“Vroeger werden mijn broertje en ik opgesloten met wat brood en water, nu voel ik me weer veilig.”
ADE 4 JAAR
Ik woon sinds anderhalf jaar in een huis van SOS kinderdorpen. Het huis staat in de wijk waar ik en mijn broertje geboren zijn. Mijn moeder ging dood bij de geboorte van mijn broertje. Dat is nu twee jaar geleden. Het was hele moeilijke tijd. Mijn moeder werkte omdat mijn vader geen werk had. Hij moest nu werk gaan zoeken in de stad. Ik weet nog goed dat hij ons dagen opsloot met wat brood en water. Een kleine baby kan nog niet eten, dus mijn broertje was er slecht aan toe. Gelukkig hebben mensen in onze omgeving dit gemerkt en is SOS gewaarschuwd. Nu woon ik in een mooi huis en heb ik vijf nieuwe broertjes en zusjes. Mijn jongste zusje is twee en de oudste is acht. Het is een drukke bende, maar ik voel me weer veilig. Nieuw leven opbouwen Het is fijn dat we in onze eigen wijk konden blijven wonen. Het is vertrouwd en toch kunnen we ook een nieuw leven opbouwen. Onze school is om de hoek en mijn vriendjes wonen allemaal vlakbij. Ik vind dat heel fijn. Mijn nieuwe moeder is er altijd. Zij heeft alles opgegeven om ons te verzorgen. Zij geeft ons alles wat we nodig hebben. Ik heb ook een nieuwe vader. Iedereen noemt hem ‘big daddy’. Hij is vader voor veel SOS kinderen en komt soms langs, want hij moet overal zijn. Onvoorwaardelijk Ik ben erg op mezelf en kijk altijd de kat uit de boom. Spelen met mijn broertjes en zusjes vind ik heel fijn, maar ik trek mezelf ook vaak terug. Na alles wat er is gebeurd vind het moeilijk om iemand zomaar te vertrouwen. Maar áls ik iemand mag, is het onvoorwaardelijk en geef ik mijn hart. Ik voel me erg verantwoordelijk voor mijn broertje. Ik bescherm hem en houd hem altijd in de gaten. Talent en droom Ik kan niet goed tegen onrecht en weet altijd wie er gelijk heeft. Bij ruzie kom ik altijd tussen beide en bedenk ik een oplossing waar iedereen blij mee is. Ze zeggen over mij dat ik later vast rechter word, maar mijn grote droom is vliegen, als piloot de hele wereld rond.
06:00 Ik deel een slaapkamer met mijn broertjes, we hebben ieder een eigen bed.
07:00 We zijn met zeven, dus als ik waker word moet ik wachten op onze wasbeurt.
07:30 Mama wast ons in een teil op het balkon, want er is geen stromend water.
09:00 Wij ontbijten met pap gemaakt van water en allemaal verschillende poeders en brood.
11:00 Dit is mijn nieuwe broertje, we zijn even oud en spelen veel samen. Hij lacht eigenlijk nooit, behalve als hij met mij speelt.
12:00 Er zijn altijd mensen om me heen, soms heb ik behoefte aan een moment voor mezelf.
13:00 Buiten is waar wij vandaan komen, binnen is het veilig.
14:00 Dit is mijn biologische broertje. Ik zal over hem waken.
15:00 Aan speelgoed geen gebrek. Het is een paradijs hier, zeker als ik het vergelijk met vroeger.
16:00 Wij gaan af en toe naar buiten. Dan moeten we allemaal handen vast, mama is bang dat er iets gebeurt.
17:00 Het is fijn om ook met vriendjes van school te spelen als we buiten zijn.