sportprof “fanbase marketing is de toekomst” Peter Sprenger en verder managers in de sport je eerste baan ondernemen in de sport de gymleraar als beweegmanager
een stagiair: lust of last EK atletiek Sportunity vrijwilligers in de sport doorstuderen of niet aansluiting onderwijs en praktijk Sander Fonville: SportNetwerk Leoni Blokhuis: spelersmakelaar
sportprof
voor
woord
voorwoord
Beste sportprofessional En dan is het jaar 2016 alweer begonnen en vieren we ons vijfjarig jubileum! Een mooi moment voor wat veranderingen. Sport-Netwerk.nl gaat verder als SportNetwerk. SportScoutz is live gegaan, een werving- & selectiebureau voor sportgerelateerde organisaties. Daarnaast starten we met de SportProf Academy, waarmee we inspelen op de behoefte van professionals om zich te ontwikkelen en van sportorganisaties die hun medewerkers willen blijven opleiden. De economie en de arbeidsmarkt trokken het afgelopen jaar gelukkig weer aan en het aantal banen in de sport is gestegen, net als het aantal vacatures dat online gepubliceerd wordt. Dat zien we ook op SportNetwerk. We signaleren een aantal belangrijke trends. Netwerken naar een nieuwe baan wordt nog belangrijker dan voorheen en mede dankzij sociale media is vrijwel iedereen via-via te bereiken in een paar klikken. Bedrijven gaan steeds vaker proactief op zoek naar de beste kandidaten, in plaats van erop te vertrouwen dat sollicitanten hun vacature vinden op de eigen website. Aangezien dit specifieke expertise vereist, wordt deze proactieve manier van werven steeds vaker uitbesteed. Deze trend heeft geleid tot het oprichten van SportScoutz. Digitalisering van de sportbranche neemt dit jaar een vlucht, zo kunnen we lezen in het interview met Peter Sprenger. Eerder voorspelde hij de trend dat de CEO van het bedrijf en de werknemers steeds vaker als gezicht van het bedrijf zullen worden gebruikt. Het gebruik van ‘eigen mensen’ versterkt in alle opzichten de brand. Zo ook op recruitmentgebied, is mijn mening. Helaas zijn we niet aanwezig bij het EK voetbal, maar dat mag de pret niet drukken. 2016 wordt vast weer een mooi sportjaar met de spelen in Rio de Janeiro en natuurlijk de Europese Kampioenschappen atletiek in Amsterdam. Hopelijk beleven we sportieve successen en is het goed voor de sportparticipatie en voor onze economie. Wat uiteraard weer meer banen in de sport tot gevolg heeft.
#sportprof
Het belooft weer een mooi jaar te worden, waarin we met alle initiatieven hopelijk nog vele professionals en werkgevers kunnen helpen. Een goed en sportief 2016 gewenst. Veel leesplezier met deze derde editie van SportProf! Sander Fonville
Online lezen of downloaden? Ga naar www.sportprof.nl
3
VERGADEREN, PRESENTEREN, LUNCHEN OF BORRELEN IN SPORTIEVE SFEREN? SX!
NIEUW IN SX: #TwitterRoom. Deze ruimte is te boeken voor meetings en wordt ook door Twitter Nederland gebruikt. Op grote interactieve schermen wordt ieder gewenst gespreksonderwerp gevisualiseerd. Zo wordt de realtime relevantie van Twitter duidelijk. De ruimte is voorzien van een Twitter Mirror, waarmee exclusieve foto-tweets verstuurd worden. En de mobiele Periscope-zuil maakt interactieve liveuitzendingen mogelijk. sx-eindhoven.nl/vergaderen
#TWITTERROOM
RED BULL EXPERIENCE
SX BOARDROOM
HERBALIFE RONALDO ROOM
SPECO SPORTSLAB
Torenallee 3 5617 BA Eindhoven +31 0 40 304 13 63
in
sportprof
ď ” inhoud
08
houd 08 16
Goud Geld
24
Ondernemen in de sport, hoe doe je dat?
30
De gymleraar is een beweegÂmanager geworden
38
Het grootste sportevenement ooit in Amsterdam (na de Olympische Spelen van 1928)
44
Een stagiair: lust of last?
Fanbase marketing: banenmotor voor de sport
Werken in de sport: tijden veranderen
24
Flexibiliteit, specialisatie en profilering zijn de sleutelbegrippen van nu
Hoe zijn topondernemers Bas van Rens, Peter van Baak en Ramses Jedeloo de sportbranche ingerold?
30
Interview met Jan Rijpstra, voorzitter van de KVLO
De organisatie achter de EK atletiek 2016
38
Wat zorgt ervoor dat een stage succesvol is?
5
STORE NAME
-
sportprof
50
Sportunity stelt de ongebonden sporter centraal Niels Schut: van student SM&O naar zelfstandig ondernemer
56 64
“ Vrijwillig is niet vrijblijvend”
68
Beschikt de jonge sportmarketeer over de juiste competenties?
Op zoek naar handjes
Doorstuderen na je opleiding of niet? Steeds meer mogelijkheden voor specialisatie
inhoud
in houd 50
Aansluiting tussen onderwijs en praktijk blijft punt van discussie
colofon Het magazine Sportprof is een uitgave van SportNetwerk Sander Fonville info@sportnetwerk.nl
Hoofdredactie Frans Oosterwijk
Eindredactie Janneke Westermann
Redactionele bijdragen Ernst Bouwes, Leon Janssen Lok, Jaap Stalenburg, Edward Swier, Roelof Jan Vochteloo, Tessa de Wekker
Beeldmateriaal ANP PHOTO, Lennaert Ruinen, Shutterstock.com, Mats van Soolingen, Thomas Steenvoorden
Ontwerp
74 78
“Voetbal is een superbizarre wereld” Leoni Blokhuis schiep zelf haar droombaan
78
Marco Reijken, Studiorvg, Rotterdam
Drukwerk PreVision, Eindhoven
Uitgeverij
Van vacaturebank naar wervingsbureau en academie
Arko Sports Media, Nieuwegein www.sportsmedia.nl
Sander Fonville is nog lang niet klaar
© Arko Sports Media
COLUMNS 37 Geen andere branche verandert zo snel als de sportbranche Kiki Streefkerk
63 Mijn weg Erik Ruts
7
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerde gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, in fotokopie of anderszins gereproduceerd door middel van boekdruk, foto-offset, fotokopie, microfilm of welke andere methode dan ook, zonder schriftelijke toestemming van de uitgever.
sportprof
ď ” fanbase marketing
Goud geld Fanbase marketing: banenmotor voor de sport

shutterstock.com
8
sportprof
fanbase marketing
Jaap Stalenburg
VERGEET ALLES WAAR HET OM LIJKT TE DRAAIEN IN DE SPORTSPONSORING. HET INZOOMEN VAN DE TELEVISIECAMERA OP HET BEZWETE SHIRT MET LOGO VAN TOM DUMOULIN NA EEN SUCCESVOLLE ETAPPE IN DE TOUR DE FRANCE. DE ENORME STROOM LOGO’S ROND EEN CHAMPIONS LEAGUE-DUEL. DE SCHAATSPLOEGEN DIE VECHTEN VOOR TV-ZENDTIJD. IN STILTE VOLTREKT ZICH EEN INGRIJPENDE REVOLUTIE IN DE WERELD VAN DE TOPSPORT DIE NIEUWE GELDSTROMEN OP GANG BRENGT EN WAARBIJ ALLES DRAAIT OM BIG DATA. ALLES WETEN VAN DE FANS EN DIE KENNIS COMMERCIEEL INZETTEN. FANBASE MARKETING ALS BUSINESSMODEL OM DE BEDRIJFSTAK SPORT OVEREIND TE HOUDEN. IN DE WOORDEN VAN DE GEZAGHEBBENDE STRATEEG PETER SPRENGER: “FANS GOED LEREN KENNEN IS GOUD GELD WAARD.”
9
sportprof
fanbase marketing
Speciale software
oor toekomstige sportmarketeers heeft Peter Sprenger op een mooie ochtend in het historische Bilderberghotel in de bossen van Oosterbeek een verhaal vol nieuwe vergezichten. Een verhaal van optimisme en uitdaging in een sportwereld die de komende jaren de weg zal gaan van de nieuwe grote spelers in de digitale wereld van 2015. De Google’s, Apple’s, Facebook’s en andere succesvolle spelers op de digitale markt, zoals de taxidienst Uber, maar ook het digitale warenhuis Wehkamp, zullen de sport inspireren tot een inhaalslag die voor toekomstige sportmarketeers een enorme banenmotor kan zijn en de Nederlandse sport groot op de digitale wereldkaart kan zetten.
In de Gelderse bossen is het enthousiasme van Peter Sprenger, de CEO van Techonomy, niet te stuiten. De ex-topman van Ricoh in de Benelux wordt alom gezien als de grootste autoriteit in Nederland als het gaat om fanbase-creatie en datamarketing als nieuw verdienmodel in de sport. Hij trapt af. “Waarom heeft de sport nog steeds toekomst? Omdat het content heeft. Fanbase is anno 2015 een magisch woord in marketing. Met fanbase marketing wordt bedoeld: de mogelijkheid voor sponsoren om Ajax-fan Jan Pieterse uit Lemmer te leren kennen en te weten te komen hoe hij optimaal bediend kan worden. Dat heeft heel veel waarde. Als je dat onderdeel maakt van je sponsorpropositie, kom je qua sponsoring in een totaal ander veld terecht. Niet meer die zoektocht naar de zoveelste partij die zijn plaatje wil plakken op je shirt, in ruil voor bijvoorbeeld tv-zendtijd of boarding. Dat is echt voorbij. Er komt een heel andere samenwerking met het bedrijfsleven.”
Jumbo scoort digitaal dankzij sportsponsoring Hoe meetbaar is sportsponsoring? Wat levert het op? Voor Jumbo-supermarkten in ieder geval veel ‘traffic’ op de sociale media. Volgens het jaarlijks onderzoek van monitoringtool Buzzcapture is Jumbo van alle supermarkten online het meest besproken en komt dit vooral door de sponsoring van de succesvolle schaats- en wielerploegen. Zonder de sport zou Jumbo minimaal tien procent achterblijven bij concurrent Albert Heijn. Vanaf 1 januari 2015 zijn er in totaal 800.000 berichten over supermarkten op de sociale media geplaatst, veruit de meeste keren ging het over Jumbo (34%). Opmerkelijk is dat de sportsponsoringactiviteiten het meest besproken worden in alle reacties. Hier liggen volgens marketingexpert Peter Sprenger verdere, grote kansen voor het supermarktconcern. “Het geeft aan dat sport nog steeds een waanzinnige aantrekkingskracht heeft en een superaantrekkelijk platform kan zijn voor merken en bedrijven. Jumbo kan hier nog veel meer uithalen. Ik zou de mensen bij Jumbo die het huidige succes hebben gerealiseerd willen oproepen een vertaalslag te maken en de sport onderdeel te maken van het totale (digitale) marketingproces. Dan heb je het over werken met data, het exploiteren van je fanbase. Dat veel mensen over je praten is fantastisch, maar ik weet zeker dat bij Jumbo ook de wil en overtuiging aanwezig zijn om maatschappelijk van betekenis te zijn, waar het gaat om voeding, gezondheid, leefstijl, jeugd en sportparticipatie. Daarmee kan Jumbo zich nog sterker en groter maken. Daar is veel te winnen. In geld en reputatie.”
10
sportprof
ď ” fanbase marketing
11
sportprof
fanbase marketing
“Een topsporter is een brand geworden en die waarde kun je benutten”
Weten dus wie de sportfan centrum voor sport, maris. Analyseren wie via de keting en media in Eindhosociale media welke sporven, hebben Techonomy, ters of clubs volgen dankArko Sports Media en Trizij servers die met speciale ple Double Sportmarketing software alles weten van hun kennis gebundeld en Peter Sprenger de sportconsument. Peter gaan ze merken en rechSprenger kent de waarde tenhouders in de sport een van die kennis voor een totaaloplossing bieden voor sponsor. Daar kan geen fanbase marketing. Peter boarding of televisiezendtijd tegenop. “De fans goed Sprenger ziet enorme kansen voor de sportmarkeleren kennen is in de marketingwereld goud geld teers. “Fans van een schaats- of wielerploeg kun je op waard. Daarom wordt er steeds minder via massame- meer manieren benaderen dan alleen in hun fan-zijn. dia geadverteerd: je leert er de mensen niet beter door Die waarde zit in het profiel van de fan opgesloten. Als kennen. Op het moment dat mensen jouw community je dat weet te ontsluiten en je doet dat op een integere bezoeken, ontwikkelt zich een servicerelatie, je komt manier en je legt uit dat je het iedereen individueel zo iets van ze te weten. Die servicerelatie is zelden een- leuk mogelijk wilt maken met een maximaal servicemalig. Daarom kunnen de Wehkampen en Jumbo’s niveau, dan zal niemand problemen hebben met bijvan deze wereld heel gericht hun klanten benaderen voorbeeld het krijgen van gerichte aanbiedingen van met informatie waar ze open voor staan.” (bepaalde) bedrijven. Zo vindt mijn vrouw het niet vervelend om gerichte, leuke informatie en aanbiedingen Verrijkte profielen van Zalando te krijgen. Want het gaat over haar, het Zeker nu de (sponsor)geldstromen naar de sport zijn aanbiedingen en informatie die op haar persoonlijk langzamerhand volledig lijken op te drogen, lijkt met zijn toegespitst.” fanbase marketing de redding nabij. Vanuit SX, het Gezien de enorme hoeveelheid verhalen die met sport, élke sport, verbonden zijn – marketeers hebben het graag over content – is sport voor grote bedrijven zo interessant. Sport is winnen en verliezen, succes maar TeamNL gaat digitaal ook mateloos afzien. Sport is emoties delen en het De Nederlandse sporters die komende zomer met TeamNL naar Rio de Janeiro vertrekverbindt. Peter Sprenger: “Daarnaast heeft sport een ken, zullen via digitale media intensief gevolgd worden. Voor het eerst is de complete rouwaanzinnig bereik. Een gemiddeld merk kan die conte naar de Olympische Spelen van dichtbij te volgen. Vanaf begin januari zal er een digitaal tent en dat bereik onmogelijk zelf ontwikkelen. Amumultichannel-platform gelanceerd worden en moet TeamNL er écht staan; de sociale sement en film hebben dat ook, die combinatie van media zullen een belangrijke rol spelen in de branding van de Nederlandse Olympische content en bereik. Heineken verbindt zich niet voor sporters. Esther Roelofs van NOC*NSF: “Met unieke verhalen, storytelling en portretten niets zo demonstratief met muziek, dat is een tweevan de sporters kunnen we straks online de complete Road to Rio volgen. Waar kijken eenheid geworden. Heineken heeft al lang ontdekt dat onze sporters naar uit? Waar zien ze tegenop? Wat ervaren de mensen om hen heen? je niet zonder content bij de moderne consument kunt Wat moet de sporter ervoor laten? Het gaat om een groep buitengewone mensen die aankomen. Of het nou de muziek van dit moment is, of fantastisch presteert en daarmee anderen inspireert. Er wordt een kijkje gegeven in de de sponsoring van de nieuwe James Bond-film. Het is keuken van de topsport, met als hoogtepunt uiteraard de Olympische Spelen zelf. De fans heel effectief om je daarmee te verbinden.”
zullen straks niets hoeven te missen en alle informatie op de platforms wordt afgestemd op ieders persoonlijke voorkeur. Op tv, op sociale media – er zijn prachtige verhalen over TeamNL te vertellen.”
Via de sociale media groeien sporters uit tot idolen met filmsterallure. Peter Sprenger vertelt dat daar geraffineerde marketingmachines achter zitten die (digitaal) werkelijk alles in kaart brengen van de mil-
12
sportprof
fanbase marketing
De vijf trends voor sociale media in de sport voor 2016 De wereld van de sociale media is volop in beweging, en sport is anno 2016 niet meer voor te stellen zonder de allesomvattende invloed van de digitale wereld. Wat zijn de belangrijkste trends voor dit jaar? Expert bij uitstek Gijsbregt Brouwer zet ze op een rij.
Sociale media verdwijnen “Terwijl Facebook meer dan 1,5 miljard gebruikers wereldwijd heeft en Twitter na bijna tien jaar nog steeds op zoek is naar een businessmodel, wordt duidelijk dat het niet zozeer over de sociale media zelf gaat, maar over wat er daarop gebeurt: mensen die hun verhaal delen. Dat betekent dat het containerbegrip ‘sociale media’ langzaam gaat verdwijnen. Advertenties kopen op Facebook of Twitter zal weer gewoon worden gezien als wat het is: advertenties kopen. Hetzelfde geldt voor livestreams van evenementen of sportwedstrijden. Of dit nu via Facebook Reporter, Periscope of een deal tussen Facebook en de NFL gebeurt: het blijft live sport kijken.”
Mensen en hun verhalen “Mensen die verhalen en belevenissen delen blijven de echte kracht van sociale media. Dat kunnen verhalen zijn van topsporters en coaches, maar vooral ook van ‘gewone’ sporters. De liefde voor die verhalen zit bij de fans, amateursporters, liefhebbers en de ouders. Daar zit de energie, de content en de verbinding. Die energie vangen en inzetten voor de sport wordt de grote uitdaging voor 2016.”
Personal brands “Talent verloochent zich zelden en is de gids in een wereld met een overvloed aan content. Atleten blijken de meest betrouwbare en betrokken talenten. Ondanks alle donkere wolken boven de sport (doping, fraude, omkoping) blijven sporters verschoond van slechte associaties. Sterker nog: hun ster, hun personal brand, rijst verder. Dat heeft belangrijke consequenties voor waar de sponsoreuro’s heen gaan. Steeds vaker zijn dat de atleten en hun websites.”
Messenger services “De overdaad en onoverzichtelijkheid van sociale media hebben nog een winnaar opgeleverd: de messengers. Van WhatsApp tot Facebook Messenger en van iMessage tot Snapchat: één-op-één- en groepscommunicatie zijn terug van weggeweest: groter, sterker en met veel meer gebruikers. Let dit jaar op de eerste atleten die via WhatsApp met fans communiceren en de eerste goalalerts die via notificaties in messenger services verstuurd gaan worden.”
It’s all about context “Content is nog steeds king. Deze bestaande trend leidt onder meer tot de extreem dure liverechten van sportwedstrijden. In 2016 zien we een nieuwe golf van content ontstaan: de verhalen van sporters en de verhalen rondom de live content. Deze nieuwe verhalen hebben waarde als ze in de juiste context staan, gelinkt aan live, maar een ander verhaal vertellen. Daarmee voorzien ze in een compleet andere behoefte. Ze zorgen voor diepgang en voortdurende betrokkenheid, ook buiten de wedstrijden om. Deze digitale context is de ideale plek voor sponsors om hun activaties te gelde te maken.”
Gijsbregt Brouwer is medeoprichter van sportcontent- en activatiebureau Týrsday. Týrsday werkt inmiddels voor meer dan 125 atleten, verschillende bonden en teams en voor een aantal grote sponsors en sportmerken. Brouwer stond ook mede aan de basis van de sportmarketingcommunity sportnext.nl, en wordt gezien als wereldwijd expert op het gebied van sporttrendwatching en digital sports. Týrsday is altijd op zoek naar goede stagiairs en collega’s: kijk voor meer informatie op www.tyrsday.com.
13
SportProf Academy De Academy voor de sport
- Post-HBO opleidingen - Een- en meerdaagse opleidingen - Sports Digital Marketing Day 2016 - Managementtraining voor stagebegeleiders Bekijk het aanbod op www.sportprofacademy.nl
sportprof
fanbase marketing
“We kunnen van Nederland het Europese Silicon Valley maken op het gebied van fanbase marketing, als we er met zijn allen de schouders onder zetten”
joenen fans die bijvoorbeeld kortom de hele markt van NBA-held Lebron James of voeding en gezondheid. toptennisser Roger Federer Je ontsluit informatie en op volgen. “Een topsporter is dat moment word je econoeen brand geworden en die misch relevanter.” waarde kun je benutten. De commerciële modellen De Nederlandse sport moet rond Lebron James sprevolgens Peter Sprenger nu ken mij het meest aan. Hij gas geven om een achterduikt bijvoorbeeld zomaar stand in te lopen, anders ergens op in een stad om blijft er veel geld liggen. “In Peter Sprenger twee toegangskaarten weg de digitale wereld zijn sportte geven en kondigt dat via helden inmiddels merken Twitter en Instagram aan. geworden; de brand van Kijk wat ze met de branding een persoonlijke sporter van Ronaldo doen, de viral waarin hij zich zomaar op is vaak groter dan die van zijn club. Dirk Kuyt heeft een plein verkleedt en gaat voetballen. Je moet iets 1,4 miljoen volgers op Twitter. Feyenoord 650.000. Als bieden om daarna iets terug te krijgen. Alles wat leidt ik Opel was, zou ik kijken naar de synergie tussen die tot betrokkenheid van mensen, leidt ook tot een data- twee. Hier ligt volgens mij een enorme uitdaging voor stroom en tot meer verrijkte profielen. Moderne mar- toekomstige marketeers. We kunnen van Nederland keting is gebaseerd op verrijkte profielen.” het Europese Silicon Valley maken op het gebied van fanbase marketing, als we er met zijn allen de schouInnovatieslag ders onder zetten. De Nederlandse sport zou daar In Nederland lijkt de fanbase-revolte nog niet van de maximaal van kunnen profiteren. En het kan heel veel grond te komen. Peter Sprenger heeft wel wat moge- werkgelegenheid opleveren voor toekomstige sportlijke succesnummers in beeld. “Opel zou graag toe- marketeers.” gang willen tot de fanbases van mensen die iets met Feyenoord en met Opel hebben, of mogelijk iets met Opel zouden kunnen krijgen. Als Feyenoord dat kan faciliteren, kom je in een nieuwe dynamiek terecht. De sport moet nu wel gaan opschieten om die innovatieslag te maken. Daar is enorm veel geld te verdienen.” Maar er zijn ook al succesverhalen voorhanden. “De wandelbond heeft de strategische keuze gemaakt om behalve een serviceorganisatie voor haar leden te zijn, ook van betekenis te willen zijn voor alle 6 miljoen wandelaars in Nederland. Is dat een verstandige keuze? Jazeker, mits je er met economische ogen naar kijkt. De totale wandelmarkt besteedt 2 miljard euro per jaar. Op het moment dat je in dat domein een belangrijke functie vervult, doordat je content biedt, een community bouwt, je geaccepteerd wordt omdat jij verstand van wandelen hebt, dan ontsluit je nieuwe marktkennis die relevant is voor partijen als Perry, Intersport, zorgverzekeraars, kledingaanbieders en supermarkten;
15
sportprof
managers
Werken in de sport: tijden veranderen
Flexibiliteit, specialisatie en profilering zijn de sleutelbegrippen van nu
DE SPORT IS EN BLIJFT EEN DYNAMISCH WERELDJE. MET DE VELE OPLEIDINGEN DIE ER VANDAAG DE DAG IN DE SPORT ZIJN, ZIJN ER OOK STEEDS MEER MENSEN GEÏNTERESSEERD OM WERKZAAM TE ZIJN IN DE SPORT. WE VROEGEN DRIE PERSONEELSMANAGERS WELKE ONTWIKKELINGEN ZIJ IN DE SPORTARBEIDSMARKT ZIEN, VOOR WIE ER KANSEN LIGGEN, WAAR BEHOEFTE AAN IS BIJ WERKGEVERS EN HOE BELANGRIJK EEN GOED PROFIEL EN EEN NETWERK ZIJN.
16
Leon Janssen Lok
sportprof
managers
Fons de Kok (Sportservice Noord-Brabant): “De trend is flexibele contracten”
Fons de Kok is medewerker personeelszaken bij Sportservice Noord-Brabant en ziet vanuit die hoedanigheid een interessante trend: “Een belangrijke ontwikkeling die wij zien is de flexibilisering. Om in te spelen op de veranderende markt merken we dat er veel minder gewerkt wordt met arbeidsovereenkomsten met vaste en fulltimeaanstellingen, maar veel meer met een flexibele schil van mensen met elk een eigen expertise. Deze mensen worden ingezet op het moment dat er specifieke vraag is naar de expertise die ze bezitten. Sportservice Noord-Brabant probeert door middel van onze flexibele schil een netwerk op te bouwen van experts die kwalitatief uitstekend werk leveren in samenwerking met andere
professionals in de sportbranche. De contractvorm is dan ook flexibel, er kunnen tijdelijke arbeidsovereenkomsten gesloten worden, maar er kunnen ook afspraken gemaakt worden met mensen die als zelfstandige werkzaam zijn en dus niet in loondienst komen van Sportservice Noord-Brabant. Zo houden wij onze organisatie flexibel en kunnen we blijven inspelen op de actuele vraag vanuit de markt.” Tegelijkertijd ziet hij dat er in de sportsector ook veel aandacht is voor duurzame inzetbaarheid van medewerkers. “De werkgeversorganisatie in de sport (WOS) besteedt de nodige aandacht
17
sportprof
aan het bieden van handvatten aan werkgevers en werknemers om mensen op niveau duurzaam te kunnen blijven inzetten in de sportsector, zodat zo veel mogelijk kennis en kunde behouden blijft.”
Kansen voor buurtsportcoaches Sportservice Noord-Brabant is een organisatie die op lokaal niveau diverse projecten uitvoert. Een flink aandeel in die projecten is weggelegd voor de inzet van buurtsportcoaches en/of combinatiefunctionarissen. De Kok ziet daar kansen liggen voor mensen met een afgeronde sportopleiding: “En dan in het bijzonder voor mensen met een lesbevoegdheid, zoals afgestudeerde ALO’ers. Als Sportservice Noord-Brabant dergelijke vacatures heeft, dan schakelen we Match Sportdetachering in voor de uitvoering van het werving- en selectietraject. Wij krijgen over het algemeen veel reacties op onze vacatures. Bij de selectie kijkt Match naar de juiste opleiding in combinatie met relevante werkervaring. In sollicitatieprocedures geven wij ook altijd schoolverlaters een kans, ervaring als stagiair(e) is immers ook ervaring. Wat wij ook belangrijk vinden is feeling met de sportsector: iemand kan een sportopleiding doen en niet direct een baan vinden in de sport. Dat is niet gek en ook niet erg. Wat dan wel belangrijk is, is een link houden met de sportsector, bijvoorbeeld door het uitvoeren van vrijwilligerswerk bij verenigingen of sportorganisaties.”
Eerste indruk blijft het belangrijkst Bij de zoektocht naar een nieuwe baan is een goed profiel op de sociale media zeer belangrijk. Daarnaast levert een goed netwerk natuurlijk altijd een positieve bijdrage in de zoektocht naar een baan. De Kok: “Een flitsend LinkedIn-profiel of een goed gevulde timeline op Twitter zijn inderdaad essentieel, maar persoonlijk vind ik het belangrijker dat een sollicitant in staat is om een goede motivatie te schrijven inclusief een goed cv. Ik kom nog heel vaak fouten tegen in de brieven of cv’s die we ontvangen, of nauwelijks een motivatie waarom nou juist die ene persoon in aanmerking zou moeten komen voor deze baan. Het is een cliché, maar je hebt maar één kans om een eerste indruk achter te laten, zeker als die in eerste instantie alleen maar via een cv of brief gemaakt kan worden. Besteed daarom veel aandacht aan deze twee zaken. Zorg dat je opvalt
managers
met je cv of motivatiebrief. Dit kan bijvoorbeeld door het maken van een cv met logo’s of kleurgebruik. Wat ik ook steeds vaker zie is het solliciteren met een YouTube-filmpje. Als dit op een leuke en professionele manier is gedaan, geeft dat heel snel een goed beeld van iemand.”
Fred an Haack (zelfstandig HR-manager): “Sport is nog altijd een sector met een sexy imago” Fred an Haack was jarenlang HR-manager bij de KNVB voordat hij deze zomer zijn eigen bedrijf startte, en kan uit brede ervaring aangeven wat er in de loop der jaren veranderd is. “Vroeger pakte je de kaartenbak en zocht je iemand uit, dat is nu echt anders. Een goed LinkedIn-profiel is van groot belang. Werkgevers kijken naar dat profiel, hoe heb je dat beschreven, hoeveel connecties heb je. Iemand die op internet niet te vinden is, hoef ik eigenlijk niet eens te spreken, ik weet op voorhand dat zo iemand niet past bij de moderne werkgever. Dat is wat ik het ‘Nieuwe Solliciteren’ noem, wervings- en selectiebureaus doen niet anders dan op deze manier kandidaten beoordelen. Sport is nog altijd een sector met een sexy imago. Dat zie je ook aan de
18
sportprof
managers
opleidingen die vooral gericht zijn op marketing, communicatie en evenementenorganisatie. Als werkgever in de sport heb je natuurlijk een voorkeur voor mensen die in hun opleiding al veel met sport te maken hebben gehad, ook als het om een juridische of commerciële functie gaat. Het is fijn als iemand kennis heeft van besluitvormingsprocessen in een sportvereniging, van verhoudingen in de sport, of van geldstromen in de sport, een onderwerp dat almaar belangrijker wordt.”
Professionalisering van de sector Door het toegenomen aantal opleidingen is ook het aanbod van werkzoekenden in de sportsector flink gestegen. “Anderzijds is ook de vraag enorm toegenomen”, aldus An Haack. “De sport heeft een echte professionaliseringsslag gemaakt. Sport is enerzijds een klein wereldje, maar tegelijkertijd ook heel groot. Iedereen wil wel iets met sport en het zijn ook allang niet meer alleen de sportbonden waar je kunt werken. Denk ook maar eens aan sportscholen, de paramedische zorg of producenten van sportattributen. Dat betekent ook dat een sportwerkgever zich steeds meer moet onderscheiden om aantrekkelijk te blijven op de arbeidsmarkt. De jongeren van nu zijn anders dan die van enkele jaren geleden: ze stellen bijvoorbeeld vaak als voorwaarde dat ze tijd- en plaatsonafhankelijk willen kunnen werken. Daar moet je als moderne professionele werkgever op in kunnen spelen.”
Albert van Piekeren (Shimano): “Meer vraag naar specialisten”
Albert van Piekeren is ‘corporate recruiter’ bij Shimano, dat vooral bekend is als producent van fietsonderdelen. De afgelopen vier jaar is het bedrijf gegroeid van 440 naar 640 Europese werknemers. Ook de Nederlandse vestiging (waar ook het Europese hoofdkantoor is gevestigd) is sterk gegroeid: van 250 werknemers in 2011 naar 327 nu. Shimano heeft een continu aanbod van functies in diverse vakgebieden, maar de laatste periode neemt de zogenaamde ‘mismatch’ in de arbeidsmarkt toe. “Het aanbod van geschikte kandidaten wordt schaarser, zowel kwantitatief als kwalita-
tief. Dat komt vooral doordat we bij Shimano steeds meer specialiseren en de lat steeds hoger leggen. Dat zien we in alle geledingen van de organisatie; zo hebben we bijvoorbeeld geen HR-adviseurs meer, maar HR-specialisten, en geen product developers, maar product developers specifiek gericht op e-bikes. Ook stappen we juist een beetje af van het idee dat mensen een sportachtergrond moeten hebben. Voor sommige functies is dit nog steeds noodzakelijk, zoals op onze sportmarketingafdeling. Je moet hier echt de taal van de koers verstaan en spreken.” “Overigens zou ik studenten bijna afraden om (sport-) marketing te gaan studeren. Er komt juist steeds meer behoefte aan ICT’ers en aan mensen in finance, HR en techniek. We gaan als bedrijf ook zelf actiever op zoek naar geschikte mensen.” Shimano startte zelfs met een speciale ‘career website’ (www.jobsatshimanoeu.com) en Van Piekeren onderschrijft in dat verband het belang van een goed LinkedIn-profiel. “LinkedIn is heel belangrijk om mensen op het spoor te komen. We kijken naar iemands recommendations, naar gemeenschappelijke connecties en bij wie we referenties kunnen inwinnen.” Je kunt trouwens ook zelf Shimano ‘volgen’ op LinkedIn, waardoor je altijd de laatste updates krijgt met betrekking tot nieuwe vacatures.
Gericht solliciteren Met de aanstaande verhuizing naar de High Tech Campus in Eindhoven bestaat de kans dat Shimano meer studenten, starters en young professionals gaat werven. Vooral voor die groep heeft Van Piekeren een belangrijke tip: “Pick your battles! Het komt niet sterk
19
sportprof
managers
over als je op vijf of zes vacatures binnen een bedrijf solliciteert. Kies er één uit waar je echt voor wilt gaan en bel om vragen te stellen. Dan kom je veel gemotiveerder over en vergroot je je kansen aanzienlijk. En als je wordt uitgenodigd voor een gesprek: bereid je goed voor, verdiep je in de achtergrond van het bedrijf, bezoek de (werken bij-)site, bezoek een winkel, bel iemand op die er werkt en bekijk de LinkedIn-profielen van je gesprekspartners. Dat komt gewoon goed over. Verder: zorg voor zelfreflectie, dat vind ik een belangrijk element om je ontwikkelpotentieel te bepalen. De aandacht voor de mens achter de werknemer is bij Shimano sowieso groot; dat zie je niet alleen terug in onze visie op de persoonlijke ontwikkeling van medewerkers, maar ook in de aandacht voor vitaliteit.”
De eerste baan Ruud van den Heuvel: droombaan door het tonen van lef Dat je met eigen initiatief een eind kunt komen, daarvan is Ruud van den Heuvel het bewijs. Geen sportopleiding, geen werkervaring in de sportsector, maar nu toch in het gelukkige bezit van zijn droombaan. In de sport wel te verstaan, als business-to-businessmanager bij Decathlon. Eerder was hij werkzaam bij Boskalis, in relatiemanagement, maar ondervond dat hij geen echte klik had met die bedrijfstak. “Vanaf dat moment ben ik mijn eigen plan gaan trekken. Ik vind sport(en) gewoon enorm gaaf en de mentaliteit en dynamiek in de sport spreken mij erg aan. In eerste instantie ben ik veel op internet gaan lezen en op LinkedIn gaan zoeken naar wat mensen doen, wat ze gedaan hebben en wie ze kennen. Op basis daarvan ontdek je wie de invloedrijke mensen zijn met een mooie carrière. Ik ben veel bedrijven en personen gaan aanschrijven, waaronder diverse sportmarketeers en werd regelmatig op gesprek gevraagd.” Beetje bij beetje ontdekte Van den Heuvel wat hem aansprak in functies en bedrijven en kreeg hij een beeld van hoe zijn ideale baan er uit zou moeten zien. Dat leidde er uiteindelijk toe dat hij de directeur van Decathlon voorstelde een business-to-businesstak op te zetten binnen het bedrijf. En die kans werd hem geboden. Sinds mei 2015 is Van den Heuvel werkzaam bij de grootste sportretailer ter wereld en dat bevalt hem uitstekend: “Decathlon is een bedrijf dat haar medewerkers extreem veel ruimte en ontplooiingsmogelijkheden geeft. De gemiddelde leeftijd is hier 27 jaar en het aantal Nederlandse vestigingen van zes wordt binnenkort verder uitgebreid. Dat spreekt mij persoonlijk erg aan, maar dat hoeft natuurlijk niet voor iedereen te gelden. Het is belangrijk dat je zelf ontdekt waar je je thuis voelt, dat je lef toont en niet gaat zitten afwachten tot er iets gebeurt.”
20
sportprof
managers
Dennis Rijnbeek: van blogschrijver tot sponsormanager
Philip Tiekink: als student in een betaaldvoetbalorganisatie
In juli schreef Dennis Rijnbeek een blog over de nieuwe sponsor van FC Utrecht: de landelijke arbodienst Zorg van de Zaak. Minder dan twee maanden later was hij zelf ‘sponsorship manager FC Utrecht en Zorg van de Zaak’. De oud-topzwemmer kwam zo op een wel heel bijzondere manier aan een nieuwe baan. Rijnbeek was al een flink aantal jaren actief in de sportmarketingwereld, eerst bij Rabobank en later bij De Lotto. “Ik schrijf graag blogs en columns over ontwikkelingen in de sportmarketing en -sponsoring. Mijn positieve stukje over deze nieuwe samenwerking trok de aandacht van beide partijen. Ik was in between jobs toen ik tijdens mijn vakantie door zowel FC Utrecht als door Zorg van de Zaak werd benaderd via LinkedIn met de vraag of ik een keer langs wilde komen om eens van gedachten te wisselen over deze sponsorrelatie.”
Zelf vindt hij het niet zo heel bijzonder, maar menig student zal toch met interesse kijken naar de baan die student Philip Tiekink heeft weten te bemachtigen in Londen. Hij studeert momenteel aan de Loughborough University Master of Science Sport Business Innovation en kreeg van de universiteit via een e-mail te horen dat er een vacature was bij betaaldvoetbalorganisatie West Ham United. “Het kwam dus toevallig op mijn pad”, zegt Tiekink. “Ik gaf mezelf niet veel kans, want het was duidelijk dat er veel mensen op zouden reageren. Maar ik dacht: nooit geschoten is altijd mis. Vervolgens werd ik uitgenodigd voor een gesprek en werk nu in de sales bij de club.”
Rijnbeek solliciteerde in zijn blog openlijk naar een functie om nader invulling te geven aan de samenwerking. En dat leverde dus resultaat op: “Die gesprekken verliepen zo goed, dat ik niet veel later de kans kreeg om als sponsorship manager aan de slag te gaan bij FC Utrecht. Ik houd me in deze functie puur bezig met deze sponsordeal. In de praktijk zit ik de helft van de tijd bij FC Utrecht en de andere helft bij Zorg van de Zaak. Het mooie is dat ik mijn hele leven al een groot FC Utrecht-fan ben. En het motto van Zorg van de Zaak dat mensen mét werk gelukkiger zijn dan mensen zonder werk, kan ik uit eigen ondervinding van harte onderschrijven. Voor mij is dit dus een ideale baan. Ik had geluk dat op het moment van mijn schrijven de profielschets voor de functie nog opgesteld moest worden. Als men jou dan kent en er is een klik, dan vergroot dat je kansen.”
De Hammers verhuizen binnen Londen naar het Olympisch Stadion en dat stadion moet gevuld worden. “Bestaande seizoenkaarthouders worden nieuwe seizoenkaarten aangeboden en er wordt contact opgenomen met mensen op de wachtlijst om te bekijken of zij geïnteresseerd zijn in een kaart. Hierin is up-selling erg belangrijk: proberen om de duurdere seizoenkaarten te verkopen in plaats van de goedkopere. Het is een tijdelijke baan en vooral een bijbaan naast mijn studie. Maar het betreft toch twintig uur per week en het is natuurlijk en mooie eerste stap in de voetbalindustrie. Het interessante en complexere werk ligt mijns inziens vooral in de marketing, het proces voorafgaand aan sales. Idealiter zou ik mij na deze functie graag richten op corporate social responsibility (CSR) binnen West Ham United, over dat onderwerp heb ik namelijk mijn scriptie geschreven. Er is een directe link tussen marketing en CSR en daar zou ik mij graag mee bezighouden. Maar ik heb natuurlijk geen garantie dat West Ham mij die ruimte biedt.”
21
Miriam van Moll: het belang van een goed netwerk De carrière van Miriam van Moll is een sprekend voorbeeld van hoe groot het belang van een goed netwerk is. “Ik ben ooit begonnen bij Rabobank Son en Breugel en vandaar naar Philips gegaan. Op enig moment werd ik gevraagd om naar PSV te komen. Ik ben daar begonnen als facility manager, daarna manager relatiebeheer geworden en vervolgens ook nog verantwoordelijk voor commerciële zaken. Ik heb bij PSV een geweldige tijd gehad met veel zakelijke en sportieve successen, maar na vijftien jaar was de koek op. Zelfs de gaafste baan kan op een bepaald moment te weinig uitdaging bieden. Ik ben toen gevraagd te komen werken bij het netwerkbedrijf ‘24 uur in bedrijf’, gevestigd in SX in Eindhoven. Tijdens een lunch in het restaurant daar werd ik aangesproken door een huidige collega die zei dat Sportservice Noord-Brabant me graag wilde hebben als regiomanager. Wederom een commerciële functie in de sport, met vertakkingen naar bedrijfsleven, overheid en onderwijs. Ik voel me enorm thuis in die baan. Sport is dynamisch, een onderwerp waar bijna iedereen graag over praat. Tel dat op bij de fantastische sfeer in SX waar de Sportservice eveneens is gevestigd, en je begrijpt dat ik hier goed op mijn plaats zit.” “Eigenlijk heb ik al mijn functies na de eerste verkregen via mijn netwerk. Uiteraard heb ik mijn grootste netwerk bij PSV opgebouwd. Daar heb ik nu nog veel profijt van. Toen ik bij PSV wegging kreeg ik aardig wat aanbiedingen van sponsors en andere relaties. Super natuurlijk, maar na zo’n mooie baan moet je heel goed bedenken wat je dan wilt en dat was niet simpel. Ik vond het lastig om ‘nee’ te zeggen, juist omdat ik het zo waardeerde. Maar je moet dicht bij jezelf blijven en doen wat je graag doet en waar je goed in bent.”
sportprof
advertorial
Rabobank kiest voor unieke samenwerking met vijftien topsporters
OP WEG NAAR DE OLYMPISCHE SPELEN IN RIO DE JANEIRO IN 2016 HEEFT RABOBANK DE HANDEN INEEN GESLAGEN MET VIJFTIEN TOPSPORTERS UIT HET WIELRENNEN, DE PAARDENSPORT EN HET HOCKEY. DE BANK, DIE DEZE DRIE SPORTEN AL JAREN EEN WARM HART TOEDRAAGT, FACILITEERT DE SPORTERS IN HET GEBRUIK VAN SOCIALE MEDIA ALS MIDDEL OM HUN VERHAAL TE VERTELLEN. DE 37-JARIGE SPONSORMANAGER VAN RABOBANK, TOM TAMINIAU, WEET ER ALLES VAN. “Rabobank heeft een hernieuwde positionering die je kunt samenvatten in drie woorden: aandeel in elkaar”, legt Taminiau uit. “Deze positionering vraagt om bewijsvoering. Sponsoring leent zich bij uitstek om voor deze bewijsvoering te zorgen. Het doel van de nieuwe positionering en de digitale strategie die we daarvoor samen met het bureau Týrsday hebben ontwikkeld, is dat we willen laten zien hoe Rabobank de omgeving van klanten ster-
ker maakt. Als je dat naar sportsponsoring vertaalt, willen we via sport de lokale samenleving versterken.”
Visie Het gaat er volgens Taminiau om dat de verhalen van de sporters aansluiten op de visie van Rabobank. “Ook de nieuwe digitale sponsorstrategie van Rabobank kan je samenvatten in drie woorden: sporters generated content. De verhalen, beelden
22
en teksten van de vijftien sporters zelf vormen de centrale content van de platformen. Wij helpen onze topsporters nog meer personal brands te worden en zij helpen ons op hun beurt om ‘aandeel in elkaar’ over het voetlicht te brengen. Topsporters zijn ‘merken’ die veel vertrouwen en geloofwaardigheid genieten bij het publiek. Een voorwaarde is wel dat zij de boodschap op een authentieke manier brengen. Aanleiding voor de nieuwe digitalecontentstrategie is ook een veranderende behoefte bij de sportfans, die steeds meer sporters willen volgen.” Sporters betrekken fans via sociale media en hun websites steeds meer bij hun leven. Het bedrijfsleven is juist op zoek naar contact met hun klanten. Daarom is Rabobank met vijftien boegbeelden uit de wielersport, de paardensport en het hockey om de tafel gaan zitten. Het gaat om de hockeyers Robert van der Horst, Robbert Kemperman, Sander de Wijn, Ellen Hoog, Maartje Paumen en Jacky Schoenaker, de wegwielrenners Marianne Vos en Anna van der Breggen, mountainbiker Michiel van
sportprof
der Heijden, baanwielrenners Laurine van Riessen en de op de Paralympische Spelen actieve Teun Mulder, springruiter Maikel van der Vleuten, eventingruiter Tim Lips, BMX’er Laura Smulders en de paralympische dressuuramazone Rixt van der Horst.
Geloofwaardig “Wij hebben overlegd hoe de sporters het best hun verhaal kunnen vertellen en hoe de link gelegd kan worden naar de kernwaarden van de Rabobank”, legt Taminiau uit. “Daarbij staan op weg naar Rio een aantal vragen centraal. Wie ben je en wat doe je naast je topsport? Hoe verloopt de weg naar Rio? En in hoeverre heeft de slogan een ‘aandeel in elkaar’ betrekking op jou. De sporters moeten dagelijks één post met een foto op sociale media zetten. Extra mooi is het als er op de foto ook nog eens iets van een uiting van Rabobank te zien is. Maar dit is zeker geen must. Het is ook absoluut niet de bedoeling dat de sporters constant de hashtag #Rabobank gebruiken. Liever niet zelfs. Het wordt op een eigen manier geloofwaardig en authentiek als de sporters de sociale media zelf gebruiken als middel om hun eigen verhaal te vertellen. Ondertussen kun je natuurlijk wel zien dat de Rabobank
advertorial
hen steunt. Bovendien hebben we eigen kanalen om de verbinding met de sporters op te zoeken.” Sporters gebruiken hun sociale media als aanjagers voor hun websites, waar fans in de juiste context in aanraking komen met allerlei content van de sporter. Op subtiele wijze wordt ook Rabobank onder de aandacht gebracht, terwijl er voor andere sponsors van de sporter eveneens ruimte is. De posts van de topsporters worden door de Rabobank nauwlettend in de gaten gehouden. “We monitoren alles en houden dankzij statistieken bij welke post het wel goed doet en welke minder”, zegt Taminiau. “Iedere maand zitten we met de sporters om de tafel om te kijken hoe we het kunnen verbeteren. Wij laten zien welke posts het goed doen en na tips van ons gaan de sporters stap voor stap vooruit. Op de ‘social wall’ van Rabobank komen alle sporters op www.rabosport.nl/event/ aandeelinelkaar samen. Daar kunnen in één oogopslag de ‘aandeel-in-elkaarposts’ van de vijftien sporters op sociale media worden bekeken. Zo hebben de sporters ook daadwerkelijk een aandeel in elkaar.”
23
Vrijwilligers Het aandeel in elkaar gaat nog veel verder. Het draait volgens Rabobank namelijk zeker niet alleen om de topsporters zelf. De bank wil ook de breedtesport en dus de verenigingen erbij betrekken. “Op de clubs wordt de basis gelegd”, zegt Taminiau. “Daar worden topsporters gevormd. Verenigingen hebben sowieso een groot en belangrijk aandeel in de maatschappij. Daarom willen wij vanaf voorjaar 2016 in de aanloop naar Rio een eerbetoon geven aan de vrijwilligers in de sport. Iedereen kan zijn of haar favoriete vrijwilliger opgeven en de mooiste inzendingen worden beloond. De vijftien sporters zullen deze actie onder de aandacht brengen door het verhaal te vertellen over de vrijwilliger die voor hen het meest betekend heeft.” De Olympische Spelen in Rio de Janeiro moeten nog beginnen. Maar de Rabobank lijkt dankzij de verhalen van de atleten nu al goud in handen te hebben.
“Ik ben relatief nieuw in de sportbranche, maar durf wel te stellen dat deze zich kenmerkt door een tekort aan ondernemerschap” Ramses Jedeloo
24
Mats van Soolingen
sportprof
ondernemers
Ondernemen in de sport, hoe doe je dat?
Roelof Jan Vochteloo
HOE ZIJN DE TOPONDERNEMERS BAS VAN RENS, PETER VAN BAAK EN RAMSES JEDELOO DE SPORTBRANCHE INGEROLD? HOE HEBBEN ZIJ HUN BEDRIJF GROOT GEMAAKT, WAT DRIJFT ZE EN WELKE TIPS HEBBEN ZE VOOR TOEKOMSTIGE ONDERNEMERS IN DE SPORTBRANCHE?
25
sportprof
Ramses Jedeloo
Ramses Jedeloo (40) is eigenaar van The Bootcamp Club, met zo’n 60.000 leden het grootste outdoorsportbedrijf van Nederland.
Start “Als uitgever had ik acht jaar lang een multimediaal platform voor de ICT-sector bestierd, toen Barbara Bak mij in 2009 vroeg om haar te helpen met haar pas opgestarte bootcampbedrijf. Eenmaal aan tafel zag ik dat deze markt een enorme potentie had en begin 2010 ben ik mede-eigenaar van The Bootcamp Club geworden.”
Groei “In eerste instantie gaven we alleen les in Amsterdam en het Gooi, maar in de zomer van 2010 heb ik een franchiseformule uitgewerkt en uitgerold over grote delen van Nederland. Die formule zorgde voor een explosieve groei, maar werd juist een beperkende factor toen bleek dat we niet alles meer konden doen op de manier waarop we dat voorheen deden. Daarom hebben we meer mensen in dienst genomen en zijn alleen die franchisenemers overgebleven, van wie wij dachten dat ze meekonden naar een
ondernemers
hoger niveau. Diezelfde omslag gaan we nu ook maken met onze trainers. Met dat hogere niveau bedoel ik bijvoorbeeld dat we niet alleen aan de voorkant leden binnen moeten halen, maar dat we ze aan de achterkant ook niet weg moeten laten gaan. Daarin hebben we al grote stappen gezet. Momenteel telt onze database zo’n 60.000 mensen en geven onze 250 trainers gemiddeld zo’n 2.000 trainingen per maand, verspreid over 200 trainingslocaties in Nederland. Ook op bestuurlijk vlak is er een wijziging geweest. Eind 2014 heb ik Barbara uitgekocht en sindsdien ben ik alleen eindverantwoordelijk voor The Bootcamp Club. Afgelopen voorjaar is Purplefield Investments ingestapt als investerende partij en mede daardoor kunnen wij de huidige stroomversnelling in goede banen leiden.”
Drive “Ik vind ondernemen ongelooflijk leuk en dat ik dit kan combineren met sport – mijn grote liefde – vind ik helemaal prachtig. Ik ben erg commercieel ingesteld, maar vind het ook erg fijn dat ik met bootcamp een product aanbied waarvan de eindgebruiker gezond en gelukkig wordt. Natuurlijk ben ik bezig met het zo goed mogelijk runnen van een bedrijf, maar deze wetenschap keeps me going.”
Sport “Ik ben relatief nieuw in de sportbranche, maar durf wel te stellen dat deze zich kenmerkt door een tekort aan ondernemer-
26
schap. Men heeft over het algemeen weinig kennis van feiten en cijfers en de sportbranche telt weinig mensen met internationale ervaring en visionairs. Ze zijn er wel, maar het zijn er absoluut niet veel. Voorheen liep ik rond in de ICT-wereld en met de managers in die branche, die vaak een postdoctorale opleiding hebben gevolgd en veelal leiding geven aan duizenden mensen, heb je toch een ander gesprek dan met – en dat zeg ik met alle respect – een omhooggevallen trainer in de sportbranche.”
Kansen “Op bijna elk vlak in onze branche liggen wel kansen. Op het gebied van opleidingen is er nog wat te halen en er is ook nog wel ruimte voor een extra sportketen. Verder wil ik mezelf niet in de voet schieten, maar ik blijf het raar vinden dat Nederland met The Bootcamp Club maar één echt landelijk georganiseerde bootcampaanbieder telt. Vooral voor mensen die academisch geschoold zijn en al een trackrecord hebben op ondernemersgebied, biedt de sportwereld ontzettend veel kansen.”
Tips “Net als in elke andere branche geldt: focus, focus, focus. Ik zie veel mensen heel veel dingen doen – en dus niets echt goed. Blijf daarbij altijd je kwaliteit bewaken. De ene trend volgt de andere op, maar wanneer blijven de mensen terugkomen? Precies, als je kwaliteit biedt. Soms geldt het adagium ‘beter slecht gejat dan goed bedacht’, maar toekomstige sportprofessionals adviseer ik juist om zich te onderscheiden. Er zijn al voldoende
sportprof
copycats in de sportbranche, juist nieuwe concepten hebben de toekomst. Kijk naar internationale trends en probeer die door te vertalen naar de Nederlandse markt. Uit andere landen valt zo veel moois te halen.”
ondernemers
ook software en diensten aan te gaan bieden. Omdat AMBit zich vooral richtte op de gemotoriseerde sporten, was de aankoop van ChampionChip – een speler die
Bas van Rens
Bas van Rens (44) is CEO van MYLAPS, marktleider op het gebied van tijdwaarneming in de sport. Van Rens is tevens lid van het in 2014 door het ministerie van VWS opgerichte Topteam Sport, dat afgelopen zomer de Kennis- en Innovatieagenda Sport uitbracht.
Start “Sport heeft altijd mijn interesse gehad. Op de lagere en middelbare school deed ik fanatiek aan meerkamp en daar heb ik zelfs nog een jaar voor in Amerika gezeten. Tijdens mijn studententijd in Eindhoven heb ik vrij fanatiek geroeid bij Thêta en in de ‘vier zonder’ ben ik nog eens tweede van Nederland geworden. Ik heb Medische Technologie gestudeerd om bezig te kunnen zijn met het menselijk lichaam en was CEO bij OTB Display toen in het voorjaar van 2007 de kans voorbij kwam om CEO van MYLAPS-voorloper AMBit te worden. Daar kon ik technologie met sport combineren en dat sprak me enorm aan.”
Groei “De beginfase bij AMBit was verre van makkelijk, omdat we door de crisis onze standaardorders zagen opdrogen. Het was zaak om via een goede analyse duidelijk te krijgen waar onze omzet vandaan kwam en hoe we konden zorgen dat we die inkomstenbronnen zeker stelden. We realiseerden ons dat we het op de lange termijn niet zouden redden als we alleen hardware bleven verkopen en besloten om
diensten leverde in de hardloopmarkt – een logisch gevolg. Die twee bedrijven fuseerden in 2010 tot MYLAPS en inmiddels bedienen we ruim 20 miljoen sporters per jaar. MYLAPS heeft kantoren over de hele wereld en zestig van onze 150 medewerkers richten zich op onderzoek en ontwikkeling. Onze klanten vinden het fijn dat we zo’n sterke ontwikkelingsfocus hebben, omdat we dus niet alleen leverancier zijn, maar ook problemen oplossen.”
27
“Veel meer dan in andere branches gaat het in de sportbranche over passie” Bas van Rens
sportprof
“Vaak gaat het niet alleen over kosten, maar ook over hoe gaaf iets is” Bas van Rens
ondernemers
Drive
Sport
“Ik heb mijn hele studieperiode gedacht dat ik onderzoeker wilde worden en toen ik klaar was met mijn promotieonderzoek ben ik bij Philips Research gaan werken. Toen kwam ik erachter dat je in je eentje maar een beperkte hoeveelheid werk kunt verzetten en dat je samen met een team veel meer kunt bereiken. Ik merkte ook dat ik heel veel energie kreeg van het meekrijgen van mensen voor mijn plannen. Als CEO van MYLAPS heb ik de drive om continu goede oplossingen te vinden voor onze klanten. Verder wil ik het met mijn onderneming ook gewoon beter doen dan de andere ondernemingen.”
“Veel meer dan in andere branches gaat het in de sportbranche over passie. Aankoop- en strategische beslissingen worden regelmatig gemaakt op basis van zaken die je moeilijk kunt grijpen. Vaak gaat het niet alleen over kosten, maar ook over hoe gaaf iets is. Veel van de bestuurders in deze branche zijn geen ondernemers en daardoor gaan veranderingen doorgaans langzaam. Het is dus noodzakelijk om een duidelijke visie, doorzettingsvermogen en zitvlees te hebben. Ik kan me nog herinneren dat ik in mijn eerste maanden bij AMBit onderhandelingen had gevoerd met een klant en dat de deal rond was, maar dat hij twee dagen later ineens belde met de mededeling dat we het toch niet zo gingen doen. Toen kwam voor mij wel het besef dat het er in deze branche iets anders aan toegaat.”
Kansen “Momenteel zie ik in de sport veel mogelijkheden voor startende ondernemers die uit bestaande sporten iets spannends kunnen maken en zo deelnemers een gave, nieuwe ervaring kunnen bieden. Kijk maar naar de activiteiten van Red Bull en evenementen zoals mud runs.”
Tips “Doe iets waarvoor je passie hebt. Net als in de sport zijn de mensen die winnen de mensen die er de meeste tijd in steken, die de langste trainingen kunnen verdragen. Dat stapje extra zetten is veel makkelijker als je doet wat je leuk vindt.”
Peter van Baak
Peter van Baak (36) is medeoprichter en -eigenaar van SponsorVisie, Crowdfunding voor Clubs en AdsToSport. Met deze bedrijven helpt Van Baak sportclubs én sponsors aan extra inkomsten.
28
sportprof
ondernemers
Start “Ik heb altijd fanatiek gehockeyd (Van Baak stond jarenlang in de goal bij Hurley, RJV) en ken de verenigingsmarkt dus erg goed. Voor ik begin 2010 met SponsorVisie startte, werkte ik bij een bedrijf dat centraal oplossingen bood voor financieeladviesbedrijven. Een van mijn klanten verkocht zijn bedrijf en hij vroeg mij waar nog kansen lagen om te investeren. Daarop wees ik hem op het actief sponsoren van lokale sportclubs. Ik was er namelijk van overtuigd dat sponsors veel meer konden doen met de digitale kanalen van de clubs. In mijn eerdere functie als ondernemingsadviseur had ik assurantiekantoren geholpen met hun marketing en communicatie en een van die kantoren had niet alleen een reclamebord bij de plaatselijke sportclub, maar ook een banner op de website waarop stond dat leden korting kregen bij het afsluiten van een hypotheek. Dat leverde concrete aanvragen op vanuit de club en juist dit heeft mijn ogen geopend. Verder was ik zelf verantwoordelijk voor het vinden van sponsors voor een trainingsstage voor mijn team en ik merkte dat ik wel talent had voor het overtuigen van mensen om de juiste keuze te maken.”
Groei “Het heeft bloed, zweet en tranen gekost om SponsorVisie te maken tot wat het nu is. De breedtesportmarkt is een lastige markt, omdat clubs bijna structureel een geldtekort hebben en er altijd veel mensen bij de besluitvorming betrokken zijn. Omdat wij goed hebben nagedacht over onze visie is het ons toch gelukt om door te groeien. Inmiddels hebben 280 clubs zich aangesloten bij SponsorVisie en het in 2014 opgestarte Crowdfunding voor Clubs. Verder heb ik drie maanden geleden met onder anderen Jaap Stockmann
– keeper van het Nederlandse hockeyteam – AdsToSport gelanceerd en daarbij hebben zich nu al 700 sportorganisaties aangesloten. Deze snelle groei verbaast mij niet, want dit levert de organisaties nieuwe inkomsten op zonder dat ze er iets voor hoeven te doen.”
Drive “Iedereen in mijn familie heeft of had een eigen bedrijf. Zelf ben ik zeker een ondernemend type, maar ik functioneerde ook prima in een organisatie met iemand boven me en eigenlijk had ik nooit erg de drang om een eigen onderneming te hebben. Toen eenmaal het idee voor SponsorVisie boven kwam drijven en de eerste doorberekening werd gemaakt, realiseerde ik me dat dit hét moment was om zelf iets op te starten. Ik was dertig en had nog geen hypotheek als een zwaard van Damocles boven mijn hoofd hangen. Mijn compagnon Rick van Breugel en ik hebben het altijd erg belangrijk gevonden om de dingen te doen zoals wij ze willen doen. We willen iets in en voor de sport doen en daarbij is de sfeer in ons team extreem belangrijk. Daar hebben wij nu controle over en dat is ook de reden waarom wij waarschijnlijk altijd ondernemer zullen blijven.”
Sport “De sportbranche is een heel leuke branche om in te werken. Iedereen die bij sport betrokken is, zit er met passie in. In de
“Het heeft bloed, zweet en tranen gekost om SponsorVisie te maken tot wat het nu is” Peter van Baak
29
verzekerings- en hypotheekbranche was dit heel anders. De breedtesportmarkt is wel een lastige markt. Daar kunnen de individuen zelf niets aan doen, want het is een gevolg van hoe verenigingen georganiseerd zijn. Omdat het soms veel tijd en moeite kost om iedereen op te lijnen, hebben wij een duidelijk verhaal en steken wij nu ook tijd in het uitleggen aan mensen hoe ze andere mensen binnen de club kunnen overtuigen van onze visie. Verder hebben wij ons product laagdrempeliger gemaakt, zodat mensen sneller kunnen instappen.”
Kansen “Alle sportpartijen zijn uniek, maar toch zie je dat ze op een bepaalde manier ook allemaal hetzelfde zijn. Zo hebben ze met dezelfde uitdagingen te maken, bijvoorbeeld op het gebied van sponsor- of ledenwerving of financiële administratie. Als je voor een van deze uitdagingen een heel goede oplossing weet te bieden en dat conceptueel weet neer te zetten, dan kun je heel veel clubs tegelijk helpen. Er komen steeds minder vrijwilligersuren beschikbaar en daarom is standaardisering en professionalisering steeds meer van belang.”
Tips “Wacht tot je een idee hebt waarvan mensen zeggen dat het écht goed is. Je moet niet zomaar beginnen omdat je graag wilt ondernemen, maar volledig overtuigd zijn van je product. Want waarom zouden mensen anders naar jou toekomen? Heb je zo’n goed idee, dan moet je er volledig voor gaan. Denk niet dat je in je vrije uurtjes een goedlopend bedrijf kunt opzetten. Zo heb ik vele mensen zien beginnen en daarvan heeft het leeuwendeel het niet gered.”
sportprof
Thomas Steenvoorden
jan rijpstra
30
sportprof
jan rijpstra
De gymleraar is een beweeg manager geworden
Tessa de Wekker
DE GYMLERAAR. IS DAT NIET DIE MAN OF VROUW DIE JE RONDJES LAAT RENNEN EN DAT EEUWIGE VOGELNESTJE IN DE RINGEN LAAT MAKEN? DIE JE, ALS JE DAAR TOEVALLIG NIET GOED IN BENT, MET DUIVELS PLEZIER EEN 4 OP JE RAPPORT GEEFT? DAT TYPE LIJKT INMIDDELS UITGESTORVEN. DE LERAAR LICHAMELIJKE OPVOEDING VAN NU IS EEN BEWEEGMANAGER, EEN ALLESKUNNER. HIJ OF ZIJ LEERT DE LEERLINGEN BEWEGEN EN BRENGT ZE PLEZIER VOOR SPORT BIJ. EN HIJ LEERT COLLEGA-DOCENTEN HOE ZE BEWEGEN KUNNEN INTEGREREN IN HET TOTALE LESPAKKET.
31
sportprof
jan rijpstra
lk jaar studeren er zo’n 700 nieuwe leraren af aan de zes ALO’s die ons land rijk is. Samen met hun collega’s die gestudeerd hebben aan de CIOS-opleidingen en de opleidingen Sport en Bewegen aan de verschillende ROC’s vormen zij dé deskundigen op het gebied van motorisch leren. Uiteraard komen al die voormalige studenten niet allemaal in het onderwijs terecht. De mogelijkheden zijn legio. Zo vinden steeds meer ALO’ers een baan als buurtsportcoach, zijn er mogelijkheden als trainer bij sportclubs en biedt ook de fitnessbranche veel werkgelegenheid. Ook een carrière als manager in de sport is een optie. Toch kiezen afgestudeerden de laatste jaren weer vaker voor het onderwijs. Daar komt ook steeds meer ruimte voor. “Tot een aantal jaar geleden zag je afgestudeerden vaker voor een baan buiten het onderwijs kiezen. Nu is er weer meer aandacht voor lichamelijke opvoeding bij gemeenten en schoolbesturen. Dat is goed voor de werkgelegenheid’’, zegt Jan Rijpstra. Hij is voorzitter van de KVLO, de
32
ANP PHOTO
Koninklijke Vereniging voor leraren Lichamelijke Opvoeding. De vakvereniging heeft meer dan 10.000 leden en behartigt hun belangen.
Vrijheid van onderwijs Uiteraard is Rijpstra, zelf leraar lichamelijke opvoeding maar al ruim twintig jaar werkzaam in de politiek als Kamerlid en burgemeester, blij dat zijn vak weer in de lift zit.
sportprof
Toch kan het nog veel beter. Zo krijgen veel basisschoolleerlingen nog steeds geen drie uur bewegingsonderwijs per week. “Daar was ik als Kamerlid al in 1994 mee bezig’’, verzucht Rijpstra. “Het is lastig dat bij wet te regelen door de vrijheid van onderwijs die we kennen in Nederland. Veel schoolbesturen willen niet dat Den Haag zich met hun onderwijs bemoeit. Ik ben voor vrijheid van onderwijs, maar elk kind hoort gewoon
jan rijpstra
drie uur lichamelijke opvoeding per week te krijgen, van kleuters tot en met groep 8.’’ Na twintig jaar debatteren lijkt er eindelijk schot in de zaak te komen. “De Kamer wil nu dat staatssecretaris Dekker van Onderwijs met een voorstel komt hoe hij ervoor wil zorgen dat die drie uur worden vastgelegd.’’ Buiten ‘Den Haag’ om gebeurt er overigens veel, mede door de al twintig jaar
33
durende discussie. Rijpstra noemt Amsterdam als goed voorbeeld. “Daar hebben ze het gewoon op gemeentelijk niveau geregeld. Hartstikke goed. Maar elders krijgen kinderen nog steeds te weinig les.’’ Ook worden de gymlessen op veel scholen nog niet door bevoegde leraren gegeven. Dat zijn vakleerkrachten lichamelijke opvoeding, of basisschoolleraren die aan de pabo hun bevoegdheid LO hebben gehaald. Slechts
sportprof
jan rijpstra
een kwart van alle scholen laat de gymlessen door vakleerkrachten geven. 46 procent werkt met uitsluitend groepsleerkrachten waarvan slechts zestig procent over een aanvullende bevoegdheid beschikt. Dat de lessen door bevoegde en bekwame docenten worden gegeven, is ontzettend belangrijk, zegt Rijpstra. “Docenten lichamelijke opvoeding leren kinderen goed bewegen. Dat is iets anders dan ze een kunstje leren. Goede leraren signaleren motorische achterstanden en weten hoe ze die op moeten lossen. Goed leren bewegen is essentieel om je hele leven met plezier te blijven bewegen.’’
Gedifferentieerder Dat begint al bij de kleuters. Juist voor deze jonge kinderen zijn bekwame docenten nodig, terwijl de verplichting voor bevoegde docenten pas geldt vanaf groep 3. Dat moet veranderen en Rijpstra zou dan ook graag zien dat leraren in spe zich tijdens hun studie kunnen specialiseren in bewegingsonderwijs voor kleuters. Vier- en vijfjarigen leren bewegen is
“Ik ben voor vrijheid van onderwijs, maar elk kind hoort gewoon drie uur lichamelijke opvoeding per week te krijgen, van kleuters tot en met groep 8” Jan Rijpstra
namelijk heel iets anders dan het geven van gymlessen aan kinderen in groep 7 of 8. “Bovendien hebben kleuters veel meer beweegmomenten dan alleen de gymlessen. Denk aan het buitenspelen, of beweegmomenten in de klas. Gespecialiseerde docenten kunnen de groeps-
34
leerkrachten hierbij helpen. Specialiseren zou via een minor kunnen. We wisselen hierover van gedachten met de verschillende academies.’’ Sowieso zou de opleiding van leraren gedifferentieerder kunnen, denkt Rijpstra. Hij denkt bijvoorbeeld ook aan een specialisatie lesgeven op het mbo. Dan moet er echter wel meer bewegingsonderwijs op het mbo worden gegeven. Hier maakt de KVLO zich sterk voor. “Waarom hebben kinderen van zestien, zeventien, achttien jaar op de havo of het vwo wel bewegingsonderwijs en hun leeftijdsgenoten op het mbo niet? Op het voortgezet onderwijs zijn de uren lichamelijke opvoeding bij wet geregeld, op de mbo’s niet. De mbo-scholen zijn autonoom en bepalen zelf welke lessen ze geven, maar het zou goed zijn als er vanuit Den Haag een richtlijn komt specifiek voor bewegingsonderwijs.’’
Concentreren Er zijn steeds meer scholen, in het basisen voortgezet onderwijs, die zich profileren met extra sport en bewegen. Er zijn al jaren sportklassen op sommige scholen, maar ook op andere scholen dringt steeds meer door dat kinderen door regelmatig te bewegen beter presteren. Zo is er in Limburg dit schooljaar een proef waarbij op vier basisscholen elke dag een uur gymles wordt gegeven. Ook zijn er scholen waar leerlingen voor de wiskundeles tien minuten bewegen. Onderzoek wijst uit dat ze zich daarna beter kunnen concentreren. Al deze initiatieven bieden perspectief voor leraren lichamelijke opvoeding. Rijpstra waarschuwt er echter wel voor dat de beweegmomenten gedurende de dag niet in plaats van de gymlessen mogen komen. “Het gaat namelijk niet alleen om het bewegen op zich, het gaat vooral om het motorisch leren. Het zou én-én moeten zijn.’’
sportprof
jan rijpstra
Een op de tien studeert door na de ALO
Voor leraren lichamelijke opvoeding ligt er de taak om zich bezig te houden met het complete beweegvraagstuk op scholen. Dat doen veel collega’s al langer, zegt Rijpstra. De tijd dat de gymleraar zich opsloot in de zaal en zich niet bemoeide met wat er verder gebeurde op school, is al lang voorbij. “Leraren lichamelijke opvoeding houden zich bijvoorbeeld samen met leerlingen bezig met de inrichting van het speelplein”, zegt Rijpstra. Ook is er steeds meer werk voor de gymleraar na schooltijd. Rijpstra: “In veel gemeenten komen docenten lichamelijke opvoeding deels in dienst als combinatiefunctionaris of buurtsportcoach. Zij bieden na schooltijd sport en bewegen aan en zorgen voor verbinding met de sportclubs.’’
Er zijn in Nederland zes Academies voor Lichamelijke Opvoeding: aan de hogescholen van Amsterdam, Den Haag, Eindhoven, Groningen, Zwolle en Nijmegen. Hier word je opgeleid tot eerstegraadsleraar lichamelijke opvoeding. Ook zijn er opleidingen tot sportinstructeur op mbo-niveau. Die worden onder andere gegeven op de vijf CIOS’en in Haarlem, Heerenveen, Arnhem, Goes-Breda en SittardVenlo. Ook heeft bijna elk ROC de opleiding Sport en Bewegen. Met een opleiding op niveau 4 kun je doorstromen naar de ALO. Het is goed mogelijk om na de ALO door te studeren. Bijna één op de tien studenten gaat na het afstuderen nog een andere opleiding doen. Bijvoorbeeld de master Pedagogiek of Bewegingswetenschappen. De ALO’s in Amsterdam en Den Haag werken daarvoor samen met de Vrije Universiteit in Amsterdam. Wie tijdens de studie aan de ALO al modules op de VU volgt, bijvoorbeeld tijdens de minor, kan binnen één tot anderhalf jaar het masterdiploma bewegingswetenschappen halen. Op de HAN in Nijmegen kun je de master Sport en Beweeginnovatie doen. Bij Hogeschool Windesheim in Zwolle studeert dertien procent van de afgestudeerden door. Zij kiezen voor masters als Sporteconomie, Sportmanagement, Bewegingswetenschappen en Pedagogiek. Tijdens de opleiding kun je in Zwolle profileringscursussen volgen om makkelijker door te stromen naar een master. Wie enkele jaren werkervaring heeft, kan kiezen voor de hbo-master Physical Education and Sport Pedagogy, die op Windesheim wordt gegeven.
Totaalconcept Door deze ontwikkelingen verandert het vak van docent lichamelijke opvoeding. Rijpstra: “De perspectieven van het vak zijn positief, maar er valt nog veel te verbeteren. Het liefst zie ik dat er in de toekomst elke dag lichamelijke opvoeding wordt gegeven, in combinatie met een verlengde schooldag, zodat de extra lessen niet ten koste gaan van andere vakken. Ook zou er op scholen gewerkt moeten worden in beweegteams, waarin docenten lichamelijke opvoeding samenwerken met buurtsportcoaches en mensen met een Sport en Bewegen-achtergrond. Zo kun je de mensen inzetten waar ze nodig zijn en een totaalconcept bewegen op school maken.’’
De Fontys Hogeschool in Eindhoven biedt de deeltijd hbo-master Master of Sports aan. Daarin leer je onderwijs- en bewegingsprogramma’s ontwerpen en implementeren. De opleiding start eens in de twee jaar. De eerstvolgende opleiding gaat in september 2017 van start. Ook stromen Eindhovense studenten door naar andere masters zoals International Sportsmanagement (Cruyff Institute Amsterdam), Gezondheidswetenschappen (Maastricht) of Educational Theory (Fontys Hogeschool Tilburg). De Hanzehogeschool in Groningen heeft twee masters die je daar na de ALO kunt volgen: Healthy Ageing, Sports, Health and Wellbeing en Talentontwikkeling en Diversiteit. Ook is er een schakelprogramma om te kunnen overstappen naar de bewegingswetenschappen of pedagogische wetenschappen aan de Rijksuniversiteit Groningen. Rijpstra: “Er komen steeds meer mogelijkheden om door te studeren. Die masters zijn goed voor de ontwikkeling van het vak, net als de verschillende lectoraten die op de hogescholen zijn ingesteld.”
35
Opleiding SportMarketing & Management
‘Het zijn niet de sterksten of slimsten die overleven, maar degenen die zich het beste aanpassen aan de omgeving.’ In een steeds sneller veranderende wereld, een essentiële competentie. Wij, van Sportmarketing & Management, leiden onze studenten op tot ‘game changers’ in de sport!
De economie is in transitie, duurzame en sociale initiatieven komen als paddenstoelen uit de grond en bestaande organisaties zijn zichzelf aan het heruitvinden. In de sportbranche ontstaat steeds meer ruimte voor nieuwe initiatieven en rigoureuze verandering. In ons nieuwe curriculum, dat zojuist in ons eerste jaar van start is gegaan, staat de praktijk centraal. De klassen acteren als sportmarketingbureaus en proberen met behulp van docenten real life casussen op innovatieve wijze op te lossen. Bij Sportmarketing & Management begint je carrière met 4 jaar werkervaring.
Meer weten? Neem contact op met Coen: T: 010-7947000/ E: duicr@hr.nl
sportprof
column
column
Geen andere branche verandert zo snel als de sportbranche 2016: het jaar met een mooie sportzomer. We kunnen helaas niet afreizen om Oranje aan te moedigen tijdens het Europees Kampioenschap voetbal in Frankrijk, maar we kunnen wel naar het EK atletiek in het Olympisch Stadion in Amsterdam, kijken naar de Olympische Spelen in Rio de Janeiro op Eurosport en Studio Sport en op bezoek bij de WK roeien op de Willem-Alexander Baan in Rotterdam. Er zijn goede opleidingsprogramma’s bij diverse sporten waardoor Nederland de top 10-ambitie na kan streven. Laten we er daarom van uitgaan dat we deze zomer naar Rio gaan met de grootste olympische ploeg ooit. In voorbereiding op dit mooie evenement strijden de Nederlandse atleten om het hoogst haalbare. Neem de diverse damesteams. De waterpolo- en volleybalvrouwen grepen in januari net naast een olympisch ticket en moeten daarom een Olympisch Kwalificatie Toernooi (OKT) spelen om een ticket naar Rio te bemachtigen. Tijdens mijn studie was er één opleidingsprogramma SportMarketing & Management en werd sport uitsluitend uitgezonden door de NOS; sport las je op de sportpagina’s van de landelijke dagbladen en je bezocht de teletekstpagina’s 601, 801 en 818. Zondagavond 20 december 2015: een historisch moment. De Nederlandse handbalsters kunnen geschiedenis schrijven, voor het eerst heeft Oranje een WK handbalfinale bereikt. Gedurende de WK handbalfinale op Ziggo Sport Totaal realiseerde ik mij dat er een nieuw tijdperk is aangebroken. Geen liveverslag meer op de NOS, maar een nieuw praatprogramma Peptalk als je geabonneerd bent op Ziggo, waarbij Jack van Gelder en zijn collega’s de handbalsport de aandacht geven die de vrouwen verdienen. De handbaldames doorlopen een mooi traject en willen het beste in zichzelf naar boven halen en het optimale doel in Rio bereiken. In de sportbranche ontstaat steeds meer ruimte voor nieuwe initiatieven en rigoureuze veranderingen. Tijdens mijn werkzaamheden bij de opleiding SportMarketing & Management wil ik met mijn collega’s inspelen op deze ruimte om gamechanger te zijn en studenten daar ook voor op te leiden. De studenten streven persoonlijke doelen na en kunnen daarbij nog van de topsportmentaliteit leren om olympische prestaties te behalen. Onze missie is dezelfde als die van onder anderen de handbaldames: het beste in jezelf naar boven halen en dat laten zien in de praktijk. Laten we met z’n allen nastreven dat we sport in Nederland met elkaar groter kunnen maken en ervan uitgaan dat álle vrouwenteams zich plaatsen voor de Olympische Spelen in Rio de Janeiro en onderdeel worden van TeamNL.
Kiki Streefkerk
Kiki Streefkerk behaalde haar Bachelor of Commerce met de specialisatie SportMarketing & Management aan de Hogeschool Rotterdam; ze voltooide de expert class Professioneel Sportmanagement aan de Vrije Universiteit Brussel en de Executive MBA Sportmanagement bij het Sport Management Instituut van de Wagner Group. Kiki is een passioneel liefhebber van sport, in het bijzonder van waterpolo, tennis, golf en hardlopen. Momenteel is ze werkzaam als docent sportmanagement en accountmanager bij de opleiding SportMarketing & Management aan de Hogeschool Rotterdam. k.streefkerk@hr.nl
37
sportprof
ď ” EK atletiek
38
sportprof
EK atletiek
Het grootste sportevenement ooit in Amsterdam (na de Olympische Spelen van 1928) De organisatie achter de EK atletiek 2016
Edward Swier
ALS DAFNE SCHIPPERS IN JULI NAAR GOUD OP DE EUROPEES KAMPIOENSCHAPPEN ATLETIEK IN AMSTERDAM SPRINT, HEEFT ZE DAT NATUURLIJK VOORAL TE DANKEN AAN HAAR EIGEN TRAININGSARBEID, MAAR OOK AAN DE INZET VAN HONDERDEN PROFESSIONALS EN VRIJWILLIGERS DIE DE TITELSTRIJD IN DE JAREN VOORDIEN, GOEDDEELS ACHTER DE COULISSEN, HEBBEN VORMGEGEVEN. WIJ MAAKTEN EEN ‘RÖNTGENFOTO’ VAN HET MEGA-EVENEMENT, DAT VAN 6 TOT EN MET 10 JULI IN HET OLYMPISCH STADION PLAATSVINDT.
39
sportprof
EK atletiek
pel NOC*NSF, vrijwilligers; allen dragen hun steentje bij – financieel of fysiek.
Een prettig vertrekpunt
ie zijn bij de organisatie betrokken en trekken de kar? Wat zijn de sportieve en economische kansen? Hoe werken publieke sector en private partijen samen? En wat zijn de ‘eisen’ van sponsoren en subsidiegevers? Het zijn, voor een ieder die in de toekomst wel een functie in deze markt zou willen, interessante vragen. “Ik geef graag onze facts and figures, het is mooi als we met dit evenement iets blijvends achterlaten voor de volgende generatie”, aldus Rien van Haperen. Als directeur van de Stichting EK Atletiek Amsterdam 2016 weet Van Haperen als geen ander dat er nog heel wat water door de Amstel zal stromen voor Amsterdam het toernooi – 1.300 deelnemers, 51 landen, 46 atletieknummers – kan ontvangen. En dat terwijl er de voorbije jaren al zo veel werk is verzet. Gelukkig hoeft hij het niet allemaal alleen te doen. Sterker nog, bij de organisatie van een evenement als een Europees kampioenschap komen vele partijen in actie. Lokale overheden, ministeries, commerciële partners, de Atletiekunie en sportkoe-
40
Het begint, logisch, bij het begin. Zelfs al komt het initiatief voor een evenement – bij wijze van spreken – van een particulier, bedrijf of vereniging, uiteindelijk zal de bond zo’n idee altijd moeten steunen. Voor de organisatie van een EK atletiek is dat niet anders. “De Europese atletiekbond, European Athletics, doet alleen ‘zaken’ met bonden en gemeenten. Het contract voor dit evenement, met de rechten én vooral plichten, is dan ook opgemaakt door European Athletics en getekend door de Atletiekunie en Amsterdam.” Gemeente en bond willen en kunnen echter niet zorgdragen voor de totale organisatie. Beide leverden twee bestuurders voor een stichtingsbestuur dat de titelstrijd vormgeeft. Hoewel wethouder Eric van den Burg energiek genoeg is, en zich enorm verbonden voelt met het evenement, kan hij politiek gezien niet zomaar zelf in zo’n bestuur gaan zitten. De gemeente schoof juriste Marjan Olfers en voormalig wethouder Geert Dales naar voren. De Atletiekunie leverde vicevoorzitter John Bos en olympisch kampioene Ellen van Langen. Namens het Olympisch Stadion nam Ton Nelissen zitting, Jan de Jong deed dat voor host broadcaster NOS. Age Fluitman, onder meer voorzitter van de hoofdstedelijke Kamer van Koophandel, werd voorzitter. Het tekent direct welke organisaties en instanties een belangrijke stem in het kapittel hebben. Een van de eerste taken van het stichtingsbestuur was het aanstellen van een ‘kwartiermaker’. Deze werd later ook directeur: Rien van Haperen. Hij weet als geen ander hoe de hazen in atletiekland lopen. Van Haperen is als voormalig directeur van de Atletiekunie een geboren verbinder. De CEO van de Stichting EK Atletiek Amsterdam 2016 zette
sportprof
EK atletiek
een projectorganisatie op die ‘lean en mean’ is. “We hebben er bewust voor gekozen op elk terrein dé specialist te zoeken. Het heeft niet zo veel zin het wiel opnieuw uit te vinden, je kunt beter in zee gaan met degene die al een goed rollend exemplaar gemaakt heeft. Als je vlot alle kennis en ervaring samenbrengt, heb je meteen al een prettig vertrekpunt.” Voor het competitiegedeelte – zoals de indeling van het wedstrijdschema en de -jurering – wordt teruggevallen op de kennis en knowhow van de Atletiekunie; in de persoon van Yvonne van Langen en Annemieke Sirks werden twee communicatieprofessionals aangetrokken en voor onder meer ‘planning and control’ werd een beroep werd gedaan op het management- en adviesbureau van Yvonne Tamminga en Yvon Roelofs. Voordat zij SportYv oprichtten, deden de twee veel ervaring op bij het organiseren van evenementen voor NOC*NSF, de Atletiek unie en diverse andere sportbonden. Tamminga en Roelofs namen onder meer de recrutering van liefst 1.750 vrijwilligers op zich.
eerder succesvol organisator van onder meer het WK hockey, WK roeien, EK volleybal, EK shorttrack, WK beachvolleybal in Nederland en het jaarlijkse golftoernooi KLM Open. “TIG heeft met name grote ervaring
Museumplein, waar de kwalificaties van het speer- en discuswerpen worden gehouden.” Van Haperen is erg enthousiast over de samenwerking met TIG. “Ze zijn in sommige dingen zo handig geworden, ze doen ook meer dan vooraf afgesproken.”
“We zijn ons er allemaal van bewust dat we een gemeenschappelijk doel hebben: er een mooi en in alle opzichten succesvol EK van maken”
Voor de organisatie van de halve marathon – voor het eerst een officieel EKonderdeel – is de hulp ingeroepen van Le Champion. Deze organisatie draagt sinds jaar en dag zorg voor grote publieksevenementen als de Marathon van Amsterdam en de Dam-tot-Damloop en helpt zowel in aanloop naar als tijdens de EK met de grote logistieke operatie in de stad.
TIG Sports Een groot deel van de organisatorische klus wordt geklaard door TIG Sports. Het Amsterdamse sportmarketingbureau was
Rien van Haperen
in het zakelijke segment. We hebben ze graag aan boord. Ze werven sponsors voor ons, voorzien bovendien in de ticketing van het evenement (er wordt gerekend op zo’n 80.000 toeschouwers, ES) en zorgen voor de hospitality. Daarnaast hebben ze, mede dankzij de organisatie van al die andere evenementen, veel verstand van logistieke zaken. Ze zijn nadrukkelijk bezig met de inrichting van de verschillende venues, bij en in het Olympisch Stadion en op het
41
Volgens Van Haperen is de samenwerking tussen publieke en private sector “niet bepaald lastig. Omdat we ons er allemaal van bewust zijn dat we een gemeenschappelijk doel hebben: er een mooi en in alle opzichten succesvol EK van maken. Voor een wethouder geldt dat hij verantwoording aflegt aan de gemeenteraad en de burgers, de Atletiekunie heeft te maken met de Unieraad en voor een private partij is het toch vooral belangrijk dat er onder de streep nog iets overblijft.”
Legacy De eerste ideeën over een EK in het Olympisch Stadion dateren van tien jaar terug. In het biedingsproces speelde onder meer
Fontys Economische Hogeschool Tilburg.
De logische keuze. Ben jij op zoek naar een hbo-bacheloropleiding in hartje Brabant? Dan is een van onze opleidingen misschien wel iets voor jou!
SPECO, Sport & Marketing / Management Where Sport meets Business
SPECO, Sport & Media When Sport is the Message
Loop jij warm voor sport en ben je commercieel ingesteld of hou je van nieuwe media? Kom dan eens een kijkje nemen bij de SPECO opleidingen.
Communicatie Media, Mensen, Merken
International Business and Languages New Frontiers in Business
Fontys Economische Hogeschool Tilburg verzorgt al meer dan 25 jaar succesvol hbo-bacheloropleidingen op het gebied van sportmarketing, reclame en PR en internationale business en internationale marketing. Meer weten? Kijk op www.fontys.nl/feht of bel ons: 08850 77222
International Marketing and Management Business for the Next Generation
Johan Cruyff University Tilburg Topsporters & Sportmarketing
sportprof
NOC*NSF-voorzitter André Bolhuis, zich bewust van het belang van een dergelijk evenement in Nederland, een rol met een gloedvolle presentatie bij European Athletics. “Het is eigenlijk een heel natuurlijk proces geweest. Je hebt gangmakers en aanjagers nodig, maar daarnaast is het van groot belang dat je weet hoe je een organisatie vormgeeft als je het evenement eenmaal binnengehaald hebt.” Van Haperen noemt het “niet meer dan logisch” dat de Atletiekunie niet als organisator van het evenement kan optreden. “Je kan een bond, hoe goed georganiseerd ook, sowieso niet vragen om het financiële risico te nemen. Daar gaan de leden van een bond zelden of nooit akkoord mee, de gevaren zijn te groot.” Dat gezegd hebbende: Wat kost nu zo’n EK? De Stichting zegt te werken met een begroting van 14,6 miljoen euro. Een groot deel van de kosten, zo’n 25 procent, wordt gedragen door de gemeente Amsterdam, die zich met de EK op de kaart wil zetten als sportieve, ondernemende stad. Vanzelfsprekend rekent de gemeente op meer buitenlands bezoek ten tijde van het evenement, maar dient het – dankzij positieve reclame op tv (150 miljoen kijkers), in kranten en bladen en op sociale media – vooral op de lange termijn effect te sorteren. Amsterdam draagt overigens, buiten de EK-begroting om, zorg voor kosten die voortkomen uit de noodzakelijke aanpassingen aan (trainings)accommodaties rond het Olympisch Stadion. Vanzelfsprekend levert de Atletiekunie ook de nodige hulp in natura. 2,5 miljoen euro komt van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Voor grote sportevenementen met internati-
EK atletiek
onale allure is een speciale pot geld beschikbaar. Tachtig procent van het geldbedrag mag besteed worden aan organisatiekosten, de resterende 500.000 euro is ‘geoormerkt’. Daarmee moet een aantal side-events worden georganiseerd. Deze dienen direct én op termijn bij te dragen aan de ontwikkelen van breedtesport. Tal van Amsterdamse scholen en verenigingen werken in aanloop naar de EK speciale programma’s af, waaronder het door de Atletiekunie uitgewerkte Athletics Movements. Daarnaast vindt er een congres plaats, met enkele praktische seminars voor bezoekers uit de deelnemende landen. Ook is er een door schoenenmerk Brooks geadopteerde ‘Champions Run’ op het parcours, waarvoor de inschrijving begin januari start, en zal er een aantal paralympische evenementen worden gehouden. Onder het motto ‘Athletics Like Never Before’ is er aandacht voor duurzaamheid, gezondheid en cultuur, maar wordt bovendien de atletieksport in Nederland gepromoot. Het Mulier
Met of zonder vuurwerk CEO Van Haperen houdt, samen met zijn rechterhand COO Erik Cornelissen, financieel voortdurend de vinger aan de pols. “We zullen hoe dan ook voorkomen dat we vlak voor of vlak na het evenement opeens een miljoen euro tekort komen. We hebben een organisatie die naarmate het uur U nadert verder groeit, tot zo’n veertig betaalde medewerkers in juli. Maar, waar nodig, wordt nu al opgeschaald of juist weer afgebouwd.” Binnen de begroting is een aantal zaken aangemerkt met het predicaat ‘need to have’, en er is een lijstje met zaken die ‘nice to have’ zijn. “Vanzelfsprekend komt er een openingsceremonie, maar het zal van de financiële stand van zaken afhankelijk zijn of we die openingsceremonie met of zonder vuurwerk doen.” De voortdurende monitoring van de cijfers is ook noodzakelijk om subsidieverleners als de gemeente Amsterdam en VWS bij te praten. “Die vragen geregeld en terecht om voortgangsrapportages.” Van Haperen streeft er vooral naar een evenement neer te zetten dat “precies uitstraalt hoe wij in Nederland zijn. Het gaat European Athletics er toch vooral om dat het een sportief geslaagd EK wordt. Maar wij willen, na onder meer het succesvol verlopen WK hockey, WK beachvolleybal en EK volleybal, laten zien dat zo’n EK atletiek ook een enorm feest voor een hele stad, een heel land, kan zijn.”
“We zullen hoe dan ook voorkomen dat we vlak voor of vlak na het evenement opeens een miljoen euro tekort komen” Rien van Haperen
Instituut, de DSP-groep en de HvA werken aan een studie waarin de maatschappelijke spin-off van evenementen als het EK wordt gemeten. Juist die zogeheten ‘legacy’ zou bij European Athletics indruk hebben gemaakt. Van Haperen: “EA beseft dat er voor een mooie toekomst van de atletiek in Europa meer nodig is dan een organisatie die alle rekeningen betaalt. Zij snappen ook dat de effecten op termijn van talentontwikkeling en breedtesport belangrijk zijn.”
