Colofon NieuwSGS Jaargang 8, nummer 1 De NieuwSGS verschijnt 5 maal per jaar met nieuws, artikelen en mededelingen voor SGS leden en studenten van de Faculteit Sociale Wetenschappen. Daarnaast verschijnt eenmaal per week een nieuwsbrief per e-mail. Hoofdredactie: Floor Boele van Hensbroek Redactie: Eline Kres, Sanne te Kulve, Freek Haagsma, Mattijs Schipper. Met dank aan: Het SGS bestuur en al die andere. Lay-out: Mattijs Schipper & Floor Boele van Hensbroek
Vaste Rubrieken Hoofdredactioneel Van het bestuur Pocolumn Wist je dat... Oor te luister... INspraakINsight Doorgeefpen CD-Reviews Vraag het een Fossiel Uit het leven gegrepen Bericht uit de Commissies SGS Agenda
3 4 5 12 13 14 19 20 21 25 26 30
Redactieadres: Langeveldgebouw, kamer E050 Heidelberglaan 1 3584 CS Utrecht Telefoon: 030-2532956 E-mail: redactie@sgsutrecht.nl Website: www.sgsutrecht.nl Bijdragen: Alles wat je op USB-stick of via de e-mail bij ons inlevert is welkom! De redactie van de NieuwSGS behoudt zich het recht voor om ingezonden stukken te weigeren, in te korten of te censureren. Oplage: 150 stuks Druk: Repro FSW Adverteren: Contact persoon: Floor Boele van Hensbroek (zie SGS Bestuur)
Deze Editie Taal in de Psychologie Jargon vs. Fuck Eline in Nepal Taal
6 9 11 23
SGS Bestuur: Dagelijks Bestuur: Eveline Beens (Voorzitter) Meike Binnendijk (Secretaris) Stephen Card (Penningmeester) Floor Boele van Hensbroek (PR-Coördinator) Parlementair Overleg Coördinatoren (Poco’s): Marleen Wieringa Charlotte Rutten
Slang & Shizzle Jaargang 8, nummer 1
De NieuwSGS is een uitgave van de StudentenGroep Sociale wetenschappen (SGS) te Utrecht. Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd door middel van welk medium dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van SGS. © 2007 SGS Utrecht. De bij deze uitgave betrokken redactie en medewerkers aanvaarden geen aansprakelijkheid voor mogelijke gevolgen die zouden kunnen voortvloeien uit het gebruik van de in deze uitgave opgenomen informatie.
2
Hoofdredactioneel ES-GIE-ES taal Door Floor Boele van Hensbroek Hallo! Voor u ligt de eerste editie van de NieuwSGS 2009-2010 gemaakt door onze kersverse redactie! Tevens met aan het hoofd een kersverse hoofdredacteur. Misschien ken je me al maar ik zal me nog even voorstellen: Ik ben Floor, 22 jaar en vervul dit jaar de functie van PR-coordinator in het SGS bestuur. Naast de redactie coordineer ik de alumni- en PRcommissie. Wanneer ik niet op de SGS kamer ben, maak ik schoon bij oude vrouwtjes, speel ik piano of ben ik op één van de geweldige activiteiten van SGS. De redactie is op het moment vijf man sterk. Helaas is dat niet veel, maar gelukkig worden we bijgestaan door een team van schrijf-grage freelancers! Denk je na het lezen van deze editie: ‘dat wil ik ook!’, laat het ons weten en je wordt met open armen ontvangen!
je van je sloffen rijdt met zijn fiets en je tikt op je voorhoofd zal hij zich waarschijnlijk niet beledigd voelen. De universele middelvinger zou het in dit geval wel weer goed doen. Ik wil het graag even hebben over het taalgebruik op de SGS kamer. Hoewel het over het algemeen vooral hoogopgeleide intellectuelen in spè zijn die de kamer betreden is dit aan de woordkeuze van mensen niet altijd af te horen. Hier volgt een compilatie van veelgehoorde SGS leuzen: ‘deze bank zit echt chill’, ‘ik ben fucking brak’ ‘dat college was echt uber-saai’, heeft iemand een deck bij zich?’ ‘magic is voor nerds´, ‘homo, geef me een knuffel’, ‘check die unit’, ‘ik knal er een magnetronmaaltijd in’, ‘deze koffie smaakt a-relaaaaxed’, waar is Ed?’, ‘wat is het hier een teringzooi’. ‘bestwel leuk’. ‘Halloooo!’ (Martijn die de kamer binnen komt). Welnu, ik zou nog ellenlange pagina’s door kunnen kakelen over taal en SGS, maar ik hou je niet verder op: veel plezier bij het lezen van deze NieuwSGS!
Zoals de voorkant al verklapt gaat deze editie over taal. Taal is natuurlijk een breed begrip. Taal staat in principe voor het overbrengen van een boodschap, verbaal of non-verbaal. Dit kan door middel van het uitspreken van woorden en zinnen, gezichtsmimiek, lichaamstaal, muziek, gebaren, kledingstijl, lichaamsversiering als tatoeages en piercings, haardracht en ga zo maar door. Deze aspecten van taal komen op een andere manier tot uiting afhankelijk van de plaats waar men zich bevindt. Wanneer je in China duidelijk wil maken dat je de Bami Pangang lekker vindt smaken heeft het geen zin met je hand naast je wang te schudden. Als een Mexicaan
StudentenGroepSocialewetenschappen
3
Van
het bestuur
Over wat is en wat niet is Door: Eveline Beens Onze lieve Floor heeft aan mij de eer gegeven om een stukje te schrijven voor in de NieuwSGS. Toen ik het thema hoorde, taal in al haar facetten, schoot me opeens (zittend op een kappersstoel) iets te binnen.
weer open zoals vroeger! Nog steeds praat ik een bizar soort engels wanneer ik met deze vrienden skype en dat draagt zeker bij aan het gevoel van saamhorigheid, zelfs als je nu ver van elkaar vandaan woont. Af en toe merk ik het ook onder bestuurgenootjes. Toen ik afgelopen jaar op de verjaardag van Meike was, merkte ik stiekem dat het Haagse accent weer boven water kwam toen haar Haagse matties de kamer binnen wandelden. Het geeft zo’n fijn gevoel wanneer deze automatische handeling plaatsvindt omdat het nostalgie oproept en ‘de goeie ouwe tijden’ nog eens benadrukt. Ik ben benieuwd in hoeverre SGS een sociolect heeft. Deze toch wel frappante groep kraamt namelijk best wat onzin uit elke dag. Bij sociolecten gaat het voornamelijk om grammaticale eigenaardigheden en het gebruik van een beperkt aantal speciale woorden. Kijk maar eens naar ‘oor te luister’ verderop in de NieuwSGS, dan begrijp je wat ik bedoel. Maargoed, al die eigenaardigheden zijn dus uiteindelijk bestemd voor die ongelooflijke sterke band die je met je medeSGS’ers creëert. Dus, lul lekker door en dan komt het allemaal goed.
Taal is eigenlijk best bijzonder. Het is niet alleen een middel om te communiceren, maar het is ook een middel om snelle vriendschappen op te bouwen en een gevoel van saamhorigheid te creëren. Ik weet nog heel goed het moment dat ik aankwam in een huis in Frankrijk, met een horde onbekende mensen. Niet wetend dat dit een jaar later vrienden voor het leven zouden zijn, begon ik aan mijn avontuur. Geen van ons kon Frans praten noch perfect Engels, dus iedereen brabbelde een beetje in het wilde weg. Omdat we zo dicht op elkaar leefden en zo vaak met elkaar te maken hadden, werd de spreektaal van iedereen steeds meer in eenzelfde richting geduwd. Alsof men zich taalkundig aan elkaar spiegelde en iets toevoegde zodat dit door de groep werd opgenomen. Gedurende de eerste weken is L i e f s , er zo een eigen taaltje ontstaan binnen onze Eveline groep. We hadden onze eigen woorden, grappen en zinspelingen en als er iemand op bezoek kwam, was het een verrekte lastige taak alles zo snel te volgen (“noujaaah, is dit wel engels?!”, mijn moeder). Nu blijkt er ook nog eens een woord te zijn voor dit verschijnsel namelijk: een sociolect; oftewel groepstaal. Het grappige is dat wanneer de groep gescheiden wordt van elkaar, deze ‘taal’ ook niet meer gesproken wordt. Maar bij de minst geringe ontmoeting gaan de bekkies al
Slang & Shizzle Jaargang 8, nummer 1
4
Pocolumn Wauw, alweer november! Wat vliegt de tijd als Poco. Toch verbaas ik me soms nog steeds; een dik jaar geleden ben ik, na een jaar rechten, ASW gaan studeren en nu betrap ik mezelf steeds op borrels en officiële vergaderingen in een zwarte blouse die zegt dat ik deel uitmaak van het 25e bestuur der StudentenGroep Sociale wetenschappen. Als je me dat een jaar geleden gezegd had, had ik je voor gek verklaard. Wat is er gebeurd?! De eerste stap richting het Poco-schap is onbewust gelegd in de 4e klas van de middelbare school. Vanaf dit jaar heb ik namelijk 3 jaar in de medezeggenschapsraad van mijn middelbare school gezeten. Daar is mijn fascinatie voor inspraak ontstaan. Er gebeurt in organisaties zoveel waar je geen weet van hebt en waar je nooit over nadenkt. Als je er dan middenin zit blijkt het om zaken te gaan, die jou juist aangaan en waarbij het hartstikke leuk en belangrijk is hierover mee te denken en op tijd je stem te laten horen. Ook deelname aan het Jongerenlagerhuis en Model European Parliament bevestigden mij in mijn overtuiging dat ik altijd gelijk wil krijgen (en dat ik dat natuurlijk bijna altijd ook gewoon heb). Dat ik in mijn tweede jaar ASW dus via SGS in de inspraak wilde, was geen vraag maar een weet. Tijdens het inwerkweekend voor mijn functie als studentlid van de opleidingscommissie van ASW, ging ik echter flink nadenken. We bleken een hele leuke groep te zijn. De inspraak op de universiteit bleek veel interessanter dan die op een middelbare school en ik ging er veel meer over nadenken dat er meer was dan boekentheorie en ik me ook op andere manieren dan via studeren wilde ontwikkelen... M’n ouders moesten wel even slikken
toen ik weer met een nieuw plan kwam. Echter na uitdrukkelijk benadrukt te hebben dat ik mijn bachelor ASW hierna echt heel braaf ga afmaken, zat ik voor ik het wist pizza te eten met huidig bestuur en kandidaatsbestuur (nu wij, als huidig bestuur!) en waren we ons heel onwennig aan elkaar voor aan het stellen. Met deze mensen en vooral met Marleen, mijn mede-poco, moest ik het dus dit jaar waar gaan maken, omdat SGS blijkbaar vertrouwen in ons had. We zaten aan elkaar vast, met elkaar opgescheept en hadden geen keuze meer. Gelukkig kan ik nu, na veel te veel borrels, vergaderingen, stamkroegavonden, kamerborrels en uren bankhangen zeggen dat ik ook geen andere keuze gemaakt zou willen hebben. Wat een kick als je als bestuursteam weer iets moois voor elkaar heeft gekregen en je ziet dat zowel nieuwe, iets oudere en zelfs vastgeroeste SGS’ers het naar hun zin hebben. Zo hadden we gister weer een Parlo (Parlementair overleg, waar alle inspraakstudenten samenkomen om te overleggen en informatie uit te wisselen), met een verrassend interessante en gezellige vergadertraining (al zeg ik het zelf!) en zag ik Marleen en mij daar toch maar mooi zitten. Samen weer een fijn stukje Poco-power vertoond, waarna we daarna in de WB konden proosten op het feit dat wij stiekem de leukste bestuursfunctie hebben. Nu wordt het tijd snel op te houden met deze Pocolumn en aan de studie te gaan, die ik iets te vaak vergeet. De Poco-adrenaline is zo onwijs verslavend!
StudentenGroepSocialewetenschappen
5
Taal
in de psychologie
Door: Freek Haagsma Taal is altijd een ontzettend interessant onderwerp voor wetenschappers. Niet voor niks zijn er meer taalstudies aan de Universiteit Utrecht dan welke andere soort studie (10 van de 45). Psychologie is natuurlijk niet direct aan taal gerelateerd, die heb ik dan ook niet meegerekend met de hierboven genoemde 10. Toch, als je goed kijkt, is de psychologische wetenschap erg geïnteresseerd in taal. Vanuit veel subdisciplines wordt er dan ook aandacht besteed aan taal en taalgebruik. Ontwikkelingspsychologen kijken naar de vroege stadia van taalgebruik en welke processen hier (sociaal en cognitief) belangrijk bij zijn. Sociaal psychologen kijken naar taal als communicatiemiddel (ook non-verbaal) in communicatie. Voor neuropsychologen is taal een onderwerp van onderzoek an sich. Immers, taal ontspringt uit onze hersenen en kent vele processen. Evolutionaire psychologie gaat na waarom taal zich ontwikkeld heeft door middel van adaptatie. Psychologie is, in mijn ogen, dé wetenschap bij uitstek om taal te analyseren op de onderliggende processen en structuren, los van de inhoud van taal. Wat kan je leren, in een notendop, vanuit al deze verschillende psychologische blikken op menselijke taal? Dit zal ik proberen samen te vatten in dit essay. Een aantal interessante theorieën komen aan bod. De eerst volgende keer dat je een literair interessant feestje heb (cognac, sigaren, toostjes met kaviaar) kan jij, al ben je geen psycholoog of psychologiestudent, allerlei interessante kennis delen met je intimi over taal.
Slang & Shizzle Jaargang 8, nummer 1
Ontwikkeling van taal Vanaf het moment dat een embryo zich ontwikkeld worden er ook hersenstructuren aangelegd. Dit proces is complex en in het begin slordig. Neuronen ontspruiten en vertakken zich in het hoofd en zoeken verbindingen op. Veel van deze groei is genetisch bepaald, zodat de embryo uiteindelijk de vormen krijgt van een menselijke foetus. Dit geld ook voor de hersenen. Deze zoeken verbindingen op die van te voren bepaald zijn, zodat de basisfuncties van de hersenen zich al vroeg ontwikkelen en de cererbrale cortex zich kan vormen. Veel connecties worden ook door middel van leerprocessen gevormd (Gazzaniga & Heatherton, 2006). De functies die de hersenen heeft, zoals bijvoorbeeld taal, ontwikkelen zich dan ook met name op ervaring. Een baby legt connecties tussen bepaalde stimuli en vormt hier reacties op. Op neuraal niveau worden hierbij nieuwe verbindingen gemaakt en nieuwe informatie wordt opgeslagen. Dit gaat het hele mensenleven door, nieuwe informatie en nieuwe reacties blijven ontstaan; zodoende ontstaan ook steeds weer nieuwe verbindingen Als baby gebruikt de mens zijn stem al om zijn wil kenbaar te maken, door middel van huilen, gillen, giechelen (Dore, 1974). Ouders en verzorgers gebruiken ‘baby talk’ naar hun kinderen. Dit is versimpelde taal, vaak op hoge en enthousiaste toon naar het kind toe. Ze verbaliseren vaak wat het kind ziet of doet, waarmee het kind de connectie kan leggen tussen bijvoorbeeld het woord ‘mama’ en de moeder in kwestie. Vanaf het eerste levensjaar zal het kind proberen deze klanken na te bootsen en uiteindelijk een taalontwikkeling starten. Tot ongeveer
6
tweeënhalf jaar gebruikt het kind veel één- en twee-woords taal om zich duidelijk te maken, dit ontwikkelt zich later. Jonge kinderen leren de taal die ze horen uitspreken en begrijpen. Vaak zijn ze nog in staat om meerdere talen te leren. Dit gemak neemt met de jaren af, vandaar dat steeds meer aandacht op school uitgaat naar tweetalig onderwijs. Een ander fenomeen is ‘wolfskinderen’. Dit zijn kinderen die buiten de mensenwereld opgroeien en dus zonder taal. Zij hebben op latere leeftijd enorm veel moeite om nog taal aan te leren. Een voorbeeld hiervan is een vondst in 2008 in het oude Stalingrad (Wolgograd), van een jongen die had geleerd met zijn armen te flapperen en te tjilpen om te communiceren.
(Hargie, 2008). Echter deze verschillen wel per cultuur. Het opsteken van je duim is in veel westerse landen een teken dat het goed is. Echter in Iran is het opsteken van de duim een obsceen gebaar. Een rondje maken van je duim en wijsvinger betekent in Amerika ‘Ok!’, echter in Brazilië heeft het dezelfde betekenis als de middelvinger. In sommige Afrikaanse landen is knikken ‘nee’, en schudden ‘ja’ (Aronson et al, 2005). Als ik hier een tip van de dag uit mag formuleren: lees je goed in de cultuur om vervelende miscommunicatie te voorkomen (Brazilianen kunnen hard slaan!). Ook lichaamstaal is erg belangrijk. Denk alleen al aan hoe je tegenover iemand staat. Draai je weg? Hangen je schouders? Hoe dichtbij sta Non-verbale taal. je en kijk je iemand aan? Dit kunnen allemaal tekenen zijn van je wat je van iemand vind Je gezicht bevat ontzettend veel spieren, die (Hargie, 2008). je elk op een bepaalde manier kan spannen of ontspannen om tot een gezichtsuitdrukking Taal in de hersenen te komen. Deze gezichtsuitdrukking is universeel (Aronson, Wilkert & Akert, 2005). De ontwikkeling van de hersenen heb ik Darwin noemde dit fenomeen al in zjin boek zoëven al besproken. Ik heb echter nog geen ‘The expression of the Emotions in Man and antwoord gegeven op de vraag: waar zit taal? Animals’ uit 1872. Als je een kaartje van het menselijk brein erbij Mensen hebben een specifiek pakt, waar zit je taalcentrum dan? Echter, er hersengebied in de temporale kwab, die gezichtsherkenning uitvoert. Ze zijn dan ook een kei in het herkennen van emoties. De zes basisuitdrukkingen (blijdschap, verdriet, woede, angst, afschuw en verbazing) worden in luttele milliseconden ontcijfert. Ook gebaren worden veel gebruikt als nonvebale communicatie
StudentenGroepSocialewetenschappen
7
is niet één taalcentrum aan te wijzen, het zijn verschillende. De belangrijkste lijken Broca’s en Wernicke’s hersendelen te zijn. Broca’s gebied is belangrijk bij het uitten van taal en complexe grammatica. Mensen die lijden aan Broca’s afasie (beschading aan dit hersengebied) weten vaak wat ze willen zeggen, maar kunnen dit niet in taal uiten. Verder hebben ze lichte moeite met het begrijpen van taal, zeker als het complex taalgebruik betreft. Wernicke’s gebied is gerelateerd aan taalherkenning. Dit gebied is, net als Broca’s gebied, ontdekt door het onderzoeken van een specifieke afasie (Wernicke’s afasie). In tegenstelling tot Broca’s afasie kan iemand met Wernicke’s afasie een soepele stroom van woorden uitten, maar is de betekenis vaak verkeerd. Er zijn meer gebieden die aan taal gerelateerd zijn, maar deze twee springen het meest in het oog en zijn het meest onderzocht. Zoals je ziet heb ik deze alinea zonder referenties geschreven (uh-oh) en kan het zijn dat ik bepaalde informatie verkeerd weergegeven worden, ik nodig betweters en neuropsychologie studenten dan ook graag uit voor discussie!
Slang & Shizzle Jaargang 8, nummer 1
Tot slot Taal, het is verbaal en non-verbaal erg belangrijk. Vanuit de psychologische wetenschap valt veel te leren over het ‘hoe en wat’ van taal. Het bouwt een mooie brug tussen taalwetenschappelijke kennis en de implicaties hiervan op het gedrag en de cognities van mensen. En zijn gedrag en cognities niet datgene waar ons sociale leven uiteindelijk om draait? Zonder onze taal zou onze wereld er heel anders uitzien. Ik sluit af met een mooie quote over taal van Amerikaans denker Ralph Waldo Emerson: “Language is a city to the building of which every human being brought a stone”.
8
Jargon vs. Fuck “Efficiency vs. Fuck”
Een tijdje geleden kwam ik op het station van Gouda mijn voormalige lerares Nederlands tegen. Na wat gebabbel over koetjes en kalfjes vroeg ik haar hoe het op school ging. “Pieter, het is vreselijk, jullie maakten vaak fouten met d’s en t’s, maar tegenwoordig worden er betogen ingeleverd waarin het woord ‘even’ vervangen is door ‘ff’!” The horror! .
zou je dit efficiëntie van het middel kunnen noemen. Veel interessanter, in mij ogen, is het bekijken van de taal die wij Algemeen Beschaafd Nederlands zijn gaan noemen. Het summum van dit taalgebruik is vaak terug te vinden in beleidsdocumenten. Wie weleens een kadernota, verkenningscommissieverslag of operationaliseringplan (de woorden alleen al) heeft gelezen, weet dat ze vol staan met vage formuleringen en ondoorzichtige beschrijvingen. Soms lees je weleens zinnen die niet te begrijpen zijn, maar volgens de
Voor een leraar Nederlands is het uiteraard een grote schok te ontdekken dat de Nederlandse taal aan het versimpelen is. Als belangrijkste factor voor deze versimpeling wordt er vaak gesproken over ‘MSN-taal’: CU, ff, LMAO, ROFL, @, allemaal afkortingen en tekens die wel een betekenis hebben, maar niet in het Nederlands woordenboek staan. Het huidige onderwijsestablishment (die Scrabble je niet bij elkaar) verwijt jonge mensen dat ze teveel achter de computer zitten en daar een taal aangeleerd krijgen die de ondergang aankondigt van ‘language as we know it’. Het goed beheersen van de Nederlandse taal is een doel geworden. Maar waarom gebruiken we eigenlijk taal? Volgens mij om een boodschap naar iemand anders over te brengen. Met simpele oerkreten en wat gebaren kun je minder specifiek aanduiden wat je eigenlijk bedoelt. Taal is dus eigenlijk een middel om het doel van betere communicatie te bereiken. Wanneer je de MSN-taal in dit kader plaatst, kun je eigenlijk niets anders dan concluderen dat dezelfde boodschap wordt overgebracht, maar dat daar minder tekens voor nodig zijn. In een analyse van een doel – middelrelatie
Taalkundig klopt deze zin. Het woord efficiency mag inmiddels in de Nederlandse taal gebruikt worden. Het lijkt verdacht veel op het woord efficiëntie, maar veel schrijvers van beleidsdocumenten weten dat hun doorgaans saaie documenten een stuk ‘hipper’ klinken wanneer zij een term die uit het Engels is komen overwaaien gebruiken. Wat staat er nu eigenlijk in bovenstaande zin? De samenvatting zou als volgt kunnen luiden: “We hebben naar de organisatie gekeken en er zal een reorganisatie plaats moeten vinden”. Nu ben ik niet zo’n hele snuggere jongen, maar de samenvatting is volgens mij een stuk duidelijker dan de zin in vakjargon. ‘Jargon’ is ook zo’n prachtig woord. Als ‘slang’ vrij vertaald ‘straattaal’ is, dan is ‘jargon’ vrij vertaald ‘straattaal van mensen met teveel tijd op kantoor’. Jargon is eigenlijk
Door: Pieter Bokhoven
Nederlandse taalregels kloppen: “Teneinde de efficiency van deze organisatie te optimaliseren zal gekeken worden naar de mogelijkheden tot implementatie van een nieuw systeem, met als belangrijkste competentie het herdistribueren van de taakverdelingen voor de betrokken afdelingen en deze in een breder kader van verantwoordelijkheidsbevoegdheden te plaatsen.”
StudentenGroepSocialewetenschappen
9
precies hetzelfde als slang, maar dan het hoog-opgeleide-broertje-van. Niet zozeer dat een hoge opleiding ervoor zorgt dat de taal meer betekenis krijgt, ze maakt het alleen minder begrijpbaar voor mensen met een minder hoge opleiding. Ik probeer altijd netjes Nederlands te spreken en te schrijven, maar ik houd niet teveel van moeilijke formuleringen. Nu pas ik een tekst meestal wel aan naar het verwachte niveau van het publiek; voor de lezers van een studieverenigingsblaadje kan ik dus wat uitdagender woorden gebruiken. Dat neemt niet weg dat het gebruiken van slang soms een enorm nuttige toevoeging kan zijn, nuttiger vaak dan woorden met veel lettergrepen. Met name wanneer je krachttermen nodig hebt om een standpunt uit te dragen, kan slang veel voor je doen. “Het is een fucking schande!”. Het woord fuck (wat overigens is afgeleid van de negentiende-eeuwse Amerikaanse juridische afkorting ‘For Unlawful Carnal Knowledge) is krachtig en dekt de lading. Het klinkt ook een stuk intenser dan de zin “Het is een gotspe!”. Ik weet niet wat een gotspe is eerlijk gezegd, maar tweehonderd jaar geleden kreeg men vast rode oortjes bij het horen van het woord. Is het erg dat ‘de jeugd van tegenwoordig’ zoveel achter MSN zit? Dat is het zeker, maar meer vanwege het feit dat ze gewoon buiten horen te spelen en de puber uit horen te hangen tegen hun ouders en onderwijzers dan het ‘verval’ van de traditionele taal. We accepteren Engelse termen zoals efficiency wel in onze taal, ook al hebben we al een bijna identiek woord dat exact hetzelfde betekent. Maar slang? Nee. En waarom eigenlijk niet? Ik ben de mening toegedaan dat het woord fuck meer heeft bijgedragen aan de verrijking van de Nederlandse taal en veel vaker gebruikt wordt dan het woord efficiency. Je mag wat mij betreft de discussie voeren dat fuck een scheldwoord is, maar dat neemt niet weg dat
Slang & Shizzle Jaargang 8, nummer 1
het vaker gebruikt word dan efficiency en dus meer nut heeft, of dit nu in positieve of negatieve zin is. Taal is dynamisch en onze huidige taal is dan ook door dynamiek ontstaan. Dat betekent dat er steeds nieuwe woorden bijkomen en oude woorden verdwijnen. Taal is een middel en niet een doel, waarbij ik graag een uitzondering maak voor sommige poëten en schrijvers. De liefhebbers van scheldwoorden, slang en jargon verwijs ik graag naar Het Groot Baggerboek van I.L. Pfeijffer, waarin alle drie gebruikt worden en samen een prachtig verhaal vormen. Bedankt voor het lezen en CU @ SGS!
10
Eline in Nepal Door: Eline Kres Namasté! Sanchez? Timro naam ke ho? Gewoon wat standaard Nepalese zinnetjes die je hier kunt gebruiken om toch een beetje te mengen met de plaatselijke bevolking.. Groeten, vragen hoe het gaat en naar de naam vragen. Meestal krijg je dan een volledig verhaal terug waar je niets van begrijpt, maar goed, je hebt contact gemaakt. Jezelf redden met taal in Nepal is een vak op zich. Nepal is verdeeld in districten met elk een eigen dialect, maar daarnaast heeft elke kaste ook nog zijn eigen taal. Nepalees is de voertaal, maar niet iedereen spreekt het. De tweede voertaal in Newari, van de Newar kaste. De Kathmandu-vallei wordt vooral bevolkt door deze groep, waardoor Newari vaak te horen is. Denk je eindelijk iets te kunnen begrijpen van het Nepalees, beginnen je Nepalese vrienden in Newari te praten waardoor je het nog steeds niet kunt volgen.. En nou blijkt ook nog deze taal een van de moeilijkste talen op de wereld te zijn! Dus hoewel de oudere Nepalezen je wel een woordje Newari bij willen brengen, naast die paar zinnetjes Nepali waag je je er niet aan. De Newari willen overigens dat hun taal de voertaal wordt met als grote rel dat een van de ministers zijn eed niet in het Nepalees wilde voorlezen, maar enkel in het Newari. Een beetje zoals de Friezen in Nederland?
hebben) en mochten ze er echt geen donder van begrijpen, dan vraag ik ze wel wat in het Nepalees. Als een kind overstuur is kan ik gelukkig vragen wat er is gebeurd en hoewel ik ook hierbij niet begrijp wat hij terug zegt, hij is zijn verhaal kwijt en kruipt weer van mijn schoot af om te gaan spelen. Mijn uitspraak wordt echter wel af en toe verkeerd opgevat waardoor ze me niet altijd begrijpen. Omdat de woorden hier allemaal zo op elkaar lijken en alleen door middel van klank je verschil kunt maken, heb ik al vaak gevraagd of iemand met me naar bed wilde in plaats van te vragen hoe het gaat. En schreeuwen de mensen hier vaak “Mutti” tegen me, wat betekent dat ik dik ben, als ik het uitspreek betekent het dat ik naar de wc moet. Gelukkig zijn de kinderen erg jong en is hun uitspraak ook belabberd. Over anderhalve week ga ik al weer terug naar het natte Nederland. Wat zal het wennen zijn om gewoon jezelf volledig uit te kunnen drukken in taal in plaats van steeds te zoeken naar woorden. Want hoewel mijn Engels niet beroerd is, het blijft toch niet mijn moedertaal. Ik zal de Nepalese kindjes missen, de vrijheid, de ontspannen sfeer, de schoonheid van het land en ook de taal. Terug naar de studie, mijn flatje, SGS met al haar pracht en praal. Wat ik meeneem vanuit Nepal? Waarschijnlijk de wijsheid: Aba ke garne? Bei garne! (Wat te doen? Trouwen!) omdat dat hier de oplossing is voor elk probleem. Ach, eerst maar studeren en genieten van het leven. Misschien dan ooit weer terug naar dit bijzondere land..
Als vrijwilliger kan ik me redden met mijn Nepali. De kinderen moeten Engels leren, dus ik blijf heel getrouw in het Engels vragen stellen al snappen ze er niets van. Soms gooi ik er een woordje Nepali doorheen (zoals “kanus” om te vragen wat ze gister gegeten
StudentenGroepSocialewetenschappen
11
Wist
je dat...
Taalfouten heel grappig kunnen zijn? Door Floor Boele van Hensbroek ‘May I thank your cock for a lovely dinner?’ ’Don’t break me the back open’ ’How do you do and how do you do your wife? (we zoeken nog één lid) ’ We still have to suck one lid’, What do you do?” “I fock horses” “Pardon?” “Ja, paarden!” All madness on a small stick” Do these bottles have station money? ”We have to look further than our nose is long””
Slang & Shizzle Jaargang 8, nummer 1
12
Oor te luister Slang & Shizzle: Over taal in al haar facetten. Door: Floor Boele van Hensbroek Martijn: ‘een theelepel sperma bevat 5 calorieën. Robbert: Dat soort feitjes interesseren me nooit. Marjolein: ‘maar jij hoeft het ook niet door te slikken’. Eveline: ‘Meik! Meik! Hoorde je dat?! Ik kon fluiten” Hilde: Ido Weijers tijdens een college jeugdcriminaliteit, toen medegedeeld werd dat hij stoorde: Misschien moet ik niet meer aan dat ding zitten...dat in mijn broek zit. Marleen over de persoon die ons gastenboek thuis heeft: “Boeje dat ze ziek is, zij heeft ons boek. Daar worden wij ziek van. Freek: Floor, jij zou best in zo’n horror/porno film kunnen spelen Eveline: Floor, jij hebt echt zo’n telefoonseksstem Hilde: ‘Ik heb zin om iets rebels te doen!’ Johan: ‘Ja, ik heb zin in keiharde ruige seks voor het huwelijk’ Tessa: Nou ik heb toen nog een paar keer flink aan Stephen moeten sjorren! Eveline: Ja dan kan je wel over mijn mutsje aaien.. Marjolijn: Dat lijkt me vet grappig! Freek: wat? Marjolijn: Om over jou heen te kotsen!!
Het licht valt uit bij de ALV Pieter B.: Hey Freek, zullen we nu dat spelletje doen: raad de vinger?!
StudentenGroepSocialewetenschappen
13
Inspraak Insight Door: Marleen & Charlotte Bezuinigingen, bezuinigingen en nog meer bezuinigingen… Dat is het steeds terugkerende onderwerp waar de inspraak zich dit jaar mee bezig gaat houden. De crisis en het gegeven dat er minder geld vanuit de overheid binnenkomt bij de universiteit zijn de oorzaken van dit probleem. Aan ons, als vertegenwoordigers van de studenten, is de taak te zorgen dat de kwaliteit van het onderwijs zo optimaal mogelijk blijft ondanks deze bezuinigingen. Bij verschillende opleidingen is op dit moment sprake van het schrappen van werkgroepen en teveel studenten in één collegezaal. Dit is nog maar een klein deel van alle bezuinigingsplannen en daarom moeten we onze bestuurders goed in de gaten houden en onze stem laten horen! Om ons werk goed te kunnen doen is en blijft het erg belangrijk dat we weten wat jullie als studenten vinden van het onderwijs zoals het nu is en hoe jullie denken over mogelijke veranderingen. Het einde van het blok is alweer geweest, dit betekent dat de aandacht van de opleidingscommissies voornamelijk gericht was op de cursusevaluaties. Aan de hand van jullie feedback, wordt gekeken of vakken verbeterd moeten worden en wat wij, als studenten, dan anders willen zien. Van de resultaten wordt een verslag geschreven en de informatie daarvan komt terecht bij de coördinator van het vak en wordt besproken in vergaderingen.
zelf, door regelmatig een overleg te houden. Als Parlementair OverlegCoördinatoren (Poco’s) ondersteunen we hen bovendien. Zo plannen we eens in de zes weken departementsvergaderingen, waarbij de verschillende inspraakorganen van een departement, bijvoorbeeld alle inspraakstudenten van psychologie, met elkaar vergaderen. Het grootste en tegelijk vaak gezelligste overleg vormen echter de maandelijkse Parlo’s, waarbij alle inspraakstudenten samenkomen. Een Parlo bestaat uit een inhoudelijk deel, waarin we elkaar vertellen waar we de afgelopen maand mee bezig zijn geweest. Vervolgens volgt bijvoorbeeld een lezing rondom een actueel thema, een vergadertraining, een brainstorm over bepaalde grote kwesties of iets anders dat op dat moment relevant is. Als Poco’s kunnen we onze creativiteit dus lekker kwijt hierin. Naast inspraker zijn en blijven we natuurlijk gewoon studenten. Gezelligheid staat dus ook hoog op ons lijstje. Sowieso moet er na Parlo’s altijd even geproost worden in de Witte Ballons. Binnenkort is er een inspraakkamerborrel voor insprakers en inspraakgeïnteresseerden en op de planning staat ook een inspraakactiviteit. Als Poco’s blijf je natuurlijk erover denken hoe je je insprakers tevreden houdt en verwendt, dus wie weet wat we nog meer voor hen in petto hebben. De inspraak is door studenten en voor studenten, dus als je interesse hebt ben je van harte welkom. De Parlo’s zijn openbaar, dus kom kijken en praat met ons mee. Mocht je dit liever doen met een biertje in je hand, dan kun je ons vinden tijdens de inspraakkamerborrel. Wij, als Poco’s, zijn zo veel mogelijk te vinden in de SGS-kamer en altijd bereikbaar via de mail (studenteninspraak@fss. uu.nl). Mocht je gewoon wat meer willen lezen over het inspraakgebeuren, houd dan onze site in de gaten. Deze zijn we namelijk op het moment helemaal up-to-date aan het maken. Tot ziens bij de inspraak!
Behalve jullie input moeten we als insprakers natuurlijk ook putten uit onze eigen kennis en vaardigheden. We werken er dus met z’n allen hard aan zo optimaal mogelijk voorbereid te zijn op de kwesties die we tegen zullen komen. Een begin maken de verschillende inspraakorganen Charlotte en Marleen
Slang & Shizzle Jaargang 8, nummer 1
14
StudentenGroepSocialewetenschappen
15
Slang & Shizzle Jaargang 8, nummer 1
16
StudentenGroepSocialewetenschappen
17
Slang & Shizzle Jaargang 8, nummer 1
18
Doorgeefpen Door: Sophie van Uijen
Eindelijk! Het is zo ver: Na al die jaren is de Doorgeefpen van MIJ! Ik deed er altijd nonchalant over en zei dat ik “toch geen mooie stukjes kon schrijven” en ik die pen “écht niet wilde krijgen”. Maar ’s nachts, alleen in mijn bedje, lag ik ervan wakker en ja, huilde ik soms zelfs een beetje. Ik was toch zeker al zes (!!!) jaar actief lid bij SGS –en ja, de meeste mensen zijn actief lid bij SGS, maar je hebt actieve leden en je hebt ACTIEVE leden, en ik rekende me toch tot dat laatste-, en niemand had er ooit aan gedacht mij de Doorgeefpen te geven. Maar nu ben ik aan de beurt voor mijn once in an SGS-time opportunity: My one page of fame in de NieuwSGS!
Lang, lang geleden, toen de NieuwSGS nog geprint werd op A4 papier (met van dat wat dikkere SGS-kleurige papier als voor- en achterkant), lag het lot van één NieuwSGS per oplage al vast: Hij zou, net als zijn voorgangers, ongelezen in de prullenbak van een zolderkamer in Lombok belanden. Het hele fenomeen NieuwSGS was mij namelijk bij lid worden van SGS niet uitgelegd, en ik vroeg me dan ook af wat voor banaal document ik een aantal keer per jaar ontving. Ik denk dat de hoofdoorzaak hiervan, Vieze Jetje (als je het niet kent, don’t ask), dit effect op wel meer leden heeft gehad. Gesprekken die nu nog wel eens over het fenomeen Vieze Jetje gaan eindigen altijd met een schouderophalend “Nou ja, ik snapte er eigenlijk ook nooit iets van”. Omdat de doorgeefpen ook toen al bestond had ik eigenlijk verwacht dat er een officiële overdracht zou plaatsvinden van een
prachtige, antieke gouden vulpen waarvan vermoedt werd dat hij magische krachten zou bezitten. Bij voorkeur in het Academiegebouw en met een toespraak van het bestuur en alle eerdere trotse eigenaren. En dat je, na het schrijven van een goed genoeg stuk, ingewijd zou worden bij de geheime club van Doorgeefpen Toezichthouders waar je de rest van je leven zou toewijden aan het in goede handen vallen van de Doorgeefpen, opdat de traditie zou blijven bestaan. Nou. Dat viel een beetje tegen dus. Misschien toch een idee om iets te doen met mijn suggesties, bestuur? Maar goed, eens zien waar ik het over zal hebben. Iets over mezelf, zodat ik eindelijk eens goed de kans krijg om aan al m’n medeleden te vertellen wie Sophie nou eigenlijk is. Mijn levensgeschiedenis, drijfveren en afknappers. Hm, goed idee. Of iets over Slang&Shizzle? Het is me nooit helemaal duidelijk geworden of dat nou de bedoeling was. Hoeveel ruimte heb ik eigenlijk nog? 438 woorden al. En Floor zei toch echt 400 tot 500. Valt toch tegen, die Doorgeefpen. Weet je wat, ik geef hem wel door aan Eveline van den Berg (voor mij nog steeds the one and only Eef, sorry BestuurEveline). Misschien krijg ik haar wel zover haar hele stuk over mij te schrijven...
StudentenGroepSocialewetenschappen
19
CD Reviews Welkom in mijn wereldje van muziek, mijn onderdeel van melodie en mijn paar minuten van ritme. Het nieuwe onderdeel waarin in elke uitgave meerdere albums besproken worden met een korte en ongezouten mening. Een taal editie, slang en shizzle, dat wordt Duitstalige herrie en een Nederlandstalig hoogstandje… ;) Door: M.C. Schipper Peter Fox – Stadtaffe 2009. Op één of andere manier heb ik altijd een zwak gehad voor de Duitse taal. Niet alleen ben ik in Duitsland geboren, ook vind ik de taal zelf een bijzonder duidelijk en goed omschreven geheel. Geen onduidelijkheden, geen omslachtige woorden, gewoon duidelijk. En dan komt er zo’n rapper, welke eerst actief was in een reggae band, die een album uitbrengt die, werkelijk waar, alles wat hierboven over de Duitse taal wordt verteld waar maakt. Niet alleen zitten de nummers tekstueel goed inelkaar, muzikaal (lees: het inhuren van een zeer goede slagwerk groep) is het een geniaal meesterwerk. Jawel, ik ben zeer te spreken over Peter Fox. Ik zeg, wees een international, en beluister dit album! Rammstein – Liebe ist für alle da 2009. En om dan in het Duitse wereldje te blijven, nu we daar toch mee bezig zijn; Rammstein. My all time favorite. Heerlijke ruige rock, gecombineerd met de Duitse taal en een stel opgeschoten artiesten maakt een gorte pap van hier tot ginter… Met hun nieuwe album blijven zij de heerlijke new age rock sound voortzetten. Hoewel veel mensen zeggen dat hun nummers op elkaar
Slang & Shizzle Jaargang 8, nummer 1
lijken, waarschijnlijk omdat het allemaal in het Duits is, ben ik van mening dat Rammstein een hoogstandje is binnen de rockwereld. De combinatie van synthesizers en instrumenten, sound-effects en de heerlijke rock achtige stemmen (luister voornamelijk Rammlied en Weidmanns Heil) maken een bombastisch geluid. Een puntje van kritiek is wel dat er op veel van de nummers op dit album op safe gespeeld wordt (Ich Tu Dir Weh). Doch, luisteren! Es ist urcool! De Jeugd van Tegenwoordig – Machine 2008. Machine van dJvT is een werkelijk hiphop hoogstandje. De hilarische hip-hop/rap groep doet hun naam eer aan doormiddel van dit album. Met nummers als Buma in mijn Zak, Deze Donkere Jongen komt zo hard en Centje Centje, komen dJvT hard aan. Het geweldig gebruik van slang maakt de lyrics des te hilarischer. Wil je nou echt de Nederlandstalige muziekwereld steunen, koop dan het plaatje van dJvT.
20
Vraag
het een fossiel
Door: Sanne te Kulve Waar komen de kleuren roze en geel bij SGS vandaan en waarom gebruiken deze nog steeds? Een vraag die menig eerstejaars zich toch af moet vragen. Zelfs de fossielen erkennen dat roze en geel misschien niet de meest voor de hand liggende kleuren zijn voor een faculteitsvereniging. Een relevante vraag dus, waar iedereen wat aan heeft! Over de oorsprong van de SGSkleuren bestaan twee mythes. Een belangrijk ingrediënt van SGS, misschien tijdens de oprichting zelfs wel de essentie, is bier. Bij de stamkroeg, in het buitenland, na de ouderdag, op een feestje (met name op het Vul je Pul): bier is een terugkerende constante factor. Hieruit vloeit (om maar in biertermen te blijven) logisch voort dat de hoofdkleur in het SGS-logo geel is. Wat doen die roze rondjes daar dan? Nou, lieve kinderen, het antwoord is even simpel als eenvoudig. Na je middelbare schooltijd breekt er namelijk ergens een periode aan waarin je niet meer kunt zuipen totdat je erbij neervalt, zonder dat je daar de volgende ochtend de consequenties van ondervindt. De roze rondjes staan dan ook gewoon voor de ibuprofen die je de the morning after nodig hebt om de kater iewat te verzachten. En dit is de eerste mythe die het geel met roze bolletjes’ logo moet verklaren. Maar we hebben er nog één! Voor de tweede mythe duiken we de jaren 80 in. Als reactie op de strenge en empirische paradigma’s die in deze tijd binnen de Faculteit der Sociale Wetenschappen heersten zochten de oprichters van SGS hun heil in meer alternatieve benaderingen en werden
fanatieke aanhangers van de kleurentherapie. “Kleuren inspireren en oefenen een grote invloed uit op lichaam en geest” aldus deze SGS-ers van het eerste uur. SGS is op 15 januari 1986 dan ook opgericht als vereniging met als doel het brengen van een vrolijke, opgewekte, ontspannen en warme sfeer (het SGSgevoel) binnen de faculteit. En daar lenen de kleuren geel en roze (in kleurentherapie magenta genoemd) zich maar al te goed. Geel maakt immers vrolijk en opgewekt. Het is het symbool van de zon en lost spanningen op. Geel geeft een onbezorgd vrij levensgevoel en dit heeft een gunstige uitwerking op het humeur. En alsof dat nog niet genoeg is houdt geel ons alert en stimuleert het de creatieve expressie. Ook roze (magenta) sluit goed aan bij de grondprincipes van SGS, het leidt tot diepe ontspanning en geeft een aangenaam warm gevoel. Roze licht maakt ook dat we ons behaaglijk voelen, het zorgt voor rust van binnenuit, het omringt ons met een bijna slaperige atmosfeer, ideaal om bij weg te dromen. En is er een groter warm bad om in onder gedompeld te worden dan de SGS-kamer? Met z’n comfortabele banken, attente, lieve leden en goede koffie? Hoewel de huidige SGS-ers zich bezigen met aardse dingen (ja, waaronder bier drinken), de SGS-ers uit het geboortejaar van vele SGSers anno 2009 kenden slechts één activiteit en dat was kleurentherapie. Het bestuur indoctrineerde de SGS-ers met urenlange kleurenspectrumsessies. De leden werden voor groten vellen geel en roze papier gezet om zo te warmen. Deze activiteit was uitermate populair, met genoegen zaten de leden in stilte voor vellen papier en ontspanden zich terwijl ze zich vulden met warmte en innerlijke rust. Na enig experimenteren bleken de gele vellen met roze stippen het meest effectieve
StudentenGroepSocialewetenschappen
21
therapiemiddel te zijn, vandaar dat dit nog terug te vinden is het logo van SGS. Niemand weet waarom de kleurentherapie plaats heeft gemaakt voor meer aardse activiteiten. Een bijna zo groot raadsel is waarom de kleuren nooit zijn veranderd. Herkenbaarheid zou de PR-coordinatoren hebben kunnen doen besluiten de kleuren te hanteren, maar heel wellicht speelt ook wel een vlaag van weemoed naar de kleurentheraptie-activiteiten mee en verlangen hectische bestuursleden terug naar de tijden waar onstpanning aan de orde van de dag was. Of is het gewoon een gebrek aan creativiteit? In dat geval moet de PR-coordinator eens voor een groot geel vel worden gezet!
Slang & Shizzle Jaargang 8, nummer 1
22
Taal [gesponsord door Coca-Cola]
Door: Stijn & Robbert Een tijd geleden werd ons gevraagd een stuk te schrijven over taal. Enigszins verbouwereerd over dit vreemde verzoek besloten wij de uitdaging aan te gaan. Wij verdiepten ons in Taal en kwamen als een veranderd stel mannen terug. Taal is een nieuwe wereld voor ons, een steppe zonder gebaande paden, een ontdekkingsreis door oude culturen, het verre verleden en in vergetelheid badende teksten. We doken onze neuzen in de kut die, vrij vertaald, idioom heet en we beften moedertje cultuur lang en hard in haar baffer om jullie een verslag hiervan te brengen. Inmiddels zijn wij dolenthousiast over de ons toegekomen empirische impressie. Deze bevindingen delen we maar al te graag met jullie. Allereerst, het begin van Taal. Taal vindt zijn oorsprong in India, een land in Zuid-Azië met de op één na grootste populatie ter wereld. Men zou denken dat met zo een groot publiek Taal gretig aftrek zou vinden, maar niets is minder waar. Men moet niet denken dat Taal het land van de rolladepiemels met groot trompetgeschetter binnenviel. Een magere en bescheiden receptie viel Taal ten dele. Echter! [Coca-Cola] De vernederende respons die Taal in zijn geboortegrond, edoch afschuwelijk, te verduren kreeg werd geconverteerd in een vriendelijke, ferme handdruk overzees. Iets wat zijn broertjes en zusjes nimmer gelukt was. Want met een opbrengst van 1970042.23 was de Taal, op zijn zachtst gezegd, een succes in de andere continenten die onze planeet rijk is. Dit succes heeft, ons inziens, een groot deel te danken aan de toegepaste muziek. Een
verwijtende wijsvinger zal ons ten dele komen als de namen A. R. Rahman en Subhash Ghai niet in dit schrijven vermeld worden en dienen hierbij dus genoemd te worden. Bij deze. Door de ontwikkelingen die op dat moment plaats hadden gevonden in de niet Indische landen, genoot Taal een gemakkelijke distributie. Maar door de onduidelijkheid waarmee de Taal in die tijd werd gehanteerd: een combinatie van het uit Sanskriet afkomstige Hindi en de Fellini-esque en bijna Kafkaiaanse sfeer die het bezielde, werden er al rap aanpassingen gemaakt zodat zij beter zou passen bij de lokale bevolking. De dans en muziek bleven een onafscheidelijk onderdeel. Maar wat maakt het nou dat Taal zo een vaste en onontkoombare positie in de hedendaagse wereld heeft geconfisqueerd? We distantiëren ons niet ver van redelijkheid als gezegd wordt dat sinds de kennismaking met Taal, deze is uitgegroeid tot een niet meer uit het straatbeeld te denken fenomeen. Allereerst kan gezegd worden dat doordat de gehanteerde diversiteit die vrijwel eeuwig lijkt voort te duren en onbeperkt te zijn, Taal een fenomeen is wat ieder mens wat biedt. Voor ieder wat wils. Daarnaast is de oriëntaalse sfeer die occasioneel aan Taal hangt een broedplaats voor interesse en interactie gebleken. Keerzijde is echter dat, hoewel ver ontwikkeld sinds het Sanskriet en de Indische geboortegrond, Taal zo nu en dan moeilijk te bevatten blijft. U vraagt: “Is taal leuk?” Antwoord: “Leuk? Zeker.” “Maar is Taal interessant?” Antwoord: Een harde doch rechtvaardige “Neen”. Enkel voor partijen en fuiven op de achtergrond of als men een
StudentenGroepSocialewetenschappen
23
lekker Indisch wijf aan de haak wil slaan. Wij hopen inmiddels duidelijk gemaakt te hebben dat het verhaal van Taal een bijzondere is, welke door velen ontzaglijk en ontegenzeggelijk licht opgevat wordt. Het verhaal zit vol intriges en dramatische ontwikkelingen, welke zich uiten in voelbaar visuele explosies van emoties. Wij durven te stellen, we volgen het niet. Een volledige bestudering van Taal zou uiteraard te veel tijd kosten en de Taal is bij dit onderzoek slechts in delen bekeken. Weinig meer dan een synopsis van de Taal kregen wij mee, aan de inhoud van dit stuk kan daarom geen of weinig feitelijke betekenis gehecht worden. Tot slot raden wij iedereen aan Taal met de eigen ogen te bekijken. Google Video daarvoor “Taal Online”. De eerste hit, is de juiste. Gegroet, Stijn Sadée en Robbert Maas
Slang & Shizzle Jaargang 8, nummer 1
24
Uit
het leven gegrepen
... ‘ Wat is je stopwoordje?’ Door: Sanne te Kulve Rosemarie, (Pedagogiek, 20): ‘Eh? Oké?’ Sean (Psychologie, 23): ‘Ik hou niet van stopwoordjes!’ Rosemarie: ‘Ik eigenlijk ook niet!’ Sean: ‘Mijn stopwoordje is dan wel: “Oh well”’ Rosemarie: ‘Oh weetje wat mijn eigenlijke stopwoordje is: “Ja, maar”’ Floor (ASW, 22) : ‘Ik weet het stopwoordje van Alcmaeon: “Lelijk!!” ‘En die van mij is “Fiiies!” Violet (ASW, 21): ‘Waardeloos, of prachtig.’ Ingrid (ASW, 22): ‘Oh, sorry hoor!’
StudentenGroepSocialewetenschappen
25
Bericht
uit de
Uitje naar het SJU-huis Woensdag 11 november was het zover, alweer het tweede uitje van de Kunst en Cultuurcommissie van het jaar. Na een Nederlandse filmavond die –ondanks ons enthousiasme- niet heel erg druk bezocht was, werd het nu tijd voor een andere ‘cultural bite’. En die bracht ons naar het SJU-huis op de Varkensmarkt waar jazz- en popstudenten van Het Utrechts Conservatorium 2x per maand hun kunsten vertonen.
Commissies: (volgens Stephen de laatste, volgens mij de eerste). Hierna kwamen er twee groepjes inclusief nachtegaaltje waarvan degene op onderstaande foto toch echt favoriet was bij ons (“Ja jemig, moest ze nu echt zo met haar haar zwaaien? Ze lijkt Yolanthe wel! Nee, die vorige blonde vond ik véél leuker. ”) Haar hartverwarmende stem deed denken aan krakende, koude winters, waarbij de ijsbloemen de ramen sieren. En dan het gezelschap van een warme kop thee/chocomelk/glühwein terwijl je kijkt naar een knetterende open haard op een schapenvelletje. Zucht… Na enige research on the web blijkt ze Merel Koman te heetten en ze blijkt vaker op te treden onder de noemer ‘Merel Koman & Friends’. Dit even voor degenen die haar nog eens willen opzoeken. Nieuwsgierig geraakt? Elke tweede woensdag van de maand is het podium van de SJU gereserveerd voor nieuw Utrechts jazztalent, genaamd The Jazz Benjamins. Kijk voor meer informatie op http://www.sjujazz.nl.
In een intieme sfeer die werd getypeerd als het ‘tussen-de-schuifdeuren-gevoel’ zaten wij nog even uit te buiken van die kolossale Shaggadelic-burger die velen baas hadden gemaakt bij Stairway to Heaven. Niks lekkerder dan na een Commissie-etentje op een stoel te ploffen met een biertje en te kijken hoe muzikaal talent door de zaal krioelt. Het kleinschalige podiumpje waar we uitermate goed zicht op hadden vanaf de zijkant werd gevuld door Een dikke pakkerd, microfoons, gitaarstandaards en bladmuziek. En dan natuurlijk de aanwezigheid van de klassiekers op instrumentaal gebied, de Lieneke bass-gitaar, de akoestische gitaar en piano. Maar ook de Peruaanse Cajón (holle kast die als handtrommel dient met metalen snaren erin) en de samba-eitjes mochten niet ontbreken. En degene die bij de eerste paar nummers gemist werd, maar later gelukkig zijn intrede deed: de saxofoon! Het eerste groepje speelde instrumentaal, dat wil zeggen, muziek zonder zang. Dit muzikale clubje speelde een prachtige vertolking van een nummer van Radiohead. Of het nu Karma Police of Paranoid Android was, dat is even verzonken in de herinnering
Slang & Shizzle Jaargang 8, nummer 1
26
Gedeeltelijke dag-cie Door: Alexander te Kiefte Bij de vraag of ik deze keer een stukje voor de NieuwSGS wilde schrijven, had ik aanvankelijk mijn twijfels. Echter zie ik hier toch een podium om een groot publiek te bereiken, dus noteer: Je hebt niks verkeerd tegen me gezegd in de Witte Ballons, ik neem het je niet kwalijk dat je geen tijd had voor een praatje anderhalve week terug en nee, er is niks, jij zeurt! Ik ben geen ochtendmens. Punt. Komma: Hoewel ik mezelf bereid acht aan te passen aan algemene normen (vergeet waarden), ligt de schuld voor dit probleem niet bij mij. Eenmaal per etmaal zit de wereld gewoon een versnelling hoger dan ik. Sterker nog, ik sta nog in de vrij. Niet dat ik chagrijnig ben in deze onmenselijke uren, ‘beperkt aanspreekbaar’ lijkt me een betere benaming. Het enige wat mij in mijn beroerde opstart-modus wel echt kan doen crashen zijn van die zelfbenoemde ochtend mensen. ‘Kom-op-het-is-mooi-weer’ en ‘neem-eenkoude-douche’ zijn opmerkingen die mij doen filosoferen over vraagstukken die een balans zoeken tussen fysiek lijden en verlossing. Nu weet ik dat dit wellicht wat hard en cru klinkt. Maar mensen die mijn extreme moeite om op te staan willen belonen met een koude douche hebben, en verdienen, geen waardig leven. Daarnaast zijn dit soort mensen ook nog eens uiterst onbetrouwbaar. Mensen die ’s ochtends een koude douche nemen, liegen de rest van de dag ook. Ik verdenk ze er namelijk allemaal van, zonder uitzondering, dat ze die populaire suggestie nog nooit zelf hebben gerealiseerd. Gelukkig is er op dit soort momenten
altijd een toevluchtsoord waar je onopvallend op kunt gaan tussen gelijkgestemden. Rond 11 uur strompelen de eerste slachtoffers van de roostermakers de SGS kamer binnen. Een zeer onproductieve werkgroep wordt verdrongen door het kijken naar posters van al lang verstreken activiteiten en proberen te begrijpen wat er zich nu weer afspeelt op de foto van de maand. Dit alles onder het genot van een koekje, een tosti en een kop koffie. Met als enige nadeel in dit verhaal dat er absoluut geen sprake is van koffie. Nu heb ik zelf totaal geen recht van spreken. Door mijn waanzinnige ochtendplanning moet ik mij altijd beroepen op kant en klare koffie ‘pads’ en ‘cups’ die mijn leven weer enigszins op de rails moeten zetten. Maar de onbeschaamde ontkenning van verantwoordelijkheid voor wie vandaag de naam ‘koffie’ weer kansloos vertroebeld heeft, raakt mij diep.
Soms wordt er nog wel eens een schuldige gevonden. Als deze geconfronteerd wordt met de vraag waarom de koffie vandaag dan weer naar thee smaakt, verdedigd deze zich met gegronde argumenten als ‘ik ben bij het scheppen de tel kwijt geraakt’. Maar dit miskleunen valt het huidige bestuur niet aan te reken. Koffie zetten blijkt ieder jaar een terugkerend probleem te zijn. Zes nieuwe bestuursleden lijken hun opgedane communicatievaardigheden niet te willen verspillen aan een degelijk overleg hoe dat oude koffiezetapparaat nu behandeld dient te worden. Gelukkig trekt dit door het jaar geleidelijk bij, met als eindresultaat een
StudentenGroepSocialewetenschappen
27
heerlijke kop SGS-koffie waar alleen een crema-laagje nog aan ontbreekt. Helaas is dit altijd aan de voorochtend van de volgende wissel-ALV. Dus ik stel voor dat er een meerjaren commissie in het leven wordt geroepen, die het koffiezetten tot in de puntjes zal perfectioneren. Een commissie die de taak van het koffiezetten meerdere jaren, trouw en liefdevol op zich zal nemen. Een commissie die de kunst van het koffiezetten met een gepaste lift-commissie-geheimhoudings-plicht zal overdragen aan een streng geselecteerde opvolger. Vanwege de redenen die ik in de eerste alinea’s beschrijf kan ik persoonlijk niet deelnemen aan deze ochtendcommissie. Maar de inschrijflijst hangt in de kamer! Mensen die mij beter kennen zullen weten dat ik niet veel meen van mijn bovenstaande tirade van ergernissen. Maar ik kan niet ontkennen dat ik de ironie van mijn rol als Dagcommissie-Lid inzie, aangezien grootse moeite heb met een aanzienlijk deel van deze dag. Gelukkig vinden de meeste van deze activiteiten in de avond plaats. Bowlen, laserquesten en schaatsen zijn de revue al gepasseerd. En met een zeer fanatieke, gezellige en begripvolle (geen vergaderingen in de ochtend) commissie verwacht ik dat er nog veel activiteiten zullen worden georganiseerd. Tot nu toe heb ik een soort middeleeuws inquisitie spelletje met eerder genoemde ochtendmensen nog niet door de commissie gekregen, maar voor meer genuanceerde activiteiten: Houd de agenda in de gaten!
Slang & Shizzle Jaargang 8, nummer 1
28
SGS Agenda
9-12-2009 Sinterklaas (ASW- & Internationale Commissie) | 10-12-2009 Kamerborrel | 15-12-2009 Kerststukken maken (Kunst- & Cultuurcommissie) | 17-12-2009 Kerstdiner (Kookcommissie) | 18-12-2009 Raadsvergadering | 18-12-2009 Bestuursfamiliedag |
| 19-12-2009 t/m 02-01-2010 Kamer gesloten (kerstvakantie) | 14-01-2010 Nieuwjaarsborrel | 18-01-2010 Parlo | 27-01-2010 Jan Dirk de Jong (Spreker) | 27-01-2010 SGS-Feest | 16-02-2010 ALV (en Floor is Jarig)
Volgende keer in de NieuwSGS... Olympische Winterspelen......
StudentenGroepSocialewetenschappen
29
Zoek
de verschillen!
Slang & Shizzle Jaargang 8, nummer 1
30
De
Stamkroeg
Eens in de twee weken op maandagavond is het feest in de Witte Ballons (Lijnmarkt 12). Dan is het namelijk SGS Stamkroegavond! Een supergoede manier om de week te beginnen. Ook zijn we er regelmatig te vinden na SGS activiteiten zoals ALVs en Parlo’s.