3 minute read

Big city life vraagt om een big budget?

Ommuurde woonparken De zogenaamde gated communities vormen een bijzondere uithoek van de woningmarkt. In ommuurde woonparken garanderen bewakers en camerasystemen de veiligheid van kapitaalkrachtige groepen en hun bezittingen. Sommige domeinen bieden bewoners eveneens luxueuze zwembaden en fitnessruimtes aan. Het fenomeen kwam overgewaaid uit Zuid-Afrika, Zuid-Amerika en de Verenigde Staten. In 2006 beet het condominium-woonpark in Bokrijk de spits af in België.

Advertisement

Huidige woningprijs Vlaanderen Uit de cijfers van Statistiek Vlaanderen blijkt dat de mediaanprijs voor koopwoningen en -appartementen in een stijgende lijn gaan. De grootste prijsstijging werd opgetekend bij de appartementen, waar de prijs steeg met 7,7 procent. De duurste woningen zijn ondertussen te vinden in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. In de provincie Limburg en de Westhoek worden de meeste woningen dan weer onder de mediaanprijs van 275.000 euro verkocht.

In onze steden neemt het aantal bewoners toe, waardoor er in een sneltempo woningen en appartementen worden bijgebouwd. Zowel jongere als oudere leeftijdsgroepen leven graag in de stad, maar ze kunnen zich niet altijd een (degelijke) woning veroorloven. Is wonen in de stad te duur geworden?

Uit cijfers van Statistiek Vlaanderen blijkt het eenpersoonshuishouden het meest voorkomende huishoudtype te zijn, met een aandeel van 32 procent (begin 2020). Personen die alleen wonen gaan met een kleiner budget op zoek naar een woning. Alleenstaanden hebben er dan ook alle baat bij dat de overheid, steden en projectontwikkelaars inzetten op betaalbare woningen. Ook jongvolwassenen die hun eerste stappen zetten op de koopmarkt kunnen zich vaak geen dure woning veroorloven. Zij hebben een inkomen, maar nog geen grote spaarreserves. Sociaal en economisch geograaf Frank Witlox (UGent) ziet dat deze groep de renovatiemarkt laat boomen: “Jongere mensen zijn veel vaker geïnteresseerd in oudere woningen. Dat is een logisch gevolg van de premies, want bij renovaties zit je aan een premie van 6 procent en bij nieuwbouw wordt die opgedreven tot 21 procent.”

Jongvolwassenen kunnen hun woning financieel haalbaar maken door slim gebruik te maken van de wetgeving. Maar ook voor steden is er een belangrijke rol weggelegd, vertelt professor stedenbouw Maarten Van Acker (UAntwerpen): “In Vlaanderen kiezen sommige steden ervoor een grond tegen een lagere prijs aan te bieden. In ruil vragen zij aan innovatieve projectontwikkelaars een minimumaantal betaalbare woningen.” Steden proberen op die manier de eigen woningmarkt voor iedereen toegankelijk te maken. In de praktijk ziet Van Acker echter een schoorvoetende uitwerking: “Er zijn een groot aantal minder bevlogen projectontwikkelaars die betaalbaarheid aangrijpen als excuus om steeds kleinere appartementen op de markt te brengen. Zij bouwen hiervoor een groot torengebouw en proppen deze vol met één- of tweeslaapkamerappartementen, waar de keuken en de woonkamer in een kleine ruimte zijn ondergebracht en bewoners het moeten doen met een terras waar een tuinset niet eens past. Dat is een heel gevaarlijke tendens, waar sommige steden gelukkig al een regelgeving rond voorzien.” De komende jaren zal het aandeel 67-plussers in de groep van één- en tweepersoonshuishoudens met 35 procent toenemen, op basis van de voorspellingen van Statistiek Vlaanderen. Volgens Witlox spelen projectontwikkelaars dan ook slim in op deze ontwikkeling: “De ouderen in de stad zijn kapitaalkrachtige mensen, doordat ze vaak net het ouderlijke huis hebben verkocht. Op de woningmarkt is daarom een aanbod ontstaan van dure en exclusieve wooncomplexen. Een voorbeeld hiervan zijn de ommuurde woonparken ofwel gated communities. Die bestaan in een aantal grote Vlaamse steden zoals Antwerpen, Brussel en Gent.” Deze trend laat het aantal vrije bouwgronden in de stad sterk slinken. Witlox ziet daarom een toekomst voor deelwoningen: “Voor jongvolwassenen die nog geen vaste partner hebben is het interessant om met een groepje leeftijdsgenoten een woning te zoeken, om de kosten te delen. Ouderen kiezen dan weer voor cohousing om de eenzaamheid te doorbreken. Zo creëren zij een eigen wooncentrum van mensen die nog te zelfstandig zijn om zich echt bij een woonzorgcentrum aan te sluiten.” Van Acker voegt hieraan toe dat de coronacrisis mensen deed nadenken over gemeenschappelijke ruimtes: “Mensen zijn het afgelopen jaar gaan inzien dat ze iets meer willen dan een klein balkonnetje. Ook collectieve tuinen vormen een gezonde aanvulling en zijn qua budget veel haalbaarder doordat je de middelen bij elkaar legt.”

Zowel jongvolwassenen als ouderen vertoeven dus graag in de stad, waardoor het een plaats wordt waar verschillende generaties zich kunnen huisvesten. “Jongeren willen voornamelijk in steden wonen omdat ze daar niet afhankelijk zijn van een auto”, verklaart Witlox. “Bij ouderen speelt dit ook een rol. Zij kunnen genieten van supermarkten, cafés en ontspanningsruimtes dicht bij huis. Daarom verruilen ouderen die zelfstandig kunnen wonen het eigen huis voor de stad.”

This article is from: