16 minute read

Planeet Oceaan in plaats van planeet Aarde

De oceaan is onze bron van leven. Hij voorziet ons van voedsel, grondsto en, regelt ons klimaat, en bezet meer dan 70 procent van onze aardbol. Maar de oceaan is in groot gevaar. “Zonder oceaan is er geen mens, zo simpel is het.”

“Z elfs op 4 kilometer diepte, waar de mens nooit eerder kwam, werd marien afval gevonden”, stelt hoofddocent mariene geologie David Van Rooij (UGent). Hij werkte mee aan een wetenschappelijk project dat tussen 2009 en 2012 alle beelden van duikboottochten in Europa verzamelde. De conclusie is ontnuchterend. “We brachten in kaart waar er marien afval werd gevonden, wat niet eens de microplastics inhoudt. Op bijna elke duiktocht is er afval teruggevonden.”

Advertisement

Heeft het dan nog zin om actie te ondernemen? Van Rooij antwoordt daarop met volle overtuiging ‘ja’. “Er zijn zaken die we niet meer kunnen redden. Gelukkig zijn er andere dingen waar we wel nog iets aan kunnen veranderen, zoals het stoppen van afvaldumping. Als we nu ophouden met die tonnen afval te dumpen in onze oceaan, is die vorige schildpad nog steeds gestorven door plasticvervuiling, maar redden we wel de volgende.”

Eigenlijk is er maar één oceaan. Alle onder- en bovenstromingen vloeien over in elkaar, heel de wereld rond. “Je kunt spreken van een butter y e ect, waarbij een kleine verandering binnen de zoveel tijd een gigantische impact zal hebben op de hele oceaan, en dus ook de hele aarde. Daarom is het hoog tijd dat we voorzichtiger zijn”, waarschuwt Van Rooij. We weten nog lang niet alles over onze oceaan, laat staan dat we hem kunnen voorspellen. Nochtans is een onderzoeksmissie naar de oceaan enorm goedkoop, zeker als je het vergelijkt met een missie naar de ruimte. Van één ruimtemissie kun je waarschijnlijk tien jaar onderzoeksmissies naar de oceaan betalen, schat hij. “Het is jammer dat we meer geïnteresseerd zijn in verre planeten, dan in onze eigen achtertuin.”

Volgens hoogleraar mariene biologie Ann Vanreusel (UGent) zijn er twee cruciale gevaren. “De klimaatverandering is de urgentste bedreiging, met toenemende temperaturen en dus ook een stijgend zeeniveau. Ook de uitstoot en bijgevolg de opname van CO2 neemt toe, waardoor oceanen verzuren.” Een bijkomend probleem is de gebrekkige of zelfs ontbrekende afvalverwerking in veel landen. Daarvoor bestaat ook niet meteen een duurzame oplossing, waardoor er helaas vaak wordt gekozen voor de snelste en gemakkelijkste manier: het illegaal dumpen van afval in de oceaan. Het allergrootste probleem ligt echter bij onszelf als individu. De manier waarop we naar onze oceaan kijken

is catastrofaal, betoogt Vanreusel. “We lijken niet te bese en dat als we een gezonde en plasticvrije oceaan willen, we zelf ons afval moeten opruimen. Ons gedrag wordt gestuurd door het individueel denken. Neem nu een strandvakantie. Mensen willen genieten aan zee, maar laten na a oop wel hun afval achter. Dat is toch absurd?”

Ook hoogleraar ecotoxicologie en toegepaste mariene ecologie Colin Janssen (UGent) benadrukt dat we onze oceaan misbruiken. “Zonder oceaan is er geen mens, zo simpel is het. De mens doet niets anders dan de oceaan, die ons zoveel geeft, te misbruiken door hem uit te putten, er giftige chemicaliën in te lozen en hem letterlijk te verwoesten.” Janssen stelt dat we altijd met onze rug naar de zee toe hebben geleefd. Pas door de klimaatverandering kwam het besef dat we in feite volledig afhankelijk zijn van de oceaan.

