrijven hebben het ook zelf in de hand. Waterschappen moeten scherp op hun prijzen letten.” De rioolheffing en de waterschapslasten zijn afgelopen jaren behoorlijk hard gestegen. “Ja, er moet dus nog heel wat gebeuren. Als we niks doen gaat het allemaal dubbel zo
hard. Rioleringen moeten worden vervangen. Hier is geen geld voor gereserveerd. Dat geld moet worden geleend. Die kapitaallasten worden doorberekend in het tarief. U bevestigt ons bestaansrecht.” De waterkosten voor de afnemer zullen dus minder hard stijgen? “Dat zegt u goed: minder hard stijgen ofwel minder meer. We hebben uiteraard te maken met inflatie, maar de stijging zal aanmerkelijk groter zijn als we niks doen.”
zijn. Maar wij hebben een taak waarvoor eigenlijk geen uitstel mogelijk is. In verband met de doorlooptijd die dat nou eenmaal kost in Nederland moet er gewoon iets gebeuren. Verkiezingen of geen verkiezingen. Van riolering, drinkwater en afvalwater zullen we sexy onderwerpen moeten maken.”
Visitatiecommissie water De ‘Visitatiecommissie Waterketen’ vloeit voort uit
Zijn er beoordelingscriteria en normen waar de commissie mee gaat werken? “Die hebben we nog niet. Ze moeten er echter hoognodig komen om het werk van de commissie tot een succes te maken. Ons vertrekpunt zijn kosten en kwaliteit. Op basis hiervan worden de criteria bepaald.”
het Bestuursakkoord Water (BAW) van 2011, waarin Rijk, provincies (IPO), gemeenten (VNG), waterschappen (UvW) en drinkwaterbedrijven (Vewin) afspraken maakten om de samenwerking te verbeteren. De commissie, onder leiding van oud-minister Karla Peijs, beoordeelt tot eind 2014 de voortgang van de zestig regionale samenwerkingsverbanden tussen gemeenten, waterschap-
Hoe presenteert de visitatiecommissie de resultaten? “Een van onze doelen is het stimuleren van de achterblijvers. Onze communicatie is daarop gericht: kom op, trek je been bij, kijk naar de mensen die wél hun doelen halen. Binnenkort zijn er gemeenteraadsverkiezingen. Veel belangstelling voor riolering en samenwerking op watergebied zal er niet
pen en soms ook drinkwaterbedrijven. Achterblijvende regio’s worden bezocht en aangespoord verbeteringen door te voeren. Het proces moet in 2020 een jaarlijkse besparing opleveren van 450 miljoen euro door betere samenwerking en slimmer investeren. Niet door investeringen uit te stellen. Commissieleden: - prof. dr. Maarten (M.A.) Allers, hoogleraar economie van decentrale overheden
Standpunt VEMW
Rijksuniversiteit Groningen en directeur Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO)
Zakelijke watergebruikers betalen teveel voor water. De gemeentelijke rioolheffing en de zuiveringsheffing van het waterschap stijgen al jaren ruim boven de inflatie. Te hoge waterlasten zijn het gevolg van de inefficiënte waterketen in Nederland. De bestuurlijke- en beleidsmatige versnippering in Nederland Waterland voeden de inefficiëntie. Meer sturing van bovenaf is noodzakelijk om de efficiëntiewinst in de waterketen te verzilveren. De huidige werkwijze, samenwerking van onder-
- drs. Annemieke Hendriks, Managing Consultant Berenschot - prof dr. Hans (J.Th.A.) Bressers, hoogleraar beleidsstudies en milieubeleid Universiteit Twente en voorzitter van Twente Water Centrum
op, is te vrijblijvend. Gemeenten en waterschappen moeten verantwoording afleggen over de
- dr. Corine Hoeben, onderzoeker COELO
bereikte doelmatigheidswinst. Alleen dan kan de voortgang van de uitvoering van het
- prof.dr.ir. Luuk (L.C.) Rietveld, hoogleraar inte-
Bestuursakkoord water worden vastgesteld. De Visitatiecommissie kan haar werk alleen doen als zij beschikt over beoordelingscriteria en normen om de inspanningen van ketenpartijen te toetsen. Indien uit het onderzoek van de Visitatiecommissie blijkt dat de resultaten niet toereikend zijn, dient de minister een definitief einde te maken aan de gefragmenteerde waterketen middels schaalvergroting en verplichte vorming van publieke afvalwaterketenbedrijven die bedrijfsmatig opereren.
