Vragenlijst professionelen voor nabestaanden

Page 1


Vragenlijst checklist professionelen GBO nabestaanden

Voorwoord

In kader van het Geïntegreerd Breed Onthaal gingen vier eerstelijnszones een traject rond de ondersteuning van nabestaanden. Elke eerstelijnszone nam een aspect op van het rouwgebeuren. In onze eerstelijnszone resulteerde dit in een checklist voor eerstelijnsmedewerkers die geconfronteerd worden met een persoon in rouw.

Wij mochten een boeiende weg gaan met een projectgroep samengesteld uit geëngageerde medewerkers uit ELZ Brugge, ELZ Bonstato, ELZ Grimbergen. Onze bevindingen werden afgetoetst bij een klankgroep van betrokkene en hulpverleners in allerlei organisaties in de eerstelijn. In een plaatselijke werkgroep werd met eerstelijnsmedewerkers uit onze regio vorm gegeven aan de checklist, met een bijzondere inbreng van een geëngageerd begrafenisondernemer en de hulp van de lotgenotengroep Contempo vzw. Hierdoor werd het resultaat vanuit verschillende perspectieven gevoed.

In die zin is het een houvast voor de hulpverlener, maar ook een uitnodiging en inspiratiebron om integrale en doelgerichte zorg te verlenen aan zijn medemens. Wij hopen via het project van geïntegreerd breed onthaal rond nabestaanden dat deze checklist in andere eerstelijnszones zijn navolging kent.

Kris De Koker

Voorzitter Eerstelijnszone Klein Brabant Vaartland

Hallo!

Welkom op onze interactieve vragenlijst voor zorg- en welzijnsprofessionals in onze Eerstelijnzone Klein-Brabant-Vaartland. Als resultaat van het project “GBO Nabestaanden” willen we je trachten de weg te wijzen in de zorg- en hulpverlening bij mensen die hun partner (of iemand in hun dichte nabijheid) hebben verloren door overlijden. Deze checklist heeft niet de ambitie om “volledig” te zijn. Tal van uitzonderlijke situaties zouden de checklist eindeloos lang en daardoor minder bruikbaar en werkzaam maken. Wij hebben er dan ook voor gekozen om de vragenlijst zo op te stellen dat hij antwoorden biedt op het overgrote deel van de situaties.

Wanneer je op onjuistheden botst binnen onze checklist, wanneer gegevens niet meer correct of accuraat zijn, mail dit dan naar stef.spiessens@puursam.be aub.

Stef Spiessens

Projectmedewerker - Geïntegreerd Breed Onthaal (GBO) ELZ Klein-Brabant-Vaartland

Deel 1

Het eerste deel van deze checklist gaat over wat we de “voor-zorg” zijn gaan noemen: een lijst van handelingen die gedaan kunnen worden vóór het overlijden. Het tijdstip is volledig afhankelijk van de persoon en de nabestaanden, dit kan jaren of maanden voor het overlijden plaatsvinden. Wij ijveren ervoor om deze zaken te overlopen met koppels op leeftijd en/of hun kinderen, al zeker als de persoon terminaal of palliatief is. Op die manier kunnen een aantal duidelijke afspraken samen met de persoon geofficialiseerd worden zodat er later geen discussie nodig is.

Deel 2

Het tweede deel van deze checklist noemen we “zorg”. Wat moet er gebeuren vanaf het overlijden van de partner tot ongeveer 4 à 6 maand later. Omdat dit het overgrote deel van de vragenlijst is, hebben we deze vragenlijst opgesplitst naar inhoud:

• Deel 2a: in dit deel nemen we zorg direct na het overlijden tot ongeveer één week na het overlijden en het regelen van de begrafenis.

• Deel 2b: hier nemen we het financiële luik met betrekking tot het overlijden in het vizier.

• Deel 2c: hier nemen we het administratieve luik onder de loep.

• Deel 2d: in dit deel staan we stil bij de nalatenschap.

• Deel 2e: in het laatste onderdeel overlopen we de ondersteuningsmogelijkheden in de thuiszorg.

Deel 3

Het derde deel van de checklist noemen we “na-zorg”. Wat moet er gebeuren 6 maand na het overlijden van de partner.

Deel 1

Voorzorg

Het eerste deel van deze checklist gaat over wat we de “voor-zorg” zijn gaan noemen: een lijst van handelingen die gedaan kunnen worden vóór het overlijden.

Het tijdstip is volledig afhankelijk van de persoon en de nabestaanden, dit kan jaren of maanden voor het overlijden plaatsvinden. Wij ijveren ervoor om deze zaken te overlopen met koppels op leeftijd en/of hun kinderen, al zeker als de persoon terminaal of palliatief is. Op die manier kunnen een aantal duidelijke afspraken samen met de persoon geofficialiseerd worden zodat er later geen discussie nodig is.

1. Is er een testament opgemaakt, moeten er voorafgaand schenkingen worden gedaan, is er een successieplanning?

• Neen: Laat contact opnemen met de notaris of geef bijkomende informatie op www.notaris.be/erven-schenken.

• Ja: ga naar 2

Ga naar 2

2. Is er voorafgaande zorgplanning afgesproken? Deze bestaat uit 5 onderdelen:

◊ de negatieve wilsverklaring

◊ de wilsverklaring euthanasie

◊ de verklaring inzake de wijze van teraardebestelling

◊ de verklaring voor donatie lichaamsmateriaal

◊ de lichaamsschenking aan de wetenschap.

De laatste wilbeschikking en orgaandonatie en wilsverklaring over euthanasie kan je gratis laten registreren bij de bevolkingsdienst van jouw gemeente:

◊ Bornem op link https://www.bornem.be/overlijden

◊ Puurs-Sint-Amands op link https://www.puurs-sint-amands.be/geboorte-en-overlijden

◊ Willebroek op link https://www.willebroek.be/nl/leven-reizen/overlijden

• Indien alle delen besproken/afgehandeld zijn: ga naar 8

• Indien op minstens 1 van de 5 onderdelen nog geen afspraken gemaakt zijn: verwijs door naar de website van LEIF.

Informeer met de folder van LEIFPLAN

Indien de persoon meer persoonlijke info wenst, verwijs dan door naar de huisarts, thuisverpleging of maatschappelijk werker (mutualiteiten, OCMW, CAW,...).

Ga naar 3

3. Is de negatieve wilsverklaring nodig/gewenst?

• Neen: ga naar 4

• Ja: vul samen met de persoon het formulier negatieve wilsverklaring in. Indien de persoon meer persoonlijke info wenst, verwijs dan door naar de huisarts, thuisverpleging of maatschappelijk werker (mutualiteiten, OCMW, CAW,...).

Ga naar 4

4. Is de wilsverklaring euthanasie nodig/gewenst?

• Neen: ga naar 5

• Ja: vul samen met de persoon het formulier wilsverklaring euthanasie in. Indien de persoon meer persoonlijke info wenst, verwijs dan door naar de huisarts, thuisverpleging of maatschappelijk werker (mutualiteiten, OCMW, CAW,...).

Ga naar 5

5. Is de verklaring inzake de wijze van teraardebestelling nodig/gewenst?

• Neen: ga naar 6

• Ja: vul samen met de persoon het formulier verklaring inzake de wijze van teraardebestelling in.

Ga naar 6

6. Is de verklaring voor orgaan-, weefsel- en celdonatie nodig/gewenst?

• Neen: ga naar 7

• Ja: vul samen met de persoon het formulier verklaring voor orgaan-, weefsel- en celdonatie in. Indien de persoon meer persoonlijke info wenst, verwijs dan door naar de huisarts, thuisverpleging of maatschappelijk werker (mutualiteiten, OCMW, CAW).

Ga naar 7

7. Wil de persoon zijn lichaam schenken aan de wetenschap?

• Neen, ga naar 8

• Ja : de persoon moet een universiteit kiezen en een handgeschreven document (een testament) op maken. Het is aangewezen om je voorafgaand te informeren bij de betreffende dienst van de universiteit.

Voor de lijst van te contacteren dienst zie de brochure p 19.

Ga naar 8

8. Is er palliatieve begeleiding nodig/opgestart?

• Neen, einde vragenlijst

• Ja. Neem contact op met Palliatief Netwerk Mechelen (Westzavelland 42, 2830 Willebroek, 015 41 33 31)

• Best in samenspraak met de huisarts en/of thuisverpleging.

Einde vragenlijst

Deel 2a Zorg

overlijden tot 1 week nadien

Het tweede deel van deze checklist noemen we “zorg”. Wat moet er gebeuren vanaf het overlijden van de dierbare tot ongeveer 4 à 6 maand later.

In Deel 2a nemen we zorg direct na het overlijden tot ongeveer 1 week later onder de loep. Het grootste deel van deze vragenlijst wordt automatisch geïnitialiseerd door de begrafenisondernemer of uitvaartmaatschappij.

1. Is het overlijden vastgesteld door een arts?

• Ja: ga naar 2

• Neen: contacteer de huisarts of de dokter van wacht op het overlijden te laten vaststellen.

• Wie onderneemt actie? De nabestaande of zijn omgeving.

• Wanneer? Zo snel mogelijk na het overlijden.

Ga naar 2

2. Is er een begrafenisondernemer gecontacteerd?

• Ja: overleg met de begrafenisondernemer, meestal worden punten 3 tot 15 door hen samen met de nabestaande en zijn omgeving afgesproken. Ga naar 3

• Neen: kies en contacteer een begrafenisondernemer.

• Wie onderneemt actie? De nabestaande of zijn omgeving.

• Wanneer? Wanneer het overlijden is vastgesteld door een arts.

Ga naar 3

3. Is er een laatste wilsbeschikking (= vrijwillige schriftelijke kennisgeving van wat er met het lichaam gebeurt na het overlijden)

• Ja: deze wordt opgevraagd door de begrafenisondernemer. Een deel van de volgende vragen is mogelijk beantwoord in de wilsbeschikking. Ga naar 4

• Wie onderneemt actie? De begrafenisondernemer contacteert de gemeente.

• Wanneer? In samenspraak met de begrafenisondernemer.

• Neen: ga naar 4

4. Blijft de overledene thuis opgebaard?

• Ja: maak afspraken met de begrafenisondernemer. Ga naar 5

• Neen: De begrafenisondernemer regelt de overbrenging en opbaring van de overledene.

• Wie onderneemt actie? De begrafenisondernemer.

• Wanneer? Wanneer het overlijden is vastgesteld door een arts.

Ga naar 5

5. Is er een burgerlijke plechtigheid?

• Ja: maak afspraken met de begrafenisondernemer. Ga naar 7

• Neen: ga naar 6

• Wie onderneemt actie? De begrafenisondernemer.

• Wanneer? In samenspraak met de begrafenisondernemer.

6. Is er een religieuze plechtigheid?

• Ja: contacteer de bedienaar van de religie. Ga naar 7

• Wie onderneemt actie? De begrafenisondernemer

• Wanneer? In samenspraak met de begrafenisondernemer

• Neen: ga naar 5

7. Wordt de overledene gecremeerd?

• Ja: maak afspraken met het crematorium. Ga naar 8

• Wie onderneemt actie? De begrafenisondernemer

• Wanneer? In samenspraak met de begrafenisondernemer

• Neen: ga naar 9

8. Wordt er gewerkt met een urnenzerk of columbariumplaat?

• Ja: maak de nodige keuzes en afspraken met de begrafenisondernemer. Ga naar 10.

• Wie onderneemt actie? De begrafenisondernemer

• Wanneer? In samenspraak met de begrafenisondernemer

• Neen: ga naar 10

9. Is er een bestaande grafconcessie?

• Ja: de begrafenisondernemer zal de arduinkapper contacteren om afspraken te maken. Ga naar 10

• Wie onderneemt actie? De begrafenisondernemer

• Wanneer? In samenspraak met de begrafenisondernemer

• Neen: de begrafenisondernemer kan de nabestaande begeleiden in de keuze van een grafzerk en arduinkapper. Ga naar 10

• Wie onderneemt actie? De begrafenisondernemer of de nabestaande

• Wanneer? In samenspraak met de begrafenisondernemer

10. Is de rouwbrief en/of rouwprentje opgesteld?

• Ja: ga naar 11

• Neen: maak afspraken met de begrafenisondernemer. Ga naar 11

• Wie onderneemt actie: de begrafenisondernemer

• Wanneer? In samenspraak met de begrafenisondernemer

11. Wordt het drukwerk uitgevoerd?

• Ja: ga naar 12

• Neen: maak afspraken met de begrafenisondernemer. Ga naar 12

• Wie onderneemt actie? De begrafenisondernemer

• Wanneer? In samenspraak met de begrafenisondernemer

12. Is er aangifte gedaan bij de Burgerlijke Stand?

• Ja: ga naar 13

• Neen: de begrafenisondernemer doet aangifte. Ga naar 13

• Wie onderneemt actie? De begrafenisondernemer

• Wanneer? In samenspraak met de begrafenisondernemer

13. Zijn er voldoende uittreksels uit de akte van overlijden?

• Ja: ga naar 14

• Neen: De begrafenisondernemer zorgt voor voldoende uittreksels. Ga naar 14

• Wie onderneemt actie? De begrafenisondernemer

• Wanneer? In samenspraak met de begrafenisondernemer

14. Zijn er bewijzen voor werkverlet nodig voor familie?

• Ja: vind hier de lijst van personen die recht hebben op werkverlet en hoe lang.

Ga naar 15

• Wie onderneemt actie? De begrafenisondernemer

• Wanneer? In samenspraak met de begrafenisondernemer

• Neen: ga naar 15

15. Is de organisatie en de uitvoering van de begrafenis geregeld?

• Ja: einde van de vragenlijst deel 2a

• Neen: maak de nodige afspraken met de begrafenisondernemer.

• Wie onderneemt actie? De begrafenisondernemer

• Wanneer? In samenspraak met de begrafenisondernemer

Einde van de vragenlijst deel 2a

Deel 2b Zorg

Financiën

Het tweede deel van deze checklist noemen we “zorg”. Wat moet er gebeuren vanaf het overlijden van de partner tot ongeveer 4 à 6 maand later.

In Deel 2b nemen we het financiële luik onder de loep.

1. Is de behoeftebegrafenisregeling van toepassing?

• Ja: Het OCMW zal een sociaal onderzoek opstarten. Ga naar 2

• Wie onderneemt actie? Afhankelijk van de situatie: de politie, het ziekenhuis, de begrafenisondernemer, het OCMW

• Wanneer? Zo snel mogelijk na het overlijden

• Neen: ga naar 2

2. Had de overledene één of meerdere rekeningen bij banken?

• Ja: neem contact op met de banken om het overlijden van de rekeninghouder te melden. Ga naar 3

• Wie onderneemt actie? De nabestaande of zijn omgeving

• Wanneer? Zo snel mogelijk na het overlijden

• Neen: ga naar 4

3. Moet de rekening van de overledene gedeblokeerd worden?

Dit kan op vertoon van een akte van erfopvolging, afgeleverd door de notaris (niet gratis) of een attest van erfopvolging afgeleverd door de ontvanger van het registratiekantoor (gratis).

In afwachting van de deblokkering kan de langstlevende partner (gehuwd of wettelijk samenwonend) tot de helft van het bedrag dat op alle rekeningen staat, met een plafond van 5.000 euro, als voorschot uitgekeerd krijgen om het hoofd te bieden aan dringende uitgaven, en dit zonder dat reeds een akte of attest van erfopvolging dient te worden voorgelegd.

Meer info.

Ga naar 4

4. Is het ziekenfonds op de hoogte van het overlijden?

Het ziekenfonds wordt automatisch op de hoogte gebracht door de kruispuntbank bij de aangifte van overlijden bij de Burgerlijke Stand. De aangifte wordt door de begrafenisondernemer gedaan.

Ga naar 5

5. Is er een testament?

• Ja: neem contact op met de notaris van de overledene, deze zal de verdere afhandeling van het testament op zich nemen. Ga naar 6

• Wie onderneemt actie? De nabestaande of zijn omgeving

• Wanneer? In de eerste week na het overlijden.

• Neen: ga naar 6

6. Is het overlijden het gevolg van een ongeval?

• Ja: ga naar 7

• Neen: ga naar 8

7. Is het overlijden het gevolg van een werkongeval?

• Ja: Neem contact op met de werkgever en zijn verzekeringsmaatschappij. Ga naar 8

• Wie onderneemt actie? De nabestaande of zijn omgeving

• Wanneer? Zo snel mogelijk na het overlijden

• Neen: Neem contact op met de verzekeringsmaatschappij. Ga naar 8

• Wie onderneemt actie? De nabestaande of zijn omgeving

• Wanneer? Zo snel mogelijk na het overlijden

8. Had de overledene een levensverzekering?

• Ja: neem contact op met de verzekeringsmaatschappij. Ga naar 9

• Wie onderneemt actie? De nabestaande of zijn omgeving

• Wanneer? Zo snel mogelijk na het overlijden

• Neen: ga naar 9

9. Had de overledene een een hypothecaire lening met schuldsaldoverzekering?

• Ja: neem contact op de met verzekeringsmaatschappij. Ga naar 10

• Wie onderneemt actie? De nabestaande of zijn omgeving

• Wanneer? Zo snel mogelijk na het overlijden

• Neen: ga naar 10

10. Was het overlijden het gevolg van een beroepsziekte of werkongeval?

• Ja: neem contact op met het Federaal Agentschap voor Beroepsrisico’s (Fedri) op 02 226 64 00 op werkdagen tussen 9u en 6u. Ga naar 11

• Wie onderneemt actie? De nabestaande of zijn omgeving

• Wanneer? Zo snel mogelijk na het overlijden

• Neen: ga naar 11

11. Zijn er minderjarige kinderen van de overledene die recht hebben op kinderbijslag?

• Ja: de kinderen kunnen mogelijk recht hebben op wezentoeslag. Contacteer de dienst kinderbijslag van de overledene. Ga naar 12

• Wie onderneemt actie? De nabestaande of zijn omgeving

• Wanneer? Zo snel mogelijk na het overlijden

• Neen: ga naar 12

12. Was de overledene op pensioen?

• Ja: de begrafenisondermer zal de rijksdienst voor pensioenen verwittigen. Ga naar 15

• Wie onderneemt actie? De begrafenisondernemer

• Wanneer? Zo snel mogelijk na het overlijden

• Neen: ga naar 13

13. Was de overledene actief op de arbeidsmarkt?

• Ja: contacteer de werkgever. Ga naar 15

• Wie onderneemt actie? de nabestaande of zijn omgeving

• Wanneer? in de eerste week na het overlijden

• Neen: ga naar 14

14. Was de overledene werkzoekende?

• Ja: contacteer de RVA. ga naar 15

• Wie onderneemt actie? De nabestaande of zijn omgeving

• Wanneer? in de eerste week na het overlijden

• Neen: ga naar 15

15. Was de overledene aangesloten bij een vakbond?

• Ja: contacteer de vakbond om het overlijden te melden. Ga naar 16

• Wie onderneemt actie? De nabestaande of zijn omgeving

• Wanneer? zo snel mogelijk na het overlijden

• Neen: ga naar 16

16. Was de overledene ambtenaar of gepensioneerd ambtenaar?

• Ja: de nabestaande heeft recht op een begrafenisvergoeding, gewoonlijk 1 maand loon of pensioen. Aan te vragen bij de overheidsdienst waar de overledene werkte of de dienst pensioenen. Ga naar 17

• Wie onderneemt actie? De nabestaande of zijn omgeving

• Wanneer? In de eerste maand na het overlijden

• Neen: ga naar 17

17. Waren beide partners op pensioen?

• Ja: het overlevingspensioen zal automatisch geregeld worden. Ga naar 19

• Neen: ga naar 18

18. Was de overledene of partner op pensioen?

• Ja: nakijken of er recht op overlevingspensioen is bij de gemeente waar de partners ingeschreven zijn. Ga naar 19

• Wie onderneemt actie? De nabestaande of zijn omgeving

• Wanneer? in de eerste week na het overlijden

• Neen: Ga naar 19

19. Had de overledene nog afbetalingen lopen?

• Ja: contacteer de desbetreffende firma’s. Ga naar 20

• Wie onderneemt actie? De nabestaande of zijn omgeving

• Wanneer? zo snel mogelijk na het overlijden

• Neen: ga naar 20

20. Had de overledene recht op zorgverzekering?

• Ja: er is nog recht op mantelzorgpremie voor het jaar van overlijden. Ga naar 21

• Wie onderneemt actie: de nabestaande of zijn omgeving neemt contact op met de dienst maatschappelijk werk van zijn mutualiteit of met het OCMW

• Wanneer: In de eerste maand na het overlijden

• Neen: ga naar 21

21. Bereken het nieuwe inkomen.

Ga naar 22

• Wie onderneemt actie: de nabestaande met hulp van de dienst sociale zorg OCMW of Dienst Maatschappelijk Werk van de mutualiteit. Deze diensten kunnen toelichting geven bij de berekening die door de pensioendienst zal gebeuren.

• Wanneer: In de eerste maand na het overlijden

22. Heeft de nabestaande na berekening van het nieuwe inkomen recht op stookoliepremie?

• Ja: Ga naar 23

• Wie onderneemt actie: de nabestaande of zijn omgeving neemt contact op met de dienst maatschappelijk werk van zijn mutualiteit of met het OCMW

• Wanneer: In de eerste maand na het overlijden

• Neen: Ga naar 23

23. Heeft de nabestaande na berekening van het nieuwe inkomen recht op verhoogde tegemoetkoming bij het ziekenfonds?

• Ja: Ga naar 24

• Wie onderneemt actie: de nabestaande of zijn omgeving neemt contact op met de dienst maatschappelijk werk van zijn mutualiteit of met het OCMW

• Wanneer: In de eerste maand na het overlijden

• Neen: ga naar 24

24. Heeft de nabestaande na berekening van het nieuwe inkomen recht op het sociaal tarief telefoon?

• Ja : ga naar 25

• Wie onderneemt actie: de nabestaande of zijn omgeving neemt contact op met de dienst maatschappelijk werk van zijn mutualiteit of met het OCMW

• Wanneer: In de eerste maand na het overlijden

• Neen: ga naar 25

25. Heeft de nabestaande na berekening van het nieuwe inkomen recht op inkomensgarantie voor ouderen?

• Ja: ga naar 26

• Wie onderneemt actie: de nabestaande of zijn omgeving neemt contact op met de dienst maatschappelijk werk van zijn mutualiteit of met het OCMW

• Wanneer: In de eerste maand na het overlijden

• Neen: ga naar 26

26. Heeft de nabestaande na berekening van het nieuwe inkomen recht op socio-culturele participatie?

• Ja: einde vragenlijst deel 2b

• Wie onderneemt actie: de nabestaande of zijn omgeving neemt contact op met de dienst maatschappelijk werk van zijn mutualiteit of met het OCMW

• Wanneer: In de eerste maand na het overlijden

• Neen: einde vragenlijst deel 2b

Deel 2c Zorg

Administratie

Het tweede deel van deze checklist noemen we “zorg”. Wat moet er gebeuren vanaf het overlijden van de partner tot ongeveer 4 à 6 maand later.

In Deel 2c nemen we het administratieve luik onder de loep.

1. Was de overledene een persoon met een handicap?

• Ja: De FOD sociale zekerheid Directie Generaal Personen met een Handicap wordt automatisch verwittigd door middel van de Kruispuntbank. Ga naar 2

• Wie onderneemt actie: gebeurt automatisch

• Wanneer: na het aangeven van het overlijden door de begrafenisondernemer

• Neen: ga naar 3

2. Had de overledene een parkeerkaart voor personen met een handicap?

• Ja: de parkeerkaart moet vernietigd worden of teruggestuurd worden naar

Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid dienst personen met een handicap

Kruidtuinlaan 50 bus 150 1000 Brussel ga naar 3

• Wie onderneemt actie: de nabestaande of zijn omgeving

• Wanneer: in de eerste maand na het overlijden

• Neen: ga naar 3

3. Is er afsluiting of overdracht van gasaansluiting nodig?

• Ja: neem contact op met de gasmaatschappij. Ga naar 4

• Wie onderneemt actie: de nabestaande of zijn omgeving

• Wanneer: in de eerste maand na het overlijden

• Neen: ga naar 4

4. Is er afsluiting of overdracht van wateraansluiting nodig?

• Ja: neem contact op met de watermaatschappij. Ga naar 5

• Wie onderneemt actie: de nabestaande of zijn omgeving

• Wanneer: in de eerste maand na het overlijden

• Neen: ga naar 5

5. Is er afsluiting of overdracht van elektriciteit nodig?

• Ja: neem contact op met de elektriciteitsmaatschappij. Ga naar 6

• Wie onderneemt actie: de nabestaande of zijn omgeving

• Wanneer: In de eerste maand na het overlijden

• Neen: ga naar 6

6. Is er afsluiting of overdracht van telefoon/gsm nodig?

• Ja: Neem contact op met de telefoonmaatschappij. Ga naar 7

• Wie onderneemt actie: de nabestaande of zijn omgeving

• Wanneer: In de eerste maand na het overlijden

• Neen: ga naar 7

7. Is er afsluiting van TV-distributie/kabelnet nodig?

• Ja: neem contact op met de Distributiemaatschappij. Ga naar 8

• Wie onderneemt actie: de nabestaande of zijn omgeving

• Wanneer: In de eerste maand na het overlijden

• Neen: ga naar 8

8. Had de overledene een huurcontract voor de woning?

• Ja: Ga naar 9

• Neen: Ga naar 10

9. Moet het huurcontract opgezegd of aangepast worden?

• Ja: neem contact op met de verhuurmaatschappij/verhuurder om de aanpassingen te regelen. Ga naar 10

• Wie onderneemt actie: de nabestaande of zijn omgeving

• Wanneer: In de eerste maand na het overlijden

• Neen: ga naar 10

10. Is er een auto of motor op naam van de overledene?

• Ja: Ga naar 11

• Neen: Ga naar 12

11. Wordt de auto of motor behouden door de nabestaande echtgeno(o)t(e), de wettelijk samenwonende partner of 1 van de kinderen van de overledene?

• Ja: vraag aan de verzekeringsmakelaar om samen het formulier aanvraag tot inschrijving in te vullen.

Vermeld bij vak X10 “overdracht na overlijden van de kentekenplaat van :…….. naar:…… (bv van echtgenoot naar echtgenote). Er is geen technische controle nodig. Het dossier moet ingediend worden bij de DIV. Het kentekenbewijs wordt geleverd door de postbode (26 euro).

• Wie onderneemt actie: de nabestaande of zijn omgeving in samenspraak met de verzekeringsmakelaar

• Wanneer: binnen de vier maanden na het overlijden

• Neen: De nummerplaat moet teruggestuurd worden naar de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer.

Ga naar 12

• Wie onderneemt actie: de nabestaande of zijn omgeving

• Wanneer: binnen de twee maanden na het overlijden

12. Was de overledene zelfstandige?

• Ja: verwittig de Handelsrechtbank, Directe Belastingen en Diensten van de BTW

• Wie onderneemt actie: de nabestaande indien mogelijk in samenspraak met de boekhouder.

• Wanneer: Binnen het kwartaal na het overlijden

• Neen: einde van de vragenlijst Deel 2c

Deel 2d Zorg

Het tweede deel van deze checklist noemen we “zorg”. Wat moet er gebeuren vanaf het overlijden van de partner tot ongeveer 4 à 6 maand later.

In Deel 2d nemen we de nalatenschap onder de loep.

1. Binnen de 4 maanden na het overlijden dienen de erfgenamen een fiscale Aangifte Nalatenschap in te dienen bij de Vlaamse Belastingdienst te Aalst, ook indien er weinig of geen bezittingen waren.

De aangifte moet gebeuren op een specifiek aangifteformulier of online via ERFonline.

Ga naar 2

• Wie onderneemt actie: de nabestaande of zijn omgeving, best een notaris contacteren

• Wanneer: Binnen de vier maanden na het overlijden

Ga naar 2

2. Zijn er minderjarige kinderen bij het overlijden van de enige ouder?

• Ja: De burgerlijke Stand van de plaats van overlijden verwittigd het desbetreffende Vredegerecht. Naderhand zal van de Vrederechter een uitnodiging volgen om de voogdij te regelen.

Ga naar 3

• Wie onderneemt actie: dit gebeurt automatisch door de Burgerlijke Stand na aangifte van het overlijden.

• Wanneer: Binnen de vier maanden na het overlijden

• Neen: ga naar 3

3. Wanneer is een gratis attest van erfopvolging voldoende voor de nalatenschap?

• Indien er geen testament is.

• Indien er geen laatste wilsbeschikking is.

• Indien de erflater geen huwelijkscontract of een akte wijziging huwelijkse voorwaarden heeft.

• Indien er geen wilsonbekwame erfgenamen zijn (minderjarigen, verlengde minderjarige, dementie,…).

4. Bij bijkomende vragen rond erfenis, erfbelasting en successierechten:

• https://www.vlaanderen.be/belastingen-en-begroting/vlaamse-belastingen/erfbelasting

• https://www.notaris.be/mijn-erfenis

einde vragenlijst Deel 2d

Deel 2e Zorg

Thuissituatie

Het tweede deel van deze checklist noemen we “zorg”. Wat moet er gebeuren vanaf het overlijden van de partner tot ongeveer 4 à 6 maand later.

In Deel 2e nemen we de thuissituatie onder de loep.

1. Wat met de woning?

• Navragen bij de notaris. Je vindt online veel info rond de gezinswoning

2. Wat zijn de (financiële) gevolgen op tegemoetkomingen bij de verkoop van de woning?

• Na te vragen door de nabestaande of zijn omgeving bij de notaris.

• Voor het zorgbudget voor ouderen met een zorgnood (vroeger tegemoetkoming hulp aan bejaarden) heeft verkoop of schenking van de woning een invloed op het inkomen voor 10 jaar. Meer informatie lees je op de website van Vlaanderen.

3. Is er ondersteuning nodig voor thuiszorg (heel breed)?

De maatschappelijk werker kan verschillende diensten voorstellen ter ondersteuning van de nabestaande:

• Lokaal Diensten Centrum van de buurt (via OCMW of privaat)

• Poetsdienst (via OCMW – Privaat)

• Thuisverpleging (via Huisarts)

• Gezinszorg (via OCMW – Privaat)

• Dagopvang voor ouderen en dagverzorgingscentrum (via OCMW – Privaat)

• Kortverblijf (via OCMW – Privaat)

• Assistentiewoning (via OCMW – Privaat)

• Nachtzorg Mechelen

• Oppasdienst (via Mutualiteit – Privaat)

• Mantelzorgverenigingen (Con Tempo vzw) en Vlaams Expertisepunt Mantelzorg

• Lotgenotengroep Nabestaanden bij Partnerverlies (Con Tempo vzw)

• Klusjesdienst (via OCMW – Privaat)

• Woonzorgcentrum (via OCMW – Privaat)

Om specifiek rechten te zoeken per gemeente verwijzen wij jou door naar de Sociale Kaart of de Vlaamse Rechtenverkenner. In de rechtenverkenner kan je gericht op basis van gemeente en voorziening de diensten opzoeken die werkzaam zijn in de buurt van jouw cliënt. Als je gezinszorg opzoekt voor Puurs-Sint-Amands zal je een lijst krijgen met alle aanbieders: de openbare dienst, familiehulp, i-mens, Ferm, Korian Home Care, enzovoorts of je vindt alle lokale dienstencentra in de gemeenten…

Einde vragenlijst Deel 2e

Deel 3

Na-zorg

Het derde deel van deze checklist noemen we “na-zorg”. Wat moet er gebeuren 6 maand na het overlijden van de partner.

1. Is er nood aan psychologische bijstand in het rouwproces?

Contacteer de huisarts van de nabestaande, de eerstelijnspsycholoog, een psycholoog.

De eerstelijnszone heeft een handige tool ‘mentaal welzijn’ om psychologische hulp te zoeken die het best bij je past via verschillende thema’s je vindt er ook een overzicht van psychologen en therapeuten.

2. Is er nood aan relationele en/of psychosociale begeleiding?

Contacteer de dienst Onthaal van het Centrum voor Algemeen Welzijn (CAW).

3. Is er nood aan slachtofferhulp bij het overlijden door een verkeersongeval?

Contacteer de dienst slachtofferhulp van het Centrum voor Algemeen Welzijn (CAW)

4. Is er nood aan ondersteuning door lotgenoten bij het omgaan met verlies, afscheid, eenzaamheid?

Neem contact op met de plaatselijke afdeling van Con Tempo.

5. Is er nood aan begeleiding in verband met alleen wonen?

Neem contact op met Con Tempo of het CAW

Een initiatief van Geïntegreerd

Breed Onthaal Eerstelijnszone Klein-Brabant Vaartland

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.