Tot nu toe hebben we niet heel erg ons best gedaan om de oceaan te redden, beseft Janssen. “Ons economisch stelsel is gebaseerd op massaal produceren en winst maken, maar onze grondsto en zijn niet eindeloos. De mens heeft zich steeds boven de natuur geplaatst, maar dat is niet langer een optie. De natuur vecht terug.” Ook dat is geen nieuw fenomeen, benadrukt Janssen, al komt het besef dat het in werkelijkheid al vijf na twaalf is nu pas. “Ruim 30 jaar geleden was de opwarming van de aarde al een hot issue, maar niemand buiten de wetenschapswereld trok zich er iets van aan.” Een reddingsactie op wereldschaal is dan ook meer dan ooit nodig als we onze oceaan willen herstellen.

Zonder oceaan is er geen mens.

— Colin Janssen, Hoogleraar ecotoxicologie en toegepaste mariene ecologie (UGent)

Bubbels en water voor iedereen

Atlas Copco zet zich in om zowel het leven onder water als boven water te beschermen. Bellengordijnen van perslucht en drinkbaar water voor iedereen, daar zorgen de compressoren en Atlas Copco medewerkers voor.

Bellengordijn beschermt het leven onder water

Windenergie mag dan duurzaam zijn, bij de bouw ervan wordt het onderwaterleven erg verstoord. Een stevige fundering is van groot belang om harde wind en sterke stroming te weerstaan. Drie tot vier heipalen per windturbine worden in de zeebodem geslagen wat een enorm geluid onder water veroorzaakt: 160dB(A) met een snelheid van 1500m/s. Dat kan het leven onder water schaden en zelfs doden. Zelfs kleine verhogingen van het geluidsniveau kunnen dolfijnen en walvissen, die via ultrageluid communiceren, desoriënteren waardoor zij wegdrijven van de wateren waar zij hun voedsel vinden en hun jongen voeden. Rond elke paal op de zeebodem wordt daarom een geperforeerde slang geplaatst waarop Atlas Copco olievrije compressoren aansluit. Als die compressoren starten, komen kleine bubbels vrij uit de geperforeerde slang waardoor een luchtbellengordijn ontstaat vanop de zeebodem naar de oppervlakte. Dat bellengordijn vermindert het geluid onder water met 90% en beschermt zo het leven onder water. Maar ook boven water is zuiver water van levensbelang en toch zijn er nog altijd mensen die geen directe toegang hebben tot drinkbaar water.

Fietsen rond de Noordzee voor drinkbaar water

Via Water for All willen Atlas Copco medewerkers over de hele wereld daar iets aan doen. Water for All is actief in meer dan 50 landen. Medewerkers van Atlas Copco sponsoren vrijwillig projecten die ze zelf opzetten en runnen. Atlas Copco verdrievoudigt elke bijdrage van een medewerker. Sinds de oprichting in 1984 werden al miljoenen mensen wereldwijd voorzien van drinkbaar water. Het zet collega’s aan tot de gekste stunts om geld in te zamelen. Zo legt Luc Apers, al 34 jaar werknemer bij Atlas Copco in Wilrijk, 6666 km af langs de Noordzee met zijn fiets. In 99 dagen doorkruist hij Nederland, Duitsland, Denemarken, Zweden, Noorwegen, de Shetlandeilanden, Groot-Brittannië en Frankrijk. Met het geld dat hij ophaalt via sponsoring krijgt Akoba, een dorp in Benin met 900 inwoners, een nieuwe waterput met elektrische pomp op zonne-energie. Meisjes en vrouwen ondervinden vaak het meeste effect van de Water for All-projecten, omdat zij het vaakst water moeten halen. Met een waterput in het dorp hoeven ze dat niet meer te doen en kunnen ze naar school of aan het werk. Of hoe drinkbaar water ook bijdraagt aan meer gendergelijkwaardigheid.