gratie en innovatie urbane watercyclus Technische Universiteit Delft - ir. Gerhard Schwarz, adviseur en interim manager Twynstra Gudde - dhr. Evert Visser, projectleider Rekenkamer Metropool Amsterdam.
VEMW Journaal | September 2013
9
Praktijk
Meer transparantie voor afnemer bij naheffing Het overkomt iedereen wel eens: een naheffing ontvangen. Bij zakelijke elektriciteitsafnemers loopt het dan al gauw in de papieren. Maar bent u als afnemer nou altijd wel zeker van de genoemde bedragen? En mag die naheffing nog wel worden opgelegd. Voor veel afnemers waren de ellenlange discussies hierover met hun leverancier en netbeheerder een doorn in het oog. VEMW pleitte met succes voor betere en transparante regels. Diverse fouten reden tot naheffing fnemers worden geconfronteerd met naheffingen als gevolg van bijvoorbeeld fouten in de meetinrichting, allocatiefouten en fouten in de overzetverhoudingen. Maar ook administratieve fouten bij het meetbedrijf, netbeheerder of leverancier zijn redenen voor naheffingen.
A
Periode en prijs onduidelijk Veelal beslaan de naheffingen een periode van vijf jaar. Deze termijn staat in het Wetboek van Strafrecht ten aanzien van de betalingstermijn bij boetes. Het is discutabel of een naheffing hier onder valt. Zou deze niet beter onder Elektriciteitswetgeving moeten vallen waar een termijn van twee jaar wordt gehanteerd? Ook ten
,0 6 2 . 0 1 Gâ‚Ź
IN F F E H A N
10
aanzien van de prijs die een leverancier hanteert kan discussie ontstaan. Mag deze bijvoorbeeld het profiel van kleinverbruikers hanteren, zoals in de praktijk wel voorkomt? Ook dit is niet gebaseerd op de vigerende Systeemcode. Kortom het blijkt dus onduidelijk op grond waarvan en volgens welke systematiek (en dus voor welke kosten) de netbeheerder en de leverancier een naheffing mogen sturen. Ken uw rechten bij naheffingen! De VEMW Werkgroep Codes Elektriciteit heeft zich in 2012 enorm ingezet om hier meer transparantie in te krijgen. En met succes. De codewijzigingsvoorstellen werden 16 april 2013 in de Staatscourant gepubliceerd! De verrekening van fouten is hiermee verbeterd en transparanter. Het betreft de volgende aspecten: 1. De prijs die moet worden gehanteerd voor de verrekening met de leverancier 2. Tot welke datum in het verleden verrekend kan worden 3. De periode waarover verrekend mag worden 4. Wanneer het recht op verrekening vervalt Ook uw leverancier kent deze wijzigingen wellicht nog onvoldoende. Controleer daarom uw naheffing en schakel VEMW in voor advies!
VEMW Journaal | September 2013
Mensen
Voormalig producent in VEMW bestuur Per maart 2013 volgt Sjoerd Sieburgh Sjoerdsma Pieter Verberne op als algemeen bestuurslid in het VEMW-bestuur. Sieburgh werkt sinds maart als Directeur Energie bij Akzo Nobel. Hij heeft altijd in de energie gezeten, maar dan aan productie- en verkoopzijde. Een korte introductie. Toegevoegde waarde “Hiervoor was ik directeur Business Development bij RWE/ Essent. Daar was ik verantwoordelijk voor de strategie, nieuwe centrale ontwikkeling en jointventures met industriële klanten. Ik kom dus meer uit de productiekant. Dat is denk ik ook mijn toegevoegde waarde voor het VEMW-bestuur. Ik kan inschatten wat producenten in het algemeen willen en hoe zij doelen via public affairs willen bereiken. Ik kan het krachten-
veld en de verschillende belangen goed inschatten.” VEMW rol “In deze tijden is een overtuigend pleidooi van de industrie van groot belang. De rekening van alle plannen zie ik, onder druk van de publieke opinie, steeds meer belanden bij de industrie. De industrie heeft echter wel te maken met een felle internationale concurrentiestrijd. De politiek moet uitkijken dat zij de werkgelegenheid
niet laat wegslippen. Die trend zie ik momenteel ontstaan.” Warmte “Binnen de duurzaamheidsdiscussie mis ik nog vaak de rol van warmte. Daar wil ik meer aandacht voor vragen binnen
VEMW. Stroom is er in overvloed. We moeten ons nu richten op grootschalige goedkope groene warmte. Het is een onderschat potentieel met een belangrijke rol voor de gebruikers.”
Spoor Column
Opgelet: netbetrouwbaarheid
Ton Spoor, voorzitter VEMW
Een betrouwbaar elektriciteitsnet met een gegarandeerde netspanning en een gasnet met bekende gaskwaliteit lijken in ons land eigenlijk vanzelfsprekend. De roep om verduurzaming van onze energievoorziening is algemeen geaccepteerd. Dit zien we ook in het ‘Energieakkoord voor duurzame groei’. Maar verduurzaming gaat niet zonder problemen. Zo varieert de gaskwaliteit in regionale netten als gevolg van inname van gas uit vergistingsinstallaties. Ernstiger zijn de verstoringen in het elektriciteitsnet als gevolg van de fluctuerende toevoer van elektriciteit van wind op zee en zonnecellen. Zo moest de netbeheerder in Duitsland in de winter van 2012 197 maal ingrijpen om te voorkomen dat delen van Duitsland in het donker kwamen te zitten. Spanningsdips als gevolg hiervan kunnen gevolgen hebben voor productieprocessen van de afnemer. Duitsland heeft te weinig Noord-Zuid transportcapaciteit. Bij overaanbod van stroom in het Noorden van Duitsland helpen de Nederlandse en Poolse netten de zaak in balans te krijgen. Gevolg: meer kans op verstoringen en hogere netinvesteringen in
VEMW Journaal | September Augustus 2011 2013
Nederland. De nettarieven zullen daardoor stijgen. Deze problemen vragen om oplossingen op zowel landelijk als Europees niveau: • Op Europees niveau moet de 3e richtlijn sneller worden uitgevoerd, in het bijzonder de optimalisatie van investeringen in de Europese netten. • Op welke wijze gaan we de markt gebruiken om dit probleem op te lossen? • Op lokaal niveau moeten er afspraken komen over kwaliteitsstandaarden voor spanningsdips: waar liggen de verantwoordelijkheden van de regionale netbeheerder en de afnemer. VEMW heeft dit reeds aangekaart bij de netbeheerders. Deze problemen verdienen echt meer aandacht en urgentie. Ook in Nederland worden de risico’s alleen maar groter met de voorziene investeringen in wind en zon. VEMW ziet de betrouwbaarheid van de netten als één van haar belangrijke prioriteiten voor de komende jaren. Tijdige signalen van onze leden over veranderingen in de netkwaliteit helpen ons daarbij.
