Flore jaarverslag 2013

Page 1

Jaarverslag 2013

Ruimte om te bloeien


1

Inhoudsopgave Leeswijzer

2

Voorzitter van het College van Bestuur Adrie Groot Organisatiestructuur Stichting Flore Raad van Toezicht De kwaliteit van het onderwijs Flore Xtra: Talentontwikkeling Flore Xtra: Passend Onderwijs Flore Xtra: Opbrengstgericht werken

3 5 7 11 13 15 16

Flore Xtra: Informatie en Communicatie Technologie GMR geeft aanzet tot nieuwe ontwikkelingen binnen Stichting Flore Flore professionele cultuur Koersplan - Planning & Control cyclus Flore special: Communicatie

17

Jaarrekening 2013 Exploitatierekening 2013 Baten 2013 Lasten 2013 FinanciĂŤle baten & lasten Extra gelden vanuit het NOA Toelichting op de balans

28 28 29 31 33 34 37

ContinuĂŻteitsparagraaf

41

Lijst met afkortingen

46

Colofon

48

19 21 23 26

Jaarverslag Stichting Flore 2013


2

1 Leeswijzer Het jaarverslag 2013, dat hier voor u ligt, is geen gewoon jaarverslag. Het is het verslag van en over mensen. Mensen die met passie en betrokkenheid werken aan goed onderwijs. Stichting Flore mag zich gelukkig prijzen dat er zoveel zichtbare betrokkenheid is, zoveel inzet om het onderwijs aan kinderen dagelijks te verbeteren. Mensen maken onderwijs en mensen staan ook centraal in dit jaarverslag. Met trots vertellen gemotiveerde mensen binnen onze organisatie hun verhaal. De rode draad is herkenbaar: werken aan toponderwijs. Herkenbaar in de woorden van leden van de Raad van Toezicht, de algemene directie en de GMR, maar vooral in de verhalen van de leerkrachten voor de klas. Altijd bezig om goed onderwijs te verzorgen en steeds op zoek naar verbetering. Alleen of steeds meer in samenwerking met andere leerkrachten van de eigen school, van andere scholen of experts van buiten onze organisatie. De energie en dynamiek is voelbaar en herkenbaar. Niet alleen voor de mensen in onze organisatie. Ook de voorzitter van de PO-Raad, de inspectie en andere betrokken organisaties herkennen die en werken zeer graag samen met Stichting Flore. Vele ontwikkelingen zijn opgepakt en leiden tot verbeteringen in de klas, op school en in de organisatie. En ook de komende jaren zullen wij intern en met deskundigen blijven werken aan goed onderwijs. En dat alles op basis van een stabiel fundament. De bedrijfsvoering is op orde. Een compliment waard zeker in deze roerige tijden. De extra financiĂŤle middelen die wij in december 2013 mochten ontvangen zullen wij dankbaar inzetten voor onze leerlingen en leerkrachten. Maar ook zonder die extra impuls beschikken wij over een gezonde organisatie. En dat maakt het mogelijk om vrijkomende middelen maximaal in te zetten om het onderwijs voor de kinderen te verbeteren en te werken aan optimale werkomstandigheden voor ons personeel. Met trots presenteer ik dit jaarverslag als resultaat van een dynamisch jaar en met verwachting kijk ik al weer uit naar de ontwikkelingen in 2014. Adrie Groot College van Bestuur

Jaarverslag Stichting Flore 2013


3

Voorzitter van het College van Bestuur Adrie Groot: "Alles wat we doen, staat in het teken van leren en ontwikkelen" Stel Adrie Groot, voorzitter van het College van Bestuur van Stichting Flore de vraag waar Flore voor staat en je krijgt een glasheldere uiteenzetting, gebaseerd op de praktijk. Adrie Groot is een man die graag heel dicht op de 'werkvloer' staat. Geen overzicht vanuit een ivoren toren, maar dichtbij iedereen binnen de Flore-organisatie. Want de mensen zijn hem dierbaar.

Aandacht "Flore staat voor groeiend en bloeiend onderwijs. Onderwijskwaliteit wordt vooral gerealiseerd door de man of vrouw die elke dag op school aan het werk is met kinderen. Iedereen binnen de organisatie moet daarom de kans krijgen zich optimaal te ontwikkelen. Dus niet alleen de kinderen, nee, een ieder moet individueel die kans krijgen. Alles wat we doen staat in het teken van leren en ontwikkelen. Stichting Flore faciliteert dat. Ondersteunt de mensen. Hoe we dat doen? Door in gesprek te gaan en mensen met elkaar in gesprek te brengen. Leren van en met elkaar.”

Ontmoetingen "In de praktijk betekent dat het zoveel mogelijk organiseren van 'ontmoeting'. Ontmoeting van leerkrachten, directeuren en ouders, maar ook van het College van Bestuur en de Algemene directie. Ik ga veel in gesprek met directies van onze scholen, leerkrachten en teams. Dat doe ik overigens niet alleen, ook de twee algemeen directeuren doen dat. Voorbeeld: we voeren ons wekelijks overleg van het bestuur en de algemene directie nu regelmatig op één van de scholen. Daarna eten we ons broodje op die school met het team en mogen ze vragen stellen over dat overleg. Dat wordt zeer op prijs gesteld. En natuurlijk krijg je ook wel eens de vraag: 'hebben jullie daar nu tweeënhalf uur over zitten praten?'. Nogmaals: direct contact is heel belangrijk. Als ik bij zo’n ontmoeting ben, bijvoorbeeld de Kwaliteitskring Brede Scholen- Kindcentrum - een grote groep Flore-scholen is hiermee bezig - en we onze ervaringen met elkaar delen, praat ik niet alleen mee als bestuurder, óók als belangstellende. We stellen de vraag: wat zien we, wat kunnen we ermee? Kijk, we komen bij elkaar omdat samen met elkaar iets willen!”

Duurzaam ontwikkelen Jaarverslag Stichting Flore 2013

"Overigens: niet alleen het fysieke contact is belangrijk, ook het digitale contact. Het Floreveld (zie elders in dit jaarverslag) speelt daarin een rol. Dat is de digitale ontmoetingsplek. Flore kent een aantal kernwaarden: vooruitstrevend, kwaliteit, daadkracht en duurzaamheid. Duurzaamheid is binnen Stichting Flore natuurlijk herkenbaar in de wijze waarop we met de omgeving en het milieu omgaan. Stichting Flore investeert jaarlijks in het optimaliseren van het binnenklimaat via het project Frisse Scholen en veel van onze scholen hebben zonnepanelen. Maar wij bedoelen met duurzaamheid echter in eerste instantie: de goede dingen doen en borgen. Als je dan ook nog de ontwikkeling met onderwijsmensen hebt ingevuld is de kans groot dat die ontwikkeling ook dúúrzaam wordt.”


4

Uniek "We werken binnen Stichting Flore aan onderwijskwaliteit en steken daarbij vooral in op het ondersteunen van de professionalisering van al onze medewerkers. Die professionalisering willen we vooral gestalte geven door het faciliteren van professionele leergemeenschappen. Overal kom je grote en kleine groepen tegen, leerkrachten, directeuren, ouders, bestuurders, GMR-leden en leden van de Raad van Toezicht die in gezamenlijkheid een thema oppakken. Zo wordt denkkracht georganiseerd die een bijdrage kan leveren in het steeds meer verbeteren van de onderwijskwaliteit. Twee directeuren zijn daar als 'regisseurs' heel actief - zeg maar daadkrachtig - mee bezig. Dat is een fantastisch proces! We krijgen daarin begeleiding van een autoriteit op dat gebied, Alex van Emst. Een belangrijke slagingskans van deze ontwikkeling ligt in de organisatiebrede aanpak. Dat Stichting Flore de hele organisatie en ook ouders bij deze ontwikkeling betrekt noemde hij uniek. Omdat - om er maar een kernwaarde bij te pakken - we ook hierin heel vooruitstrevend durven te zijn."

Kwaliteit "We gaan uit van de gedachte: elk kind, elk mens is uniek. Wij doen ons uiterste best om kinderen binnen onze organisatie gelukkig te laten opgroeien in een rijke omgeving. Daarbij zijn zaken als cultuur, samenwerking en sociaal met elkaar omgaan minstens zo belangrijk als taal en rekenen. Wij leggen op onze scholen in acht jaar de basis voor het mens-zijn van de kinderen. Daarbij is kwaliteit in de zin van een cijfer als beoordeling niet zaligmakend. Kwaliteit is binnen Flore een integraal begrip en gaat veel verder dan alleen maar resultaten. Wij willen kinderen inspireren en stimuleren om zich maximaal te ontwikkelen. Dåt is onze taak." • https://vimeo.com/90108654

Jaarverslag Stichting Flore 2013


5

Organisatiestructuur Stichting Flore werkt volgens de volgende organisatiestructuur:

Raad van Toezicht De heer drs. P.H.M. Roemer De heer M.M.M. Castricum QC Mevrouw. mr. D. Vrielink De heer J.F.T. Quick De heer C.P.A. Mosch De heer drs. R. van Seventer De heer dr. H. van der Weijden

Voorzitter Lid, auditcommissie Financiën en Bedrijfsvoering Lid Lid, auditcommissie Financiën en Bedrijfsvoering Lid, Remuneratiecommissie Lid Lid, auditcommissie Onderwijs en Personeel

De Raad van Toezicht bestaat uit minimaal vijf en maximaal zeven leden. De Raad vergadert ongeveer vijf maal per schooljaar, of meer indien nodig. De RvT kent een Auditcommissie Financiën & Bedrijfsvoering die zich bezig houdt met financiële vraagstukken, een Auditcommissie Onderwijs en Personeel die zich bezighoud met personele en onderwijskundige vraagstukken en een Remuneratiecommissie (RC) die zich buigt over het bezoldigingsbeleid voor de leden van het CvB en de RvT.

De heer A.J.M. Groot

Voorzitter

Het College van Bestuur is verantwoordelijk voor het bestuur van de stichting en legt hiertoe verantwoording af aan de Raad van Toezicht.

Jaarverslag Stichting Flore 2013

College van Bestuur


6

Algemeen directeuren De heer S.J.C. Konst De heer R.W.J. Zaal

Algemeen directeur Onderwijs en Personeel Algemeen directeur Financiën en Bedrijfsvoering

De Algemene Directie heeft, met inachtneming van de beleids- en financiële uitgangspunten die door het College van Bestuur zijn vastgesteld, vastgestelde taken en bevoegdheden. Deze taken en bevoegdheden zijn vastgelegd in het managementstatuut van Stichting Flore.

Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad De heer J.P. de Goede Mevrouw C.M.B. Wieland Mevrouw M. Fygi

Voorzitter Vice vz/secretaris Lid

De Gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR) vertegenwoordigt ouders en leerkrachten van de Flore scholen.

Overleg schooldirecties Tot en met oktober 2013 vormde het maandelijkse directieberaad het overleg van, voor en door de directeuren. De agenda, het voorzitterschap en de voorbereiding lagen in handen van de agendacommissie die bestond uit: De heer W.J. Schölzel De heer L.M.A. Settels Mevrouw R. Ybema-Kuiper Mevrouw A.M. Ruiter De heer K.J. Wolf De heer S.J.C. Konst De heer R.W.J. Zaal

Voorzitter (directeur) Lid, themacoördinator Talentontwikkeling (directeur) Lid, themacoördinator Passend Onderwijs (directeur) Lid, themacoördinator Opbrengstgericht werken (directeur) Lid, themacoördinator ICT (directeur) Lid (algemeen directeur Onderwijs en Personeel) Lid (algemeen directeur Financiën en Bedrijfsvoering)

In het kader van de ontwikkeling van een professionele cultuur is vanaf oktober 2013 het maandelijkse Directieberaad in de oude vorm gestopt. Daarvoor in de plaats wordt een flexibele overlegvorm ontwikkeld waarbij gebruik wordt gemaakt van de kennis en kunde breed in de organisatie. Om dit veranderproces te ondersteunen zijn twee schooldirecteuren erkend als Flore regisseur: Flore regisseur (directeur) Flore regisseur (directeur)

Directeur Onder de verantwoordelijkheid van Stichting Flore ressorteren 30 scholen voor bijzonder basisonderwijs en één school voor speciaal basisonderwijs. De schooldirecteur is belast met de algehele leiding van de school en geeft direct leiding aan de medewerkers. De schooldirecteuren leggen verantwoording af aan het College van Bestuur en de MR.

Jaarverslag Stichting Flore 2013

De heer S. van Wickeren Mevrouw R. Ybema-Kuiper


7

Medezeggenschapsraad Elke school heeft een medezeggenschapsraad (MR). Deze bestaat uit ouders en leerkrachten van de school.

Servicekantoor De Raad van Toezicht, het College van Bestuur en directeuren laten zich ondersteunen door een servicekantoor. Op het servicekantoor wordt, op een creatieve manier, op samenwerking gericht de ontwikkeling van het onderwijsbeleid ondersteund. Scholen, maar ook ouders, kunnen er terecht met vragen over de meest uiteenlopende onderwerpen. Het servicekantoor adviseert, ondersteunt en neemt veel werk uit handen van de schooldirecteuren/scholen, zodat zij zich kunnen richten op hun kerntaak: het beste uit kinderen halen.

Jaarverslag Stichting Flore 2013


8

Raad van Toezicht, Henk van der Weijden en Daniëla Vrielink: “Allesbepalend is dat de leerkracht in de gelegenheid wordt gesteld om elk kind optimaal te kunnen begeleiden” De Raad van Toezicht van Stichting Flore telt zeven leden, die zijn benoemd voor een periode van vier jaar. De Raad van Toezicht houdt volgens de moderne Governance Principes toezicht op het beleid van het College van Bestuur en op de algemene gang van zaken binnen de organisatie. Werkzaamheden en bevoegdheden van de Raad van Toezicht zijn vastgelegd in de statuten van de Stichting Flore. Binnen Stichting Flore wordt de Code Goed Bestuur in het primair onderwijs van de PO-Raad gehanteerd. Henk van der Weijden en Daniëla Vrielink zijn de laatst benoemende in de Raad van Toezicht. Wat is hun visie op toezichthouden en Stichting Flore? Ze leggen het zelf uit. Henk van der Weijden: “Toezichthouden houdt voor mij als lid van de Raad van Toezicht in, dat met een zekere afstand wordt gekeken naar de kwaliteit van de schoolorganisatie als geheel. Dit interne toezicht vormt de schakel van de Flore-organisatie met de buitenwereld. De verschillende disciplines die de raadsleden van Flore vertegenwoordigen, zijn een verrijking voor de organisatie. Er is voldoende kennis bij de raad in huis, zowel op het economische, juridische, financiële, bouwkundige, als het onderwijskundige vlak. Dat houdt in dat alle grote beslissingen bij Flore vanuit verschillende invalshoeken bekeken kunnen worden. Het voortouw voor het verbeteren van de organisatie, respectievelijk het initiëren van plannen, ligt voornamelijk bij het overleg dat de bestuurder heeft met de eigen staf en met de scholen. Bij Flore valt op dat de scholen zelf hun eigen gezicht kunnen bepalen, uiteraard binnen de spelregels die zijn afgesproken. Er is wel een Flore-visie en -missie, vastgelegd in het Koersplan, maar dat staat het bepalen van een eigen gezicht van de meer dan dertig aangesloten Florescholen niet in de weg. De bestuurder en de Raad van Toezicht kijken ook of Flore zich houdt aan de wet- en regelgeving zoals de rijksoverheid die heeft vastgelegd. Wat ik graag wil zeggen: een heel sterk punt van de Flore-organisatie is dat er 'duizend bloemen mogen bloeien' in een vrij speelveld. Meedoen aan zo'n geheel en een (bescheiden) bijdrage leveren aan het groeien en bloeien van Flore is op zich een feest.” Daniëla Vrielink is in juni 2013 benoemd in de Raad van Toezicht. Zij vertelt: “Ik heb altijd bijzonder veel interesse in primair onderwijs gehad. Ik denk dat je in deze tijd de basis legt voor de rest van je leven. Allesbepalend is dat de leerkracht in de gelegenheid wordt gesteld om elk kind optimaal te kunnen begeleiden. Stichting Flore spreekt mij

Jaarverslag Stichting Flore 2013

RvT op bezoek bij Nexus


9

dus enorm aan: elk kind de gelegenheid geven te bloeien. Als toezichthouder kijk ik naar het grote geheel: op welke manier probeert de bestuurder met de hem ter beschikking staande middelen een zo goed mogelijk resultaat te bereiken voor de aangesloten scholen en de daarbij betrokken leerlingen? Als toezichthouder controleer je weliswaar achteraf, maar je kunt op basis van deze controle wel invloed uitoefenen op de toekomst. De Raad van Toezicht van Flore heeft gekozen voor een eenhoofdig College van Bestuur met twee Algemeen Directeuren.” Henk: “Flore heeft veel bereikt waarop we trots mogen zijn. Dat is niet de verdienste van één onderdeel van de organisatie, dus ook niet van de Raad van Toezicht. De gehele organisatie staat als een huis. In gesprekken met directies en leraren merk ik op dat ze trots zijn om bij Flore te werken. Vanuit die 'wetenschap' proberen zij zo goed mogelijk onderwijs te verzorgen en dat is het beste wat je van onderwijsprofessionals mag verwachten. Ieder onderdeel levert daar zijn bijdrage aan. Waar we vooral trots op zijn, is het vooruitlopen op maatschappelijke ontwikkelingen. Ontwikkelingen die ons niet overkomen, maar waar we op anticiperen: opvang van de terugloop van het aantal leerlingen doordat het aantal geboorten terugloopt (krimp), het organiseren van de onderwijs/zorg voor alle leerlingen (passend onderwijs), het samengaan van scholen en andere instanties (brede scholen). Bovendien zijn we als raad trots op ons gezonde financiële beleid en natuurlijk ook op de nieuwbouw en verbouwingen van scholen.” Daniëla: “Voor de Raad van Toezicht is het belangrijk dat Stichting Flore een vooraanstaande plaats inneemt in het primair onderwijs in deze regio. De organisatie is laagdrempelig. We gaan open met elkaar om, maar blijven kritisch. Het Koersplan van Flore is de basis van waaruit wij controleren. In de praktijk komt het erop neer dat we veel meer samenkomen, dan de vijf vergaderingen. Er is tussentijds regelmatig overleg. Er zijn diverse commissies, die ook regelmatig bij elkaar komen. Wij zijn trots dat de organisatie er is, zoals hij er nu is. Door proactief leiderschap is er goed op de aanstaande leerlingenkrimp gereageerd. Als Raad van Toezicht zijn we trots op de Flore Kwekerij om ervoor te zorgen dat de kwaliteit van de leerkrachten nog meer wordt benut, waardoor de kinderen nog meer kunnen floreren. Het team van de Raad van Toezicht is heel divers. We hebben (helaas) van een aantal ervaren leden afscheid moeten nemen, maar we hebben alle vertrouwen in de toekomst!” 

Raad Van Toezicht

De Raad van Toezicht heeft tot taak om toezicht te houden op het beleid van het College van Bestuur en de algemene gang van zaken bij Stichting Flore. De RvT ziet er op toe dat het gevoerde beleid overeenkomt met wettelijke, statutaire en andere voorschriften en dat de continuïteit wordt gewaarborgd. De RvT hanteert de uitgangspunten van de Code Goed Bestuur Primair Onderwijs (in 2004 vastgesteld door de werkgroep Code Bestuurlijk Handelen Primair Onderwijs). De raad is lid van de VTOI (Vereniging van Toezichthouders in Onderwijsinstellingen) en heeft zo contact met andere toezichthouders.

Jaarverslag Stichting Flore 2013

Raad van Toezicht in gesprek met leerlingen


10

Verantwoording In 2013 werden, in aanwezigheid van het CvB, vijf reguliere vergaderingen van de RvT gehouden. Voorafgaand aan deze bijeenkomsten vond overleg plaats tussen de voorzitter van de RvT en het CvB. Tijdens dit overleg werd de algemene gang van zaken in de organisatie besproken, werd de agenda voor de vergaderingen van de RvT voorbereid en kwamen personele (waaronder arbeidsrechtelijke) zaken aan de orde. Een terugkerend en belangrijk thema tijdens de vergaderingen van de RvT vormde het bespreken van de voortgangsrapportages van het Koersplan 2012-2016. De voorzitter en een lid van de RvT hebben met het CvB gesprekken gevoerd over de doelstellingen voor het schooljaar 2012-2013. Deze zijn ook geëvalueerd. Op 13 september 2013 heeft de RvT een rondrit gemaakt langs enkele scholen van Stichting Flore met als thema Passend Onderwijs. Nexus, de Familieschool en De Boomladder werden bezocht. Tweemaal per jaar heeft de voorzitter van de RvT samen met de voorzitter van het CvB een informeel gesprek met het dagelijks bestuur van de GMR. In 2013 is onder andere gesproken over de invoering van Passend Onderwijs, de gevolgen van krimp voor de Stichting en de ontmoeting tussen de gehele RvT en GMR.

Samenstelling Deze bestaat uit zeven onafhankelijke leden, die voor een periode van vier jaar worden benoemd, met de mogelijkheid deze termijn één keer te verlengen. Bij de start van Stichting Flore is rekening gehouden met de verschillende aandachtsgebieden voor de samenstelling van de RvT. In 2013 heeft de RvT zich beziggehouden met de vervulling van de vacatures die in 2014 ontstaan door het reglementaire aftreden van twee leden van de raad. We hebben competentieprofielen opgesteld en de vacatures zijn vóór de zomervakantie geplaatst in de nieuwsbrieven van de scholen. De selectiegesprekken hebben in het najaar plaatsgevonden. We hebben in 2013 mevrouw mr. D. Vrielink kunnen benoemen en met ingang van 2014 mevrouw P.A.G. Groeneveld en de heer drs. P.A. Renses. De heer drs. P.H.M. Roemer De heer C.P.A. Mosch De heer J.F.T. Quick De heer dr. H. van der Weijden De heer M.M.M. Castricum De heer drs. R. van Seventer Mevrouw mr. D. Vrielink

voorzitter 1-1-2007 1-1-2015 (aftredend) 1-1-2007 1-1-2014 (aftredend) 1-1-2007 1-1-2014 (aftredend) 1-1-2012 1-1-2012 1-1-2013 1-6-2013

College van Bestuur Het College van Bestuur bestaat uit: De heer A.J.M. Groot

voorzitter 1-1-2007

Honorering CvB

Commissies De RvT heeft drie commissies ingesteld, de Auditcommissie Financiën en Bedrijfsvoering, de Remuneratiecommissie en de Auditcommissie Onderwijs en Personeel. Voor deze commissies zijn reglementen opgesteld, waarin werkzaamheden en bevoegdheden zijn opgenomen.

Jaarverslag Stichting Flore 2013

De voorzitter is met ingang van 1 januari 2013 benoemd in schaal B5 volgens de cao bestuurders van de VTOI. De voorzitter maakt gebruik van een bedrijfsautoregeling.


11

Auditcommissie Financiën & Bedrijfsvoering In de Auditcommissie hebben de heren M.M.M. Castricum en J.F.T. Quick zitting. Hun gesprekspartners vanuit de stichting zijn de heren A.J.M. Groot en R.W.J. Zaal. Deze commissie houdt zich bezig met financiële vraagstukken. De Auditcommissie heeft als taak om de RvT te adviseren over met name bedrijfseconomische aspecten, om zo de besluitvorming te optimaliseren. Voor de Auditcommissie is een reglement vastgesteld, met daarin een uitgebreide taakomschrijving.

Remuneratiecommissie De Remuneratiecommissie bestaat uit twee leden van de Raad van Toezicht, te weten de heer C.P.A. Mosch en de heer P.H.M. Roemer. In het jaar 2013 heeft de Remuneratiecommissie zich beziggehouden met de functiewaardering van het CvB, in het kader van een aparte CAO voor bestuurders van Onderwijsinstellingen. Daarnaast heeft de commissie een voorstel voorbereid om het organisatiemodel bij Stichting Flore te wijzigen in een éénhoofdig CvB, ondersteund door twee leden van de Algemene Directie. Tenslotte is een beoordelingssystematiek voor het CvB opgesteld.

Auditcommissie Onderwijs en Personeel De commissie bestaat uit twee leden, de heer C.P.A. Mosch en de heer H. van der Weijden. Deze commissie is in de tweede helft van 2013 opgericht en houdt zich bezig met onderwerpen op het gebied van Onderwijs en Personeel.

Algemeen Omdat met het vertrek van twee leden van de RvT per 1-1-2014 en van de voorzitter per 1-1-2015 veel ervaring binnen de Raad verloren gaat, heeft men onder begeleiding van een externe deskundige de ontwikkelingen van de governance bij Stichting Flore en de borging van de governance tegen het licht gehouden. In dit kader heeft de RvT op 6 september een studiedag gehouden. Op 19 september heeft een ontmoeting plaatsgevonden tussen de RvT de GMR van Stichting Flore, met als doel elkaar beter te leren kennen en van gedachten te wisselen over de eigen verantwoordelijkheden binnen de stichting.

Maart 2013: jaarlijkse Floredag in het teken van 21st Century skills

Jaarverslag Stichting Flore 2013


12

De kwaliteit van het onderwijs Stichting Flore is een vooruitstrevende interconfessionele onderwijsorganisatie, die vanuit persoonlijke aandacht een bijdrage wil leveren aan de ontwikkeling van kinderen vanuit de kernwaarden: vooruitstrevend, duurzaamheid, daadkracht en kwaliteit. De Flore-kwaliteit van het onderwijs staat hierbij voorop. Dit betekent dat wij iedere leerling de mogelijkheid willen en kunnen bieden om het maximale uit zichzelf te halen. Terugkijkend op 2013 kunnen we voor wat betreft de kwaliteit van het onderwijs de volgende conclusies trekken: De opbrengsten van het onderwijs: In 2013 voldeden bijna alle scholen aan de kwaliteitseisen, die het inspectiekader voor het Primair Onderwijs stelt. Van de 31 Florescholen hadden 30 scholen een zogenaamd basisarrangement. 97% van de scholen voldoet dus aan het kwaliteitskader. Eén school heeft een aangepast arrangement gekregen van de inspectie. Deze school heeft een verbeterplan opgesteld, wat met name is gericht op de opbrengsten, de zorgstructuur en het aanbod voor begrijpend lezen. Uit de monitoring vanaf het tweede deel van 2013 durven we de conclusie te trekken, dat deze school in 2014 weer een basisarrangement gaat krijgen.  Het is een doelstelling binnen Stichting Flore om te komen tot meer inzicht in de ontwikkeling van de onderwijskwaliteit. Op dit moment zijn we vaak nog curatief bezig. Een school krijgt onvoldoende opbrengsten en vervolgens gaan we inzetten op het herstellen van deze situatie. We werken dus veelal vanuit alarmering. Dit willen we gaan omzetten naar een situatie van afstemming. We willen de scholen gaan leren om ook bij de kwaliteit van het onderwijs vooruit te gaan kijken. We maken daarvoor een kwaliteitsbegroting, waarbij scholen drie jaar vooruit gaan kijken naar hun opbrengsten. Hiermee krijgen we een systematiek om vroegtijdig bij te kunnen sturen en waar nodig extra te kunnen investeren.

Juni 2013 Presentatie boekje ‘Onderzoek en Onderwijs, een vruchtbare combinatie

Jaarverslag Stichting Flore 2013


13

Om dit proces mogelijk te kunnen maken zijn we in 2013 met alle scholen gebruik gaan maken van een ander administratieprogramma voor leerlingen. Dit is ParnasSys. Daarnaast zijn we in 2013 gestart met een opleiding voor alle directeuren om er zorg voor te dragen dat zij beter in staat zijn om de beschikbare data te analyseren en op basis van deze analyses verbeterplannen op te stellen. Hierbij is een goede PCDA-cyclus van belang. In deze opleiding leert men ook om elkaar te visiteren, waarbij men elkaar ondersteunt en feedback geeft. Om echt een slag te kunnen maken en de kwaliteit van het onderwijs op een nog hoger plan te brengen is scholing van personeel van groot belang. Zicht krijgen op talenten van mensen en mensen uitdagen en stimuleren om hun talenten verder uit te bouwen zijn hierbij erg waardevol. Leerkrachten en directeuren staan in de komende jaren voor een grote uitdaging om het Passend Onderwijs waar te maken. Zij moeten invulling gaan geven aan de onderwijsbehoeften van ieder kind. Voor scholing en begeleiding zijn middelen beschikbaar, zowel vanuit de Prestatiebox-middelen, die op stichtingsniveau worden beheerd als binnen de nascholingsmiddelen, waar iedere school over beschikt. Tot slot heeft ook ieder personeelslid de mogelijkheid om gebruik te maken van een eigen individueel scholingsbudget van de lerarenbeurs, wat men één keer kan inzetten om een masteropleiding te volgen. Ook in 2013 heeft een aantal leerkrachten van Stichting Flore dit budget aangewend om hun eigen functioneren op een nog hoger peil te brengen. Onderwijskwaliteit is meer dan alleen maar kijken naar de opbrengsten van de school. De opbrengsten zijn de uitkomst van goed onderwijs. Goed onderwijs kenmerkt zich door een goed pedagogisch en didactisch klimaat binnen iedere school en iedere klas. Goed onderwijs wordt ondersteund door een goede zorgstructuur. Basis voor goed onderwijs zijn bevlogen directeuren, die als onderwijskundig leider met hun gemotiveerde leerkrachten iedere dag weer inhoud geven aan dat onderwijs. Onderwijs is meer, niet alleen rekenen en taal, maar vorming van jonge mensen, zodat ze goed worden toegerust om later als mondige zelfstandige mensen hun rol te kunnen spelen in de maatschappij van morgen.  Ook in 2013 hebben we binnen Stichting Flore stappen kunnen zetten om die onderwijskwaliteit te versterken. We werken toe naar meer samenhang tussen onderwijskwaliteit, personeelsbeleid en financieel beleid. Wanneer we binnen die terreinen synergie kunnen krijgen wordt het onderwijs nog beter.

Siebrand Konst Algemeen directeur Onderwijs en Personeel

Première filmproject Het identiteitstraject wordt afgesloten. Leerlingen van groep 8 hebben de identiteit van hun school vastgelegd in een film van 119 seconden. De feestelijke première van de films vond op 13 november plaats in JT bioscoop in Heerhugowaard. Alle filmpjes kunt u op onze site bekijken.

Jaarverslag Stichting Flore 2013


14

Flore Xtra: Talentontwikkeling “Het is belangrijk om verschillen tussen kinderen te erkennen en talenten te herkennen” Marion Wijsma en Barbera Planken werken samen in de Gondel van basisschool De Zeppelin in Heerhugowaard. Marion begeleidt kinderen op sociaal-emotioneel gebied en geeft kinderen begeleiding met lezen en spelling. Barbera begeleidt kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong in de plusklas. Talentontwikkeling is het sleutelwoord. Uitgangspunt van beiden: de Gondel, omdat alle kinderen bijzonder zijn. Een enthousiast verhaal. Barbera steekt van wal: “Drie jaar geleden zijn we gestart met de Gondel. We wilden bij ons op school graag extra uitdaging en begeleiding bieden zodat alle leerlingen tot leren kunnen komen. In de Gondel krijgen kinderen extra begeleiding op lezen en spelling én op sociaal-emotioneel gebied. De kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong krijgen extra begeleiding en uitdaging in de plusklas.” “Deze extra uitdaging wordt geboden voor alle groepen, zodat er een doorgaande lijn is in de onderwijsbehoeften. We beginnen al bij de kleuters om onderpresteren tegen te gaan. Wanneer kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong op school komen, kunnen zij zich namelijk heel snel aanpassen aan het gedrag van andere kinderen. Bijvoorbeeld: een 4-jarige kleuter komt voor het eerst op school. Dit kind kiest een puzzel. Een oudere kleuter zegt dat deze puzzel alleen gemaakt mag worden door oudere kinderen. De 4-jarige kleuter pakt daarom een makkelijke puzzel terwijl dat onder zijn niveau is. De kleuter kan hierdoor denken dat dit de norm is, of wil niet opvallen en laat niet meer zien dat hij die moeilijke puzzel eigenlijk allang kan,” legt Barbera uit. De kinderen van groep 1 en 2 krijgen één keer per week een half uur extra uitdaging in kleine groepjes. De kinderen van groep 3 en 4 krijgen dit twee keer per week een half uur. De kinderen van groep 5 tot en met 8 wordt dit een keer per week een uur aangeboden. “Op deze manier kunnen we met deze kinderen meer de diepte in”, aldus Barbera.

Barbera: “We dagen alle kinderen uit steeds een stapje extra te zetten, zodat ieder kind het beste uit zichzelf kan halen. De kinderen in de plusklas bieden wij extra uitdaging en begeleiding. We werken met hen aan het ‘leren leren’, het ‘leren denken’ en het ‘leren (voor het) leven’. Belangrijke vaardigheden waar we met de kinderen aan werken, zijn samenwerken en overleggen, plannen en structureren, taakgericht werken, evalueren, omgaan met het maken van fouten en de sociale vaardigheden.”

Jaarverslag Stichting Flore 2013

Ze vervolgt: “Naast de begeleiding in de plusklas, wordt er bij ons op school in alle groepen uitdaging geboden op niveau. De kinderen krijgen een aanbod dat bij hen past. Zo werken de kinderen met een voorsprong bij rekenen volgens een compactingsprogramma. Zij maken minder van hetzelfde, zodat zij meer tijd over hebben voor verrijking.” De leerlingen die werken aan hun sociale vaardigheden komen een keer in de week 45 minuten en werken in groepjes van 4 tot 6 leerlingen. De kinderen komen uit diverse jaargroepen. De vaardigheden die zij leren, staan centraal voor de groepskeuze.


15

“De kinderen die aan hun sociale vaardigheden werken leren wij vanuit hun eigen kracht te werken, dit doen wij op een oplossingsgerichte manier. Wij hebben gekozen voor een speelse en praktische benadering en gaan uit van wat kinderen al kunnen. We leren hen om dit in te zetten en zo hun sociale vaardigheden te vergroten. Wij geloven dat kinderen zelf heel goed weten waaraan zij moeten werken en zoeken samen naar oplossingen om in de praktijk te gebruiken”, stelt Marion. Op de vraag wat deze manier van werken voor hun eigen ontwikkeling betekent, zijn de twee leerkrachten heel uitgesproken. Barbera: “Ik heb een ontzettend leuke baan! Het is afwisselend en inspirerend. Ik vind veel uitdaging met betrekking tot het werken in de plusklas en om te kijken op welke manier we met ons onderwijs het beste kunnen aansluiten bij kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong. In de afgelopen drie jaar heb ik mijn eigen kennis over de onderwijsbehoeften van deze kinderen vergroot.” Marion: “Ik werk met de leerlingen aan hun sociale vaardigheden en vind het een uitdaging om steeds die oefeningen en materialen te gebruiken, die nodig zijn om kinderen over zichzelf na te laten denken. In mijn onderwijsloopbaan heb ik mijzelf altijd verder ontwikkeld, na mijn remedial teacher-opleiding heb ik coach- en kindercoachopleidingen gevolgd en afgerond. Ik kan mijn vakmanschap inzetten en mijn didactische kennis optimaal benutten, waardoor dit mooie vak ook na een lange onderwijstijd fris en nieuw blijft.” “We informeren en adviseren onze collega’s waar nodig over de specifieke begeleiding die de kinderen nodig hebben. We inspireren elkaar, maken telkens nieuwe plannen om zo ons onderwijs aan te scherpen”, vertellen beiden. “We blijven ons ontwikkelen, kijken kritisch naar ons aanbod en passen ons onderwijs en de begeleiding aan om precies aan te sluiten bij de ontwikkeling van de kinderen. Hierdoor kunnen wij nog beter aansluiten bij wat de leerlingen nodig hebben. Zo houden zij de motivatie en blijven zich ontwikkelen. We vinden het belangrijk om verschillen tussen kinderen te erkennen en talenten te herkennen, dit geldt voor al onze leerlingen.” Tot slot: “Wat ons ontzettend veel voldoening geeft, is dat de kinderen door de extra uitdaging en begeleiding beter in hun vel zitten en met plezier naar school gaan. Kinderen voelen zich begrepen en erkend. We zijn trots dat we een mooi onderwijsconcept hebben, dat door de hele school wordt gedragen. Wij hebben een goede samenwerking met de groepsleerkrachten, zij zien het effect van de extra begeleiding in de klas terug. Zij kunnen daardoor optimaal aansluiten bij de onderwijsbehoeften van de leerling.”

Kinderen in de Gondel met een zelfgebouwde waterpomp

Jaarverslag Stichting Flore 2013


16

Flore Xtra: Passend Onderwijs "Je moet je wel bedenken, dat niet ieder kind naar de universiteit kan" Passend onderwijs wordt per 1 augustus 2014 op alle scholen in Nederland ingevoerd. Passend onderwijs - de term zegt het al - moet ervoor zorgen dat alle leerlingen zo passend mogelijk onderwijs krijgen. "Het is een heel proces", zegt leerkracht Saskia van der Geer van de Radboudschool in Heiloo. “Passend onderwijs verplicht scholen een pássende onderwijsplek te bieden aan leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Simpel gezegd: goed onderwijs voor elk kind. Als dat niet alleen binnen de eigen school kan, moet je extra expertise in huis halen. Het gaat erom, bij elk kind eruit te halen wat erin zit. Dus moet je doelen stellen. Al moet je wel bedenken dat niet ieder kind naar de universiteit kan."

Afstemmen “Door observaties, testen, toetsen en leerlingvolgsystemen kunnen we op school achterstanden en problemen al vroeg ontdekken. Als blijkt dat een kind een leerprobleem heeft, kunnen we het lesprogramma hierop afstemmen. Ook kan de school kinderen laten werken in een klein groepje met hetzelfde niveau. Helpen zulke oplossingen niet, dan kunnen kinderen speciale hulp krijgen. Expertise van buitenaf, bijvoorbeeld.” "Als we kijken naar wat een kind nodig heeft, betrekken we zowel de ouders als het kind zelf erbij. De rol van het kind is dus erg belangrijk: wat voor onderwijsbehoefte heeft hij of zij? Dat wordt vastgelegd in een dossier, zodat alles goed in kaart wordt gebracht."

