“Soms vind ik het moeilijk om dingen te delen. Dit ben ik aan het leren.”
YARO 7 JAAR
Ik woon nu in het SOS kinderdorp in Aboisso, maar ben geboren in een dorp hier twintig kilometer vandaan. Daar is de traditie dat ieder tiende kind in een familie verbannen of gedood wordt. Eerder werd dit kind juist gevierd en had het aanzien, omdat het juist een prestatie was dat een familie zoveel kinderen kreeg. Maar de Koning van toen was geen tiende kind en erg jaloers op zijn broertje die dat wel was. Hij heeft de traditie omgegooid uit wraak. Vanaf dat moment werd het tiende kind op deze wijze gestraft. Ik was ook een ‘tiende kind’. Nieuwe identiteit Het SOS kinderdorp waar ik nu woon is gebouwd vlak bij het dorp waar ik vandaan kom. Ze vangen veel ‘tiende kinderen’ op die anders geen kans hebben. Wij leven hier anoniem en krijgen bij aankomst in het SOS kinderdorp een nieuwe identiteit. Als mensen uit ons oude dorp horen dat wij nog leven, worden we alsnog gedood. Mijn naam heeft SOS Kinderdorpen mij gegeven.
Bad boy Ik vind het lastig om mensen te vertrouwen en ben altijd bang dat ik iets tekort kom. Aandacht is heel belangrijk voor mij. In het SOS kinderdorp ga ik naar school. Nu is het vakantie. Veel kinderen zoeken hun familie op in de vakantie. Ik blijf in het kinderdorp, net als mijn broertjes en zusjes die ook allemaal ‘tiende kinderen’ zijn. Ik voel altijd onrust in mijn lichaam en ben heel druk. Ik zoek vaak onbewust ruzie en sta in het kinderdorp bekend als bad boy. Onvoorwaardelijke liefde In het kinderdorp kom ik niets te kort. School gaat goed, ook al heb ik moeite met concentreren. Er is altijd eten. We worden goed verzorgd. Toch zal ik me altijd afvragen hoe het voelt om echte moederliefde te ontvangen. Of een klop op mijn schouder van een grote broer. Veel mensen begrijpen niet hoe het voelt om niet gewenst te zijn. Het gevoel dat je niet mag zijn. Natuurlijk is de SOS familie nu mijn familie, maar onvoorwaardelijke ouderliefde ga ik nooit meer voelen.
06:00 uur Dit is mijn bed. De slaapkamer deel ik met twee broertjes.
07:00 Ik haal water, soms komt er niets uit de kraan. Dat is normaal op het platteland van Afrika.
09:00 Wij bidden onder het eten, maar ik vind het moeilijk om me daar op te concentreren.
10:00 Wij hebben een groot terras waar we veilig kunnen spelen.
11:00 Soms vind ik het moeilijk om dingen te delen, dit ben ik aan het leren.
11:30 Het is erg belangrijk voor me dat ik niks tekort kom.
12:00 Het eten is druk en chaotisch. Als ik het slim speel schenkt mijn moeder me twee keer in, terwijl zij denkt dat het de eerste keer is.
14:00 Als ik tv kijk vergeet ik de rest van de wereld. Daar kan ik me wel op focussen, het maakt me rustig.
15:00 Dit is mijn favoriete speelgoed. Ik ren er het hele dorp door en beeld me in dat ik in een auto rijd.
15:30 Ik ben het delen echt aan het leren. Dat betekent niet dat ik het al kan.
17:00 Aandacht is heel belangrijk voor me en is nooit genoeg. De fotograaf ging weg, maar afscheid is voor mij iets waar ik niet mee om kan gaan. Ik heb verlatingsangst.