11
Vereniging
Themabijeenkomst:
Agenda
Grondwater als vestigingsfactor voor bedrijven. Hoe lang nog? Vrijdagmiddag 11 oktober 2013 in Woerden. Voldoende grondwater van de juiste kwaliteit is een vestigingsfactor voor onder andere de voedings- en genotmiddelenindustrie en de papierindustrie. De toename van nieuwe activiteiten in de ondergrond, zoals de toepassing van bodemenergiesystemen, maar ook wetgeving, zetten de beschikbaarheid van grondwater voor de industrie onder druk. Daar komt bij dat de actuele discussie over de winning van schaliegas de vraag oproept wat de mogelijke
effecten zijn op de grondwaterkwaliteit.VEMW organiseert daarom een themabijeenkomst over de bescherming van industriële grondwaterwinningen. Programmamanager Structuurvisie Ondergrond van het ministerie van Infrastructuur en Milieu, Ruud Cino, licht de visie van de Rijksoverheid toe. Sprekers van de Provincie Limburg en van Brand bier delen hun recente ervaringen met beschermingsbeleid dat specifiek is toegesneden op industriële winningen. Vraag is of de in Limburg geleerde lessen een springplank vormen naar een
GRATIS EN EXCLUSIEF VOOR VEMW LEDEN! 4 oktober VEMW Energielunch Klimaatneutraliteit Woerden
landelijke aanpak. Discussieer mee over adequate en realistische bescherming van uw winning, zodat productie mogelijk blijft zonder kostbare meet- en rapportageverplichtingen.
11 oktober VEMW Themabijeenkomst Grondwater als vestigingsfactor voor bedrijven. Hoe lang nog? Woerden
Deelname is gratis en voorbehouden aan leden die zich vooraf inschrijven via het inschrijfformulier op de website www.vemw.nl.
8 november VEMW Seminar Prijsvorming en energiehandel Woerden 21 november KNW en SKIW Praktijkcases behandeling industrieel afvalwater Sitech Services Geleen
KORTING VOOR VEMW LEDEN!
Resultaten Algemene Ledenvergadering
11 december FME-CWM & Euroforum, CleanTech Business Day Eindhoven
Op 20 juni jl. zijn de volgende besluiten genomen tijdens de jaarlijkse Algemene Ledenvergadering van VEMW: • De jaarrekening over 2012 is goedgekeurd door de leden en aan het bestuur is decharge verleend over het gevoerde beleid. • De contributie wordt met ingang van 2014 met 2% verhoogd. • WGS Accountants uit Woerden zijn evenals in 2012 aangewezen om de jaarstukken over 2013 voor te bereiden. • Er zijn drie nieuwe leden in het Algemeen Bestuur benoemd, te weten Jos Visser van USG, Miklas Dronkers namens Crown van Gelder en Sjoerd Sieburgh namens Akzo Nobel Energy. Dick Stobbe (Dow Chemical) is herkozen voor een periode van vier jaar.
VEMW
Colofon
Kijk voor meer informatie en aanmelding op de website www.vemw.nl onder ‘activiteiten’.
Aan de totstandkoming van deze uitgave is de uiterste zorg besteed. Voor informatie die onvolledig of onjuist is opgenomen, alsmede voor de gevolgen van activiteiten die ondernomen worden op basis van deze informatie aanvaarden wij geen aansprakelijkheid.
Hét kenniscentrum en dé belangenbehartiger voor zakelijke energie- en watergebruikers.
‘VEMW Journaal’ is een uitgave van de Verenig-
Reacties
VEMW: Houttuinlaan 12
ing voor Energie, Milieu en Water (VEMW).
Als u wilt reageren op artikelen
3447 GM Woerden
‘VEMW Journaal’ wordt verspreid in een oplage
of zelf interessant nieuws te
Tel 0348 48 43 50
van ca. 2.000 exemplaren onder VEMW-leden en
melden heeft, kunt u zich wenden
desk@vemw.nl / www.vemw.nl
relaties en verschijnt ieder kwartaal.
tot VEMW, Thessa de Ridder,
Druk:
De Swart, Den Haag
tel 0348 48 43 57.
Opmaak: SD Communicatie, Rotterdam
ISSN 1389-7691
Volg ons op
@vemwnieuws