Rugzak "We hebben op de Radboudschool nu vijf kinderen met een rugzak en ik verwacht niet, dat dat er in augustus ineens dertig zullen zijn. Maar het is fijn om te zien dat een kind met een rugzak prima kan functioneren binnen de schoolomgeving en dat je eisen aan hen mag stellen! We kregen bijvoorbeeld een meisje binnen in groep drie en die draait nu op eigen niveau mee in groep zeven. Of een jongen die totaal geen contact maakte toen hij bij ons school kwam, maar binnen een paar jaar zich zo veilig voelde, dat hij nu lekker meedraait in groep zeven. Ja, daar mogen we best trots op zijn."

Blij! Jaarverslag Stichting Flore 2013

"We zijn op Flore-niveau wat passend onderwijs betreft heel goed bezig. En ook van de manier waarop het invoeringsproces verloopt op de Radboudschool kan ik heel erg blij worden!"


17

Flore Xtra: Opbrengstgericht werken "Van bij elkaar kijken, kun je veel leren" Opbrengstgericht werken is een speerpunt in het onderwijsbeleid met betrekking tot het primair onderwijs. Scholen streven altijd naar goede resultaten van hun onderwijs. Maar soms kan het met het stellen van scherpere prioriteiten (nog) beter. Maaike Boekel vertelt over opbrengstgericht werken op de Familieschool in Heerhugowaard, waar zij werkzaam is. "Opbrengstgericht werken betekent in de praktijk van alle dag, dat je je onderwijs zó inricht, dat je als leerkracht het optimale uit elk kind haalt", is de korte en bondige omschrijving die Maaike geeft. "Als je onderwijs goed is ingericht, kun je gericht werken aan opbrengstgericht werken. Als school moet je zorgen voor een cultuur, waarin je opbrengstgericht kunt werken. De leerkracht dóet er dus toe. Zijn of haar rol is cruciaal." 

Maaike Boekel: “De bal speelt een belangrijke rol in mijn lessen”

"Stichting Flore bood vijf jaar geleden een cursusproject aan bij het CPS. Dat project was gericht op het verbeteren van het lees- en spellingonderwijs. Vanuit dat project zijn we gaan werken volgens het IGDI-model. Dat staat voor Interactief Gedifferentieerd model voor Directe Instructie en voegt elementen als 'interactie' en 'differentiatie' toe als elementen in de dagelijkse instructie. Tijdens een studiedag is besloten om het gangbare instructiemodel om te zetten naar het Familieschool-instructiemodel. Dat geeft heel helder aan: dít gaan we vandaag leren! 'Denken', 'delen' en 'uitwisselen' zijn daarbij de uitgangspunten." “Op de Familieschool laten we het werken met vaste instructiegroepen steeds meer los. Het gaat niet om het strak indelen van deze groepen, maar om het kijken naar de onderwijsbehoeften van de verschillende leerlingen. Wanneer je deze scherp in beeld hebt, volgt de vorm vanzelf. Ook zijn we bezig om onze leerlingen een actieve luister- en werkhouding mee te geven en om zelf verantwoordelijkheid te dragen voor hetgeen er geleerd moet worden.”  Daarbij werken we met een 'meteen-antwoord-cultuur'. Zó proberen we de productiviteit, de 'opbrengst' te verhogen." "Toen we het instructiemodel naar het Familieschool-instructiemodel hadden omgezet, zijn we ook bij elkaar in de groep gaan kijken, want van bij elkaar kijken, kun je veel leren. Je gaat met elkaar in gesprek. Het is onder meer mijn rol om voorbeeldlessen te geven voor collega's. Ik vind het trouwens heel fijn werken op de Familieschool. We hebben en leuk team, het is een leuke school, alles loopt gewoon lekker. We kregen laatst een prima beoordeling van de inspectie. Nou, daar ben ik vet trots op!"

Jaarverslag Stichting Flore 2013

“Kinderen zijn trots als ze na de instructie ook de bal kunnen vangen en het goede antwoord kunnen geven.”


18

Flore Xtra: Informatie- en Communicatie Technologie “Snappet biedt mij als leerkracht ontzettend veel informatie” Snappet (uit te spreken als ‘sneppet’ óf ‘snap het’ (!)) is een heel speciale werkwijze: onderwijs met tablets. Monique Nolten is coördinator van Snappet op de Pater Jan Smitschool in Heerhugowaard. En: kan er heel erg enthousiast over vertellen. Dat doet ze dan ook, niet gestoord door lastige vragen. “Sinds juni 2013 zijn we in groep 4 op de Pater Jan Smitschool aan de slag met een pilot van Snappet; ieder kind een eigen tablet. Dit is niet te vergelijken met bijvoorbeeld een ipad-klas. Snappet geeft namelijk de mogelijkheid om de lesstof die wij op school behandelen, op de tablet te verwerken. Dezelfde methodes, onze eigen instructie - aangevuld met filmpjes van Snappet - en dezelfde doelen, maar dan niet meer op papier. Voordeel? De kinderen zien direct hun resultaat! Ze zien een krul als het goed gaat. En Snappet biedt veel meer. Kinderen kunnen ook adaptief werken. Ze kunnen werken aan het lesdoel wat net is aangeboden, maar dan op hun eigen niveau. Zo zijn er kinderen bezig met de tafelsommen. De één flitst de tafels en de ander maakt sommen als 160:4= en weer een ander rekent een som uit als 23x15=! En dat allemaal in groep 4.” Lachend: “Dat is nog eens werken op niveau! Dit geldt ook voor alle andere lesdoelen.”

Veel informatie “Snappet biedt mij als leerkracht ontzettend veel informatie. Ik kan alle opdrachten zien die gemaakt zijn; de hoeveelheid en het resultaat. Ik kan in een grafiek hun vaardigheidsscores zien en aan de hand van een gekleurd blokje bekijken hoe de kinderen scoren ten opzichte van andere scholen die met Snappet werken. Dat zijn ruim 350 scholen in Nederland. Zonder dat ik hiervoor eerst alles moet nakijken en analyseren. Met één druk op de knop weet ik het!” Monique Nolten: “Met één druk op de knop heb ik de leerresultaten van het kind in beeld”

Jaarverslag Stichting Flore 2013


19

“Toch is er meer haalbaar. Dit realiseert Snappet zich ook en zij willen heel graag, dat middels tabletonderwijs de resultaten van alle kinderen enorm verbeteren. Op de achtergrond wordt dan ook hard gewerkt aan meer mogelijkheden. En wij zijn (samen met nog zeven scholen) gevraagd mee te werken aan een pilot van Snappet: het meer gepersonaliseerd leren. Het voelt als een mooi compliment dat onze school hiervoor uitgekozen is, natuurlijk! In een overzicht zien we wie begeleiding nodig heeft op welk groepsplanniveau ook, omdat bijvoorbeeld ook een goede leerling doelen heeft waaraan hij of zij moet werken. Op deze manier kun je nog gerichter - en specifiek op de behoefte van een kind - werken.”

Trots “Ik vind het leuk, dat ik zo betrokken ben bij het gebruik van Snappet en dat ik met mijn collega’s nadenk óver en stuur náár, zinvol en effectief onderwijs. Ik merk dat dit goed bij me past en dat ik met plezier nadenk over deze ontwikkelingen. Maar bovenal geniet ik van het enthousiasme van de kinderen: hun stralende gezicht als ze een moeilijke som opgelost hebben en direct zien dat ze het goed hebben. Geweldig. Dat maakt mij als leerkracht trots! En trots maakt het me ook, dat ik iets mag vertellen over de ontwikkelingen op de Pater Jan Smitschool op gebied van ict met betrekking tot het tabletonderwijs. Trots en groei zijn woorden die momenteel veel bij mij ter sprake komen als ik het heb over het onderwijs bij ons op school. Want het onderwijs verandert en ik voel dat het gebeurt en ik vind het een kick dat ik daar een onderdeel van ben!”

“Het is leuk en super cool!” Jason, Fabio, Maud en Dylana zijn leerlingen van de Pater Jan Smitschool en ‘ervaringsdeskundigen’ op het gebied van ‘Snappet’ tabletonderwijs. Wat vinden deze deskundigen van Snappet? Het antwoord. Jason: “Ik vind het leuk om op de tablet te werken. Want met rekenen ben ik heel goed! Ik heb heel veel hokjes blauw. Ik krijg hele moeilijke sommen, bijv. 1000:100. En dat vind ik nog moeilijk, maar ook leuk.” Fabio: “Eerst vond ik het niet zo leuk om met een tablet te werken. Ik was gewend aan boekjes en dat vond ik toen wat leuker. Maar nu vind ik het wel leuk. Omdat ik kan zien waar ik goed in ben en dingen kan verbeteren. Ook bij mijn kleine plusje. Ik ben er trots op dat ik zoveel blauw heb! Maar als ik een hokje probeer te verbeteren, is er soms wel eens een som die ik goed heb en dan zegt Snappet dat het fout is en dat vind ik heel raar, want dan zie je hetzelfde antwoord.” Maud en Dylana: “Het is super leuk en cool! Het is ook leuk om te doen. Maar soms raakt de tablet leeg en dat is súper irritant. Het is leuk om te typen, dat bevalt ons wel. Wat ook leuk is, dat je van alles kan kiezen, zoals taal en nog meer en we hebben allemaal een + en dat gaat op jouw niveau. Plusje is soms heel moeilijk, maar als het echt moeilijk wordt, dan krijg je een andere opdracht, die wat makkelijker is. Zo gaat het!”

Jaarverslag Stichting Flore 2013

Jason en Fabio aan het werk


20

GMR: aanzet tot nieuwe ontwikkelingen binnen Stichting Flore “Er zit veel kennis en kunde onder de ouders binnen de GMR” De Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) van Stichting Flore is er voor de belangenbehartiging van personeelsleden, ouders en leerlingen van de Flore-scholen. De GMR bestaat uit 24 personen, twaalf ouders en twaalf personeelsleden. Het dagelijks bestuur wordt gevormd door drie leerkrachten: Corrie Wieland, Jos de Goede en Marieke Fygi. Zij kijken terug op 2013. Wat hield hen bezig? En: wat maakt hen trots? Het antwoord. Jos de Goede: "We hebben een aanzet gegeven om te komen tot een integraal personeelsbeleidsplan. Dit naar aanleiding van het verzuimbeleidsplan. Een onderdeel van dit verzuimbeleidsplan was het protocol ziektemelding: hoe moet ik handelen bij ziekte? Dat protocol moest duidelijkheid verschaffen. Als GMR vonden we dat het beleid rond ziekteverzuim niet goed werd uitgevoerd. In samenwerking met de algemeen directeuren zijn we gestart met werken aan een integraal personeelsbeleid."

Belangrijkste topic "Er bestonden alleen losse documenten. Het is belangrijk dat het beleid in één document wordt samengevat, zodat duidelijk wordt hoe Flore personeelsbeleid ziet. Dan weet iedereen waar hij of zij aan toe is", vult Corrie Wieland aan. Marieke Fygi: "Een integraal beleidsplan ontbrak bij Flore, vandaar dat we dat hebben opgepakt. Dat was in 2013 ons belangrijkste topic.” Er is rondom het integraal personeelsbeleid een werkgroep geformeerd, waarin naast de GMR ook directies en leerkrachten zitten. Ook de vakbonden participeren. 

Medisch handelen

Corrie: "Een tweede topic van de GMR in 2013 was het onderwerp medicijnverstrekking en medisch handelen door leerkrachten. Bijvoorbeeld: een kind met ADHD, mag je die zijn medicatie geven? Tot hoever gaat je verantwoordelijkheid? Het huidige protocol is drie jaar oud en wordt nu breed geëvalueerd: directies, IB’ers en GMR zullen dit gezamenlijk doen. Een behoorlijke klus om alle documenten op elkaar af te stemmen. Jaarverslag Stichting Flore 2013


21

Jos: "Binnen het DIB kwamen alle directies regelmatig bij elkaar. Wij als dagelijks bestuur van de GMR hadden de intentie daar regelmatig bij aanwezig te zijn. Maar nu de interne organisatie behoorlijk gaat veranderen, is de vraag hoe we de samenwerking nu vorm gaan geven. We zijn, óók bij de GMR, goed op weg om van een ambtelijke cultuur naar een professionele cultuur om te schakelen." Trots Waarop is het dagelijks bestuur van de GMR, dat wekelijks op donderdag bijeenkomt, trots? Marieke, enthousiast: "De betrokkenheid van de GMR-leden! Er zit veel kennis en kunde onder de ouders binnen de GMR, daar maken we als GMR graag gebruik van.” De GMR vergadert gemiddeld eens per maand. Corrie: "We starten plenair en daarna splitsen we ons op in drie groepen: onderwijs, personeel en middelen. Op die structuur zijn we ook trots, want het werkt goed. Onze GMR is goed georganiseerd!" De GMR van Stichting Flore bezoekt conferenties waarbij GMR van scholen uit het hele land bijeenkomen om van gedachten te wisselen over het fenomeen 'medezeggenschap'. Jos: "Maar wij hebben daar meer te brengen dan te halen... Wij zijn er ook trots op dat we autonoom kunnen handelen, we worden niet gestuurd." Corrie: "En er is veel vertrouwen." Marieke: "We hebben de ruimte die we hebben gekregen, gepakt en we maken er iets moois van!"  Dagelijks bestuur GMR: Corrie Wieland, Jos de Goede en Marieke Fygi Jos de Goede Corrie Wieland Marieke Fygi Dagelijks bestuur GMR

Augustus, iPad klas van Willibrordschool Heiloo in NOS 8-uur journaal.

Jaarverslag Stichting Flore 2013


22

Flore professionele cultuur “Regisseren wil zeggen: richting geven, maar het spel aan de spelers laten” Stef van Wickeren en Regina Ybema zijn Flore-regisseurs. Ze begeleiden directeuren, teams en direct betrokkenen bij de omslag naar een professionele cultuur binnen de organisatie. Dit proces startte in 2013. Aan hen beiden de vraag naar de stand van zaken én een stukje geschiedenis. Stef: “Op 7 en 8 oktober 2013 werd onder leiding van Alex van Emst een tweedaagse gehouden, waarin Alex de ‘mentale modellen’ van de gezamenlijke directies blootlegde en categoriseerde in organisatieculturen.” “Nadat alle directieleden van de stichting ons vanaf begin oktober 2013 hadden ‘erkend’ (aangewezen, benoemd) als geschikte en complementaire procesbegeleiders naar een professionele cultuur, zijn wij als ‘regisseurs’ begonnen aan het begeleiden, regisseren van een cultuuromslag. Van een dominant ambtelijk-politieke cultuur naar een professionele cultuur. Waar de aanleiding ‘het hervormen van het directeurenberaad was’, werd allengs duidelijk dat je niet één laag (meso) kan transformeren zonder de andere (macro en micro) parallel mee te nemen”, vertelt Regina.

Nieuwe structuur Zij vervolgt: “Belangrijke taken tijdens de start van het proces zijn de ontwerpen van ondersteunende condities van de gedragsverandering. Zo is een aantal ambtelijke overlegorganen ‘op functie en taak’ gestopt, waardoor een nieuwe structuur van erkende ongelijkheid op basis van professionele inhoud centraal moest komen te staan.” Stef: “Daarvoor zijn de ‘Flore Leer Gemeenschappen’ ontworpen, werk- en leermethodieken waarin alle mogelijke functies binnen een lerende organisaties op dynamische wijze een plek krijgen. Regina en ik verdelen niet zozeer taken, maar erkennen vooral elkaars talenten en krachten. Soms betekent dit ‘opdenken’, dat wil zeggen: de één start en met gezamenlijke kennisconstructie ontstaan nieuwe inzichten, beelden en woorden. Waar het gaat om begeleiding en communicatie naar schoolteams, ‘verdelen’ we ons, op uitnodiging van de directie zelf.“ Schoolteams onder leiding van de Flore regisseurs aan de slag in een professionele cultuur.

Jaarverslag Stichting Flore 2013


23

Professionele cultuur Regina: “Speelt bij de politieke cultuur het begrip van ‘gelijke monniken, gelijke kappen’ een centrale rol, in een professionele cultuur gaat het om de erkende ongelijkheid. Als mens is iedereen gelijkwaardig, maar tussen professionals zijn er grote verschillen in kwaliteit te zien! Het gaat er in deze cultuur dus om dat er wordt uitgegaan van de verschillen en dat die verschillen ook erkend worden. Dat betekent dat het idee verlaten moet worden dat iedereen overal over mee moet praten. Eigenlijk moet er gemobiliseerd worden op kwaliteit en affiniteit. Mensen die verstand hebben van de zaak en er in zijn geïnteresseerd. En vanuit die gedachte over kwaliteit moeten ook beslissingen genomen worden. Voor Stichting Flore is een echte professional herkenbaar door het initiatief dat zij toont, doordat zij meedenkt, doordat zij vragen stelt en vooral doordat zij iets beters bedenkt!”

Regisseurs Stef: Waar de term regisseurs vandaan komt? Kijk, ‘Regisseren’ wil zeggen: richting geven, maar het spel aan de spelers laten. Dus ontwerpen en inspireren, maar zeker geen blauwdrukken afleveren! Dus resultaat is haast per definitie ‘beweging’ van professionals. De mens weer meer centraal, de passie en bevlogenheid. We zien bij veel directieleden al mooie voorbeelden van eigenaarschap ontstaan. Er wordt al meer initiatief genomen en ‘eigen agenda’s’ gecreëerd. Ook in de GMR is een proces in gang gezet om zelf na te denken hoe zij in een andere rol haar wettelijke taak kan combineren met de nieuwe principes. Het totale proces van transformeren duurt jaren, zo leert ons de literatuur. Dat is tevens ook de reden dat veel resultaatgerichte, ambtelijke organisaties er niet eens aan beginnen!”

Tot slot… “Het is prachtig om te zien hoe groepen collega’s in beweging komen. Door het eigenaarschap aan hen terug te geven, voel je de energie stromen. Ze zijn betrokken, het gaat om hen! We hebben ervaren dat dit te weinig is gebeurd de afgelopen jaren. We dachten dat we door mensen te ontlasten, hen verder hielpen. Nu blijkt dat wij daardoor juist meer afstand creëerden.”

Oplevering Frisse scholen fase 2 in de Familieschool, Heerhugowaard

Jaarverslag Stichting Flore 2013


24

Koersplan – Planning & Control cyclus Het Koersplan 2012-2016 van Stichting Flore vormt de leidraad van de besturing van Flore en daarmee de basis van het planning & control proces van de organisatie. Binnen deze P&C-cyclus kent Stichting Flore begrotings- en rapportage-cycli zowel per kalenderjaar als per schooljaar. In de “meerjaren begroting 14-17” wordt de P&C cyclus nog nader toegelicht. Deze meerjaren begroting is evenals het Koersplan te vinden in het documentatiecentrum op de website van Stichting Flore.

Strategisch Koersplan 2012-2016 "Ruimte om te bloeien"

Planning & Control proces Stichting Flore 2012

EXTERNE VERANTWOORDING

dec

jan

mrt

4e kwartaal rapportage

Meerjaren Begroting kalenderjaar

2e rapportage schooljaar T INTERNE BESTURING

feb

meerjaren leerling prognoses

apr

Jaarverslag vorig kalenderjaa r

3e rapportage schooljaar T

mei

1e kwartaal rapportage

4e rapportage schooljaar T

meerjaren schooljaar begroting

jun

jul

aug

sep

okt

2e kwartaal rapportage

5e rapportage schooljaar T

nov

dec

Meerjaren 3e Begroting kwartaal rapportage kalenderjaar

6e definitieve rapportage schooljaar T

Bestuurs formatie plan T+4

1e rapportage schooljaar T1

jaarverslag van school T

December: Het schoolorkest van de Benedictusschool in Heiloo voert werken van Bach op in de kapelkerk in Alkmaar Jaarverslag Stichting Flore 2013


25

Ontwikkelingen leerlingen- en personeelsaantallen Ontwikkeling leerlingenaantallen De afgelopen jaren is het aantal leerlingen op de Flore scholen gedaald. De verwachting voor de toekomst is dat het aantal leerlingen verder zal dalen. Minder leerlingen betekent minder inkomsten dus minder geld voor leerkrachten, huisvesting, leermaterialen etc. Om zicht te krijgen op de daling van het aantal leerlingen stellen de Flore scholen jaarlijks in maart een meerjaren leerlingenprognose op. Het officiĂŤle, door het Rijk vastgestelde meetmoment voor leerlingentelingen is 1 oktober. Net als voorgaand jaar lag de gerealiseerde oktobertelling 2013 lijn met de prognose. 1okt 2013 aantal leerlingen Prognose aantal leerlingen verschil % verschil

7.612 7.595 17 0,2

Jaarverslag Stichting Flore 2013


26

Ontwikkeling personeelsformatie Als gevolg van de daling van het aantal leerlingen in combinatie met de overheidsbezuinigingen van de afgelopen jaren daalden de inkomsten van Stichting Flore. De personele lasten bedragen ruim 80% van de totale lasten. Daling van de inkomsten betekent dus ook noodzakelijke daling van de personele lasten. De afgelopen vier jaar heeft Stichting Flore actief beleid gevoerd om de daling van de baten en als gevolg daarvan de noodzakelijke daling van de lasten in een goede balans te houden. De komende jaren wordt een verdere daling van de formatie verwacht. Periodiek voert het bestuur en de algemene directie van Stichting Flore DGO overleg met de vakbonden. Stichting Flore voert werkgelegenheidsbeleid. Ondanks de daling heeft stichting Flore in het laatste DGO overleg aan de vakbonden aangeven het werkgelegenheidsbeleid te handhaven. Nieuwe gelden als gevolg van het Nationaal Onderwijs Akkoord zullen naar verwachting een positief effect krijgen op de personele bezetting. De effecten hiervan voor Stichting Flore zullen in de loop van 2014 duidelijker worden.

Jaarverslag Stichting Flore 2013

Cheque kerstpakketten Prader Willi fonds In december schonken diverse personeelsleden van Stichting Flore de waarde van hun kerstpakket aan het Prader-Willi fonds. Dit goede doel werd aangedragen door Marjolijn Huiberts, leerkracht op de Familieschool in Heerhugowaard.


27

Flore special: Communicatie "Het Floreveld gaat de communicatie stroomlijnen" Annette van Assem is binnen Stichting Flore verantwoordelijk voor het fenomeen 'communicatie'. Een professionele organisatie vraagt om een idem communicatiestructuur. Daarom is in 2013 een start gemaakt met de ontwikkeling van het 'Floreveld'. Een digitale werkomgeving die in 2014 in de praktijk gestalte gaat krijgen. Doel: ondersteuning geven aan de professionele cultuur binnen Flore. "We hebben in de jaren 2010-2011 een uitgebreid communicatietraject doorlopen", vertelt Annette. "In ons Communicatiebeleidsplan staat beschreven dat onze organisatie een afzender-identiteit heeft. De scholen hebben hun eigen naam en identiteit, maar zijn duidelijk aangesloten bij Flore. Kijk, achter die eigen identiteit staat een grote professionele organisatie met een professioneel bestuur. Dan is de vraag: hoe communiceren we dat naar bijvoorbeeld de ouders? Hoe gaan we daarmee om? Elke school mag een eigen gezicht hebben, maar door het logo van Stichting Flore hierbij zichtbaar aanwezig te laten zijn, maak je duidelijk dat er een grote organisatie achter zit. Dat is ook prettig voor de ouders; die weten dat de school onderdeel is van een geoliede organisatie en gebruik kan maken van de expertise van professionals op andere Flore-scholen."

Flore Flits Ook intern hebben we de communicatie gestroomlijnd. Elke maandag gaat er een 'Flore Flits' voor รกl het personeel de deur uit, een soort nieuwsbrief. Daarvoor kunnen scholen zelf ook kopij aanleveren. En elke vrijdag krijgen de directies van de scholen een 'directie-update' per e-mail. Dat is al een hele verbetering. Voorheen gingen er wekelijks zoveel mails naar de directies, dat ze er gek van werden..."

Jaarverslag Stichting Flore 2013


28

Intranet “Zoals gezegd zijn we in 2013 gestart met de ontwikkeling van een nieuw intranet. Want we willen verder als organisatie. En: heel veel collega's kennen elkaar niet. Er werken zo'n 750 mensen binnen de organisatie, die allemaal kunnen inloggen in de nieuwe digitale werkomgeving en elkaar kunnen gaan vinden op expertise. We bieden hier ook het Florenieuws aan, nieuws van andere scholen, formulieren en beleidsstukken, maar collega’s kunnen hier ook samenwerken en kennis delen. We hebben dit vanaf de werkvloer opgepakt. Gekeken waar behoefte aan is. We zijn daarmee in 2013 gestart en heeft uiteindelijk de naam 'Floreveld' gekregen. Ons nieuwe interne communicatiesysteem. Past prima bij onze huisstijl. Het is een ontmoetingsplek, maar er staan ook nieuwtjes op. Daarbij krijgt elke school een eigen 'veldje' op het Floreveld. Vergelijk het met een speelveldje waar je bij wilt zijn, anders mis je de laatste nieuwtjes! Je ziet het al in het beeldmerk van het Floreveld, alle lijntjes staan met elkaar in verbinding; het Floreveld gaat de interne communicatie stroomlijnen.”

Website “Daarnaast hebben al onze scholen websites waarop ik trots ben! Die sites zijn gericht op de ouders. En het werkt hè: bijvoorbeeld de vacatures voor de Raad van Toezicht staan erop. Via de sites zijn we aan nieuwe leden voor de Raad gekomen. Dat is toch prachtig?"

