14 minute read

Dossier racisme: Sinterklaas kapoentje, gooi geen racisme in mijn schoentje

Sinterklaas kapoentje, gooi geen racisme in mijn schoentje

Elk jaar opnieuw wordt dezelfde discussie gevoerd: moeten we Zwarte Piet behouden of aanpassen? Wij denken dat het tijd is om de Sinterklaastraditie inclusief te maken naar alle kinderen. We gingen op zoek naar de oor-

sprong van Zwarte Piet, en spoiler alert: het Sinterklaas-

feest werd eeuwen langer zónder dan met Piet gevierd.

Het verhaal van Zwarte Piet kunnen we niet vertellen zonder het ook over Sinterklaas te hebben. In tegenstelling tot Zwarte Piet, heeft Sint-Nicolaas echt bestaan. Hij was bisschop van Myra (een stad in het huidige Turkije) in de 4de eeuw. Na zijn dood werd hij heilig verklaard, omdat er tal van wonderen aan de man werden toegeschreven. Eén daarvan is dat hij 3 vermoorde studenten terug tot leven had gewekt. De legendes die er over hem de ronde deden, maakten dat hij uitgroeide tot de beschermheilige van zeevaarders, ongetrouwde maagden, verliefden en kinderen.

In onze streken werd Sint-Nicolaas na verloop van tijd vooral geëerd in zijn rol als beschermheilige van kinderen. Vanaf de 14de eeuw zijn er sporen te vinden van feesten op 6 december (de sterfdatum van Sint-Nicolaas) zoals we die nu kennen: kinderen zetten ’s avonds hun schoen, die ’s ochtends opeens gevuld is met snoepgoed en fruit. Ook toen al werd verteld dat de Sint ’s nachts met zijn paard over de daken reed, en door de schoorsteen keek of de kinderen braaf waren geweest.

Pas vanaf het begin van de 19de eeuw komt de Sint soms op huisbezoek. Meestal kwam hij alleen, en hij was een veel angstaanjagender figuur dan nu. Zijn komst werd met rammelende kettingen aangekondigd, en hij sprak de kinderen streng toe voordat er iets uitgedeeld werd. Als de Sint niet alleen kwam, werd hij vergezeld door een soort gemaskerde ‘duivel’, die de strenge en enge rol overnam. Die slechte figuur zou gebaseerd zijn op de moordenaar van de studenten, die de Sint overwonnen had. Hij diende als tegenpool om het ‘goede’ van Sint-Nicolaas te benadrukken. De restanten van deze duivelfiguur zijn nog terug te vinden in andere landen en streken. In Oostenrijk bijvoorbeeld wordt Sinterklaas vergezeld door Krampus, in Wallonië door Père Fouettard.

De oorsprong van Zwarte Piet zoals we die nu kennen, is terug te brengen tot 1 specifiek kinderboek. De Nederlander Jan Schenkman schreef in 1850 het boekje ‘Sint Nikolaas en zijn knecht’. Daarin werd Sinterklaas voor het eerst afgebeeld met een ‘knechtje, dat zwart is van kleur’. Die knecht leek nog in niets op de duivelsfiguur die in andere streken Sinterklaas vergezelde. De knecht van Schenkman heeft een donkere huidskleur, en draagt kledij die gangbaar was voor zwarte pages uit de 16de eeuw. Pages waren (vaak tot slaaf gemaakte) zwarte jongens die als knecht binnenshuis werkten voor rijke Nederlandse gezinnen. Ze werden rijkelijk en ‘mooi’ aangekleed, omdat ze werden gezien als een statussymbool voor rijke kooplieden en adellijken.

De huidskleur en kledij van de knecht zijn geen toeval. In Schenkman’s tijd waren bijna alle zwarte mensen op Nederlands grondgebied tot slaaf gemaakt. Vanaf 1630 handelde de West-Indische Compagnie in slaven die dwangarbeid verrichtten op plantages in de ‘Nieuwe Wereld’. De slavenhandel werd officieel in 1814 afgeschaft, maar ging in de praktijk tot 1860 door. In 1863 werd slavernij op papier afgeschaft, maar toch duurde het nog 10 jaar voor er in de praktijk sprake was van vrijheid voor de gevangen Afrikanen. Om slavernij te kunnen ‘rechtvaardigen’ werd er een negatief en racistisch beeld van zwarte mensen geschetst: ze werden gereduceerd tot dom, kinderlijk, onderontwikkeld en afhankelijk (van een witte meester). Uit deze uiterst racistische context is Zwarte Piet geboren. Zwarte Piet met zijn gebroken taal, domme streken, en vroegere roe, diende (en dient) als tegenpool om de wijsheid en goedaardigheid van Sint-Nicolaas in de verf te zetten.

Misschien denk je nu: ‘Maar het zijn nu toch gewoon witte mensen die zich verkleden, dat is toch niet hetzelfde als zwarte mensen knecht laten spelen?’ Ook dat verkleden is helaas niet onschuldig. Het idee van witte mensen die zich zwart schminken en dan grappen en grollen uithalen, komt van ‘minstrel shows’. Deze shows ontstonden in Amerika en werden vooral populair na de afschaffing van de slavernij. Witte mensen hadden geen slaven meer die ze konden verplichten om als nar of entertainer op te treden. Dus schminkten ze zich zwart, en deden ze alsof er wél nog een zwarte slaaf op het podium stond om mee te lachen. Die shows bleven niet enkel in Amerika, maar kwamen ook naar Europa. Vanuit die traditie is Zwarte Piet zo kwetsend: witte mensen die zich zwart schminken om de onnozelaar uit te hangen is niet onschuldig. Het stamt af van witte mensen die niet konden verkroppen dat er geen slaven meer waren om mee te lachen, en zich dus maar als hun verkleedden.

Zwarte Piet is daarom zoveel meer dan een vrolijke figuur van een kinderfeest. Zeker omdat in de rest van de samenleving zwarte mensen nog pijnlijk ondergerepresenteerd zijn. Als je als kind in een witte omgeving opgroeit, geen of heel weinig zwarte mensen in de media ziet, behalve in november en december als een grappige, karikaturale sprookjesfiguur, laat dat zijn sporen na. Of je dat nu wil of niet, je zal dan onbewust een zwarte of donkere huidskleur gaan associëren met die racistische stereotypen zoals een beetje dom, klunzig, altijd de helper maar nooit de baas. Die kinderen groeien uiteindelijk op, en hun onbewuste stereotypen nemen ze als volwassene mee wanneer ze moeten beslissen wie ze aannemen voor een job, aan wie ze hun stem toevertrouwen, en welke mensen hun capabel en betrouwbaar lijken en welke niet. Die effecten beperken zich niet tot witte kinderen, ook zwarte kindjes kunnen die stereotypen internaliseren en zo een negatief zelfbeeld ontwikkelen (nog los van het pesten dat voor sommige zwarte kinderen toeneemt rond Sinterklaas).

Met de aanpassing van Zwarte Piet naar Roetpiet, Blauwe Miet of Groene Piet zullen we racisme niet oplossen. Daar is betere representatie en op nog vele andere vlakken structurele verandering voor nodig. Maar het is alvast een waardevolle stap in de goede richting om onze kinderen niet te bombarderen met stereotypen over mensen met een donkere huidskleur. Zo wordt Sinterklaas een feest waar alle kinderen met evenveel plezier van kunnen genieten.

Bronnen: Stichting Nederland Wordt Beter, Sinterklaasje kom maar binnen zonder knecht; Lulu Helder en Scotty Gravenberch (red.), Het laatste wat ik nog wil zeggen over racisme; Dalilla Hermans.

Zij komt, zij komt …

© instagram queen.nikkolah

© instagram queen.nikkolah Queen

Nikkolah

Culturele tradities evolueren doorheen de tijd. Denk maar aan de manier waarop het concept van lentefeest stilaan het christelijke communiefeest inhaalt als overgangsritueel naar volwassenheid. Of hoe Halloween terug naar Europa kwam overgewaaid, nadat de voorloper ervan (‘All Hallow’s Eve – Allerheiligen) eerst door Ierse settlers naar de VS was meegebracht. Tegelijk zien we ook volledig nieuwe gebruiken ontstaan: waar vroeger de geboorte van een baby gevierd werd met kraambezoek en het doopsel, is de ‘babyborrel’ nu volledig ingeburgerd als hoogtepunt van de feestvreugde om de komst van een kleine spruit.

Tijden veranderen dus, ook voor cultureel erfgoed. En waar dat voor sommige mensen gepaard gaat met een ervaring van verlies, betekent het uiteindelijk in de meeste gevallen gewoon: meer plezier voor iedereen.

Nu het besef stilaan groeit dat ook het Sinterklaasfeest aan een update toe is, beginnen een aantal leuke, meer hedendaagse alternatieven op te poppen. Dat gebeurt vooral met het oog op een inclusiever verhaal, zonder bittere koloniale nasmaak. Terwijl Nederland bijvoorbeeld nu een zwarte ‘Sint-Mauritius’ heeft, kunnen wij in ons eigenste Belgenlandje sinds enkele jaren met veel trots en blijdschap uitkijken naar de komst van … Queen Nikkolah!

Een feest voor álle kinderen …

Het begon allemaal in 2017 met een idee van performance artivist (artiest-activist) Laura Nsengiyumva. De jonge Brusselse met Rwandese roots voelde zich nooit blij bij de aankomst van de Sint en Zwarte Piet – in Franstalig België bekend als de gemene ‘Père Fouettard’. Meer nog: die angstaanjagende figuur zorgde er voor dat ze als kind op een bepaald moment zwarte mannen met gevaar ging associëren, en ze werd tijdens de Sinterklaasperiode soms zelfs bang voor haar eigen vader. Al heel vroeg verlangde Laura daarom naar een meer inclusieve benadering van het Sintfeest.

Jaren later besliste ze, als bijna-dertiger en intussen artistiek onderzoeker aan het KASK in Gent, om deze traditie - een kindervriend die geschenkjes en lekkers uitdeelt in december – radicaal te gaan herinterpreteren. Om er een feestperiode van te maken waar álle kinderen van kunnen meegenieten, riep ze een nieuwe mythische winterfiguur in het leven: ze belichaamt Queen Nikkolah, een vrouwelijke, zwarte evenknie voor de traditionele Sinterklaas. Met dat alter ego kaart ze sindsdien enerzijds op speelse manier de problematische figuur van Zwarte Piet aan, en probeert ze anderzijds een positief tegengewicht te bieden aan de kwalijke effecten van de huidige traditie op de verbeelding van kinderen.

Ondanks de duidelijke verschillen herkennen nagenoeg alle kinderen in Queen Nikkolah meteen een Sint-achtig personage. Ze draagt een elegant rood kostuum met gouden accenten, een lange cape, een staf en een heel bijzondere hoge mijter, gemaakt uit vlechtjes en kralen. Laura’s haar, waar ze vroeger als kind vaak om werd gepest, vormt op die manier nu een symbool van autoriteit en wijsheid, zoals een baard dat nog vaak doet bij oudere witte mannen. De prachtige vlechtenmijter levert in die zin dus ook kritiek op de manier waarop macht in onze samenleving als bijna vanzelfsprekend en nogal gratuit wordt toegedicht aan een bepaalde groep mensen op basis van hun gender, huidskleur en leeftijd.

… een moment van reflectie voor ouders

De kinderen zijn alvast grote fan: ze krijgen cadeautjes, snoep en mandarijnen, en gaan vol bewondering en met pretlichtjes in de ogen bij Queen Nikkolah op de schoot voor een foto. De meesten staan er niet lang bij stil dat dit wel een heel speciale ‘Sint’ is, en sommigen uiten zelfs dat ze ervan dromen om ‘later als ze groot zijn’ te worden zoals zij. Maar de kindjes zijn zeker niet de enige doelgroep van Laura’s artivisme. Door de oude traditie letterlijk in een nieuw jasje te steken, creëert de komst van Queen Nikkolah vooral ook een reflectiemoment voor (witte) ouders, door de westerse koloniale denkpatronen achter de Sint-en-Pietentraditie bloot te leggen. De oudere generatie zit vaker met een interne tweestrijd: blijven ze hangen in een soort van nostalgie naar de herinneringen aan hun eigen jeugd, of beslissen ze hun kinderen (ook) iets nieuws mee te geven? Want Queen Nikkolah stelt niet alleen de grenzen van gender en ras in dit culturele gebruik in vraag; ze schotelt de maatschappij ook meteen een eigentijds alternatief voor. Ze biedt zo een blik op een andere, meer inclusieve en dynamische toekomst voor ons erfgoed dat we met z’n allen kunnen delen.

In elk geval is de maatschappelijke verandering ingezet: de generatie die nu opgroeit in ons land is diverser dan ooit, en veel van onze kinderen en jongeren hebben vandaag hun blik al volop op de wereld gericht. Laat ons hopen dat ze allemaal tot flinke, en ook soms wat rebelse wereldburgers zullen opgroeien. En intussen is het artistieke concept van Laura een heuse beweging geworden, met meerdere Queen Nikkolahs die, als de gezondheidssituatie het toelaat, ook dit jaar in november en december hun opwachting zullen maken op evenementen voor kinderen én hun ouders. Hou dus vooral je oren en ogen goed open, want wie weet komt deze bijzondere dame wel bij jou in de buurt langs. En dan krijg je vast wat lekkers, of je nu zoet bent geweest of niet.

Laura Nsengiyumva is als artistiek onderzoeker verbonden aan KASK & CONSERVATORIUM School of Arts Gent en Howest.

Queen Nikkolah maakt deel uit van haar onderzoeksproject “Shaping the presence of the African Diaspora in Belgium. Inclusive city-making tools.” dat wordt gefinancierd door het Onderzoeksfonds Kunsten van HOGENT.

queen_nikkolah

queen.nikkolah

Ama

Kissi

“De gevolgen van racisme moeten gezien worden als gezondheidsprobleem”

Racisme komt voor in heel wat lagen van de maatschappij en de gezondheidszorg vormt geen uitzondering. Ama Kissi is doctor in de psychologie. Momenteel doet ze onderzoek aan de universiteit van Gent naar raciale discriminatie binnen de pediatrische pijnzorg.

Raciale discriminatie in de gezondheidszorg Je doet onderzoek naar de raciale discriminatie binnen de gezondheidszorg, kan je daar wat meer over vertellen? “Ik wil vooral uitzoeken waarom zwarte mensen en meer specifiek zwarte kinderen gediscrimineerd worden in de pijnzorg. Een voorbeeld van dergelijke discriminatie is bijvoorbeeld dat, in tegenstelling tot witte mensen, zwarte mensen minder pijnmedicatie krijgen terwijl ze aangeven dat ze pijn hebben of dat ze een minder geschikte pijnbehandeling krijgen. Dit onderzoek is geïnspireerd door Amerikaanse bevinden. Wat betreft raciale discriminatie in de pijnzorg in België is weinig geweten.”

Is uit Amerikaans onderzoek al gebleken welke mogelijke mechanismen achter die raciale discriminatie zitten? “Vooroordelen zouden mee kunnen spelen. Uit onderzoek blijkt dat vooral witte hulpverleners overtuigd zijn dat zwarte mensen beter tegen pijn kunnen. Ook empathie kwam naar voren als mogelijke factor. Meer specifiek wordt verondersteld dat witte hulpverleners minder empathie hebben voor het lijden van zwarte mensen. Dat kan ervoor zorgen dat ze een minder goede behandeling krijgen. Dit zijn enkele factoren die onderzocht werden bij volwassenen. Momenteel is echter nog niet duidelijk of deze factoren ook gelden voor zwarte kinderen.”

Kort geleden bracht Malone Mukwende, een student geneeskunde aan de universiteit van Londen, een boek uit over hoe bepaalde ziektebeelden zich vertonen op een donkerdere huidskleur. Is dit iets soortgelijks? “Ja, eigenlijk wel. Het verschil is alleen dat het hier gaat over de diagnose terwijl de onderzoeken waar ik eerder over sprak zich focussen op de behandeling. Dus als je een juiste behandeling wil geven moet je een juiste diagnose gesteld hebben. We zien dat pijn bij zwarte in vergelijking met witte mensen vaak onderschat wordt. Het achterliggend probleem lijkt wel op elkaar. Wanneer er onvoldoende kennis is over bepaalde huidziektes op donkerdere huidtypes, en over de perceptie van pijn bij zwarte mensen, bestaat de kans dat patiënten een diagnose mislopen of een verkeerde diagnose krijgen. Het gevolg hiervan is dan dat er geen of een verkeerde behandeling wordt opgestart. Mentale kwetsbaarheden Er heerst nog altijd een taboe bij bepaalde culturele groepen over mentale kwetsbaarheden. Hoe kan dit verholpen worden? “Daar is een veelzijdige aanpak voor nodig. Ik denk dat op grote schaal invloedrijke mensen binnen bepaalde gemeenschappen een rol kunnen spelen. Die kunnen ervoor zorgen dat er minder taboe is rond de mentale gezondheid van de mens. Het is ook geweten dat gedrag observeren het gedrag van de andere beïnvloedt. Wanneer iemand informatie krijgt of gewoon het gedrag observeert van iemand waar hij of zij naar opkijkt dat dat al wat teweeg kan brengen. Dat is niet iets dat van de ene dag op de andere verandert, maar ik denk wel dat we een mooie evolutie kunnen maken. De jongere generatie is meer gekend met het onderhouden van zijn mentale gezondheid en met het naar hulp zoeken.”

Psychologen kunnen foute diagnoses stellen of behandelingen voorstellen. Hoe denk je dat dit kan opgelost worden? “Ik denk dat het al begint bij de opleiding. Mensen worden daar klaargestoomd om in de hulpverleningssector te werken. Ik vind dat het culturele aspect meer aan bod moet komen, in álle vakken. Ik ben geen voorstander van een losstaand vak dat zich richt op cultuur-sensitieve therapie en dat in andere vakken niets van dit aspect voorkomt. In heel wat onderzoeken zijn de proefpersonen vaak witte Westerse mensen.”

“Het is belangrijk dat ook andere onderzoeken met andere populaties aan bod komen. Dan kan je je de vraag stellen of de criteria die gehanteerd worden voor bijvoorbeeld depressie gegeneraliseerd kunnen worden naar niet-witte Westerse mensen. Ik betwijfel dat. Verder zou er niet alleen meer aandacht gevestigd moeten worden op het mentale aspect maar ook het fysieke zou aanbod moeten komen. Zo is geweten dat in sommige gevallen niet-Westerse groepen anders over hun fysieke gezondheid (bv. pijn) communiceren.”

“Het is belangrijk dat je als startende psycholoog je patiënt in zijn gehele context bekijkt. Je kan niet aan een patiënt vragen om

geen rekening meer te houden met familieleden of mensen uit de directe omgeving als die persoon uit een collectieve gemeenschap komt. Je moet dan als psycholoog op zoek gaan naar een manier zodat de patiënt aan zichzelf kan werken en je ook rekening houdt met de culturele context.”

Racisme is de laatste tijd een heel actueel thema en dat zorgt ervoor dat slachtoffers van racisme na een tijd mentaal uitgeput zijn. Wat is jouw advies voor hen? “Het is inderdaad een heel actueel thema en we krijgen vaak het gevoel dat we er steeds mee bezig moeten zijn. Dat we steeds op de hoogte moeten zijn en onze mening daarover moeten uiten. Het is oké om dat eens aan je voorbij te laten gaan wanneer je voelt dat je er geen energie voor hebt. Je kan dan gewoon hopen dat het werk van activisten en mensen die een beleidsfunctie hebben tot echte veranderingen leidt.”

“Het mag ons ook niet verwonderen dat een constante blootstelling aan racisme voor gezondheidsproblemen zorgt. Ik vind dus ook dat dit moet gezien worden als gezondheidsprobleem. Het heeft zowel een impact op mentaal als op fysiek vlak. We mogen ook niet vergeten hoe veerkrachtig mensen van kleur zijn. We slagen erin om onszelf te ontplooien en doelen te bereiken in omgevingen die het ons niet gemakkelijk maken. Los van wat mensen doormaken komt dit er bovenop en dat wordt vaak onderschat.”

This article is from: