Maart 2009
Zomer 2008 vroeg ROOD samen met SP-Kamerlid Manja Smits flexwerkers naar hun ervaringen.
Bijbanen studenten op de tocht Door: Daan Brandenbarg Foto: Archief ROOD
Enige maanden geleden leek het kapitalisme definitief aan zijn einde te zijn gekomen. De ene na de andere bank ging failliet of moest door de staat worden gered met astronomische bedragen. Huizenprijzen stegen niet meer, grote bedrijven kondigden economisch zwaar weer aan en economen en analisten tuimelden over elkaar heen met voorspellingen. Oorzaak van dit alles: de kredietcrisis. Wat merken studenten eigenlijk van deze crisis? Het zal je vast niet ontgaan zijn, zo gauw je het nieuws aanzet of de krant openslaat, word je doodgegooid met berichten over de crisis in de financiële wereld. De crisis die ooit begon als probleem op de Amerikaanse huizenmarkt heeft zich uitgebreid tot het wereldwijde financiële systeem en de reële economie. Door het gebrek aan toezicht was het mogelijk dat banken investeerden in onduidelijke en risicovolle financiële producten. Toen dat misliep en een aantal banken en verzekeringsmaatschappijen in de problemen kwam, durfden banken elkaar geen geld
meer te lenen. Als gevolg hiervan lenen banken ook steeds moeilijker geld uit aan bedrijven en particulieren. Alleen al in Nederland kwamen verschillende banken en financiële instellingen in grote problemen. Om Fortis te redden moest het zelfs genationaliseerd worden. Daarnaast verleende de overheid voor miljarden aan steun aan bedrijven als ING en Aegon. Dit is natuurlijk allemaal zeer ernstig, maar lijkt tegelijkertijd voorlopig een vervan-mijn-bed-show voor de gemiddelde student. Zijn er gevolgen voor studenten in Nederland en zo ja, wat staat ons dan te
wachten? Een pluspunt voor studenten is dat ze meestal geen grote bedragen op de bank hebben staan en dus niet bezorgd hoeven te zijn dat hun spaargeld in rook opgaat. Bovendien heeft het grootste gedeelte van de studenten geen duizenden euro’s aan aandelen die in waarde gehalveerd zijn. Wat betreft spaartegoeden hoeft de gemiddelde student zich dus geen zorgen te maken. Veel studenten werken als uitzendkracht. De afgelopen maanden werden duizenden uitzendkrachten en flexwerkers de laan uit gestuurd bij een aantal grote Nederlandse
Blik Opener is een uitgave van de studentenwerkgroep van ROOD, jong in de SP, en de Tweede Kamerfractie van de SP.
Vijverhofstraat 65 3032 SC Rotterdam • T (010) 243 55 57 • F (010) 243 55 66 • I www.rood.sp.nl en www.sp.nl/onderwijs • E rood@sp.nl
bedrijven. In november riepen de vakcentrales FNV en CNV op om flexwerkers en uitzendkrachten te beschermen tegen de gevolgen van de crisis. Studenten die vaak een deel van hun studie bekostigen met bijbaantjes, vaak als uitzendkracht of met een flexibel contract, kunnen het in de toekomst
weleens moeilijk krijgen om hun baantje te behouden of er een te vinden. Niet alleen de bijbaantjes zijn op dit moment onzeker. Hoe staat het eigenlijk met het vinden van een baan na je studie als de crisis doorzet? Omdat niemand een glazen bol bezit is deze vraag lastig te beantwoorden. Als
de economie in een flinke recessie of zelfs depressie terecht komt, is het mogelijk dat er veel minder banen beschikbaar zijn voor pas afgestudeerden. Als dat gebeurt, dan is de crisis ineens geen ver-van-mijnbed show meer, maar ondervinden ook wij de nadelige gevolgen van het kapitalisme.
Wie bepaalt de kwaliteit van het onderwijs? Door: Marco ter Brake Foto: Schriever/Flickr.com
Minister Plasterk van Onderwijs is van plan om een harde knip in te voeren in het hoger onderwijs. Dit plan houdt in dat studenten niet mogen doorstromen naar de master als zij de bachelorfase van hun opleiding niet hebben afgerond. Dit is een slecht voorstel omdat het studievertraging op zal opleveren. We kunnen ons echter ook afvragen of de politiek zich hiermee niet te veel met het onderwijs en de universiteiten gaat bemoeien. Of moet de politiek zich juist meer met de kwaliteit van het onderwijs gaan bemoeien?
? e i
w
Universiteiten en hogescholen zijn organisaties die zelfstandig mogen beslissen hoe zij onderwijs geven en hun geld besteden. Het ministerie van onderwijs (OCW) staat wel garant voor de kwaliteit van het hoger onderwijs. Om de kwaliteit van opleidingen te toetsen moet eens in de zes jaar de opleiding geaccrediteerd worden. Door de accreditatie wordt een opleiding getoetst aan de basiskwaliteit en wordt een eenduidig oordeel over de kwaliteit van de opleiding gegeven. Als de basiskwaliteit niet voldoende is, kan de minister beslissen om bijvoorbeeld geen studenten meer in te laten schrijven voor de studie of andere maatregelen nemen. Maar wat is kwaliteit van onderwijs eigenlijk en wie moeten precies
de kaders voor die kwaliteit bepalen? Universiteiten krijgen geen geld van de overheid voor het aanbieden van goed onderwijs, maar ze krijgen geld voor studenten die de opleiding met succes hebben afgerond. Dit systeem kan ertoe leiden dat de kwaliteit verslechtert: door makkelijkere cursussen aan te bieden slagen er meer studenten, zodat universiteiten meer geld krijgen. Naast de toetsing geeft de accreditatie ook adviezen voor verbetering. Deze adviezen komen echter pas nadat de problemen zich hebben voorgedaan, de accreditatie is immers achteraf. Zou het niet veel beter zijn dat er duidelijkere richtlijnen komen waaraan opleidingen zich moeten houden? Bijvoorbeeld
de eis dat Engelstalig onderwijs wordt gegeven door docenten die een cursus Engels met succes hebben afgerond of een regel dat student-assistenten geen tentamens mogen nakijken. Deze regels kunnen door de universiteit of de politiek opgedragen worden. Kan de politiek deze regels het beste landelijk invoeren of is het aan de universiteiten zelf om samen met studenten en docenten regels voor de opleidingen te maken? ROOD is benieuwd naar jouw mening over de kwaliteit van onderwijs en wie, de politiek of de universiteiten, de regels voor het onderwijs moeten bedenken. Discussieer daarom mee op rood.sp.nl/ discussie/onderwijskwaliteit en laat weten wat jij vindt!
Student draait op voor kosten Door: Jouke de Boer Foto: philharmonie de paris/Flickr.com
Bouwkundestudenten aan de Technische Universiteit Eindhoven (TU/e) moeten vanaf september gaan betalen voor de materialen die ze nodig hebben bij het maken van maquettes, een verplicht onderdeel van de studie. Naast een vacaturestop is dit de tweede bezuinigingsmaatregel. Tegelijk is het een tweede verslechtering van de kwaliteit van het onderwijs aan de faculteit.
Wat kost een maquette straks? Redenen voor deze maatregelen zijn de geldproblemen bij de faculteit. Deze problemen zijn een direct gevolg van het kabinetsbeleid. Zo heeft minister Plasterk besloten om 100 miljoen van de eerste geldstroom – de geldstroom die direct van het ministerie naar de onderwijsinstellingen gaat – over te hevelen naar de tweede geldstroom. Het geld uit deze geldstroom wordt door zelfstandige publieke organisaties zoals NWO verdeeld over de universiteiten, meestal op projectbasis voor bijvoorbeeld wetenschappelijk onderzoek. De gehele TU/e ontvangt hierdoor in 2009 minder geld dan verwacht. Daarnaast is binnen de universiteit sinds enkele jaren een nieuw intern verdeelmodel ingevoerd. Hierin is een aantal toeslagen verdwenen, terwijl onderzoek en het binnenhalen van de derde geldstroom – projectgebonden financiering, meestal vanuit bedrijven – met extra geld worden beloond. De faculteit bouwkunde, die het op deze terreinen relatief slecht doet, wordt dus dubbel gekort. De faculteit heeft hierom besloten om te bezuinigen op onder andere het personeel en de materiaalkosten. Beide maatregelen treffen de student direct: de kwaliteit van het onderwijs gaat omlaag, en de studenten moeten bovenop het collegegeld en boeken nog meer gaan
betalen. Minder personeel betekent immers minder begeleiders bij projecten, en dus grotere groepen en minder aandacht per student. Uit een enquête door ROOD en een aantal studenten van de universiteitsraad blijkt dat een derde van de bouwkundestudenten hier al mee te maken heeft. Ook letterlijk wordt de rekening door studenten betaald, door materiaalkosten in rekening te brengen. “Een grondplaat voor een stedenbouwkundige maquette gaat mij zo een tientje kosten, en dan moet ik voor de gebouwen ook nog gaan betalen.” aldus een student bouwkunde. Voorlopig gaat het nog om enkele, overigens veel gebruikte, materialen, maar de universiteit mikt op een uitbreiding van het aantal materialen waarvoor betaald moet worden. Op die manier wil men besparen op de kosten en tegelijkertijd materiaalverspilling terugdringen. Dit laatste is op zich een goed doel, maar kan ook gerealiseerd worden door studenten bewuster te maken van de kosten. Hier wordt al eerder mee gestart, maar nog steeds wil het faculteitsbestuur dat studenten volgend collegejaar gaan betalen. De trend dat onderwijsinstellingen kosten overhevelen naar studenten bestaat al langer zo blijkt uit onderzoek van ROOD en de SP, gedaan in 2007.¹ Dit is een gevaarlijke trend. Studenten
betalen al € 1565,- collegegeld per jaar (2008), wat overigens de komende jaren, naast de inflatie, met € 22,- per jaar verhoogd zal worden. Daarnaast zijn er nog veel bijkomende kosten, gemiddeld € 686,- per jaar voor universitaire studenten en € 825,- voor HBO-studenten, met uitschieters tot enkele duizenden euro’s. Deze bedragen komen uit boven het, toch al hoge, normbedrag van € 650 voor dit collegejaar en zullen met de eerder genoemde trend alleen maar groeien. Steeds meer kosten komen dus op het bordje van de student terecht. Het gevaar hiervan is dat studenten het steeds moeilijker zullen krijgen om rond te komen. Wanneer studeren steeds duurder wordt, zullen studenten naast hun studie, meer nog dan nu al gebeurt, moeten gaan werken. Er blijft dan minder tijd over voor het studeren, wat resulteert in slechtere resultaten en een langere studieduur (met alle financiële gevolgen van dien). Ook zal het voorkomen dat studenten bepaalde studies vanwege de hoge kosten zullen mijden. In bepaalde beroepsgroepen zullen tekorten ontstaan en de kans bestaat dat studeren alléén nog is weggelegd voor kinderen van rijke ouders. Vooral dat laatste is een doorn in het oog van ROOD en de SP. Iedereen in dit land moet een eerlijke kans krijgen om het leven zo in te richten zoals hij of zij dat zelf wil. Daar hoort uiteraard een vrije studiekeuze bij, want hier wordt immers bepaald wat iemand grofweg 40 jaar van zijn leven gaat doen. Wanneer steeds meer kosten worden overgeheveld naar studenten, wordt de toegankelijkheid van het onderwijs aangetast. Hierdoor wordt steeds grotere groepen de kans ontnomen op een goede opleiding. Dit is onaanvaardbaar. De overheid moet ervoor zorgen dat universiteiten genoeg geld krijgen voor goed en betaalbaar onderwijs, en de universiteiten moeten vervolgens de goede keuzes maken wat zij met dat geld doen. 1
www.sp.nl/service/rapport/studiekosten07.pdf
meelopen met de huurcommissie
Te hoge huur? Een huis met ernstige gebreken? Betaal je een inclusief prijs huur en energie, maar zijn de servicekosten vaag of veel te hoog? Tijd voor de Huurcommissie! Om te zien hoe die commissie te werk gaat, liep ik een dag mee. Door: Eva Gerrebrands ROOD organiseert ieder jaar de huisjesmelker van het jaar verkiezing. Huurders kunnen hun huisbaas nomineren voor de deze oneervolle prijs. Wanneer je een slechte huisbaas hebt of een conflict met je huisbaas, is het ook verstandig naar de Huurcommissie te gaan. De Huurcommissie is een onafhankelijke organisatie die zich bezighoudt met geschillen tussen huurder en verhuurder over onderhoud, huurprijs en servicekosten van huurwoningen 12.45 Voordat de zittingen beginnen wordt mij uitgebreid
verteld wat de Huurcommissie doet. Uit onderzoek van de Huurcommissie en de ervaringen van ROOD blijkt dat niet iedereen de weg naar de Huurcommissie weet te vinden, of dat mensen er niet naartoe gaan omdat ze niet goed weten hoe dit moet. De Huurcommissie is eigenlijk heel laagdrempelig. Je hebt bijvoorbeeld geen advocaat nodig, je hoeft slechts € 11,te betalen (dit krijg je zelfs terug als je in het gelijk wordt gesteld) en na het invullen van één formulier gaat de rest bijna
Ik word nú lid van ROOD en maak ROOD de grootste en beste politieke jongerenorganisatie van Nederland
Machtiging Ik ben 16 jaar of ouder en jonger dan 28 jaar. Ik word lid van ROOD en de SP en machtig jullie het volgende bedrag per kwartaal af te schrijven als contributie:
kwartaalbijdrage
5,– (minimum)
10, –
anders
(De minimale contributie per jaar is 5,– voor ROOD en 15,– voor de SP.)
Ik ben 14 of 15 jaar en ik word lid van ROOD (SP-lid worden kan pas vanaf 16 jaar) Ik machtig jullie het volgende bedrag af te schrijven als jaarlijkse bijdrage:
5,– (minimum)
10, –
anders
naam
roepnaam
voorletters
adres postcode
plaats
telefoon
geboortedatum
rekeningnummer
Als welkomstcadeau ontvang ik een T-shirt: dames heren
BLIKOPENER MAART 2009
S
M
datum
L
XL
XXL
handtekening Stuur deze bon terug naar: ROOD, Antwoordnummer 30542, 3030 WB Rotterdam
Je kunt deze machtiging stopzetten met een telefoontje of een e-mail aan de SP: 010 243 55 40 of administratie@sp.nl
m/v
vanzelf. In de meeste gevallen is er binnen 6 maanden een uitspraak. 13.25 We gaan naar de wachtruimte. De eerste huurders en huisbazen zijn er al. 13.30 Er gaat een bel en de partijen van de eerste zitting mogen naar binnen. Er hangt een prettige sfeer en beide partijen kunnen hun verhaal doen. Een ingewikkelde zaak met een conflict over de huurprijs. De voorzitter van de commissie wijst de verhuurder erop dat hij te laat heeft gemeld dat hij de huurprijs wil verhogen, ook de voorgestelde verhoging van 6% is niet toegestaan. Er was al langer onenigheid over de huurprijs, de huurder heeft een ander bedrag betaald dan de verhuurder wilde. Er loopt ook een zaak bij de kantonrechter. De voorzitter zegt uitspraak te doen over de nu toegestane huurverhoging en verwijst door naar de zaak die al loopt bij de kantonrechter. 13.45 De huurder en verhuurder verlaten de zaal, weer een bel en een andere huurder komt binnen. De verhuurder is er niet. Hij heeft wel een brief geschreven. Ongeveer 80% van de huurders komt naar de zitting, van de verhuurders veel minder. De huurder heeft al 5 jaar problemen met haar woningbouwvereniging over vocht in de woning. Ze is duidelijk heel boos, praat met veel gebaren en staat een aantal malen op om foto’s te laten zien. De vrouw blijft vertellen over de problemen en wat ze allemaal al heeft geprobeerd om het op te laten lossen. Na ruim 20 minuten verlaat ze de zaal. 14.08 Een jonge huurder komt binnen. Ze betaalt € 450,- voor
een kamer. De huurprijs is inclusief servicekosten. Ze wil dat de prijs gesplitst wordt, omdat de all-in prijs waarschijnlijk te hoog is. 14.25 De voorzitter sluit de zitting af, de uitspraak volgt per post. Ik loop achter het meisje aan om haar nog wat vragen te stellen. Ze kent ROOD en de huisjesmelker van het jaar verkiezing al. Ze heeft haar huisbaas er zelfs voor opgegeven. Ze woont niet meer in de kamer omdat haar huisbaas haar meerdere malen heeft bedreigd. Als ze naar de Huurcommissie zou stappen, zou hij haar spullen op straat gooien of met een paar vrienden langskomen. Voor haar huisgenootje was dit eerder al een reden om weg te gaan. De verwarming deed het maanden niet en de rekeningen voor het gas en de elektriciteit werden niet betaald. Zij ontving de aanmaningen en was bang binnenkort helemaal zonder energie te zitten. Ze is noodgedwongen weer bij haar ouders gaan wonen. In het onderzoeksrapport van de Huurcommissie staat dat de kale huur maximaal € 115,- mag zijn. Als de leden van de Huurcommissie het advies uit het rapport overnemen, dat gebeurt in de meeste gevallen, krijgt ze het verschil min redelijke kosten voor energie met terugwerkende kracht terug. Aanvragen formulier of meer informatie? Ga naar www.huurcommissie.nl of bel gratis (0800) 488 72 43. Je kunt hier ook terecht voor de tijden en plaatsen voor inloopspreekuren.