VU, afronding eerste jaar fase 1 Op 17 april rondden de deelnemers het eerste jaar van het VU onderzoekstraject af met een presentatie van de onderzoeksresultaten.

Jaarverslag Stichting Flore 2013


29

€ Financiële analyse 2013 Exploitatierekening 2013 In de onderstaande tabel wordt de exploitatierekening 2013 van Stichting Flore weergegeven: Bedragen x €1.000 Realisatie 2012

Realisatie 2013

Begroting 2013

39.065 39.706

39.812 38.013

37.390 37.788

Realisatie 2013 verschil tov begroting 2.422 224

198 -443

146 1.945

220 -179

-74 2.124

Baten Lasten Financiële baten Totaal

Het boekjaar 2013 is afgesloten met een positief resultaat van 1.945 dzd euro. De oorzaak voor bijna het gehele positieve saldo is te vinden in de extra gelden die eind 2013 door het rijk ter beschikking gesteld zijn in het kader van het Nationaal Onderwijs Akkoord (NOA) en de subsidie voor Jonge Leraren. Gezien de recente datum van ter beschikkingstelling is het nog niet mogelijk geweest om deze middelen in te zetten waarvoor zij bedoeld zijn. Daarnaast zijn er voor de schooljaren 2012/2013 en 2013/2014 gedurende het kalenderjaar 2013 diverse andere subsidies toegekend door het rijk die of niet begroot waren, of waarvan de omvang nog niet bekend was of waarvan de besteding nog niet heeft plaatsgehad. Als we inzichtelijk maken wat de effecten hiervan zijn dan krijgen we het beeld dat in de volgende tabel staat: Bedragen x €1.000 Realisatie 2012

Begroting 2013

Realisatie 2013 verschil tov begroting

-645

-78

-179

101

0 202 0 0 -443

65 359 172 1.427 1.945

0 0 0 0 -179

65 359 172 1.427 2.124

Zonder de effecten van bovengenoemde subsidies zien we een exploitatieresultaat van -78 dzd. Dit is redelijk in lijn met de begroting van -179 dzd en de prognose van -36 dzd van november 2013. Percentueel ten opzichte van de inkomsten (exclusief eerder genoemde subsidies) is dit resp. 0,27% en 0,11%. Voor wat de bespreking van de baten en lasten 2013 betreft, zullen we deze bespreken exclusief de extra subsidies. Een aparte paragraaf zal daarna op deze subsidies ingaan.

Jaarverslag Stichting Flore 2013

Exploitatieresultaat excl. onderstaande subsidies Professionalisering Schoolleiding 2012-2013 Prestatie box Jonge Leraren Nieuwe gelden NOA Totaal Exploitatieresultaat

Realisatie 2013


30

Baten 2013 Bedragen x €1.000 Realisatie 2012

Realisatie 2013

Realisatie 2013

Begroting 2013

excl. "extra" subsidies

Rijksbijdragen OCenW Overige overheidsbijdragen Overige baten

Realisatie 2013

Realisatie 2013

excl. "extra"

excl. "extra"

subsidies

subsidies

verschil tov

verschil tov

begroting

begroting in %

34.746

35.921

33.877

33.735

143

0,42%

2.049 2.270 39.065

1.662 2.229 39.812

1.662 2.229 37.768

1.598 2.058 37.390

65 171 378

4,04% 8,30% 1,01%

Rijksbijdragen OCW: +143 De grootste posten hierin zijn: € 36 dzd Hogere inkomsten LGF: Ten tijde van het opstellen van de schooljaarbegrotingen (juni 2012) en vervolgens de kalenderjaarbegrotingen (december 2012) werden grote bezuinigingen op Passend Onderwijs verwacht. De scholen hebben de begroting van de Leerling Gebonden Financiering (LGF, het rugzakje) daarom toen behoudend opgesteld. € 89 dzd Hogere bedragen per leerling: Het Ministerie van OCW heeft in september 2013 met terugwerkende kracht de tarieven per leerling voor het schooljaar 2012-2013 verhoogd. Ook voor 2013-2014 zullen de tarieven hoger uitkomen. Daarentegen zijn de tarieven voor Personeel en Arbeidsmarktbeleid per 2013-2014 omlaag gegaan. Het nieuwe element in de bekostiging professionalisering schoolleiding zit per schooljaar 2013-2014 in de lumpsum. Daarnaast zijn er nog extra baten in verband met groeiregeling 2012-2013. Overige overheidsbijdragen: +65 Grootste posten hierin zijn:

€ -/- 108 dzd Vervangingsfonds en Risicofonds, minder inkomsten: Enerzijds is er voor 73 dzd euro minder vervanging ingezet en zijn de mindere inkomsten dus voor dit bedrag resultaat neutraal, anderzijds is een deel van de ingezette vervanging niet declarabel gebleken bij het Vervangingsfonds voor een bedrag van 70 dzd euro. Daarnaast is er vanwege ziekte van niet onderwijzend personeel 35 dzd euro meer vergoeding ontvangen van het Risicofonds dan was begroot.

Jaarverslag Stichting Flore 2013

€ 174 dzd Inkomsten van de gemeentes zijn veel hoger uitgevallen dan verwacht: Dit heeft vooral te maken met de afkoop van Remedial Teaching-gelden door de Gemeente Heerhugowaard. Dit houdt wel in dat dit het laatste jaar is geweest dat wij hiervoor van deze gemeente subsidie hebben gekregen. Ook is de subsidiekraan voor diverse zaken bij andere gemeentes niet zo hard/snel dicht gedraaid als dat we voorzien hadden.


31

Overige baten: +171 € 118 dzd Detachering is voor met name schooljaar 2012/2013 hoger als gevolg van detachering bij Nexus. € 73 dzd De terugloop in de verhuur die we hadden geprognotiseerd zet later in dan verwacht. € 38 dzd Er is aan incidentele vergoedingen voor personeelskosten door derden meer ontvangen dan verwacht. Dit betreft voor 80% vergoedingen van het UWV in verband met zwangerschap. € -/- 58 dzd Minder project inkomsten en overige inkomsten voor de scholen.

Eerste schooldag De Brug Na een intensief fusietraject gaan op 19 augustus 2013 de leerlingen van de St. Jacobusschool en St. Johannesschool hun voet over de drempel van hun nieuwe school De Brug in Akersloot.

Jaarverslag Stichting Flore 2013


32

Lasten 2013 De totale lasten laten in verhouding tot de begroting € +203 dzd zien. Op onderdelen ziet het er als volgt uit: Bedragen x €1.000 Realisatie 2012

Realisatie 2013

Realisatie 2013

Begroting 2013

excl. "extra" subsidies

Personele lasten 33.046 Afschrijvingen 1.062 Huisvestingslasten 3.117 Leermiddelen 1.314 Overige instellingslasten 1.168 Totaal Lasten 39.706

31.452 979 3.153 1.122 1.306 38.013

31.431 979 3.153 1.122 1.306 37.992

31.243 1.005 3.182 1.190 1.168 37.788

Realisatie 2013

Realisatie 2013

excl. "extra"

excl. "extra"

subsidies

subsidies

verschil tov

verschil tov

begroting

begroting in %

189 -26 -29 -68 138 203

0,60% -2,57% -0,92% -5,73% 11,81% 0,54%

Personele lasten: € +189 dzd Ten aanzien van de personele bezetting zien we in de realisatie over de maanden augustus tot en met december 480 fte gemiddeld per maand (Exclusief vervanging tlv het vervangingsfonds). Dit is gelijk aan de realisatie van schooljaar 2012-2013. Begroot zijn 455 fte gemiddeld per maand voor het schooljaar 2013-2014. Dit betekent dat er beduidend meer personeel wordt ingezet. Tegenover deze extra inzet staan ook extra baten, totaal € +192 dzd: LGF € +36 dzd, detachering € +118 dzd en vergoedingen ontvangen van derden (onder andere UWV) € +38 dzd. Daarnaast is er nog een meevaller als gevolg van een teruggave van een deel van de WAO/WIA basispremie over de eerste helft van 2013 (belastingplan 2014) ten bedrage van € -127dzd. Afschrijvingen: € -/- 26 dzd De afschrijvingen komen lager uit doordat er in 2012 minder is geïnvesteerd dan verwacht. Daarnaast is er minder afschrijving geweest in verband met afvoer van activa. Bijna alle afgevoerde activa waren al volledig afgeschreven. Huisvestingslasten: € -/-29 dzd Meevallers zijn te zien bij schoonmaak € -/-14 dzd en huren € -/-19 dzd.

Overige instellingslasten: € +138 dzd De overige instellingslasten bestaan uit een diversiteit van verschillende lasten; onder andere kosten voor het administratiekantoor, juridische zaken, kantoorbenodigdheden, telecommunicatiekosten, porti en dergelijke, contributies/abonnementen, verzekeringen, bankkosten, ICT-kosten etc. Forse afwijkingen zien we op de volgende onderdelen:

Jaarverslag Stichting Flore 2013

Leermiddelen: € -/-68 dzd De kosten die onder dit kopje vallen zijn zeer divers en laten ten opzichte van de begroting flinke afwijkingen zien: Projecten € -/- 10dzd Onderwijsleerpakket € + 69dzd Leerlingzorg € -/- 34dzd Materiaal LGF € -/- 18dzd Cultuur € -/- 20dzd Repro € -/- 52dzd (resultaat Europese aanbesteding)


â‚Ź +59 dzd â‚Ź +67 dzd

33

Overige kosten bestuur, met name ontwikkeling Floreveld ICT scholen (staat in relatie met leermiddelen)

Ontwikkeling en Onderzoek (O&O) Omdat Stichting Flore geen activiteiten ontplooit inzake ontwikkeling en onderzoek volgens de definitie in de richtlijnen voor de jaarverslaggeving, heeft geen van de lasten hierop betrekking.

Jaarverslag Stichting Flore 2013

Ondertekening contract Konika Minolta na Europese aanbesteding copiers


34

Financiële baten en lasten Financiële baten € -74 dzd Naast de hiervoor genoemde baten en lasten heeft Flore ook financiële, rente-, baten. Als gevolg van een lage rente komen de financiële baten lager uit dan begroot. Bestemming van het resultaat Het resultaat 2013 komt positief uit op € 1.945 dzd. Zoals toegelicht in de onderstaande paragrafen over de “extra” subsidies zijn deze baten vrijwel geheel opgenomen in de baten over 2013. De lasten worden gemaakt gedurende het schooljaar 2013-2014 en hebben dus voor een deel betrekking op het boekjaar 2014. Om deze lasten in 2014 te kunnen dekken worden diverse bestemmingsreserves opgenomen om deze kosten te dragen. In onderstaande tabel ziet u de verdeling van het resultaat over algemene- en bestemmingsreserves: Bedragen x€ 1.000 Resultaat: onttrekking aan algemene reserves Resultaat: onttrekking aan private bestemmingsreserve Vorming bestemmingsreserve Professionalisering schoolleiding Toevoeging aan bestemmingsreserves Prestatieboxprojecten Vorming bestemmingsreserve Jonge Leraren Vorming bestemmingsreserve Nieuwe gelden NOA Totaal Exploitatieresultaat

-76 -2 65 359 172 1.427 1.945

De Prestatiebox en ander bestemmingsreserves In 2012 is er voor de Prestatiebox 2012 een bestemmingsreserve aangelegd. De baten waren al ontvangen van het ministerie, de kosten van de met het subsidiegeld geïnitieerde projecten zouden deels pas in navolgende jaren vallen. Tezamen met het aflopen van de oude projecten is er weer een nieuwe subsidie ontvangen voor het jaar 2013. Wederom zullen een deel van de kosten pas later volgen. Prestatiebox 2012 in bestemmingsreserve Bestedingen in 2013 van prestatiebox 2012 Restant prestatiebox 2012 Prestatiebox 2013 naar bestemmingsreserve Totaal Prestatieboxreserves Bedragen x € 1.000

202 -143 59 503 561

Prestatieboxprojecten zijn gericht op onderwijskwaliteit in het algemeen en de thema’s van Flore Extra: Talentontwikkeling, Passend Onderwijs, Opbrengstgericht Werken en ICT. De meeste van deze projecten zijn, hoewel modulair opgebouwd, voornamelijk langlopend van aard.

Jaarverslag Stichting Flore 2013

De nieuw gevormde reserves, de Prestatiebox 2013, “Jonge Leraren”, Nieuwe Gelden NOA” en “Professionalisering 2012-2013” zullen op een zelfde manier in 2014 naar verwachting grotendeels weer vrijvallen terwijl nieuwe gelden over 2014 weer zullen worden toegevoegd.


