SPORTPROF
het magazine voor de sportprofessional 2E EDITIE
HUMBERTO TAN
Klassieke duizendpoot
WK VOETBAL 2014
Kwartet experts over hun WK-werk
MARLOU VAN RHIJN
Zelfbewust sporticoon
SX: CENTER VOOR SPORT, MEDIA EN MARKETING
Uniek concept in Eindhoven
SportProf is een uitgave van Sport-Netwerk.nl
EN VERDER
Birgit Soethof - Team Giant-Shimano | Red Bull | Sportretail | Ondernemen in de Sport Rabobank Hockey World Cup 2014| Werken bij een BVO | Johan Cruijff en meer...
1
BOSAN UW PARTNER IN SPORTZAAL INRICHTING MET PASSIE INSPIRATIE EN GEDREVENHEID RICHTEN WIJ SPORTZALEN VOLLEDIG IN. WIJ HELPEN U VAN A TOT Z BIJ HET REALISEREN VAN UW IDEALE SPORTACCOMMODATIE. EN ZELFS DAARNA. WANT OOK VOOR HET VAKKUNDIG INSPECTEREN EN ONDERHOUDEN VAN UW SPORTACCOMMODATIE BENT U BIJ ONS AAN HET JUISTE ADRES. Bij ons begint alles met een juist advies. Een advies dat is afgestemd op uw wensen, uw sportaccommodatie en uw budget. Als fabrikant van sporttoestellen en -materialen hebben wij het gehele proces in eigen beheer. Van advies en ontwerp tot en met de productie en het onderhoud. Doordat wij het gehele proces in eigen beheer hebben kunnen wij voorzien in klantspecifieke wensen en maatwerk leveren inzake bouwkundige voorzieningen. Ook kunnen wij onze sportinstallaties aanpassen aan uw wensen. Kortom, van Bosan mag u meer verwachten! Heeft u een nieuw project, overweegt u de aanschaf van sportmateriaal of wilt u het onderhoud van uw sportaccommodatie uit handen geven? Neem dan vrijblijvend contact met ons op voor meer informatie en een advies op maat.
T: +31 (0)53 57 23 115 E: info@bosan.nl
www.bosan.nl
FACULTEIT EDUCATIE (HAN) NIJMEGEN: DUURZAAM EN INGERICHT OP DE TOEKOMST Tekst: Margriet Langman
milieu minder belast.” Overjarige sporttoestellen, die met een kleine renovatie nog veilig bruikbaar zijn, stelt Bosan geheel kosteloos beschikbaar aan hulporganisaties die actief zijn in Oost-Europa en Derde Wereld Landen. Mochten overjarige sporttoestellen niet meer te renoveren maar nog wel deels bruikbaar zijn, dan zorgt Bosan voor een andere maatschappelijk verantwoorde bestemming. Zo worden bijvoorbeeld de klimtouwen gratis ter beschikking gesteld aan Stichting Aap en worden de hoezen van de matten hergebruikt voor modieuze sporttassen.
Multifunctionele gymzalen ingericht op de toekomst
Foto’s: Bosan Sportinstallaties
In mei 2014 is de nieuwbouw Faculteit Educatie van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) in gebruik genomen en is gebouw I/O het meest duurzame onderwijsgebouw van Nederland geworden. Het duurzaamheidaspect is zelfs doorgevoerd in de multifunctionele gymzalen.
Duurzame sportzaalinrichting Voor het meest duurzame onderwijsgebouw van Nederland is veel aandacht besteed aan de duurzaamheid en het ‘Cradle to Cradle’ aspect van de sportzaalinrichting. Bij Bosan gaat duurzaamheid verder dan het gebruik van FSC gekeurd hout of gerecyclede materialen. Al tijdens de ontwikkeling van hun sporttoestellen en -installaties wordt rekening gehouden met een zo laag mogelijk materiaalverbruik en een lange fysieke duurzaamheid. Omdat de afzetmarkt van Bosan zich grotendeels in Nederland bevindt produceren zij principieel niet in landen heel ver weg, maar gewoon in Nederland. Hierdoor worden milieubelastende transportbewegingen tot een minimum beperkt en hebben zij een lage CO2-voetafdruk. Bovendien voeren zij het transport geheel uit in eigen beheer. Enerzijds doen ze dit om de klanten beter te bedienen, anderzijds ontlasten ze op deze manier het milieu doordat er nauwelijks verpakkingsmaterialen nodig zijn. “Voor de gymzalen hebben wij eerst bekeken of reeds in gebruik zijnde materialen, toestellen en installaties hergebruikt konden worden in de nieuwe locatie” vertelt verkoopadviseur Mark Snijder van Bosan. “Waar nodig hebben wij kleine aanpassingen aangebracht zodat de bestaande materialen weer optimaal ingezet konden worden. Hierdoor is de levensduur aanzienlijk verlengd en wordt het
In gebouw I/O zijn 2 gymzalen gesitueerd welke voor sportactiviteiten, wedstrijden en het afnemen van tentamens gebruikt zullen worden. De multifunctionele gymzaal in de kelder wordt gebruikt door de PABO, de opleiding voor leerkrachten in het basisonderwijs. De gymzaal op de bovenverdieping wordt gebruikt door de Faculteit Gezondheid, Gedrag en Maatschappij (GGM), welke bacheloren masteropleidingen op het gebied van gezondheid, gedrag, maatschappij, sport en beweging verzorgt. “De wereld om ons heen verandert” vertelt Mark Snijder. “Deze veranderingen zijn ook van invloed op de sportaccommodaties. De bewegingsactiviteiten die jongeren in hun vrije tijd doen veranderen en de bewegingscultuur wordt steeds diverser. Men is op zoek naar een gaaf gevoel van spannend en extreem. Dat wil iedereen overal, dus ook in de sportaccommodatie. Juist bij een opleidingsinstituut als de HAN vinden wij dat je moet inspelen op toekomstige ontwikkelingen. Reeds in het voorjaar van 2010 hebben wij oriënterende gesprekken gevoerd in onze showroom met Hoofd Huisvesting van de HAN en gymdocenten van de PABO. Hieruit zijn multifunctionele oplossingen naar voren gekomen, zoals de mogelijkheid om met de elektrisch verrolbare werkbalk op elke gewenste plek in de zaal combinaties met andere toestellen te maken. Tevens is het mogelijk om een bewegingsbaan te creëren in de gymzaal van de PABO”. Aan de hand van alle wensen heeft Bosan vervolgens een indelingstekening gemaakt om de toekomstige gebruikers te ondersteunen in de visuele beeldvorming van de totaalinrichting. “Wij hebben de gesprekken met de verkoopadviseur van Bosan als zeer positief ervaren” vertelt Zeno Swijtink docent aan de PABO. “Al onze wensen, eisen en mogelijkheden zijn uitgebreid doorgesproken. Bosan is een innovatief bedrijf dat doordachte producten levert. Het oplossingsgericht meedenken en het goede advies dat we van hen hebben gekregen, heeft de doorslag gegeven om Bosan de opdracht te gunnen”. De beide gymzalen zijn inmiddels naar volle tevredenheid ingericht. Binnenkort zullen docenten en leerlingen de gymzalen in gebruik nemen.
3
INHOUD 8
38
22
8
HUMBERTO TAN
14
RABOBANK HOCKEY WORLD CUP
18
Klassieke duizenpoot
Bezien vanuit sociale media
THE EUROPEAN UNIVERSITIES GAMES Giga-event in Rotterdam
22
RED BULL Kjeld Nuis over bijzondere samenwerking
28
WK VOETBAL 2014
37
SPORTEVENEMENTEN 2014-2015
62
SPORT-NETWERK.NL
68
ONDERNEMERS IN DE SPORT
80
VITALITEIT OP DE WERKVLOER
82
ARBEIDSMONITOR SPORT
86
DE SPORTRETAILBRANCHE ANNO 2014
Kwartet experts over hun WK-werk
Carrièreplatform voor de sportsector
Over passie en ambitie
Arbeidsmarkt voor sport en bewegen ontwikkelt zich positief
Een groeiende markt
92
SX: CENTER VOOR SPORT, MEDIA EN MARKETING Uniek concept in Eindhoven
38
MARLOU VAN RHIJN
45
DE TOEKOMST VAN DE FITNESSBRANCHE
50
98
Zelfbewust sporticoon
BIRGIT SOETHOF – TEAM GIANT-SHIMANO Keep challenging
105
BVO Voetbalbestuurders over hun baan
DE PROFESSIONALISERING VAN DE SPORT- EN BEWEEGBRANCHE En de rol van de professional
57
JOHAN CRUIJFF Loopbaan na de sport
Partners
Sport en Bewegen
VOORWOORD Trekt de economie nog aan? Komt er weer beweging in de arbeidsmarkt? Het zijn twee vragen die ik vaak gesteld krijg. Het antwoord is echter moeilijk; ik merk namelijk nog geen grote stijging in het aantal vacatures dat vrij is gekomen de laatste tijd. Aan de andere kant plaatsen wijzelf wel steeds meer vacatures – ook komend jaar zullen we groeien, maar dat komt ook omdat werkgevers ons steeds beter weten te vinden.
SANDER FONVILLE
Maar niet iedereen is op zoek naar een stage, een baan of een vervolg opleiding. Daarom organiseren we ook netwerkevents en brengen we SportProf uit. Met deze tweede SportProf met interessante interviews, reportages en verhalen over de sport en de sportarbeidsmarkt hoop ik jullie weer een interessante sportglossy te kunnen presenteren. In deze editie laten we ondernemers en professionals uit de sport aan het woord. Hoe is het bijvoorbeeld met Humberto Tan en hoe ziet zijn loopbaan eruit? En wat als je verantwoordelijk bent voor een betaald voetbalorganisatie? En wie wil er nou niet een baan waarin je betrokken bent bij het WK voetbal in Brazilië? Naast deze items berichten we je over het WK hockey in Den Haag en de European University Games in Rotterdam.
SportProf magazine is een special edition van Sport-Netwerk.nl Uitgever: Sander Fonville Sport-Netwerk.nl T: 06-52520346 E: sander@sport-netwerk.nl
We vertellen over extra dienstverlening voor zowel de werkgever als de werknemer, het organiseren van #sportnetwerkevents en de verhuizing naar SX, hét center voor sport, media en marketing in Eindhoven. Met deze twee editie van SportProf belooft het weer een mooie zomer te worden voor Sport-Netwerk.nl, waarin we nog vele professionals en werkgevers kunnen helpen. Veel leesplezier!
Redactie: Sander Fonville, Jop Goslinga, Wouter Quint, Jelle Schoemaker, Noël Relker, Margriet Langman Eindredactie: Jop Goslinga, Noël Relker Voor deze editie gaat onze dank uit naar: Humberto Tan, Bob van Oosterhout, Lynette Ferwerda, Michael Mulder, Birgit Soethof, Gaby Dijkstra, Henk Smit, Bob van Oosterhout, Ruud van der Knaap, Frank van den Wall Bake, Kjeld Nuis, Nicole
Sander Fonville Oprichter Sport-Netwerk.nl en uitgever SportProf
Bekkers, Esther Huijsmans, Marlou van Rhijn, Erna Mannen, Carole Thate, Rinse Bleeker, Guus Pennings, Ard de Graaf, Justin Goetzee, Niels Cannegieter, Jeroen Huis in ‘t Veld, Paul Raats, Iwan Spekenbrink, Nike Boor en Monique Maks, Gijsbregt Brouwer. Opmaak & vormgeving: Phanatique
Online lezen of downloaden? Ga naar www.sportprof.nl
Fotografie: Paul Raats, Wouter Roosenboom, KNHB.nl, Martine Sollie, ANP, KNVB.nl, Zenith Schmitz Druk: Hassink Drukkers, Haaksbergen Redactieadres: Sport-Netwerk.nl Van Heeckerenweg 23 7471 SH Goor T: 06-52520346 E: info@sport-netwerk.nl I: www.sport-netwerk.nl Copyright: Het auteursrecht op de artikelen uit het SportProf magazine berust bij Sport-Netwerk.nl. Zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, microfilm, fotografie, fotokopie, scan of welke andere wijze dan ook.
6
VOORWOORD
8
HUMBERTO TAN
DE WORKFLOW VAN HUMBERTO TAN Humberto Tan is een klassieke duizendpoot. Hij presenteert een dagelijkse talkshow, heeft een eigen kledinglijn en radioprogramma, is dikwijls gastheer van het Holland Heineken Huis tijdens de Olympische Spelen, is in te huren als DJ, schreef boeken en maakt sinds kort ook fotoreportages. Tan (48) lijkt door zijn werkende leven te glijden als een mes door de boter. Het geheim van Tan gevat in een monoloog.
Tekst: Jop Goslinga Beeld: Zenith Schmitz
HUMBERTO TAN
9
“MISSCHIEN BEN IK WEL EEN LEVENSKUNSTENAAR”
In mijn beginjaren combineerde ik mijn werk als jurist met mijn bezigheden bij de NOS. Ik wist dat ik dat niet heel lang zou volhouden; zeven dagen per week het gevoel hebben dat je werkt, trekt namelijk niemand. Daarom heb ik gekozen voor de sport. Dat voelt immers niet als werken. Een hele week je hobby uitoefenen, kan iedereen. En zo is het balletje bij mij gaan rollen. Sindsdien doe ik alleen maar dingen die ik écht leuk vind, met mensen waar ik energie van krijg. Dan hou ik het namelijk langer vol en beleef ik er veel meer plezier aan. Alle nieuwe dingen die op mijn pad komen, belanden op díe weegschaal. De Johan Cruyff Foundation is ook zoiets. Dat komt op mijn pad en ik vind het héél leuk om aan mee te werken. Het gedachtegoed van de foundation spreekt me aan en het werk dat Johan Cruijff verricht is geweldig. Ik ben ook wel erg gevoelig voor dat soort personen hoor. Als Ruud van Nistelrooij vraagt of ik ergens wil komen, kom ik. Vraagt Pierre van Hooijdonk het, dan sta ik er. Voor dat soort helden sta ik altijd klaar. En het is vaak gewoon heel leuk om te doen. Ik heb in mijn hele leven nog nooit gesolliciteerd. Ik ben áltijd van het één in het ander gerold. Dat was al zo bij de NOS. Ik weet tot op de dag van vandaag nog steeds niet hoe ik daar nou precies belandde. Het was via-via-via-via… Het heeft er vermoedelijk mee te maken dat ik steeds opval in het werk dat ik doe. Dat mensen mijn naam gaan noemen. Zo van: ‘Denk eens aan hem.’ En als je dan de kans krijgt, zoals ik van de NOS kreeg, dan ligt het aan je kwaliteit of je het daar maakt of niet. Bij de NOS lukte mij dat, want ik heb er uiteindelijk twaalf jaar gezeten. Met veel plezier. Toen ik naar Talpa vertrok, wist ik dat het een avontuur was dat zou kunnen mislukken. Ik kreeg op een dag een telefoontje dat Talpa inderdaad stopte, maar in datzelfde gesprek hoorde ik ook gelijk dat RTL me wilde hebben. ‘Als je wilt, kan je je melden bij RTL, want ze willen je direct overnemen.’ Binnen een minuut was het geregeld. Ik heb zelf dus weinig last gehad van de ondergang van Talpa, maar los daarvan: ik heb ook nooit spijt gehad van die overstap naar de nieuwe zender van John de Mol, want ik heb daar dingen gedaan, die ik anders niet had kunnen doen. Ik ben bijvoorbeeld met alle wedstrijden van het Nederlands elftal mee geweest. Fantastisch. Naar Armenië, Tsjechië, Albanië. Een onvergetelijke ervaring. Ik denk dat het geheim ‘m zit in het feit dat ik gewoon een levensgenieter ben. Misschien zelfs wel een levenskunstenaar. Ik heb nooit voor één ding gekozen in mijn werkende leven. En dat zal ik ook nooit doen. Ik vind namelijk heel erg veel dingen leuk. Wat dat betreft zijn de gasten van RTL Late Night daar een goede afspiegeling van. Het is heel divers. Van premier Rutte tot internationale artiesten, het is breed en sterker nog: van mij mag het nog breder.
10
HUMBERTO TAN
De komende jaren wil ik in ieder geval nog RTL Late Night maken. Dat programma heeft de potentie om een paar jaar te bestaan. Daarnaast wil ik alle grote sportevenementen meemaken tot en met de Zomerspelen van Tokyo in 2020. Tot op heden kom ik die belofte goed na, want voor BNR maak ik een dagelijks programma vanuit Brazilië. Zolang Oranje in het toernooi zit, verblijven wij in het land van de carioca’s, caipirinha’s en capibara’s. En de zakelijke invalshoek van BNR is goed op z’n plek tijdens het grootste sportevenement op aarde. Bob van Oosterhout is co-host, dus die duidt alle gebeurtenissen buiten de lijnen. Maar mijn belangrijkste ambitie, en dat is het grootste cliché dat er bestaat, is dat ik en mijn naasten gezond blijven. Alles waar ik het over heb gehad, is immers uiteindelijk ‘maar’ werk. Punt.
Ook een samenwerking aangaan met studenten van de opleiding CE: SportMarketing & Management? In september 2014 bestaat de opleiding CE: SportMarketing & Management 10 jaar. Dit wordt gevierd op donderdag 2 oktober 2014. Op deze dag blikken we samen met het team, de organisaties in de sport, onderwijspartners en alumni, terug op succesvolle jaren. Studenten hebben de afgelopen jaren projecten uitgevoerd voor verschillende partners uit de verschillende beroepscontexten. Deze projecten worden uitgevoerd voor bonden en verenigingen, overheidsinstellingen, professionele sportorganisaties die sport als core business hebben en
Mogelijkheden tot samenwerking
commerciĂŤle organisaties die sport als (marketing)communicatiemiddel inzetten. Enkele recente samenwerkingen zijn: Feyenoord Rotterdam, SWK groep als partner van het WK hockey en het Stadsinitiatief Rotterdam. Bij de laatste organisatie hebben studenten voor RiF010 meegewerkt aan een onderzoek waar gekeken is naar de mogelijkheden om te surfen, raften en duiken in hartje Rotterdam.
verkennen wij met u wat voor u de meest ideale samenwerkingsvorm zou kunnen zijn. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met een van onderstaande accountmanagers van de opleiding:
Bij alle projecten werken de studenten gemiddeld 5 uur per week, onder begeleiding van docenten, aan dit project. Dit gebeurt in de vorm van consultancy, waarbij studenten zelf verantwoordelijk zijn voor de communicatie binnen de groep, naar docenten en de opdrachtgevers. De studenten kunnen met diverse opdrachten aan de slag gaan. De opdrachten kunnen bestaan uit een haalbaarheidsonderzoek, een onderzoek naar economische impact. Maar ook een salesplan, evenementenplan, marketingcommunicatieplan en een marketingplan behoren tot de mogelijkheden. Naast de verschillende projecten vervullen studenten in jaar 1 (6 weken) en jaar 3 (20 weken) een stage in een van de beroepscontexten en in jaar 4 een afstudeeropdracht.
www.hogeschoolrotterdam.nl/smm
Bent u ook geĂŻnteresseerd in een samenwerking met de studenten van de opleiding CE: SportMarketing & Management? De opleiding kent diverse mogelijkheden om samen te werken met de beroepspraktijk. Graag
Ida Nipius E: g.m.nipius@hr.nl T: 06-15249181
Kiki Streefkerk E: k.streefkerk@hr.nl T: 06-52073954
Remco Beek E: r.m.beek@hr.nl T: 06-42505678
Steffie Theuns E: s.theuns@hr.nl T: 06-29309020
De opleiding CE: SportMarketing & Management kijkt uit naar een mooie, sportieve en betekenisvolle toekomst waarin we partnerships verder willen uitbouwen!
SPORTMARKETING IN DEELTIJD BIJ AVANS HOGESCHOOL JIJ BENT AMBITIEUS EN HEBT EEN PASSIE VOOR SPORT. JE COMBINEERT JE BAAN OF SPORTCARRIERE MET EEN Noël Relker DEELTIJDOPLEIDING. Tekst: Beeld: Avans Hogeschool
Theorie direct toepassen in de praktijk. Dat is een belangrijke pijler van Sportmarketing, een specialisatie van de deeltijdopleiding Commerciële Economie van Avans Hogeschool. Studenten werken bij een fitnessclub, tennisschool of retailer. Bij een gemeente. Of bij een marketingbureau, springstal, vereniging of sportbond. Wat ze gemeen hebben? Een warm hart voor sport.
12
AVANS HOGESCHOOL
Sportmarketing is een specialisatie van de deeltijdopleiding Commerciële Economie. Het is een van de opleidingen van de Academie Voor Deeltijd (AVD) van Avans Hogeschool en de enige deeltijdopleiding op dit gebied in Nederland. Esther Fijneman, programma manager van de specialisatie Sportmarketing: “We willen mensen opleiden die de sportbranche versterken en naar een hoger podium brengen. Zij kiezen voor de vierjarige bachelor of voor de tweejarige Associate degree.”
Werken én studeren Sportmarketing gaat over branding, sponsoring, evenementen en het creëren van mogelijkheden. “De opleiding is interessant voor iedereen die wil ondernemen in de sport; projectmedewerkers, marketeers of accountmanagers. De opleiding is ook gericht op sporters met een actieve sportcarrière of studenten die al in de praktijk werken. Vaak mensen die vooruit denken en zich breed willen ontwikkelen. En alles wat ze leren is direct toe te passen in de praktijk.” De opleiding Sportmarketing werkt zoveel mogelijk met opdrachten voor de eigen werkgever, aangevuld met actuele cases. “Zo ontstaat er directe verbinding tussen praktijk en theorie.” Student Rémon van Waas (foto), in het dagelijks leven bedrijfsleider bij de gemeente Rotterdam, stelde bijvoorbeeld het beste online marketingplan op voor Smartbags.
Professionals De docenten die les geven bij Sportmarketing komen uit de sportwereld. “De meesten werken parttime voor Avans Hogeschool. Het zijn sportmanagers, sportmarketeers of voormalige topsporters. Ze werken bijvoorbeeld bij Adidas, sportkoepel NOC*NSF, in de sportmerchandising of bij LACO. Ze geven bij ons les over het thema waar hun expertise en passie ligt. Dat is goed voor onze studenten: de docenten staan dicht bij hun belevingswereld en brengen actuele praktijkervaring in het werkveld van de sportmarketing mee.”
Flexibel maatwerk “De opleiding is goed te combineren met een baan of een sportcarrière.”, zegt Esther Fijneman. “Je hebt één dag per week college, woensdag van 14.40 tot 21.45 uur. De voorbereiding doe je op momenten dat het jou en je werkgever uitkomt. We houden zoveel mogelijk rekening met jouw mogelijkheden. Topsporters maken gebruik van onze flexibele toetsmomenten. Of krijgen begeleiding op het gebied van leerstrategieën, hoge belasting en presteren onder druk. Zo stem je studie, werk en sportcarrière optimaal op elkaar af. En vergroot je je kans op studiesucces.’’
Symposium Het symposium ‘Ondernemen in de Sport’ trok op 26 juni sportsminded people. Zij luisterden naar de boeiende verhalen van drie ondernemers in de sport. Mike Mossel (president Dutch Lions FC), Alex de Coninck (voormalig commercieel directeur Willem II) en Michiel Pieters (voorzitter FC Eindhoven) vertelden over hun ervaringen, de uitdagingen voor de toekomst en de keuzes die ze maken.
Brede branche De sportbranche is breder dan je zou denken. “Als je Sportmarketing hebt gedaan, kun je natuurlijk gaan werken voor een sportmerk of voetbalorganisatie. Maar je kunt ook kiezen voor een baan
13
bij een sportblad, een overheidsfunctie voor sportstimulering, de organisatie van sportevenementen of de handel rondom de sport. Omdat Sportmarketing een specialisatie is van Commerciële economie, kun je ook bij een commercieel bedrijf uit een andere branche uit de voeten.”
Succesverhalen Lotte Streppel is een mooi voorbeeld. Ze hockeyde op niveau, had affiniteit met sport en wilde een commerciële studie volgen. Nu is ze assistent-accountmanager bij de Topsportdesk van de Rabobank. “Ik werkte bij de Rabobank en wilde daarnaast een opleiding volgen. Sportmarketing was precies de deeltijdopleiding die ik zocht. Inmiddels heb ik een grote stap kunnen maken binnen de bank. Ik zit ik nu op de Topsportdesk, waar topsporters persoonlijk financieel advies en een gevarieerd pakket aan producten en diensten krijgen.”
Anouk Dahrs is net afgestudeerd en is gedragsdeskundige voor paarden volgens de Amerikaanse Parellimethode. “Ik heb afscheid genomen van een commerciële functie buiten de sportbranche om me volledig te richten op het succesvol maken van mijn bedrijf. De inzichten die ik tijdens de opleiding Sportmarketing heb verkregen, hebben mijn fundament als ondernemer verstevigd.”
Van huis uit is Rick Meulenbroeks tennisinstructeur. Tegenwoordig staat hij niet meer alleen op de tennisbaan. Hij brengt zijn afstudeerscriptie in de praktijk als projectleider voor de opzet van de hockeytak bij Sportivity Service. “Ik ben verantwoordelijk voor het ontwikkelen van een nieuw volwaardig onderdeel van de organisatie. Innovatie, nieuwe activiteiten en evenementen naar hockeyend Nederland brengen, inclusief de marketing.” Esther Fijneman vult aan: “Zo kan Sportmarketing leiden tot het maken van stappen in je carrière en allerhande sportgerelateerde banen. De aansluiting op de branche, de praktische toepassing van alles wat je leert in je werk en de contacten met docenten en medestudenten zijn mooie extra’s van deze opleiding. Je werkt aan je persoonlijke ontwikkeling, komt verder in je vak en vergroot je netwerk.” Meer informatie over Avans Hogeschool, studeren in deeltijd en de opleiding CE Sportmarketing vind je op avans.nl. Stel je vragen aan: Drs. Esther I.M. Fijneman programma manager CE Sportmarketing cesb.adt@avans.nl 088 – 525 77 01 En volg ons op Facebook http://www.facebook.com/sportmarketing.deeltijd
AVANS HOGESCHOOL
ONLINE GEDRAG TIJDENS WK HOCKEY 2014 Tekst: Jop Goslinga
De NOS en Omroep West zonden op televisie en radio honderden uren van het WK hockey in Den Haag uit. Toch was één van de grootste sportevenementen ooit in Nederland niet alleen een televisie- en radio-evenement. Ook op de sociale media nam het wereldkampioenschap voor mannen- en vrouwenploegen een prominente plaats in. Discussies en gesprekken vinden steeds meer online plaats. Het grote verschil is dat dit online gedrag tijdens grote evenementen goed te meten is. Digital marketeer Remy Steijger bekeek het evenement dan ook vanuit het perspectief van de sociale media.
HET DIGITALE TIJDPERK We leven in het digitale tijdperk. Sociale media zijn onderdeel geworden van ons bestaan. Mensen die aangeven niets te willen doen met sociale media respecteer ik oprecht. Organisaties die aangeven niets met sociale media te willen doen, vind ik niet zo slim. Marketingwet nummer één is dat je aanwezig bent op plekken waar je doelgroep aanwezig is. Ook al houdt de directeur of voorzitter niet van Facebook, zolang alle potentiële klanten of leden er wel massaal aanwezig zijn, liggen daar veel kansen. Sportclubs zouden als geen ander het internet in de gaten moeten houden. Dankzij monitoring van sociale media en een juist gebruik van die media is het eenvoudig om in contact te komen met jouw doelgroep. Het zou kunnen gebeuren dat iemand iets vervelends op Twitter zet zonder dat de club er concreet wordt genoemd. Ook zou er een discussie plaats kunnen vinden op een forum, waar je je graag mee zou willen bemoeien. Als je er echter geen weet van hebt, is dat bijzonder lastig. Monitoring is daarnaast een mooie vorm van marktonderzoek. Zo valt te achterhalen welke onderwerpen er leven onder sporters en supporters. Een sportvereniging zou hier op kunnen inspelen en daardoor aan populariteit winnen.
THE SECOND SCREEN Steeds vaker hebben mensen een smartphone of tablet in de hand tijdens het kijken naar sportevenementen op televisie. Via bijvoorbeeld Twitter kan er precies in de gaten worden gehouden wat mensen van de wedstrijd vinden. Dit zijn niet alleen vrienden of bekenden, maar ook beroemde mensen, waarmee je de discussie kunt aangaan. Dankzij sociale media kun je de wereld laten weten wat je van de wedstrijd vindt. Voor veel mensen levert dit extra veel plezier op tijdens het kijken.
HET WK HOCKEY ONLINE Om aan te tonen hoe mensen online reageren tijdens grote sportevenementen heb ik mijn eigen RSDM Social Media Dashboard ingezet om de online activiteit te meten tijden het wereldkampioenschap hockey. Vanaf 1 mei tot en met 20 juni heb ik aan de hand van een aantal zoekwoorden alles in de gaten gehouden wat er online over het kampioenschap werd geschreven.
VOLUME Logischerwijs groeit de aanwas van online activiteiten explosief als de hockeybal daadwerkelijk gaat rollen. Op alle wedstrijddagen van Oranje, zowel de mannen als de vrouwen, is er een forse piek te zien tijdens de wedstrijden zelf. Op 14 juni werden de Oranje-vrouwen wereldkampioen, maar verrassenderwijs zorgde dat niet voor de grootste piek. Die vond namelijk een dag later plaats, op de dag dat de Nederlandse mannen juist geen wereldkampioen werden, maar kansloos werden afgedroogd door Australië (6-1).
POTENTIEEL BEREIK Met name via Twitter was er, op de meest prominente zoekwoorden, een bereik van enkele tientallen miljoenen. Dit betekent dat er miljoenen momenten zijn geweest waarbij iedereen die online was een bericht over het WK hockey heeft kunnen zien.
14
RABOBANK HOCKEY WORLD CUP
BRONNEN
GROOTSTE BEINVLOEDERS
De helft van alle gevonden online gesprekken vond plaats op Twitter. Daarna volgden nieuwberichten op websites, met daarbij de reacties die mensen er vaak dolgraag onder tikken.
En dan zijn er nog de belangrijkste beïnvloeders. Zij hebben voor het grootste online bereik gezorgd. Omroep west heeft dankzij 32.676 volgers op Twitter en 38 berichten gezorgd voor een potentieel bereik van 1,2 miljoen. Omroep West is dus, op basis van de steekproeven met zoekwoorden, de grootste WK Hockey-ambassadeur geweest op Twitter. De accounts van Hockey.nl (800.000) en NOS Sport (800.000) volgden op gepaste afstand.
ONDERWERPEN In deze wordcloud is te zien welke woorden voornamelijk werden gebruikt in alle berichten. Hoe groter het woord, hoe vaker het werd gebruikt. De gebruikte hashtags staan in volgorde van volume. #hockey staat met stip op nummer één. Daarna volgen #WK en #Nederland. Hashtags in Twitter-berichten zijn handig. Door erop te klikken, worden alle tweets waar het betreffende woord in staat ook getoond. Door zelf hashtags te gebruiken, is de kans dus groter om te worden gevonden door mensen die actief met het onderwerp bezig zijn.
Al met al toonde het toernooi eens te meer aan dat sociale media een steeds belangrijkere plek innemen in het medialandschap. Een plek die organisaties van sportevenement niet moeten onderschatten, want de impact kan enorm zijn. Bij een goede inzet van sociale media zijn lege tribunes voorgoed verleden tijd. Het adagium good news travels fast is treffend, want wanneer een evenement zo steengoed georganiseerd is als het WK hockey in Den Haag, wil je dat de hele wereld het weet. Sociale media openen die wereld. Gratis!
Een ander bekend Twitter-fenomeen is het apenstaartje, @. Deze wordt gebruikt om een account te noemen in je bericht. @nossport en @hockey_nl (account van een hockeynieuwswebsite) deden het wat dat betreft het best, kort gevolgd door @rhwc2014 (account van de organisatie) en even later @omroepwest.
Over Remy Steijger Remy Steijger heeft zijn eigen adviesbedrijf: Remy Steijger Digital Marketing. Daarmee helpt hij bedrijven met inspelen op snelle digitale ontwikkelingen. Het bij het WK hockey gebruikte RSDM Social Media Dashboard maakt het voor organisaties een stuk makkelijker om sociale media te beheren en te monitoren. Berichten kunnen worden geplaatst naar verschillende kanalen en ze kunnen eenvoudig gemonitord worden. Het dashboard schept overzicht in de jungle van sociale media. Meer info: www.rsdm.nl/dashboard of scan de QR-Code
RABOBANK HOCKEY WORLD CUP
15
HET TIJDPERK VAN ‘STORY TELLING’ IS AANGEBROKEN
16,4
miljoen tweets werden er gedeeld tijdens BraziliëChili. Facebook had meer dan een miljard interacties tijdens de eerste helft van het WK voetbal. Daarmee is het WK in Brazilië het grootste sociale media-evenement ooit. De Super Bowl en de Olympische Spelen doen ook aardig mee. Maar een maand voetbal domineert alle trending topics, net zo goed als het de kijkcijfers op televisie en het aantal pagina’s in de kranten domineert. Meer misschien wel. Zoals John Skipper, de CEO van ESPN en een-na-machtigste man in de wereld van de sport, pleegt te zeggen: “In onze tijd is sport het enige dat mensen nog op grote schaal verbindt. Die verbinding vindt meer en meer online plaats.” Zoals je ziet dat Nike zijn nieuwe commercial eerst op YouTube zet, in vier dagen 78 miljoen views verdient en dan pas naar tv gaat om kleine stukjes als reclame rondom de wedstrijden uit te zenden.
De cijfers van het WK hockey waren iets bescheidener, maar niet minder imposant. Meer dan honderd miljoen impressies op Twitter en meer dan een half miljoen nieuwe likes op Facebook. En net als bij het WK voetbal, waren er hier ook bedrijven die het evenement aangrepen om hun verhaal te vertellen. Wij waren betrokken bij de campagne van de Rabobank, die draaide om het uitdragen van ‘samen sterker’, dat online doorvertaald werd in de hashtag #samenmet. Het publiek en de twee Oranje-elftallen deden mee om een selfie #samenmet hun vrienden, teamgenoten of familie te delen op Twitter, Facebook, Instagram en de speciale #samenmet-wall, die de Rabobank met ons had ontwikkeld. Duizenden mensen deelden foto’s en het bereik vloog over de 10 miljoen heen. Ook de meer dan 200.000 views op de -door Kumpany ontwikkeldedocumentaires van onder meer Maartje Paumen, Robbert Kemperman, Sander de Wijn en Jacky Schoenaker droegen bij aan het verhaal van de Rabobank.
Wat beide WK’s bewijzen is dat sociale media definitief de kinderschoenen ontgroeid zijn. De grote adverteerders, die voorop lopen in de markt, rollen professionele campagnes uit samen met toegewijde bureau’s. Ze vertellen een goed verhaal en denken vooral vanuit de sportliefhebber en betrekken hen heel actief bij hun liefde voor de sport. Dat is geen ‘hit and run’, maar een betrokkenheid van jaren bij de sport en op sociale media. Het tijdperk van ‘story telling’ is aangebroken en dat betekent dat we met zijn allen op nog meer manieren kunnen genieten van alle mooie verhalen die de sport ons biedt.
G ijsbregt Brouwer
Gijsbregt Brouwer is sportstrateeg en trendwatcher. Hij is oprichter van SPORTNEXT.nl, is vaste gast in BNR Sportzaken, geeft vaak zijn visie op sport op tv en in kranten en doet veel lezingen en workshops vanuit Brightguys. Speciaal voor de online story telling in de sport richtte hij dit jaar Týrsday op met Mathys van Abbe. Meer informatie op www.gijsbregt.nl
16
RABOBANK HOCKEY WORLD CUP
Fontys Economische Hogeschool Tilburg. De logische keuze. Ben jij op zoek naar een hbo-bacheloropleiding in het hart van Brabant? Dan is een van onze opleidingen misschien wel iets voor jou! Fontys Economische Hogeschool Tilburg verzorgt al meer dan 25 jaar succesvol hbo-bacheloropleidingen op het gebied van sportmarketing, reclame en PR en internationale business en internationale marketing.
SPECO, Sport & Marketing / Management Where Sport meets Business
SPECO, Sport & Media When Sport is the Message
Communicatie
Digital Communication
Digital Publishing Studies Anybody, Anytime, Anywhere
International Business and Languages New Frontiers in Business
International Marketing and Management Business for the Next Generation
Johan Cruyff University Tilburg Topsporters & Sportmarketing
Meer weten? Kijk op www.fontys.nl/feht of bel ons: 08850 77222
fontys.nl/feht
DE KRACHT VAN COLLEGE SPORT “IEDEREEN MOET EEN LEUKE TIJD HEBBEN, ZODAT WE STUDENTENSPORT IN NEDERLAND Tekst: Jop Goslinga ECHT OP DE KAART ZETTEN.” Beeld: Martine Sollie
3000 sporters uit 35 landen in meer dan 277 teams van zeker 150 universiteiten deelnemend aan één van de 10 sporten. De European Universities Games genieten nog niet van een grote bekendheid, maar het evenement is er een van formaat. En Rotterdam is in 2014 de gastheer. Toernooidirecteur Henk Smit en marketing- en communicatiemanager Gaby Dijkstra beschouwen voor op de EUGames en benoemen de kracht van college sport.
18
EUROPEAN UNIVERSITIES GAMES ROTTERDAM 2014
Stadion Woudenstein is op 24 juli de plaats van handelen als de tweede editie van het studentensporttoernooi wordt geopend. Onder de rook van de Erasmus Universiteit Rotterdam voltrekt zich vervolgens een periode van sport en gezelligheid. Want het blijft studentensport. “En dat brengt een hele andere dynamiek met zich mee”, vertelt de 25-jarige Dijkstra, die in de Verenigde Staten ervaring opdeed met college sport. “Studentensport is weliswaar sport op hoog niveau –we gaan bijvoorbeeld Nederlandse roeiers zien die waarschijnlijk ook naar de Olympische Spelen in Rio de Janeiro gaan, maar het sociale aspect is daarnaast ook heel belangrijk. Wij zijn niet per definitie een topsportevenement. Juist het recreatieve element is heel belangrijk. Dat je je zomervakantie opgeeft om hier naartoe te komen.” Voormalig NOC*NSF-er Smit voegt, zittend naast Dijkstra in het krappe hoofdkwartier van de toernooileiding –in het gebouw van het sportcentrum van de Erasmus Universiteit, toe: “Als je in clubverband sport, zie je elkaar misschien twee of drie keer per week, maar bij studentensport vrijwel iedere dag. Je loopt immers ook met elkaar op de campus, op weg naar een college. De band is daardoor veel intenser. We willen echt laten zien hoe mooi studentensport kan zijn. En natuurlijk willen we daarmee de hele studentensport in Nederland een boost geven.” De organisatie krijgt in ieder geval rugdekking van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de gemeente Rotterdam en de Erasmus Universiteit. Desondanks werken Smit en zijn team met een smal budget van om en nabij de drie miljoen euro. “Dat is krap. Als je drieduizend sporters onderdak, eten en transport moet bieden, ben je er snel doorheen. We zijn niet echt een publieksevenement, waardoor we lastiger aan sponsoren komen.” Het budget wordt voor het grootste gedeelte door de sporters zelf bijeen gebracht; zij betalen een dagelijkse bijdrage van 65 euro. “Toch blijft het lastig begroten. We zijn al twee jaar bezig met de organisatie, maar weten eigenlijk pas twee maanden voor de start hoeveel deelnemers er exact zijn. Komen er vijfhonderd meer, dan stijgen de kosten voor catering en accommodatie op het allerlaatste moment behoorlijk.” Toch twinkelen de ogen van Smit en Dijkstra als het over studentensport gaat. “Ik kan niet wachten op de dagen dat alle sporters hier kriskras door elkaar lopen en plezier maken op de
“WE ZIJN AL TWEE JAAR BEZIG MET DE ORGANISATIE, MAAR WETEN EIGENLIJK PAS TWEE MAANDEN VOOR DE START HOEVEEL DEELNEMERS ER EXACT ZIJN.” velden en in de zalen”, zegt Dijkstra. “Het is leuk als ze elkaar ’s avonds opzoeken bij de verschillende side-events en op het studentvillage. Iedereen moet een leuke tijd hebben, zodat we studentensport in Nederland echt op de kaart zetten.” Smit: “Vooraf was niemand bekend met dit evenement, dus het is ook heel belangrijk dat er een mooie, blijvende herinnering komt van de Games.” www.eugames2014.eu
AMBITIES
W
anneer je de ambitie hebt om grote sportevenementen te organiseren, dan kon je je hart ophalen in ZuidHolland. De afgelopen jaren startte de Tour de France al in Rotterdam, werd het WK turnen georganiseerd, evenals het WK squash en is er het jaarlijkse ABN Amro Tennis Tournament in Ahoy. Buurman Den Haag voegt daar het WK Hockey en Beachvolleybal aan toe en gaat in Scheveningen de boten van de Volvo Ocean Race binnenhalen. Daarnaast wakkert er nog een klein olympisch vlammetje, bij onder meer Smit. “De Olympische Spelen zouden geweldig zijn. Nederland zou er ook toe instaat zijn om zo’n evenement te organiseren. Maar de organisatie van een EK of WK voetbal lijkt mij ook geweldig.” Dijkstra kijkt vooral over de grens, Australië en de Verenigde Staten trekken de jonge sportmarketeer het meest. “Ik ben nog jong dit is eigenlijk mijn eerste echte baan. En als ik kijk naar jaargenoten (Sportmanagement, red.), dan mag ik mijn handen dichtknijpen dat ik al zo’n evenement heb mogen neerzetten. Na de Games wil ik echter wel weer graag naar het buitenland.”
AGENDA SPORT
FIRST POSSIBLE ARRIVAL
LAST POSSIBLE ARRIVAL
COMPETITION
DEPARTURE
Table Tennis
22 July
23 July
24 – 27 July
28 July
Handball
21 July
22 July
23 – 29 July
30 July
Futsal 21 July 22 July 23 – 29 July 30 July Tennis 23 July 24 July 25 – 30 July 31 July Rugby 7′s
Not Applicable
28 July
29 – 30 July
31 July
Rowing
28 July
29 July
30 July – 1 August
2 August
Basketball
31 July
1 August
2 – 8 August
9 August
Volleyball
31 July
1 August
2 – 8 August
9 August
Football 31 July 1 August 2 – 8 August 9 August Badminton
Not Applicable
2 August
3 – 8 August
9 August
EUROPEAN UNIVERSITIES GAMES ROTTERDAM 2014
19
“HET TAKENPAKKET VAN DE TRAINER-COACH WORDT VEEL GROTER” Tekst: Wouter Quint Beeld: Erik Post
De Wagner Group biedt vanaf september voor het 25e jaar de executive MBA sportmanagement aan. Een professionele opleiding, die volgens programmamanager Antje Diertens is afgestemd op het groeiende takenpakket van een professional, waarbij leiderschap en managementkwaliteiten steeds belangrijker worden. Dat merkt ook Arjan Taaij, die de MBA in 2011 afrondde en momenteel trainer is van het eerste team van volleybalclub Abiant Lycurgus.
H
et vakgebied van sportmanagement was in de afgelopen 25 jaar volop in beweging. In die jaren kwam de Wagner Group volgens Diertens steeds meer tot een opleiding met een eigen essentie en kracht, passend bij de bredere eisen die aan werknemers in de sport worden gesteld. “Wij gaan heel erg uit van de versterkende werking van onderwijs en scholing door mensen die intrinsiek gemotiveerd zijn. Daarom willen we actieve mensen die ondernemend zijn. Initiatiefrijke mensen, die het in zich hebben om goede leiders te worden. Daarvoor moet je het hele domein overzien, strategisch goede keuzes kunnen maken en een soort charisma hebben. Het gaat niet alleen om basisvaardigheden, zoals het kunnen schrijven van een goed jaarverslag, maar om alle dingen die belangrijk zijn om een sportorganisatie goed te kunnen leiden.” Analytisch vermogen, inlevingsvermogen, overtuigingskracht en de capaciteit hebben om die kwaliteiten om te kunnen zetten naar de werkvloer, waar steeds hogere eisen worden gesteld aan professionals in diverse functies in de sport. Het zijn de kerncompetenties die de Wagner Group de deelnemers aan de MBA wil bijbrengen. “Die diverse capaciteiten komen in onze opleiding heel mooi samen in een koppeling van theorie en praktijk. Er zijn deelnemers die veel gestudeerd hebben. Zij kunnen die kennis ook toepassen in de praktijk, maar willen zich in dat opzicht verder ontwikkelen. Pragmatisch goed opgeleide mensen denken op hun beurt soms: wat heb je aan die theorie? Maar de combinatie van theorie en praktijk is noodzakelijk om goed te kunnen functioneren binnen een sportorganisatie.”
20
WAGNER GROUP
ANDERS EN BREDER DENKEN Het competentieontwikkelingstraject vormt een belangrijk onderdeel binnen de executive MBA sportmanagement. Via een persoonlijkheidstest op basis van functieprofielen in de sport wordt bepaald wat de competenties zijn die iemand moet zien te beheersen om in een functie in de huidige sportwereld succesvol te zijn. “In het eerste jaar focussen we op persoonlijke leerdoelen, die we onder andere via de sociocratische methode en activiteiten nastreven. Via vragen proberen we mensen te laten komen tot een inzicht in hun eigen functioneren. De diversiteit in een groep vinden we belangrijk: mannen en vrouwen, van jonge professionals met werkervaring tot oude rotten in het vak , enzovoorts. Deelnemers leren op die manier ook veel van elkaar. Daardoor beseffen mensen die wat meer aan een oude bestuurscultuur hangen soms: blijkbaar kan het ook anders.” Ook het buiten de eigen verenigingspoorten kijken is steeds belangrijker om de management- en leiderschapselementen binnen een functie goed te kunnen uitvoeren. “Wat gebeurt er in de wereld en hoe kunnen wij daar in de toekomst een rol in spelen? Wat zijn de innovaties die je kunt toepassen? De omgevingssensitiviteit, die een competentie vormt, moet groter worden. De sportindustrie is immers onderdeel van het grotere geheel, de wereld. Het is leuk om te zien om mensen met veel ervaring in een klas plotseling out of the box te zien denken en geïnspireerd worden om daar anders over na te denken dan ze gewend waren. Je moet het hele pallet goed in de gaten houden, de vakgebieden snappen en ze vervolgens aan elkaar kunnen verbinden.”
ARJAN TAAIJ
ANTJE DIERTENS
UITGEBREIDER TAKENPAKKET Taaij, die in 2011 de MBA afrondde, merkt dat ook in zijn werk als trainer-coach. “Het takenpakket van een trainer-coach wordt veel groter dan in het verleden het geval was. Denk aan media-aandacht en het feit dat je een interessante spreker kunt zijn op symposiums. En je moet, vanuit het technisch oogpunt en het ambitieniveau van een club, ook je verhaal kunnen doen tegenover een investeerder. Daarnaast ben ik betrokken bij publiekprivate samenwerking en het aantrekken van nieuwe sponsors. Die zaken komen ook binnen de opleiding veelvuldig aan bod, mede door praktische handvatten te geven. Er zijn binnen een sportorganisatie meer belangen dan alleen de wedstrijd op zaterdag. Dan is het belangrijk dat je meer bagage hebt dan alleen de ALO, die ik vóór de MBA volgde.” “De grootste kracht van dit programma is de kwaliteit en inhoud, gecombineerd met de kleinschaligheid van de klas en het docentenkorps”, vindt Taaij. “Zo wordt een inspirerende setting gecreëerd. Daarin krijg je kennis en input die je makkelijk kunt plaatsen in je werksituatie.” De trainer-coach, die het afgelopen volleybalseizoen met Abiant Lycurgus als nummer drie van Nederland eindigde, past in zijn werk diverse vaardigheden toe die hij tijdens de MBA verder ontwikkelde. “Zoals psychologie, communicatie, ondernemerschap, competentiemanagement, jezelf en elkaars vaardigheden leren kennen en leiderschap. Dat zijn ook elementen die tot de kern van het trainer-coachschap behoren.”
“Natuurlijk zijn er elementen die je in de praktijk meer toepast”, merkt Taaij. “Ik heb nu niet zoveel met financiën of governance te maken, terwijl ik andere zaken al wél veelvuldig toepas. Ik moet een prestatie leveren met mijn team, maar in mijn werk komen er een heleboel andere dingen bij kijken. Ik moet bijvoorbeeld mijn staf aansturen. Dat zijn werkzaamheden die je mede ontwikkeld tijdens deze opleiding. Het is een mooie aanvulling op de kennis die je van de sport hebt, zodat je de stap kunt maken naar wat in mijn ogen een moderne trainer-coach is.”
OPLEIDING ALS EYE-OPENER Bovendien zijn de tijdens de executive MBA sportmanagement opgedane competenties die Taaij nu niet toepast wellicht in de toekomst wel goed bruikbaar. Bijvoorbeeld in het sportmanagement, zoals Joop Alberda in het verleden deed. “Hij was volleybaltrainer, ging als bondscoach aan de slag, won olympisch goud en zette vervolgens in het sportmanagement enorme stappen. Zo’n carrièrepad sluit ik zeker niet uit. Ik wil me verder ontwikkelen in dit vak, in een groeiende organisatie. De MBA-opleiding die ik heb gevolgd, is wel een extra must om me te kunnen ontplooien.” Diertens vindt dat de volleybalcoach tijdens de opleiding en in zijn loopbaan tot dusver heeft aangetoond dat hij een stap naar sportmanagement aan zou kunnen. “Hij is heel breed geïnteresseerd, kiest rustig zijn eigen pad en heeft geen haast. Hij kiest duidelijk voor dat waar hij op een bepaald moment zijn voordeel mee kan doen qua ontwikkeling. Natuurlijk heeft hij dat aan zijn persoonlijkheid te danken, maar ik denk dat onze opleiding hem veel heeft gebracht”, vervolgt Diertens. “Mede door het volgen van de MBA kijkt hij veel breder naar sport en naar de organisatie waarin hij werkt en niet alleen maar naar het eerste team.”
WAGNER GROUP
21
RED BULL Tekst: Jop Goslinga Beeld: Red Bull
OP
1WERD APRIL 1987 IN OOSTENRIJK HET EERSTE
BLIKJE RED BULL VERKOCHT. SINDS DAT MOMENT GINGEN ER 35 MILJARD BLIKJES OVER DE TOONBANK.
22
RED BULL
TELDE IN 2013
8966
MEDEWERKERS ZAT IN
166
LANDEN VERKOCHT
5,226
MILJARD BLIKJES EN ZETTE
4,93
MILJARD EURO OM
Twan van Gent
RED BULL
23
KJELD NUIS
De 25-jarige langebaanschaatser heeft als specialiteit de 1000 en 1500 meter. Het winnen van de wereldbeker in het seizoen 20112012 was het eerste hoogtepunt uit de loopbaan van Nuis, die al sinds 2009 onder Jac Orie bij Brand Loyalty (voorheen Control) rijdt. Ook het seizoen 2012-2013 was succesvol voor de geboren Leidenaar; hij werd Nederlands kampioen op de 1000 en 1500 meter, won de wereldbeker op de 1000 meter en won het NK Afstanden. De grote droom van Nuis –goud op de Olympische Spelen in Sochi- spatte in 2013 echter uiteen, omdat Nuis zich niet wist te kwalificeren voor het meest prestigieuze schaatstoernooi.
24
RED BULL
Schaatser Kjeld Nuis is één van de twaalf Nederlandse sporters die door het Oosterijkse drankimperium Red Bull wordt gesponsord. De 24-jarige topsporter vertelt openhartig over zijn inmiddels driejarige samenwerking met het merk dat vleugels geeft...
Waarom heb je gekozen om samen te werken met Red Bull? Na mijn eerste medaille op een wereldkampioenschap (2011, red.) heb ik contact gezocht. Red Bull sprak me al veel langer aan. Niet alleen door het drankje, hoewel ik dat ook al dronk. Ik vond het bovenal gewoon een heel mooi merk. Daarnaast was ik vroeger fan van een aantal skaters, die ook gesponsord werden door Red Bull, dus in dat licht is het mooi dat ik dat nu ook word. Hoe werkt zo’n samenwerking in de praktijk? Ik zit natuurlijk ook bij Brand Loyalty, dus alle schaatskleding krijg ik al van hen. Dat accepteren ze ook. Maar daarnaast draag ik veel petjes, en die zijn dan van Red Bull. Ik drink ook uit een bidon van Red Bull. Is Red Bull een andere sponsor dan je gewend bent? Absoluut! En dat vind ik ook juist vet. Het is anders dan anders. Ik zoek graag uitdagingen op en dat doen zij ook. Tijdens één van de eerste gesprekken die ik met hen voerde, zeiden ze al: mocht er iets zijn dat niet binnen je grenzen ligt, bel ons en we kijken of het mogelijk is. Dat is gaaf! Hoe intensief is de samenwerking? Ik heb wekelijks contact met de athlete manager van Red Bull. Hij vraagt me dan of alles goed gaat en of ik nog iets nodig heb. Als er dan iets is dat mij beter kan maken, een speciale training bijvoorbeeld, dan regelen we dat samen. Ik wilde bijvoorbeeld een keer mijn schaatsstijl vanuit een andere hoek dan normaal zien. Red Bull regelden vervolgens een metalen boog met zestig camera’s, die over de schaatsbaan werd gezet. Op die manier kon ik vanuit alle hoeken mijn stijl bekijken en mijn techniek verder bijschaven. Uiteindelijk ben ik daar weer net iets beter van geworden. De verschillen in de topsport zijn klein, dus dan geven dit soort dingen de doorslag. Drink je Red Bull? Absoluut! Ik vind het erg lekker, en ik ben niet verplicht dat te zeggen. Zit er niet veel te veel suiker in voor een topsporter? Nee, dat is zo’n onzinverhaal. Er zijn veel foute opvattingen over Red Bull, en dit is zeker de grootste. Er zit namelijk niet meer suiker in dan in een blikje cola. Het zijn spookverhalen. Dat vind ik soms wel jammer, maar aan de andere kant leg ik dan graag uit dat het anders zit. Je moet Red Bull gewoon op de momenten dat je een boost nodig hebt inzetten. Ik drink het daarom vaak rondom trainingen en wedstrijden. Zeker als ik meerdere keren op een dag een sprintafstand moet doen, is het handig. Het is een functioneel drankje. Wat is jouw Red Bull-hoogtepunt? Afgelopen Olympische Spelen heb ik me niet geplaatst. Dat was een keiharde klap voor mij persoonlijk, want ik wilde dolgraag naar Sochi. Een paar dagen later kreeg ik een telefoontje vanuit Oostenrijk. Of ik naar het hoofdkantoor in Salzburg wilde komen. Het bleek een geweldig uitstapje, waarbij ik onder meer in een stuntvliegtuig heb gevlogen en een rondleiding kreeg door hun enorme hoofdkwartier. We hebben er bovendien geweldig gegeten. Kortom, ze zijn er niet alleen voor je als je kampioen wordt, maar ook als het niet goed gaat.
RED BULL
25
26
RED BULL
IN NEDERLAND SCHOMMELT HET MARKTAANDEEL VAN RED BULL IN HET ENERGIEDRANKSEGMENT ROND DE 90%, TERWIJL HET MET 1,20 EURO PER BLIKJE DE DUURSTE NIET-ALCOHOLISCHE DRANK TER WERELD IS.
JAN SMILDE (GENERAL MANAGER RED BULL NEDERLAND) HEEFT EEN
VLIEGTUIGVLEUGEL COMPLEET MET WIELTJES EN REMBLOK ALS BUREAU.
RED BULL
27
WK VOETBAL Tekst: Wouter Quint Beeld: knvb.nl Het WK voetbal is het grootste sportevenement deze zomer. Professionals zijn voor een dergelijke happening vaak al langdurig bezig om de organisatie in goede banen te leiden, de ontwikkelingen binnen hun vakgebied te volgen en te profiteren van de enorme belangstelling. Sponsoradviseur Frank van den Wall Bake, Venue manager Esther Huijsmans, KNVB sponsorcoördinator Nicole Bekkers en sportmarketeer Ruud van der Knaap van Triple Double vertellen over hun baan in de periode rondom het toernooi. Wat zijn hun werkzaamheden, bij welke projecten zijn ze betrokken, wat vinden ze van campagnes en inhakers rondom het toernooi en wat zijn hun beweegredenen om naar Brazilië af te reizen? SportProf kijkt vanuit de expertise van dit kwartet professionals naar het grootste sportevenement op aarde; Het WK Voetbal.
“DE AANKLEDING MAAKT HET TOERNOOI TOCH ECHT AF”
DE VENUE MANAGER Esther Huijsmans werkt voor ICON, het bedrijf dat werd ingehuurd om de stadionaankleding en bewegwijzering voor de twaalf WK-stadions in Brazilië te verzorgen. Momenteel werkt ze als venue manager voor de Arena Corinthians. “De aankleding maakt het toernooi toch echt af, het is de kers op de taart.”
28
WK VOETBAL 2014
Huijsmans ontdekte tijdens haar werkzaamheden als vrijwilliger bij Euro 2000 dat er mogelijkheden waren om haar werk met haar passie te combineren. Haar eerste grootschalige sportevenement was het WK onder 20 van 2005 in Nederland. Na gewerkt te hebben aan een project rondom de Olympische Spelen in Rusland werd ze door een oud-collega van het EK onder 21 van 2007 gebeld of ze beschikbaar was. “Hun venue manager voor São Paulo was, net voor het werk begon, uitgevallen. Ze waren daarom dringend op zoek”, aldus Huijsmans. “Aangezien ik al gepland had om zelf het WK te gaan bezoeken, was dit in eerste instantie voor mij geen optie. Maar omdat onze werkzaamheden afgerond zouden zijn als de eerste wedstrijd plaats zou vinden, kon ik beide zaken uiteindelijk goed combineren. Tien dagen later zat ik in het vliegtuig.”
Geen dag hetzelfde
“EEN KLEINE BESLISSING KAN VOOR DE BEWEGWIJZERING GROTE IMPACT HEBBEN”
De Arena Corinthians is een nieuw stadion, waardoor er continu ontwikkelingen waren in het onderkomen. “Ik maakte een dagelijkse ronde door het stadion om te zien wat er was veranderd en om nieuwe zaken op te meten, want er gebeurde veel. Tijdens zo’n dagelijkse ronde kwam je bijna altijd wel een aantal mensen van het lokale organisatiecomité tegen en dan werd je even bijgepraat over de laatste ontwikkelingen.” “Een kleine beslissing over de verandering van een ingang kan voor de bewegwijzering grote impact hebben”, merkte Huijsmans. “Een paar deuren, die noodzakelijk waren voor een goede doorstroom waren nog niet aanwezig in het stadion. Er hing wel een A4 met de tekst ‘door to be open’ maar het was elke dag de vraag of deze voorziening er daadwerkelijk zou komen. Ik had nooit gedacht dat ik zo blij zou zijn om een gat in de muur te zien”, lacht ze, “hoewel het toen nog een tijd duurde voordat de daadwerkelijke deuren er in zaten.” Wat maakt haar werk zo leuk? “Geen dag is hetzelfde. Het is heel hard werken, maar zoals al gezegd maakt ons werk het stadion wel helemaal af. En dan krijg ik een glimlach op mijn gezicht als ik een Japanse journalist in het stadion op de foto zie gaan.” In de Arena Corinthians worden in totaal zes WK-duels gespeeld. Brazilië opende in het stadion het toernooi tegen Kroatië en Nederland trof er in de groepsfase Chili. De laatste WK-wedstrijd in São Paulo is de halve finale van 9 juli.
“IK HAD NOOIT GEDACHT ZO BLIJ TE ZIJN EEN GAT IN DE MUUR TE ZIEN” Look en feel De aankleding in en om het stadion geeft het toernooi de WK-look
ESTHER HUIJSMANS
en -feel, de tijdelijke bewegwijzering moet er uiteraard voor zorgen dat alle doelgroepen hun bestemming kunnen vinden. “Bijvoorbeeld alle journalisten van over de hele wereld, die de mediafaciliteiten moeten kunnen vinden. Maar ook voor supporters is het belangrijk dat de ‘you are here’-maps volledig up-to-date zijn. Hier draag ik zorg voor en inmiddels ken ik het stadion op mijn duimpje.” Vanaf de tweede helft van april is ze als venue manager werkzaam in Brazilië. “De eerste vijf weken bestond ons team uit twee personen: een Braziliaanse coördinator die het contact met de locals onderhoudt, in het geval zij geen Engels spreken, en mij ook wegwijs maakt in deze overweldigende stad”, blikt Huijsmans terug. De werkdagen zijn afwisselend en bestaan voornamelijk uit overleg en de coördinatie van diverse installaties. “Ik heb veel meetings en gezamenlijke ‘walkthroughs’ met de verantwoordelijken voor de verschillende functiegebieden gehad. Daarnaast coördineerde ik de installaties voor onder meer de vliegvelden, hotels, de locaties voor ticketing en het accreditatiecentrum.”
WK VOETBAL 2014
29
Beeld: knvb.nl
“HEEL SIMPEL: HET MOET ORANJE EN MAKKELIJK TE BEGRIJPEN ZIJN”
“Albert Heijn was de vorige keer bijvoorbeeld veel te creatief met de actie ‘De mannen tegen de vrouwen’, dat werd dan ook een gigantische flop. Je moet iets aaibaars, knuffelbaars hebben wat kinderen aanspreekt en een verzameleffect heeft. Het moet de grote massa aanspreken, dus moet je het simpel houden.”
Structurele voetbalpartners
DE SPONSORADVISEUR Wat
zijn
succesvolle
en
minder
geslaagde
campagnes rondom een toernooi als het WK voetbal? Wat is voor marketeers en sponsors aanleiding
om
bij
dergelijke
evenementen
aanwezig te zijn? Sportmarketinggoeroe Frank van den Wall Bake geeft antwoord op die vragen en doet een dringend beroep op solidariteit van organisatoren richting kleinere spelers in de voetbalwereld.
Van den Wall Bake was zelf intensief betrokken bij de campagne van Oranje-hoofdsponsor ING, dat kwam met Watgaathetworden. nl, de grootste voetbalpool van Nederland. “Die campagne heeft een element van actualiteit en interactiviteit. Ik vind het knap als je dat in een campagne kunt brengen.” Bovendien is ING volgens de marketeer geloofwaardig, alleen al vanwege het achtjarige contract dat met de KNVB werd gesloten. Dat geldt ook voor andere partijen die structureel te zien zijn in de voetbalwereld, zoals Albert Heijn en Heineken. “Zij dragen daadwerkelijk bij aan het voetbal in Nederland. De wuppies van Albert Heijn en de toeterhoed van Heineken waren erg goed, bij het EK had C1000 een goede actie. Ik zie nu Albert Heijn met de Oranjehamstertjes met de winst aan de haal gaan. Ze zijn sponsor, hebben een deal met Oranje en de bondscoach en alles goed doordacht. Het zijn er 23, dat creëert een spaareffect.”
Blamage van Bavaria Van den Wall Bake ziet rondom het WK geslaagde en minder geslaagde campagnes, maar ook weinig vernieuwing en veel partijen die zich plotseling op voetbal gaan richten. Dat vernieuwing veelal uitblijft, begrijpt hij wel. “Dat is niet zozeer een verwijt, want je moet de consument niet verrassen met iets volstrekt nieuws. Daardoor heeft hij uitleg nodig en gaat het aan hem voorbij. Het is heel simpel: het moet oranje en makkelijk te begrijpen zijn.”
30
WK VOETBAL 2014
De veelbesproken Bavaria-actie uit 2010, waarbij de Bavaria Babes in een stadion hun kleren uitdeden om hun knaloranje jurkjes te tonen, is een campagne die Van den Wall Bake zich in positieve én negatieve zin herinnert. “Het was een briljant concept. Maar toen ze hoogmoed kregen door het succes in Nederland en ook naar ZuidAfrika gingen, zijn ze gaan provoceren. Daardoor zijn die meisjes zelfs gearresteerd, dat kan nooit de bedoeling zijn geweest. Het werd een blamage.”
FRANK VAN DEN WALL BAKE “JE MOET DE CONSUMENT NIET VERRASSEN MET IETS VOLSTREKT NIEUWS”
“Daarmee hebben ze ook Nederland schade gedaan, want de FIFA bekijkt vanwege Bavaria nu elke actie vanuit Nederland kritisch”, weet hij. “Ze hebben een hoop schade aangericht. Dat was nergens
“Als je met een sponsor aan tafel zit, ben je natuurlijk geïnteresseerd in zijn motivatie om sponsor te zijn en de achtergronden en resultaten daarvan”, aldus Van den Wall Bake. “Omdat ik er dagelijks
voor nodig, in Nederland hadden ze een van de meest briljante acties ooit. Daar had het bij moeten blijven, ook omdat het een biermerk is dat bijna alleen in Nederland wordt verkocht.”
mee bezig ben, praat ik dan ook over geldstromen in de sport en in het voetbal. Hoe is het mogelijk om een WK te organiseren, hoe lopen de geldstromen van tv-rechten en sponsors? Hoe kan het zijn dat we niet praten over miljoenen, maar over miljarden?”
Prullaria Het huidige WK bevestigt voor Van den Wall Bake vooral dat het grootste deel van de acties ‘prullaria en goedkoop is’. “Ik zou bijna willen zeggen: lullig. Het zijn de voor de hand liggende, voorspelbare dingetjes, als T-shirts en plakkertjes. Het Roy Donders-pak vind ik totaal niet passen bij Jumbo. Als prijsvechter geld vragen voor een premium, dat past niet. Het is paradoxaal.”
“BAVARIA IS, TOEN ZE HOOGMOED KREGEN, GAAN PROVOCEREN” “Ook de actie van Croky Chips is opportunistisch”, vindt de marketeer. “Zij haken snel in en zijn over een paar weken weer weg. Een sponsor moet een zekere mate van structuur in zijn sponsorschap aanbrengen, dat verhoogt de geloofwaardigheid. Croky heeft een contract voor twee weken. Ik geloof daar niet zo in, de consument moet het logisch vinden dat Croky daar is.”
WK: vakantie én zakendoen Van den Wall Bake is zelf uiteraard ook aanwezig bij eindtoernooien als het WK in Brazilië. “Ik ga er primair heen als liefhebber. Los van het feit dat ik mijn brood verdien in dit soort evenementen, ben ik een sportgek. Ik voel me direct en indirect enorm betrokken. Ik wil het ruiken, proeven, zien. Op tv zie je het een stuk beter, maar ik wil het evenement wel meegemaakt hebben.” Het grote netwerken en zakendoen vindt volgens hem niet plaats rondom het WK. “Het is te massaal. De kans dat je bepaalde mensen tegenkomt, is daardoor te klein. Als je met een bepaald gezelschap gaat, is dat wat makkelijker. Dan zit je bij elkaar en kun je zaken doen. Maar voor mij is de hoofdzaak om te gaan uit liefhebberij. Een groot evenement is voor mij een deel vakantie en een deel zakendoen en werken. Dat is een heerlijke combinatie.”
Meer solidariteit De populariteit van sport en in het bijzonder voetbal stijgen nog steeds. “Dat betekent automatisch dat de sponsorinteresse en de bedragen die ermee gemoeid zijn nog steeds toenemen. Terwijl veel mensen tien jaar geleden al zeiden: we hebben het plafond bereikt.” Van den Wall Bake juicht het uiteraard toe dat er steeds meer geld in de voetbalwereld omgaat. Er is volgens hem echter wel dringend behoefte aan meer solidariteit vanuit de top richting de kleinere spelers in het voetbal. “Het gat tussen de top en de onderkant van de piramide wordt groter”, ziet hij. “Bovenin wordt veel betaald, omdat de belangstelling toeneemt. Maar als je geen onderkant hebt, heb je straks geen top meer. De top moet wel vissen uit de vijver die onderin zit, die moet in leven blijven. “
Geen competitie meer “Bij organisaties en eigenaren van evenementen als het WK moet het besef ontstaan dat ze uit de enorme geldstromen een solidariteitsbijdrage moeten leveren aan de onderkant van de piramide”, denkt Van den Wall Bake. “In de sport kun je niet zeggen: de ondersten moeten omvallen en opgegeten worden door de bovensten, want je hebt competitie nodig.“ Dat wordt volgens de sportmarketinggoeroe nog onvoldoende beseft. “Bovenin roepen ze te vaak: onderin moeten ze hun eigen broek maar ophouden. Als je dat standpunt huldigt, sta je straks alleen. Dan heb je geen competitie meer en verlies je ook al je geld, toeschouwers en tv-rechten. En de eigenaren van toernooien, de FIFA, de UEFA of het IOC, moeten beseffen: willen we over twintig jaar nog zo’n mooi toernooi hebben, dan moeten we investeren in de onderkant. Zij moeten terdege rekening houden met en oog hebben voor de aanwas van de topteams.”
WK VOETBAL 2014
31
“WIJ ZIJN GEEN SCHOTTEN DIE NEGENTIG MINUTEN LANG ZINGEN”
NICOLE BEKKERS
“WE ROEPEN NIET: WIJ WORDEN WERELDKAMPIOEN” Oranjebeleving verlengen
DE COORDINATOR SPONSORING Samen Schrijven we Geschiedenis. Dat was de naam van de campagne die de KNVB inzette nadat het Nederlands elftal zich had geplaatst voor het WK in Brazilië. Nicole Bekkers, coördinator sponsoring van de Koninklijke Nederlandse voetbalbond, aan het woord over die campagne, sponsoractiviteiten rondom het eindtoernooi en haar werkzaamheden tijdens het evenement.
“We wilden het volgende hoofdstuk in de geschiedenis van Oranje schrijven, los van de uitkomst”, legt Bekkers uit. “Alles wat we doen draagt bij aan die geschiedenis. Hoe je het ook wendt of keert: het is het volgende hoofdstuk uit de geschiedenis van Oranje. We wilden ook laten zien dat al die losse Oranje-campagnes van partners bijdragen aan de totale Oranjebeleving voor de fan. Daar komt het idee vandaan.” Doel van de campagne is mede de duur van de Oranjebeleving van fans verbreden en verlengen. “We merkten dat een Nederlandse fan, als hij over de drempel van een stadion stapt, echt de wedstrijd wil zien. Wij zijn geen Schotten die negentig minuten lang zingen of Italianen die gepassioneerd hun team aanmoedigen, we zijn best nuchter. Met deze campagne willen we de voor- en nabeleving van een wedstrijd verlengen. Iedereen levert een bijdrage aan het volgende hoofdstuk in de Oranje-geschiedenis, zowel het team zelf als de fans en onze partners.”
Van Top 40 tot reporter Voor de sponsorafdeling van de KNVB draait het in aanloop naar het WK uiteraard vooral om het eindtoernooi. “Het draait iets meer om kortetermijnzaken. Maar ook andere werkzaamheden, zoals contractverlengingen, gesprekken met potentiële partners en de amateur activatieplannen voor komend seizoen lopen door. De ene keer zet ik m’n WK-pet op, dan praat ik over een samenwerking met een nieuwe partner en een halfuur later overleggen we met onze collega’s van het amateurvoetbal.” De KNVB koos voor een campagne die vooral de inhakers van partners moet doen onderscheiden van andere acties rondom het WK. “Tijdens het WK van 2010, het EK van 2012 en ook nu zagen we dat er veel inhakers zijn van partijen die geen link hebben met het Nederlands elftal of de KNVB. Deze inhakers zijn van alle tijden en het hoogtepunt hierin is een groot eindtoernooi. We wilden iets bedenken om Nederland te laten zien wie de echte partners van het Nederlands voetbal zijn. Ook om een beetje boven het maaiveld uit te steken als de hectiek losbarst.”
32
WK VOETBAL 2014
Voorbeelden van gehouden activaties zijn de Oranje Top 40, die op de dag van Nederland-Spanje werd gehouden in samenwerking met Radio 538. Spelers gaven daarvoor hun favoriete nummers en bijhorende verhalen bij. De lijst werd aangevuld met nummers van Oranje-fans. “En samen met ING, Heineken, Albert Heijn en Schiphol hebben we Nederland opgeroepen om het team uit te zwaaien. Bij vertrek stond een enorm scherm naast het vliegtuig van het team op Schiphol. Daar waren filmpjes op te zien die fans hadden opgenomen, zodat spelers konden zien dat heel Nederland ze succes wenste op weg naar het WK.” Daarnaast werd de Oranje-reporter geïntroduceerd. Fans konden laten zien hoe ze verslag deden van de uitzwaaiwedstrijden. Daarmee maakten ze kans om naar Nederland-Chili te worden gestuurd om in Brazilië verslag te doen van de wedstrijd en fanactiviteiten. Ook kregen de winnaars een Google Glass. “Om op die manier interactieve en unieke content te maken en het WK letterlijk een stukje dichterbij te brengen.”
Altijd positief Het bijhorende credo van de campagne is volgens Bekkers: “Brazilië, Aqui Vamos! We hebben er zin in, maak je borst maar nat voor het Oranjelegioen.” Twee jaar na het voor Nederland teleurstellend verlopen EK in Polen en Oekraïne, stapte de KNVB dus met frisse moed het nieuwe eindtoernooi binnen. “Onze campagneboodschappen zijn altijd positief van aard. Maar we roepen niet: wij worden wereldkampioen”, licht het hoofd sponsoring toe. “Onze partners zetten ook altijd positief in. Ze geloven erin dat we ver gaan komen. Zij moeten zich voorbereiden op succes. Natuurlijk ligt er een plan B klaar als het minder goed gaat, maar we stappen er wel altijd met goede moed en vertrouwen in. We geloven dat we een ander resultaat neerzetten dan twee jaar geleden, maar communicatief moeten we natuurlijk wel inspringen op actualiteiten en sentimenten.”
Geen uitingen, wel aanwezig Op het WK zelf is er alleen ruimte voor FIFA-partners. Voor commerciële uitingen van de KNVB en de eigen partners is dus geen plaats. “We proberen voor de fans wel weer een Oranje-plein en Oranje-mars te organiseren. Dat is een soort activatie zonder commerciële inslag. Wij willen ervoor zorgen dat de fans er welkom worden geheten en zich thuis voelen.” Bekkers reisde tijdens het WK wel af naar Brazilië. “In samenwerking met het projectteam zijn we verantwoordelijk voor onder andere de kaartverkoop richting Nederlandse supporters, communicatie, veiligheid, overleg met lokale en Nederlandse overheden en de sponsorreizen die we organiseren naar het WK toe. Ik ben voornamelijk verantwoordelijk voor de sponsorreis en de zaken daar omheen. Denk hierbij aan het entertainment in Brazilië, de reis en het verblijf met onze partners.”
“ONZE CAMPAGNEBOODSCHAPPEN ZIJN ALTIJD POSITIEF”
Relatiemanagement “We spreken daar juist over strategische zaken”, stelt Bekkers. “Je kunt het hebben over nieuwe partnerships, nieuwe projecten die we gezamenlijk willen omarmen. Het is dus voornamelijk relatiemanagement. Maar dat is zo cruciaal. Al onze partners hebben een passie voor voetbal, op een WK komt dat tot een hoogtepunt. Het zakelijke deel is ondergeschikt aan de sport, het voetbal is de gemene deler.” “De trips zijn praktisch ingericht, mede omdat het een dure reis is en het niveau van de gasten vaak op CEO-level ligt”, vervolgt Bekkers. “Het is daardoor vrij moeilijk om een week van huis te zijn. De duur is zolang mogelijk opgerekt, zonder het een vakantie te laten zijn. Het draait natuurlijk om die wedstrijd. De ochtend na een wedstrijd vliegen we terug naar huis, want we zijn daar dan ook voor de wedstrijd. Het is natuurlijk fantastisch om mee te maken, maar het is zeker geen vakantie.”
“HET IS FANTASTISCH OM MEE TE MAKEN, MAAR ZEKER GEEN VAKANTIE”
Reisschema bobo’s rondom Nederland-Chili 07.00-09.00uur Ontbijt 09.30 uur per bus naar de Arena de Sao Paulo (reistijd ca. 2 uur) 11.30 uur verwachte aankomst in het stadion Arena de Sao Paulo 13.00 uur aftrap van de wedstrijd Nederland/Chili 14.45 uur einde wedstrijd en uitloop stadion 15.30 uur per bus naar restaurant voor diner met de sponsorgroep 17.00 uur verwachte aankomst en wedstrijden Kameroen/Brazilië en Kroatië/Mexico op scherm te zien 17.45 uur start diner met de sponsorgroep 19.15 uur per bus retour naar hotel 20.15 uur
verwachte aankomst in hotel
Beeld: knvb.nl
WK VOETBAL 2014
33
“HET IS ALTIJD ZINVOL OM BIJ ZO’N TOERNOOI TE ZIJN”
DE SPORTMARKETEER Het WK voetbal is voor bedrijven een geliefd thema om een campagne rondom in te richten. Logisch, want tijdens het toernooi wordt door mensen consequent meer geld uitgegeven. “De kunst is om op te vallen in die enorme aantallen WK-campagnes”, weet Ruud van der Knaap, senior sportmarketeer bij sportmarketingbureau Triple Double.
“In de supermarktwereld wordt sowieso 20 tot 25 miljoen euro meer uitgegeven aan producten, omdat mensen veel thuis zijn en daar voetbal kijken”, aldus de sportmarketeer. “Er zijn minder mensen op vakantie. Als Nederland verder komt in het toernooi, stellen zij die uit. In 2010 was er meer dan 70 miljoen euro extra omzet, alleen al in de foodretailsector. Eenzelfde impuls kun je verwachten in andere branches. Daar willen allerlei bedrijven van profiteren.”
“Er zijn dan vaak ook meer budgetten om mooie dingen op te tuigen”, aldus Van der Knaap. “Dat werkt, want dan kan je ook mooiere dingen creëren en ze beter zichtbaar maken. Er is voldoende budget om dingen via campagnes onder de aandacht te brengen.” De eerste ideeën krijgen bij het sportmarketingbureau al minimaal een jaar van tevoren vorm. “Het wil niet zeggen dat alles wat je dan bedenkt ook lukt, maar als je bijvoorbeeld gadgets wil laten maken, is het slim om die op tijd in te kopen. Dan is het goedkoper en zit je niet met deadlines.”
Sexy ingrediënt Rondom het EK 2012 waren er maar liefst 240 inhaakcampagnes. Van der Knaap rekent nu in totaal op in elk geval 200 campagnes. “Het WK staat altijd nog wat meer in de aandacht dan een EK. Brazilië is ook nog een heel sexy ingrediënt om een reclamecampagne mee te vullen. Dat zie je aan de Bavaria-jurkjes, je ziet overal ook de samba terugkomen. De prestaties zijn natuurlijk niet te beïnvloeden door bedrijven en sponsors. Maar als er goed gepresteerd wordt, komen er altijd nog wat extra inhakers los.” Triple Double is in het kader van het toernooi in Brazilië bezig met zo’n tien opdrachten. “Het zijn rondom het WK voornamelijk campagnes. Bedrijven die het thema willen gebruiken om een campagne in te richten. Het doel is bezoek naar winkels krijgen, producten extra verkopen of andere programma’s onder de aandacht te brengen. Dat zie je veel gebeuren rondom een WK, met name via weggevertjes en give-aways.”
“Zinvol om daar te zijn”
“ER ZIJN VAAK MEER BUDGETTEN OM MOOIE DINGEN OP TE TUIGEN”
34
WK VOETBAL 2014
Van der Knaap en zijn collega’s reisden zelf ook af naar Brazilië. “Het is altijd zinvol om daar te zijn, alle grote sponsors in het voetbal zijn daar ook. Partners van de KNVB, maar ook internationale partijen. Het is dus een interessante netwerkgelegenheid. Maar het is ook interessant om te zien wat er gebeurt: hoe is de organisatie, wat vindt er rondom stadions plaats qua activatie en fanbeleving? Hoe pakken ze dat in Brazilië aan en wat kunnen we daarvan leren? Dat inspireert enorm. Het is het hoogste podium in de sport. Dat maakt een hoop los, er zit veel emotie omheen en dat maakt het leuk.”
“ZO’N EINDTOERNOOI LEVERT ONS OOK EXTRA PUBLICITEIT OP”
“In Brazilië is voetbal bovendien een soort religie”, vervolgt hij. “Ik ben heel benieuwd hoe ze dat beleven. Daar hoor je veel verhalen over. Maar als je daar bent, kun je het pas echt voelen. Voor ons komt er nog bij dat alle media iets over Oranje willen vertellen, dus worden wij ook veel gebeld voor een expertmening. Zo’n eindtoernooi levert ons ook extra publiciteit op. Maar als wij resultaten halen en onze klanten zien succesvolle campagnes, is het toernooi voor ons geslaagd.” Van der Knaap merkt dat campagnes zich steeds meer op digitale en interactieve platformen afspelen. “We hebben al 1001 dingen gezien rondom het WK, het is de kunst om daar elke keer een nieuwe dimensie aan toe te voegen. Die ligt voor mijn gevoel heel erg op het digitale en interactieve vlak. Je ziet dat veel campagnes daar de nadruk op leggen, maar er valt ook nog een wereld te winnen.”
“BRAZILIË IS EEN SEXY INGREDIËNT VOOR EEN RECLAMECAMPAGNE”
RUUD VAN DER KNAAP
Van der Knaap noemt de Svenergie-campagne rondom de Olympische Spelen van 2010 als één van de meest geslaagde waar Triple Double bij betrokken was. “Klanten kregen bij Essent honderd euro korting bij succes van Sven Kramer. Die campagne was voor het toernooi al een succes, toen hadden meer dan 200.000 mensen zich al ingeschreven als Sven-fan. Ondanks het spraakmakende moment van de foute wissel, die direct invloed had op de campagne, pakte het hartstikke goed uit. Voor Essent was het een van de succesvolste sponsoractivaties die ze in de sport hebben gedaan.”
WK VOETBAL 2014
35
NISOM. NISOM ‘Your personal coach to coach’ NISOM, Nederlands Instituut voor Strategisch en Operationeel Management. Het NISOM biedt verschillende deeltijd opleidingen en trainingen aan op HBO en Post HBO niveau, specifiek gericht op Eventmanagement, Sportmanagement en Algemeen Management. Het NISOM is de eerste opleiding in Nederland die door de branche IDEA geaccrediteerd is en door het CRKBO. De deeltijdopleidingen zijn bedoeld voor diegenen die al enige werkervaring hebben.
Heb jij de ambitie, nieuwsgierigheid en creativiteit om van jouw opleiding een succes te maken, dan is de NISOM opleiding iets voor jou!
Aanbod Opleidingen • Management • Eventmanagement HBO Eventmanagement en Eventmarketing Post-HBO Strategisch Eventmanagement en Eventmarketing • Sportmanagement HBO Sportmanagement en Sportmarketing Post-HBO Strategische Sportmarketing • Combinatie Sports en Events HBO Sportmanagement en Eventmanagement Post-HBO Strategisch Sportmanagement en Eventmanagement
Voor informatie kun je op verschillende manieren contact met ons opnemen: Telefonisch: 06 25 04 43 00 (Ineke Dost, algemeen directeur) Locatie: Amersfoort info@nisom.nl
www.nisom.nl
SPORTEVENEMENTEN 2014-2015
22 JUL 2014
Wielrennen
13 AUG 2014
Base- en Softball
24 AUG 2014
Roeien
21 SEP 2014
Voetbal
2015
Zwemmen
2015
Wielrennen
12 FEB 2015
Schaatsen
01 JUN 2015
Volleybal
26 SEP 2015
Volleybal
WK BMX 22 jul 2014
Rotterdam, Zuid-Holland 7 dagen
WK Softbal Dames 13 aug 2014
12 dagen
WK Roeien 24 aug 2014
8 dagen
WK Panna Knock Out 21 sep 2014
1 dag
EK Synchroonzwemmen 2015
2015
www.knbsb.nl
Amsterdam, Noord-Holland www.amsterdamrowing.com
Amsterdam, Noord-Holland www.pannaknockout.com
Nederland
Huijbergen, Noord-Brabant www.knwu.nl
WK Schaatsen Afstanden 12 feb 2015
Heerenveen, Friesland www.isu.org
WK Beachvolleybal 30 dagen
EK Volleybal (Dames) 26 sep 2015
Haarlem, Noord-Holland
www.knzb.nl
EK Veldrijden
1 jun 2015
www.knwu.nl
9 dagen
Landelijk www.volleybal.nl
Apeldoorn, Gelderland www.volleybal.nl
SPORTEVENEMENTEN
37
MARLOU VAN RHIJN
38
MARLOU VAN RHIJN
DIT KAN TOCH NIET?! December 2010: Marlou van Rhijn rent voor het eerst op hardloopprotheses, blades. Mei 2012: De atlete sprint naar wereldrecords op de 100 en 200 meter. September 2012: De ‘Blade Babe’ wordt in een bomvol Londens stadion paralympisch kampioen op de 200 meter en verovert zilver op de 100 meter. Een filmrecensent zou bij het lezen van dit scenario zijn handen voor zijn ogen slaan. Want dit kan toch niet?! Tekst: Jop Goslinga Beeld: Helene Wiesenhaan
MARLOU VAN RHIJN
39
De loopbaan van de jonge Van Rhijn (22 jaar) lijkt voorbij als ze in 2009 besluit te stoppen met topzwemmen. Ze vindt het niet meer leuk. En na jaren van trainingskampen verlaat de in Purmerend geboren sportster de chloorlucht. Ze wil nog wel sporten, maar niet meer zo vaak. Totdat atletiekcoach Guido Bonsen belt: “Ken je Oscar Pistorius?” Om er vervolgens fijntjes aan toe te voegen dat Van Rhijn exact dezelfde handicap heeft als de wereldberoemde -en inmiddels in opspraak geraakte- Zuid-Afrikaan en daardoor uitermate geschikt is als paralympisch hardloopster. Ondanks de wat boude uitspraak besluit Van Rhijn op het aanbod in te gaan om mee te trainen bij de paralympische atletiekploeg. Het bleek achteraf slechts het optakelen van een achtbaankarretje, want niet veel later stond het leven van de Noord-Hollandse op zijn kop.
Verscholen tussen een clubje collega’s en de atletiekbondscoach zit Van Rhijn aan de lunch in het nieuwe trainingscentrum de Arnhemhal op het bosrijke Papendal. De Noord-Hollandse is hier vaker dan thuis in Purmerend. Met een bezweet voorhoofd van de zojuist afgeronde training en een glas fruitsap omklemd door haar handen daalt ze neer op een stoel. Klaar om haar eigen mysterie op te lossen, om haar verrassende ambities in de retail te ontvouwen en om te vertellen over het verhaal dat ze niet kan vertellen… Sinds de zomer van 2012 ben je een bekende sporter, word je bijgestaan door sportmarketingbureau Triple Double en ben je –zeker na het stoppen van Esther Vergeer- hét boegbeeld van de paralympische sport in Nederland. Hoe ga je om met die plotselinge aandacht? “In Londen zei Bob (van Oosterhout, eigenaar Triple Double, red.) tegen mijn coach dat hij geïnteresseerd was in een samenwerking met mij. Hij dacht namelijk dat ik wel wat commerciële aanvragen
40
MARLOU VAN RHIJN
zou krijgen. Ik dacht: “Ach, dat zal wel meevallen”, ik leefde immers in een bubbel daar in Londen. Toen ik thuiskwam bleek mijn mailbox inderdaad ontploft. Ik had het in het vliegtuig overigens al door. Met de paralympische ploeg hadden we een eigen vliegtuig en boven in de lucht sloeg ik de Nederlandse kranten open en tot mijn verbijstering zag ik in iedere krant mijn foto staan. Dat vond ik heel raar. Eigenlijk besefte ik toen, hoog in de lucht, pas wat er was gebeurd. De roem heeft twee kanten. Zo word ik op straat nooit herkend, zelfs jij liep me zojuist straal voorbij. Maar met blades aan herkennen mensen me. Dat is wel dubbel. Als ik op blades sta, ben ik de Blade Babe en als dat niet zo is, hebben mensen geen idee. Dat heeft ook wel iets fijns.” Door al die aandacht zal je ook wel veel naar je handicap gevraagd worden. Vind je dat vervelend? “Ik had een keer een interview met iemand die echt uit was op een krachtverhaal. Zo’n verhaal van: “O, daar lag ze, zonder benen. En
MARLOU VAN RHIJN toen stond ze daar, met blades!” En dat is geen verhaal, want ik lag daar nooit zonder benen, ik heb geen tragisch ziekenhuisverhaal. Ik leef al sinds mijn geboorte zonder onderbenen, ben het gewend. En dat ik geen tranentrekkend verhaal heb, wil ik best vertellen, maar sommigen willen dat niet horen. Die zoeken naar iets dramatisch. Na Londen werd ik ook veel gevraagd voor praatjes. Maar ik wist niet zo goed wat ik moest vertellen. Want ik kon mijn atletiekverhaal wel vertellen, maar je merkte dat mensen het verhaal van daarvóór
“IK BEN NIET EEN ZIELIG MEISJE DAT TOEVALLIG SPORT”
wilden weten. Maar dat was zwemmen, en dat bedoelden ze niet. Ballet, ook nog gedaan, maar ook dat zochten ze niet. In mijn verhaal moet de sport atletiek centraal staan. Een verhaal over snelheid en hardlopen. Als je naar mij kijkt, moet je een topsporter zien, een atleet. En niet een zielig meisje dat toevallig sport.”
Toen het startschot klonk, bleek ik toch als eerste weg te zijn. Verder pik ik dingen snel op, dus kan ik in korte tijd veel leren. Daarnaast had ik ook de mazzel dat álles goed ging. Zo raakte ik niet geblesseerd, terwijl dat wel vaak gebeurt met beginners. Mijn titel in Londen zal vermoedelijk een combinatie zijn van dat alles, maar of het verhaal daarmee logisch is, is een tweede.”
Aan de perceptie van de kijker valt dus nog wat te veranderen. Is dat iets dat jij als sportboegbeeld wil bereiken? “Ik vind het belangrijk dat er een ander soort stroom komt binnen de paralympische sport. Je hebt mensen die nu eenmaal zo geboren zijn, maar daarnaast bijvoorbeeld heel goed kunnen basketballen. En dan moet het, vind ik, over het basketbal gaan en niet over het zielige verhaal achter de sporter. Ik wil dat mensen de paralympische sport zien als iets vets. Tijdens de Paralympische Spelen in Londen was er een jongetje die een piraat in een stripboek aanzag voor een paralympische atleet. Kijk, dat is tof! En natuurlijk zijn ‘wij’ anders, maar anders mag.
Los van je status als topsporter heb je ook een status als student. Hoe is die precies? (Grinnikend) Uhm, ik studeer nu al best een tijdje, vijf jaar. Of wacht, misschien is dit al mijn zesde jaar. Al goed, ik denk erover na om nu eens af te studeren. Ik ben op basis van mijn zwemcarrière toegelaten op de Cruyff University. In 2012 heb ik de studie stopgezet, omdat ik al mijn energie moest steken in atletiek. Maar nu zit ik in de afstuderende fase. En hoe kan het ook anders, mijn afstudeerproject gaat over blades. Ik wil ze voor iedereen betaalbaar maken.”
Het is te gek voor woorden dat mensen het verhaal áchter jouw sportsucces interessanter vinden. Er zijn namelijk weinig sportverhalen die zo absurd zijn als de jouwe. Hoe verklaar je het dat je na anderhalf jaar trainen al de snelste vrouw op blades van de wereld bent? “Haha, tja, dat heb ik mezelf ook wel eens afgevraagd. Het is een raar verhaal. Hoe kan je in zo’n korte periode al zo hard gaan? Maar ik kan het moeilijk verklaren.” Laten we toch een poging doen. “Oké! Ik had de mazzel dat ik direct in het atletiekteam belandde en alle faciliteiten kreeg op Papendal. Daarnaast heb ik echt de beste coach die er is. Het is een beetje een rare man, zie zijn eerste telefoongesprek –“Je hebt de ideale handicap”, maar hij is wel steengoed. Met topsporten was ik ook al bekend. Ik zwom al vanaf mijn twaalfde, had veel trainingskampen meegemaakt en had al eens meegedaan aan een WK. Guido vertelde me ook ooit eens een treffende anekdote over één van mijn eerste trainingen. We stonden op Papendal in de starthouding voor een wedstrijdje op de training, terwijl ik mijn haar nog aan het doen was.
Je wilt na je loopbaan óp blades de wereld veroveren mét blades? “Zo ongeveer. Blades zijn heel erg duur, zo’n zesduizend euro per stuk. Ik vertel allerlei kinderen die iets soortgelijks hebben als ik dat ze moeten gaan rennen. Maar dat is eigenlijk achterlijk. Want waar haal je die blades vandaan? Ik ben nu op zoek naar een manier waarmee je blades gewoon tot normaal sportmiddel kan maken. Dus net zoals je een tennisracket of hockeystick in de winkel koopt, moet je ook blades kunnen kopen. Dat wil ik op de markt zetten en na mijn studie wil ik daar ook echt mee verder. Dus: Mensen, kom atletiek doen, ik zorg voor blades!” Op diezelfde blades wil je eerst nog Rio de Janeiro veroveren in 2016, zo lijkt me. Hoeveel gouden medailles mogen we dit keer verwachten? “De afgelopen periode hebben we veel gewerkt aan mijn kracht. Het doel daarvan is dat ik vaker dan eens heel snel kan rennen. Of ik ook direct sneller ben geworden, moet dus nog blijken. Erg spannend dus. Daarnaast ben ik bezig met de 400 meter. In Rio wil ik dan ook drie afstanden lopen: 100, 200 en 400 meter. En ik ga voor drie keer goud.”
MARLOU VAN RHIJN
41
“MMD SPORTBOARDS IS DE MANIER OM BIJ EEN SPORTIEF PUBLIEK ONDER DE AANDACHT TE KOMEN” Tekst: Noël Relker Beeld: MMD Media
MMD Media is media-exploitant van Out of Home reclame, en bereikt met selectieve, landelijke netwerken verschillende interessante doelgroepen. Tankstations, billboards zakelijk, sportscholen, discotheken, bioscopen en de luchthavens zijn de pijlers van MMD. Op deze locaties biedt het bedrijf verschillende mediamogelijkheden en worden mensen langer dan gemiddeld met reclameuitingen geconfronteerd. Of dit nu in de vertrekhal is op de luchthaven of in een discotheek waar jongeren tot in de kleine uurtjes verblijven.
Marcel Aarts is samen met Danny van Beek eigenaar en directeur van MMD Media. ”In 2001 zijn we begonnen met het aanbieden van bestickering van vliegtuigen, waarna al snel het adverteren in inflight-magazines en het sampling - kennismaking met een product vaak middels proefverpakking - aan boord van de toestellen erbij kwamen. Toch bleek het lastig om daar continuïteit in aan te brengen en hebben we onze diensten uitgebreid met het media-aanbod op de luchthavens zelf, op Eindhoven, Rotterdam, Maastricht, Groningen en Lelystad. De Nederlandse luchthavens groeien snel en hebben een unieke positie in het medialandschap. We bieden de mogelijkheid om in een dynamische omgeving met internationale allure te adverteren. Passagiers verblijven geruime tijd op een luchthaven wat een langdurig mediacontact waarborgt”. “Naast de luchthavens biedt MMD Media specifieke mogelijkheden om een uitgebalanceerde doelgroep te benaderen op locaties langs het wegennet in Nederland. De RoadBoards, bij tankstations en wegrestaurants, zijn stuk voor stuk druk bezochte locaties. Met zevenhonderd panelen zijn de RoadBoards hét grootste On the Go netwerk van Nederland”, vertelt Aarts.
42
MMD MEDIA
SPORTBOARDS Sinds twee jaar verzorgt MMD Media ook de exploitatie van het media-aanbod op sportscholen. Aarts: “SportBoards is een landelijk posternetwerk in de sportruimtes, kleedkamers en toiletten van ruim 300 exclusieve sportscholen. Dit zijn uitsluitend premium health- en fitnesscentra, aangesloten bij grote ketens als Health City, Basic Fit en de Vereniging van Exclusieve Sportcentra. De moderne panelen zijn duidelijk aanwezig en garanderen een intensief en langdurig contact met de doelgroep en – door de aard van de locatie – een hoge contactfrequentie. We bieden verschillende type panelen aan. Zo hangen er B1 panelen in de algemene ruimtes en de dames- en herenkleedkamers. Daarnaast hebben we A3 panelen hangen in de toiletten. Hierdoor is het netwerk uitermate geschikt om te segmenteren. Een adverteerder kan met zijn campagne heel gericht de mannelijke of vrouwelijke doelgroep bereiken”.
SAMPLING Het SportBoard netwerk maakt het voor adverteerders mogelijk in contact te treden met 700.000 mensen die al doelbewust bezig zijn met gezond leven, bewust eten en het verzorgen van lichaam en geest. MMD Media gebruikt bewust de term ‘in contact treden’ omdat fitnesscentra voor adverteerders bij uitstek geschikt zijn om sampling acties te koppelen aan reclame uitingen op de panelen. Aarts: “Door middel van sampling kan de sportende doelgroep bijvoorbeeld kennis maken met nieuwe geuren van lichaamsverzorgende producten of bijzondere smaken van sportdranken. Ook reisbureaus zetten marketingcampagnes in op onze SportBoards. Klanten maken dan kans op een vakantie of weekendjes weg. Op deze manier wordt een belevenis toegevoegd aan het product. Het combineert zichtbaarheid met beleving.
“EEN ADVERTEERDER KAN MET ZIJN CAMPAGNE HEEL GERICHT DE MANNELIJKE OF VROUWELIJKE DOELGROEP BEREIKEN” Via de sportscholen krijgen we positieve reacties op de sampling acties. Klanten van veel fitnesscentra hebben vaak goed contact met de medewerker, eigenaar of sportinstructeur die de samples uitdelen. Daardoor wordt de sampling door de sporters vaak gezien als een cadeautje van het betreffende fitnesscentrum”. Partijen die recentelijk gekozen hebben voor de inzet van de SportBoards zijn onder andere Red Bull, Nivea, Nutri Dynamics en Samsung. “Red Bull heeft zich in februari van dit jaar met zijn Red Bull zero calories campagne specifiek gericht op de mannelijke doelgroep. Gekozen was voor de inzet van B1 panelen in de herenkleedkamers, A3 panelen in de herentoiletten, zijn de lockers bestickerd en waren er proefexemplaren van Red Bull zero calories om kennis te maken met het drankje. Samsung heeft in juni de Galaxy S5 Gear Fit onder de aandacht gebracht bij 200 luxere fitnesscentra van de Vereniging Exclusieve Sportcentra en Health City. Zo kwam deze smartwatch - met onder andere een hartslagmeter, health functies en een stappenteller - direct onder de aandacht van de gewenste doelgroep,“ aldus Aarts.
MMD MEDIA
43
IN THE PICTURE
Special Heroes: meer leerlingen met Programmamanager
een beperking blijvend lid van een
Special Heroes
sportvereniging
Erna Mannen “Sporten en bewegen is leuk, vergroot je zelfvertrouwen en geeft kracht.” Sleutelwoorden van Special Heroes, het sportstimuleringsprogramma waarmee het speciaal onderwijs en sportverenigingen zich inzetten om leerlingen met een beperking structureel te laten sporten en bewegen. Uit onderzoek blijkt dat het programma daarin succesvol is en dat de aanpak op zowel leerling- als organisatieniveau werkt.
“Special Heroes laat zien dat kinderen en jongeren met een handicap sporten en bewegen leuk vinden en dat ze dat meer binnen en buiten de school doen. Ik ben er trots op dat we hier een bijdrage aan kunnen leveren om dat mogelijk te maken.”
Special Heroes richt zich op alle clusters binnen het speciaal onderwijs, leerlingen met een auditieve, visuele, lichamelijke, verstandelijke of meervoudige beperking. Ook leerlingen met een chronische ziekte, ernstige gedragsproblemen en autisme worden door Special Heroes bereikt. Special Heroes is een samenwerkingsverband van Stichting Onbeperkt Sportief, NOC*NSF en de PO-Raad. De nauwe samenwerking tussen bovengenoemde drie organisaties staat borg voor voldoende kennis, betrokkenheid en draagvlak bij de diverse sportorganisaties en onderwijsorganisaties.
De Johan Cruyff Foundation De Johan Cruyff Foundation brengt al ruim 15 jaar jeugd in beweging waardoor ze samen kunnen spelen en groeien in hun ontwikkeling. Door sport en spel worden kinderen fitter, leren ze met elkaar omgaan en ontwikkelen zij zichzelf. Maar kinderen hebben tegenwoordig te weinig tijd, ruimte en aandacht voor bewegen. Daarom willen wij ze stimuleren om te bewegen met onze projecten zoals op de 190 Cruyff Courts in wijken in Nederland en in het buitenland, de 61 basisscholen met een Schoolplein14 en de financiële ondersteuning van diverse grote en kleine sportprojecten en sportbonden met hun activiteiten voor gehandicapte kinderen. Elke week brengen wij zo duizenden kinderen in binnen- en buitenland in beweging. De Johan Cruyff Foundation wordt gesteund door een aantal vaste partners: De Nationale Postcode Loterij, AkzoNobel, BT en Unilever. “Alleen kun je niets doen, je moet het samen doen”.
Directeur van de Cruyff Foundation Carole Thate Zo’n 15 jaar geleden kreeg ik de kans om met aan de ene kant de statuten en aan de andere kant de steun van de Goede Doelen Loterijen de Cruyff Foundation richting te geven. Mijn referentie was mijn studie (kinderpsychologie), mijn sport (hockey) maar vooral jarenlange ervaring hoe je met een groep mensen ergens voor kunt gaan. En wat er bij dergelijke processen komt kijken, immers niemand wordt zonder vallen en opstaan kampioen. Een geweldige levenservaring. De Cruyff Foundation is in mijn ogen dan ook een teamspeler. Het is een team op zich met zeer betrokken en ambitieuze collega’s, waarbij het mijn taak is om niet alleen als team te presteren maar ook om ieders eigen ontwikkeling in de gaten te houden. Een bijzondere plaats in ons team wordt ingenomen door onze trouwe groep vrijwilligers. Zonder hun tomeloze inzet en commitment zouden onze programma’s en projecten nooit zo’n impact kunnen hebben
44
IN THE PICTURE
DE TOEKOMST VAN DE FITNESSBRANCHE Fitness is de meest beoefende sport van ons land. Fitnesscentra hebben zich verder ontwikkeld. Zo is een deel van de ondernemingen uitgegroeid tot
multifunctionele
bewegingscentra,
waar
ook andere sporten beoefend kunnen worden. Daarnaast zijn er (lowbudget)bedrijven die zich op specifieke doelgroepen en nieuwe concepten richten, zoals 24-uurs fitnesscentra. Ook wordt fitness aangeboden in hotels, scholen en bij bedrijven
en
fysiotherapiepraktijken.
In
het
kader van zijn afstuderen Executive MBA Sport Management, heeft Rinse Bleeker onderzoek gedaan
naar
de
strategische
respons
van
fitnesscentra op de huidige ontwikkelingen in de fitnessbranche. In dit artikel de belangrijkste conclusies en aanbevelingen.
DE FITNESSBRANCHE De deelname aan fitness wordt vooral gestimuleerd door de maatschappelijke waardering voor een jong, fit en slank voorkomen. Daarnaast is er ook sprake van meer aandacht voor het investeren in gezondheid en het tegengaan van bijvoorbeeld diabetes, obesitas en beweegarmoede. De fitnessbranche lijkt in dat opzicht meer dan andere sporten de vruchten van deze ontwikkelingen geplukt te hebben. Daar komt bij dat het twijfelachtige imago dat voorheen aan fitness werd gekoppeld nu veel positiever is geworden. Fitness wordt de laatste jaren vooral gezien als een ‘moderne’ sport, die goed is voor de algehele gezondheid. Het beeld van de branche dat in 2008 werd geschetst, lijkt inmiddels wat gekanteld. Uit het Trendrapport Fitnessbranche 2012 (Hovers, Hakkers en Breedveld, 2012) is op te maken dat de branche in dat jaar een fase is ingegaan die in traditionele marketingtermen als een ‘fase van volwassenheid’ wordt aangeduid. Tijdens die fase van volwassenwording zal de markt geen groei meer laten zien en komen organisaties elkaar tegen. Een aantal organisaties zal dan niet overleven, anderen kiezen voor een strategiewijziging en zullen uiteindelijk verder gaan.
DE TOEKOMST VAN DE FITNESSBRANCHE
45
Voor de fitnessmarkt betekent genoemde fase in de eerste plaats een stabiliserende deelname aan fitness. De laatste jaren schommelt het aandeel Nederlanders van zes jaar en ouder dat (minstens een keer per jaar) aan fitness doet rond de twintig procent. Ook het aantal fitnesscentra groeit niet snel meer.
AANBOD Er zijn circa 1650 fitnesscentra in ons land. Dat is geen groei in vergelijking met de afgelopen jaren. Daarnaast zijn er ook bedrijven die zich alleen bezighouden met vecht- en krachtsporten. Een fitnesscentrum heeft gemiddeld 1600 leden (vaste abonnementhouders). Er zijn kleine centra met 200 leden, terwijl grote centra meer dan 5000 leden kunnen hebben. Tweederde van de fitnesscentra wordt nog zelfstandig gerund. De ondernemer is in de meeste gevallen geen instructeur meer. Dat wijst op een marktstadium van volwassenheid. De afvlakkende groei van het aanbod gaat gepaard met relatief veel opheffingen, relatief weinig starters en een toename van het aantal verliesgevende fitnessbedrijven. Het totale bedrijfsleven in Nederland presteert op deze indicatoren beter. In de fitnessbranche lijkt in toenemende mate alleen nog plaats voor sterke ondernemers. De laatste vijf jaar heeft de economische crisis en met name ook de sterk toegenomen concurrentie voor verdere spanningen in de fitnessmarkt gezorgd. Segmentatie, diversificatie, specialisatie en schaalvergroting blijven de laatste jaren heel nadrukkelijk een stempel op de sector drukken.
VARIATIE IN HET AANBOD Het aanbod van fitnesscentra is zeer divers en loopt uiteen van het traditionele krachthonk tot en met leisurecenters die naast fitnessruimten vaak meerdere tennis- en squashbanen hebben. Ook is er onderscheid tussen prijsvechters en luxeleveranciers. Variatie in gebruiksmogelijkheden verlengt de gemiddelde lidmaatschapsduur. Healthclubs zijn doorgaans kleiner dan centra die zich vooral op de vrijetijdsmarkt toeleggen. De programma’s van healthclubs richten zich op het verbeteren van fitheid en gezondheid. De medewerkers hebben kennis van zaken, zo zijn er vaak fysiotherapeuten en sportartsen in dienst. Verder zijn er ook veel specialisaties te constateren. Zo zijn er centra die zich voornamelijk richten op: vrijetijdsfitness, fysiofitness (accent op medische begeleiding), interne bedrijfsfitness, krachtsporten of vrouwen. En zijn er centra die een bijzondere formule toepassen, zoals Anytime Fitness (waar je vierentwintig uur per dag en zeven dagen per week kan sporten) of Train More, waarbij het goedkoper wordt als je vaker komt.
OMZET De gemiddelde omzet van een fitnesscentrum is ruim 400.000 euro. Door schaalvergroting in de branche loopt dit gemiddelde echter op. De totale omzet van de branche wordt geschat op circa één miljard euro. Naast de contributiegelden heeft een fitnesscentrum ook andere inkomstenbronnen, zoals horecaopbrengsten. Deze bedragen 5-15 procent van de totaalomzet. De horecaomzet wordt voor fitnesscentra steeds interessanter, maar is vaak moeilijk rendabel te maken. Een clublid komt niet meer alleen functioneel, maar wil ook gezelligheid en beleving. Een goede horecavoorziening kan daaraan bijdragen.
46
DE TOEKOMST VAN DE FITNESSBRANCHE
PROFESSIONALISERINGSSLAG De fitnessbranche heeft de afgelopen 25 jaar een goede ontwikkeling doorgemaakt en biedt tegenwoordig aan ten minste 15.000 Nederlanders werkgelegenheid, verdeeld over ongeveer 6000 FTE’s. Uit de arbeidsmonitor Sport 2014 blijkt dat de fitnessbranche qua omvang, na het onderwijs en de overheid, een derde plaats inneemt op de sportarbeidsmarkt op het gebied van Sport en Bewegen.
KANSEN De komende jaren zal de fitnessbranche een aantal interessante uitdagingen op haar pad vinden. De vergrijzende samenleving, een verdergaande individualisering van de maatschappij en een toename van het aantal mensen dat lijdt aan welvaartsziekten als diabetes en obesitas. Ook ontwikkelingen op het gebied van technologie en fitness zijn interessant. Fitnessprogramma’s gekoppeld aan ‘gaming’ en inventieve fitnessapp’s zijn in opkomst en genieten grote populariteit onder met name jeugdige sporters. Een heel sterk punt van de fitnessbranche blijft het brede aanbod, het succesvol kunnen inspelen op de vraag naar belevenissen en de veelal ruime openingstijden. Verder biedt de vergrijzing volop kansen, mits het fitnessaanbod en de omstandigheden aansluiten op de wensen van deze groeiende doelgroep. Uitgaande van de hedendaagse situatie in de branche zijn inzicht in de marktpositie en de ontwikkelingen in de fitnesssector belangrijke uitgangspunten bij het tot stand komen van een gerichte strategie of aanpak. Echter niet alle fitnesscentra delen die mening. Er zijn bedrijven die wel kennis nemen van de huidige trends en ontwikkelingen, maar spelen daar niet in alle gevallen bewust op in. Verschillende motieven liggen ten grondslag aan de keuzes die fitnesscentra maken. Soms is er sprake van een situatie waarin het roer volledig omgaat. Men kiest dan voor een andere strategie op basis van de verwachtingen in de branche. Bij een aantal fitnessbedrijven heeft dat zelfs geleid tot de ontwikkeling van een vernieuwd (fitness)concept. Andere bedrijven kiezen er voor om kleinere aanpassingen door te voeren. Zij richten zich vooral op het verbeteren van de huidige bedrijfsvoering, niet op een rigoureuze koerswijziging. De huidige marktsituatie moet vooral gezien worden als een nieuwe proeve van bekwaamheid voor de fitnessbranche. Er zullen ongetwijfeld
offers gebracht moeten worden, maar nog steeds is sprake van een positief toekomstperspectief voor de fitnessmarkt Fitnesscentra zullen wellicht keuzes moeten gaan maken om in de eigen bedrijfsvoering veranderingen door te gaan voeren. Er is sprake van een verdringingsmarkt. Van het grootste belang is dat fitnesscentra het bestaande fitnessconcept, het aanbieden van fitnessapparatuur en groepslessen, voorziet van nieuwe impulsen. De verwachting is dat de klant het fitnesscentrum steeds meer gaat zien als het kenniscentrum voor sport, bewegen, gezondheid en lifestyle. Vooral van de ‘high-end’ fitnesscentra mag verwacht worden dat zij mee zullen gaan in die richting. Ook mag verwacht worden dat de eerstelijnszorg bij deze fitnesscentra aansluiting gaat vinden als dergelijke fitnessbedrijven aan de randvoorwaarden van de zorgpartijen kunnen voldoen. Het zou een verschuiving van de markt betekenen, nieuwe kansen en mogelijkheden zullen zich aandienen. De ‘low-budget’ variant van de fitnessbranche heeft al heel goed ingespeeld op een veranderende markt. Het tegen een fors lagere prijs aanbieden van fitness -en groepslessen werkt uitstekend en is in relatief korte periode ontzettend populair geworden. Het feit dat er beperkte begeleiding aanwezig is en de faciliteiten over het algemeen sober zijn, trekt met name jongeren en meer ervaren (kracht) sporters. Fitnessbedrijven zullen een strategische keuze moeten maken om niet uiteindelijk in een situatie terecht te komen waarbij geen prestatie meer mogelijk is. Bij een aanhoudende verdringingsmarkt is er geen tijd te verliezen als het gaat om het kiezen voor een duidelijke strategie.
Bronnen: Fitnessbranche Cijfers & Trends Rabobank, 2014 Onderzoek MBA sportmanagement van Rinse Bleeker strategische respons van fitnesscentra op de huidige ontwikkelingen in de fitnessbranche Trendrapport Fitnessbranche 2012 (Hovers, Hakkers en Breedveld, 2012) Arbeidsmonitor Sport 2014
DE TOEKOMST VAN DE FITNESSBRANCHE
47
HET BEGELEIDEN VAN MENSEN MET OBESITAS, OVERGEWICHT EN/OF DIABETES IS EEN VAK APART
A
fgelopen jaar ben ik voor de opleiding Medisch Fitness gestart met het schrijven van de module gericht op het begeleiden van mensen met diabetes of obesitas. In deze opleiding is behoorlijk wat aandacht voor gezonde voeding. Toen ik zelf topsporter in atletiek was had ik al veel interesse in voeding, maar had mij hier nooit goed genoeg in verdiept. Omdat ikzelf bewegingswetenschapper ben en geen diëtist werd het hoog tijd om goed onderzoek te verrichten in gezonde voeding. Snel afvallen. Of niet? Elk jaar worden er weer veel dieetboeken verkocht. Volgens het ene boek moet je fruit eten, volgens het andere moet je een brooddieet volgen, terwijl recente diëten het accent leggen op de voeding zoals die was als oermens. De verschillen tussen diëten zijn enorm groot! Maar welk dieet is nu het meest effectief? En moet je snel afvallen? Of niet? Als je kijkt naar de effectiviteit van diëten, dan moet je vooral kijken naar de langere termijn. Op lange termijn lijkt het vreemd genoeg weinig uit te maken of je een dieet hebt gevolgd dat weinig vet bevat, weinig koolhydraten of wat meer eiwit. Centraal gaat het om hoeveel energie je inneemt ten opzichte van hoeveel energie je verbruikt. Het is daarom belangrijker om te kiezen voor een dieet dat je makkelijk kunt volhouden. Laagcalorische diëten met maaltijdvervangers zorgen voor een snel gewichtsverlies in de eerste weken, maar worden maar een korte tijd gevolgd. Door de korte periode is er geen tijd om een gedragsverandering tot stand te brengen. Het is daarom beter om uit te gaan van ‘gewone voeding’ en dan 600 kcal minder in te nemen dan gebruikelijk.
48
AALO
Gezonde maaltijden Centraal staat dus hoeveel energie er wordt ingenomen. De keuze van de voedingsmiddelen kan bepalen hoeveel energie dat wordt en of het voedingspatroon makkelijk is vol te houden. Voeding die minder verzadigd zoals voeding met snelle koolhydraten, zorgt ervoor dat je relatief snel weer honger krijgt. Hierdoor is het moeilijker om minder energie in te nemen en af te vallen. Door producten als groenten te eten krijg je veel vitamines, mineralen en vezels binnen. Daarnaast zit er in groente relatief weinig energie per gram als je het vergelijkt met brood, rijst, aardappelen en pasta. Doordat ook de opname van groenten trager is dan van snellere koolhydraten, heb je minder snel weer honger en is het eenvoudiger om minder energie in te nemen dan je verbruikt.
Cardio kan worden gebruikt om het totale energieverbruik te verhogen. Ook bij bewegen is het belangrijk om een structurele gedragsverandering tot stand te brengen. Hierbij kan het effectief zijn om ook juist buiten de sportschool meer te bewegen. Als het bovenstaande verhaal jou heeft geïnteresseerd, raad ik aan de module ‘coach voor mensen met Obesitas en/of Diabetes’ van de opleiding AALO Medisch Fitness te volgen. Naast alle ins en outs over voeding, krachttraining en cardiotraining, wordt in de opleiding ook veel aandacht besteed aan welke bewegingsprogramma’s passend zijn voor mensen met diabetes en/ of overgewicht. Wellicht tot ziens bij deze opleiding
Welk dieet past bij mij Het lijkt beter om vanuit de huidige voeding van een persoon aanpassingen te maken, in plaats van een voorgeschreven dieet te volgen. Dat vergroot de kans op structurele gedragsveranderingen in plaats van het zoveelste tijdelijke dieet. Denk daar eens aan als jij, of een potentiele klant de volgende keer in de boekwinkel staat met het zoveelste dieetboek in de hand! Bewegingsprogramma’s Naast informatie over voeding, wordt er in de opleiding medisch fitness uiteraard ook veel aandacht geschonken aan welk bewegingsprogramma passend is voor mensen met diabetes en overgewicht. Omdat 90 procent van de mensen met diabetes type 2 overgewicht heeft, is de standaard interventie gericht op lichaamsgewicht. Centraal staat dat er meer energie moet worden gebruikt dan er wordt ingenomen. Hierbij kan er krachttraining of cardio worden gedaan. Krachttraining kan helpen het verlies van spiermassa te verkleinen tijdens periodes van verminderde energie-inname.
Dr. Daniel van Leeuwen Dr. Daniel van Leeuwen is naast AALO Master Trainer ook bewegingswetenschapper, atletiek coach voor topsporters en Personal Trainer. Daniel is medeontwikkelaar van de AALO opleidingen (Hard)loop trainer voor de Fitness Professional en een aantal modules van AALO Medisch Fitness. Meer blogs en informatie over de opleiding op http://blog.aalo.nl/
Welkom bij AALO Opleidingen! AALO is sinds 1996 uitgegroeid tot de grootste kwaliteitsberoepsopleider in de Fitness, Health & Wellness branche. Met meer dan 50 opleidingen vind je bij AALO altijd een opleiding die bij je past. AALO bestaat uit diverse divisies. Iedere divisie heeft vervolgens vele opleidingen die modulair zijn opgebouwd. Per module ontvang je na een succesvolle afronding een branche-erkend AALOdiploma. Dit betekent dat je direct aan de slag kunt.
Een kleine greep uit de opleidingsmogelijkheden » Fitness Trainer Level 1 t/m 5 » Personal Trainer » Medisch Fitness Trainer » NGS Sportmasseur » BGN Gewichtsconsulent » Kettlebell Trainer 4 » Gewichthef Trainer level 1 t/m r teu » Bootcamp Instruc » Hardloop Trainer » Barbell Pivot Trainer
Divisie Body & Mind
» Klassiek Pilates level 1 & 2 3 » Yoga Instructeur level 1 t/m
Divisie Dance
» Hip Hop Instructor » Allround Dance Instructor » Kidz Instructor
Divisie Coaching & Management
» Sportpsychologie » Fitness Management & Onderne men
Divisie Groepslessen
» Aerobic Instructeur » Bodyshape Instructeur » Cycle Master
NIEUW!
» Gewichthef Trainer level 1 & 2 Wordt nu professional gewichtheftrainer. Ideaal voor sportspecifieke doeleinden zoals voor Crossfit, Voetbal, Hardlopen,Fietsen.
Meer informatie of direct inschrijven? Ga dan naar www.aalo.nl. E-mail: studieadvies@aalo.nl Telefoon: 088 -1 630 000
WERKEN IN EEN
BVO
“OP VERJAARDAGEN WORDT ER VERDOMD WEINIG AAN MIJN VROUW GEVRAAGD” Tekst: Wouter Quint Beeld: Martine Sollie
Justin Goetzee (algemeen directeur NAC Breda), Guus Pennings (marketing manager PSV) en Ard de Graaf (commercieel directeur SC Cambuur) waren in mei te gast bij het BVO Sportcafé in het Rat Verlegh Stadion in Breda. Een verslag van wat de drie professionals vertelden over de inhoud van hun functie, het bemachtigen van een baan bij een club uit het betaald voetbal en de uitdagingen in hun werkveld.
50
WERKEN BIJ EEN BVO
Justin Goetzee Algemeen Directeur NAC Breda Februari 2014 – heden Commercieel Directeur - NAC Breda Mei 2013 – februari 2014 Commercieel Directeur - ADO Den Haag April 2012 – mei 2013 Project Manager (project van 8 maanden) Stichting Meer dan Voetbal August 2011 – maart 2012 Directeur Algemene Zaken – RKC Waalwijk Oktober 2009 – augustus 2011 Account Manager Zakelijk Relaties - PSV Mei 2008 – oktober 2009 Manager Commerciële Zaken - RKC Waalwijk Juni 2002 – april 2008 Neven activiteiten bij de KNVB, Coöperatie Eerste Divisie en bij de clubs waar hij werkte. Daarvoor het bedrijfsleven.
“WIJ WERKEN GRAAG MET JONGE MENSEN DIE LEF HEBBEN, DIE 26 KEER DURVEN TE BELLEN. DAN INTERESSEERT HET ME NIET ZOVEEL WAT JE GEDAAN HEBT”
Waar bestaat jullie functie uit? Justin Goetzee: “Als algemeen directeur heb je een vrij brede verantwoordelijkheid. Van overleg met de gemeente tot aan de KNVB en sponsorafspraken. Ik probeer goed op de hoogte te blijven van wat er speelt in de organisatie, zodat je nooit met je mond vol tanden komt te staan en van alle processen wel iets afweet. Ik ben commercieel ook heel actief. Ik geloof niet in segmentatie voor mijn rol, ik probeer in alle gelederen in de sponsorkring relaties te onderhouden, zodat ik weet wat daar speelt. Dan gaat het om sponsors vanaf 1500 euro tot aan de hoofdsponsor. Dat is een bewuste keuze, zo houd je een goed gevoel van wat er leeft in je sponsorkring. En je straalt uit dat alle sponsorships belangrijk voor je zijn.” Guus Pennings: “Ik ben niet zo business-to-business bezig als Justin. Ik heb geen directe commerciële verantwoordelijkheid. Maar marketingverantwoordelijkheid in het voetbal is heel breed, zeker bij een club als PSV. We hebben zo’n tien ‘winkeltjes’ in de organisatie. Van kaartverkoop, de fanstore en lidmaatschappen tot aan het stadion als evenementenlocatie, de verkoop van businessseats en sponsoractivatie. Wij doen de marketing, promotie en communicatie voor al die winkeltjes, die bijvoorbeeld meer kaarten of shirts willen verkopen. Zij vragen: welke campagne en welke middelen zetten we in? Ik voer dus veel overleg. Daarnaast schuurt marketing heel erg aan tegen media, dus we zijn ook bezig met zaken als programmaboekjes, social media en het online platform PSV.nl.’ Ard de Graaf: “Ik richt me, als onderdeel van een directie van twee man, op commercie, horeca en maatschappelijke zaken. Mijn voornaamste aandachtsgebied is commercie. Vaste ijkpunten daarin zijn het personeelsoverleg, de MT en de Raad van Commissarissen. De overige tijd vul ik zoveel mogelijk in met commerciële afspraken. Ik wil elke week drie, vier bestaande relaties spreken en het liefst ook nog twee of drie nieuwe. Daarnaast moet je ruimte in de agenda overlaten. Met een kantoororganisatie van veertien FTE zijn wij een relatief kleine club. Er zijn daarnaast zo’n 250 vrijwilligers, die acht tot soms wel veertig uur werken. Die vergen ook aandacht.” Hoe zijn jullie binnengekomen in een BVO? Justin Goetzee: “Ik studeerde SPECO (sport en marketing/ management, red.). Tijdens mijn studie was ik heel bewust bezig met sport. Ik was jeugdtrainer, haalde trainersdiploma’s en organiseerde een beloftencompetitie. Daarna werkte ik in de ICT. Ik begon daar op maandagochtend, nog diezelfde avond stuurde ik sollicitatiebrieven naar voetbalclubs. Ik kwam met Marcel Brands in contact, die toen directeur van RKC was. Toen er een vacature was, heb ik gesolliciteerd. Zes jaar later zei Brands bij zijn vertrek: ‘Ik moest je wel aannemen, want ik werd gek van je gesms, gemail, gebel en gestalk.’ Ik heb er alles voor gelaten en een duidelijk doel voor mezelf gesteld. Als je dat doet en je eigen kwaliteiten en tekortkomingen kent, kun je ook goed inschatten waar je plafond ligt. Dan zet je daarop in.” “Als accountmanager van PSV werd ik aangesteld als directeur bij RKC. Dat is een bizarre stap, maar je hebt dan toch de indruk gewekt dat je het aankan. In de carrièrestappen die ik daarna heb gezet, was het netwerk heel belangrijk. Daarin investeren is enorm van belang. Je moet vooral geven, daar start het mee. Niet met de gedachte: ik wil er wat voor terug. Daar krijg je waardering voor. De positieve consequentie is dat mensen op den duur aan jou gaan denken. Dit soort avonden zijn zeer geschikt om in contact te komen met mensen in het werkveld. Je kunt als student vroegtijdig beginnen om te zorgen dat je stages hebt in het werkveld, seminars bezoeken en nevenfuncties creëren. Het staat ook goed op je cv als je bij je amateurclub een bepaalde rol vervult.”
WERKEN BIJ EEN BVO
51
Guus Pennings: “Als student wist ik niet precies wat ik wilde doen. Ik ben ooit opgeleid aan de ALO, als docent eerstegraads. Gaandeweg die opleiding wist ik al: dit wil ik niet gaan doen. Sport, commercie en marketing sprak me aan. Toen ben ik in deeltijd sportmanagement gaan doen. Daar leerde ik Bob van Oosterhout kennen, die was gastdocent. Hij vertelde over zijn bureau uit Deurne (sportmarketingbureau Triple Double, red.). Ik dacht: als ik een bedrijf had moeten schetsen waar ik zou willen werken, was het dat geweest. “ “Na afloop van een college kon ik met hem meerijden, toen hebben we een uurtje in de auto gezeten. Ik was wel enthousiast, maar ik kon eigenlijk niks, had niet eens een diploma in die categorie. Maar we hadden wel een klik. Ik begon daar als manusje van alles. Ik heb er zeven jaar gewerkt. Achteraf had ik geen betere spoedcursus kunnen hebben. Door de diversiteit, het netwerk, en de dingen waar je heel dichtbij bent.” “Toen PSV vorig jaar aanklopte, was ik niet direct heel enthousiast. Mijn affiniteit lag niet zozeer bij business-to-business, maar meer bij marketing richting consumenten. Daar bleek het uiteindelijk toch om te gaan. Toen werd ik enthousiast vanwege de inhoud van de functie, niet omdat ik bij een voetbalclub kon gaan werken. Ik heb ook zeker niet altijd in een PSV-pyjama geslapen, zelfs onder andere dekbedjes. Toen ik dat vertelde, zei Tiny Sanders (algemeen directeur, red.): ‘Als wij supporters zochten, hadden we wel een andere avond belegd. We zoeken de goede mensen voor de juiste plek’. Ard de Graaf: “Ik liep stage op Aruba en moest nog een aantal maanden van mijn studie invullen. Ik dacht: Ik stuur eens een faxje naar, toen nog, FC Zwolle. Dat was in de zomer, het leek me een onlogische periode. Maar wat bleek? In die periode was er juist de meeste behoefte aan een goede stagiair, in de voorbereiding op het nieuwe seizoen. Binnen een halfuur kreeg ik een berichtje terug: kom maar. Vanuit daar is mijn carrière geboren. Ik liep daar een halfjaar stage en werkte er nog een halfjaar met een nul-urencontract. Ik heb daarna zes jaar in het bedrijfsleven gewerkt. Toen kreeg ik een belletje, ze zochten een nieuwe commercieel manager en dachten aan mij. Het is dus goed om te bedenken: wanneer wil je wat doen. Zeker de zomer is een goede periode om te beginnen.” “Relevante werkervaring voor commerciële functies bij een BVO is er wat mij betreft niet. In allerlei branches is het moeilijk om aan het werk te komen. In het voetbal kan dat misschien wel relatief eenvoudig. Talentontwikkeling staat bij ons heel hoog in het vaandel. Dan denkt iedereen aan spelers, maar dat principe hanteren wij in de kantoororganisatie ook. Er is nooit extreem veel budget, toch willen wij kwaliteit hebben. Dus werken wij graag met jonge mensen die lef hebben. Die 26 keer durven te bellen. Dan interesseert het me niet zoveel wat je gedaan hebt. Wél wat je wilt bereiken en wat je interesses en kwaliteiten zijn.”
Ard de Graaf Commercieel Directeur - Cambuur Leeuwarden Juni 2011 – heden Commercieel Manager - FC Zwolle Maart 2006 – juni 2011 Account Manager - EDULAN 2001 – 2006
52
WERKEN BIJ EEN BVO
“DAARDOOR IS MIJN NETWERK ZO GODSGRUWELIJK GROOT GEWORDEN”
Is een uitstapje naar een andere branche een voordeel of een nadeel? Justin Goetzee: “Het is goed om in het bedrijfsleven gewerkt te hebben, maar een uitstapje van een voetbalclub naar een andere branche betekent wel vaak dat de deur van de voetbalwereld dichtgaat. Als je ooit overweegt om naar een andere branche over te stappen, liggen de kansen er absoluut. Elk bedrijf is een potentiële klant van een voetbalclub. Daardoor is mijn netwerk zo godsgruwelijk groot geworden. Dat was in het bedrijfsleven nooit gebeurd. Eruit stappen gaat gemakkelijk, de weg terug is er nauwelijks.” Guus Pennings: “We zijn geneigd de sportindustrie een branche te noemen. Dat is het wel, maar we hebben mensen voor evenementen, voor veiligheid, voor marketing en sales. Het is ook een vak, geen hobby. Bij ons solliciteren mensen de ene maand op een job als servicemedewerker, de andere maand op een baan als accountmanager en dan weer op een vacature voor een vormgever. Maar je moet je ontwikkelen in een vak. Als je dat wilt doen bij een sportorganisatie, moet je dat doen. Maar als je de beste marketingman wilt zijn, is er geen enkele BVO waar je jouw plafond haalt qua persoonlijke ontwikkeling. Bij KPN of Ziggo of een andere multinational vind je inhoudelijk in je vak meer uitdagingen. Binnen de voetbalwereld krijg je toch meer met beperkingen te maken.” Ard de Graaf: “Een uitstapje is heel gezond, maar je moet vooral je eigen lijn daarin volgen. Ik had nooit de ambitie om in het voetbal terecht te komen. Als je erin werkt, merk je dat het een heel dynamische wereld is. Er zit een soort glazen koepel overeen, iedereen ziet wat je doet. Dat is wel leuk. Ik heb altijd gezegd: ik kan volgend jaar weer in het bedrijfsleven gaan werken. Maar elk jaar neemt die kans af. De directe betrokkenheid bij een sportwedstrijd werkt verslavend. Ik acht de kans steeds kleiner dat ik er nog uit ga stappen.” Wat zijn de nadelen van het werken bij een BVO? Justin Goetzee: “Op het sportieve vlak heb je weinig invloed. Dat vind ik weleens lastig. En in je privéleven word je nooit meer met rust gelaten. Dat lijkt leuk, tot je bij elke persoonlijke aangelegenheid aan het woord bent en hetzelfde verhaal vertelt. Daarom zonder je jezelf privé soms wat af. Omdat je geen zin hebt om 24 uur per dag met je werk bezig te zijn. Op verjaardagen wordt er verdomd weinig aan mijn vrouw gevraagd. Dat is een nadelige component aan het werken in het voetbal. Maar het heeft veel meer positieve dan negatieve kanten.” Guus Pennings: “Een nadeel is de negatieve energie die je kunt verspillen aan dingen waar je geen invloed hebt. Spelers stelden zich onlangs op de Phoxy-clubdag anders op dan wij wilden. Ik heb me wel tien keer afgevraagd: wat had ik kunnen doen om dit te voorkomen? Eigenlijk niks. Toch heeft het negatieve energie gekost en heb ik me misschien wel meer geschaamd dan die spelers.” “Op resultaten van het eerste elftal heb je ook geen invloed. Toen ik bij PSV begon, moesten de seizoenskaarten worden verlengd.
We hadden een paar magere jaren gehad. Ik dacht: een stukje ‘nederigheid’ past ons ook wel. We wilden een clip maken met Marcel Brands, Philip Cocu en de aanvoerder, die dan zogenaamd zouden discussiëren over wie er volgend jaar bij zijn. Dan zou er een naam van een seizoenskaarthouder voorbij komen, waarbij Brands zei: ‘Die moet erbij zijn, anders kunnen we niet aan het seizoen beginnen.´ Via een technisch hoogstandje zou een seizoenskaarthouder dan de aanvoerder zogenaamd aan de lijn krijgen en die zou zeggen: ‘Je moet erbij zijn’.” “De hele actie was in kannen en kruiken. We speelden die zondag tegen Ajax en verloren met 2-1. Toen was in heel Eindhoven het sentiment: we worden weer geen kampioen. Er zou een revolutie komen, de directie moest weg. Dan kun je Brands wel in een jolige video zetten, maar dat slaat dan nergens op. Je past je dus enigszins aan in toon en sfeer. Maar je doelstellingen blijven hetzelfde en je moet toch vasthouden aan de koers die je met elkaar stelt. “ Ard de Graaf: “De meeste mannen in het betaald voetbal verdwijnen na twee of drie jaar door de achterdeur. Het is wel een vak waar je over na moet denken. Twee stapjes verkeerd en je gaat de krant in, de tv op en je bent geslacht. Kijk naar Tiny Sanders, die dacht: dat ga ik wel even doen, zo’n clubje met een begroting van 65 miljoen. Hij had begrotingen van anderhalf miljard gedraaid. Maar dan zie je na vier jaar: de organisatie staat, financieel zijn er goede dingen gedaan. Maar PSV is in die periode niet één keer kampioen geworden, dat is toch een smetje op zijn blazoen. En hij gaat nog door de voordeur weg.”
“ALS JE DE BESTE MARKETINGMAN WILT ZIJN, IS ER GEEN ENKELE BVO WAAR JE JOUW PLAFOND HAALT”
Guus Pennings Head of Marketing - PSV Maart 2013 – heden Sportmarketeer - Triple Double Sportmarketing September 2006 – maart 2013 Duale sportdocent - Sportformule Eindhoven July 2005 – augustus 2006
WERKEN BIJ EEN BVO
53
#SPORTNETWERKEVENT
54
SPORTNETWERKEVENT
Turn Your Passion for Sport into a Profession
JOHAN CRUYFF COLLEGE
MBO - Sports & Business MBO - Sports & Coaching Amsterdam - Enschede - Groningen Nijmegen - Roosendaal
JOHAN CRUYFF UNIVERSITY
HBO - Sports Marketing Amsterdam - Tilburg
JOHAN CRUYFF INSTITUTE
Masters & Cursussen - Sports Management & Coaching Amsterdam - Online
Business Workshops & Corporate Training
www.cruyďŹƒnstitute.nl
SPORTERS VOOR DE SPORT SECTOR Sporters die sport managen
Toen Johan Cruijff 15 jaar geleden het initiatief nam om sporters op te leiden, kwamen er nogal wat kritische reacties. Topsporters zouden niet geïnteresseerd zijn in een opleiding en waarom zou Johan Cruijff degene zijn om dit initiatief te starten? Cruijff over die tijd: “Velen vonden het gek dat ik dit initiatief begon omdat ik zelf nooit een opleiding heb afgerond. Maar in mijn tijd kon je niet studeren naast de sport en er werd bovendien geroepen dat sporters dom waren. Hoe kun je nou voor dom uitgemaakt worden als je op topsportniveau presteert?” Cruijff zette daarom door en inmiddels zijn er zo’n vijfduizend studenten en alumni wereldwijd die een programma aan een Cruyff-opleiding gevolgd hebben.
Combinatie sport en studie Tycho Muda is zo’n studerende sporter: meervoudig Nederlands kampioen in verschillende nummers en hij vertegenwoordigt Nederland in de nationale equipe. Tycho staat samen met zijn broer Vincent bekend als de roeitweeling van Nederland. “We trainen voor Olympisch Goud in Rio”, zegt Muda. “Dat is pas over twee jaar en in de tussentijd hebben wij ongeveer 1500 trainingen om ons technisch, fysiek en tactisch te verbeteren. Na mijn studie aan de Johan Cruyff University wilde ik graag een baan, maar al snel bleek dat bedrijven niet erg geneigd waren om een topsporter in dienst te nemen die voor het grootste deel van de tijd niet fysiek aanwezig kan zijn. Gelukkig was er voor mij een oplossing en kon ik mij verder ontwikkelen door een masteropleiding te volgen aan het Johan Cruyff Institute, waar rekening gehouden werd met mijn verplichtingen.”
Basketballer Harvey van Stein is op het punt gekomen dat hij een ommezwaai moet maken van sport naar ‘iets anders’. Hij is 35 jaar en speelde de afgelopen 18 jaar basketbal op topniveau: “Ik heb de sportwereld altijd als actieve sporter bekeken”, zegt Van Stein, “Ik merk dankzij de online cursus in sportmanagement van het Cruyff Institute dat die kant van sport mij ook interesseert.” “Als je topsport kan vertalen naar de werkvloer dan biedt dat enorm veel toekomstperspectief”, aldus Van Stein. “Mijn doel is om mijn basketbal-ervaring uit de praktijk en de sportmanagementkennis uit de opleiding over te dragen binnen een sportorganisatie. Persoonlijk heb ik geleerd dat in topsport niets onmogelijk is en zal de topsporter in mij altijd voor het allerhoogst haalbare resultaat gaan. Dat geldt ook voor mijn baan ná de sport. Nothing is impossible!”
Loopbaan na de sport Rolstoeltennisster Esther Vergeer hakte de knoop ruim een jaar geleden door. Ze stopte met tennis en besloot na een tijdje de Master in Sports Management aan het Cruyff Institute te volgen: “Als tennisster wist ik wat het was om je leven gestructureerd te laten verlopen. Toen ik een einde maakte aan mijn tenniscarrière, dacht ik dat de overstap naar een ‘normaal’ leven vlekkeloos zou verlopen. Meerdere dingen kwamen op mijn pad en de activiteiten die ik al had opgezet naast mijn tenniscarrière liepen ook gewoon door. Dus van een ‘zwart gat’ was geen sprake... Of toch wel? Want terugkijkend heb ik met de overgang toch moeite gehad. Veel activiteiten, maar zonder een helder einddoel. Van hard werken was ik nog steeds niet vies, maar de balans tussen werk, privé en het genieten van je resultaten was wel een beetje zoek.” “Studeren bracht me een nieuwe structuur”, aldus Vergeer. “En dankzij de studie ontmoette ik interessante mensen die allemaal een passie delen: sport! Het bracht vooral ook een mogelijkheid om mezelf opnieuw te leren kennen. Studeren was op zich al een uitdaging, maar de hoofdvraag waar ik het meest aan heb gewerkt was misschien toch wel: ‘Wie ben ik zonder racket en waar haal ik mijn zelfvertrouwen vandaan als ik geen tennisbal heb?’” Cruijff ziet veel toekomst voor zijn student-sporters: “Mijn visie op management is eigenlijk heel simpel: Ik vind dat meer sportmensen de sportorganisaties zouden moeten leiden. Ik geloof dat sporters anders denken, omdat ze sport zo goed en van binnenuit kennen. Sporters hebben respect voor de sport en vergeten nooit wat het betekent om zoveel te trainen.”
JOHAN CRUYFF INSTITUTE
57
KNVB TALENT TEAM VEEL MEER DAN VOETBALSTAGES Tekst: THT Beeld: Knvb.nl
‘Een onvergetelijke ervaring’. Zo noemt Dorien Gijsbertse haar stage bij de KNVB in Zeist. Dorien studeert bij Schoevers. Haar studiebegeleider wees haar op de bijzondere kans. De scouts van Adecco zagen haar talenten en voor ze het wist, draaide ze volledig mee op het Secretariaat Commerciële Zaken. Ook was Dorien betrokken bij een paar indrukwekkende voetbalevenementen. “Ik heb in de spelerstunnel een selfie kunnen maken met Arjan Robben en Wesley Sneijder. Dat overkomt je één keer in je leven!”
Dorien is dolenthousiast. Haar KNVB Talent Team stage duurde kort, van begin mei tot begin juli, maar maakte indruk. “Het was mijn eerste ervaring bij een professionele organisatie”, zegt ze. “In een drukke periode, waarin ik echt ondersteuning heb kunnen bieden. De voetbalevenementen waren hoogtepunten. Je beseft niet dat daar zóveel bij komt kijken. Dat neem ik voor altijd mee.”
58
KNVB TALENT TEAM
Kennismaking met bedrijfspraktijk Dorien Gijsbertse is één van de vele studenten uit het Middelbaar en Hoger beroepsonderwijs en Wetenschappelijk onderwijs die via het KNVB Talent Team kennis heeft gemaakt met de dagelijkse bedrijfspraktijk. Er staan dit jaar ruim negentig stages op www. knvbtalentteam.nl, waarvan er nu al meer dan vijftig zijn ingevuld. De kwaliteit en diversiteit van het aanbod was en is groot. Niet alleen amateurvoetbalclubs doen mee, ook het betaald voetbal heeft de synergie van het gezamenlijke initiatief van de KNVB en personele dienstverlener Adecco ontdekt. Bovendien melden steeds meer organisaties die een link hebben met voetbal stagevacatures aan. Dorien Gijsbertse, Schoevers opleiding Office Management, stagiaire KNVB talent Team: “Ik kom uit een echte voerbalfamilie. Dus je begrijpt hoe jaloers iedereen is op mijn werkervaring bij de KNVB in Zeist. Dat staat straks toch maar mooi op mijn cv!” Het initiatief voor het KNVB Talent Team is in 2012 geboren. De KNVB en Adecco zijn al langer als partners aan elkaar verbonden. Tijdens sponsoroverleg tussen de KNVB en Adecco, gaf de KNVB aan behoefte te hebben aan stagiaires en daarnaast dat ze een groeiend tekort zien aan vrijwilligers binnen de (amateur) voetbalclubs. Adecco wist dat er voor studenten in het beroepsonderwijs steeds minder kwalitatieve stageplaatsen te vinden zijn. “De optelsom was
DORIEN GIJSBERTSE
Evenementenstages en projectstages De inzet van studenten tijdens de UEFA Europa League finale is een sprekend voorbeeld van de zogeheten ‘evenementenstages’ waarin het KNVB Talent Team onder meer voorziet. “De nadruk in dit tweede jaar ligt op langer lopende projectstages”, vertelt Programmamanager Michael Mulder, die de KNVB vertegenwoordigt. Zijn ambities zijn hoog. Michael: “Dit jaar hebben we samen met Adecco een professionaliseringsslag geleverd. We hebben een online sollicitatiesysteem geïmplementeerd, een Facebook app gelanceerd en we zijn actief op Twitter . We zien dat het KNVB Talent Team lééft – in het onderwijs, bij studenten, in de voetbalwereld. We scoren steeds meer Likes en het aantal volgers groeit dagelijks.”
snel gemaakt”, zegt Lynette Ferwerda, Projectmanager KNVB Talent Team namens Adecco Group Nederland. Lynette Ferwerda, Projectmanager KNVB Talent Team: “Korte evenementenstages zijn voor ons en de studenten een feestelijke belevenis. De UEFA Europa League finale in Amsterdam was een hoogtepunt. Dit jaar kijken we samen met de KNVB naar nieuwe mogelijkheden, óók binnen het vrouwenvoetbal.” Lynette omschrijft de rol van Adecco als ‘matchmaker’. Ze vertelt: “We zijn in september 2012 gestart met een pilot. De belangstelling was groot. Er zijn met onderwijsinstellingen afspraken gemaakt over de kwaliteit van de stages en over de begeleiding. We hebben het eerste jaar een mooi aantal stages kunnen invullen, waarbij recruitmentspecialisten van Adecco de werving & selectie voor hun rekening hebben genomen. Het absolute hoogtepunt in 2013 was de UEFA Europa League finale in de Amsterdam Arena. Daar hebben we via het KNVB Talent Team 210 studenten op ingezet. Zij kijken terug op een geweldige werkervaring in de unieke wereld van het voetbal. De UEFA kijkt terug op een zeer geslaagd voetbalevenement. We hebben veel complimenten ontvangen.”
Michael Mulder, Programmamanager KNVB Talent Team: “We zien de kwaliteit en diversiteit van zowel de stages als de sollicitaties in rap tempo toenemen.” Wat Michael vooral blij maakt, is dat zowel de kwaliteit van de stages als de sollicitaties op de vacatures toeneemt. “Aanvankelijk waren het stages binnen de KNVB en haar gelederen maar inmiddels zien we de belangstelling uit een steeds grotere kring van organisaties die aan de voetbalsport gerelateerd zijn, toenemen. Ook neemt de diversiteit in functies toe, denk hierbij aan facilitair, journalistiek, logistiek, financieel, HR, horeca en juridisch. Alle organisaties zijn welkom om vacatures aan te melden. We stellen twee voorwaarden: er moet een link zijn met de voetbalsport en er moet commitment zijn aan kwaliteit en begeleiding.”
Passie voor voetbal Dat de hoge eisen die de KNVB en Adecco aan de KNVB Talent Team stageplekken stellen ter harte worden genomen, blijkt uit de ervaring van Dorien Gijsbertse die twee maanden meedraaide op de afdeling van Jean-Paul Decossaux, Directeur Commerciële Zaken Betaald Voetbal. “In de aanloop naar het WK was het echt ieder uur spitsuur op de afdeling. Toch ben ik geweldig goed begeleid. Ik ben rondgeleid en aan iedereen voorgesteld. Ik mocht echt meedraaien met het grote werk.” Dorien is groot geworden met voetbal. Haar vader, Peter Gijsbertse, speelde enkele jaren in de Eredivisie, bij NEC. Ook haar broer heeft een passie voor voetbal. Dorien zelf houdt het bij volleybal en fitness, maar kijkt wel fanatiek mee naar voetbalwedstrijden op tv. En haar sportieve stage bij de KNVB had ze voor geen goud kunnen missen. “Ik kan het KNVB Talent Team uit eigen ervaring van harte aan iedereen aanbevelen”, zegt de Schoevers-studente en hartstochtelijke voetbalambassadrice. Stages aanmelden of solliciteren op stages? En we zijn actief op zowel Twitter als LinkedIn www.knvbtalentteam.nl / www.facebook.com/knvbtalentteam
KNVB TALENT TEAM
59
NEPTUNUS: PARTNER IN DEMONTABEL BOUWEN
Met meer dan 75 jaar ervaring is Neptunus een van de grootste aanbieders in demontabele en tijdelijke accommodaties voor de meest uiteenlopende toepassingen. Het familiebedrijf werd in 1937 opgericht en heeft naast de hoofdvestiging in Nederland, Kessel, ook vestigingen in België, Frankrijk, Duitsland, Oostenrijk, Engeland en Polen. Inmiddels staat de derde generatie aan het roer en heeft Neptunus ruim 230 medewerkers in vaste dienst. Van Research & Development tot Productie en Logistiek: Neptunus heeft alles in eigen beheer.
De sportevenementen zijn een belangrijke pijler van het bedrijf. Dorrie Eilers is de derde generatie die het familiebedrijf Neptunus leidt. “Neptunus heeft een nauwe connectie met sport. Neptunus’ tenten en tijdelijke accommodaties worden veelvuldig ingezet voor sportevenementen, zoals golf, tennis, roeien, voetbal, paardensport, maar ook tijdens de Olympische Spelen”, vertelt Eilers. “Daarnaast zijn wij gespecialiseerd in het plaatsen van demontabele gebouwen. Dit zijn geheel demontabele gebouwen die speciaal zijn ontworpen voor een tijdelijke periode, bijvoorbeeld als sportcentrum, wedstrijdhal of trainingsaccommodatie. Deze periode varieert van een aantal weken tot een aantal jaren. Ook zijn wij official supplier van sportkoepel NOC*NSF. Alleen al op Nationaal Sportcentrum Papendal zijn bijvoorbeeld een demontabele sprint-, badminton-, volleybal-, en schermhal in gebruik.”
60
NEPTUNUS
“Sport verbindt. Naast onze liefde voor sport zijn er andere overeenkomsten, namelijk als een team samenwerken en de wil om de beste te zijn én te blijven. Wij zien het realiseren van projecten als een teamsport; meedenken met de klant om gezamenlijk tot een perfecte eindscore te komen,” aldus Eilers. De aanvragen voor de bouw van een demontabele accommodatie komen uit verschillende hoeken. “Stel een organisatie heeft te maken met demografische krimp, met toenemende leegstand als gevolg, maar voor de komende jaren heeft deze juist wel huisvesting nodig. Daarnaast kan er sprake zijn van een geprognotiseerde toe- of afname van het aantal sporters waardoor juist flexibiliteit in huisvesting is gewenst. Of er is sprake van een calamiteit, bijvoorbeeld brand of waterschade. In dit soort gevallen is demontabele huisvesting de oplossing.” De afgelopen jaren heeft Neptunus honderden projecten in zowel binnen- als buitenland gerealiseerd. Het is dan ook erg lastig om één project uit te kiezen, waar Eilers het meest trots op is. “Als ik er echt een moet kiezen, dan kies ik voor de Olympische Spelen in Londen. Hier hebben we zowel demontabele gebouwen als tenten geleverd. Op het gebied van demontabel bouwen hebben we onder andere twee McDonalds restaurants op het Olympic Park, het NOC*NSF High Performance Centre en de basketbaltrainingshal gebouwd. De tijdelijke structuren rondom het Holland Heineken House en de grote VIP-ruimte tegenover het Olympisch Stadion zijn enkele voorbeelden van de door ons geleverde tenten tijdens dit prestigieuze sportevenement.”
Combineer je passie voor sport met een sportmarketing-opleiding
Sport en Commerciële Economie: Een schot in de roos! Studieroute Sportmarketing Deze voor Oost-Nederland unieke studieroute combineert commercieel-economische aspecten met inzicht in de wereld van sport en actieve vrijetijdsbesteding.
Saxion Topsport Academy Topsporters die willen werken aan een carrière na de sport kiezen voor de studie Commerciële Economie Sportmarketing aan de Saxion Topsport Academy. Werkvormen, timing van het programma, contacttijd, studiebegeleiding en tentamens worden binnen deze opleiding aangepast aan de sportprogramma’s van de sporters. Deze studieroutes worden in Deventer aangeboden.
temporary buildings
event solutions
saxion.nl/ce-sport
need temporary space?
neptunus.eu
CARRIEREPLATFORM VOOR SPORTPROFESSIONALS Tekst: Van onze redactie Beeld: Eigen archief
Vier jaar geleden startte Sander Fonville Sport-Netwerk.nl, een website waarin hij opleidingen, stages en banen in de sport samenbracht. Gaandeweg werd dit uitgebreid met een overzicht aan congressen, carrièretips en nieuws rondom de arbeidsmarkt. Tegenwoordig is Sport-Netwerk.nl hét carrièreplatform voor sportprofessionals en is het deze zomer gevestigd in het nieuwe centrum voor sport, marketing en media in Eindhoven, SX. Dagelijks ondersteunt de site vele sportgerelateerde organisaties met hun zoektocht naar sportief personeel. De focus op sport, de goede service en een goed matchingssysteem hebben ervoor gezorgd dat Fonville met zijn dienstverlening voor vele organisaties het kanaal is om de sportvacatures uit te zetten.
Inmiddels plaatst Sport-Netwerk.nl meer dan honderd vacatures en stageplekken per maand en heeft de site bijna 200.000 unieke bezoekers per jaar. Met een nieuwsbrief en een jobalert gericht op de wensen en eisen van de sportprofessional, is de service nog klantgerichter. Zo kunnen zzp-ers, studenten en werknemers een profiel aanmaken, waardoor de vacatures via de mail worden getoond aan alle ingeschreven kandidaten die aan het profiel voldoen.
62
SPORT-NETWERK.NL
IN DEN BEGINNE Fonville zijn eigen gemis aan een plek waar al deze informatie samenkomt, was de belangrijkste reden om te onderzoeken of hij de enige was met deze behoefte. Hij bracht dagen op Internet door op zoek naar alles wat kon helpen bij het succesvol betreden van de sportarbeidsmarkt; een overzicht van alle belangrijke informatie omtrent solliciteren, de verschillende soorten functies die mogelijk zijn, maar ook relevante cursussen en bovenal sportvacatures. “Dit bestond destijds niet en ik was genoodzaakt tientallen sites door te zoeken om alles te vinden. Zeer tijdrovend en ik miste hierdoor veel interessante vacatures,” vertelt Fonville. Met Sport-Netwerk. nl biedt hij nu een overzichtelijke website, up-to-date (stage) vacatures, leuke items over de branche en het laatste nieuws op het gebied van carrière en solliciteren. Daarnaast biedt Fonville met Sport-Netwerk.nl een platform voor alle cursussen, workshops, seminars, congressen en opleidingen van voortgezet onderwijs tot universitaire opleidingen. Voor iedereen die een carrière in de sport heeft of beoogt, kan Sport-Netwerk.nl interessant zijn.
PASSIE VOOR SPORT De site van Fonville speelt in op de behoefte van mensen met een passie voor werken in de sport. “Er zijn op dit moment veel mensen op zoek naar een baan, stage of opleiding in de sport,” vertelt Fonville. “Ons doel is om deze mensen de mogelijkheid te bieden alle informatie op één centrale plek te vinden. Als initiatiefnemer en oprichter van Sport-Netwerk.nl hoop ik door het aanbieden van een website over de sportarbeidsmarkt een bijdrage te leveren aan de professionalisering van de sportbranche in Nederland.” Op dit moment staat Sport-Netwerk.nl bovenaan Google met zoektermen als sportvacature, vacature sport, sportstage en werken in de sport. Enkel door het succes van de site, niet door Google Adwords en peperdure SEO-campagnes. Dit succes ontstond niet zonder slag of stoot. Vier jaar geleden was er enkel een idee. Er was nog geen website, contacten moesten nog gelegd worden, vacatures moesten we nog vinden en we hadden totaal geen naamsbekendheid. Fonville had echter een duidelijk doel voor ogen en dat hielp. “Ik begon met het zoeken naar vacatures in de sport. Dit deed ik als werkzoekende al, hierdoor was ik immers op het idee gekomen dit allemaal samen te brengen, waardoor ik goed wist bij welke organisaties interessante vacatures te vinden waren,” vertelt Fonville met een glimlach. “Vervolgens nam ik contact op met de betreffende contactpersoon met de vraag of ik deze kosteloos mocht plaatsen op mijn website. In het begin kostte dit de meeste tijd. Het perfectioneren van de website was toen tevens een omvangrijke taak, waar ik gelukkig professionele hulp bij kreeg.”
“Vacatures voor onze ‘Sportpromotors’ (combinatiefuncties) zetten we altijd weg via Sport-Netwerk.nl. Dankzij de landelijke dekking weten we zeker dat er een grote respons komt en we kunnen selecteren op kwaliteit. Zo konden we in het verleden al de beste Honkbalpromotor en Tennispromotor aan ons verbinden. Binnenkort lanceren we de vacature voor Korfbalpromotor.” Sportbedrijf Dordrecht – Marvin Visser
ONDERSCHEIDEND DOOR SUCCES Op een gegeven moment begonnen sportorganisatie Fonville zelf te benaderen met vacatures. Langzaam groeide het aanbod op zijn site en groeide tevens het aantal bezoekers. Sociale media speelden vanaf het begin een belangrijke rol. Deze tip wil Fonville dan ook iedere ondernemer, werkend in de sport of niet, graag meegeven; je naamsbekendheid wordt een stuk groter wanneer je handig gebruik maakt van de mogelijkheden van sociale media. In een korte tijd kun je hiermee een grote groep geïnteresseerden bereiken en kan je onder de aandacht brengen wat je wil. Met zo’n 60.000 bezoekers per maand is Sport-Netwerk.nl een veel bezochte site in de sport. Hoe verklaart Fonville zelf dit succes? “Er zijn sites die iets soortgelijks bieden, maar ik ben van mening dat deze of minder compleet zijn of juist te algemeen, waardoor je door de bomen het bos niet meer ziet. Ik probeer met onze organisatie steeds weer met die bril van drie jaar geleden op te kijken naar wat ik aanbied. De grotere vacaturesites vragen zeer hoge bedragen voor het plaatsen van een vacature en hebben daardoor maar een beperkt sportvacature-aanbod. Daarnaast hebben zij, niet geheel onbelangrijk, weinig geschikte kandidaten in hun database. Bovendien bieden we veel meer dan enkel het plaatsen van vacatures. Wij stellen organisaties bijvoorbeeld ook in de gelegenheid om hun stagevacatures en projectopdrachten te plaatsen.”
SPORT-NETWERK.NL
63
RECRUITMENT Organisaties kunnen bijvoorbeeld de vacatures zelfstandig plaatsen, waarna alle ingeschreven kandidaten die aan het profiel voldoen per e-mail geïnformeerd worden. Het initiatief om te solliciteren, ligt vervolgens bij de kandidaat. Hierdoor wordt een vacature zeer gericht onder de aandacht van de geschikte kandidaten gebracht, wat het proces versnelt. Fonville: “Doordat organisaties ons steeds beter weten te vinden, blijft er tijd over om extra dienstverleningen aan te bieden, om zo de organisatie verder te ondersteunen in de zoektocht naar goed personeel. Zo zijn we steeds actiever met recruitment. Logisch, als je bedenkt dat we de vacatures én een database vol enthousiaste
“Via Sport-Netwerk.nl zijn wij in staat om professionals met een passie voor sport te werven voor onze vacatures en stageplaatsen. Shimano is een groeiend bedrijf, en biedt een dynamische en sportieve omgeving waarin mensen zich kunnen ontwikkelen. En wat is er mooier om te werken in een omgeving waarin je collega’s dezelfde passie voor sport delen en dagelijks met onze fantastische producten werken?” Shimano Europe - Albert van Piekeren
kandidaten hebben. Breng dit bij elkaar en je kunt de beste matches maken!” Sport-Netwerk.nl gaat deze service op meerdere manieren aanbieden. Fonville biedt werkgevers de mogelijkheid om de eerste selectie voor zijn rekening te nemen, geïnteresseerden solliciteren dan direct bij Sport-Netwerk.nl. “Wij verzamelen alle sollicitaties, behandelen de gebruikelijke belletjes en mailtjes en sturen in overleg met de werkgever een lijst met de meest geschikte kandidaten door. Uiteraard zoeken we zelf binnen ons netwerk naar een goede match voor de functie. De naam van de organisatie hoeft niet naar voren te komen, wij kunnen ook anoniem aan de slag voor de werkgever. Soms ligt het gevoelig dat een werkgever een vacature open heeft staan, maar het kan ook zo zijn dat een werkgever het gewoon niet openbaar wil maken.” De meest ultieme vorm van ontzorgen, vinden organisaties bij een volledig recruitmenttraject. Hierbij worden, naast voorgaande, tevens de gesprekken met de geselecteerde kandidaten gevoerd. Gezien het grote bereik en netwerk van Sport-Netwerk.nl wordt de juiste match sneller gemaakt, waardoor dit een werkgever een stuk minder tijd en dus geld kost. Afhankelijk van de functie en de tak van sport betrekt Sport-Netwerk.nl soms ook andere recruiters bij het proces.
INTERNATIONALE AMBITIES Sport-Netwerk.nl is voornamelijk Nederlands gericht, maar voor een aantal werkgevers plaatst zij ook (stage)vacatures in bijvoorbeeld België. “Met de verhuizing van mijn kantoor naar Eindhoven en het opbouwen van een netwerk daar is de kans vrij groot dat we begin volgend jaar ook een Belgische site lanceren. De service die we verlenen kunnen we ook toepassen in België, zowel voor Belgische als Nederlandse bedrijven, die op zoek zijn naar personeel in België. Daarnaast werken we samen met GlobalSportsJobs, een partij die voor werkgevers in de hele wereld werkt. Wij kunnen Nederlandse bedrijven of bedrijven met hun Europese hoofdkantoor in Nederland in contact brengen met GlobalSportsJobs. Zij ontvangen dan ook van hun een aantal interessante extra opties als het contact via Sport-Netwerk.nl loopt, zoals het plaatsen van vacatures in hun nieuwsbrief als ‘Job of the week’ en korting op het plaatsen van vacatures.”
Naast dat we organisaties helpen hun vacatures in te vullen, kunnen we hen ook van dienst zijn op het gebied van online advertising. Je kunt je voorstellen dat je lokaal gebonden vacatures uitstekend via een campagne op Facebook kunt uitzetten, terwijl je heel specifieke kandidaten ook rechtstreeks kunt benaderen via advertenties op LinkedIn. Ook Google AdWords (advertenties in Google op bijvoorbeeld ‘vacature sportmarketeer’) kunnen we hierbij inzetten. Via onze partner PauwR is dit stuk van onze dienstverlening in ervaren en vertrouwde handen.”
David Verweij - Stagiair KNVB Talent Team
64
SPORT-NETWERK.NL
Met Achmea Health Centers hebben we altijd prettig gebruik gemaakt van Sport-Netwerk.nl. We hebben door de landelijke dekking veel vacatures uitgezet en ingevuld van fitnessinstructeur en vestigingsmanager tot aan mensen op ons hoofdkantoor. Achmea Health Centers – Marian Zandberg
COMPETENTIEMANAGEMENT Door de samenwerking met een organisatie op gebied van competentiemanagement kan Sport-Netwerk.nl een extra service verlenen, verteld Fonville. “Wij ondersteunen sportorganisaties door de organisatie, rollen, taken en verantwoordelijkheden goed in kaart te brengen en te koppelen aan competenties. Daardoor krijgt men helder zicht op haar eigen organisatie. Dit houdt in dat we starten met een gedegen functie- en organisatie inventarisatie. Vervolgens stellen we competentieprofielen vast en het screenen we medewerkers, kandidaten of andere belanghebbenden.
De netwerkborrels komen in onze eventmodule met kalender te staan waar ook congressen en bijeenkomsten op geplaatst kunnen worden. “Wij kunnen enkel dit soort activiteiten voor organisaties bij ons op de kalender plaatsen, maar wat veel mensen nog niet weten is dat we dit ook (mede) voor organisaties kunnen verzorgen. En aan publiciteit geen gebrek als het eenmaal op Sport-Netwerk.nl staat”, tipt Fonville. Ook zal Sport-Netwerk.nl straks een eigen academy starten waar diverse trainingen, workshops en masterclasses worden gegeven. “Ik zie naast een grote hoeveelheid aan opleidingen ook diverse trainingen en workshops voorbijkomen. Het is de bedoeling deze te bundelen en in een kraakhelder overzicht aan te bieden. Ook voegen we hier een nieuw aanbod aan toe. Bijvoorbeeld de managementtraining voor stagebegeleiders, ondernemen in de sport, masterclass Sport & Recht, sportmarketing en eventmanagement, maar ook workshops over netwerken, solliciteren en sociale media. Met mijn ambities en de uitbreiding op de dienstverlening zal Sport-Netwerk.nl voor elke werkgever, student, werknemer en ondernemer in de sport op enig moment een bijdrage kunnen leveren.”
Competenties (vaardigheden) meten geeft inzicht. Het maakt specifieke ontwikkelbehoefte zichtbaar. De kwaliteit, vaardigheden en motivatie van medewerkers bepalen het succes van een project en organisatie. Wij maken competenties meetbaar via een (online, valide en betrouwbaar) persoonlijkheidsscreening. Dit traject en competentiescreening kunnen organisaties ook toepassen op de competenties van een geheel team of bestuur.”
NETWERKEN EN KENNIS DELEN Ook organiseert Fonville zo’n vier netwerkborrels voor sportprofessionals per jaar. Tijdens deze borrels krijg je de mogelijkheid je netwerk op te bouwen en te versterken. Vaak zijn er inspirerende nationaal bekende professionals aanwezig waar met een hapje en een drankje informeel mee gepraat kan worden.
“Sander heeft het proces van A tot Z begeleid en in samenwerking met hem is de uiteindelijke keuze voor Birgit Soethof tot stand gekomen: van het opstellen van het profiel, het uitzetten van de vacature, een eerste selectie maken en met ons besproken en daarbij input gegeven die geleid heeft tot een kleine selectie met wie gesprekken zijn gevoerd. Sander is bij een aantal gesprekken aanwezig geweest, heeft bijgedragen aan de slotanalyse die geleid heeft tot de keuze voor Birgit.” Team Giant-Shimano - Iwan Spekenbrink
SPORT-NETWERK.NL
65
SPORT EN COMMERCIELE ECONOMIE IS EEN SCHOT IN DE ROOS
Ervaringen van een topsporter en student aan de Saxion Topsport Academy Rick van den Oever, olympisch handboogschutter en student aan de Saxion Topsport Academy, over deze studieroute: “Mijn droom: olympisch goud! Om dit doel te bereiken train ik iedere dag en reis ik de hele wereld af. Mijn leven bestaat vooral uit het schietveld, de krachtruimte en fysieke training. Omdat topsport maar tijdelijk duurt, is het belangrijk dat ik studeer en me maatschappelijk ontwikkel. De Saxion Topsport Academy creëert voor mij de perfecte omgeving om mijn sport met mijn studie te combineren. Door de topsportomgeving die heerst op school wordt voor mij de drang naar presteren alleen maar groter. De Topsport Academy op Saxion betekent voor mij een stapje dichter bij die gouden plak.”
66
SAXION
Sportmarketing speelt een steeds grotere rol in de samenleving. Veel bedrijven, organisaties en
gemeenten
commerciële
combineren
activiteiten.
sport
Saxion
met biedt
hun haar
studenten met de studieroute Sportmarketing en de Saxion Topsport Academy volop kansen om binnen dit vakgebied te excelleren.
Studieroute Sportmarketing wordt zeer goed gewaardeerd Aan het eind van studiejaar 2014-2015 studeert de eerste lichting studenten van de studieroute Sportmarketing in Deventer af. Die studieroute combineert commercieel economische aspecten met inzicht in sport en actieve vrijetijdsbesteding. Dat deze studieroute een schot in de roos is, blijkt niet alleen uit de stijgende instroomcijfers, maar ook uit de studenttevredenheid, die is beoordeeld met een 7,4. De praktijkgerichtheid van de opleiding is door de studenten een van de best gewaardeerde aspecten. Voor elk semester is een probleemsponsor (sportbedrijf of –organisatie, red.) gezocht waarvoor een bepaald project uitgevoerd moet worden. Door aan een concreet project te werken, kunnen de studenten hun opgedane kennis direct in de praktijk toepassen. Aan het eind van het project ontvangt de probleemsponsor een uitgewerkt plan waar hij zijn voordeel mee kan doen. Hiermee snijdt het mes aan twee kanten. Daarnaast worden verschillende (internationale) studiereizen, excursies, clinics en evenementen georganiseerd. Door dit niet alleen voor studenten, maar ook dóór studenten te laten organiseren, worden studenten ondergedompeld in de sport en krijgen ze kennis van diverse facetten binnen de sport. Vaak beseffen zij vervolgens welke mogelijkheden de sport te bieden heeft. “Studenten zijn trots dat de evenementen die zij georganiseerd hebben -en waar ze als vrijwilliger aan hebben deelgenomenhen niet alleen studiepunten opleverden, maar ook een bijdrage leverden aan een goed doel”, vertelt Bonne Posma, coördinator van deze studieroute, enthousiast. De studenten hebben afgelopen jaar met de organisatie van de Ride4asmile, een Mont Ventouxbeklimming en een schaatsevenement een totaalbedrag van ruim 10.000 euro bijeengehaald voor Stichting Matthijs, KWF en KiKa.
Saxion heeft onlangs het ‘Actieplan ter verbetering van het onderwijs en carrièreperspectief van topsporters’ ondertekend. Met dit project, dat door NOC*NSF is geïnitieerd, onderstreept Saxion het belang dat zij hecht aan het feit dat topsporters hun sportieve carrière kunnen combineren met een studie van hun keuze. Op 22 september organiseert Saxion een symposium dat in het teken zal staan van het topsportbeleid binnen Saxion. Diverse partijen, die topsporters een warm hart toedragen, zoals NOC*NSF, Randstad, college van bestuur van Saxion en uiteraard de topsporters zelf, zullen hier acte de présence geven.
Randstad Topsport Academie wordt Saxion Topsport Academy Het is inmiddels bijna tien jaar geleden dat de Randstad Topsport Academie van start is gegaan. Deze studieroute wordt binnen de opleiding Commerciële Economie aangeboden en is in samenwerking met Randstad specifiek voor topsporters ontwikkeld. Binnen deze studieroute worden werkvormen, timing van het programma, de studiebegeleiding en de tentamens zoveel mogelijk aangepast aan de sportprogramma’s van de topsporters. Saxion richt zich met deze studieroute op alle sporten. Doordat Randstad zich sinds kort op bepaalde sporten focust wordt de samenwerking met Randstad afgebouwd. De studieroute gaat daarom met ingang van september 2014 verder onder de naam Saxion Topsport Academy. De Saxion Topsport Academy werkt nauw samen met de Rotterdam Topsport Academie, die binnen de Hogeschool van Rotterdam wordt aangeboden. De studieroute in Rotterdam komt in grote lijnen overeen met die van Saxion in Deventer. Op deze manier kunnen topsporters vanuit heel Nederland bediend worden.
Ontwikkelingen binnen de studieroute ‘De studieroute is volop in ontwikkeling’, aldus Posma. Sinds dit jaar is de route ook aangesloten bij het Landelijk Overleg Sportmarketing waar de SPECO (Tilburg), de Hogeschool van Amsterdam en de Hogeschool van Rotterdam ook deel van uitmaken. “Door deze ontwikkeling wordt de scholing van sportmarketeers binnen Nederland zoveel mogelijk op elkaar afgestemd. Dit biedt zowel voor studenten als voor sportorganisaties en –bedrijven veel voordelen. Studenten zijn hierdoor onder andere in staat deel te nemen aan de Sportmarketeer van het Jaar-verkiezing, waardoor zij zich al tijdens hun studie kunnen onderscheiden. En sportorganisaties en –bedrijven weten waar zij welke studenten kunnen vinden.”
BONNE POSMA SAXION
67
ONDERNEMER NIELS CANNEGIETER Tekst: Noël Relker
Niels Cannegieter is zelfstandig ondernemer en Eventmanager van beroep. In zijn sollicitatie gesprek zei hij het al: “binnen vijf jaar ben ik ondernemer”. Hij hield woord en richtte bij de start van 2012 Thinc Ahead op, een bureau dat zich richt op de organisatie en het management van sportprojecten en –evenementen. Cannegieter vertelt er openhartig over.
DE START De naam is ontstaan uit onze overkoepelende filosofie dat een goede eventmanager/organisator altijd vooruit denkt en al antwoorden heeft op vragen die nog gesteld moeten worden. De ‘k’ van ‘think’ heb ik vervangen door de c, waardoor mijn eigen initialen ontstaan: NC. Samen met een innovatieve gedachte, een toegankelijke projectstructuur en een methodische aanpak, zijn ontwikkeling en kennisdeling vaste waarden. Altijd met de ambitie om een toegevoegde waarde te zijn voor het evenement, de sport, het team, de bond en/of het individu. Mijn “opleiding” heb ik genoten bij het EK Zwemmen in 2008 onder leiding van Henny Smorenburg en sportmarketingbureau Triple Double waar ik ontzettend veel vlieguren heb gemaakt tijdens een 3,5 jarig verblijf. Bij de evenementen die ik sinds 2008 met Henny (maar ook met o.a. Yvonne Tamminga en Daniëlle Mouissie) heb mogen organiseren heb ik veel geleerd over het opzetten, aansturen en structureren van evenementen. Bij Triple Double is daar het vermarkten, commercieel aantrekkelijk maken en het creëren van een totaalbeleving bijgekomen. Nu ik zelf ondernemer ben is mijn ultieme doel om een blijvende bijdrage te leveren aan het organisatie vak en al deze facetten te vangen in één visie en methodische aanpak. Ik geloof dat het vak nog beter kan (en moet!) en zou het mooi vinden als Thinc ahead daaraan (met haar aanpak en visie) een bijdrage kan leveren. Onze pay-off is dan ook niet voor niets: Create a legacy!
68
NIELS CANNEGIETER
Wanneer besloot je zelfstandig ondernemer te worden? In mijn sollicitatiegesprek bij Triple Double (zomer 2008) gaf ik al aan dat ik binnen 5 jaar ondernemer zou zijn. Gelukkig schrok het niet af en hebben ze me toch aangenomen. De explosieve groei van Triple Double leidde ertoe dat ik in korte tijd me heel snel heb kunnen ontwikkelen. De lat heb ik toen ook voor mezelf weer hoger gelegd en de volgende stap kon er maar eentje zijn: Ondernemen. Toen ik in september 2011 op de tribune zat bij de American Football wedstrijd San Francisco 49ers tegen Dallas Cowboys kocht ik een colaatje. Ik kreeg een rode souvenirbeker en zei ik tegen mijn vriendin: dit is de kleur van mijn logo en de muren van mijn kantoor. Dat moment besloot ik ondernemer te worden. De kleur is daadwerkelijk in het logo en de muren van het kantoor opgenomen. Welke eigenschappen moet je hebben om juist in de sport te ondernemen? In mijn optiek zijn dat er twee. Laat ik voorop stellen dat voor mijn vak de meeste eigenschappen toepasbaar zijn op andere werkgebieden. Een goede eventmanager in de sport kan dat bijvoorbeeld ook zijn voor een popconcert. De eerste (en misschien wel belangrijkste) eigenschap die je moet bezitten is dat je passie hebt voor sport. Ben je geen sportliefhebber, voel je geen kippenvel als je Jack van Gelder een doelpunt hoort verslaan op de radio, voel je niet de behoefte om het sportjournaal terug te kijken of begrijp je niet waarom hordes mensen wekelijks hun favoriete sportteam aanmoedigen, dan kan je beter niet in de sport gaan werken. Ik geloof erin dat het je taak is als organisator in de sport om de beleving op de fans over te brengen. Daarvoor moet je gek zijn van sport om dat te begrijpen. Dat heb je of dat heb je niet. Dat kan je niet camoufleren. De tweede eigenschap die je moet bezitten is er eentje die je jezelf wél kan aanleren, maar waar je voor open moet staan. Je moet je willen verdiepen in de gebruiken van de sport. Snap je waarom topsporters soms wat afstandelijker (kunnen) zijn als ze alles laten voor die ene prestatie? Begrijp je dat sportbonden soms wat trager (lijken te) werken en dat dit komt omdat ze zoveel doelgroepen moeten bedienen? Sta open voor de gebruiken van de sport, anders sla je de plank volledig mis.
“IK HEB VAN MIJN HOBBY MIJN BEROEP GEMAAKT!”
Heb je mensen in loondienst of werk je met andere zelfstandigen samen? Nu ben ik weer alleen, maar er heeft al een projectmanager op de loonlijst gestaan. Vanaf september begint ook weer een nieuwe projectmanager. Ik werk veel met freelancers, zzp’ers en andere bureaus. Ik geloof er namelijk ook sterk in dat voor elke specifieke klus andere specialisten nodig zijn. Het is mijn ambitie om wel meer mensen op de loonlijst te gaan krijgen en de kennis en specialismen verder uit te breiden. Heb je het in de beginjaren van je onderneming financieel lastig gehad? Zo ja, heb je daardoor ooit getwijfeld over de voortgang? Ik heb het geluk gehad dat vanaf de start in 2012 trouwe en loyale opdrachtgevers geweest zijn die me direct de mogelijkheid hebben geboden om mooie opdrachten te mogen doen. Hierdoor heb ik een vliegende start gehad. Ik ben hen daar echt heel dankbaar en erkentelijk voor! Waren die echter uitgebleven, had ik het financieel natuurlijk moeilijker gehad. Mijn privésituatie was echter niet in gevaar gekomen en daarom heb ik ook nooit hoeven twijfelen. Samen met mijn vriendin hadden we een goede basis en voorwaarden gecreëerd om in elk geval de vrijheid te hebben en een jaar (zonder eventuele inkomsten) te ondernemen. Ik ging ondernemen toen we nog middenin de crisis zaten en dat vonden veel mensen dapper. Voor mij was de twijfel voorbij toen de keuze eind 2011 gemaakt werd. Het financiële risico hadden we afgevangen met een spaarpotje en verdeling van onze vaste lasten. We hadden vooruit gedacht zeg maar. Daarnaast moet elke ondernemer ook proberen zijn of haar kosten zo laag mogelijk te houden. Een startende ZZP’er aan de keukentafel heeft aan een laptop met internet en een telefoon al voldoende. Zo ben ik ook begonnen, waarna (sneller dan gedacht overigens) in oktober 2012 het eerste kantoor al werd betrokken. Hoeveel uur maak je per week? Het is een cliché, maar het is waar: Als ondernemer ben je eigenlijk 24 uur bezig met je onderneming. Soms droom ik over mijn werk, verzin ik een nieuw concept terwijl ik in de bioscoop zit en op mijn vakantie verslind ik het ene na het andere managementboek om mijn bedrijf weer beter te maken. Eigenlijk ben je er altijd mee bezig, maar dat is niet erg. Ik heb van Thinc ahead (kijk maar naar hoe de naam tot stand is gekomen) echt een deel van mezelf gemaakt. Ik geniet van elke dag dat ik werk. Inderdaad: Ik heb van mijn hobby mijn beroep gemaakt! Overigens geloof ik erin dat je een goede mix tussen werk en privé moet hebben. Ik werk veel, ik denk veel aan mijn onderneming, maak veel uren (zeker als er evenementen naderen), maar zorg ook voor een juiste balans.
Niels Cannegieter heeft aan diverse evenementen en projecten gewerkt. Zo was hij betrokken bij het EK Zwemmen 2008 (communicatie), Bavaria City Racing Moskou en Rotterdam (eventmanager hospitality) en het WK Tafeltennis 2011 (media). Maar ook Bavaria City Racing Dublin (eventmanager hospitality), Schaatsteam LIGA (teammanager), EK Boulderen 2013 (toernooidirectie) en WK BMX 2014 (communicatie, PR en media) staan in zijn portfolio.
“AIM FOR THE MOON. IF YOU MISS, YOU MAY HIT A STAR” Hoe ziet je onderneming er over vijf jaar uit? Daar heb ik een kleine introductie voor nodig. Ik heb Thinc ahead een duidelijke (en in mijn ogen een unieke!) positie in de markt gegeven. Dit heb ik gedaan door drie kernwaarden centraal te stellen in alles (en ongeacht wat) we doen. Allereerst moeten we ernaar streven dat we organisatorisch het beste evenement neerzetten. Dat is de basis. Bij elk evenement gaan we zorgen dat het organisatorisch een succes is en het team staat als een huis. Hiervoor hebben we onze eigen herkenbare methodische aanpak ontwikkeld (begrijpelijk voor professionals, maar ook vrijwilligers), waarbij de kracht zit in een structuur die ruimte (en rust!) geeft om een totaalbeleving neer te zetten. Ik geloof er namelijk in dat wanneer het organisatorisch goed zit, de chaos gestructureerd is, je tijd en ruimte hebt om van een 7 een 9,5 (of misschien wel een 10) te maken! Als tweede pijler geloof ik erin dat je als eventmanager instaat moet zijn om de financiën onder controle te hebben. Iedereen kan met een grote zak geld organiseren, maar zo zit de wereld niet in elkaar. Als eventmanager moet je misschien wel een beetje boekhouder zijn en je opdrachtgever niet met verrassingen achteraf confronteren. Door consistent budgetbeheer en een goede verantwoordingsstructuur nemen we bij Thinc ahead samen met de opdrachtgever de beslissing om eventueel buiten onze kaders te treden. Dat is transparant, al wezenlijk anders dan andere eventmanagers en zorgt altijd voor een prettige samenwerking. Daarom is het bij ons “Finance first”. De derde pijler is kennisdeling. Ik wil graag het vak ontwikkelen en daar hoort het ontsluiten van kennis bij. Dat doe ik door colleges te geven (op bijvoorbeeld de Fontys Sporthogeschool), projectteams van sportbonden op te leiden zodat ze het volgende keer zelf kunnen, maar ook al het ontwikkelde materiaal beschikbaar te stellen aan de opdrachtgevers. Alleen dan kan je een blijvende impuls geven door middel van je opdracht. En zoals gezegd, daar willen we bij Thinc ahead voor staan: Create a legacy, in alles wat we doen! Hoe ziet de onderneming er dan over 5 jaar uit? Wat mij betreft zijn we over 5 jaar organisatorisch het beste bureau, ziet de markt ons als autoriteit op het gebied van het organiseren van evenementen en zijn we niet afgestapt van onze “Finance first” filosofie. Hopelijk in een organisatievorm waarin we met meerdere mensen dagelijks sport mogen organiseren. Wat is je stoutste droom als ondernemer? Dat zijn er eigenlijk twee. Mijn stoutste droom is dat wanneer ik stop met Thinc ahead (over een jaar of 30 – 40) dat mensen zeggen: “Dat bureau(tje) heeft met haar aanpak ons vak een beetje beter gemaakt!” Ik zou dat ongelofelijk mooi vinden, want dan heb je echt iets meer gedaan dan een boterham verdienen. Daarnaast droom ik ervan om bij de grootste evenementen van de wereld betrokken te zijn. Een bijdrage aan Olympische Spelen of een Wereldkampioenschap Voetbal blijven hoog op het lijstje staan. “Aim for the moon. If you miss, you may hit a star.”
NIELS CANNEGIETER
69
JEROEN HUIS IN ‘T VELD
Het klassieke verhaal van de Silicon Valley-nerd die op zijn zolderkamer een briljant idee uitdenkt, is ook van toepassing op Jeroen Huis in ’t Veld. De ondernemer, die inmiddels 23 mensen in dienst heeft, startte toen hij nog bij zijn ouders woonde. In de portefeuille van zijn JHED Media BV zitten inmiddels onder meer GPUpdate.net, FCUpdate.nl, Tennisupdate.nl, Wielerupdate.nl en Sport Stadion BV. Een succesverhaal uit het Hoge Noorden.
“Ik was zeventien jaar toen ik in 1996 F1Racing.net begon”, vertelt Huis in ’t Veld, die de website in 2007 omdoopte in GPUpdate.net om ook over de andere raceklassen te kunnen berichten. De site begon in het Engels, maar kreeg rond de eeuwwisseling ook een Nederlandse, Italiaanse, Spaanse en Franse variant en inmiddels is de website zelfs in het Japans te lezen. “Bij de start werkte ik nog als vakkenvuller bij Albert Heijn. In 1999 ben ik aan de HBO-studie Bedrijfsinformatica begonnen, maar dat heb ik maar vier maanden volgehouden. Het viel simpelweg niet meer te combineren met mijn bedrijf, dat goed liep.” De advertentie-inkomsten bezorgde de jonge Huis in ’t Veld al een aardig inkomen. Het werd serieus. “Ik heb toen besloten om te investeren in personeel. Dus ik stelde een programmeur aan en betaalde de redacteuren een kleine vergoeding. Dat pakte goed uit; de omzet steeg, waardoor ik meer mensen in vaste dienst kon nemen.” In 2004 maakte Huis in ’t Veld een belangrijke keuze. “Het rommelde in de Formule 1. Ferrari en McLaren wilde de Formule 1 verlaten. Ik dacht bij mezelf: ‘Hoe moet het dan met mijn bedrijf?’ Ik was immers voor een groot deel afhankelijk van deze sport. Als de boel uit elkaar zou vallen, zou dat funest kunnen zijn voor mijn onderneming. Ik besloot daardoor om een website te lanceren met voetbalnieuws, FCUpdate.nl. Voetbal was de grootste sport en er was nog ruimte om ons te onderscheiden van andere websites. Andere sites hadden geen eigen interviews en live wedstrijdverslagen. We besloten de concurrentie aan te gaan. We investeerden veel en dat heeft tot gevolg gehad dat we nu bij de best bezochte voetbalwebsites horen van Nederland.” Dagelijks trekt FCUpdate.nl ruim honderdduizend unieke bezoekers.
70
JEROEN HUIS IN’T VELD
Het succes werd compleet toen ook Wieler-, Schaats- en Tennisupdate.nl hun intreden maakten. Huis in ’t Veld bleek over een succesformule te beschikken. “Het is een combinatie van factoren. We hebben de financiële mogelijkheden om dergelijke projecten te realiseren, maar beschikken daarnaast over veel passie, inzet en fanatisme. Het ondernemerschap is net topsport; we hebben geen 9-tot-5-mentaliteit, staan vierentwintig uur per dag klaar.”
SPORT STADION Huis in ’t Veld had zijn kansen in de sport goed gespreid. Hij beschikte over vijf verschillende sportnieuwswebsites. Toch was hij met al zijn pijlers afhankelijk van advertentie-inkomsten. En met de crisis op de loer daalde de advertentiebudgetten van bedrijven aanzienlijk. “Hoewel we ons goed staande hielden in de crisis, maakte het mij wel duidelijk dat we op één paard aan het wedden waren. Er moest iets bij.” Huis in ’t Veld bedacht Sport Stadion. “We hadden meer dan twee miljoen unieke bezoekers per maand. Daar moesten we iets mee doen. Het idee om hen sportreizen aan te bieden was geboren.” Dat was echter hele andere koek. Huis in ’t Veld had geen ervaring in de reisbranche. “Ik had verstand van online marketing en sport. Maar er lagen wel kansen. Er was immers nog geen bedrijf dat een groot aanbod sportreizen had. Ik ben gewoon begonnen en al snel heb ik er iemand bij gehaald met vele jaren ervaring in de reisbranche om mij hierin te ondersteunen.” Sport Stadion wilde partner van Arsenal worden, omdat Robin van Persie daar speelde. Dat lukte. Wereldwijd heeft Arsenal zestien agenten die namens Arsenal reizen mogen verkopen. “Via dat partnernetwerk kwamen we ook bij andere clubs op gesprek. Liverpool was zo’n club. Het zou geweldig zijn als we hen ook in onze catalogus kunnen opnemen, zeiden we toen. Het was er immers altijd uitverkocht en de sfeer is er fenomenaal. We hebben ieder jaar gebeld en keer op keer lukte het niet. Tot vorig jaar.” Inmiddels werkt Sport Stadion met een vast team van vier mensen; twee verkopers, een programmeur en iemand voor de back office. “We brengen zowel individuele fans als bedrijven naar de meest fantastische sportevenementen ter wereld. Dat is toch geweldig! En we hebben niet alleen voetbal, maar ook basketbal (NBA, New York Knicks), tennis en natuurlijk de racesporten. In de toekomst willen we het mogelijk maken om nog meer sportevenementen bereikbaar te maken voor de sportfans.”
Arsenal - Crystal Palace 16 - 18 augustus
slechts € 399,- p.p. (vlucht A’dam - Londen, 2 nachten, tickets)
Man. United - Swansea 16 - 18 augustus
slechts € 399,- p.p. (vlucht A’dam - Manchester, 2 nachten, tickets)
Liverpool - Southampton 16 - 18 augustus
slechts € 499,- p.p. (vlucht A’dam - Liverpool, 2 nachten, tickets)
Arsenal - Tott. Hotspur 27 - 29 september
slechts € 645,- p.p. (vlucht A’dam - Londen, 2 nachten, tickets)
Man. United - Chelsea 25 - 27 augustus
slechts € 599,- p.p. (vlucht A’dam - Manchester, 2 nachten, tickets)
Liverpool - Everton 27 - 29 september
slechts € 719,- p.p. (vlucht A’dam - Liverpool, 2 nachten, tickets)
Het allergrootste aanbod • Persoonlijk contact • Jarenlange ervaring • Betrouwbare partners
Fouten en prijswijzigingen voorbehouden.
PAUL RAATS Ondernemen is kansen zien en risico’s durven nemen. Ondernemers hebben commerciële aanleg, kunnen goed organiseren en willen hard werken. Eigenschappen: doorzettingsvermogen, lef, inventiviteit, discipline, zelfvertrouwen, assertiviteit en creativiteit. In veel opzichten wijkt het ondernemerschap in de sport niet af van dat in andere sectoren. Paul Raats is zo’n ondernemer én hij heeft van sportfotografie zijn beroep gemaakt. Raats is sinds 2010 voor zichzelf begonnen en heeft verschillende expertises. Naast de sportfotografie doet hij veel met luchtfotografie. Zo maakt hij video’s met drones en werkt hij vanuit vliegtuigen en helikopters. Ook Google Business View en 360 graden views behoren tot zijn pakket. Maar omdat foto’s meer zeggen dan 1000 woorden, hierbij een aantal van zijn werken. http://www.paulraats.com
© Paul Raats Photography - Wedstrijdbad Pieter van den Hoogenband Stadion Eindhoven
© Paul Raats Photography - Bradley Wiggins in afsluitende tijdrit winnaar TDF 2012
72
PAUL RAATS
Š Paul Raats Photography - Guus Meeuwis in Philipsstadion tijdens AUS-NED
PAUL RAATS
73
Master of Sports: Vergroot je kwaliteiten! Wil jij graag je verdiepen in onderzoek om op die manier jezelf te ontwikkelen en je vak verder te onderbouwen? Dan is de opleiding Master of Sports de juiste opleiding voor jou. Fontys Sporthogeschool biedt deze succesvolle NVAO geaccrediteerde opleiding 2-jaarlijks aan. Het eerstvolgende startmoment is september 2015. Deze Master legt het accent op toegepast onderzoek en belicht zowel de education- als de health kant van het vakgebied. De twee-jarige opleiding wordt in deeltijd aangeboden op vrijdagmiddag en -avond in Eindhoven. Lerarenbeurs Voor deelnemers uit het onderwijs, wordt door de lerarenbeurs een groot deel van de kosten betaald en in de meeste gevallen ook de vervanging binnen het eigen onderwijsinstituut. Docenten De Master of Sports heeft een sterk, hoogopgeleid basisteam, onder leiding van dr. Lars Borghouts. Daarnaast worden toonaangevende gastsprekers aangetrokken voor inbreng op specifieke terreinen. Ge誰nteresseerd? Ga dan naar www.masterofsports.nl voor meer informatie of het aanmelden voor de Master of Sports nieuwsbrief. Vanaf najaar 2014 starten de informatieavonden weer. Data worden gecommuniceerd via website en nieuwsbrief. Meld je nu aan.
IN THE PICTURE
Directeur Fonds Gehandicaptensport Sport: geen luxe maar noodzaak Iedereen weet dat regelmatig sporten gezond voor je is. Toch zullen weinig mensen verschil merken als ze een keertje overslaan. Voor mensen met een handicap ligt dat anders. Met een handicap zijn er in het dagelijks leven juist extra inspanningen vereist om dezelfde dingen te kunnen doen als mensen zonder handicap. Sport helpt hierbij. Het maakt op een leuke manier fysiek en mentaal sterker.
Nike Boor “Ik heb de mooiste baan die ik me kan wensen! Werken bij Fonds Gehandicaptensport en mogen helpen sport mogelijk te maken voor mensen met een handicap. Het geeft mij enorm veel inspiratie sporters hun grenzen te zien verleggen, ieder op zijn of haar niveau en het liefst zo dicht mogelijk bij huis.”
Om als gehandicapte te kunnen sporten is er
Als één team achter de sporters met een
meer nodig
handicap
Vaak zijn er aanpassingen nodig, bijvoorbeeld aan het sport,- en spelmateriaal of de sportaccommodatie maar ook extra begeleiding en speciaal vervoer. Dat kost geld. Veel geld. Fonds Gehandicaptensport zet zich hier voor in. Wij willen sport voor iedereen met een handicap structureel mogelijk maken door het sportaanbod te vergroten en te verbeteren en meer aandacht te vragen voor de gehandicaptensport.
Invulling geven aan onze ambitie dat doen wij niet alleen. Vele vrijwilligers, donateurs, sponsors, ambassadeurs en partners helpen daarbij. Met zijn allen staan wij als één team achter de sporters met een handicap. Samen hebben we inmiddels al veel bereikt, maar we zijn er nog niet. Er is nog veel te doen, voordat sport voor iedereen met een handicap, ook echt mogelijk is.
Sportdromen waarmaken van kinderen
De organisatie krijgt veel steun uit de samenleving. Van de intermediairs die kinderen aanmelden en volgen. Van de overheid, vermogensfondsen en het bedrijfsleven met financiële steun, kennis en ervaring. Van particulieren die door een schenking het Jeugdsportfonds steunen. En van de sportwereld die het mogelijk maakt dat de kinderen zich thuis voelen op de sportvereniging en hen kansen geeft om zich te ontwikkelen.
In Nederland groeien ruim 380.000 kinderen op in gezinnen die leven onder het bestaansminimum. Jeugdsportfonds geeft kinderen tot 18 jaar een kans om mee te doen aan sport. Maar er is meer. Sport is niet alleen leuk om te doen maar verbroedert, draagt bij aan de fysieke en mentale ontwikkeling en vooral ook: stimuleert maatschappelijke participatie. En het is bewezen dat sport preventief werkt met betrekking tot schooluitval en criminaliteit. Het Jeugdsportfonds wil ieder kind dat in Nederland opgroeit in armoede bereiken en in staat stellen om mee te doen. Omdat sport verschil kan maken in het leven van kinderen. In 2013 heeft Jeugdsportfonds bijna 30.000 kinderen een sportkans geboden. Het Jeugdsportfonds werkt door het hele land, is nu actief in bijna de helft van alle gemeenten, en betaalt de sportvereniging en de sportattributen. Het geld wordt direct overgemaakt naar de sportvereniging en voor de sportattributen kunnen de kinderen met een voucher bij een sportwinkel terecht. Het geld wordt dus direct besteed. Voor gemiddeld €250 kan een kind één jaar lang sporten bij een sportvereniging en een sporttenue aanschaffen.
‘Alle kinderen moeten kunnen sporten’
Directeur Jeugdsportfonds Monique Maks “Mijn droom is dat alle kinderen kunnen sporten. Blije gezichten op het veld, rode hoofden na een inspanning, vreugde na een gewonnen wedstrijd, samen teleurstelling delen na een verloren wedstrijd, nieuwe vriendjes, samen spelen. Sporten biedt zoveel kansen op plezier en op persoonlijke groei. Dit mag in ons welvarende land niet alleen voorbehouden zijn aan die kinderen waarvan de ouders het kunnen betalen. Sport is van en voor iedereen”.
IN THE PICTURE
75
EEN SECTOR IN BEWEGING DIE STEEDS VOLWASSENER WORDT
Z
o’n vijftien tot twintig jaar geleden zag de sportsector er relatief eenvoudig uit. De meeste sporten waren georganiseerd via de traditionele sportbonden, mensen werden makkelijk lid van een vereniging en sporters waren meer verenigingslid dan consument. Tegenwoordig is dat wel anders. Mensen willen op diverse wijze sport beleven. Het aantal sporten wordt groter. Sommige sporten komen en gaan als modegrillen. Sporters kiezen er voor om sportactiviteiten individueel of in kleinschalig verband uit te oefenen. Dit past weer prima in het beeld van een individualistische maatschappij waarbij tevens maximale flexibiliteit wordt verlangd. Het sporten op voorgeschreven momenten en op vastgelegde locaties verdwijnt, verenigingen hebben moeite om voldoende vrijwilligers te vinden en commerciële sportaanbieders zijn steeds meer in opkomst. Daarnaast raakt ‘sport’ ook steeds meer andere sectoren. Dit zie je bijvoorbeeld terug bij combinatiefunctionarissen. Ook de geldkraan vanuit de overheid wordt steeds verder dichtgedraaid. Sportorganisaties die afhankelijk zijn van dergelijke geldstromen verkeren in zwaar weer. Reorganisaties zijn aan de orde van de dag en sportorganisaties verzetten de bakens. Dit zorgt zeker ook voor kansen en een nieuwe dynamiek. Bij een sector in beweging horen werknemers die in staat zijn mee te bewegen en zelf keuzes te maken. Wat FNV Sport betreft is het daarom belangrijk dat bij de veranderende sector volwassen arbeidsverhoudingen en arbeidsvoorwaarden passen.
VERDERE PROFESSIONALISERING SPORTSECTOR: EEN WERELD TE WINNEN Als het gaat om een verdere professionalisering van de sportsector dan valt er op het gebied van arbeidsverhoudingen en arbeidsvoorwaarden nog veel te winnen. Hierbij is een belangrijke rol weggelegd voor de sociale partners in de sector: de vertegenwoordigers van werknemers én van werkgevers. In de sportsector is FNV Sport de belangrijkste vertegenwoordiger van werknemers. Vanuit werkgeverszijde is de WOS (werkgeversorganisatie in de sport) de belangrijkste partij. Samen sluiten deze partijen de cao Sport af: een cao die geldt voor de circa 3500 medewerkers bij sportbonden en sportorganisaties. Binnen deze cao zijn werknemers en werkgevers de afgelopen jaren behoorlijke stappen aan het maken. Zo proberen we de cao zo goed mogelijk aan te laten sluiten bij de behoeftes van de sector. We geloven er echt in dat een goede cao bijdraagt aan een verdere professionalisering van de sector. Immers: goede arbeidsvoorwaarden waarbij ruimte is voor eigen ontplooiing zijn een must voor iedere professional.
SPORT MOBILITEIT CENTRUM Naast de cao hebben de sociale partners ook een zogenaamd ‘arbeidsmarktfonds’ opgericht. Dit fonds heeft de naam ‘Samen Presteren’ gekregen en zal de aankomende jaren steeds verder worden uitgebouwd. Samen Presteren heeft als voornaamste doel om echt bij te dragen aan het versterken van de sector. Bijvoorbeeld door middel van opleidingen. Of via het onlangs opgerichte Sport MobiliteitsCentrum (SMC). Het SMC is gevestigd in het huis van de Sport in Nieuwegein. Alle medewerkers die onder de cao Sport vallen en bedreigd worden met ontslag worden geholpen om binnen of buiten de sector een baan te vinden. Op termijn zal het SMC ook diensten gaan aanbieden voor álle werknemers die onder de cao Sport vallen. Bijvoorbeeld door middel van vrijblijvende loopbaanscans of oriëntatie op opleidingen.
76
SAMEN PRESTEREN
FNV Sport is de vakbond voor iedereen die werkt in de sport of van sport zijn werk maakt. Sander Wesdorp is bestuurder bij FNV Sport en onderhandelt, vanuit werknemerszijde, onder andere over de cao Sport. Hij ziet dat de relatief jonge sector ‘sport en bewegen’ niet zo simpel meer in elkaar steekt als circa vijftien jaar geleden. Nieuwe sporten komen op en de samenleving verandert. De sector is in beweging en lijkt steeds volwassener te worden
VIJF TIPS VOOR DE GOEDE SOLLICITATIEBRIEF Het is voor werkzoekenden een moeilijke periode. Het aantal vacatures is sterk gedaald, terwijl het aantal sollicitanten nog steeds toeneemt. Solliciteren met nog 150 geïnteresseerden op dezelfde functie is eerder regel dan uitzondering. Een goede sollicitatiebrief schrijven is dan van groot belang. Sport-Netwerk.nl heeft een vijftal tips geselecteerd die je kunnen helpen om uitgenodigd te worden voor een eerste gesprek.
1. Wees niet te opdringerig of te voorzichtig
3. Wees niet te eerlijk
Uit diverse wetenschappelijke studies is gebleken dat je vooral niet te opdringerig, maar ook niet te voorzichtig te werk mag gaan. Eigenlijk is een sollicitatiebrief schrijven niets anders dan een oefening ‘strategisch manoeuvreren’.
Wat vertel je wel? Wat vertel je niet? Beantwoord je niet helemaal aan de functie-eisen of heb je onvoldoende ervaring, verzwijg dat dan liever. Ga uit van het positieve en schrijf dus over je sterktes en je motivaties. Sommige sollicitanten hebben de neiging te eerlijk te zijn, maar zo zetten ze hun zwaktes teveel in het licht. Het volgende voorbeeld illustreert dat treffend: ‘Hoewel ik geen leidinggevende ervaring heb, zie ik mezelf dit wel doen.’ Wanneer je niet over een functie-eis als ‘leidinggeven’ beschikt, maar er dan liever van; ‘In mijn vorige functie kon ik teamleden makkelijk enthousiast maken voor nieuwe ideeën en gaf ik door mijn frisse kijk vaak de richting aan.’
Voorbeelden: • Te voorzichtig: “Als bijna 25-jarige, pas afgestudeerde sportmarketeer vermoed ik dat ik goed tot mijn recht zou kunnen komen als startende marketingmedewerker op uw afdeling.” • Te opdringerig: “En wie kan die taken beter uitvoeren dan ik?” Vind de gulden middenweg en laat je brief door meerdere mensen beoordelen om te checken of je hierin bent geslaagd. Stijlfiguren kunnen een handig hulpmiddel zijn. Wat denk je bijvoorbeeld van deze retorische vraag: ‘Vroegtijdig kansen van valkuilen onderscheiden, scepsis laten omslaan in enthousiasme, ideeën omzetten naar dagelijkse praktijk: dit heeft mij steeds de meeste voldoening gegeven. Ik wil deze vaardigheden nu erg graag ook op andere markten verder toepassen en ontwikkelen. En wat is hiervoor een betere omgeving dan X?’
4. Hou het kort: 250 woorden als richtlijn
2. Ga voor een duidelijke structuur
In je sollicitatiebrief moet je proberen om de eisen van de werkgever te vertalen naar je eigen competenties, maar dat wil niet zeggen dat je de woorden uit de vacaturetekst letterlijk moet overnemen. Schrijf in je eigen woorden en zoek synoniemen of net wat andere gelijkende kwaliteiten. Bijvoorbeeld ‘ik maak makkelijk contact, ben toegankelijk en sociaalvaardig en met mijn scherpe blik kan ik mensen en situaties goed inschatten’ als er in de vacaturetekst ‘je hebt analytisch denkvermogen en bent communicatief vaardig’ staat.
Heb je niet de meest vlotte pen, hou je dan aan de traditionele opbouw met voor elk van volgende fases een alinea: 1. Opening: waar vond je de vacature? 2. Motivatie: waarom reageer je op de vacature? 3. Argumentatie: waarom ben jij de ideale kandidaat? 4. Afsluiting: blik vooruit op een gesprek
Je mag dan wel 101 argumenten hebben om aan te geven dat jij dé ideale kandidaat bent, haal er enkel de meest relevante uit. De beste brieven zijn eerder kort dan lang: 200 à 300 woorden volstaan zeker. Probeer niet teveel woorden te gebruiken en informatie die in je cv staat moet je vermijden. Dit kunnen ze immers teruglezen in je cv.
5. Vertel het in je eigen woorden
Mocht het je lukken, begin dan met een originele binnenkomer. Zo trek je meteen de aandacht en vergroot je de kans uitgenodigd te worden. Met zoveel potentiële kandidaten moet je soms lef tonen en solliciteer je op een creatieve functie, dan is dit zelfs een must.
SOLLICITATIETIPS
77
BELGISCHE SUCCESFORMULE BRENGT SPORTFLOW OP NEDERLANDSE WERKVLOER Tekst: Jop Goslinga Beeld: Paul Raats
Hét paardenmiddel tegen ziekteverzuim, depressies en burn-outs komt uit België en luistert naar de naam Energy@Work. Het draait allemaal om het online en interne platform, dat werknemers verandert in bloedfanatieke en hypergezonde atleten. Over de inmiddels beproefde en bewierookte tool, die inmiddels ook Nederland verovert, praat Kristof De Smet, uitvoerend directeur van Energy Lab.
78
ENERGY LAB
Hoe werkt de tool? Iedere werknemer krijgt een persoonlijke login en belandt zodoende direct op het online platform, dat is vormgegeven in de huisstijl van het bedrijf. Eenmaal ‘binnen’ volgt een groot aantal interactieve modules die het aannemen van een gezonde leefstijl stimuleert. Zo kun je collega’s uitdagen voor bepaalde dingen, zoals een uurtje squashen voor de luch of het weren van junkfood voor een maand. Je kan je ook inschrijven voor sportevenementen, die door de werkgever zijn geselecteerd. Tevens kan je direct zien welke collega’s zich al hebben aangemeld. Ook kan je middels een persoonlijk trainingsschema toewerken naar een bepaalde doelstelling, zoals het verliezen van tien kilo lichaamsgewicht. Hierbij word je ondersteund door voedingsadviezen en recepten. Alle activiteiten worden opgeslagen op je persoonlijke pagina, zodat je alles binnen handbereik hebt en het overzicht houdt. Om te voorkomen dat je té hard van stapel loopt met je nieuwe levensstijl helpt Energy@Work bij de preventie van blessures middels allerlei wetenschappelijk onderbouwde informatie omtrent voeding en trainingsschema’s. Energy@Work is een concept van Energy Lab, een trainings- en begeleidingscentrum voor topsporters en recreanten. “Omdat er ook veel werknemers van bedrijven langskwamen, ontstond het idee van Energy@Work, dat inmiddels meer dan 100.000 gebruikers heeft, verspreid over verschillende bedrijven, van klein tot groot”, aldus De Smet. Als je het idee tot aan de pit zou afpellen, wat zou je dan zien, wat is de kern van het idee? Wij willen een tool bieden om werknemers –van de dame die gezonder wil leven tot de triatleet- te stimuleren om gezond, actief en fit te leven. Healthy employees make healthy business. Werknemers die zich goed voelen, gaan immers automatisch beter presteren. Sport is de ideale uitlaatklep om te bekomen van een drukke werkdag en bedrijven zijn de laatste jaren op zoek naar een tegenwicht voor de verhoogde werkdruk en stress. Dat tegenwicht zijn wij. Daarnaast zorgt sport voor een hechter team, leert het mensen om te presteren als team en te werken naar een doel. Dat zijn allemaal zaken die door Energy@Work automatisch worden geïntegreerd op de werkvloer. We merken dat het platform razendsnel hét gespreksonderwerp wordt in de wandelgangen.
Wat verklaart het succes, of misschien zelfs wel de hype van Energy@Work? Het is voor bedrijven van levensbelang belang om te investeren in hun werknemers. Een afwezige werknemer kost de werkgever zakken vol geld. Dus zorg ervoor dat je medewerkers in topconditie verkeren. Wanneer je topprestaties verwacht van je medewerkers, dan moet je ook een omgeving creëren waarin topprestaties kunnen en vooral geleverd willen worden. Die omgeving bieden wij op maat aan. Jullie voorzien duidelijk in een behoefte. Hebben andere partijen liggen slapen de afgelopen jaren? De laatste jaren hebben andere bedrijven ook geprobeerd om hierop in te spelen, maar dit was vaak heel fragmentarisch, ze boden maar een onderdeel aan van wat wij nu doen. Wij bieden een totaalconcept aan, en dat kunnen niet alle partijen. Wij hebben bijvoorbeeld een partnerschap met Golazo Sport (organisator van sportevenementen, zoals de marathon van Rotterdam, red.), waardoor we een bedrijf ook onmiddellijk een apotheose-event voorschotelen. Als werknemers van een bedrijf samen deelnemen aan en toeleven naar een sportevenement zorgt dat voor een uitzonderlijke dynamiek. Je deelt ervaringen met collega’s en leert elkaar op een totaal andere manier kennen. Welke uitbreidingen kunnen we de komende periode verwachten? Hoe ziet de tool er in je dromen over vijf jaar uit? We willen de tool meer mobiel maken. De eerste stappen hebben we daarvoor al ondernomen. Zo zijn onze apps Hardlopen en Evy al gesynchroniseerd met het platform, waardoor de gelopen kilometers direct worden bijgeschreven in je trainingsdagboek op het platform. Daarnaast volgen we de evolutie van de activity trackers, waarmee je de stappen van mensen op een werkdag kan meten. Binnenkort gaan we een kleine competitie houden in ons nieuwe kantoor in Eindhoven (het SX-gebouw, red.) tussen alle bedrijven die daar werken. Alle werknemers krijgen dan zo’n tracker om en dan kijken we welk bedrijf het meest actief is. Wat is jullie strategie tot werelddominantie? Willen jullie uitbreiden? Naar welke landen trekken jullie nog meer? Met Energy Lab plannen we de komende jaren om nog meerdere vestigingen in Nederland op te starten. De volgende stap die we binnen de twee jaar willen maken is Frankrijk. Het online Energy@Work-platform is vanzelfsprekend niet echt gebonden aan landsgrenzen. Zo werkt het bedrijf AB Inbev bijvoorbeeld met het platform in België, Nederland, Frankrijk en Luxemburg. Wat dat betreft, is the sky the limit.
Siviglia Berto, Delta Loyd: Op amper anderhalve maand tijd zaten wij aan achthonderd bezoekers in de online module, daarmee is 80% van onze werknemers ingestapt, terwijl wij vooraf dachten dat amper 10% dat zou doen. Het succes is enorm. Al onze duizend werknemers aan het sporten krijgen, is misschien een onrealistische ambitie. Ons doel is daarom om deze formule succesvol te houden en ons personeel te blijven prikkelen om te bewegen. Als je van je personeelsleden topkwaliteit verwacht, moet je ook topkwaliteit kunnen leveren. Energy&Work is daarbij ons wapen. Het is het ultieme middel om even te ontkoppelen van de werkdruk.
ENERGY LAB
79
VITALITEIT OP DE WERKVLOER Tekst: Noël Relker
Trendwatcher Adjiedj Bakas zet in ‘Sportiviteit op het werk’, dat hij samen met de Adecco Group schreef, uiteen hoe trends uit de sportwereld het werk alsmaar meer transformeren. Want, zo betoogt Bakas, werkgevers bleven tot nu toe vrij laconiek over de vraag of hun medewerkers wel of niet sporten, met de nieuwe arbeidswetgeving verandert dat radicaal. Straks kun je als werkgever wel tien jaar doorbetalen aan een zieke werknemer. Het is dus in je eigen belang om je team fit te houden. Bakas identificeert achttien trends, we haalden er de zes belangrijke voor werkgevers uit:
#2. GEPERSONALISEERD EETPATROON Werknemers gaan zelf ook steeds meer het nut van goed eten inzien om –met het oog op onder meer de latere pensioengerechtige leeftijd– zo lang mogelijk fit te blijven. Bakas voorspelt dat in navolging van topsporters een gepersonaliseerd eetpatroon steeds belangrijker wordt. “Hiervoor raadplegen we straks”, zo zegt hij, “gewoon ons eigen genrapport.” Die perfecte, persoonlijk uitgebalanceerde maaltijd zou in de toekomst ook nog eens 3D-geprint kunnen worden, voorzien van exact de juiste vitaminen en mineralen. Hoe mooi dit in z’n werk zou kunnen gaan, liet TNO enkele jaren geleden al zien tijdens de Food Inspiration Days in Eindhoven.
#3. SPORTIEVE TEAMBUILDING #1. VETTE HAP OP Z’N RETOUR Gerrie Kneteman wist het al: Op boterhammen met pindakaas kun je de Tour de France niet fietsen. Om te presteren heb je veel energie nodig en die moet je eerst naar binnen eten, maar wel op een gezonde manier. Het gezonde eten op de werkvloer wordt volgens Bakas dan ook de nieuwe norm en het aanbieden van een vette hap is geheel op zijn retour. Het zijn slimme, vaak kleinere cateraars als We Canteen of De Buurtboer die al handig op deze trend zijn ingesprongen, met het aanbieden van biologisch verantwoorde en seizoensgebonden assortimenten.
80
VITALITEIT OP DE WERKVLOER
De oude organisatiestructuren gaan volgens Bakas verdwijnen en ‘we gaan toe naar een arbeidsmarkt waar wisselende coalities samen aan projecten werken’. Teambuilding is dan ook essentieel. De tip van Bakas? Vergeet netwerkborrels en ga samen sporten om elkaar te leren vertrouwen en te focussen op een gemeenschappelijk doel. Bakas: “Ga lekker met je relaties survivallen in de Ardennen. Want daar heb je echt wat aan!” En let op, een team met alleen maar vedettes die elkaar niets gunnen, werkt niet. Om met de woorden van het orakel Johan Cruijff te spreken: Als je voor elke positie de beste speler kiest, heb je geen sterk elftal, maar een team dat als los zand uiteen zal vallen.”
ADJIEDJ BAKAS
#4. TALENTMANAGEMENT IS ESSENTIEEL Talentmanagement wordt alsmaar belangrijker, zegt Bakas. Want hoe krijg je op het juiste moment, de juiste mensen op de juiste plek? Een les uit de topsport is te focussen op specifieke sterke kwaliteiten. Zo toonde trainer Foppe de Haan het belang van talentmanagement aan met zijn Jong Oranje. Hij liet zijn hele ploeg testen op karaktereigenschappen. Die werden vervolgen uitgebreid met staf en spelers besproken, zodat iedereen exact zijn taak kende en elkaars kwaliteiten kon verbeteren. Met een uitgebreide talentenscan werkt bijvoorbeeld ook Paluka, het talentontwikkelingsbureau van Inge van den Broek, voormalig speelster van het Nederlands dameshockeyteam. “Een dynamische zoektocht naar wie je bent”, zo belooft ze. En dat met behulp van kennis uit de sport, natuur, cultuur en filosofie. Ze noemt het liever geen training maar een ‘expeditie’..
#5. STEEDS MEER SPORTIEVE EN GEZONDE APPS Apps die de vitaliteit op werk kunnen verbeteren zijn er al en zullen populairder worden. Neem een app die leert om met een betere houding op een bureaustoel te gaan zitten (zoals LUMOback), of de app die helpt om een gezonde maaltijd samen te stellen (ZipList en MealGuru), of apps die bijhouden hoeveel calorieën er zijn verbrand (Lose It!). Een sportief armbandje als de Nike+FuelBand SE houdt niet alleen bij in hoeverre de drager intensief beweegt, maar geeft ook aan dat er in ieder geval vijf minuten per uur bewogen moet worden. Die vijf minuten beweging zijn een vorm van intervaltraining, die het energiepeil van werknemers door de dag heen kunnen verbeteren. En dan is er nog de I-Health-trend, waardoor, zo jubelt Bakas, het zelfherstellend vermogen van het lichaam wordt bevorderd zonder tussenkomst van dokter of medicijn. Bakas: “Zo is het mogelijk om door middel van elektrodes op het lichaam bepaalde frequenties licht en elektriciteit op het lichaam te laten inwerken, zodat energieblokkades in ons systeem worden opgeheven.”
#6. GROEIEND BELANG SLAAPMANAGEMENT ‘De Tour win je in je bed’, zo sprak Joop Zoetemelk ooit al wijselijk. Zoetemelk stond erom bekend dat hij graag zijn rust tussen topprestaties nam. En terwijl de druk op de werkvloer oploopt en stress een groeiend probleem vormt, wordt weerbaarheid steeds belangrijker. Slaapmanagement vormt daarbij een belangrijk thema. Zo is een powernap op werk bij FrieslandCampina toegestaan, vertelt Jeroen Elfers, director human resources van het bedrijf. En ook het Amsterdamse kantoor van Accenture heeft een slaapruimte. Hoe belangrijk rust in het hoofd is voor een topsporter beaamt darter Raymond van Barneveld. Hij vond zijn heil bij een zenmeester die hem leerde mediteren. “Niet alleen goed voor de concentratie in de dartzaal, maar ook voor thuis met de kinderen”, zegt Barney.
VITALITEIT OP DE WERKVLOER
81
VIERDE ARBEIDSMARKTMONITOR VOOR SPORT EN SPORT ARBEIDSMARKT BEWEGEN ONTWIKKELT ZICH POSITIEF De vierde arbeidsmonitor Sport (KBA), die in mei werd gepubliceerd, wijst uit dat de arbeidsmarkt in de sportbranche zich positief ontwikkelt. Bij de vorige peiling, in 2011, was nog sprake van een krimp van de arbeidsmarkt voor sport en bewegen. Iets minder florissant is dat de stijgende lijn amper doorzet, want tot 2018 is de ruimte voor groei beperkt.
Onderzoeksbureau KBA voerde deze monitor voor de vierde maal uit in opdracht van Calibris, NOC*NSF, HSO en KVLO. 700 afgestudeerden van de mbo- en hbo-opleidingen sport en bewegen en 400 werkgevende organisaties werden ondervraagd.
Loopbaanverloop van afgestudeerden mbo en hbo sport en bewegen Van op het mbo afgestudeerde studenten volgen twee van de drie een vervolgopleiding. Deze vervolgopleiding is in vergelijking met 2008 minder sportgerelateerd. In 2008 ging het daarbij om 52 procent, in 2013 was dit 38 procent. Het percentage hbo-opgeleiden dat aan een vervolgopleiding begint, is flink kleiner: zo’n 30 procent. Van de mbo-opgeleiden is ongeveer de helft na enkele jaren aan het werk in de sport en bewegen-sector, al dan niet na het volgen van een vervolgopleiding. Van hbo-opgeleiden is dit driekwart, waarbij dit percentage voor ALO-gediplomeerden hoger ligt en voor andere opleidingsstromen lager. Veel afgestudeerde mbo’ers en hbo’ers zijn gewild bij werkgevers, binnen of buiten de sportsector. Hoewel na het afstuderen een op de vijf mbo’ers en eenderde van de hbo’ers weleens korter of langer werkloos geweest, hebben vrijwel alle gediplomeerden vier jaar na hun afstuderen een baan.
82
ARBEIDSMARKTMONITOR SPORT
Sluit het aanbod van gediplomeerden goed aan op de vraag uit de sector? Een gemiddelde werkgever had in de afgelopen vijf jaar vacatures voor bijna vier fulltime banen. Meer dan 90 procent van deze functies zijn vervuld, waarvan 80 procent door afgestudeerden in sport en bewegen (SB). Als een werkgever moeite heeft met het invullen van de vacature, blijkt dat voornamelijk veroorzaakt te worden door de functie-inhoud of het aantal uren waarvoor er een functie beschikbaar is. Het aantal vacatures is flink lager dan bij de 2011-meting het geval was. Qua niveau en profiel sluiten de opleidingen goed aan bij de vraag. Vacatures zijn echter regelmatig voor weinig arbeidsuren, waardoor ze niet aantrekkelijk zijn. Daarnaast weten net afgestudeerden en werkgevers met een vacature elkaar mogelijk nog niet altijd te vinden.
Meer zelfstandigen werkzaam in de sport De toename van het aantal werkzame personen in de sport zien we vooral terug bij de zelfstandigen, zoals sportinstructeurs. Ruim 20 procent van de werkzame personen in de sporteconomie is zelfstandige, terwijl het gemiddelde op de arbeidsmarkt 14 procent is.
Werk in sport en bewegen-sector vaak
Sportieve nevenfuncties
versnipperd en soms onzeker
Van de mbo’ers heeft meer dan de helft na afstuderen een of meer
Functies in de sport en bewegen-sector zijn vaak klein van omvang. Van mbo’ers die in 2011 afstudeerden, heeft 40 procent drie of meer banen. Bij de hbo’ers geldt dat zelfs voor de helft. Gemiddeld werken de in 2011 afgestudeerde mbo’ers 18 uur per week in de sector. De hbo’ers werken gemiddeld aanzienlijk meer, namelijk 29 uur. De gemiddelde baanomvang van starters lijkt te dalen en het aantal mensen dat op een tijdelijk contract begint, lijkt toe te nemen. Vier jaar na afstuderen heeft de helft van de mbo-afgestudeerden nog drie of meer banen en werken ze meer uren per week dan enkele jaren geleden. In hun werk zijn het opstellen van trainings- en behandelplannen en beleids- en managementtaken belangrijker geworden. De perspectieven voor hbo-afgestudeerden zijn beter, hoewel de doorsnee omvang van startersfuncties afneemt. Van ALOafgestudeerden werkt ruim de helft als docent lichamelijke opvoeding en heeft 14 procent een baan als combinatiefunctionaris. Ongeveer eenzelfde deel van de overige hbo-SB-stromen en mbo’ers werkt als combinatiefunctionaris. Driekwart van de ALO-afgestudeerden heeft vier jaar na afstuderen een baan van tenminste 32 uur.
nevenfuncties gehad in de sport, vaak als trainer-coach, docent of scheidsrechter. Ook volgde een op de zes mbo’ers en hbo’ers aanvullend nog een bondsopleiding. Hbo’ers hebben iets vaker een sportieve nevenfunctie. Dat geldt met name de ALO’ers, waarvan driekwart zo’n functie vervult. Daarbij gaat het meestal om werk als trainer-coach. Deze nevenfuncties vormen een belangrijke potentieel voor professionele versterking van sportclubs.
Verwachtingen van de toekomst Met name werkgevers in de sportsector zijn in vergelijking met 2011 optimistischer. Uit het onderzoek blijkt dat de uitbreidingsvraag in de sportsector zich herstelt, in tegenstelling tot die in overige sectoren. Ze verwachten tot 2018 een groei van de vraag naar arbeid met 15 procent. De toenemende vraag naar sportgerelateerde functies ontstaat volgens werkgevers vooral door groei van ledentallen, uitbreiding naar nieuwe doelgroepen en activiteiten en meer vraag van partnerorganisaties. Daarnaast is er een flinke vervangingsvraag, zowel in de sportsector als in de overige branches.
ARBEIDSMARKTMONITOR SPORT
83
TOPSPORTLEASE MAAKT HET WAAR VOOR IEDEREEN DIE ACTIEF OF WERKZAAM IS IN DE (TOP)SPORT Tekst: NoĂŤl relker Beeld: Topsportlease
De economie trekt aan. Je merkt het aan de klandizie van je bedrijf. Je wilt een nieuwe medewerker aannemen. Dat betekent dat er ook een leaseauto geregeld moet worden. Omdat de toekomst nog onzeker is, sluit je liever geen langlopend leasecontract af. Echter is shortleasing vaak een dure oplossing. Desonanks wil je de nieuwe verkoper een betrouwbare auto geven met uitstraling. Tenslotte is hij het visitekaartje van de zaak. En dan kom je terecht bij TopSportLease (TSL) wat zich richt op zowel de topsport als de werkgevers en werknemers in de sport.
84
TOPSPORTLEASE
Gooische Hockey Club: “TopSportLease voldoet al jaren aan onze wens om via flexibele seizoenscontracten auto’s te leasen. Voor onze dames 1 zorgt TopSportLease voor de mooie Citroën C1 en voor ons Heren 1 de ruime en betrouwbare Opel Corsa. TopSportLease houdt persoonlijk contact met de berijders zodat wij ons kunnen richten met het beleid van de club”
Vanuit de historie is TSL een autoleasebedrijf dat zich richt op sporters en sportgerelateerde berijders. Een sporter is gefocust op presetatie zoals het binnenhalen van Olympisch Goud. Reizen vergt veel tijd en energie. Een auto ontlast de sporter hierin. Bovendien wil hij veel bewegingsvrijheid hebben. De sportwereld werkt traditioneel met seizoenscontracten. De autoleasecontracten van TSL zijn hierop afgestemd. Kortlopend en toch betaalbaar. TSL is officieel NOC*NSF-leverancier en neemt tesamen met het succesvolle Duitse moederbedrijf ASS Athletic Sport Sponsoring de mobiliteitsdiensten van 9500 topsporters en hun begeleiders voor hun rekening. Je ziet dat niet alleen de sportwereld deze flexibiliteit vraagt. Inmiddels wil het bedrijfsleven ook geen langdurige verplichtingen meer aan gaan voor autoleasecontracten. Bovendien zijn de leasebudgetten niet langer oneindig. Op deze vraag uit de markt heeft TSL ingespeeld. ´Wij kijken naar de behoefte van de klant’, vertelt commercieel directeur Patrick van Beek. ‘Waarnaar is hij of zij op zoek? Wij informeren hem volledig en geven een oplossing passend bij zijn mobiliteitsvraagstuk. Wij bieden leasecontracten van 6, 12 of 24 maanden tegen een scherp tarief en je rijdt altijd een nieuwe auto. Ter vergelijking: voor een contract van 12 maanden betaal je bij TSL hetzelfde als bij een regulier autoleasebedrijf voor 3 of 4 jaar. Ook in MVO-beleid denken wij mee. Je ziet de ontwikkeling dat men geen dure benzineslurpende auto meer wilt, maar een auto met laag brandstofverbruik en een gunstige CO²-uitstoot. Dat laatste in verband met de lage bijtellingsregeling van de belastingdienst.
OPTIMALE VRIJHEID Eén van de klanten van TSL is een zelfstandig ondernemer uit Arnhem. “Als startend ZZP’er was ik op zoek naar een coole auto voor in beginsel een half jaar. Ik wil me namelijk niet te lang binden omdat ik nog geen vaste klantenkring heb. Mijn huidige klanten zitten in de regio, maar ik wil de vrijheid hebben om ze te kunnen bezoeken wanneer het hen uitkomt en niet afhankelijk te zijn van openbaar vervoer. Ik verwacht daarom geen enorm kilometerverbruik te hebben. Het liefst wil ik een nieuwe auto. Die heeft namelijk geen onderhoud nodig bij weinig kilometers. Ik mocht een auto uitzoeken
Voormalig topschaatser Jochem Uytdehaage: “Ik herinner me dat ik als veelbelovend sporttalent -zoals ze dat noemde- volledig gefocust was op het eindresultaat: Olympisch goud binnenhalen. Waarbij het reizen voor mij een grote tijd en energie verslinder was. Met mijn eerste auto kon ik een grote stap maken als professional in mijn sport en mijn ouders ontlasten. En dat was ook erg fijn. TopSportlease is voor mij typisch voorbeeld van een organisatie die meedenkt met de sporter en/of coach om hem maximaal te laten presteren.”
bij een officiële dealer en had ruime keuze uit Citroën, Mercedes, Opel en Fiat. TSL heeft me binnen 14 dagen de eigenwijze Fiat 500 geleverd tegen een scherp tarief. Over een half jaar maken we opnieuw de balans op. Ik kan deze auto opnieuw leasen of weer een nieuwe uitzoeken. Qua kosten is de laatste optie mogelijk niet eens duurder!”
ZAKELIJK EN PARTICULIER Een sprekend voorbeeld van de werkwijze van TSL. Niet alleen de zakelijke klant kan bij dit klantgerichte bedrijf terecht, ook de particuliere klant weet hen inmiddels te vinden. Omdat er geen werkgever/werknemer relatie tussen het leasebedrijf en de particuliere rijder ontstaat, is er geen sprake van fiscale bijtelling. Gunstig dus. Bovendien betaal je net zoals de zakelijke rijder alleen voor datgene dat je daadwerkelijk gebruikt. Een nieuwe auto met een laag kilometerverbruik heeft geen onderhoud nodig, dus dat betaal je niet. Bovendien is er dan nog sprake van fabrieksgarantie.
PERSOONLIJK CONTACT De lijntjes binnen TSL zijn kort. Zij kennen de klant en de klant kent de medewerkers. Mathé Cau, commercieel binnendienst helpt de mensen graag op weg. “Ik wil ze goed adviseren en een auto leveren die bij hen past. Doe dat goed, dan zie je dat ze terugkomen voor een volgende leaseperiode. Of een klant nu één auto least of een wagenpark heeft van 50 auto’s, persoonlijk contact staat voorop. Hoe beter je de klant kent, hoe beter je weet wat hij zoekt. TopSportLease. Mobilieit naar succes.”
Mobiliteit naar sportief, zakelijk en persoonlijk succes
Voetballer van Djarno Hofland: ”Ik neem regelmatig mijn voetbalmaatjes mee op sleeptouw naar trainingen en wedstrijden. Daarom zoek ik een grotere, voordelige auto die vooral niet teveel brandstof slurpt. Daarnaast wil ik absoluut niet aan een wurgcontract vastzitten voor een lange tijd. TopSportLease is de ultieme partner voor mij in dit verhaal.”
TopSportLease Komkleiland 8 6666 MG Heteren 026 - 389 38 93 info@topsportlease.nl www.topsportlease.nl
TOPSPORTLEASE
85
DE SPORTRETAILBRANCHE ANNO 2014 Tekst: NoĂŤl Relker Beeld: Inretail
De sportretailmarkt is weer groeiende en bereikte recent een jaaromzet van anderhalf miljard euro. En de rek is er nog niet uit. Steeds meer mensen gaan immers sporten. Toch zijn er ook ontwikkelingen die de omzet kunnen smoren. Een analyse van de sportretailbranche, die zich met innovaties moet zien te redden.
De sportbranche kenmerkt zich door een stabiel aantal verkooppunten, dat de verkoop van sportartikelen als primaire hoofdactiviteit heeft. Hierin onderscheidt de sportbranche zich duidelijk van andere sectoren, die geconfronteerd worden met een daling van het aantal fysieke winkels. Toch zal de sportbranche hier de komende jaren ook niet aan ontkomen. Door verschuivingen van omzet naar online, andere sectoren en nieuwe spelers in de markt. De samenwerkingsgraad in de branche is het afgelopen decennium flink gestegen. Van de sportzaken valt momenteel circa zeventig procent onder een keten, franchiseorganisatie of een in- en/of verkooporganisatie. De overige dertig procent wordt aangeduid als niet-samenwerkende zelfstandigen.
86
SPORTRETAILBRANCHE ANNO 2014
De economisch uitdagende tijden en de verschuivingen in de markt hebben gezorgd voor een turbulent speelveld, om in sporttermen te blijven spreken.
De belangrijkste trends en ontwikkelingen Retail is volop in ontwikkeling en daar is de sportbranche geen uitzondering op. Wijzigende marktomstandigheden vergen veel van ondernemers, en verhoudingen in de keten zijn sterk aan het veranderen. Daarnaast lijkt de klant enerzijds steeds minder grijpbaar en anderzijds krijgt de klant de macht in de keten stevig in handen. Belangrijke vragen zijn met welke trends en ontwikkelingen retailers de komende jaren rekening moeten gaan houden, wat de consument wil en welke eisen aan winkels gesteld worden om klaar te zijn voor de toekomst. Ondernemers in de sportdetailhandel hebben de afgelopen jaren niet alleen last van economische tegenwind. Dalende koopkracht en een lager beschikbaar inkomen zijn de belangrijkste oorzaken van al vier jaar dalende omzetten. Er zijn echter ook een viertal structurele ontwikkelingen in de distributieketen, die de positie van sportzaken aantasten. Ten eerste heeft branchevervaging in geen andere non-food retailbranche zo hard toegeslagen. Kleding- en schoenenwinkels, warenhuizen, doe-het-zelfzaken; vele partijen azen op een graantje uit de sport- en recreatieruif. Met dumpprijzen concurreren zij, met alle gevolgen van dien voor de marges. Ook
hebben sportspeciaalzaken te maken met concurrentie van webshops. In de sportmarkt zijn een aantal pure online spelers actief. Met scherpe prijzen en een agressieve inzet van marketing hebben zij marktaandeel veroverd. Terwijl grote sportspeciaalzaken en -ketens inmiddels ook online verkopen, lijkt het alsof de zelfstandige (franchise-)ondernemers de boot missen. Dit is echter niet juist. Veel van deze ondernemingen hebben op de lokale markt een stevige positie. Verwevenheid met het lokale verenigingsleven is in veel gevallen hun levensader. De derde verandering in de distributieketen is het opzetten van eigen lifestyle-winkels door grote sportfabrikanten. Met een merkwebshop en premium-producten, zijn zij een extra concurrent. Ook de vierde ontwikkeling valt binnen het kader van concurrentie. Grote internationale ketens verkennen de Nederlandse markt en zijn in enkele gevallen al toegetreden
Innovatie in sport retail Sport retail in Nederland kent (nog) weinig innovatie. Bij de zoektocht naar innovatie is voornamelijk gestuit op relatief traditionele vormen van retail. Soms mooie, goede en succesvolle winkels maar geen winkels waar nieuwe vormen van technologie en retail zijn toegepast. In omringende landen zijn het vooral leveranciers die in retail innovatief zijn. Nike met NikeTowns en Adidas met de virtuele schoenenwand zijn daar goede voorbeelden van. In Duitsland is Globetrotter een vernieuwend concept waarbinnen try before you buy en entertainment goed zijn verweven. Een bezoek aan hun website met voor de winkel een virtuele tour is de moeite waard. De sportretail moet de komende jaren innoveren om bij te blijven. Ook daar ligt het voor de hand dat retailers en leveranciers in een goede samenwerking initiatieven ontplooien.
workshops en het bouwen van een community rondom de winkel. Ook bij de sportspeciaalzaken speelt internet een steeds grotere rol. Niet alleen oriëntatie en prijsvergelijk vindt plaats op internet, maar de drempel om te kopen is inmiddels ook erg laag. Omnichannel is dus een vereiste om in elk verkoopkanaal vindbaar te zijn voor potentiële klanten. Hierbij is M-commerce (past uw bedrijf in de handpalm van de consument?) in sterke mate in opkomst. De toenemende aandacht voor gezondheid, ontspanning en plezier zijn derhalve wel kansen voor de sportspeciaalzaken. De verschillen tussen de consumenten zijn echter groot. Dit vraagt van ondernemers een duidelijke waardepropositie, waar keuzes gemaakt worden omtrent service, sfeer en beleving en een daarop afgestemd assortiment. Onderscheidend vermogen kan gecreëerd worden door specialisatie en deskundigheid. Er liggen ook kansen bij de koopkrachtige vijftigplus-doelgroep, die steeds meer aan sport doet.
Werkgelegenheid De sportbranche telt in 2013 in totaal 1.570 sportzaken, die de verkoop van sportartikelen als hoofdactiviteit hebben. Dit is inclusief dertig merkwinkels van onder andere Adidas en Nike. De sportzaken zijn op basis van hun organisatie op te splitsen in grootwinkelbedrijven, formulewinkels, samenwerkende winkels en niet samenwerkende winkels.
Perspectief
Ten opzichte van de afgelopen jaren is voor zowel formules, samenwerkende winkels als niet samenwerkende winkels het aandeel iets afgenomen. Het aandeel van het grootwinkelbedrijf in het totaal aantal sportzaken is fors toegenomen. Dit betreft winkels van onder meer Perry Sport, Aktiesport, Bever en Footlocker.
Voor 2014 verwacht men een volumedaling van ongeveer twee procent vergeleken met 2013. De omzet zal naar verwachting met ruim een procent dalen. Ook voor komende jaren wordt een structurele daling van het volume van jaarlijks één tot drie procent verwacht.
Er zijn ongeveer 9.500 banen in de branche. Meegeteld zijn zowel winkels in sportartikelen, als de speciaalzaken in watersportartikelen, buitensport- en kampeerartikelen en sportprijzen. Dit aantal is vrij stabiel. Ook aan het huidige aantal van 2.100 sportwinkels is de afgelopen jaren nog weinig veranderd.
De vraag naar sportartikelen neemt toe door een steeds grotere groep consumenten die om gezondheidsredenen sport. Echter, door de toenemende branchevervaging worden sportartikelen minder vaak gekocht bij de sportspeciaalzaak. Hierdoor is er al een paar jaar sprake van een dalende omzet, druk op de brutowinst en afnemend rendement. Kleinere sportspeciaalzaken zullen de samenwerking met lokale sportverenigingen moeten intensiveren om klanten aan de speciaalzaak te blijven binden. De grotere sportspeciaalzaken dienen vooral in te zetten op beleving, bijvoorbeeld testzones,
Algemene geldt dat de gemiddelde verkoopvloeroppervlakte van leden van formules duidelijk groter is in vergelijking met zelfstandige ondernemers. Hetzelfde beeld is logischerwijs zichtbaar bij het aantal FTE. Wanneer gekeken wordt naar het gemiddeld aantal vierkante meters per FTE valt op dat de oppervlakte per FTE bij leden van formules en (iets) is toegenomen. Bij zelfstandige ondernemers is deze juist afgenomen, hetgeen betekent dat zelfstandige ondernemers geïnvesteerd lijken te hebben in het verlagen van de selfserviceratio en hun toekomstkansen.
Aantal winkels 2008 2009 2010 2011 2012 in sportartikelen 1560 1580 1560 1560 1570 in watersport 320 310 310 300 280 in buitensport/kamperen 300 360 360 360 340 in sportprijzen 130 120 120 120 120 totaal 2310 2370 2350 2340 2310
Bron: Locatus, HBD
SPORTRETAILBRANCHE ANNO 2014
87
SPORTARTIKELENKONING VEROVERT NEDERLAND OVER HET DNA VAN EEN FRANSE SUCCESFORMULE EN DE BLIKSEMCARRIERES DIE WERKNEMERS ER KUNNEN MAKEN Tekst: Jop Goslinga Beeld: Decathlon Nederland
88
DECATHLON
Decathlon:
1)
Tienkamp.
2)
Winkel.
Aldus
het woordenboek. Je zou de twee woorden ook
kunnen
samenvoegen,
want
de
winkel
Decathlon vertegenwoordigt tal van sporten. De sportmentaliteit bij de Europese marktleider van sportartikelen zie je ook terug in de manier waarop er met medewerkers wordt omgesprongen; er wordt veel van hen verwacht, maar ze kunnen dan ook razendsnel carrière maken bij de multinational. Aan het roer van de Nederlandse afdeling staat een Fransman, Eric Bodhuin, die met zijn uitgesproken visie Nederland verder wil veroveren. “Wij blijven het liefst uit de prijzenslag van de concurrentie, mijden het gevecht en groeien op onze eigen manier.” SportProf gaat zitten met de CEO.
Hoe snel verloopt zo’n traject? Ik heb de Franse CEO nog gerekruteerd. Of althans, hij kwam in de winkel te werken waar ik leiding aan gaf. Het eerste dat hij mij vertelde was: ik word CEO van Decathlon. Hij was twintig jaar oud. Twaalf jaar later werd hij inderdaad CEO van Decathlon Frankrijk. Het kan razendsnel gaan. Er zijn ook zat voorbeelden van mensen die in zes jaar tijd uitgroeien van afdelingsmanager tot country manager. Je kan hier erg snel carrière maken. Beschrijf de ideale nieuwe werknemer van Decathlon eens. Simpel gezegd: slimme mensen die passie hebben voor sport. Zonder die passie kom je hier echt niet binnen. Ik wil daarnaast weten wat ze uit het leven willen halen. Willen ze volgen of zélf initiatief nemen? En ik heb ze het liefst direct van school bij Decathlon, zodat ze helemaal hun eigen manier van werken kunnen ontwikkelen en niet zijn beïnvloed door andere bedrijven. Om die reden rekruteren wij nooit bij concurrenten. De komende jaren worden interessant, want er zijn veel banen bij ons te vergeven. Ieder jaar openen we waarschijnlijk twee of drie winkels, waardoor ook het aantal leidinggevenden omhoog schiet. Hoe verloopt zo’n rekruteringstraject? Voor het rekruteren van de juiste mensen zijn wij sinds twee jaar een succesvolle samenwerking aangegaan met Sennasearch,
Waarom staat er een Franse CEO aan het hoofd van Decathlon Nederland? Natuurlijk is het beter als er een Nederlander de scepter zwaait bij een Nederlands bedrijf, maar op dit moment is er geen Nederlander binnen Decathlon die de juiste ervaring heeft om aan het hoofd te staan. Voor deze functie moet je het bedrijf immers door-endoor kennen, tot het hoofdkantoor in Frankrijk aan toe. Toen ik hier kwam (medio 2010, red.), was mijn doel om hier vier tot zes jaar te blijven en vervolgens het stokje over te dragen aan een Nederlander, die wij in de tussentijd intern, zowel in Nederland als op het hoofdkantoor in Frankrijk, hebben kunnen trainen. Dus ik hoop dat ik op een ochtend, niet ver van nu, wakker word en het stokje aan een Nederlander kan overdragen. Wereldwijd werken er ruim 60.000 mensen bij Decathlon, verspreid over 750 winkels. Nederland is wat dat betreft –met drie vestigingen een kleine speler. Maar dat gaat veranderen. Nog dit jaar worden er twee nieuwe winkels geopend, en voor de fans met een iets langere adem belooft Bodhuin: “Binnen tien jaar zitten we waarschijnlijk rond de twintig Nederlandse winkels.” Veel bedrijven kampen met het fenomeen ‘jobhoppers’ – werknemers die binnen korte tijd van het ene naar het andere bedrijf overstappen. Bij Decathlon willen jullie juist het tegenovergestelde, werknemers die langer aan het bedrijf verbonden zijn en intern kunnen doorgroeien naar topfuncties. Wat is daar de filosofie achter? Wij vinden dat al onze medewerkers het bedrijf van top tot teen moeten kennen. En dat begint dus op de vloer bij bijvoorbeeld de voetbalschoenenafdeling. Zeventig procent van de leidinggevenden is op die manier begonnen. En al onze medewerkers krijgen dus de kans om op een dag CEO te worden, als ze dat ambiëren. Als je hier begint, moet je eerst weten wie de klant is en hoe je artikelen moet verkopen. Daarna moet je leren hoe je een afdeling en vervolgens een winkel moet runnen en hoe je met een team van medewerkers moet omgaan. En vanaf dat moment opent zich het hele bedrijf voor je, want je beheerst in onze optiek dan alle basisfacetten die nodig zijn om een nog hogere functie binnen Decathlon te bekleden.
waaraan wij de recruitment hebben geoutsourced. Zij werken vanuit het hoofdkantoor van Decathlon en maken gebruik van hun volledige netwerk en expertise om onze doelgroep te benaderen. Sennasearch zorgt hiermee voor de eerste selectie en communicatie richting potentiële medewerkers en nemen hiermee het volledige voortraject uit handen. Hierdoor krijgen wij gekwalificeerde kandidaten die aan het DNA van Decathlon voldoen. Intern hebben wij drie gesprekken met de kandidaten. De winkeldirecteur in opleiding en de winkeldirecteur beslissen, maar ik zal iedere kandidaat ook kwalificeren tijdens een laatste gesprek. De vrijheid en verantwoordelijkheid ligt bij de directie van de winkel, maar aangezien onze mensen het verschil maken, zal ik ook altijd in gesprek gaan met de kandidaten. Een andere filosofie van het bedrijf is dat sport voor zoveel mogelijk mensen toegankelijk moet worden gemaakt. Hoe doe je dat in een markt waar de prijzenslag fanatieker is dan ooit? (Lachend) Door er niet aan mee te doen. Waar twee vechten om een been, loopt de derde ermee heen. Waar vrijwel alle concurrenten elkaar steevast in de gaten houden, doen wij dat een stuk minder. Natuurlijk, wanneer het Nederlands elftal-shirt ergens anders heel goedkoop wordt aangeboden, moeten wij onze prijs ook omlaag doen,
“AL ONZE MEDEWERKERS KRIJGEN DE KANS OM CEO TE WORDEN”
DECATHLON
89
“ZONDER DE PASSIE VOOR SPORT KOM JE HIER ECHT NIET BINNEN!” want mensen verwachten bij ons nu eenmaal goede prijzen, maar over het algemeen kijken we vooral naar onszelf. Het grondbeginsel daarvan is het feit dat we eigen merken hebben, die we enkel in Decathlon-winkels verkopen. Die producten willen we zo goedkoop mogelijk aanbieden, want ons allerbelangrijkste uitgangspunt is om álle mensen de mogelijkheid te geven om te sporten. En ook om hen de mogelijkheid te geven om andere sporten uit te proberen. Als een moeder naar mij toekomt voor voetbalschoenen voor haar zoon, die wellicht drie maanden later stopt met voetbal, dan wil ik haar geen superdeluxe schoenen vervaardigd door de nieuwste technologie aanbieden, maar betaalbare schoenen, waarmee haar zoon de sport kan uitproberen. Dat is de kern van ons verhaal. Dat is ons DNA. Wat is de gedachte achter al die eigen merken? Ongeveer vijftien jaar geleden is die strategie ontstaan. Het kwam door een grote fietsenleverancier in Frankrijk, die besloot om niet meer aan ons te leveren. Op dat moment besloten we dat we niet meer afhankelijk wilden zijn van leveranciers. Op dit moment is zeventig tot tachtig procent van de artikelen afkomstig van één van onze huismerken. Ook hiervoor geldt dat we jonge merken een kans geven in onze winkels. We geven hen snel veel verantwoordelijkheid en dat betaalt zich uit, net als bij onze vaste medewerkers.
90
DECATHLON
Daarnaast geldt voor ons: hoe meer verschillende merken we hebben, hoe minder vatbaar we zijn voor mislukking. Immers, als één merk niet blijkt te werken, hebben we er genoeg om dat op te vangen. Samenvattend ziet het DNA van Decathlon er als volgt uit: passie voor de eigen producten en voor de eigen medewerkers. Absoluut! Ik startte 22 jaar geleden in een Decathlon-winkel. Van die groep collega’s zijn er nu acht opgeklommen tot één van de twintig country managers. Dat is vrij absurd. Maar het toont eens temeer aan dat het bedrijf goed is voor zijn personeel en dat je er als medewerker razendsnel carrière kan maken.
“OP ZIJN TWINTIGSTE ZEI HIJ TEGEN ME: ‘IK WORD CEO VAN DECATHLON.’ NU IS HIJ HET!”
STORE NAME
-
Tekst: Noël Relker Beeld: Paul Raats
SX: CENTRUM VOOR SPORT, MARKETING EN MEDIA IN EINDHOVEN
Sportmarketingbureau Triple Double trok op 5 mei jl. als eerste bewoner in gebouw SX dat gevestigd is op het Strijp-S terrein. Inmiddels zijn de meeste andere bewoners ingetrokken en zullen de laatste bedrijven voor oktober up en running zijn voordat de officiële opening plaatsvindt.
92
SX CENTER
Het toch al zo bruisende Strijp-S, het terrein van de oude Philipsfabrieken in Eindhoven, is vanaf deze zomer een bijzonder initiatief rijker. Het historische pand SX (1914), waar voorheen de voormalige glasfabriek van de Eindhovense multinational gevestigd was, is omgetoverd in een centrum voor sport, marketing en media. Initiatiefnemer Bob van Oosterhout, directeur van sportmarketingbureau Triple Double, licht toe: “De symboliek van de letters SX kan niet treffender: sport vormt de rode draad voor de bewoners die in de driehoek sport, marketing en media actief zijn en X staat voor kruisbestuiving, het vermenigvuldigen van activiteit en natuurlijk experience.”
Totstandkoming Het sportmarketingbureau Triple Double, voorheen gevestigd in Deurne, is in de afgelopen jaren stevig gegroeid. “Deurne werd voor ons een beetje te klein en is ook niet echt the place to be als je aan het groeien bent. Eindhoven heeft de sport aardig in haar DNA zitten, dus een prima keuze. Het idee was eerst om een eigen pand met een eigen uitstraling te betrekken, maar met de 5000 m² die Strijp-S bevat hadden we een praktisch probleem. We hadden namelijk maar 1000 m² nodig. Ons eerste idee hebben we daarom snel losgelaten en ben ik in gesprek gegaan met andere partijen. De meeste waren direct heel enthousiast en momenteel is SX volledig gevuld.” aldus van Oosterhout. Deze belevingswereld rondom het thema sportmarketing is tot stand gekomen in een nauwe en constructieve samenwerking met VolkerWessels en de Gemeente Eindhoven. Joost Helms, voormalig wethouder sport, benadrukt de uniciteit van het concept: “Verzamelgebouwen heb je in Nederland natuurlijk wel meer. De invulling van SX is echter enorm zorgvuldig tot stand gekomen. Partijen hebben allemaal een natuurlijke link met elkaar en kunnen écht van toegevoegde waarde zijn. Het concept sluit daarom naadloos aan bij wat de stad Eindhoven én Strijp-S willen uitstralen: samenwerking, kennisdeling, innovatief zijn en groeien. Als dé sportgemeente van Nederland zijn we vanzelfsprekend enorm trots dit initiatief te mogen faciliteren.”
“DE SYMBOLIEK VAN DE LETTERS SX KAN NIET TREFFENDER”
Femke Roest is met haar bedrijf Sports Intelligence gedeeltelijk gevestigd in SX. “Ik ben ervan overtuigd dat sportorganisaties en sponsors zich op basis van de juiste inzichten verder kunnen ontwikkelen en weerbaarder kunnen maken voor de toekomst. Onderzoek speelt hierin een belangrijke rol. Door middel van goede onderzoeksresultaten kan ik sponsors bijvoorbeeld advies geven over hoe het effect van hun sponsoring geoptimaliseerd kan worden. Naast een inspirerende werkomgeving moet SX mij ook het netwerk en de kruisbestuiving opleveren om verder te groeien.” Sports Intelligence www.sports-intelligence.nl
Bewoners Sport is de verbinding onder de bewoners. De ondernemers gaan volop profiteren van elkaars expertise, competenties en activiteiten maar vooral genieten van het ondernemen in een sportieve context. Naast Triple Double, Golazo (het grootste sportmarketingbureau van België), Energy Lab (een hoogwaardig testcentrum voor topen breedtesporters), 24 uur in bedrijf en Veldkamp Produkties zijn er nog vele organisaties die de diversiteit van het concept onderstrepen. De Rabobank Topsportdesk, Ne9en advies, Arko Sports Media, Deterink Advocaten, Profitz, Fontys Hogescholen, Orange Sports Forum en Markteffect zullen ook hun entree maken in SX. In het pand komen tevens flexplekken voor docenten en studenten van Fontys Hogeschool. Op den duur zal de mogelijkheid voor iedereen bestaan om een flexplek te betrekken. De 4e etage is ingericht met bureaus voor diverse ondernemers die een plek huren in SX. Ook hier is het doel: elkaar versterken. Deze zelfstandigen kunnen bijvoorbeeld gecoacht worden als zij dat willen via een trainingstraject of middels gezamenlijke sessies die georganiseerd gaan worden.
Tijdens de verbouwing
SX CENTER
93
“Op dit moment moet SX veel bedrijven die ook onderdeel willen zijn van dit unieke verzamelconcept teleurstellen omdat er geen ruimte meer is. Dat wijst erop dat we goed bezig zijn en ik ben blij dat er mooie partijen vertrouwen hebben in SX. We hebben zoveel aanwinsten binnen het pand en het netwerken werpt nu al zijn vruchten af. Er worden volop afspraken gemaakt om te onderzoeken waar bedrijven elkaar onderling kunnen versterken,” aldus van Oosterhout.
SX gebouw De aankleding van het pand is in een woord te vatten: sportief. Per verdieping zijn er de nodige verschillen aangebracht. Zo heeft elke verdieping haar eigen kleur, aankleding en thema. Één verdieping is bijvoorbeeld voorzien van een quote aan de muur van Mohammed Ali met een boxzak aan het plafond. Descol gaat de vloer voorzien van een basketbalveld met daarnaast een muur met graffiti waardoor het kantoor een echte street look krijgt. Janssen-Fritsen heeft mooie gymattributen beschikbaar gesteld welke door de ruimte verspreid komen te staan. Aan de buitenkant van het pand komt een led wall waar Phillips voor zorgt. Stuk voor stuk partners die een stempel drukken op het uiterlijk van SX. Zo ook Intersport, Red Bull, Unibet en NOC*NSF. Het sportcafé op de begane grond zal worden ingericht door Mirjam van Lamoen. Zij heeft in Uden een soortgelijk horecaconcept, genaamd de Ideeënfabriek. Dit sportcafé zal ten eerste dienen als lunchgelegenheid maar kan ook ingezet worden als vergaderruimte voor zowel bewoners als externen. Uiteraard zal hier ook de mogelijkheid zijn om sportwedstrijden op televisie te volgen. op Een 20-tal bedrijven heeft nu al interesse getoond om hier vanaf oktober diverse vergaderingen en borrels te organiseren.
94
SX CENTER
24 uur in bedrijf (24U) is een zakelijk netwerkplatform in de regio Eindhoven. Bedenker en oprichter is David van Iersel: “Wij maken bedrijven beter zichtbaar door het inzetten van media en door mee te denken op het gebied van marketing en communicatie. Daarnaast verbinden wij ondernemers op basis van competenties. Sinds 1 mei zijn wij gevestigd in SX, centrum voor sport, marketing en media. SX staat voor samenwerken en kruisbestuiving. Die begrippen zijn ons op het lijf geschreven.” 24 uur in Bedrijf www.24uurinbedrijf.nl
Op de 4e etage zal tevens een boardroom, een chique vergaderruimte, gemaakt worden met portretten van de belangrijkste sportbestuurders. Deze boardroom, maar ook de Herbalife room en de Red Bull room, is af te huren door zowel bewoner als externen. Ook zal Triple Double de grootste sport(marketing)bibliotheek van Nederland gaan beheren.
Unieke concepten Er zullen unieke concepten gestart worden op Strijp-S. SX bondgenoten, bestaande uit tien sportbonden, zal op de 4e etage met een marketingzetel aan een mooie grote tafel plaatsnemen. De toegevoegde waarde hiervan is de dynamiek onderling en een speciaal hiervoor ontwikkeld marketing programma van Triple Double. Sessies met diverse onderwerpen zoals; wat is moderne sponsoring, geld verdienen met sportmarketing en positionering van de bond, worden op regelmatige basis georganiseerd. KNGU, Fonds Gehandicaptensport en de IJshockeybond zijn voorbeelden van bonden die hierin plaats gaan nemen.
Van Oosterhout: “Nog een netwerkconcept wat na de zomer meer vorm gaat krijgen is de Atletes Table. Oud topsporters nemen een zetel af aan deze tafel waardoor zij kunnen snuffelen aan sportmarketing terwijl zijzelf benaderbaar zijn voor o.a. coaching. Veel voormalig topsporter zijn hierin geïnteresseerd maar er zullen maar een beperkt aantal plekken voorhanden zijn”. Naast de verschillende netwerkmogelijkheden in het gebouw, bestaat er ook het idee om een studio in het pand te bouwen. Hier kunnen diverse radio uitzendingen gemaakt worden. Een aantal stations hebben ook hiervoor al hun interesse getoond. “En wat te denken van een SX Sportclub, waar bewoner en niet bewoners kunnen sporten. Dat mag natuurlijk niet ontbreken binnen dit sportieve gebouw” aldus van Oosterhout, die met recht trots kan zijn op dit inspirerende initiatief.
Profitz is een adviesbureau voor ondernemers specifiek met een bedrijf in de sport & leisure branche. “Wij helpen ondernemers om, net als bij auto rijden, door de voorruit te kijken en nieuwe kansen, concepten en acties op te stellen. We zitten vanaf mei in SX en dat bevalt ons prima. Het bruist hier namelijk van de energie. De synergie die hier tot stand komt tussen de onderlinge bewoners en de aantrekkingskracht voor aanpalende ondernemers is besmettelijk. Dat voel je als je binnenkomt. SX is wat ons betreft dé plek voor samenwerken” aldus Bart Rovers. Profitz www.pro-fitz.biz
BOB VAN OOSTERHOUT SX CENTER
95
Kijk ook op www.descol.nl
Pulastic sportvloeren ®
Winnaars in elke klasse.
Uitdagingen aangaan, grenzen verleggen en in teamverband nog beter worden; het zijn de ambities van Descol die perfect passen bij de ambities van sporters. Deze topsportmentaliteit maakt Descol tot de succesvolle onderneming die zij al jaren is. Descol gaat voor eremetaal met het Pulastic sportvloerprogramma en daarom zijn onze systemen ingedeeld in vier lijnen met elk hun eigen karakteristieken en kwaliteiten: Bronze, Silver, Gold en Platinum. Om tot een mooi samenhangend geheel te komen in uw accommodatie kunt u daarnaast kiezen voor oplossingen uit ons innovatieve Solidfloor programma; vloeren voor al uw gebruiksruimten. Laat u ook eens informeren over de nieuwste innovatie bij Descol: outdoor sportvloeren. Bent u benieuwd naar het uitgebreide Pulastic® vloerprogramma waarin duurzaamheid centraal staat? Neem dan contact met ons op. Wij staan u met raad en daad terzijde met oplossingen die echt het verschil maken. Samen met u gaan wij de uitdaging graag aan!
Descol Sportvloeren winnaar Nationale Sport Innovatie Prijs 2009!
Descol sportvloeren, Duurstedeweg 7, Postbus 420, 7400 AK Deventer Tel: 0570 62 07 44, Fax: 0570 60 84 93, Internet: www.descol.nl De actuele algemene voorwaarden zijn van toepassing. Consulteer a.u.b. voor gebruik de meest recente locale Productinformatie-bladen.
FAN VAN DE NIEUWE HOCKEYGENERATIE ABN AMRO houdt van hockey. De liefde voor hockey gaat bij ABN AMRO verder dan het spel. Als hoofdsponsor van 60 lokale verenigingen, zes hoofdklasseclubs en de Hockey Academie, dragen we graag bij aan de ontwikkeling van hockey in Nederland. Zo zorgen we ervoor dat zoveel mogelijk jonge kinderen de kans krijgen om te groeien. We zijn dan ook extra trots dat topspelers Jeroen Hertzberger, Billy Bakker, Marcel Balkestein en Kim Lammers zich daar samen met ons voor inzetten. Op hun persoonlijke platformen houden ze jou op de hoogte en kun je leuke prijzen winnen. Check kimlammers.nl, marcelbalkestein.nl of jeroenhertzberger.mobynow.com. Ga naar abnamro.nl/hockey voor een overzicht van alle sponsoractiviteiten.
98
BIRGIT SOETHOF
BIRGIT SOETHOF “IK DENK DAT IK DAARDOOR BEN WAAR IK NU BEN”
Tekst: Wouter Quint Beeld: Wouter Roosendaal
Vóór je 28e in een leidinggevende commerciële functie binnen een topsportorganisatie werkzaam zijn. Birgit Soethof (26) slaagde er eind vorig jaar in om die ambitie te verwezenlijken, toen ze werd aangesteld als commercieel manager bij Team Giant-Shimano. Een gesprek over de lat hoog leggen, duidelijke doelen en elkaar blijven uitdagen. “Keep challenging is onze bedrijfsfilosofie. Er is geen finishlijn.”
BIRGIT SOETHOF
99
Sander Fonville, eigenaar van Sport-Netwerk.nl, had een belangrijke rol in het wervings- en selectietraject dat uiteindelijk leidde tot het aantrekken van Soethof als nieuwe commercieel manager door de wielerploeg. Ze is bij Team Giant-Shimano verantwoordelijk voor met name het netwerk in het bedrijfsleven, de acquisitie en het accountbeheer van partners van het team en het overbrengen van de boodschap van die partners. Soethof merkt dat de ambities van Team Giant-Shimano die partners aanspreken. “Ze geloven heel erg in het nieuwe wielrennen. We zijn ook heel nuchter: we doen geen gekke dingen, hebben een van de kleinste budgetten van de World Tour-ploegen. En we willen fietsen dichter bij de mensen brengen.” De nieuwe hoofdsponsor Giant ondersteunt die laatste ambitie. “Zij willen graag dat mensen meer gaan fietsen. Als dat op een Giant is, is dat mooi. Het hoofddoel is echter in eerste instantie dat meer mensen op de fiets stappen. Die doelstelling is ons op het lijf geschreven.” Volgens Soethof biedt de sportwereld bedrijven bij commerciële activiteiten een duidelijke meerwaarde ten opzichte van andere branches. “Het is een middel om mensen op een andere manier naar een merk te laten kijken. Ik ben fan van Arsenal. Toen ik in Londen studeerde, was O2 de hoofdsponsor. Toen moest ik wel een abonnement van dat bedrijf nemen. En als het bij mij werkt, móét het ook bij anderen werken.”
Winnen niet op één Winnen is niet per se de belangrijkste opdracht die Team GiantShimano zich heeft gesteld. Wel het zorg dragen voor continuïteit, innovatie en ontwikkeling van zowel de organisatie als de wielersport. En vooral: verantwoordelijkheden nemen. Het afrekenen met het imagoprobleem waar het wielrennen mee kampt, met name veroorzaakt door de vele dopingschandalen, ligt in lijn met die kernwaarden. “Mensen die nu in de sport zitten zijn dat helemaal zat en willen het anders doen”, merkt Soethof. “Er zijn partijen in het wielrennen geweest die hebben gezegd: het ligt aan de renners. Maar uiteindelijk is iedereen verantwoordelijk voor het probleem. Een veilige topsportomgeving voor renners, het wordt steeds duidelijker dat onze ploeg op die manier te boek staat.”
100
BIRGIT SOETHOF
ALS JE GOED NADENKT OVER WAT JOUW LEVEN LEUKER MAAKT, DAN MOET JE DAARVOOR GAAN
Sprinttrein als metafoor Teamwork, innovatie en elkaar continu blijven uitdagen. Het legde de wielerploeg geen windeieren in het vorige jaar, waarin de vier etappezeges van Marcel Kittel in de Tour de France de meest opvallende wapenfeiten waren. De sprinttrein die voor de Duitser over het Franse land spurtte, zette Team Giant-Shimano definitief op de World Tour-kaart. “Die sprinttrein is een mooie metafoor voor onze werkwijze”, zegt Soethof. “We hebben waarschijnlijk niet de beste individuele renners, maar iedereen gaat volledig voor elkaar en voor het resultaat door het vuur. Er zijn renners die zich tot tweehonderd meter voor de finish helemaal leeg moeten rijden en vervolgens tachtigste worden, zodat iemand als Kittel kan winnen.” Ook binnen de organisatie zijn teamwork, innovatie en elkaar blijven uitdagen kernwaarden. Keep challenging, het lijkt een credo dat op het lijf van Soethof is geschreven. “Ik wil me graag ontwikkelen, zo snel en zoveel mogelijk. Het is mooi dat, dat hier kan. Het is een veeleisende organisatie, er zijn tien maanden per jaar koersen. Het is niet zo dat om 17.00 uur het werken stopt. Je moet mensen in je omgeving hebben die begrijpen dat je keihard werkt om doelen te kunnen bereiken.”
BIRGIT SOETHOF “HET MOEILIJKSTE IS JE EERSTE BAAN IN DE SPORTWERELD KRIJGEN”
Bewust kiezen De commercieel manager weet uit ervaring dat ook het vasthouden aan je doel belangrijk is. “Het was een bewuste keuze om na mijn afstuderen echt naar sportorganisaties en specifiek naar sponsoring te zoeken. Toen ik me oriënteerde op de arbeidsmarkt, zeiden sommigen: ‘Je kunt ook voor een ander soort organisatie gaan werken.’ Maar dat was voor mij echt geen optie.” Soethof ging na haar afstuderen aan de slag bij Sport+Markt, dat nu onder de naam Repucom opereert. Die eerste stap in de sportbranche was een belangrijke. “Sommige studiegenoten in Amsterdam wilden misschien best graag in de sport werken, maar kozen toch voor een andere commerciële organisatie, omdat dat zich eerder voordeed”, blikt Soethof terug.
Eerste baan Wie in de sportwereld wil werken, kan dat volgens haar het best al aan het begin van een loopbaan doen. Vanuit een andere branche naar een sportorganisatie overstappen, blijkt in de praktijk lastiger. “Het moeilijkste is je eerste baan in de sportwereld krijgen. Dat is makkelijker haalbaar op junior niveau, omdat je dan nog niet zoveel kost en een klein risico bent voor een organisatie.” Heldere doelen stellen en daarvoor offers brengen is volgens Soethof de sleutel voor het verwezenlijken van ambities. “ik heb bijvoorbeeld in het buitenland gewerkt en gestudeerd. Ik wilde graag in de sport werken en wist dat Nederland daar misschien wel te klein voor was. Als je goed nadenkt over wat jouw leven leuker maakt, dan moet je
Spekenbrink: “We waren op zoek naar een commercieel manager die verantwoordelijk moet zijn voor commerce: netwerk opbouwen in het bedrijfsleven, acquisitie, accountbeheer partners van het team, coördinatie commerciële activiteiten (zoals fanschop, Tech Base). We zochten een commercieel verantwoordelijke collega, met talent voor en ervaring in commercie, met verder de volgende persoonlijke eigenschappen: een persoon die in een team kan functioneren en met collega’s communiceert om het beste uit zichzelf en uit collega’s te halen. En dus van meerwaarde is voor de organisatie en het team. Iemand met verantwoordelijkheidsgevoel, die relaties aan zich weet te hechten, en die als het nodig is, of als er onverwachte zaken gebeuren het verschil maakt door adequaat te handelen. Uiteindelijk hebben we in Birgit iemand gevonden die in onze ogen de beste kandidaat is. We hebben ook gekeken naar de lange termijn. Een belangrijke ambitie van het team is groei, niet alleen het team, maar ook de mensen op de werkvloer. Birgit kan binnen het team doorgroeien en zichzelf ontwikkelen waar zij, maar natuurlijk ook het team beter van wordt. Door de verantwoordelijkheid en het managen van de commerciële zaken ontwikkelen haar managementkwaliteiten, waardoor ze op den duur mogelijk meer managementtaken kan vervullen.
daarvoor gaan. Ik denk dat ik daardoor ben waar ik nu ben.” Op haar 26e haalde ze zelf haar eerste hoofddoelstelling: het bekleden van een leidinggevende functie in een topsportorganisatie. Haar nieuwe ambitie ligt voorlopig uiteraard binnen Team GiantShimano . “Ik wil nog heel lang in deze organisatie werken en de groeiende successen van dit team en het wielrennen in het algemeen meemaken.”
BIRGIT SOETHOF
101
DE VRIENDENLOTERIJ: “GEEN OPDRACHTGEVER OF SPONSOR, MAAR EEN PARTNER” Tekst: Wouter Quint Beeld: De Vriendenloterij
“CLUBS MOETEN ANDERE FINANCIERINGSBRONNEN AANBOREN”
Sportclubs en -verenigingen in Nederland kunnen vaak niet meer overleven van alleen de sponsoring zoals die vroeger bestond. Daardoor worden andere inkomstenbronnen steeds belangrijker. Al meer dan 3.200 verenigingen doen dat via het verkopen van loten van de VriendenLoterij, waarbij vijftig procent van de opbrengst rechtstreeks naar de clubkas vloeit. Tegelijkertijd wordt er geen winst gemaakt door de loterij. “De VriendenLoterij is er puur voor sport, gezondheid en welzijn in Nederland”, zegt marketingcoördinator Ard Huininga.
De VriendenLoterij werd in 1989 opgericht, toen nog onder de naam Sponsor Loterij. Dat werd later de Sponsor Bingo Loterij en in 2011 de VriendenLoterij. De VriendenLoterij is er voor alle Nederlanders, maar vooral voor mensen die een steuntje in de rug nodig hebben om mee te kunnen doen in de samenleving. En voor deelnemers die grote prijzen kunnen winnen. De VriendenLoterij steunt daarom goede doelen, clubs en verenigingen die zich richten op gezondheid,
102
VRIENDENLOTERIJ
sport en welzijn van mensen. Bij de VriendenLoterij kunnen deelnemers zelf bepalen welk goede doel zij steunen. Dit kan ook een sportclub of -vereniging zijn. Van elk lot gaat dan direct de helft naar de clubkas. Dit kan al snel oplopen tot duizenden euro’s. Een club verkoopt zelf loten van de VriendenLoterij. Van de opbrengsten vormt de helft dus directe inkomsten voor de club. De VriendenLoterij is onder meer partner van meerdere prominente
clubs, zoals HC Kampong en de clubs uit het Nederlandse betaalde voetbal, waarbij alleen de jeugdopleidingen gesteund worden. Amateurclubs verhogen hun inkomsten aanzienlijk via het verkopen van loten. “We proberen de amateursport in Nederland te steunen”, legt Huininga uit. “We faciliteren aangesloten clubs via belacties, maar ook door onze op maat gemaakte activiteiten: het maken van ontwerpen en posters en het helpen bij de online verkoop. We proberen clubs en verenigingen dus maximaal te ondersteunen om de verkoop te stimuleren.”
Nieuwe financieringsbronnen Sportclubs- en verenigingen zijn nog altijd diep verankerd in de Nederlandse samenleving, gezien de hoge ledenaantallen en sterke organisatiestructuur. Ze moeten wel steeds vaker op zoek naar nieuwe financieringsbronnen. In die zoektocht biedt de VriendenLoterij uitkomst. “Het is noodzakelijk om ervoor te zorgen dat we de goede sportinfrastructuur blijven behouden. Dat kost geld en daarom moeten clubs steeds meer andere financieringsbronnen aanboren. Die liggen niet alleen meer op het vlak van sponsoring, maar ook bij nieuwe manieren van fondsenwerving. Zo moeten clubs via de VriendenLoterij zelf het initiatief nemen om loten te verkopen en extra inkomsten te genereren. Het is dus een heel ander businessmodel dan vroeger het geval was.” De sleutel tot succesvolle financieringsacties van clubs ligt volgens Huininga bij de vrijwilligers. “Acties slagen als zij fanatiek zijn en ervoor zorgen dat het enthousiasme wordt uitgedragen richting sponsoren of via een actie van bijvoorbeeld de Vriendenloterij. Als dat het geval is, zijn ze succesvol en levert het een mooi bedrag op.” De VriendenLoterij geeft clubs ook een steuntje in de rug door ze uit te dagen om ambitieuze doelstellingen te bereiken. “ Er zijn forse bedragen te verdienen, die een hoofdsponsor normaal niet zomaar in een club steekt. Wij zetten er graag een mooi bedrag tegenover als verenigingen denken dat er een bepaald aantal loten wordt verkocht, zodat er écht iets gerealiseerd kan worden.”
Voetbalclub SC Bemmel is een voorbeeld van een vereniging die een succesvolle partnership met de VriendenLoterij heeft. “Een sympathieke club die veel doet voor liefdadigheid”, aldus Huininga. “Zij genereren via de VriendenLoterij extra inkomsten en helpen ook andere clubs. Met het geld zijn ballen, pionnen en hesjes gekocht, maar ook toernooien en zeskampfestiviteiten voor de leden georganiseerd.” Ook het eerste damesteam van hockeyclub HIC uit Amstelveen verhoogt de inkomsten via de samenwerking met de VriendenLoterij. “Dames 1 heeft die samenwerking onder de aandacht gebracht bij het bestuur. Zij voeren ook de belacties van HIC uit. Een deel van het geld dat binnenkomt, gaat dan ook naar hun team, om onder meer het trainingsweekend mee te betalen. De rest van het geld wordt gebruikt om trainingsmateriaal aan te schaffen.“
Constructieve en faciliterende partner De rol van de VriendenLoterij is in de loop der jaren steeds meer veranderd naar partner van de clubs, stelt Huininga. Waar de VriendenLoterij in het verleden nog weleens activiteiten uitstippelde voor verenigingen, is er nu meer sprake van een constructieve dialoog. “We willen clubs zo goed mogelijk faciliteren, relaties met ze opbouwen en zijn oprecht geïnteresseerd. We zijn geen opdrachtgever of een sponsor, maar echt een partner. We denken graag mee, zodat wij ons werk voor de clubs ook beter kunnen doen. We zijn er tenslotte voor hen. Tegelijkertijd geven we ook tegenover hen aan: het is niet alleen maar een kwestie van dat wij geld aan jullie geven en vervolgens niets van jullie verwachten.” De VriendenLoterij maakt geen winst, maar zet wel in op een hoge omzet. “We zijn heel gedreven om in elk geval de lotenstand voor de clubs op peil te houden. Dan kunnen we namelijk ook meer uitkeren aan de goede doelen”, weet Huininga. Eén van de manieren om dat te doen, is duidelijk laten zien wat er met de opbrengsten wordt gerealiseerd. “Het is vrij besteedbaar geld, maar we geven wel aan dat wij het leuk vinden als ze zichtbaar kunnen maken waar ze een uitgekeerd bedrag aan besteden. Bij verengingen die dat doen, zie je ook dat mensen langer blijven meespelen.” Veel clubs en verenigingen in Nederland tonen met hun verdiensten aan hoe nuttig een partnership met de VriendenLoterij kan zijn, stelt de marketingcoördinator. “Wij zijn er écht voor de sport. Het mechanisme van het partnership met de verenigingen is erg waardevol. Sommige clubs verdienen structureel 20.000 tot 25.000 euro op jaarbasis, terwijl ze maar drie of vier uurtjes hoeven te spenderen om de loten te verkopen. Daarmee is het een enorm makkelijke en snelle manier om als club behoorlijk wat geld te verdienen.”
VRIENDENLOTERIJ
103
FEITEN & CIJFERS VRIENDENLOTERIJ
Goede doelen Afdracht VriendenLoterij aan goede doelen op het gebied van gezondheid en welzijn vanaf 2005: Jaar Inleg Afdracht € €
Clubs en verenigingen Afdracht VriendenLoterij aan clubs en verenigingen in 2013: Totaal 2013 Aantal deelnemende clubs en verenigingen Drenthe 69 Flevoland 68 Friesland 106 Gelderland 410 Groningen 95 Limburg 208 Noord-Brabant 454 Noord-Holland 657 Overijssel 170 Utrecht 205 Zeeland 72 Zuid-Holland 663 3177
bedrag € 61.815,00 53.523,00 65.118,50 399.184,50 66.736,90 155.937,50 454.693,00 772.555,60 165.903,50 225.742,70 58.219,50 824.261,50 3.303.638,16
Tot en met 2013 schonk de VriendenLoterij in totaal ruim 34 miljoen euro aan clubs en verenigingen in Nederland.
104
VRIENDENLOTERIJ
2005 72.215.139 2006 74.542.469 2007 80.072.598 2008 93.983.298 2009 94.038.589 2010 89.948.159 2011 95.530.314 2012 96.493.056 2013 97.487.826 794.311.448
36.124.903 37.271.235 40.036.299 47.030.883 47.019.294 45.055.818 47.765.158 48.246.528 48.743.913 397.294.031
Jeugdopleidingen Eredivisie Afdracht aan jeugdopleidingen Eredivisieclubs vanaf 2006: 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013
1.485.005 1.496.677 1.679.058 1.944.782 2.076.771 2.196.490 2.754.584 3.359.012
DE PROFESSIONALISERING VAN DE SPORT- EN EN DE ROL VAN DE SPORTPROFESSIONAL! BEWEEGBRANCHE Tekst: Jelle Schoemaker Beeld: Sportbedrijf Dordrecht
Sport is niet meer weg te denken uit het dagelijks leven van de Nederlander. Miljoenen volgen de presentaties van onze topsporters op internationale toernooien en ruim tien miljoen mensen beoefenen wekelijks hun sport, van wie bijna vijf miljoen structureel in verenigingsverband. Met het toegenomen belang van sport neemt ook de vraag naar sportprofessionals toe die een passend aanbod kunnen realiseren voor de kritische sportconsument en de maatschappelijke waarde van sport kunnen verzilveren.
Sport begon eind van de negentiende eeuw als een luxegoed dat vooral welgestelde burgers zich konden permitteren. Het beoefenen van sport vroeg allereerst om vrije tijd, maar ook om voorzieningen die onbereikbaar waren voor de middenklasse. Na de Tweede
Wereldoorlog zorgde een bloeiende Europese economie ervoor dat de middenklasse meer vrije tijd kreeg, waardoor de vraag naar sport toenam. De toename in vrije tijd en besteedbaar inkomen is sindsdien alleen nog meer verder toegenomen waardoor sport een serieuze economische betekenis kreeg. Sporters en toeschouwers besteden geld aan sporten en het bekijken van sport. Bedrijven en organisaties produceren goederen en diensten om dit te faciliteren. Al deze geldstromen samen noemen we de sporteconomie. In 2012 becijferde het Centraal Bureau voor Statistiek in samenwerking met de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen de totale economische betekenis van sport voor de Nederlandse economie (zie kader). Uit dit onderzoek bleek dat alle bestedingen samen goed waren voor elf miljard euro en ruim één procent van alle bestedingen in de hele Nederlandse economie. Ten opzichte van 2006 zijn de bestedingen aan sport in 2010 met tien procent gestegen. De meeste van deze bestedingen komen voort uit de bedrijfstak ‘sport, recreatie en fitness’. Sportaanbieders in deze bedrijfstak, zoals sportverenigingen, fitnesscentra en sportaccommodaties zijn in 2010 goed voor ruim 2,8 miljard euro aan opbrengsten zoals contributies, lesgelden, entreegelden en kantineverkopen.
DE PROFESSIONALISERING VAN DE SPORT- EN BEWEEGBRANCHE
105
106
Deze bestedingen zorgen voor werkgelegenheid. In 2010 werkten in Nederland ongeveer 150 duizend personen in de sporteconomie.
met professionals. Dat deze beweging al een tijd geleden is ingezet, wordt het meest zichtbaar bij de commerciĂŤle sportaanbieders,
Terwijl de werkgelegenheid in Nederland is afgenomen in de periode 2008-2010 is het aantal betaalde banen in de sport met zeven procent toegenomen. Uit de cijfers blijkt bovendien dat ten opzichte van het aantal mensen dat in de sport werkt, er relatief weinig geld in omgaat. Dit kan komen door de lage lonen, het grote aantal parttime banen, maar ook het grote aantal actieve vrijwilligers, die weliswaar veel werk verrichten, maar geen financiĂŤle vergoeding krijgen.
zoals fitnesscentra. Sport ontdoet zich hiermee langzaam van haar vrijwillige karakter en is bezig een professionele sector te worden.
Het toegenomen economisch belang van sport heeft sterke gevolgen voor de sportprofessional. De professionalisering van de sector gaat namelijk niet zonder horten en stoten. De moderne sporter wil steeds vaker als klant behandeld worden, zoals hij gewend is in andere sectoren. Hij wil flexibel kunnen sporten, professionele begeleiding en een verzorgde sportaccommodatie. Daar is de sportconsument dan ook bereid voor te betalen. De toegenomen
Een andere uitdaging waar sportprofessionals mee te maken krijgen, is de kanteling in de financiering vanuit de lokale overheid richting de sport. De nieuwe Wet Markt & Overheid eist dat gemeentes bij de verhuur van hun gemeentelijke sportaccommodaties de marktconforme prijs moeten doorberekenen, tenzij zij voor de sportaccommodatie officieel een uitzondering maken. Het vermoeden dat gemeentes substantieel hogere kosten voor de vereniging gaan doorberekenen, is echter sterk. Hierdoor zullen veel verenigingen geconfronteerd worden met hogere tariefskosten voor hun accommodatie. Veel gemeentes zullen daar gunstige subsidies tegenover stellen, maar wel tegen speciale voorwaarden. Zo kan de gemeente de sportparticipatie van speciale doelgroepen of bijdrage aan maatschappelijke doelen eisen.
welvaart en de plaats die sport inneemt in de huidige maatschappij, maakt dat de consument hogere eisen stelt aan de kwaliteit. Dit opent de weg naar nieuw sportaanbod, dat gerealiseerd kan worden
Deze kanteling heeft als grootste voordeel dat overheden veel directer gaan sturen op gewenste effecten in de samenleving,
DE PROFESSIONALISERING VAN DE SPORT- EN BEWEEGBRANCHE
DE BETEKENIS VAN SPORT VOOR DE NEDERLANDSE ECONOMIE. Alle landen van de Europese Unie stellen Nationale Rekeningen op waarin de hele economie van een land wordt beschreven. De Nationale Rekeningen vormen daarmee de basis van het macro-economisch beeld van Nederland. Daarvoor zijn mondiaal richtlijnen vastgesteld op welke manier dit onderzocht moet worden. Om dieper in te zoomen op een bepaalde sector worden satelliet rekeningen opgesteld die onderdeel zijn van de Nationale Rekening. In 2006 heeft het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), de Nederlandse sporteconomie in kaart gebracht volgens internationale afspraken. Hierdoor werd het mogelijk om uitkomsten over verschillende landen met elkaar te vergelijken. Uit het onderzoek blijkt dat de sportgerelateerde bestedingen in 2006 bijna 11,4 miljard euro zijn. Dat is 1,3 procent van de totale bestedingen in de Nederlandse economie. In 2010 bedragen de totale bestedingen aan sportgerelateerde goederen en diensten bijna 13 miljard euro. Dit komt wederom overeen met 1,3 procent van alle bestedingen in de hele Nederlandse economie. Naast Nederland hebben op dit moment Cyprus, Duitsland, Oostenrijk, Polen en het Verenigd Koninkrijk een satellietrekening sport opgesteld. Ondanks dat in de methodiek verschillen zijn geconstateerd kunnen toch een paar opmerkelijke zaken worden benoemd. In vergelijking met Oostenrijk en het Verenigd Koninkrijk steunt de Nederlandse sporteconomie sterk op de overheid. Via het onderwijs wordt een productiewaarde van ruim twee miljard besteed aan leraren lichamelijke opvoeding en het aanbieden van sportgerelateerde studies. De sporteconomie van Oostenrijk daarentegen is grotendeels afhankelijk van de horeca uit wintersport en de helft van het sport-bbp in het Verenigd Koninkrijk wordt gegenereerd in de bedrijfstak sport en recreatie, mede door omvangrijke inkomsten uit sportgerelateerde kansspelen.
omdat ze daar een financiële prikkel voor in handen hebben. Voor de sportprofessional betekent dit dat ze steeds vaker de opdracht
erg effectief te werk gaan, ook omdat er steeds meer op output en outcome zal worden gestuurd.
meekrijgen om met het sportaanbod maatschappelijke doelen te behalen. Denk hierbij aan het verminderen van de overlast van hangjongeren, het realiseren van dagarrangementen voor speciale doelgroepen of het aanbieden van een zinvolle werkomgeving voor langdurig werkzoekenden. De effectiviteit van de sportprofessional neemt enorm toe, wanneer zij niet zelf activiteiten uitvoeren, maar bewoners, verenigingen of andere zelforganisaties bereid vinden om het heft in eigen handen te nemen. Dat laatste vergt niet alleen een goede begeleiding en coaching, maar ook een verankering binnen de bestaande (sociale) infrastructuur in de wijk, zoals sportverenigingen, buurthuizen, welzijnsorganisaties en het zorgnetwerk. De sportprofessional is bij uitstek de persoon die het optimale evenwicht kan vinden binnen dit lokale domein. Cruciaal daarbij is dat de informele netwerken van bewoners en sportverenigingen in de wijk complementair zijn aan de professionele werelden van sport, zorg en welzijn. Knelpunt is dat
Deze ontwikkelingen brengen risico’s én kansen met zich mee met betrekking tot de sportparticipatie, verenigingen en het sociale domein. De sportprofessional die weet te innoveren en ondernemen met nieuwe sportconcepten, heeft de komende jaren een nieuwe markt te ontginnen. Belangrijk is dat hij dit weet in te bedden in de lokale en sociale infrastructuur. Dit vraagt om professionals die de historische en maatschappelijke waarde van sport kunnen combineren met economische en organisatorische principes.
er meer verantwoording komt bij de sport(verenigingen) zelf, maar er minder geld beschikbaar is. De sportprofessional moet daarom
en cursussen op het gebied van sporteconomie op www.HAN.nl/SENECA.
Jelle Schoemaker is als docent en onderzoeker verbonden aan HAN Sport en Bewegen van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN), op het expertisegebied Sports Economics & Strategic Sports Management (SESS). HAN Sport en Bewegen leidt sportprofessionals op middels de opleidingen Leraar Lichamelijke Opvoeding (ALO), Sport- en Bewegingseducatie (SBE) en Sport, Gezondheid en Management (SGM). Kijk voor meer informatie over onderzoeken
DE PROFESSIONALISERING VAN DE SPORT- EN BEWEEGBRANCHE
107
Heb jij ambities in de
sportwereld? Kijk op:
www.sport-netwerk.nl