Waterkwaliteit verbeteren en kosten besparen

Realtime monitoring van waterkwaliteit wordt zeer toegankelijk dankzij innovatieve waterkwaliteitssensoren en artificiële intelligentie. Dit opent de weg naar een beter risicobeheer én een lagere beheerkost, met duurzaamheid als extra troef.

Het beheersen van pathogene micro-organismen in watersystemen, zoals legionella, E. coli en algengroei is een dagelijkse zorg voor uitbaters van koeltorens, openbare gebouwen, woonzorgcentra, beheerders van zwembaden en zwemvijvers…

De overheid verplicht deze uitbaters om preventieplannen uit te werken én om maatregelen uit te werken om te vermijden dat we ziek worden van besmet water. Met logboeken moet aangetoond worden dat deze maatregelen ook effectief uitgevoerd worden.

“Deze opvolging is meestal reactief, wijzigingen in het watersysteem worden zelden gecapteerd” zegt Steven De Schrijver, CEO bij Liquisens. “En dat is normaal, niet elke organisatie kan specifieke expertise rond watersystemen opbouwen”. Liquisens heeft een oplossing ontwikkeld voor een beter risicobeheer dankzij kosteneffectieve waterkwaliteitssensoren, IoT en slimme algoritmes. Dankzij deze realtime inzichten hoef je geen waterexpert te zijn om de nodige maatregelen te optimaliseren. De sensoren detecteren ook automatisch beheersende maatregelen zoals spoelingen of desinfecties, waardoor een digitaal logboek wordt opgebouwd.

“Het lijkt tegenstrijdig, maar een beter risicobeheer aan een lagere kost is effectief mogelijk dankzij de verworven inzichten” aldus De Schrijver.

De oplossing is eenvoudig te installeren en vereist geen toegang tot het lokaal wifi netwerk. Voor complexere en geautomatiseerde installaties waar reeds opvolging beschikbaar is, integreert Liquisens haar oplossing aan de hand van interfaces (API’s) om de algoritmes toe te passen.

Liquisens heeft ook algoritmes ontwikkeld voor de detectie van E. coli in open water. “We weten dat we op basis van tijdseries van onze sensordata met een accuraatheid van meer dan 96% kunnen aangeven of bijvoorbeeld zwemwater van goede, aanvaardbare of slechte kwaliteit is” zegt De Schrijver. “Waarom zou je dan nog enkel vertrouwen op tweewekelijkse labo-analyses?”.

“Met onze oplossing maken we digitalisering rond water heel concreet en toegankelijk. Maar niemand zit enkel te wachten op het inzichtelijk maken van problemen” vervolgt De Schrijver. “We willen absoluut ook oplossingen aanreiken. Dit kan gaan over toepassing van best practices tot bijvoorbeeld dosering van 100% natuurlijke microorganismen om waterkwaliteit te verbeteren”

Het bewustzijn van de waarde van water wordt steeds groter in onze maatschappij. Het aantal initiatieven rond waterhergebruik stijgt, waardoor ook de nood aan een kosteneffectief en performant risicobeheer toeneemt. Liquisens positioneert zich als een onafhankelijke partij die focust op waterkwaliteit én oplossingen aanreikt bij problemen.

Hoe dankbaar we doorgaans ook zijn voor water, het loopt evenredig met de vrees die het blauwe goud kan opwekken. Intense periodes van wateroverlast en droogte dwingen steden, gemeenten en waterloopbeheerders om op zoek te gaan naar slimme oplossingen voor een efficiënter waterbeheer. De Stad Roeselare zet daar met het digitaal platform RAINBRAIN alvast volop op in.

Voor Stad Roeselare kwam het verhaal rond de optimalisering van hun waterbeheer in 2016 in een stroomversnelling. Kris De Craene, verantwoordelijke voor Openbare Werken in Roeselare, vertelt over de kiemen van het huidige RAINBRAIN-project. “We kenden dat jaar een zware episode van wateroverlast en stelden als reactie ons ‘waterbeheersingsplan 1.0’ op, voornamelijk gebaseerd op de bevindingen van mensen die het terrein goed kennen en gezond boerenverstand (lacht).” Dat plan werd uitgewerkt in nauw overleg met de Provincie West-Vlaanderen, de waterloopbeheerder van de stad, en grotendeels meteen uitgevoerd. “We richtten een aantal bufferbekken op, rioleringen werden aangepast, er kwamen bijkomende infiltratievoorzieningen… en nog een reeks kleinere ingrepen.”

Maar hoe gezond dat boerenverstand ook is, de kracht van water noopt tot de meest precieze aanpak, waardoor ingrepen vaak kostelijk worden. De Craene: “We kunnen de middelen die beschikbaar zijn slechts één keer besteden, het is dus belangrijk ze zo goed mogelijk in te zetten. Daar ontstaat de nood aan meer objectieve data en metingen om tot een beter beheer van ons watersysteem te komen.” Sinds 2016 valt er met de technologische vooruitgang natuurlijk veel meer data en informatie te rapen. Big data en Internet of Things zijn geen nieuwe begrippen meer, ook niet in de wereld van water. Daarom zette Stad Roeselare, in samenwerking met Sumaqua – een onderzoeksbureau gespecialiseerd in waterbeheer – het digitaal platform RAINBRAIN op poten. RAINBRAIN is een datagedreven beleids- en beslissingsondersteunend instrument met daaraan gekoppeld een aantal sensoren, zoals debiet-, niveau- en pluviometers, die in de stad voorzien worden. Het project wordt gesubsidieerd door VLAIO, is afgestemd met VLOCA en maakt gebruik van de verschillende bestaande Vlaamse technologische ontwikkelingen uit de wereld van IoT, big data en watersectoren. Het combineert dit alles tot één groot, schaalbaar en overdraagbaar platform. RAINBRAIN kan grote datastromen beheren en analyseren, in combinatie met simulatiemodellen, zelflerende algoritmes en realtime sturingsalgoritmes. Concreet zal deze innovatieve rekentool het hart van een slim en stedelijk waterbeheer vormen om de risico’s rond wateroverlast, droogte en waterkwaliteit te monitoren en te beperken.

Volgens Hans Vercammen, medewerker Waterbeheer en Riolering, past RAINBRAIN ook mooi binnen het smartcityverhaal, waarin je de burger niet kunt wegdenken. “Roeselare tracht in alle geledingen data te verzamelen. Ook particuliere gebruikers nemen we daarin mee. Het kan dan bijvoorbeeld gaan over het activeren van private waterputten. Zo kunnen publieke en private actoren samen veel meer realiseren in termen van de oplossing van deze problemen rond droogte en wateroverlast.” Voor veel burgers is dat een vrij nieuw concept, maar kan van groot belang zijn. De Craene: “Slimme waterputten zijn niet alleen voor de particulier effectiever, maar kunnen ook collectieve doelen helpen realiseren. Door publieke en private infrastructuur slimmer in te zetten en op elkaar af te stemmen kunnen we hun potentieel ten volle benutten, zonder grote investeringen in nieuwe infrastructuur.”

Ondertussen in het RAINBRAIN-project in de tweede fase belandt. Vercammen: “Het studiebureau is nu actief en alle noden en behoeften zijn in kaart gebracht. We hebben in theorie alles om de bestaande infrastructuur optimaal te gebruiken, zowel tegen droogte als wateroverlast. De volgende stap is om de software te schrijven voor de rekenalgoritmes achter het systeem. Die rekensoftware wordt gemaakt aan de hand van een theoretisch model dat al ontwikkeld is. In tweede instantie wordt er een kalibratie gemaakt van een droge en natte periode om het model bij te stellen. Het dashboard zal dan de input geven en acties suggereren die we kunnen ondernemen.”

De tool zal met andere woorden de ultieme cijfermatige ondersteuning zijn bij het nemen van investeringsbeslissingen bij bijvoorbeeld een overstromingsepisode. Zo kan men veel proactiever maar ook accurater handelen en zoveel mogelijk schade vermijden.

Francis Debruyne, schepen bevoegd voor water, voegt er nog aan toe dat het zeker niet de bedoeling is dat RAINBRAIN enkel Roeselare uit de waternood zal helpen. “We willen zoveel mogelijk aspecten betrekken, met het oog op één grote uitrol. Het moet reproduceerbaar zijn naar andere gemeentes en steden toe.” De Craene duidt daarbij op de huidige fragmentatie van ons Vlaams waterbeheer. “De gemeenten beheren de gemeentelijke riolen, Aquafin de bovengemeentelijke riolen. De provincie beheert een paar cruciale waterlooppunten en de Vlaamse overheid bestrijkt ook een aantal waterlopen.

De bedoeling is om data van al die partners samen te brengen zodanig dat alle gegevens en informatie op één platform gecoördineerd en daar ook aan alle partners ter beschikking gesteld worden. Zo kan RAINBRAIN gebruikt worden door al die partners zodat ook zij de juiste beslissingen kunnen nemen.”

Groene waterstof, bouwsteen van een broodnodige energietransitie

Met de torenhoge energieprijzen en de oorlog in Oekraïne, zijn we koortsachtig op zoek naar alternatieven voor Russisch gas. Tegelijk maakt de toenemende opwarming van de aarde ons duidelijk dat we nog sneller werk moeten maken van de energietransitie. Het kan het ideale moment zijn om ruimte te geven aan groene waterstof.

Waterstof wordt al decennialang gebruikt in havens, door kunstmestbedrijven en de petrochemie. Het is een gas dat geen broeikasgassen of giftige stoffen vrijgeeft als je het gebruikt. De voorwaarde is wel dat je waterstof maakt met schone energie. En daar wringt het schoentje, want vandaag wordt waterstof grotendeels geproduceerd met aardgas. Deze zogenaamde ‘grijze’ waterstof levert een hoge CO2-uitstoot op. Ondernemer André Jurres vindt dat het anders kan en focust met zijn bedrijf VoltH2 op groene waterstof. “Ik ben al twintig jaar actief in de sector van duurzame energie en het potentieel van groene waterstof was mij al langer duidelijk. Waterstof is immers enorm veelzijdig. Je kan het inzetten om stroom op te slaan, maar ook als grondstof bij tal van industriële processen. Het vormt ook een ideale brandstof voor allerlei soorten van zwaar transport.”

Nu er steeds meer windenergie op zee wordt opgewekt, schept dat mogelijkheden voor de productie van groene waterstof. André Jurres vervolgt: “Om de klimaatdoelstellingen te halen moet de industrie toegang krijgen tot waterstof die CO2-neutraal is. Bijvoorbeeld door gebruik te maken van blauwe (gemaakt met aardgas waarvan de CO2 onder de grond wordt opgeslagen) of roze waterstof (gemaakt met kernenergie), maar beter nog is het om groene waterstof te produceren op basis van groene stroom.” Het biedt ook kansen voor andere sectoren, zoals het transport. “Bij personenwagens wint elektriciteit meer en meer terrein”, legt Jurres uit. “Maar zo’n batterij is niet sterk genoeg om zware vrachtschepen voort te stuwen, en al zeker niet als ze stroomopwaarts moeten varen. Groene waterstof is ook interessant voor trucks die lange afstanden afleggen en heftrucks die onafgebroken moeten werken, in beide gevallen verliest men liever geen tijd

aan opladen. En laat ons de milieuwinst voor de bouwsector, met zijn dieselverslindende generatoren, niet vergeten.” Om aan de vraag vanuit de industrie te voldoen, zullen we waterstof moeten importeren vanuit het buitenland. Maar de huidige energiecrisis benadrukt meer dan ooit het belang om daarnaast ook lokaal te produceren, een kaart die VoltH2 volop trekt. “We hebben ons eerste terrein verworven in 2020 en eind vorig jaar hebben we groen licht gekregen voor onze eerste twee waterstoffabrieken in Vlissingen en Terneuzen”, aldus André Jurres. “Door de inplanting binnen North Sea Port zitten we op de Belgisch-Nederlandse grens, wat grensoverschrijdende samenwerkingen mogelijk maakt. Er zijn heel wat grote bedrijven met interesse in onze groene waterstof. En uiteraard komt hier ook heel wat windenergie aan land waarmee we groene waterstof kunnen maken. Als alles goed gaat, starten we midden volgend jaar met de bouw en zullen we midden 2024 beginnen met proefdraaien, om volledig operationeel te zijn tegen begin 2025.”

Jurres en zijn ervaren team verkennen de markt intussen volop om nog meer sites te ontwikkelen. “Vorige maand zijn we gestart met een derde site in Groningen Seaports”, zegt hij vol trots. “En we hebben concrete

ambities voor bijkomende locaties in België en Duitsland. In eigen land focussen we hoofdzakelijk op het Gentse en Antwerpse havengebied. Ook het Albertkanaal staat op onze radar, daar zit veel industrie en het verbindt de haven van Antwerpen met Luik, dat de grootste binnenhaven van België heeft. We kijken dus niet alleen naar terreinen, maar ook naar zones met veel potentiële afnemers. Bij onze keuze voor een site zijn ook de randvoorwaarden voor de transitie naar groene waterstof, zoals een infrastructuur om de waterstof van onze fabriek naar de afnemers te brengen, belangrijk. Met die infrastructuur zijn Fluxys en zijn Nederlandse tegenhanger Gasunie nu al druk bezig.”

Om de markt voor groene waterstof te laten werken, moet de hele keten - van de opwekking van groene stroom tot de levering bij de eindafnemer - de komende jaren verder ontwikkeld worden. “Dat is hard nodig om aan de klimaatdoelstellingen te kunnen voldoen”, sluit Jurres af. “De wereld is veranderd en fossiele brandstoffen zijn niet alleen vervuilend, ze zijn door de huidige crisis ook een pak duurder geworden. Dat betekent dat de ruimte voor groene waterstof steeds groter wordt, wat vraag en aanbod zal aanzwengelen. Daardoor zal groene waterstof een van de bouwstenen van de energietransitie worden.”

“Fossiele brandstoffen zijn niet alleen vervuilend, ze zijn door de huidige crisis ook een pak duurder geworden. Dat betekent dat de ruimte voor groene waterstof steeds groter wordt, wat vraag en aanbod zal aanzwengelen.” - André Jurres, Managing Director VoltH2

VoltH2 legt zich toe op het ontwerp, de ontwikkeling, bouw en uitbating van groenewaterstoffabrieken in Europa. De eerste twee productiefaciliteiten worden momenteel ontwikkeld op de Belgisch-Nederlandse grens, in Vlissingen en Terneuzen. Deze fabrieken zullen naar verwachting operationeel zijn in 2025. Bij de start zal elke site bijna 2 miljoen kg (1.890 ton) groene waterstof per jaar produceren. Op termijn zal deze productie met de waterstofmarkt meegroeien en opgeschaald worden. In mei 2022 werd het traject voor een derde groenewaterstoffabriek in Delfzijl (binnen Groningen Seaports) aangevat. Het eindproduct zal transporteerbaar zijn via de weg, het spoor, waterwegen en pijpleidingen.

www.volth2.com

This article is from: