NIJGH CUISINE & ATELIER ZOMER 2023
Alex van der Hulst
Anne Janssens
Hanneke Hendrix
Nynke de Jong
Onno Kleyn
Raghenie Bhawanie
Sylvia Witteman
Vanja van der Leeden
Yvette van Boven
Alex van der Hulst
Anne Janssens
Hanneke Hendrix
Nynke de Jong
Onno Kleyn
Raghenie Bhawanie
Sylvia Witteman
Vanja van der Leeden
Yvette van Boven
COLUMNISTE VOOR ONDER
MEER HET LANDELIJKE
DAGBLAD DE VOLKSKRANT .
NA EERDERE VERBLIJVEN IN MOSKOU, BERLIJN, DEN HAAG
EN WASHINGTON WOONT
EN WERKT ZE NU MET HAAR
GEZIN IN AMSTERDAM.
SYLVIA SCHREEF JAREN-
LANG EEN WEKELIJKSE
KOOKCOLUMN IN DE
RECEPTENRUBRIEK ‘DE
VOLKSKEUKEN’ IN DE
VOLKSKRANT EN PUBLICEERDE
SUCCESVOLLE KOOKBOEKEN,
WAARONDER ARMELUISETEN
EN KOKEN MET SYLVIA
WITTEMAN .
Wanneer begon je zelf verder te kijken dan aardappelenvlees-groente?
Als kind was ik al dol op lekker eten. Mijn moeder kookte meestal een avg-tje, ze gaf (en geeft) niks om eten en koken vond ze niet leuk. Het was vaak andijvie met een slavink, of rodekool met een worstje. Mijn oma kookte wél lekker: gebraden kip met appelcompote, hamrolletjes in tomatensaus met champignons, voor mij was dat heel exotisch en bijzonder. We hadden thuis wel het Dagkookboek van Marianne Stuit, dat waren 365 recepten uit de Volkskrant, elke dag één, met de seizoenen mee. Ik bladerde vaak likkebaardend in dat kookboek en vroeg dan aan mijn moeder of ze een bepaald recept wilde maken. Soms deed ze dat. Ik herinner me met weemoed een gerecht dat ‘Zwitserse bonenschotel’ heette, een loodzware hap van witte bonen, rookworst, zure room en ei. Een feest, als we dat aten. Toen ik een jaar of twaalf was begon ik zelf ook te koken. Vooral knutselgerechten als lasagne, dat vond ik leuk om te doen en heel lekker.
of wat gaf je kookinspiratie?
De kookrubriek in de Volkskrant las ik elke dag. Als student had ik het Blue Band-basiskookboek. Dat kreeg je toen gratis bij een paar pakjes margarine. Daar stond toen nog in hoe je spaghetti moest eten; niet snijden, maar om je vork draaien. Al gauw kwam ik erachter dat het een prima kookboek was, als je overal maar de voorgeschreven margarine verving door roomboter. Dat was een openbaring. Ook kocht ik in de ramsj een exemplaar van Escoffiers Kookboek van de klassieke keuken, een dikke pil, die ik helemaal heb stukgelezen.
Wat is je grootste keukengeheim en naar welk gerecht keer je altijd terug?
Ik heb altijd citroenen bij de hand. Bijna alles wordt lekkerder met een beetje citroensap, en ook de geraspte schil maakt veel gerechten op een tikje mysterieuze wijze een stuk interessanter en chiquer. Daarnaast gebruik ik bijna overal vissaus in, dat verdiept de smaak zonder een zweem van vissigheid. Qua gerecht keer ik altijd weer terug naar stoofvlees. Het blijft een wonder hoe zo’n taaie lap vlees met een paar uurtjes geduld in zo’n smeltend zachte lekkernij verandert.
In mijn jeugd heerste er over rijst een opmerkelijk misverstand: die moest droog zijn, met losse korrels. Dat effect bereikte je met Lassie Toverrijst, die trouwens nog steeds bestaat. Die droge, losse korrels smaakten naar niets, en de structuur was... droog en los. De korrels vielen van je vork, tenzij je er een hoop saus overheen gooide, wat de meeste mensen dan ook deden. Mijn moeder niet, trouwens. Die had het geloof ik niet zo op saus.
Ieder mens verdient een rijstkoker. Zo’n ding kost 20 euro en het is werkelijk een feest.
De afhaal-/bezorgchinees/-thai/-indiër geeft altijd VEEL TE VEEL witte rijst. Meestal blijven er hele bakken over. Die kun je de volgende dag opbakken, of in de vriezer schuiven voor barre tijden.
Als begeleiding van de avondmaaltijd (de Sättigungsbeilage, verzadigingsbijlage, zoals de Oost-Duitsers de koolhydraat-component van de maaltijd ook alweer zo droog noemden) vonden mijn broertje, zusje en ik er dus niet veel aan. We bewaarden de rijst daarom liever voor het toetje: dan mochten we er boter, suiker en kaneel door roeren. Daarmee kon je je goed volmetselen en het was heerlijk. In de jaren 70 gebeurde er iets vreselijks. Mijn moeder, bevangen door reformideeën, schakelde over op bruine rijst. Dat was gezonder, heette het. Vrijwel wekelijks kregen we een door haar bedacht, ‘hukkie smukkie’ genaamd gerecht, waarin de bruine rijst met rul gehakt en seizoensgroente dooreen werd geroerd. Een tragische, zompige variant van nasi. Ik vond het nog best lekker ook, want we waren weinig gewend. Maar met de witte rijst met boter, suiker en kaneel was het afgelopen, en dat verdroot me zeer. Toen ik begin jaren 80 het huis uit ging had rijst voor mij afgedaan. Er bestond inmiddels pasta, dus wat zou je nog tobben? Pasta was lekker, goedkoop en het mislukte nooit. Pas veel later, toen er een zekere pastamoeheid over de wereld neerdaalde, ben ik rijst 13 weer gaan waarderen. Maar geen droge, losse korrels. Die wil ik nooit meer eten. En ook voor boter, suiker en kaneel zijn betere landingsba-
nen te vinden dan rijst. Basmatirijst, die is lekker. Niet droog, los en saai, maar zacht, veerkrachtig en een klein beetje kleverig. Ieder mens verdient een rijstkoker. Zo’n ding kost 20 euro en het is werkelijk een feest. Er zit een maatbekertje bij dat je onmiddellijk kwijtraakt, maar dat maakt niet uit. Je giet water bij de rijst tot het één vingerkootje boven de rijst staat en dan komt het vanzelf goed. Rijst is zelfs een van de weinige spijzen waarbij het geen ramp is als je het zout vergeet. Probeer dat eens met pasta: als je die kookt in ongezouten water is het werkelijk niet te vreten, al strooi je er na het afgieten nóg zoveel zout over. Rijst maak je altijd veel te veel. Niet alleen omdat je geen idee hebt hoe enorm de korrels uitzetten, maar ook expres, omdat je dan de volgende dag gebakken rijst kunt maken, een van de lekkerste en goedkoopste gerechten die er bestaan. Zelfs als je nooit rijst kookt, omdat je daar te lui voor bent, kun je nog gebakken rijst eten. De afhaal-/bezorg-chinees/-thai/-indiër geeft altijd veel te veel witte rijst. Meestal blijven er hele bakken over. Die kun je de volgende dag opbakken, of in de vriezer schuiven voor barre tijden. Nasi of gebakken rijst kún je niet eens maken van versgekookte, nog warme rijst. Dan wordt het niet krokant met bruine korstjes. Dus oude, koude rijst is je beste vriend.
Dichten is net als koken: ‘je pleurt maar wat in de pan / als je koken kan,’ aldus Riekus Waskowksy. Dat is zeer waar. Sylvia Witteman groeide op als gefrustreerde lekkerbek in het culinaire vacuüm van een gezin waar voornamelijk aardappelen, groente en vlees op tafel kwamen. Desondanks, of juist daardoor, ontwikkelde ze een grote liefde voor koken en eten, die nog verder werd aangewakkerd tijdens haar arme studententijd en haar verblijf in diverse buitenlanden.
Als autodidact leerde ze met vallen, opstaan en veel improvi seren de fijne kneepjes van echt lekker koken, zonder flauwekul. Dat leidde via een kookrubriek in laire kookboeken, zoals eten. In dit nieuwe kookboek legt Witteman op de haar bekende humoristische ‘no nonsense’-manier aan elke beginner uit waar het nu eigenlijk om gaat in de keuken, en vooral: hoe het moet. Begrijpelijk voor iedereen, van de prille student-op-kamers tot de pas gescheiden pensionado die zich opeens in zijn eentje achter het fornuis staat af te vragen: ‘Kóókt dit water?’
• Te gast in podcasts en radioprogramma’s, interviews en recensies zowel in print als online
• 173.000 volgers op Twitter
• Affiches voor de boekhandel op aanvraag
• Van Koken met Sylvia Witteman werden 20.000 exemplaren verkocht
Yvette van Boven is culinair schrijver, illustrator en tv-presentator. Ze schreef talloze succesvolle kookboeken –zoals Home Made, Home Sweet Home, Home Made Basics en Van Boven in het wild – die zijn vertaald in het Engels, Frans, Spaans en Duits. Tot drie keer toe won ze de Gouden Kookboek-verkiezing. Naast haar boeken is Yvette ook bekend van de tv-programma’s De streken van Van Boven en Koken met Van Boven, haar wekelijkse rubriek in Libelle en Volkskrant Magazine en de culinaire podcast Etenstijd! die ze co-host met Teun van de Keuken. De illustraties en vormgeving van haar boeken ontwerpt Yvette zelf. Haar man Oof Verschuren maakte de prachtige foto’s.
Elk weekend kookt Yvette van Boven een gerecht voor Volkskrant Magazine
vis en héél af en toe een verdwaald stukje vlees, of juist een hartig of zoet baksel – net waar ze zin in heeft, als de ingrediënten ervoor maar in het seizoen zijn. Verwacht dus geen verse tomaten of aardbeien in de winter, maar wél een verrassende bereiding van kool, spruiten of knolselderij. Ze probeert altijd gerechten klaar te maken die voor iedereen te bereiden zijn, met niet al te veel poespas maar toch net even anders dan anders. Zo leert u dat alledaagse ingrediënten vele – misschien voor u zelfs onbekende! – bereidingswijzen hebben.
Elk recept is vergezeld van een column: een sfeerbeeld, kleine observatie of een kort verhaal uit het leven van Yvette zelf. Zo krijgt u meteen zin in het recept op de naast gelegen bladzijde. Daarnaast is ieder recept voorzien van een opmaaktip, want Yvette gooit natuurlijk nooit iets weg. Van elk restje valt iets nieuws te maken. Ze probeert de lezer altijd te verrassen met een nieuwe vondst. Zo wordt u vanzelf een betere kok.
• Meer dan 95 procent vegetarische recepten
• Betaalde socialmediacampagne
• 74.000 volgers op Instagram
• Nieuw boek van de winnaar van het Gouden Kookboek 2022
Onno Kleyn is een zeer bekend wijnen culinair journalist; hij schrijft sinds 2005 de zaterdagse wijnrubriek in Volkskrant Magazine en heeft meer dan veertig boektitels op zijn naam staan.
© simon van boxtelWijn is een toverdrank, elke fles een verhaal geschreven in vloeibaarheid. Een glas is al voldoende om je mee te nemen op reis naar andere streken, naar herinneringen en toekomst dromen, naar betere seizoenen.
Dit boek is het verslag van een tocht door het leven, van Onno Kleyns kennismaking met Europese wijnen tot een idee van waar de toekomst van wijn heen gaat. Verhalen, anekdotes en belevenissen staan erin, maar ook veel informatie; als je niet uitkijkt steek je er nog wat van op ook. Hij melangeert filosofie, overwegingen en informatie tot een uiterst smakelijk geheel.
‘Kleyn is een verhalenverteller pur sang. Goed gedocumenteerd – uiteraard – maar bovenal smakelijk gebracht, met humor, oog voor detail en drama.’
– Bram Hahn in Elsevier Weekblad
• Besprekingen in dag-, week- en maandbladen
• Wijnproeverijen door het hele land
• Boektrailer beschikbaar
Raghenie Bhawanie is culinair schrijver en communicatiestrateeg. Ze schrijft columns voor Het Parool over kleine eetavonturen in de grote stad en maakt receptfilmpjes op Instagram (@raghenieb). Haar zoektocht naar snelle, simpele en lekkere recepten met smaken die haar vertrouwd zijn, bracht haar terug naar Suriname, het land waar haar ouders zijn geboren en getogen. Daar leerde zij onder meer (eeuwenoude) kooktechnieken, over het gebruik van groenten en kruiden en het combineren van onalledaagse
Surinaamse ingrediënten van de verschillende bevolkingsgroepen en stilde haar nieuwsgierigheid naar de groenten die het land rijk is. Thuis ontwikkelt zij recepten met Surinaamse smaken en Hollandse groenten of experimenteert zij erop los met alles wat maar groen is uit de Surinaamse toko.
Madame jeanette zal de manier waarop je denkt over Suri naams eten voor altijd veranderen. Want wie zegt dat vlees en vis altijd hoofdonderdeel van lekker Surinaams eten moeten zijn? Raghenie’s vernieuwende maar eenvoudige groenterecepten zijn snel klaar, simpel te bereiden en hebben pit. In dit kookboek ontdek je de culinaire fundamenten van de smeltkroes die de Surinaamse keuken is. Maak een deep dive in de Hindoestaanse, Creoolse, Javaanse en Chinese invloeden die de Surinaamse keuken kleur geven, met als verbindende factor de door elke Surinamer geliefde madame jeanette. Raghenie legt aan de hand van verhalen, ingrediënten en recepten van de bekendste Surinaamse gerechten – onder meer roti, saoto, tjauw min moksi en bruine bonen met rijst – uit hoe de smaken van de verschillende keukens zijn opgebouwd. Om vervolgens Surinaamse groenten de glansrol te geven die zij verdienen en nieuwe recepten te delen met lokale, Hollandse groenten die perfect samengaan met de verschillende smaakprofielen die Suriname rijk is.
‘Je kunt niet om het enthousiasme van Raghenie heen. Vol energie vertelt ze op een moderne wijze over de Surinaamse keuken in de rubriek “De tafel van vier” in Het Parool. Gretig, onomwonden en opgetogen schrijft ze hoe je een uitzonderlijk en niet al te moeilijk gerecht maakt. Raghenie is een verfrissende nieuwkomer in de wereld van de kookboeken.’
– Judith Zilversmit• Grote pr- en onlinecampagne
• Serie columns op Foodiesmagazine.nl
• Uitgebreide aandacht in Het Parool
• Samenwerking met prominente Surinaamse ambassadeurs
Uitgebreide en herziene uitgave van het succesvolle
Het grote vakantie-doeboek voor uitgebluste ouders. Met nog meer leesplezier, spelletjes en andere manieren om je kinderen nog wat langer te kunnen negeren en me-time te pakken.
‘Zoek je uitdaging of wil je juist iets makkelijks voor doordeweeks?
Allebei vind je in De buitenkeuken. Stiekem zouden we het al kopen voor de verhalen en fotografie, de heerlijke recepten zijn een mooie bonus.’
‘Behalve theoretische uitleg – helderder dan in eender welk boek dat ik hier al over las – bundelen Mariën en Groenewold toegankelijke maar slimme recepten voor bereidingen die nu eens doordeweeks en dan weer feestelijk zijn.’
– De Standaard
auteur eke mariën en jan groenewold fotografie saskia van osnabrugge vormgeving tijs koelemeijer
uitvoering gebonden, 21,5 x 26 cm omvang 288 pagina’s verschijnt reeds verschenen
isbn 978 90 388 0595 5 nur 440
‘Van mozzarella langs de snelweg naar Caserta tot everzwijnen jagen in Toscane. Mijn jaren in Italië hebben mijn kookstijl voor altijd beïnvloed. In dit boek laat ik de Italiaanse keuken zien vanuit mijn perspectief. Daarnaast kook ik met Italiaanse chefs die tradities tegen het licht durven houden. Die net als ik de ambitie hebben om die fantastische keuken alive, maar vooral kicking te houden. Italopop is een boek vol smakelijke verhalen en verrassend en vernieuwend Italiaans comfortfood.’
– Vanja van der LeedenMei
Code Noir
Herbal heroines
Het grote vakantie-doeboek
voor uitgebluste ouders
Noedels
Juni Jaarrond
Augustus Eten!
Madame jeanette
September
Wijn van Kleyn
November
Italopop
Weteringschans 259 1017 XJ Amsterdam publiciteit@nijghenvanditmar.nl www.nijghenvanditmar.nl
UITGEVER
Miriam Brunsveld
020 76 07 210 m.brunsveld@nijghenvanditmar.nl
SALESMANAGER
Jesse Hoek 020 76 07 210 j.hoek@singeluitgeverijen.nl
MARKETINGMANAGER
Nienke Faber 020 76 07 210 n.faber@singeluitgeverijen.nl
VERTEGENWOORDIGERS
Nandi Penning 06 15 23 95 60 n.penning@singeluitgeverijen.nl
Willem Verduijn 06 50 68 51 97 w.verduijn@singeluitgeverijen.nl
PUBLICITEIT 020 76 07 210 publiciteit@nijghenvanditmar.nl
VERKOOP BINNENDIENST 020 76 07 222 verkoop@singeluitgeverijen.nl
AANVRAGEN RECENSIEEXEMPLAREN & BEELDMATERIAAL 020 76 07 210 publiciteit@nijghenvanditmar.nl
VERKOOP & MARKETING
VLAANDEREN
L&M BOOKS
Hessenstraatje 3 bus 6 2000 Antwerpen
www.lmbooks.be
Marc Grossen marc@lmbooks.be
+32 472 98 01 02
Ilse Schollaert
ilse@lmbooks.be
+32 474 34 81 07
PERS & PROMOTIE
VLAANDEREN
L&M BOOKS BVBA
Inge Janssens
inge@lmbooks.be
+32 497 42 14 42
Karen Hoorelbeke
Karen@lmbooks.be
+32 477 68 37 14