4 minute read
10 vragen aan de burgemeester
from TOF#10
ADA GROOTENBOER
Al 10 jaar burgemeester van ons mooie eiland
Advertisement
Mijn twee jongste kinderen willen graag het dialect leren en oefenen soms met een vriendin van me.
1.
Hoe voelt dat eigenlijk: burgemeester zijn van het mooiste eiland ter wereld?
“Ik voel me enorm bevoorrecht. Ik vind Goeree-Overflakkee namelijk écht het mooiste eiland ter wereld. Het begint al als je het eiland op komt rijden, langs de Hellegatsplaten. Als je de beesten daar zo ziet lopen, dan is het toch net Afrika? Dat vind ik al een geweldig moment. En er zijn niet veel mensen die kunnen zeggen dat ze burgemeester zijn van een heel eiland, rondom afgebakend door water. Dus het voelt en is heel speciaal.”
2.
U bent zelf een ‘overkanter’. Hoe heeft u de inwoners van Goeree-Overflakkee in de afgelopen tien jaar leren kennen?
“Toen bekend werd dat ik burgemeester van GoereeOverflakkee zou worden, hoorde ik mensen zeggen: ‘Ga je daarheen?
Naar al die stugge mensen?’ Maar zo heb ik dat helemaal niet ervaren. Het zijn nuchtere, hardwerkende mensen die de kantjes er niet vanaf lopen. Mensen zien om naar elkaar, het sociale netwerk is vaak sterk. Soms kijken mensen eerst even de kat uit de boom. Maar als je jezelf een beetje geeft en laat zien dat je echt geïnteresseerd bent, dan laten mensen je snel toe. En als ze je eenmaal in hun hart hebben gesloten, dan kan je niet meer stuk. Zo heb ik dat zelf ook wel ervaren. Ik werd vrij snel ziek nadat ik hier was begonnen. Ik kreeg toen zóveel kaarten en zóveel warmte. Grote stapels post, elke dag weer. Dat was hartverwarmend.”
3.En het dialect… lukt het om dat te volgen en spreken?
“Best wonderlijk misschien, maar het verstaan vind ik vanaf het begin helemaal niet lastig. Ik had één keer een misser, toen iemand zei dat hij last van zijn ‘rik’ had. Ik dacht dat hij zijn hart bedoelde, maar het bleek zijn rug te zijn. Gelukkig ben ik geen dokter. Dialect praten kan ik wel een klein beetje, maar ik doe het niet in het openbaar. Ik moest het laatst een keer voor een filmpje doen, maar die beelden zijn uiteindelijk niet gebruikt. Ik vind het dialect mooi, echt iets ‘eigens’. Ik wil er geen karikatuur van maken. Dat is het dan nét niet, ik wil het dialect in zijn waarde laten.”
Wat is uw favoriete woord?
4.
“Zonder twijfel: ‘riebewies’. De eerste keer dat ik dat hoorde vond ik het erg grappig. Het wordt ook zo snel uitgesproken: ‘Ik kom een riebewies anvragen’. Ik dacht eerst: wat zeggen ze nou? Mijn twee jongste kinderen willen graag het dialect leren en oefenen soms met een vriendin van me. Inmiddels zijn er veel woorden en zinnen die we erg leuk vinden. We hebben thuis ook onderzetters met spreuken in dialect. Eén woord kon ik niet plaatsen: leutertuugie. Dat is blijkbaar iets wat niet goed werkt. Ik herinner me nog dat ik vroeger in de bus naar de middelbare school weleens een gesprek opving waarin gezegd werd:
‘Wat joe ken, kenk oak.’ Dat vond ik ook zo mooi.”
5.
Hoe ervaart u het dat mensen opkijken naar een burgemeester? Wordt u vaak herkend?
“In de supermarkt hoor ik weleens mensen zeggen: ‘Kijk, daar loopt de burgemeester...’ Vooral oudere generaties herkennen me wel. Er is van nature wel ontzag voor gezag. Dat is in sommige situaties maar goed ook, maar ik blijf vooral dichtbij mezelf. Anders hou je het niet lang vol. Ik sta niet per se graag op de voorgrond, maar het hoort bij het ambt. Ik vind het mooi dat je als burgemeester echt iets voor mensen kunt betekenen. Dat mensen zich gesteund of getroost voelen, doordat ze met mij hebben gesproken. Dat maakt het ambt heel waardevol.”
6.
Als u met andere hoogwaardigheidsbekleders over uw gemeente praat, hoe omschrijft u het eiland dan?
“Veel mensen kijken met bewondering naar wat er na de herindeling gebeurd is. Sommigen wisten tien jaar geleden niet eens waar het eiland lag. Dat is wel veranderd. Vanaf jaar één zijn we gestart met gebiedsmarketing. Er is een duidelijk profiel van een duurzaam eiland. Natuurlijk heb ik het ook over de duinen, de zee, het strand en de prachtige natuurgebieden. En ik omschrijf het eiland als een grote plattelandsgemeente, met hechte gemeenschappen, waarin hardwerkende, nuchtere inwoners omzien naar elkaar.”
7.
Wat zijn uw favoriete plekjes op het eiland?
“Ik ben niet zo van het sporten, maar ik wandel veel. ’t Fort in Ooltgensplaat vind ik bijvoorbeeld erg mooi. Ik heb iets met oude gebouwen. Mijn vader was metselaar en restaureerde graag monumenten. Daar heb ik het denk ik van. Daarnaast wandel ik graag bij het Flaauwe Werk, over het strand naar de vuurtoren. Dat vind ik ook zo’n mooi baken, zoiets eigens. Je krijgt er ook echt een vakantiegevoel van. De Slikken van Flakkee, de Kwade Hoek en de Hellegatsplaten vind ik ook prachtig.”
8.Wat is het mooiste moment van tien jaar burgemeesterschap?
“Niet het mooiste, maar wel het indrukwekkendste moment was vrij recent: de herdenking van de Watersnoodramp met het bezoek van prinses Beatrix. Niet alleen om haar aanwezigheid, wat het wel speciaal maakte. Maar vooral omdat de herdenking zelf zo ontzettend indrukwekkend was, met de verhalen van de mensen die het meegemaakt hebben. Het heeft door de ziel gesneden, zeker in Oude-Tonge als zwaarst getroffen dorp. Op dat soort momenten kun je als burgemeester van toegevoegde waarde zijn. Het zijn momenten waarop je er moet zijn voor je inwoners. Je kunt vanuit de functie veel troost bieden. Ik hoorde later van sommige aanwezigen dat ze de herdenking als ‘helend’ ervaren hadden. Dat vind ik zo mooi en indrukwekkend.”
9.
Wat is het tofste, leukste of grappigste dat een inwoner ooit tegen u gezegd heeft?
“Een aantal jaren geleden moest ik een keer naar een 60-jarig huwelijk. Het was al schemerig en toen ik aanbelde, ging de deur open en zei mevrouw: ‘Kind, kom binnen! De burgemeester komt zo.’ Ze duwde me de woonkamer in. Na een paar seconden viel het kwartje… ‘Oh, sorry… ik dacht dat u mijn nichtje was…’ Ik heb er erg om gelachen.” gemeentebestuur, inwoners en ondernemers, de schouders onder gezet. Het is belangrijk die energie vast te houden, we moeten zorgen dat we vitaal blijven en voorzieningen in stand houden. Ik gun het eiland ook nog wel een mooie dagattractie met nationaal of internationaal aanzien, zoals Legoland. Dat zou toch leuk zijn hier?”
10.
Wat wenst u het eiland toe voor de komende tien jaar?
Bonusvraag:
Kunt u tien gerechten of producten noemen?
“Kruukplaetjes, Flakkeese bolus, Solaes bier, blauwkouslikeur, Eibaar eieren, gestoofde juun, Stellendamse garnaal, rabarberchampagne, geitenkaas van de Mekkerstee en skipunten van Van Helden.”
“Wat ik zou wensen is dat we de opgaande lijn die we hebben gevonden vasthouden, niet alleen in inwoneraantal, maar ook qua economische en sociale vitaliteit. Ik ben trots op wat we bereikt hebben in de afgelopen jaren. Toen ik hier kwam lag er een rapport van de provincie waarin stond dat we ons moesten voorbereiden op krimp. Dat betekent iets voor het bestaansrecht van voorzieningen, zoals scholen en verenigingen. We hebben er met elkaar,