januari 2006
Foto Bert Beelen /Hollandse Hoogte
Page Up is een uitgave van de SP, bestemd voor studenten in het MBO. Reacties? Graag! Page Up, Vijverhofstraat 65, 3032 SC Rotterdam, T (010) 243 55 50 E pageup@sp.nl I www.sp.nl
Back to the future
lang leve de jongerencentra Tekst Benjamin Hoppe
Jongerencentra, het klinkt net zo spannend als ze vaak zijn. Misschien ken jij ook wel zo’n centrum bij jou in de buurt of stad. Of ben jij er nog nooit geweest? Misschien heb je er geen behoefte aan. Dat kan ook wel terecht zijn. Per stad verschilt het namelijk enorm hoe er met jongeren wordt omgegaan. Anders gezegd: niet in iedere stad erkent de huidige politiek het nut van deze centra. Waarom? Jongeren hebben toch recht op een eigen plek in onze samenleving?
Eind jaren zestig kwam de politiek tot de conclusie dat het verenigingsleven door de ontzuiling sterk was verminderd. Om mensen weer aan elkaar te binden werden er overal wijkcentra uit de grond gestampt met het doel de buurten weer een sociaal karakter te geven. Welzijnswerkers gingen aan de slag om, gericht op de behoefte van de mensen, leuke activiteiten op te zetten. Dit gaat tegenwoordig nog steeds zo. Daarnaast gingen jongeren steeds meer verdienen en kregen ze
ook steeds meer vrije tijd. Er was echter een klein verschil met vroeger: jongeren hoorden niet langer bij een politieke kleur of kerk, maar bij elkaar. Je zocht zelf je vrienden uit, en vooral de buurt waarin je woonde bepaalde met wie je omging. De politiek had natuurlijk een antwoord op deze nieuwe ontwikkelingen: de jeugdsoos.
Wordt vervolgd op pagina 2
Iedere wijk zou een ruimte moeten hebben waarin jongeren hun vrije tijd kunnen doorbrengen, en waarbij de eigen verantwoordelijkheid voorop staat
Dom, héél dom! Het is weer zover: de domme bontjes verkiezingen, een actie van ‘bont voor dieren’. Welke bekende Nederlander geeft niets om dierenleed, heeft totaal geen stijl en loopt schaamteloos te koop met een dood zeehondje om haar nek? Tekst Jessica de Wild
Zulke soozen waren vaak kleine schuurtjes aan de rand van de wijken, met een bar en een flipperkast in de hoek. De jongeren beheerden zelf de soos en waren ook zelf verantwoordelijk. Zo nu en dan passeerde er een wijkwerker om te kijken of de jongelui het nog een beetje fatsoenlijk hielden. Helaas waren deze sporadische bezoekjes van de wijkwerker niet genoeg. Hier en daar werden wapens gevonden of constateerde de politie handel en gebruik van hard- en softdrugs. Nog voordat de jaren negentig begonnen, waren de meeste soozen al weer verdwenen. Doodzonde, want ze hadden kunnen werken. In het Westland zijn ze erg nog wel. Jongeren daar bouwen zelf jeugdhonken in oude schuren, wat prima ging, tot de brandweer langskwam met veiligheidsvoorschriften. Nu verdwijnen ook deze soozen als sneeuw voor de zon.
Alles of niks? Het is raar dat jongeren zich kunnen vervelen in een land met zoveel voorzieningen. We hebben mobiele telefoons, gameconsoles, skateboards, sportzalen, deze lijst kan oneindig doorgaan. Neem bijvoorbeeld een stad als Rotterdam. Je hebt daar het hiphophuis, waar je alle skills van beatboxen tot breakdance voor een zacht prijsje kunt leren. Genoeg te doen zou je zeggen. De reden dat zulke initiatieven, als het hiphophuis, niet werken is omdat de huidige politiek, de politiek van ongeveer de laatste twaalf jaar, zulke voorzie ningen liever door particulieren laat opzetten dan door mensen die er voor geleerd hebben en een hoger doel dan winst nastreven. Jongeren worden blijkbaar niet serieus genoeg genomen door de huidige politiek om ze een eigen plek met eigen verantwoordelijk aan te bieden. De medaille heeft echter twee kanten: ook jongeren leggen hun prioriteit ergens anders dan bij verantwoordelijkheid nemen. De druk van onze maatschappij om erbij te willen horen is immens. Wanneer je aan de volwassenen van deze tijd zou vragen wanneer zij op zichzelf, of samen, gingen wonen, zal bijna tweederde een leeftijd onder de twintig aangeven.
Jongeren van nu hebben geen eigen plek en ook niet de financiën om die te verwerven. En daarom hangen ze op straat en zijn ze met andere dingen bezig. Wat dan? Terug naar de jeugdsoozen? Ja. Iedere wijk zou voorzien moeten zijn van een ruimte waarin jongeren hun vrije tijd kunnen doorbrengen, ingericht naar hun eigen maatstaven. Eigen verantwoordelijkheid staat voorop, zij hebben de sleutel. We moeten dan niet weer de fout maken van eind jaren tachtig. Jongerenwerkers blijven wel eindverantwoordelijk en moeten zoveel mogelijk langs de soozen gaan om te kijken of alles goed gaat.
Iedere stad een cultureel fundament Daarnaast moet iedere stad een cultureel fundament hebben. Een jongencentrum dus. Een plek waar jongeren cursussen kunnen doen, scholing kunnen volgen, en waar in het weekend thema-avonden zijn. Dus bijvoorbeeld vrijdags hiphop en zaterdagavond hardhouse. Een plek waar jongeren oefenruimte voor bands kunnen huren. En zo opgezet dat het centrum een oplossing kan bieden als je geen geld voor een instrument hebt, uitleeninstrumenten dus. Little Cave in Capelle is zo’n jongerencentrum, je kunt er instrumenten huren en een oefenruimte gebruiken. Ook geven ze allerlei workshops en vervullen ze een actieve rol in de wijk door het organiseren van open mic’s en battles. Jeugdsoos Waterfront in Rotterdam is ook een goed voorbeeld van wat de meeste steden moeten missen. Hoewel het niet een echte maatschappelijke doelstelling heeft, is het idee erachter, een popschool en podium, een format dat in ieder jongerencentrum zou moeten zitten. Dergelijke instellingen kunnen voor een stad en de jongerencultuur een fundament van vooruitgang vormen. Een ‘original foundation’ dus. Waar de cultuur het cultuurbeleid bepaalt in plaats van andersom, zoals nu.
Bont dragen is zielig, dat is niets nieuws. Maar dat er elk jaar weer nieuwe domme bontjes zijn om te nomineren voor deze verkiezing, is des te verrassender. Niet eens in de eerste plaats omdat bont dragen zielig is, maar vooral omdat het gewoon lelijk is! De enige reden die bontdragers opgeven, is dat het mooi is – niemand zal toegeven bont te dragen om te etaleren hoe rijk hij of zij is. Maar wie gaat er nou een dode vos om de nek dragen? Mijn haren gaan ervan overeind staan als ik zoiets zie. Babyhuidjes zijn ook mooi en zacht, maar daar naaien we toch ook geen jassen van? En wat nog treuriger is: er zijn mensen die denken te kunnen verdédigen dat ze bont dragen. Bont is cultuur, mode, en ‘zolang we nog lekker vlees uit de bio-industrie eten, houd ik een dood konijntje om mijn nek.’ Aldus de huidige pro-bont activiste Victoria Koblenko in haar column in Metro. Beste Victoria, ik heb nog nooit zoveel kul gelezen! Er bestaan simpelweg geen redelijke argumenten om bont te dragen. Jij wilt jouw bontjas goedpraten met het feit dat je als klein meisje altijd bont droeg omdat het wel 28 graden kon vriezen in de Oekraïne. Kwestie van overleven was dat. Maar natuurlijk... helemaal gelijk heb je. Het Nederlandse klimaat lijkt ook zoveel op het Oekraïnse. En jij noemt dat cultuur? Over cultuur gesproken, ik ken nog wel een leuk volkje dat van lange nekken met ringen houdt, of oorlellen tot aan hun knieën, of kleine voetjes. Maar nee, dat telt niet, want dat is niet om te overleven. Als overleving de reden is om bont te dragen, waarom dan de smoes ‘cultuur’? Dan bestaat er nog een fabeltje over ‘goed bont’. Elk weldenkend mens ziet gelijk de tegenstelling in die woorden, maar toch bestaan ze: mensen die serieus denken dat zij bont dragen van dieren die niet hebben hoeven lijden. Ongeacht waar men het bont vandaan heeft: het dier is altijd op een afgrijselijke manier aan zijn einde gekomen. Het is gefokt en gemarteld, doodgeknuppeld, in een wildklem of val terechtgekomen, doodgestoken of gewurgd… Bedenk een willekeurige sadistische manier om een eind aan het leven van een dier te maken en je hebt een werkwijze te pakken die wordt gebruikt om bont te produceren. Het laatste ‘argument’ om zonder schuldgevoel bont te mogen dragen, getuigt van ernstige wanhoop om je bonte gedrag goed te praten: namelijk het feit dat er nog steeds zoveel mensen vlees uit de bio-industrie eten. Dat is toch ook zielig? Het is waar dat het eten van dát vlees ook zielig is, maar waarom zou het gedrag van een ander voor jou een reden mogen zijn om bont te dragen? Dat is hetzelfde als ‘wanneer mijn buurman fraudeert, dan mag ik stelen’. Voor alle domme bontjes een mooi gezegde, dat jullie waarschijnlijk niets doet: een betere wereld begint bij jezelf. Zielig hoor, om je bontkraag te verdedigen met het feit dat er zoveel mensen zijn die ‘fout’ vlees eten, of omdat het in andere landen ook wordt gedragen. Dat is bijna net zo zielig als die nerts om je nek.
Zie ook: www.dombontje.nl
Negerzoenen voor dummies Tekst Freek Bersch
Zoen jij wel eens een neger? Vier je wel eens een intiem chocoladeschuimfeestje met je geliefde? Speel je graag met je eten? En ben je niet vies van wat speels taalgebruik? Dan ben je ongetwijfeld een liefhebber van wafeltjes met schuim en chocolade, door onze Vlaamse buren negerinnentetten genoemd, bij de Duitsers tegenwoordig bekend als Schaumwaffelgebäck mit Schokoladenüberzug. En bij ons heten ze negerzoenen.
Les 1 vergeet het verleden Het woord negerzoen is discriminatie, volgens de ‘stichting eer en herstel betalingen slacht offers slavernijverleden Suriname’. Dat suffe stelletje zeveraars snapt er geen snars van. Beeld je in: je voorouders waren geen slaven,
je kunt niet dansen, je hebt werk, oftewel je bent blank. Op een verjaardagsfeestje van je blanke vrienden krijg je een lekkernij voorgeschoteld, een negerzoen. Je hebt nog nooit een neger gezoend, dus je grijpt je kans. En wat blijkt? Verrukkelijk! Dat smaakt naar meer. Je dumpt je blanke geliefde met de woorden ‘once you go black, you’ll never go back’. Om kort te gaan, de negerzoen is pure reclame, en de ‘stichting eer en herstel betalingen slacht
Flappie
offers slavernijverleden Suriname’ zou zichzelf moeten opheffen. Dat scheelt de belasting betaler weer geld, en daar kunnen we weer meer negerzoenen van kopen.
Les 2 pret met schuimgebak Ik heb onvergetelijke momenten beleefd met negerzoenen. Er zijn eindeloos veel variaties mee mogelijk. Je kunt ze op je hoofd stuk slaan, of op je vinger prikken. Of je kunt er een op élke vinger prikken. Je kunt ze pletten tegen je neus, of in één keer in je mond stoppen en dan het schuim weer over je lippen naar buiten persen. Je kunt ze van boven naar beneden eten zodat je als laatste het wafeltje over hebt, maar veel leuker is om het wafeltje eerst te eten en dan het schuim uit de chocolade te likken. Mijn voorstel: koop eens een paar dozen, oefen een paar keer en stuur de foto’s naar pageup@sp.nl.
Tekst Nicole Temmink en Milou de Boer
Veel lieve schattige konijntjes, met wollige vachtjes en snel op en neer gaande neusjes, hebben het rond de Kerst zwaar te verduren. Gelukkig is jouw Flappie dit ernstige lot natuurlijk bespaard gebleven, hoewel ook hij waarschijnlijk te horen heeft gekregen dat hij het slachtoffer zou worden van je vader die al klaar stond met zijn overheerlijke konijnenbout in een sausje van cranberry´s. Voor dit knusse, culinair hoogstaande maal, zijn natuurlijk de nodige voorbereidingen genomen. Gezellig de stad in voor cadeautjes en een nieuwe kerstoutfit, en de uurtjes voorafgaand aan het diner is de badkamer steevast bezet. Want je moet je natuurlijk even douchen met je favoriete shampoo, je insmeren met de heerlijkste bodylotion en je haar in model brengen met de nieuwste out-of-bedstyling-voor-krullend-gekleurd-en-normaal haar. En vervolgens sta je uren voor de spiegel om de mascara voor extra lange wimpers op te brengen. Hoe happy is Flappie? Het verband tussen jouw lieve Flappie en het doucheritueel is misschien niet ontzettend duidelijk. Maar als je bedenkt dat er voor jouw lievelingsproducten duizenden dieren mishandeld worden, kijk je misschien toch anders aan tegen je favoriete shampoo. Misschien ga je dan (meer) nadenken over welke producten je gebruikt. Misschien zorg jij er dan wel voor dat de producenten ook gaan nadenken. En dat er geen dieren meer gebruikt worden om ervoor te zorgen dat jij er goed uitziet. Want dat is helemaal niet nodig. Voor betere manieren dan proefdieren! Er zijn ontzettend veel alternatieven, die niet op dieren zijn getest. Die alternatieven zijn gewoon in de winkels te koop, je hoeft er dus geen moeite voor te doen en het kost niets extra. Iedere grote drogist verkoopt proefdiervrije make-up onder het eigen huismerk, net zoals bijvoorbeeld de Hema, de Bodyshop en de Etos. Als je niet zo goed weet welke make-up en verzorgingsproducten proefdiervrij zijn, kijk dan op www.proefdiervrij.nl, waar je alle producten kunt vinden. Tijd voor actie? ROOD voert al jaren actie tegen dierproeven in de cosmetica-industrie. L’Oreal is de grootste cosmeticaproducent die dieren misbruikt voor het testen van ingrediënten voor haar producten. Daarom zijn de acties vooral gericht tegen L´Oreal. Als L’Oreal over de streep is, zullen andere bedrijven het goede voorbeeld volgen. Dit jaar gaat ROOD verpakkingen van L´Oreal-producten, die op dieren zijn getest, verzamelen. Ook worden er gastlessen gegeven over dierproeven op scholen en MBO´s. Als jij ook vindt dat meer mensen in jouw omgeving moeten gaan nadenken over dierproeven en alternatieven, neem dan contact op met ROOD op rood@sp.nl en voer je goede voornemen uit!
Les 3 een koekje van eigen deeg
Negerzoenen zijn dus verrukkelijk en pret tig. Maar de reikwijdte van de negerzoen gaat verder. Je kent vast de tomaat als protest tegen slecht politiek toneel, en voor kleine koters is er de puree om mee te gooien als ze zich door hun moeder onderdrukt voelen. Of wat dacht je van de slagroomtaarten in het gezicht van onder andere Bill Gates en Minister Zalm. In die traditie van gooien met voedsel kan ook de negerzoen een plaats veroveren. In deze tijd van verwijdering tussen autochtonen en al lochtonen kan de negerzoen symbool staan voor verbroedering, waardigheid én protest tegen discriminatie. Stel je een negerzoen voor op de mond van negerhater Michiel Smit, of liefkozend op de wang van Minister van deportatie Rita Verdonk. Laten we een hele batterij negerzoenen klaar zetten voor alle bazen die geen allochtonen in hun bedrijf willen, en neem er zelf ook één. Eet smakelijk!
’In het nieuwe jaar ga ik de wereld verbeteren’ Tekst Thomas Burger en Milou de Boer
Zoals elk jaar heeft iedereen weer hopeloos veel goede voornemens, waarvan natuurlijk meer dan driekwart niet nagekomen wordt. Stoppen met roken, meer bewegen, gezonder gaan eten, minder gaan stappen en meer aan mijn huiswerk zitten. Dit klinkt je vast wel bekend in de oren. Maar laatst hoorde ik toch een goede: ik zat in de bus en hoorde een meisje voor me telefoneren, ik denk met haar vriendin. Die vriendin vroeg iets als: ‘Heb je al goede voornemens voor het nieuwe jaar?’ Waarop het meisje antwoordde: ‘In het nieuwe jaar ga ik de wereld verbeteren!’ Ze zei het zo hard dat alle mensen in de bus spontaan wakker werden en hun hoofd lichtjes richting haar wendden. Ze schrok er zelf een beetje van en zei heel zachtjes sor-
ry. Zelf was ik ook nogal geschrokken, niet omdat ze het zo hard zei maar gewoon omdat je dit niet elke dag hoort. Het kwam erop neer dat ze de laatste tijd nogal ergerde aan asociaal gedrag. Ze somde een aantal dingen op zoals: ‘Dat jongeren niet meer opstaan voor ouderen in de bus of gewoon mensen omver lopen zonder sorry te zeggen. Hun afval op straat gooien terwijl de vuilnisbak twee meter verderop staat. En daarbij een bek hebben van ´ik heb toch schijt aan alles’. Ik dacht er over na, en het drong tot me door dat dit het beste voornemen is wat ik me kon bedenken. Zelfs een stuk beter dan mijn eigen voornemens. Hoezo stoppen met roken? De wereld verbeteren! Hoezo gezonder eten? Hoezo minder gaan stappen? Ik
Ja, mijn hart zit links en het klopt hard! Ik sluit me aan bij ROOD en de SP. Ik ben 16 jaar of ouder en jonger dan 28. Ik ontvang als welkomstcadeau een ROOD-t-shirt. Daarnaast krijg ik iedere maand de Tribune, het nieuws- en opinieblad van de SP, en kan ik gratis een abonnement nemen bij Tomaatnet, de internetprovider van de SP.
Ik word SP-lid en machtig de SP het volgende bedrag af te schrijven als jaarlijkse bijdrage: Anders, namelijk: *E 24 *E 13,60 (minimum) *E .. .... .... . en ik word ROOD-lid en machtig ROOD het volgende bedrag af te schrijven als jaarlijkse bijdrage: Anders, namelijk: E 10 E 5 (minimum) E .. .... .... . Ik sluit me aan bij ROOD. Ik ben 14 of 15 jaar en mag daarom nog geen SP-lid worden. Als welkomstcadeau ontvang ik een ROOD-t-shirt in de maat: xs xl m l s Ik word ROOD-lid en machtig ROOD het volgende bedrag af te schrijven als jaarlijkse bijdrage: Anders, namelijk E 10 E 5 (minimum) E ....... .... .. Naam: ......... . ........ .. .......... .................. ... .......... .. ........ .................... . . .... Roepnaam: ..... ........... . . .... . .. . ............ .. ..... . Voorletters: . . ..... ......... m/v
PageUP januari 2006
Adres: .... .. . .. .. ... .. .............. .. . ........ ...................... .. . ...... .. .... ...... . .. . .. . Postcode: ... . ........ .. ....... .. Plaats: ...... . . ... ....... .. . . . ....... ....... ... ........ .. . Telefoon: .. . ....... ... . ....... .... ...... ....... . Geboortedatum: .. .. ..... .. ... ....... ..... E-mail: .... . .. ...... ... ... ......... ... . ..... .. .. Rekeningnummer: ... .. . ........ .. . ..... .. Datum: .... . . . ......... .. . . .. ... Handtekening: *(dit bedrag wordt in 4 termijnen afgeschreven)
Deze bon terugsturen naar R0OD, t.a.v. Ledenadministratie, Antwoordn ummer 30542, 3030 WB Rotterdam. Postzegel mag wel, hoeft niet.
besloot al die onzinnige voornemens te schrappen. (Want kom op, hoe lang zou ik het nou écht volhouden?) En het beste voornemen van de laatste jaren ga ik uitvoeren. Ik ga óók de wereld verbeteren. Toen de bus stopte bij mijn halte liep ik voor het meisje langs om uit te stappen, draaide ik me zei: ‘Ik doe mee!’ Ze keek me wat vreemd aan, maar toen glimlachte ze. En ik weet zeker, dat er absoluut iets gaat veranderen in 2006. Hoe meer mensen meedoen, hoe sneller het gaat. Doe je ook mee?
Een wereld zonder discriminatie, zonder geweld op scholen, waar mensen voor elkaar opstaan in de trein, metro of bus, waar mensen elkaar respecteren, waar dieren niet worden mishandeld voor cosmetica, waar mensen niet zomaar op straat worden gezet, waar onzinnige discussies over negerzoenen niet nodig zijn. Dat wenst ROOD je in 2006. En we gaan er in het nieuwe jaar weer hard tegenaan om dat te verwezenlijken. Daarbij kunnen we alle hulp gebruiken! Dus is jouw goede voornemen ook het verbeteren van de wereld? Kijk dan eens op rood.sp.nl en help mee!
Tijd om naar Ajax te gaan Ik ben laatst naar Ajax geweest, nee niet de voetbalclub die op het moment geen deuk in een pakkie boter schiet, maar naar het toneelstuk Ajax van het Noord Nederlands Toneel. Het oude verhaal van de Griekse held Ajax die in een woedeaanval denkt het leger in zijn eentje te verslaan. Maar eenmaal bijgekomen uit zijn driftbui blijkt hij een kudde schapen te hebben afgeslacht, sommigen zelfs dood te hebben gemarteld. Ajax was verblind door de goden en schaamt zich vervolgens zo erg voor zijn daad dat hij zelfmoord pleegt. Niet zozeer dit verhaal en het voortreffelijke spel van de acteurs was indrukwekkend, maar de rol die was weggelegd voor oudBosniëgangers met het Post Traumatisch Stress Syndroom (PTSS). Het decor van het stuk, een tent vol met doodskisten, was geïnspireerd op een foto uit Srebrenica. Tijdens het stuk werden beelden van soldaten en mensen in nood getoond. En na de zelfmoord van Ajax verschenen de oud-militairen op het doek. Op de film vertelden ze over hun missie in Bosnië. Over de onverkropbare situaties waarin ze verzeild geraakt waren. Het niet mogen helpen van stervende mensen om militairen niet in gevaar te brengen. Het vergeefs hopen op de beloofde steun. In de zaal kon je een speld horen vallen. De gefilmde militairen speelden ook nog een figurantenrol en aangeslagen verliet iedereen de zaal. De koppeling van Ajax aan de militairen was bewust gekozen. Het terugkomen uit een oorlogsgebied doet rare dingen met mensen. Met Ajax ook. Zou hij de eerste militair zijn geweest met het Post Traumatisch Stress Syndroom? Was hij door al het leed van het slagveld verblind in een toestand verzeild geraakt waarin hij de schapen niet liefhad maar afslachtte? De volgende dag in de krant: ‘Een nieuwe missie naar Zuid-Afghanistan’. Elfhonderd man die daar twee jaar lang in het kader van de ‘War on Terrorism’ het gebied veilig moeten maken. Elfhonderd mannen en vrouwen naar een oorlogsgebied, hoe komen zij terug? Wat zullen zij meemaken? Ook in de krant: ‘Leger geeft les op het ROC’. Met uiteraard de bedoeling om nieuwe krachten te rekruteren. Nieuwe krachten voor nieuwe gevaarlijke missies. Jonge krachten die een mooi contract wordt aangeboden: goed salaris, gratis rijbewijs halen, een gedisciplineerd leven én de spanning van een uitzending. Voor veel achttienjarige is dat een aanlokkelijk aanbod, maar mogen we zulke jonge mensen wel naar een oorlog sturen die niet de onze is? In dit land mag je niet met iemand uit het buitenland trouwen voor je 23ste, maar we sturen wel mensen van achttien, negentien jaar naar een oorlogsgebied. Met alle kansen om PTSS op te lopen. De lichtzinnigheid waarmee Nederland zich in een missie van de Amerikanen laat lullen, is werkelijk schandalig. En het zijn niet de hoge heren in Den Haag die aan de frontlinie zullen staan. Zij zitten hoog, droog en veilig de plannen te maken. De mannen en vrouwen aan het front doen het zware werk. Met welke gevolgen? Het enige wat ze daar gaan doen, is zichzelf beschermen en beschadigd terugkomen. Wat is het doel? Hoog tijd voor een stop op de missies die het vuile werk voor de Amerikanen moeten opknappen en hoog tijd voor een minimumleeftijdsgrens voor militaire missies. Onder de 25 jaar hoor je niet in een oorlog te dienen! Wanneer wordt minister Kamp wakker? Tijd om eens naar Ajax te gaan. Het toneelstuk wel te verstaan.
Foto Suzanne van de Kerk
Renske Leijten