35

Extra gelden vanuit het Nationaal Onderwijs Akkoord (NOA) Vanuit het Nationaal Onderwijs Akkoord zijn extra gelden beschikbaar gekomen. De volgende brief van de PO-raad geeft meer informatie over deze “Bijzondere Bekostiging”:

 Utrecht, november 2013

Kenmerk: UB.2013.115/SW/RG/rf

Beste Leden,

In deze brief geven wij een toelichting op de financiële consequenties van de begroting van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, het Nationaal Onderwijsakkoord en het zogenaamde Herfstakkoord over de begroting. In het primair onderwijs stijgen de kosten al jaren sneller dan de inkomsten. De werkgelegenheid staat daardoor flink onder druk. De PO-Raad trok hierover regelmatig aan de bel en is dan ook blij met het extra geld dat voor het primair onderwijs beschikbaar komt. Toch willen wij u met deze brief wijzen op de consequenties van dit eenmalig op deze manier uit te keren geld en u adviseren hier zorgvuldig mee om te gaan.

In onderstaande tabel staan alle geldstromen weergegeven vanuit het NOA en het Herfstakkoord. We hebben een aantal bedragen geschat, omdat de precieze verdeling van de middelen over de sectoren nog niet bekend is. De bedragen na 2015 zijn dus indicatief. In de loop van volgend jaar wordt de verdeling van het structurele extra geld over de verschillende onderwijssectoren bekend.

Jaarverslag Stichting Flore 2013

Het primair onderwijs krijgt nog dit kalenderjaar 296 miljoen euro uitgekeerd van de 650 miljoen euro die met het Herfstakkoord was vrijgemaakt voor de gehele onderwijssector. Dit is ruim zestig miljoen euro meer dan in eerste instantie was voorgesteld in de begroting van het ministerie van OCW. Een meerderheid van de Tweede en Eerste Kamer vindt dat het primair onderwijs het geld hard nodig heeft voor onder meer behoud van werkgelegenheid. Het primair onderwijs krijgt daarbij ook nog 85 miljoen euro om jonge leerkrachten in dienst te houden. Dit bedrag wordt eenmalig uitgekeerd in december. Dat is zo afgesproken in het Nationaal Onderwijsakkoord (NOA). Het gaat hierbij om incidenteel geld.


Indicatie financiële consequenties NOA en begroting 2014/herfstakkoord 2014

2016

2017

2018

struct

-47

-71

-60

-60

-60

Regeerakkoord Rutte II 2 Onderbesteding gemeentefonds (schatting PO-deel)

147

147

147

147

147

44

-45 138

-40 198

198

198

38 50 12 20

38 50 12 20

48 50 12

48 50 12

48 50 12

79

48

48

48

48

343

337

403

443

443

Nationaal Onderwijsakkoord (NOA) 3 Incidentele middelen t.b.v. werkgelegenheid jonge leerkrachten * 4 kwaliteit onderwijs (schatting PO-deel) 5 Incidenteel: arbeidsvoorwaarden Begroting 2014/ Herfstakkoord 6 Betere leraren en schoolleiders (schatting PO-deel) 7 Conciërges en klassenassistenten (schatting PO-deel) 8 Extra onderwijstijd (schatting PO-deel) 9 Incidenteel: Kleine scholen (schatting PO-deel) 10 Lumpsum (schatting PO-deel) * 11 Lumpsum, incl korting prijsbijstelling (schatting PO-deel) * uitgekeerd in december 2013 totaal

85

36

2015

Begrotingsakkoord 2013 1 Departementale taakstelling v.u. Lenteakkoord

17

296

398

Ͳ ĚĞ ŵŝĚĚĞůĞŶ ŝŶ ŚĞƚ ŬĂĚĞƌ ǀĂŶ ŽŶĚĞƌďĞƐƚĞĚŝŶŐ ŐĞŵĞĞŶƚĞĨŽŶĚƐ ;Φ Ϯϱϲ ŵůŶ͘ WKͬsKͿ ŐĂĂŶ ĚĞ ůƵŵƉƐƵŵ ŝŶ͘ - bedragen NOA zijn nog onder voorbehoud, zijn afhankelijk van nog te maken afspraken.

- over exacte aanwending middelen herfstakkoord moet nog politieke besluitvorming plaatsvinden. - bedragen vanaf 2015 zijn een inschatting/ indicatief.

Wat zijn de financiële consequenties? Eind oktober is door het ministerie van OCW de Regeling bijzondere en aanvullende bekostiging jonge leerkrachten gepubliceerd. In deze regeling staat dat 85 miljoen euro (€ 52,85 per leerling) éénmalig in december 2013 zal worden uitgekeerd aan schoolbesturen via de personele bekostiging 2013/2014, op basis van de leerling-telling 1 oktober 2012. Op ongeveer een zelfde wijze zal de 296 miljoen euro (€ 183, 90 per leerling) vanuit het Herfstakkoord in december van dit jaar worden toegevoegd aan de lumpsum 2013/2014. Deze regeling wordt binnenkort door het ministerie van OCW gepubliceerd. In december 2013 wordt dus in totaal 380 miljoen euro extra uitgekeerd aan schoolbesturen. Per leerling gaat het om een bedrag van € 236,75 euro. In dit kader wil de PO-Raad het volgende onder de aandacht brengen van schoolbesturen: 1. De incidentele middelen van 85 miljoen euro (€ 52,85 per leerling) zijn bedoeld om (vooral jonge) leraren aan het werk te houden, als overbrugging naar het jaar 2015. In dat jaar komt geld vrij vanuit het NOA, het herfstakkoord en de onderbesteding vanuit het gemeentefonds. Omdat de werkloosheidskosten voor de sector (in de vorm van de premie voor het participatiefonds) sterk zijn gestegen en een hogere premie op zichzelf ook weer leidt tot ontslagen, is het doel van dit geld om meer ontslagen te voorkomen. En dat geeft ook weer kansen voor met name jonge leerkrachten. Hoe het overige geld vanuit het NOA wordt toegekend aan schoolbesturen, is afhankelijk van nog te maken afspraken, tussen OCW en de PO-Raad in het kader van een nieuw bestuursakkoord, en tussen de PO-Raad en de vakbonden in het kader van een nieuwe CAO.

De exacte hoogte van de bedragen vanuit het Herfstakkoord na 2014 en de voorwaarden en afspraken waaronder dit geld wordt toegekend aan schoolbesturen, worden pas in de loop van 2014 bekend. Gelet op deze onzekerheid adviseert de PO-Raad aan schoolbesturen om zorgvuldig te zijn met de (structurele) besteding van het geld dat u komende maand december ontvangt, zolang er nog onduidelijkheid is over de exacte uitwerking van het Herfstakkoord en NOA en hoe deze uitwerking financieel uitpakt voor uw schoolbestuur.

Jaarverslag Stichting Flore 2013

2. Door het Herfstakkoord wordt in december 2013 een bedrag van 296 miljoen euro (€ 183, 90 per leerling) toegevoegd aan de lumpsum. Helaas kan geen duidelijkheid worden gegeven over het extra geld dat na schooljaar 2013/2014 beschikbaar komt voor het primair onderwijs.


37

3. Het bedrag van in totaal € 236,75 per leerling die een schoolbestuur komende maand december krijgt uitgekeerd, moet als volgt worden verantwoord: • De € 52,85 per leerling in het kader van de regeling bijzondere en aanvullende bekostiging jonge leerkrachten wordt toegevoegd aan de personele lumpsum voor het schooljaar 2013/2014. Daarom moet deze extra bekostiging voor 5/12 worden toegerekend aan 2013 en voor 7/12 aan 2014. • De € 183,90 per leerling vanuit het Herfstakkoord, wordt in december van 2013 toegevoegd aan de lumpsum 2013, zonder dat hierbij een koppeling wordt gelegd met de personele- dan wel materiële lumpsum. Omdat er in de regeling die OCW binnenkort zal gaan publiceren geen koppeling wordt gelegd tussen enerzijds toewijzing en anderzijds besteding van deze middelen, moet deze € 183,90 volledig als bate worden meegenomen in de jaarrekening 2013.

Het is dus niet mogelijk het geld dat in december wordt ontvangen volledig als bate in 2014 op te nemen. Eén en ander heeft dus een behoorlijk positief effect op het resultaat van 2013. Schoolbesturen die per einde van schooljaar 2012/2013 afscheid hebben moeten nemen van personeel, omdat de financiële positie van het schoolbestuur het niet toestond hen in dienst te houden, kunnen door de bovenstaande ontwikkelingen over 2013 toch een behoorlijk positief resultaat presenteren. Het is van belang dat het schoolbestuur hieraan aandacht besteedt in de verantwoording, bij de toelichting op het exploitatieresultaat. Op die manier is een eventueel positief resultaat over 2013 in de juiste context te plaatsen. 4. De hierboven genoemde ontwikkelingen kunnen mogelijk ook hun invloed hebben op andere beleidsterreinen, bijvoorbeeld ten aanzien van de instroomtoets van het participatiefonds. Hierover zal de PO-Raad u via website en nieuwsbrief nader informeren.

Resumerend: de PO-Raad is blij dat extra geld is uitgetrokken voor het primair onderwijs. Dat geld is hard nodig, maar het kan ook vragen oproepen. Ik hoop dat bovenstaande toelichting u voldoende handvatten geeft om ook alle betrokkenen binnen uw organisatie te informeren over de besteding en verantwoording van dit extra geld. Mocht u naar aanleiding van deze brief nog vragen hebben, dan kunt u terecht bij de helpdesk van de PO-Raad (helpdesk@poraad.nl). Met vriendelijke groet, 

Simone Walvisch Vicevoorzitter PO-Raad Jaarverslag Stichting Flore 2013


38

Toelichting op de balans Naast het huishoudboekje in de vorm van de exploitatierekening is de financiële balans van de stichting een belangrijk gegeven. Jaarlijks wordt op 31 december de balans opgemaakt. De balans geeft inzicht in de bezittingen en de wijze waarop deze bezittingen zijn gefinancierd door eigen vermogen dan wel vreemd vermogen. Balans per 31-12-2013 en 31-12-2012: Bedragen x €1.000 31-12-2013

31-12-2012

Mutatie ultimo 2013 t.o.v. ultimo 2012

6.757 6.757

7.118 7.118

-361 -361

Vorderingen Liquide middelen Totaal vlottende activa

2.480 13.436 15.916

2.680 11.005 13.685

-201 2.431 2.231

Totaal activa

22.673

20.804

1.870

31-12-2013

31-12-2012

Mutatie ultimo 2013 t.o.v. ultimo 2012

Eigen vermogen Voorzieningen Kortlopende schulden

14.971 1.641 6.061

12.991 1.607 6.205

1.980 33 -144

Totaal passiva

22.673

20.804

1.870

Activa Vaste Activa Materiële vaste activa Totaal vaste activa Vlottende activa

Passiva

Jaarverslag Stichting Flore 2013

Eerste paal De Doorbraak Op 16 mei 2013 is de eerste paal geslagen voor brede school De Hoge Ven in Warmenhuizen. Hier zullen KBS De Doorbraak en OBS De Torenven gehuisvest worden. De ingebruikname zal op 1 augustus 2014 zijn.


39

Activa Vaste Activa: Boekwaarde € 6.757 dzd, mutatie € -/- 361 dzd: De samenstelling van de Materiele Vaste Activa is op 31-12-2013 als volgt: Bedragen x €1.000 Activa Gebouwen Inventaris ICT Meubels Onderwijsleerpakket Installatie Vervoermiddelen Totaal activa

31-12-2013 1.390 71 1.013 2.558 1.319 349 58 6.757

De totale boekwaarde van de vaste activa is afgenomen. De investeringen bedragen in 2013 € 621 dzd en er is in totaal voor € 979 dzd afgeschreven. Daarnaast was er nog een kleine opbrengst inzake verkoop van een activum. Vlottende Activa: mutatie € + 2.231 dzd: Vorderingen: € 2.480 dzd, mutatie € - 201 dzd Deze post bestaat o.a. uit debiteuren € 80 dzd, vorderingen op het ministerie (€1.628 dzd) en andere overheden (€ 100 dzd) en overlopende activa (€ 586 dzd). Liquide middelen: € 13.436, mutatie € + 2.431 dzd: Het leeuwendeel van de mutatie wordt veroorzaakt door de middelen inzake de nieuwe subsidies die het Ministerie van OCW in december aan de Stichting heeft uitbetaald. Een deel hiervan is direct als baat genomen (€ 1.599 dzd), het andere deel is opgenomen als kortlopende schuld.

Treasury

Alleen rente, geen beleggingen of derivaten De stichting houdt haar liquide middelen aan op een Rabobank rekening courant en op verschillende spaarrekeningen bij de Rabobank en de ABN-AMRO. Stichting Flore belegt geen gelden. De stichting heeft geen aandelen, geen derivaten of wat voor complexe financiële producten dan ook alleen spaarrekeningen. Het rendement op spaarrekeningen in het huidige financiële klimaat is beperkt, het risico ook.

Jaarverslag Stichting Flore 2013

Flore beschikt over een treasurystatuut. Treasury is het sturen en het beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële stromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico's. In dit treasurystatuut wordt het treasurybeleid uiteengezet en wordt een beschrijving gegeven van de bevoegdheden en verantwoordelijkheden in het kader van de treasuryfunctie. Het treasurystatuut heeft tot doel sturing te geven aan de treasuryfunctie en risico's te beperken. Het uitgangspunt van de stichting is dat zij een zodanig financieel beleid en beheer voert, dat haar voortbestaan in financieel opzicht is gewaarborgd. Het treasurybeleid van Stichting Flore vindt plaats binnen de kaders van de “Regeling beleggen en belenen door instellingen voor onderwijs en onderzoek” van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. Bij het aantrekken respectievelijk uitzetten van alle benodigde respectievelijk overtollige middelen wordt gehandeld overeenkomstig de in deze regeling gestelde verplichtingen.


40

Financiële positie stichting Flore. In 2012 heeft de Inspectie van het Onderwijs een onderzoek ingesteld naar de financiële posities van besturen in het primair onderwijs (zie toelichting in volgende paragraaf) Het begrip kapitalisatiefactor werd in dit onderzoek gebruikt om een oordeel te vellen over omvang van de middelen die een bestuur in haar reserves heeft staan. De Kapitalisatie factor (KF = Totaal kapitaal -/- Boekwaarde van gebouwen en terreinen) heeft de volgende functies: De transactiefunctie (TF): de middelen die nodig zijn om de kortlopende schulden te voldoen (Totaal kortlopende schulden) De financieringsfunctie (FF): de middelen die nodig zijn om overige vaste activa te kunnen vervangen (Financieringsbehoefte * vervangingswaarde van overige materiele vaste activa) De financiële bufferfunctie (B): de middelen die nodig zijn om onvoorziene risico’s te kunnen opvangen. (B = KF -/- TF -/- FF) Voor diverse elementen zijn signaleringswaarden bepaald door de CVO voor vergelijkbare besturen. Voor stichting Flore zien we, samengevat, het volgende beeld*:

Kapitalisatiefactor Kapitalisatiefactor % Transactiefunctie Transactiefunctie % Financieringsfunctie (FB*AW of BW) Financiele buffer (KF-TF-FF) Financiele buffer %(KF-TF-FF)

2010

2011

2012

2013

19.564.071 49,00% 7.375.438 18,50% 7.181.059 5.007.575 12,50%

17.271.791 43,90% 5.154.794 13,10% 7.519.557 4.597.440 11,70%

17.922.313 45,60% 5.665.176 14,40% 7.963.918 4.293.219 10,90%

17.882.858 47,83% 5.513.854 14,75% 7.987.260 4.381.744 11,72%

Signalerings % CVO 35,00% 8,80%

5,00%

* Deze waardes sluiten niet direct aan met de cijfers in de jaarrekening omdat er rekening is gehouden met het private vermogen, de in de kortlopende schulden opgenomen post “investeringssubsidie overige vaste materiële activa” en een aanpassing van de historische aanschafwaarde van de overige vaste materiële activa, een en ander conform de instructies gegeven in het onderzoek van de Inspectie.

Het vrij besteedbare vermogen (algemene reserves) zal worden ingezet bij toekomstige tegenvallers.

Jaarverslag Stichting Flore 2013

De percentages worden berekend door het aantal euro’s te delen door de totale baten van het betrokken kalenderjaar. Bovenstaande cijfers zijn conform de berekeningswijze van de onderwijsinspectie, gecorrigeerd voor de juiste aanschafwaarde van de gewaardeerde activa, zonder de bestuursspecifieke correctie t.a.v. dotatie aan voorzieningen en afschrijvingen tot en met 2014.De kapitalisatiefactor ligt boven de signaleringswaarde van het CVO. Dit betekent dat er t.o.v. vergelijkbare besturen meer middelen in reserve worden gehouden. Dit is deels nodig omdat er meer kortlopende schulden zijn dan bij vergelijkbare besturen. Dit kunnen we zien aan de transactie functie die hoger is dan de signaleringswaarde. Na correctie voor de financieringsfunctie zien we een buffer die hoger is dan de signaleringswaarde.


41

Passiva: Eigen vermogen: € 14.971 dzd, mutatie € +1.980 dzd Door de toevoeging van het resultaat van 2013 ten bedrage van € 1.945 dzd aan de reserves is het eigen vermogen fors toegenomen. Daarnaast heeft een directe mutatie van eigen vermogen plaats gehad ten bedrage van € + 35 dzd in verband met overdracht van reserves inzake SBO De Witte Raven van de Blauwe Loper naar Stichting Flore. Bedragen x €1.000

Algemene reserve Bestemmingsreserve (publiek) Bestemmingsreserve (privaat) Totaal Eigen Vermogen

Stand 1-1- 2013 11.212 974 805 12.991

Resultaat -76 2.023 -2 1.945

Overige mutaties 35 0 0 35

Stand 31-12- 2013 11.171 2.997 803 14.971

Zoals eerder vermeld bij de bespreking van het exploitatieresultaat over 2013 is de toename geheel in de vorm van bestemmingsreserves voor diverse bestedingsdoelen. In 2014 zullen we de uitgaven hiervoor in de exploitatie gaan zien: Bedragen x €1.000 Stand 1-1- 2013 Voormalige BAPO voorziening 772 Reserve Prestatieboxprojecten 202 Nieuwe Gelden NOA 0 Jonge Leraren 13/14 0 Professionalisering 12/13 0 Totaal Bestemmingsreserve (publiek) 974

Resultaat

Overige

Stand

0 359 1.427 172 65 2.023

mutaties 0 0 0 0 0 0

31-12- 2013 772 561 1.427 172 65 2.997

Voorzieningen: € 1.641 dzd, mutatie € +33 dzd Voorzieningen worden aangehouden inzake Groot Onderhoud (€ 1.357dzd) en Personeel (€ 284 dzd) Kortlopende schulden: € 6.061 dzd, mutatie € -44 dzd Grote posten hierin zijn crediteuren (€676 dzd), belastingen/sociale premies (€ 1.099 dzd), pensioenpremies (€434 dzd), vooruit ontvangen investeringssubsidies (€ 547 dzd), vakantiegelden (€1.076 dzd), vooruit ontvangen subsidies OCW geoormerkt (€ 505 dzd) en overige overlopende passiva (€ 1.501 dzd).

Jaarverslag Stichting Flore 2013


42

Continu誰teitsparagraaf Meerjarenperspectief: Realisatie en Begroting, Exploitatie en Balans In november 2013 is de meerjarenbegroting voor de boekjaren 2014 tot en met 2017 opgesteld. In de onderstaande tabel is te zien hoe het exploitatieresultaat zich van 2010 tot en met 2013 ontwikkeld heeft en hoe naar verwachting de jaren 2014 tot en met 2017 er uit zullen gaan zien:

Exploitatie 2010 tot en met 2017

Jaarverslag Stichting Flore 2013

In november 2013 was net bekend geworden dat vanuit het Nationaal Onderwijs Akkoord extra gelden zouden worden toegekend aan het onderwijs. De omvang en de vooruitzichten op de lange termijn wat betreft deze gelden was op dat moment onzeker. Er is daarom gekozen de meerjarenbegroting op te stellen op basis van de dan bekende gegevens en de extra gelden in een aparte regel op te nemen.


43

Ontwikkelingen Personeel in FTE’s De in de bovenstaande bedragen opgenomen loonkosten komen overeen met de aantallen FTE’s in de volgende tabel:

Onthulling naam Nexus onderwijs Op 5 juni is de naam voor de gefuseerde school voor speciaal basisonderwijs onthuld: Nexus, jouw impuls. Een mijlpaal!

Jaarverslag Stichting Flore 2013


44

Trekken we alle gegevens vanuit de meerjarenbegroting door in de balans dan ziet deze er als volgt naar verwachting uit voor de komende jaren:

Balans: 31-12-2012 tot en met 31-12-2017

Toelichting op de mutatie MateriĂŤle Vaste Activa: Bedragen x â‚Ź 1.000

Activa

begroting: Afschrijvingen Investeringen

31-12-2014 925 719

31-12-2015 891 653

31-12-2016 936 510

31-12-2017 911 510

Mutatie MVA

-206

-237

-426

-401

De nieuwbouw van De Bonte Mol in Schermerhorn is in volle gang.

Jaarverslag Stichting Flore 2013


45

Formele vaststelling jaarstukken 2013 Advies Auditcommissie FinanciĂŤn en Bedrijfsvoering Op 10 april 2014 zijn in de vergadering van de Auditcommissie FinanciĂŤn en Bedrijfsvoering van Stichting Flore het jaarverslag en de jaarrekening 2013 besproken met de externe accountant. De jaarstukken laten zien dat het een goed jaar is geweest voor Stichting Flore. Op het gebied van onderwijs en kwaliteit worden er mooie stappen gezet en ook financieel was 2013 een goed jaar. Tijdens het overleg en bij de bespreking van de stukken wordt dit beeld tevens door de accountant bevestigd en de Auditcommissie adviseert de Raad van Toezicht van Stichting Flore dan ook positief ten aanzien van het goedkeuren van de jaarstukken 2013. Na het overleg heeft de accountant de goedkeurende controleverklaring afgegeven. De Auditcommissie is verheugd te kunnen vaststellen dat de accountant vermeldt dat de interne beheersing goed op orde is.

Vaststelling Raad van Toezicht In haar vergadering op 17 april 2014 heeft de Raad van Toezicht het advies van de Auditcommissie overgenomen en de jaarstukken 2013 definitief vastgesteld.

Jaarverslag Stichting Flore 2013


46

AFK. Lijst met afkortingen Auditcommissie Arbeidsduurverkorting Administratieve Organisatie/Interne Beheersing Algemene WerkgeversVereniging Nederland

BAPO BSO

Bevordering Arbeidsparticipatie Ouderen Buiten Schoolse Opvang

CAO CFI CPI CPS CvB CNVO

Collectieve Arbeidsovereenkomst Centrale FinanciĂŤn Instellingen (uitvoeringsorgaan van het Ministerie van OCW), heet nu DUO Consumenten Prijs Index Christelijk Pedagogisch Studiecentrum College van Bestuur Christelijk Nationaal Vakverbond Onderwijs

DB DiB DGO DUO DZD

Dagelijks Bestuur Directieberaad Decentraal Georganiseerd Overleg Decentraal Uitvoerings Orgaan (uitvoeringsorgaan van het Ministerie van OCW), voorheen CFI Duizend

F&O FPU FTE

FinanciĂŤn & Organisatie Flexibele Pensioen Uittreding Full-time equivalent

GGL GMR

Gemiddelde Gewogen Leeftijd Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad

IB ICT IGDI

Intern Begeleider Informatie en Communicatie Technologie Interactieve Gedifferentieerde model voor Directe Instructie

KPI

Kritische Prestatie Indicator

LB LGF

Leerkracht salarisschaalniveau B Leerling Gebonden Financiering

Jaarverslag Stichting Flore 2013

AC ADV AO/IB AWVN


Miljoen Meerjaren Onderhouds Plan Medezeggenschapsraad

NKO NOA

Nederlandse Katholieke Vereniging van Ouders Nationaal onderwijs Akkoord

OBS OCW OCW/LNV OGMR O&O

Openbare Basis School Onderwijs Cultuur en Wetenschappen Onderwijs Cultuur en Wetenschappen/Landbouw Natuurbeheer en Visserij Oudergeleding van de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad Onderwijs & Onderzoek

PDCA PGMR PO PR

Plan Do Check Act Personeelsgeleding van de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad Primair Onderwijs Public Relations

RC RKBS RvT RT

Remuneratiecommissie Rooms Katholieke Basisschool Raad van Toezicht Remedial Teaching

SBO SEN SWV AMR SWV HHW

Speciaal Basis Onderwijs Special Educational Needs Samenwerkingsverband Alkmaar Samenwerkingsverband Heerhugowaard

UWV

Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen

VBM VF VTOI WTF

Versterking Bestuur en Management Vervangingsfonds Vereniging van Toezichthouders in Onderwijsinstellingen Werktijdfactor

WAO/WIA

Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering/Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen

Jaarverslag Stichting Flore 2013

Health checks personeel Sportlagune Stichting Flore wil een goede werkgever zijn en biedt aan al haar personeelsleden een gratis health check aan. Het personeel van het servicekantoor geeft het goede voorbeeld.

47

MLN MOP MR


48

Colofon Bestuursnummer: 73919 Stichting Flore W.M. Dudokweg 47 Postbus 279 1700 AG Heerhugowaard Contactpersoon: De heer R.W.J. Zaal Algemeen Directeur FinanciĂŤn en Bedrijfsvoering 072 - 566 0214 www.stichtingflore.nl flore@stichtingflore.nl

Ontwerp en opmaak SdH Vormgeving Stroet

Jaarverslag Stichting Flore 2013



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.