43
Voor meer informatie over de EK atletiek, zie www.amsterdam2016.org.
sportprof
stagiairs
“Ik deed allerlei klussen. Ik deed zo veel werk dat mijn eindopdracht voor school in gevaar kwam” Simon Rosmolen
Lennaert Ruinen
44
sportprof
stagiairs
Een stagiair: lust of last?
Tessa de Wekker
DE ENE STAGIAIR IS DE ANDERE NIET. SOMMIGE ZETTEN IN DRIE MAANDEN ZELFSTANDIG EEN PROJECT OP. ANDERE ONTGROEIEN DE STATUS VAN VEREDELDE KOFFIEHALER NAUWELIJKS. EN EEN DERDE GROEP DOET KLUSSEN WAAR HET VASTE PERSONEEL NOOIT AAN TOEKOMT. WAT ZORGT ERVOOR DAT EEN STAGE SUCCESVOL IS? EN HOE KUNNEN BEDRIJVEN EN STAGIAIRS ERVOOR ZORGEN DAT BEIDE WAT HEBBEN AAN DE SAMENWERKING? “EEN GOEDE VOORBEREIDING IS BELANGRIJK. ZET OP EEN RIJ WAT JE VAN ELKAAR VERWACHT”, ZEGT KIRSTEN VAN DER KOLK.
45
sportprof
stagiairs
Ze heeft meegemaakt dat het weken of zelfs maanden duurde voor een stagiair echt aan de slag was. Dat is niet goed voor de motivatie. “Stagiairs dreigen soms te verzuipen als niet duidelijk is wat ze moeten doen en bij wie ze terecht kunnen met hun vragen. Dan daalt de energie.”
an der Kolk, in 2008 olympisch kampioen roeien, werkte van 2001 tot 2013 op de Cruyff University. Daar was ze onder andere stagebegeleider en -coördinator. Inmiddels heeft ze een eigen bedrijf en wil ze samen met Sander Fonville trainingen voor stagebegeleiders bij bedrijven en instellingen opzetten. Daar is behoefte aan, merkte ze in haar tijd op de Cruyff University. “Ik had veel contact met bedrijven. Vaak is de wil er wel om een stagiair aan te nemen, maar loopt het vast op de begeleiding.”
Energie
En energie is juist een groot pluspunt van de meeste stagiairs. Ze zijn jong en komen niet zelden vol ambitie bij het bedrijf binnen. Van der Kolk: “Ze willen hun visitekaartje afgeven. Eindelijk kunnen ze de geleerde theorie in de praktijk brengen. Stagiairs zijn nog fris, ze zitten nog niet vast in de structuur van het bedrijf. Ze denken vaak in mogelijkheden in plaats van in onmogelijkheden. Bedrijven zouden daar beter op in kunnen spelen.”
Begeleiding Een goede begeleiding van een stagiair kost tijd. Het werk moet samen worden voorbereid, een stagiair zal vragen hebben en na afloop moet het werk ook worden geëvalueerd. Dat kan allemaal niet in een paar minuten tijdens de koffiepauze. “Hoe beter de begeleiding, hoe meer een bedrijf aan een stagiair heeft”, zegt Lars Hagen. Hij is opleidingscoördinator Sportmarketing & -management aan de Cruyff University. Elk jaar vaardigt die opleiding zo’n 300 stagiairs af (derde- en vierdejaars).
Zij en Fonville gaan zich bij het begeleiden van bedrijven richten op twee vraagstukken: Hoe begeleid je een stagiair en hoe kan een stagiair zo efficiënt mogelijk worden ingezet? Alles valt of staat met een goede voorbereiding, zegt Van der Kolk. Van beide kanten. Studenten zouden voor de stage begint op papier moeten zetten wat ze van het bedrijf verwachten en wat hun ambities zijn. Aan Voor sommige studenten is het lastig om een afstude andere kant moet ook het bedrijf duidelijk hebben deerstage te vinden. Hagen: “Bedrijven hebben het wat het van de stagiair wil. “De normen en waarden op liefst alleen maar handjes. De derdejaarsstage is echt de werkvloer moeten duideeen meewerkstage, maar lijk zijn. Ook moet een bedrijf het is de bedoeling dat stuweten wat de stagiair voor zijn denten tijdens hun vierdestudie moet doen tijdens de jaarsstage aan hun eigen stage. En er moeten duidelijke afstudeeronderzoek werwerkzaamheden zijn voor de ken. Bedrijven vragen dan stagiair. Die zijn vaak niet helwel eens: ‘Maar wat hebder geformuleerd”, zegt Van ben wij er dan aan?’ Nou, je Lars Hagen der Kolk. hebt een gemotiveerd per-
“Hoe beter de begeleiding, hoe meer een bedrijf aan een stagiair heeft” 46
sportprof
stagiairs
“Een stagiair is net klei. Je kunt hem of haar nog helemaal kneden” Mathijs Leenhouts
soon binnen je bedrijf. Ik heb meegemaakt dat stagiairs na hun stage bij het bedrijf blijven werken.”
In de kijker spelen Simon Rosmolen is zo iemand die bij zijn stagebedrijf is ‘blijven hangen’. Hij is nu 26 en werkt alweer drie jaar bij Stichting Life Goals. Die stichting helpt mensen aan de onderkant van de samenleving om via sport weer mee te doen. Stichting Life Goals organiseert sportprogramma’s voor bijvoorbeeld daklozen, verslaafden, tienermoeders en ex-gedetineerden. Rosmolen studeerde Sportmanagement aan Hogeschool Windesheim in Zwolle en deed zijn afstudeerstage bij Life Goals. Naast dat hij er aan zijn afstudeeropdracht schreef, ondersteunde hij allerlei sportprogramma’s. “Ik deed allerlei klussen. Ik schreef persberichten, maakte afspraken met leveranciers en deelnemers en hielp tijdens de toernooien zelf. Ik deed zo veel werk dat mijn eindopdracht voor school in gevaar kwam”, zegt hij lachend. Met al die extra werkzaamheden speelde Rosmolen zich echter wel in de kijker bij zijn werkgever. Die wilde hem graag in dienst nemen na zijn afstuderen. Toen hij eenmaal zijn eindopdracht af had, kon hij aan de slag. Inmiddels heeft Rosmolen de portefeuille communicatie en sponsoring bij Stichting Life Goals in handen. Zo was hij afgelopen jaar verantwoordelijk voor de mar-
keting en communicatie rondom de Homeless World Cup voetbal die in Nederland werd georganiseerd.
Keihard werken Rosmolen is lang niet de enige die na zijn stage in dienst kwam bij het stagebedrijf. Zo verging het ook Mathijs Leenhouts (29). Hij studeerde Sport Gezondheid en Management aan de Hanze Hogeschool in Groningen en deed zijn afstudeerstage bij de Tottenham Hotspur Foundation. Hij werkt daar nu al weer vier jaar. De foundation houdt zich bezig met alle maatschappelijke projecten van de Londense voetbalclub en organiseert activiteiten voor bijvoorbeeld kinderen, werklozen en mensen met een handicap.
47
Kijk verder dan je sport breed is! Makkelijker studeren door bewegend te leren? Een analyse lab voor beter zwemonderwijs? Gedragsproblemen aanpakken met sport? Een beweegkuur tegen diabetes? Meer jongens interesseren voor hockey? Een sportkeuze app voor kinderen? Je zit als sportprofessional vol ideeën voor innovatieve oplossingen. Maar hoe maak je nu echt het verschil?
Start in Papendal met de Master Sport- en Beweeginnovatie: • Regisseer je eigen innovatieproject • Realiseer oplossingen voor jouw praktijk • Leer praktijkgericht onderzoek opzetten en uitvoeren • Verbind theorie, onderzoek, beleid en praktijk • Geef richting aan sociale innovaties • Verbind sport met andere sectoren zoals zorg en/of welzijn • Behaal je mastertitel MSc
‘Mensen met medische klachten via de huisarts en het fitnesscentrum in een toegankelijk en breed sportnetwerk brengen. Een goed idee, maar ik heb de opleiding nodig voor de theoretische kaders. Het helpt mij om Fitness 2.0, als samenwerkingsproject tussen huisartsen, sportverenigingen en de fitnessbranche, in de markt te zetten.’ Ronald Wouters, directeur Fit!vak
open avond
16 februari
Voor persoonlijk advies: T 024-353 06 00 | masters@han.nl
www.han.nl/msbi HAN Masteropleidingen zijn door de NVAO-geaccrediteerd
king enwer In sam . NOC*NSF .a met o SB en NI
sportprof
stagiairs
“Zorg dat je de juiste mensen binnen het bedrijf leert kennen”
Leenhouts vroeg na zijn Naast hard werken is het stage of hij kon blijven. Op belangrijk om te laten weten dat moment wilde de club wat je graag wilt. Rosmolen: een fietsproject in Londen “Ik heb al vroeg kenbaar organiseren omdat er in deze gemaakt dat ik graag zou stad weinig tot niet wordt willen blijven na mijn stage, Simon Rosmolen gefietst. “Ze zeiden: ‘jij bent als daar de mogelijkheid voor Nederlander en weet veel was. Zo laat je zien dat je van fietsen, ga jij het maar ambitieus bent. Ook netwerdoen’. Ik kreeg een contract voor drie maanden en ken is belangrijk. Zorg dat je de juiste mensen binnen een blank sheet.” Leenhouts stortte zich op het project het bedrijf leert kennen. En vraag de directeur als er en maakte indruk. Hij werd daarna aangenomen als geen plek is om bij het stagebedrijf te blijven werken, projectassistent, werd vervolgens projectcoördinator of hij of zij andere bedrijven kent waar ze wel mensen en is inmiddels ‘Senior Employment and Skills Officer’. zoeken en of hij een goed woordje voor je wil doen.” Ook hij heeft tijdens zijn stage alles aangepakt wat hij kon doen. Vaak was hij de hele dag bij activiteiten en ook ’s avonds hielp hij mee. “Ik ging niet zeggen: ’s avonds werk ik niet. Je moet juist laten zien dat je gemotiveerd bent. Doordeweeks deed ik zo veel werk, dat ik mijn scriptie in het weekend moest schrijven. Dat was wel zwaar, maar ik heb het gered en heb mijn diploma. Dat ik bij Tottenham Hotspur stage kon lopen, was een lot uit de loterij. Puur geluk. Maar dat ik er nu nog werk, heb ik aan mezelf te danken door gewoon keihard te werken.”
Attitude Daar let Leenhouts nu zelf ook op bij de mensen die hij begeleidt in de werkervaringsprojecten van de Tottenham Hotspur Foundation. In die projecten biedt de club mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt een soort stage aan. Van die mensen wordt soms ook iemand aangenomen. Leenhouts: “Ik let vooral op hoe graag mensen willen. Zijn ze op tijd? Stellen ze veel vragen? Wat is hun attitude? Ik kijk waar de kansen liggen.”
Kneden Rosmolen en Leenhouts zijn van mening dat een goede stagiair een bedrijf veel kan opleveren. Rosmolen: “Een stagiair doet veel klussen die anders blijven liggen.” “Een stagiair is net klei. Je kunt hem of haar nog helemaal kneden”, zegt Leenhouts. “Je kunt hem of haar opleiden zoals je wilt, zodat hij of zij precies in je bedrijf past.” Rosmolen: “En dat tegen een laag tarief. Zo krijg je een win-winsituatie.” Dat wil Van der Kolk met haar trainingen vaker bewerkstelligen. “Stagiairs gebruiken stages om te kijken of een bepaalde baan of bedrijf iets voor ze is. Maar bedrijven of instellingen kunnen de stage natuurlijk ook gebruiken om een potentiële toekomstige werknemer te testen. Sommige bedrijven zijn zich van die mogelijkheid bewust, andere nog niet.”
49
50
sportprof
niels schut
Niels Schut: van student SM&O naar zelfstandig ondernemer
Sportunity stelt de ongebonden sporter centraal
Leon Janssen Lok
RECHTSTREEKS VANUIT JE STUDIE EEN EIGEN ONDERNEMING STARTEN, ER ZIJN NIET VEEL STUDENTEN DIE DAT AANDURVEN EN VOOR ELKAAR KRIJGEN. NIELS SCHUT ZAG TIJDENS ZIJN STUDIE EEN GAT IN DE MARKT EN GING ERVOOR. NU RUNT HIJ SPORTUNITY EN BEREIDT HIJ SPORTBONDEN VOOR OP EEN NIEUWE TOEKOMST VAN DE SPORT DOOR ZE IN CONTACT TE BRENGEN MET DE ONGEBONDEN SPORTER.
51
sportprof
niels schut
et begon allemaal in de zomer van 2012, toen Schut op de tennisvereniging waar hij zelf lesgaf te maken kreeg met een bijzonder fenomeen: “Mensen kwamen naar mij toe met de vraag of ik niet iemand voor ze kon vinden met wie ze konden tennissen. Ik probeerde mensen aan elkaar te koppelen, maar het maken van een goede match viel niet altijd mee. Ik had al snel het idee dat dat toch eenvoudiger zou moeten kunnen.”
Afstuderen met een 10 Schut was op dat moment tweedejaars student Sport Management & Ondernemen aan de Hogeschool van Amsterdam. “Ik wilde met mijn passie voor sport iets betekenen voor de sportwereld. In dit verschijnsel zag ik meteen mogelijkheden, want ik wist ook dat de tennissport het in Nederland moeilijk heeft. Het ledental van verenigingen is flink teruggelopen, en vijftig procent van de leden zegt binnen drie jaar zijn lidmaatschap op, omdat ze geen medespelers kunnen vinden. Ik bedacht
52
toen Netband.nl, een online platform voor tennissers, tennisverenigingen en tennistrainers om medespelers te vinden, banen te boeken en te tennissen waar, wanneer en met wie je maar wilt. Verenigingen kunnen hun lege tennisbanen beschikbaar stellen en hun leden, maar dus juist ook niet-leden, met elkaar in contact brengen, waardoor ze een hogere baanbezetting realiseren, nieuwe doelgroepen bereiken en leden langer lid blijven.” “Tijdens mijn studie had ik volop mogelijkheden om dit idee door te ontwikkelen, ik zocht en vond partners die dit samen met mij wilden oppakken, presenteerde mijn idee bij de KNLTB (die toen nog terughoudend was voor deze nieuwe kijk op verenigen) en maakte er een echte onderneming van. Heel veel op school was ik in die tijd eerlijk gezegd niet. In mijn afstudeerjaar ontwikkelde ik een testfase met verschillende tennisverenigingen en verdiepte ik mij in de ongebonden sporter. Met die kennis en het platform Netband.nl studeerde ik uiteindelijk eind 2014 met een 10 af als Honours student van de opleiding Sport Management & Ondernemen. En met nominaties voor de Meest Onderscheidende Student, de Meest Ondernemende Student en de Van Mechelen Scriptieprijs
sportprof
niels schut
was ik klaar om mijn concept echt op de markt te brengen en de tennissport een nieuwe kans te bieden!”
Sportunity Inmiddels gaat het niet meer alleen om tennis. Netband.nl is een onderdeel van het overkoepelende Sportunity dat het motto voert ‘Our mission is to connect people who love sports!’. Schut ervoer al gauw dat ook andere sportbonden met het ‘probleem’ van de ongebonden sporter kampen. “Het zijn vooral de individuele sporten waarbij je deze ontwikkeling ziet. De maatschappij is veranderd en trends als individualisering en consumentisme hebben een enorme invloed op de sporters van deze tijd. De sportmaatschappij is aan het kantelen en dat vergt een nieuwe aanpak. Verenigingen en bonden vinden nog steeds overwegend dat sporters lid moeten zijn als voorwaarde om te kunnen sporten. Maar de sporter van nu wil zelf kiezen wanneer, waar en met wie hij sport, en wil vaak ook meerdere sporten doen. De ‘community’ wordt bepalend: we moeten beleving en voordelen toevoegen en mensen met elkaar verbinden. Dan wordt men lid vanuit een meerwaarde in plaats vanuit een voorwaarde. Nieuwe sporten en organisaties hebben dat al goed begrepen en denken in communities, fanbeleving en sportexperience, en zullen hierdoor een steeds sterkere positie in de sportmarkt innemen.”
daarop in: “Wij willen graag de sportwereld versterken vanuit onze kennis, kunde en ervaringen over en met de ongebonden sport(er) en het ontwikkelen van oplossingen en tools om deze doelgroep te binden. Wij helpen bonden, organisaties
een bond die wil proberen om het aantal leden van 80.000 te laten groeien, door het potentieel van 2.500.000 schaatsers en 5.000.000 fans aan te spreken. Wij gaan samen met de KNSB de ongebonden sporter in kaart brengen en nieuwe verdienmodellen ontwikkelen waardoor de bond ook interessanter wordt voor partners en sponsoren.”
“Wij willen graag de sportwereld versterken vanuit onze kennis, kunde en ervaringen over en met de ongebonden sport(er)”
Meerwaarde voor sportbonden Veel bonden zien dat ook wel, maar missen volgens Schut het lef, de kracht, de (financiële) middelen of de kennis om het tij te keren en de ongebonden sporter voor zich te winnen. Met Sportunity springt hij
Niels Schut
en verenigingen vanaf het ontwikkelen van een businesscase die past bij hun cultuur en structuur, tot aan de realisatie van de nieuwste sportieve tools, communities en andere oplossingen om de ongebonden sporter weer te boeien en te binden. Hierin verbinden wij ook bonden met elkaar en participeren wij een groot deel mee, waardoor het voor de bonden financieel haalbaar wordt. We zijn nu bijvoorbeeld aan de slag met de schaatsbond (KNSB),
53
Schut merkt met Sportunity dat sportbonden openstaan voor zijn ideeën en plannen en ziet de toekomst rooskleurig tegemoet. Hij weet precies wat hij wil, laat kernbegrippen op slimme wijze in alle communicatie-uitingen terugkomen en gaat doortastend te werk. Met een goed idee vanuit je studie een succesvolle onderneming opzetten? Ja, het kan!
sportprof
advertorial
Innoveren kan je leren Student laat Nederland en Ethiopië sportkennis delen
Sport en Bewegen, Topsport Gelderland, de Hogeschool Windesheim en Respo International, een organisatie die zich inzet voor mensen met een handicap in ontwikkelingslanden.
Kevin Serra heeft in Ethiopië al een kijkje genomen bij sportcentrum EYSA.
KEVIN SERRA WERKT ALS DOCENT LICHAMELIJKE OPVOEDING EN BUURTSPORTCOACH IN DEURNE. TEGELIJKERTIJD VOLGT HIJ DE MASTEROPLEIDING SPORT- EN BEWEEGINNOVATIE AAN DE HOGESCHOOL VAN ARNHEM EN NIJMEGEN (HAN). DEZE MASTER IS GERICHT OP HET STIMULEREN VAN INNOVATIE IN DE SECTOR VAN SPORT EN BEWEGEN. IEDERE STUDENT START MET EEN CONCREET VRAAGSTUK WAARVOOR HIJ ‘NIEUWE’ OPLOSSINGEN BEDENKT EN ZE OOK DAADWERKELIJK IMPLEMENTEERT. De 31-jarige Serra verbindt als regisseur van het Dutch Ethiopian Sports Talent Alliance (DESTA)-project verschillende kennispartijen op het gebied van sport uit Nederland en Ethiopië met elkaar. De doelstelling is om talentontwikkeling in beide landen te verbeteren en nieuwe beweeg- en sportprogramma’s te ontwikkelen. Ethiopië beschikt sinds 2014 in de hoofdstad Addis Ababa over een High Performance Center. De Ethiopia Youth Sport Acadamy (EYSA) valt qua omvang te vergelijken met Sportcentrum Papendal. De EYSA moet het sportkader en de talent-
ontwikkeling in Ethiopië binnen meerdere sporten versterken. Ook de Ethiopische organisatie DIRES House of Sport, die zich inzet voor de gehandicaptensport, is erbij betrokken.
Stakeholders Serra heeft in de opleiding geleerd dat het belangrijk is om relevante stakeholders te betrekken bij innovatie. Daarom is er een samenwerkingsverband samengesteld dat naast de EYSA bestaat uit de organisatie die zich inzet voor de wielersport in niet-traditionele wielerlanden Bike 4 All, de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen
54
“De samenwerking heeft geleid tot de Dutch Ethiopian Sports Talent Alliance”, vertelt Serra, die als masterstudent van de HAN is benoemd tot manager van het project. “Onderwijs, onderzoeksteams en sportorganisaties zoeken samen naar manieren om sporttalenten te herkennen, te begeleiden en te ontwikkelen. Daarnaast wordt er gewerkt aan het ontwikkelen en uitvoeren van beweeg- en sportprogramma’s voor mensen met een handicap. Het doel is ook om internationale stageplaatsen te creëren. De invulling van het project komt tot stand dankzij een unieke samenwerking tussen trainers, coaches, atleten, experts en studenten. Zij kunnen pionieren om nieuwe kennis binnen Ethiopië en Nederland te ontwikkelen en te toetsen.”
Cultuurverschillen José Cuperus is zeer te spreken over het project. “Innoveren kan je niet alleen”, zegt de coördinator van de master Sport- en Beweeginnovatie. “Het gaat erom dat je gedifferentieerde partijen met verschillende denkbeelden bij elkaar brengt. Dat is precies wat er gebeurt in het project DESTA. Dankzij de grote cultuurverschillen tussen Ethiopië en Nederland kunnen beide partijen veel van elkaar leren als ze kennis uitwisselen. Voor Kevin is het leerzaam om de verschillende organisaties bij elkaar te brengen en de regie te behouden.
sportprof
advertorial
Hij doet ervaring op in het herkennen van succesfactoren voor innovatie en dat kan later goed van pas komen.” Serra is al in Addis Ababa geweest om een kijkje te nemen bij de EYSA. “Het sportcentrum ziet er prachtig uit met fraaie accommodaties voor onder meer basketbal, atletiek en voetbal. Daarnaast zijn er appartementen, waar de sporters kunnen verblijven.” Het is de bedoeling dat Nederlandse trainers, onderzoekers en studenten naar het sportcentrum in Ethiopië toe gaan om hun kennis te delen. “In Ethiopië kunnen ze veel leren van de kennis uit Nederland”, zegt Serra. “Datzelfde geldt ook omgekeerd.
Volgens coördinator José Cuperus is het project DESTA een mooi voorbeeld van wat er gebeurt binnen de masteropleiding Sport- en Beweeginnovatie.
De focussporten zijn momenteel voetbal, zwemmen en wielrennen. Maar atletiek zal daar ongetwijfeld bij komen. In Ethiopië ligt het niveau van het hardlopen heel erg hoog en ik denk dat daar ook veel leerpotentieel in zit.”
Communicatie Serra moet er voor zorgen dat de communicatie tussen alle partijen goed verloopt. “Dat valt niet altijd mee. Je hebt te maken met verschillende culturen. In Nederland kan je via de e-mail binnen 48 uur contact maken, maar in Ethiopië kan het wat langer duren. Maar gelukkig heb ik in Mulugeta Amellash, de directeur van DIRES House of Sport, een heel fijn klankbord. Hij kent beide culturen en spreekt beide talen.” Een delegatie van de Nederlandse partijen heeft de EYSA al bezocht. “Het is te vroeg om over resultaten te spreken”, zegt Serra. “Maar er wordt druk gebrainstormd. Dit heeft al 1.001 ideeën opgeleverd en zorgt voor veel inspiratie. Dit moet uiteindelijk de topsport, de gehandicaptensport en ook de breedtesport in beide landen ten goede gaan komen.” Volgens Cuperus is DESTA een voorbeeld van wat er gebeurt binnen de opleiding. “Masterstudenten werken twee jaar aan hun eigen innovatieproject. Deze projecten
55
lopen, net zoals de achtergronden van de studenten, erg uiteen. De gemeenschappelijkheid zit hem in de verbinding met sport en bewegen en de ambitie om bij te dragen aan de ontwikkeling van de sector. Masterstudenten werken met een relevant netwerk uit de praktijk. Het onderwijs voorziet in de nodige kennis en vaardigheden om succesvol te kunnen zijn. Ze doen ook onderzoek, maar uiteindelijk is dit een van de middelen die ze inzetten. Ze moeten leren om in het ware leven iets in beweging te zetten en dat ze daadwerkelijk een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van hun werkpraktijk. Deze insteek maakt dat de master een echte toegepaste opleiding is met een zichtbaar maatschappelijk effect.” Projectleider Serra heeft ook nog een toekomstdroom. “Het mooiste zou zijn als er nog veel meer organisaties uit andere landen bij betrokken kunnen worden. Want des te meer partijen je er bij kan betrekken, des te meer kennis je kan delen. En als er meer verschillende culturen bij elkaar komen, is de kans groter dat er nieuwe inzichten ontstaan. Ik hoop dan ook dat DESTA het beginpunt vormt van een groot internationaal kennisnetwerk.”
sportprof
vrijwilligers
Op zoek naar handjes
“ Vrijwillig is niet vrijblijvend”
56
sportprof
vrijwilligers
Edward Swier
ANP PHOTO
WERKERVARING, HET IS VAN HET GROOTSTE BELANG. OM OP TE VALLEN IN DE MÊLEE VAN WERKZOEKENDEN IS EEN GOEDGEVULD CV DOORGAANS EEN PRE. DAAR HOEVEN OVERIGENS NIET LOUTER BETAALDE BIJBANEN EN TOPFUNCTIES OP TE STAAN. EEN JOB ALS VRIJWILLIGER TIJDENS EEN GROOT SPORTEVENEMENT KAN OOK FLINK INDRUK MAKEN.
57
sportprof
vrijwilligers
oe rekruteren evenementorganisatoren hun onmisbare extra handjes, waar komen ze vandaan, wat zijn hun competenties? En hoe worden ze gekneed, opgeleid? Hoewel er vanzelfsprekend overlap is, kan er – blijkt al snel – geen sprake zijn van een blauwdruk voor evenementen, noch van vrijwilligers. Al is het maar omdat er soms heel andere vaardigheden worden gevraagd. Wie in 2016 tijdens de Olympische Spelen van Rio achter de bar in het Holland Heineken Huis wil staan, moet bijvoorbeeld niet alleen (bijna) afgestudeerd zijn, horeca- of hospitality-ervaring hebben en al wat van de wereld hebben gezien, maar bovendien precies bij het biermerk passen. Voor deze gewilde baan – die sommigen zelfs wel een kleine studievertraging waard vinden – is een uitgebreide selectieprocedure aanstaande, waarbij ruwweg slechts één op de twintig kandidaten wordt uitverkoren. Terwijl zij die zich aanmeldden als vrijwilliger voor het EK atletiek van 2016 of vorig jaar voor het WK beachvolleybal of de Tourstart in Utrecht vrijwel zonder uitzondering een functie kregen.
Ambassadeurs Randstad droeg afgelopen zomer zorg voor de inzet van ruim 1.500 vrijwilligers bij de start van de Tour de France in Utrecht. Zij draaiden gezamenlijk 4.500 diensten, voor in totaal 40.500 uur. De uitzendorganisatie
is specialist in dit werk. HR-manager Monica van Zeijl organiseerde namens Randstad het afgelopen decennium de rekrutering, het inwerken én het begeleiden van duizenden betaalde krachten en vrijwilligers bij grote publieksevenementen als EYOF 2013 (het Jeugd Olympisch Festival) in Utrecht en de start van de Tour de France in diezelfde stad. Daarnaast verzorgde Randstad onder meer de werving, selectie en begeleiding van personeel van het Holland Heineken Huis sinds Nagano 1998, de jaarlijkse bemensing van de Bloemententoonstelling Keukenhof en de restaurants die La Place uitbaat bij grote festivals als Lowlands. Ook bij het WK hockey van 2014 was Randstad nauw betrokken. Het enthousiasme om Tourmaker te worden was groot. Een kleine maand nadat de inschrijving was geopend, hadden zich al duizend vrijwilligers aangemeld. Van Zeijl: “Er was voldoende animo om alle posities in te vullen.” Waar voor langlopende evenementen beperkte beschikbaarheid vaak geen probleem is, was er voor de Tourmakers één voorwaarde. Ze moesten zowel 4 als 5 juli beschikbaar zijn. “Er was op die twee dagen zo veel inzet vereist, dat we die voorwaarde wel moesten stellen. In dat opzicht was de Tour ook wel heel speciaal, er was geen tijd om even in te komen, iedereen moest er gelijk vanaf het eerste moment staan.” Burgemeester Van Zanen liet in een speciaal filmpje nog weten hoe belangrijk de Tourmakers voor hem waren. “Vrijwilligers maken het verschil. Ze zijn de ambassadeurs van een evenement.”
Intrinsieke motivatie Het zijn precies de woorden van Yvonne Tamminga. Samen met Yvon Roelofs vormt zij SportYv, dat samen met sportmarketingbureau TIG een groot deel van de organisatie rond het EK atletiek verzorgt. Tamminga en Roelofs werven de vrijwilligers. Voor het EK atletiek worden mensen gezocht voor zeer uiteenlopende vrijwilligersfuncties, uiteenlopend van teamattaché tot
58
sportprof
medewerker antidoping, ceremoniemedewerker, gastheer of gastvrouw, medewerker transport of redactiemedewerker. Naast ‘een uniek kijkje achter de schermen, contact met gelijkgestemden en een professioneel kledingpakket’ wordt vrijwilligers ook een trainingsdag, een certificaat én een spetterend slotfeest aangeboden. Via een kennismakingsgesprek wordt met elke vrijwilliger naar de juiste functie gezocht. Tamminga: “We zijn ons er zeer van bewust dat vrijwilligers het gezicht en visitekaartje van het evenement zijn.”
vrijwilligers
pensatie echter geen bezwaar. Randstad zocht zijn Tourmakers met name via de (sociale) media, maar benaderde ook rechtstreeks sportclubs en studentenverenigingen. De eerste contacten met de aanmelders verliepen digitaal. Van Zeijl: “Veel vragen konden we via een FAQ op de site al beantwoorden, daarnaast was er een e-mailadres.” Voor de Tourmakers – tussen de achttien en 76 jaar, waarvan 54 procent man en zo’n beetje veertig procent afkomstig uit de stad Utrecht – werden in aanloop naar de Ronde van Frankrijk enkele plenaire bijeenkomsten georganiseerd, waaronder een inspiratiesessie half juni. Ze kregen onder meer een hospitality- en veiligheidstraining. “De doelstelling was om een keer met z’n allen bij elkaar te zijn, om energie te krijgen. Mensen die voor het eerst vrijwilliger zijn weten vaak niet half wat voor bijzondere ervaring ze gaan meemaken. Het levert vriendschappen voor het leven op.” Dat is vanzelfsprekend zeker het geval als je, zoals voor het Holland Heineken House, bijna een maand van huis bent en in een ver buitenland zit. “Dat is een once in a lifetime experience, waarbij je ook nog een uniek kijkje achter de schermen krijgt. En je ontdekt razendsnel of je ook in de toekomst binnen dit speelveld wilt werken.”
Van Zeijl geeft aan dat een vrijwilliger een verantwoordelijke taak heeft. “Vrijwillig is niet vrijblijvend. Er wordt wel professionaliteit van je verwacht. Voor ons is er ook geen onderscheid of we nu een betaalde kracht of een vrijwilliger inschakelen. We geven duidelijk aan wat we in een persoon zoeken. Flexibiliteit is een belangrijke competentie, alsmede oplossingsgerichtheid, verantwoordelijkheidsgevoel, doorzettingsvermogen, het kunnen werken in een team en intrinsieke motivatie. Je kunt mensen geen motivatie opleggen. Je moet enthousiast zijn ergens in te stappen. Of mensen al veel ervaring – in het bedrijfsleven of als vrijwilliger – hebben of niet, maakt niet uit. Aan ons als Opleidingseisen HR-managers de taak en Van Zeijl geeft studenten organisatie voor iedereen mee bewust aan hun cv een geschikte functie te te werken. “Het gaat werkvinden. Of, in het geval gevers tegenwoordig niet van het Holland Heineken alleen om werkervaring. Huis, zelfs – op basis van Vergeet niet te vermelden de gesprekken – de juiste dat je de junioren traint kamergenoot. Als eveneYvonne Tamminga bij de hockeyclub, dat je mentorganisatie moet je penningmeester bent van wel je dankbaarheid laten je studentenvereniging of blijken aan de mensen die bereid zijn hun tijd en energie in jouw evenement te vrijwilliger was tijdens de Tour de France. Het geeft steken. Begeleiding is belangrijk, aandacht ook. We een beter beeld van hoe gemotiveerd en actief iemand werkelijk is.” Ze ziet geregeld ‘groeibriljantjes’ tussen zorgen dan ook goed voor ze.” de vrijwilligers, die wat haar betreft zo bij Randstad Once in a lifetime aan de slag kunnen. “Ons netwerk groeit met elk Goede kleding en voldoende – en smakelijk – eten en evenement. Er zijn vrijwilligers die bijvoorbeeld later drinken zijn dan ook, naast een prettig rooster, belang- als betaalde kracht voor ons aan de slag gaan bij de rijk. Een vergoeding is doorgaans uitgesloten, ook reis- Keukenhof. We zijn altijd bereid de doorgroeimogelijken verblijfskosten worden zelden vergoed. Voor veel heden met ze te verkennen. Dat is een kruisbestuiving vrijwilligers is het ontbreken van een financiële com- die goed werkt.”
“We zijn ons er zeer van bewust dat vrijwilligers het gezicht en visitekaartje van het evenement zijn”
59
OPLEIDINGEN
AALO bestaat in 2016 precies 20 jaar en is met meer dan 50 opleidingen marktleider voor beroepsopleidingen in de fitness-, health-, yoga- en pilatesbranche Fitness Academie
Voeding Academie
Groepsfitness Academie
Yoga Academie
Pilates Academie
Sport Academie
Erkend door Nederlandse Raad voor Training en Opleiding
Powered by
sportprof
vrijwillegers
“Begeleiding is belangrijk, aandacht ook. We zorgen dan ook goed voor de vrijwilligers” Monica van Zeijl
Randstad zorgde de voorbije jaren ook altijd voor de selectie van de vrijwilligers voor het Holland Heineken Huis. Dat zal dit keer anders zijn. In Rio zal TIG Sports voor het eerst het HHH vormgeven en het bureau heeft ook zelf de uitverkiezing van de vrijwilligers op zich genomen. De eisen zijn stevig, aldus Noortje van der Lugt van TIG. Voor het HHH worden vrijwilligers met de volgende eigenschappen gezocht: dienstverlenend ingesteld, stressbestendig en met durf, zelfstandig en initiatiefrijk, flexibel ingesteld, aanpassingsvermogen, geen negen-tot-vijfmentaliteit, goede contactuele eigenschappen, doorzettingsvermogen, teamplayer, verantwoordelijkheidsgevoel, betrokken, vermogen om overzicht te houden, representatief en verzorgd voorkomen. En een oranje sporthart. De selectie start begin 2016. Voor vrijwilligers in het Holland Heineken Huis zijn de opleidingseisen het hoogst. Daarvoor wordt een (bijna) afgeronde hbo-opleiding of universitaire studie gevraagd. Gezien de zwaarte van de functies en het grote aantal aanmeldingen kán de organisatie ook streng zijn. Ook bij andere evenementen zijn studenten, mbo, hbo of universitair, gewild. Nog belangrijker is dat ze voldoen aan de leeftijdseisen. Tourmakers moesten op het moment dat de Tourkaravaan in Utrecht neerstreek minimaal achttien jaar zijn, vrijwilligers van het EK atletiek moeten zestien jaar of ouder zijn. Van de 1.750 vrijwilligers die zich hebben aangemeld voor het EK atletiek, is maar liefst 38 procent onder de 25 jaar. Dat wil zeggen bijna 700 personen.
daar zelfs overlap in de vrijwilligers. Mensen vinden het écht leuk om bij zulke evenementen betrokken te zijn”, aldus Van der Lugt. Ook TIG steekt veel tijd in de begeleiding. “Het is belangrijk waardering uit te spreken voor de vrijwilligers. Je moet ze goed eten en goede spullen geven, zorgen dat ze er plezier in hebben. Onder de vrijwilligers zitten veel gepassioneerde mensen, echte sportliefhebbers. Of mensen die gek van evenementen zijn. Al zijn er ook ROC-studenten die het louter voor hun studiepunten doen. Maar het staat goed op ieders cv.”
Overlap Voor het KLM Open werft TIG via de Nederlandse Golf Federatie, bij het WK beachvolleybal en WK hockey werd vorig jaar vooral in Den Haag gezocht. “Hoewel dat twee totaal verschillende sporten waren, zagen we
61
Handboek marketing voor sportverenigingen
5 pijlers om jouw club effectief in de markt te zetten Leden- en sponsorwerving kost vaak veel tijd van vrijwilligers en lang niet alle acties leveren het gewenste resultaat op. Met dit marketinghandboek helpt auteur Danny Rijnhout vrijwilligers anders naar leden- en sponsorwerving te kijken en biedt hij praktische tips die direct toepasbaar zijn. En niet onbelangrijk: het lezen van dit boek kost maar één vrije avond! De sportmarkt is de afgelopen jaren veranderd van intern gericht denken naar extern en klantgericht denken. Vrijwilligers staan voor de uitdaging om op nieuwe sportbehoeftes in te spelen en het binden van leden en sponsoren is een stuk lastiger. Iedereen lijkt het te druk te hebben en mensen zijn moeilijker te bereiken. Vaak wordt er
www.sportsmedia.nl
€ 24,95 incl. btw
zelfs gezegd dat lidmaatschappen geen langdurig bestaan meer hebben, maar is dat wel zo? Danny Rijnhout zegt hier het volgende over: “Ik denk dat behoeftes veranderen en als dat zo is, dan kun je twee dingen doen: afscheid nemen of opnieuw op die behoeftes proberen in te spelen. In dit boek bied ik stapsgewijs een aanpak aan om producten te ontwikkelen die aansluiten bij de behoeftes van de gekozen doelgroep. Ik help vrijwilligers om een effectieve campagne op te zetten waarin je stuurt van zichtbaarheid naar een lidmaatschap. Een wervingsactie gaat niet om het laten zien van je sport, het gaat om het verzamelen van gegevens (naam, telefoonnummer, etc.) van je doelgroep, zodat je daarna een vervolgactie kunt doen.”
Handboek Communicatie voor sportverenigingen Presteren met communiceren
Het
Handboek
Communicatie
voor
sportverenigingen
geeft
Eerdere uitgave van Martin van Berkel: Handboek Social media voor sportverenigingen (2012)
antwoorden en praktische tips voor de communicatievraagpr- en communicatiefunctionarissen de communicatie van hun vereniging naar een hoger niveau te tillen, zowel in strategie als in de concrete, dagelijkse uitvoering. Vele tips en voorbeelden van kansrijke content maken het handboek praktijkgericht. Het handboek bestaat uit vier delen. In ‘De basis’ komen de strategische afwegingen aan bod. ‘Het middelenpalet’ gaat middelen voor sportverenigingen. Het deel ‘Themacommu-
Presteren met com
municeren
250 PAGINA’S VOOR
€27,
50 excl. btw
l Martin van Berke
Martin van Berkel
praktijkgericht in op ruim twintig potentievolle communicatie-
MEER DAN
verenigingen unicatie voor sport HANDBOEK Comm
stukken van sportclubs. Het handboek helpt bestuurders en
HANDBOEK
or Communicatie vo n sportvereniginge
nicatie’ zorgt voor verdieping op thema’s zoals wervings-,
sponsor- en crisiscommunicatie. In ‘Achter de schermen’ komen ten slotte onder meer de organisatie van de communicatie, monitoring, onderzoek en handige programma’s aan bod.
BESTEL OP WWW.SPORTSMEDIA.NL
sportprof
column
column
Mijn weg Toen ik eind jaren tachtig eindelijk klaar was met mijn studie Bewegingswetenschappen solliciteerde ik per mooie handgeschreven brief op een functie van beleidsmedewerker sport bij de gemeente Diemen. Pas afgestudeerd blaakte ik van kennis, zelfvertrouwen en enthousiasme. Hetgeen ik in mijn brief probeerde over te brengen. Daar voegde ik enkele kruiperige standaardformuleringen aan toe: met interesse kennis genomen van uw vacature, in afwachting van uw hopelijke positieve reactie. Ik werd per kerende post afgewezen met een standaardbrief. Er waren meer dan honderd geïnteresseerden, waaronder enkelen die blijkbaar beter gekwalificeerd waren. Een brief is een gemankeerd en onbevredigend middel om jezelf te presenteren aan onbekenden. Ik realiseerde mij dat dit niet de weg was om werk aan te trekken. En dat is het vandaag de dag nog steeds niet, ook al gaat het nu online. Maar waarom was ik eigenlijk Bewegingswetenschappen gaan studeren? Omdat ik mij thuis voelde op mijn sportclub. School benauwde mij en was opletten geblazen. Er werd wel pret gemaakt maar je was er niet voor je plezier. Mijn sportclub voelde als een oceaan van vrijheid. Hier wilde ik zijn, hier werd ik aangespoord mijzelf te ontwikkelen. Bij mijn sportclub was een plek voor mij. Ik gooide mij er volledig in: jeugdbestuur, stukjes schrijven, zelf trainen maar ook training geven en coachen. Alle ontwikkelingen in die sport nauwlettend volgen, overal bij willen zijn, niks willen missen en overal een mening over hebben. Ik ontdekte dat er nog veel te verbeteren viel in de sport. Ik voelde dat dit de weg was voor mij. Dat was de motivatie om van het fenomeen sport mijn studie te maken. Het is bij die ene sollicitatie gebleven. Vanaf toen ben ik het werk gaan doen dat direct binnen mijn bereik lag. Die weg heeft mij veel gebracht. Ik heb bij veel sportclubs gewerkt, bij NOC*NSF, de roeibond, een overstap gemaakt naar het bedrijfsleven en uiteindelijk mijn eigen adviespraktijk over sponsoring opgezet. Het zal zo velen zijn vergaan die werken in de sport. Je enthousiasme stuwt je voort. Het onderwijs heeft nu veel te bieden als je van sport je werk wilt maken. Opleidingen te kust en te keur, bemand met goede docenten en, ook belangrijk, goede studenten. Ik kom ze tegen bij gastcolleges, sportevenementen of online. Schitterend allemaal. Maar dat is maar één been waarop je je professionele ontwikkeling baseert. Het andere been is de sportclub in jouw wijk, dorp of stad. De sportclub die zorgt dat je kennis maakt met sport en de kiem legt voor verdere ontwikkeling. Sportclubs zijn een rijke omgeving voor het ontwikkelen van talenten. Niet alleen sporttechnisch, ook organisatorisch en bestuurlijk. De sportclubs zijn belangrijk maatschappelijk kapitaal. Het zou goed zijn wanneer sportclubs daar niet alleen erkenning voor krijgen, maar ook de vruchten van plukken. Want het blijft sappelen voor sportclubs om alles voor elkaar te krijgen. Ik zou graag zien dat sportopleidingen en sportclubs structureel samenwerken. Zet samen broedplaatsen, start-ups, leerwerkplekken op – of welke term je er ook aan wilt geven. Maar zorg ervoor dat clubs niet alleen de liefde voor sport aanwakkeren, maar daar ook iets van terugzien.
Erik Ruts
63
sportprof
doorstuderen
Doorstuderen na je opleiding of niet? Steeds meer mogelijkheden
GEFELICITEERD! JE HEBT JE HBO- OF UNIVERSITAIRE DIPLOMA GEHAALD. EN NU? EEN BAAN ZOEKEN? OF TOCH DOORSTUDEREN? ER ZIJN VERSCHILLENDE SPECIALISATIEMOGELIJKHEDEN IN ALLERLEI RICHTINGEN. SPORTMANAGEMENT BIJVOORBEELD. OF GA JE LIEVER DE WETENSCHAPPELIJKE KANT OP? OOK DAT IS MET EEN AANTAL VERVOLGOPLEIDINGEN MOGELIJK.
Tessa de Wekker
shutterstock.com
sportprof
doorstuderen
Het kan zijn dat je al een tijd aan het werk bent, of een carrière als topsporter of coach achter de rug hebt, maar je kennis wilt vergroten. Ook dan is er veel mogelijk. In Nederland en het buitenland zijn er verschillende opleidingen voor professionals in de sport.
dagen in het buitenland (VS, Verenigd Koninkrijk en Duitsland). Onderwerpen die aan bod komen zijn onder andere sportmarketing, sporttechnologie, IT, leiderschap, gezondheids- en prestatiemanagement en het creëren van een high performance-omgeving.
leiderschap en bedrijfsstrategie aan bod. Elk blok duurt een week. Voorafgaand aan het volgende blok wordt het tentamen van het vorige blok afgenomen. Daarnaast is er een specialisatiemodule van twaalf ECTS. De opleiding wordt afgesloten met een onderzoeksscriptie.
Om je op weg te helpen in je oriëntatie, zet Sportprof een aantal opleidingen op een rij.
Meer informatie: www.nyenrodesports.com.
Meer informatie: www.msm.nl.
Nyenrode: Sports Leadership Program
Maastricht School of Management: Executive MBA in Sports Management
Wagner Group: Executive MBA Sportmanagement
Voor wie? Het programma is bedoeld voor (toekomstige) leiders in de sport en is met name gericht op (internationale) sportcoaches en -managers. Ook ondernemers in de sport zijn welkom. Nyenrode hanteert een selectieprocedure, waarin gezocht wordt naar een goede mix van deelnemers. Onder andere leeftijd, geslacht, opleidingsachtergrond en werkveld worden daarin meegenomen.
Voor wie? De opleiding is bedoeld voor (ex-)topsporters en professionals in de sport met de ambitie door te stromen naar leidinggevende posities in sportmanagement. Geïnteresseerden moeten minimaal een bachelordiploma als vooropleiding hebben en minimaal vijf jaar werkervaring. Om toegelaten te worden, moet er een Graduate Management Admission Test worden gedaan.
Duur van de opleiding: één jaar (deeltijd).
Duur van de opleiding: twee jaar (deeltijd).
Kosten: 17.500 euro, exclusief btw, inclusief overnachtingen in binnen- en buitenland, exclusief reiskosten.
Kosten: 22.000 euro (vanaf januari 2017 28.500 euro).
Hoe ziet de opleiding eruit? Zeven modules van twee dagen in Nederland, drie modules van drie tot vijf
Hoe ziet de opleiding eruit? In zeven modules van elk zes ECTS (studiepunten volgens het European Credits Transfer System) komen onderwerpen als marktonderzoek, financiën,
Voor wie? Managers en professionals die al werken in de sport. Werk- en denkniveau is minimaal hbo. In een intakegesprek komen ervaring, motivatie en doelen van de deelnemer aan bod. Duur van de opleiding: twee jaar (deeltijd). Kosten: 27.900 euro exclusief boeken en vlucht naar China en de VS of Canada voor twee studiereizen. Hoe ziet de opleiding eruit? Het eerste jaar bestaat uit zes modules (onder andere Organisatie en strategie in de bedrijfstak sport, Sportmarketing en communicatie en Leiderschap en competentiemanagement) en een studiereis naar China. Elke week wordt er één dag van 14.00 tot 21.00 uur college gegeven. Het tweede jaar bestaat uit drie modules gericht op
65
onderzoek, een studiereis naar de VS of Canada en het schrijven van een scriptie. De totale studielast is 1.680 uur.
Meer informatie: www.wagnergroup.nl.
Vrije Universiteit Brussel: postgraduate Sportmanagement Voor wie? Ambitieuze afgestudeerden met een bachelor- of masterdiploma die voordat ze gaan werken hun managementskills willen aanvullen. Affiniteit met de sportbranche en een passie voor sport zijn essentieel. Om te worden toegelaten moet je solliciteren. Duur van de opleiding: één jaar (voltijd). Kosten: 3.995 euro inclusief boeken, exclusief excursies en congressen. Hoe ziet de opleiding eruit? Er zijn twee periodes van tien lesweken met gemiddeld zestien uur college per week. In het eerste semester kunnen verschillende vakken gekozen worden, zoals Geopolitiek van de sport, Sport en recht, Sport en management en Sport en economie. Het tweede semester staat in het teken van verdieping vanuit de specifieke invalshoek management.
Meer informatie: www.vub.ac.be.
sportprof
Cruyff Institute: verschillende opleidingen Het Cruyff Institute biedt verschillende opleidingen aan, zowel on campus als online of in een mixvorm. Hieronder een greep uit de mogelijkheden.
Meer informatie: www.cruyffinstitute.nl/ nl/academische-programmas/.
Master in Sportmanagement Voor wie? Voormalige topsporters, mensen die al in de sportsector werken of die hun opleiding met een master willen voltooien voor ze aan de slag gaan in de sportindustrie. Om toegelaten te worden heb je minimaal een afgeronde hbo-opleiding nodig of drie jaar relevante werkervaring. Duur van de opleiding: tien maanden (20 uur per week). Kosten: circa 9.000 euro, exclusief btw. Hoe ziet de opleiding eruit? Er zijn acht modules die ingaan op onder andere strategisch management, marketing, event management en het leiden van sportorganisaties.
Master in Coaching Voor wie? Sportcoaches en managers in de sport die hun coachvaar-
doorstuderen
digheden verder willen ontwikkelen of een loopbaan als coach ambiëren. Minimaal drie jaar werkervaring als coach of leidinggevende is een vereiste. Duur van de opleiding: tien maanden (10-12 uur per week). Kosten: 6.100 euro, exclusief btw. Hoe ziet de opleiding eruit? Het programma is gebaseerd op de visie van Johan Cruijff. Coachen gaat volgens hem om het managen van jezelf, de spelers/medewerkers, het team en de omgeving. Het programma bestaat uit een persoonlijk deel, waarin de student met een persoonlijke coach werkt aan eigen doelstellingen. Daarnaast komen klassikaal verschillende thema’s aan bod, zoals leiderschap, presteren onder druk, teamdynamiek en omgaan met de media.
Online postgraduate Football Business Voor wie? Spelers, coaches en managers in de voetbalwereld en mensen die werkzaam zijn in de sport of het bedrijfsleven en hun kennis en vaardigheden in voetbalmanagement willen verdiepen. Om toegelaten te worden moet je minimaal een afgeronde hboopleiding, drie jaar werkervaring in de voetbalwereld of een carrière als professioneel voetballer, coach of scheidsrechter hebben (gehad).
Duur van de opleiding: zeven maanden (10-12 uur per week). Kosten: 4.750 euro. Hoe ziet de opleiding eruit? Het programma bestaat uit zes modules, waaronder Financieel management, Marketing in het voetbal en Facility management. De lessen zijn online te volgen en de modules worden afgesloten met een assessment. Je kunt studeren waar en wanneer je wilt. Je krijgt een eigen studiebegeleider die vragen via e-mail, videoconference, telefoon of tijdens persoonlijke gesprekken beantwoordt.
Hogeschool van Arnhem en Nijmegen: master Sport- en beweeginnovatie Voor wie? Professionals met een hboopleiding die minimaal drie jaar werkervaring hebben op het gebied van sport en bewegen en die willen innoveren binnen hun sector. De opleiding verbindt wetenschap, praktijk en beleid met elkaar. Je leert richting geven aan het proces waarin innovaties binnen de sport- en beweegsector ontstaan. Duur van de opleiding: twee jaar (20 uur per week). Kosten: 16.000 euro.
66
Hoe ziet de opleiding eruit? De opleiding bestaat uit drie fases. In elke fase komen verschillende thema’s aan de orde. 1) Exploreren (onder andere trends signaleren, wet- en regelgeving en financieringsstromen). 2) Expertiseontwikkeling en onderzoek (onder andere wetenschapsfilosofie, ontwerpen van onderzoek en methoden en technieken). 3) Exploiteren (onder andere beleidsontwikkeling en implementeren van innovatie.) Daarna schrijf je een masterscriptie.
Meer informatie: www.han.nl.
Fontys Hogeschool: Professional Master Sport Voor wie? Leraren lichamelijke opvoeding en bewegingsdeskundigen die minimaal een hbo-diploma hebben. In de opleiding ligt de nadruk op het ontwerpen en implementeren van bewezen effectieve onderwijs- en beweeginterventies. Duur van de opleiding: twee jaar (20 uur per week). Kosten: 10.990 euro. Hoe ziet de opleiding eruit? Het programma bestaat uit drie onderdelen. In het basisdeel komen wetenschappelijke vaardigheden aan bod. In het specifieke deel gaat het om onder andere
sportprof
sport en maatschappij, onderwijzen en leren en beïnvloeden van bewegingsgedrag. Als laatste schrijf je een masterscriptie.
Meer informatie: www.fontys.nl.
Universiteit Utrecht: master Sportbeleid en sportmanagement Voor wie? Mensen die werkzaam zijn bij een sport- of sportgerelateerde organisatie. Voor toelating is een universitair bachelordiploma bestuurs- en organisatiewetenschap of bestuurskunde vereist. Ook een andere universitaire bacheloropleiding aangevuld met een minor bestuurs- en organisatiewetenschap voldoet. Duur van de opleiding: twee jaar (duaal, naast je baan). Kosten: circa 10.000 euro (15.000 euro voor studenten van buiten de EU/EER) als je al een masterdiploma hebt behaald. Anders betaal je het wettelijke collegegeld van ongeveer 2.000 euro. Hoe ziet de opleiding eruit? De opleiding is duaal, je werkt minimaal twee dagen in de week. Er zijn vijf vakken, waaronder Sportontwikkeling en beleidsconsequenties en Sportonderzoek, denken en doen. Daarna schrijf je een scriptie.
Meer informatie: www.uu.nl.
doorstuderen
Rijksuniversiteit Groningen: master Sport Sciences Voor wie? Studenten die een bachelor hebben in bijvoorbeeld bewegingswetenschappen, biomedische wetenschappen, fysiotherapie, lichamelijke opvoeding of sport, gezondheid en management. Duur van de opleiding: twee jaar (voltijd). Kosten: wettelijk collegegeld van circa 2.000 euro. Hoe ziet de opleiding eruit? Vier onderzoeksgebieden staan centraal: fysieke activiteit en sport bij kinderen, talentidentificatie en -ontwikkeling, perceptie, actie en beleid maken in de sport en performanceanalyse. Daarna schrijf je een scriptie.
optie niet. De opleiding van een jaar kost 25.000 Zwitserse Frank. Voor verblijfskosten, eten en andere kosten moet je op ongeveer nog zo’n bedrag rekenen. In Liverpool kun je een MBA in Football Industries doen en de universiteit van Parma heeft de International Master in Strategy and Planning Organizations, Events en Sports. Liever naar de Verenigde Staten? De Universiteit van Ohio heeft een master in Sports Administration. De opleiding duurt twee jaar. De universiteit van Central Florida heeft het DeVos Sport Business Management Program.
Meer informatie: www.rug.nl.
Buitenland Natuurlijk is het ook mogelijk om in het buitenland je opleiding te vervolgen. Bijvoorbeeld aan het International Centre for Sports Studies in Neuchâtel, Zwitsterland. Je kan er onder andere de Fifa Master doen, een internationale master in Management, Law and Humanities of Sport. Ook is er een master in sportrecht (alleen in het Frans). Goedkoop is deze
67
sportprof
competenties
Beschikt de jonge sportmarketeer over de juiste competenties? Aansluiting tussen onderwijs en praktijk blijft punt van discussie
IN DE ZOMER VAN 2015 VERSCHEEN ER EEN AFSTUDEERSCRIPTIE MET DE TITEL ‘WIL DE ECHTE SPORTMARKETEER OPSTAAN?’. HET ONDERZOEK LEVERDE EEN AANTAL INTERESSANTE CONCLUSIES OP DIE OP Z’N MINST DOEN VERMOEDEN DAT DE COMPETENTIES VAN AFGESTUDEERDE SPORTMARKETEERS NIET ALTIJD GOED AANSLUITEN OP WAT ER IN DE MARKT VAN ZE WORDT VERWACHT EN GEVRAAGD. HOE KIJKEN DE GROTE SPORTMARKETINGBUREAUS VAN ONS LAND DAAR TEGENAAN?
68
Leon Janssen Lok
sportprof
competenties
tudent Jos Raaijmakers van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen concludeerde onder andere dat het idee heerst dat in sportopleidingen te veel aandacht wordt besteed aan het doen van onderzoek en het schrijven van plannen. En dat terwijl – volgens de sector – competenties als strategisch inzicht, vormgeving en gebruik van online media veel belangrijker zijn.
Geen nieuwe discussie Het is niet voor het eerst dat er gesproken wordt over (het gemis aan) aansluiting tussen het onderwijs en de sportmarketingpraktijk. Eind 2013 schreef Ziggy Tabacznik, oprichter en mede-eigenaar van 2Basics Breedtesport en Marketing, al twee columns op Sportnext waarin hij melding maakte van de overkill aan onderzoeken die er jaarlijks worden gedaan door studenten. Er werd deels instemmend op gereageerd, maar er waren eveneens reacties die aangaven dat er toch ook een verantwoordelijkheid lag bij de praktijk zelf. Volgens Tabacznik had de sector in de eerste plaats behoefte aan mensen die ergens voor willen gaan, die een ‘zweetmentaliteit’ hebben, die gezond nadenken, prima kennis hebben en vooral de mentaliteit om hard te willen werken.
Het begint bij sportkennis
“Als sportmarketeer moet je gek zijn van sport. Een goede actuele kennis van de sportwereld vinden wij heel belangrijk” Koen van Haastert
Koen van Haastert, senior sportmarketeer bij Triple Double, dat marketingconcepten voor het bedrijfsleven ontwikkelt, was een van de geïnterviewden in het afstudeeronderzoek van Raaijmakers. Zijn mening kwam aardig overeen met die van Tabacznik. Zo lichtte hij toe dat marktonderzoek normaal gesproken aan gespecialiseerde marktonderzoeksbureaus wordt overgelaten. Het interpreteren van data en die vertalen naar een klantadvies is wél een belangrijke competentie, zo gaf hij aan. Bovendien liet Van Haastert optekenen dat werkervaring niet altijd noodzakelijk is: “Een bureau als Triple Double heeft een specifieke kijk op sportmarketing die niet altijd
69
sportprof
competenties
terug te vinden is in de schoolbanken.” Last but not least: “Als sportmarketeer moet je gek zijn van sport. Een goede actuele kennis van de sportwereld vinden wij heel belangrijk.”
Afmakers in plaats van opmakers House of Sports is een van de toonaangevende sportmarketingbureaus in Nederland, houdt zich bezig met atletenmanagement en is actief voor bedrijven die sport als communicatiemiddel gebruiken. Voor sportmarketeers kan werken bij House of Sports een droombaan zijn, maar directeur/eigenaar Patrick Wouters van den Oudenweijer is sceptisch over het niveau van de hedendaagse student. “Ik ben daar eerlijk gezegd niet heel erg positief over. Wij krijgen veel verzoeken tot stages en daar zitten natuurlijk ook goede studenten tussen, maar al met al vind ik dat de kwaliteit de laatste jaren bepaald niet overhoudt. Om te beginnen vind ik het schrijfniveau van de hedendaagse student echt onder de maat. Je wilt niet weten hoeveel sollicitatiebrieven we hier binnen krijgen waarin het wemelt van de fouten. Iets goed kunnen opschrijven vind ik echt een basisvaardigheid, zeker voor
“Er wordt in Nederland vooral opgeleid tot ópmakers, maar wij hebben eigenlijk vooral áfmakers nodig” Patrick Wouters van den Oudenweijer
sportmarketeers. Verder vind ik dat er in de opleidingen te veel aandacht wordt besteed aan het maken van plannen. Begrijp me goed, dat is ook belangrijk en mensen die conceptueel kunnen denken, hebben we ook nodig in onze sector, maar het zou niet zo overheersend moeten zijn. Elke marketingstudent krijgt in zijn opleiding de basistheorieën van marketinggoeroes als Kotler voorgeschoteld, en wij passen die ook wel toe, maar in de opleidingen hebben ze naar mijn mening erg de overhand. En: er wordt in Nederland vooral opgeleid tot ópmakers, maar wij hebben eigenlijk vooral áfmakers nodig.”
Sales wordt onderbelicht Met ‘afmakers’ doelt Wouters van den Oudenweijer vooral op het stadium waarin ideeën aan de man gebracht moeten worden. Concepten bedenken en ideeën uitwerken is één, maar de kunst is vervolgens om ze gerealiseerd te krijgen. “Voor de organisatie van een evenement als de Coolste Baan van Nederland in het Olympisch Stadion moeten wij met heel veel verschillende partijen om de tafel en die moeten allemaal op een bepaalde wijze benaderd worden. Dat vergt veel van iemand die een product of een concept presenteert of probeert te verkopen. Je krijgt niet alleen te maken met mensen die echt wel weten waar ze het over hebben, maar ook met politieke gevoeligheden, geldstromen, noem maar op. Sales wordt zeer ondergewaardeerd terwijl het echt een vak is. Die mindset moet in Nederland anders worden. Wij gaan daarom ook langs hogescholen om studenten kennis te laten maken met sales door ze in workshops bij de hand te nemen, want ik vind dat het onderwijs daar nog veel te weinig aandacht aan besteedt.” Wouters van den Oudenweijer benadrukt dat ook je persoonlijkheid van belang is, wil je het naar je zin hebben in de sportmarketingbranche: “Je moet dienstverlenend ingesteld zijn, affiniteit met sport, lef en overtuigingskracht hebben en vooral ook beschikken over gevoel voor verhoudingen. Een vlotte babbel is niet alles, het gaat er vooral om dat je de juiste dingen op het juiste moment zegt. Wat ik ook essentieel vind, is dat iemand een ‘drive’ heeft. Dan heb je een toegevoegde waarde voor een organisatie als de onze. Als je in de sportmarketingwereld wilt werken, heb je te maken met topsporters, dat betekent dat je zelf ook topprestaties moet kunnen
70
sportprof
competenties
en willen leveren. Interessant of gezellig doen, daar wordt in deze wereld zo doorheen geprikt.”
Veel aandacht voor selectieproces Noortje van der Lugt is senior accountmanager bij TIG Sports, dat gespecialiseerd is in het creëren, vernieuwen en organiseren van grootschalige internationale sportevenementen en bekend is van bijvoorbeeld het WK beachvolleybal van afgelopen zomer. Ze is binnen het bedrijf onder andere verantwoordelijk voor het stagebeleid en verhaalt daar enthousiast over. “Wij hebben dat beleid sinds een jaar of drie; momenteel lopen er bij ons eigenlijk continu zo’n dertig stagiairs rond. Dat lijken er veel, maar de afgelopen jaren is gebleken dat je met jonge, gemotiveerde mensen prima grote events kunt neerzetten, als je ze maar goed selecteert en begeleidt. Wij nemen stagiairs aan van verschillende opleidingsinstituten, zoals de Hotelschool, Fontys, Hogeschool TIO (Toeristische Informatie Opleiding, LJL) en de Hogeschool van Amsterdam. Ze worden bij ons op alle afdelingen ingezet: communicatie, sales, projectmanagement, accountmanagement, et cetera en krijgen veel verantwoordelijkheid, mits ze het waarmaken.” TIG Sports zet stagiairs vooral in bij aankleding en activatie en bij de side-events en besteedt veel aandacht aan de selectie. “De ervaring leert dat er altijd wel een paar zijn die er écht bovenuit steken en die uiteindelijk blijven hangen binnen het bedrijf, mits er natuurlijk ook ruimte voor is. In sommige gemeentes kunnen afgestudeerden via startersbeurs.nl een extra vergoeding krijgen waardoor ze extra werkervaring kunnen opdoen en zo hun kansen op de arbeidsmarkt vergroten. Bovendien geven we intern masterclasses aan onze stagiairs.”
Opvallen is nodig Hoe kijkt TIG Sports aan tegen het groeiend aantal studenten dat een plekje in de sportbranche probeert te veroveren? “Wat ons opvalt is dat er in opleidingen relatief weinig aandacht wordt besteed aan hospitality, terwijl dat toch echt ontzettend belangrijk is. Daar kijken we dus in ieder geval naar. Bij ons gaat het altijd om meewerkstages, iemand die uitmuntend is in onderzoek doen of in plannen schrijven staat zeker niet automatisch bovenaan ons favorietenlijstje. Daarnaast wordt de markt bijna overspoeld door afgestudeerde studenten, het zijn er zo veel! Zelfs het aantal studenten dat een excellentieprogramma heeft gevolgd, is enorm. Dat betekent dus
dat je je best moet doen om op te vallen. Je persoonlijkheid is dan heel erg belangrijk: Wil je dingen naar je toe trekken, kijk je verder dan alleen naar je specifieke opdracht, doe je ook nog vrijwilligerswerk? Volg je trends en innovaties, ben je creatief, heb je organisatietalent, hoe actief ben je op de sociale media? Sommigen doen het misschien anders, maar ik adviseer studenten juist niet te specifiek te zijn in wat je wilt. Houd het open, sta open voor meerdere dingen, daar kom je in de sportmarketing verder mee dan wanneer je je hele toekomst al hebt uitgestippeld.”
“Wat ons opvalt is dat er in opleidingen relatief weinig aandacht wordt besteed aan hospitality, terwijl dat toch echt ontzettend belangrijk is” Noortje van der Lugt
71
sportprof
advertorial
“Voor een leidinggevende functie in de sportwereld moet je goed beslagen ten ijs komen” OUD-PROFVOETBALLER RONALD WATERREUS VINDT EEN GEDEGEN OPLEIDING IN SPORTMANAGEMENT EEN MUST ALS JE EEN LEIDINGGEVENDE ROL WILT VERVULLEN IN DE SPORTWERELD. “ALS VOETBALANALIST HEB IK REGELMATIG KRITIEK GEUIT OP HET FEIT DAT IN DE LEIDING VAN CLUBS VAAK MENSEN ZITTEN DIE OFWEL NIET UIT DE SPORT KOMEN, OFWEL UIT DE SPORT KOMEN MAAR NAUWELIJKS OF GEEN OPLEIDING HEBBEN GEHAD. ALS JE DAN ZELF OOIT EEN DERGELIJKE FUNCTIE MOCHT AMBIËREN, DAN MOET JE GOED BESLAGEN TEN IJS KOMEN EN DAN MOET DAAR EEN GEDEGEN OPLEIDING AAN TEN GRONDSLAG LIGGEN.” IN JANUARI START HIJ DAAROM MET ZIJN EXECUTIVE MBA IN SPORTS MANAGEMENT BIJ MAASTRICHT SCHOOL OF MANAGEMENT (MSM). Daarbij geeft hij aan dat hij nog geen specifieke ambities op dit terrein voor ogen heeft. “Ik heb de Executive MBA-opleiding nu vooral gekozen voor kennisvergaring en het uitwisselen van ervaringen. Je hebt als oud-topsporter al veel inzichten en ervaringen door de verschillende landen waar je gespeeld hebt en de verschillende culturen waar je mee in aanraking bent gekomen. In deze opleiding hoop ik de dingen te leren die je als sporter niet leert en inzichten te krijgen van mensen die op een heel andere manier naar zaken kijken. Daarbij vind ik het belangrijk dat je kijkt en luistert naar mensen uit andere sporten en naar mensen uit het bedrijfsleven, om op die manier een breder perspectief te krijgen van hoe je een sportorganisatie kunt runnen in de toekomst.”
Dit wordt ondersteund door de praktijkgerichte aanpak van de Executive MBA van Maastricht School of Management. Verschillende bedrijven en sportbonden hebben zich gecommitteerd aan deze opleiding, waaronder KPMG, Royal Haskoning, DHV, Aon en Impeco. Zij zullen de academische inhoud aanvullen met direct aan de praktijk gerelateerde cases. Ook voormalig
72
hockeycoach Marc Lammers wil graag zijn bijdrage leveren aan deze Executive MBA in Sports Management. Tijdens zijn carrière heeft hij veel geleerd op het gebied van teambuilding, vernieuwing en het maximaliseren van teamprestaties. “Deze kennis heb ik kunnen inzetten tijdens mijn periode als bondscoach van het Nederlands dameshockeyteam dat in 2008 goud won
sportprof
advertorial
op de Olympische Spelen in Peking. Nu wil ik graag deze kennis en ervaring delen met de nieuwe generatie topmanagers in de sport”, aldus Lammers. Ambassadeur van de MSM Executive MBA in Sports Management, Hans van Breukelen, heeft meerdere malen aangegeven dat de sport goed leiderschap nodig heeft. Ronald Waterreus is het daarmee eens: “Kijk bijvoorbeeld naar de FIFA, het is toch te gek voor woorden dat de grootste sportorganisatie in de wereld niet fatsoenlijk bestuurd kan worden.” Volgens Waterreus is het grote probleem van de sport in het algemeen, maar met name van het voetbal, het kortetermijndenken. “Er is geen enkele sportorganisatie die zichzelf eens onder de loep neemt als hij vijf keer kampioen is geworden, ‘want dan doen we toch alles goed’. En vaak is dat niet het geval.”
De tweejarige parttime Executive MBA in Sports Management wordt vanaf januari 2016 aangeboden door Maastricht School of Management. “De sportindustrie is uitgegroeid tot een van de grootste industrieën ter wereld. Met een geschatte waarde van jaarlijks 600 miljard dollar groeit de sportindustrie gemiddeld meer dan de wereldeconomie”, zegt professor Wim Naudé, Dean MSM. “De dynamiek van deze industrie vraagt om bekwame en innovatieve leiders. Ook veel topsporters gaan na hun sportcarrière aan de slag als manager. Een team leiden vereist echter andere capaciteiten dan zelf sporten. Samen met Sport-
Bizz, Topsport Limburg, Orange Sports Forum, verschillende ondernemers uit de sportbranche en sporticonen als Hans van Breukelen en Marc Lammers hebben we daarom deze Executive MBA geïnitieerd.” De opleiding is internationaal geaccrediteerd door AMBA, IACBE en ACBSP en daarnaast door de NVAO. Maastricht School of Management (MSM) staat internationaal hoog aangeschreven op diverse internationale ranglijsten en speelt al meer dan zestig jaar wereldwijd een belangrijke rol op het gebied van kwalitatief hoogwaardig managementonderwijs. De Executive
73
MBA die aangeboden wordt in Maastricht bereidt (top)sporters en professionals voor op managementposities in de sportindustrie in een internationale en multiculturele context. Door de flexibele en modulaire opbouw is de opleiding goed te combineren met een (fulltime) baan. Een uniek programma in Nederland, zo vindt ook Waterreus: “De spoeling is dun als het gaat om dit soort opleidingen, er zijn wel veel opleidingen waar een sportmanagementsausje overheen gegoten wordt, maar dat is niet te vergelijken met deze MBA.”
sportprof
ď ” spelersmakelaar
74
sportprof
spelersmakelaar
“Voetbal is een superbizarre wereld” Leoni Blokhuis schiep zelf haar droombaan
Ernst Bouwes
ANP PHOTO
180 MILJOEN EURO VERDIENDEN OFFICIËLE SPELERSMAKELAARS HET AFGELOPEN SEIZOEN AAN CLUBS IN DE PREMIER LEAGUE. ZIJ ONTVINGEN GEMIDDELD MEER DAN 1,5 TON PER TRANSFER OF CONTRACTVERLENGING. EN DAT VOOR EEN VAK ZONDER BEROEPSOPLEIDING OF LICENTIE! HET ZIJN BEDRAGEN WAAR LEONI BLOKHUIS VAN FLOWSPORTS, PIONIER ÉN MARKTLEIDER IN HET VROUWENVOETBAL, VOORLOPIG NOG SLECHTS VAN KAN DROMEN. “IK HOUD VAN DE RATIONALITEIT VAN MANNEN. NOOIT GEZEUR, AANPAKKEN. DAT IS OOK MIJN STIJL.”
75
sportprof
spelersmakelaar
Snotneus uit Twente De respons was teleurstellend. “Met veel moeite heb ik twee keer kunnen bellen met Mino Raiola, de makelaar van Ibrahimovic, Balotelli en Pogba. Van hem mocht ik mijn cv opsturen, maar daarna heb ik nooit meer iets gehoord. Andere intermediairs reageerden helemaal niet. ‘Wie is Leoni Blokhuis?’, zullen ze gedacht hebben. Een snotneus uit Twente. Ik heb ook geen ingang via een beroemde voetbalbroer of -vader. Het bellen en mailen leidde tot niets, behalve tot het inzicht dat deze mensen niet voldeden aan mijn eigen normen en waarden. Mijn oplossing was het starten van een eigen bureau.”
Aanpakken it najaar had de KNVB voor ons land bijna 200 spelersmakelaars, de officiële term is intermediairs, geregistreerd. Tussen bekende namen als Rob Jansen, Winnie Haatrecht, Louis Laros en Sören Lerby staat een eenendertigjarige Oldenzaalse. Drie jaar terug startte Leoni Blokhuis haar eigen makelaarskantoor FlowSports, dat uitgroeide tot de onbetwiste brancheleider in het vrouwenvoetbal. “Van jongsafaan heb ik een passie voor voetbal”, vertelt ze. “Na de middelbare school heb ik het CIOS gedaan en jaren in de fitnessbranche gezeten, maar ik wilde absoluut werken in de voetballerij. Daarvoor heb ik een aantal bekende spelersmakelaars benaderd met de vraag of ik eens langs kon komen. Ik schreef dat ik klaar was met mijn opleiding, een aantal jaren werkervaring had en mijn droom wilde najagen. Graag zou ik een tijdje stage willen lopen, meekijken of gewoon een kennismakingsgesprek voeren om te zien wat het vak inhield.”
76
De eerste stappen zette Blokhuis via Facebook. “Een speler uit de Topklasse liep stage bij Sunderland, las ik. Ik had gehoord dat Go Ahead Eagles interesse in hem had. Ik heb hem opgezocht op Facebook en gevraagd of hij contact met mij wilde opnemen. Dat deed hij en vervolgens heb ik voor hem een contract bij de Eagles geregeld. Dat was een begin. Daarna heb ik meer spelers onder contract gehad, maar ik bleek beter op mijn plek in het vrouwenvoetbal. Mannen- en vrouwenvoetbal zijn twee gescheiden werelden, waarvoor je twee netwerken moet onderhouden. Dat kost veel tijd. Daarom ga ik me nu concentreren op de tak waarin ik marktleider ben. Overigens heb ik geen moeite om me staande te houden als vrouw in deze mannenwereld. Ik houd wel van de rationaliteit van de mannen. Nooit gezeur, aanpakken. Dat is ook mijn stijl.”
Dikke huid Wat maakt haar geschikt als intermediair? “Mijn doorzettingsvermogen. Voor dit vak bestaat geen opleiding. Op het CIOS heb ik leren omgaan met mensen. Dat was de belangrijkste les in de hele opleiding. Samenwerken, een band opbouwen, het begelei-
sportprof
den. Op het CIOS leer je die vaardigheden op het sportieve vlak en nu gebruik ik die in mijn persoonlijke benadering. Bij het lezen van contracten krijg ik hulp van een advocatenkantoor waarmee ik samenwerk. Verder moet je niet bang zijn om je neus te stoten. Dit werk is vooral een kwestie van doorzetten. Af en toe proberen anderen mij het leven zuur te maken, bewust of onbewust. Andere makelaars benaderen spelers uit mijn stal of gaan zich met een zaak bemoeien. Of journalisten schrijven over mij of over speelsters in de krant. Voetbal is een superbizarre wereld. Je moet gek zijn om dit te doen en een dikke huid hebben. Het vrouwenvoetbal is geen vetpot en de eerste 1,5 jaar verdiende ik zelfs geen rooie cent. Gelukkig kan ik nu rondkomen en bovendien vind ik het wel hartstikke leuk.”
Sponsordeals
spelersmakelaar
kun je het KNVB-intermediairschap gewoon kopen als je een verklaring van goed gedrag kunt overleggen. Je ondertekent daarnaast een verklaring dat je niet op wedstrijden gokt en dat is het. Vervolgens schrijft de KNVB je in op de officiële intermediairlijst, waarna je in Nederland spelers mag vertegenwoordigen bij contractbesprekingen. Ook in Engeland heb ik voor dit seizoen zo’n licentie. Plat gezegd heb je voor dit vak geen opleiding nodig, alleen geld voor de inschrijving.”
Weinig scouting Door de week bezoekt Blokhuis trainingen van haar speelsters. “Daarnaast zie ik veel wedstrijden, voer persoonlijke gesprek-
termijn op zoek naar een linksback of een voorstopper. Scouting bestaat in het vrouwenvoetbal nog nauwelijks, waardoor ze al snel bij mij uitkomen voor tips. Verder blijf ik plannen maken voor de toekomst van mijn eigen bedrijf.”
Werkervaringsplek Tegenwoordig krijgt Blokhuis assistentie. “Een net-afgestudeerde studente van de Universiteit van Tilburg heeft bij mij voor 1,5 dag per week een werkervaringsplek. In november was ik op vakantie in Mexico. In die tijd heeft zij mij ondersteund, voor het eerst kon ik als zelfstandig ondernemer taken afschuiven. In de tijd dat ik alleen werkte, was dat lastig en checkte ik voortdurend mijn mail. Dat was nu een stuk minder. Ze kijkt als vrijwilliger een paar maanden mee, doet wat opdrachtjes en maakt, als FlowSports zich blijft ontwikkelen, kans op een betaalde functie.”
“De verwachting is dat vrouwenvoetbal zich flink blijft ontwikkelen in Nederland. Dan wil ik wel koploper blijven”
Blokhuis deed twee jaar geleden de eerste betaalde transfer in het Nederlandse vrouwenvoetbal. “Sherida Spitse vertrok toen van FC Twente naar LSK Lilleström in Noorwegen. Als intermediair ontvang je dan van de club een percentage van de transfersom. Verder sluit ik geregeld sponsordeals, bijvoorbeeld onlangs een meerjarig contract van international Vivianne Miedema met adidas, wat ook weer inkomsten oplevert. Bij de mannen verdien je meer als begeleider, maar ik kies nu voor de vrouwen. De verwachting is dat vrouwenvoetbal zich flink blijft ontwikkelen in Nederland. Dan wil ik wel koploper blijven.”
Verklaring van goed gedrag Tot 1 april van vorig jaar moesten spelersmakelaars over een FIFA-licentie beschikken. “Op het moment dat ik begon, ging al het gerucht dat dit diploma zou verdwijnen. Daarom heb ik geen examen gedaan. Nu
Leoni Blokhuis
Instromers ken met hen en ga op bezoek bij sponsors. Verder ondersteun ik mijn cliënten bij het onderhouden van de sociale media en praat met hen over hoe ze zich in de markt moeten zetten. Ook geef ik geregeld lezingen op scholen en spreek op bijeenkomsten over mijn werk. Soms is het heel druk, bijvoorbeeld tijdens een EK of de geopende transfermarkt. Ik help een speelster ook bij het vinden van huisvesting, als de club die niet organiseert. Je moet meedenken en veel contacten onderhouden. Verder dien je in te schatten of een speelster lekker in haar vel zit en herkennen wanneer dat niet het geval is. Ook praat ik met trainers. Met twintig speelsters in mijn ‘stal’ ben ik ieder dag wel bezig. Ik help ze bij het zoeken naar een nieuwe werkgever, en werk daarnaast soms ook voor clubs. Die zijn soms op korte
77
Ook werkt Blokhuis samen met de Fontys Hogeschool. “Daar spreek ik geregeld met studenten over hun droombaan. Ik maak ze graag warm voor dit vak. Het is goed om in deze bedrijfstak jonge, gemotiveerde mensen te krijgen tegenover de ex-profvoetballer die gebruik maakt van zijn naamsbekendheid en maar wat aanrommelt. Instromers moeten een kans krijgen, maar moeten daar zelf ook wat voor over hebben. Een student stuurde mij een interessante sollicitatiebrief. Vervolgens vroeg hij wanneer ik in de buurt van Amsterdam kwam, want Oldenzaal vond hij te ver weg voor een ontmoeting. Nou, zeg! Als je iets echt wilt bereiken, dan mag dat geen probleem zijn. Zoiets zegt mij dan genoeg.”
sportprof
ď ” SportNetwerk
Van vacature bank naar wervings bureau en academie Sander Fonville is nog lang niet klaar
78
sportprof
SportNetwerk
Roelof Jan Vochteloo
IN 2011 STARTTE SANDER FONVILLE, TOEN NOG STUDENT SPORTMARKETING, HET CARRIÈREPLATFORM SPORT-NETWERK.NL. MET HET VIJFJARIG JUBILEUM IN AANTOCHT GAAT DIT PLATFORM VERDER ONDER DE NAAM SPORTNETWERK EN BLIJFT FONVILLE BRUISEN VAN DE GOEDE IDEEËN. HIJ LANCEERDE ONLANGS ZIJN EIGEN WERVING- EN SELECTIEBUREAU SPORTSCOUTZ EN BEGINT KOMEND VOORJAAR SAMEN MET SOCIAL MEDIA-EXPERT PETER SPRENGER EEN HEUSE ACADEMIE. FONVILLE: “IK WIL BIJDRAGEN AAN DE VERDERE PROFESSIONALISERING VAN DE SPORT.”
79
sportprof
SportNetwerk
portNetwerk biedt wat de sportwereld vijf jaar geleden nog ontbeerde: een overzicht van alle beschikbare opleidingen, stages en banen in de branche. De website publiceerde in 2015 ruim 1.300 vacatures en trok meer dan 200.000 bezoekers. In zijn kantoor in het Eindhovense SX vertelt Fonville hoe een groeiend deel van die bezoekers via Twitter of LinkedIn op zijn website belandt. “Van meet af aan heb ik ingezet op social media. Al meerdere malen heb ik meegemaakt dat iemand eigenlijk niet op zoek was naar een andere functie, maar ineens dé vacature voor een volgende carrièrestap tegenkwam.”
Aanvankelijk richtte Fonville (31) zich met name op de young professionals, maar nu de naam SportNetwerk is gevestigd, heeft hij ook oog voor de functies waarvoor aanzienlijk meer werkervaring vereist is. “SportNetwerk is er voor de student die een stage of eerste baan zoekt, maar ook voor de directeur die toe is aan een nieuwe stap in zijn loopbaan.”
SportScoutz In de wetenschap dat werkgevers niet bedolven willen worden onder een berg met sollicitatiebrieven, begon Fonville begin 2015 met het werven en
Vacaturebank Als kind deed Fonville aan tennis, judo, atletiek en voetbal. Omdat hij later in de sportbranche wilde werken koos de Hooglandse havist in 2003 voor de opleiding Commerciële Sporteconomie aan de Hogeschool van Amsterdam. In 2010 – Fonville had zijn kamer in Amersfoort verruild voor een huis in het Twentse Goor – behaalde hij zijn tweede papiertje, dat van de opleiding International Sport Management aan het Johan Cruyff Institute. Tijdens beide opleidingen viel het Fonville op dat hij bij het zoeken naar een stageplaats of baan in de sport niet kon beschikken over een centrale website met daarop het complete aanbod. “Tijdens mijn studie aan het Johan Cruyff Institute moest ik samen met twee medestudenten een businessplan schrijven. Omdat ik mijn eigen idee niet wilde delen, schreef ik thuis een tweede businessplan.” Begin 2011 begon hij zijn eigen vacaturebank. Fonville schreef zo veel mogelijk sportwerkgevers aan met de vraag of ze gratis hun vacature op zijn nieuw gebouwde website wilden plaatsen. “Ook ben ik op hogescholen presentaties gaan geven om studenten te vertellen hoe lastig het is om een baan te vinden in de sport en daarbij wees ik ze uiteraard op mijn site. Verder was het bellen, bellen en nog eens bellen om partners aan mijn platform te binden.” Fonville vertelt dat hij zeker in de begintijd veel heeft gehad aan zijn partners, zoals Wagner Group, Hogeschool Rotterdam en Fontys Hogescholen. “We hadden natuurlijk een gezamenlijk belang: hun studenten zo goed mogelijk in de arbeidsmarkt wegzetten.” De website won snel aan naamsbekendheid en nadat de eerste mensen via de site een stage of baan hadden gevonden, kon hij geld vragen voor het plaatsen van een vacature. “En zo werk ik nog steeds.”
80
selecteren van geschikte kandidaten. Uit die extra Nog altijd wordt in de sport zo’n zeventig procent van dienstverlening ontstond werving- en selectiebureau de vacatures via-via vervuld, vertelt Fonville. En van SportScoutz, dat per 1 januari 2016 actief is. “Uit alle sportmanagement- en sportmarketingstudenervaring weten wij (Fonville werkt samen met col- ten komt maar twintig procent daadwerkelijk in de lega Martin Stockman, RJV) hoe belangrijk het is dat sport terecht. “In een professionele omgeving hoort een kandidaat écht past bij een bedrijf. Iemand moet de werkgever voor elke vacature de best mogelijke niet alleen voldoen aan kandidaat te willen hebde functie-eisen, maar ben en dat is de reden ook zijn of haar perwaarom ik SportScoutz soonlijkheid moet bij gestart ben.” het bedrijf passen. Die juiste persoon kunnen Fonville realiseert zich wij vinden door een dat deze werving- en vacature online te zetselectieactiviteiten de ten, te werven in ons opdrachtgever aanzienuitgebreide netwerk of lijk meer kosten dan door achter de scherenkel het plaatsen van Sander Fonville men te headhunten.” een vacature. “Maar
“SportNetwerk is er voor de student die een stage of eerste baan zoekt, maar ook voor de directeur die toe is aan een nieuwe stap in zijn loopbaan” 81
sportprof
SportNetwerk
SportNetwerk Career Event September jl. organiseerde Fonville de eerste editie van het SportNetwerk Career Event. In SX streden ruim zeventig studenten om een stageplek of traineeship bij werkgevers als Triple Double, SportVibes, Under Armour, ABN AMRO of Golazo Sports. “Het evenement biedt young professionals een mooie kans op een goede eerste stap in hun loopbaan en voor werkgevers is dit een goede gelegenheid om met de aanstormende talenten in aanraking te komen.” Fonville stelt tevreden vast hoe ABN AMRO zich als partner aan het evenement heeft verbonden en dat partijen als SportWorks en NIMA assessments en een opleiding aanboden. Ook Wagner Group, Red Bull en Marketingfacts leverden een belangrijke bijdrage. Door regelmatig contact met de deelnemende bedrijven weet Fonville dat de winnende studenten het goed doen op hun zelfverworven plek. “Voor alle partijen is het een win-winsituatie gebleken.” De studenten die geen baan wisten te scoren, hielden op z’n minst enkele visitekaartjes over aan hun trip naar Eindhoven. Ook zag Fonville hoe bedrijven onderling gegevens uitwisselden om nader zaken te doen. “Van hoofdpartner ABN AMRO en de andere partners heb ik zeer enthousiaste reacties ontvangen. En van andere bedrijven heb ik de vraag gekregen in de toekomst ook aan hen te denken. Door zulke reacties krijg je alleen maar meer zin in het organiseren van de volgende aflevering.” het kost ook geld om zelf een vacature uit te zetten, te werven en alle reacties goed te managen”, countert hij. “En nog veel meer geld als men na een jaar afscheid moet nemen van iemand die toch niet helemaal geschikt blijkt. Als je gaat voor de beste beschikbare professional, dan verdien je die kosten op termijn altijd terug.”
Hoe die tweede editie van het SportNetwerk Career Event er precies uit komt te zien is nog de vraag. “Met vijf bedrijven en zeventig studenten was er nu sprake van een georganiseerde chaos. Dat heeft zijn charme, maar het opsplitsen in twee sessies behoort zeker tot de mogelijkheden. Verder hebben we van een van de partners het verzoek gekregen om op locatie een exclusief evenement te organiseren.” Daarnaast is het wellicht verstandiger het volgende SportNetwerk Career Event later in het jaar te laten plaatsvinden. “In augustus en september zijn veel studenten nog op vakantie, veel aanmeldingen stroomden pas laat binnen. Daarnaast is er ook nog een groep studenten die in september afstudeert. Door het evenement in oktober of november te organiseren kun je ook hen bedienen.”
SportProf Academy Naast het creëren van een vacaturebank en het werven en selecteren van geschikte kandidaten, heeft Fonville in de loop der jaren ook op andere manieren aan de weg getimmerd. Zo organiseert hij elk jaar enkele netwerkborrels – bijvoorbeeld bij Vitesse of de AFAS Tennis Classics – en vond afgelopen zomer de eerste editie van zijn SportNetwerk Career Event plaats (zie kader volgende pagina). Ook zijn nieuwste plan mag
82
sportprof
er zijn: samen met digitaal strateeg, auteur en docent Peter Sprenger start hij dit voorjaar SportProf Academy: een academie, die post-hbo-opleidingen aanbiedt op het gebied van sportmanagement, sportmarketing, eventmanagement, en digital marketing. “In de afgelopen vijf jaar heb ik gemerkt dat veel mensen de noodzaak voelen om zich te blijven ontwikkelen. Soms moeten ze ook wel als ze een volgende stap in hun carrière willen maken. In de sport en met name in de online wereld volgen de ontwikkelingen elkaar erg snel op. Wij vinden het belangrijk dat gedreven professionals de kans krijgen om zich door goede docenten te laten voorzien van de juiste informatie.” Afgelopen zomer startten Fonville en Sprenger al met het geven van eendaagse trainingen aan telkens een
SportNetwerk
groep van vijftig geïnteresseerden. “Tijdens zo’n opleidingsdag zijn de cursisten concreet bezig met waar de markt naartoe gaat en hoe ze daarop kunnen inspelen. We hebben nu drie van die sessies gehad en de reacties zijn steevast positief. In april maken we de stap naar een academie met een vast aanbod van cursussen en opleidingen.”
SX De verhuizing van Goor naar Eindhoven komt voort uit het goede contact met Bob van Oosterhout, oprichter en directeur van Triple Double Sportmarketing. Toen Fonville net een jaartje bezig was, stuurde hij Van Ooster-
83
“Wij zijn geen cv-schuivers, maar professionals die verstand hebben van de markt en aanvoelen wie bij welke organisatie past” Sander Fonville
sportprof
SportNetwerk
hout een e-mail met de vraag of ze konden kennismaken. “Dat was een leuk gesprek en later hebben we vaker samen gezeten. Hij gaf aan dat hij op Strijp-S iets nieuws ging opzetten en dat dit ook voor mij the place to be zou kunnen zijn.” Om zich heen kijkend stelt Fonville vast dat Van Oosterhout gelijk had. “Hier zitten bijna vijftig bedrijven. Zij brengen allemaal hun eigen netwerk mee, daardoor ontstaat er kruisbestuiving. Als een van die bedrijven op zoek is naar nieuwe krachten, dan kloppen ze steeds vaker aan bij mij. Verder biedt SX een leuke en dynamische werkomgeving. Bedrijven en kandidaten vinden het leuk om hier naartoe te komen.” Op de tweede verdieping van SX deelt Fonville een open kantoorruimte met collega Stockman en de ondernemers Roland Rijshouwer en Antoine de Brouwer. Rijshouwer is met zijn bedrijf SportWorks gespecialiseerd in competentie- en organisatieadvies en van die diensten maken SportNetwerk en SportScoutz ook gebruik. “Ook oud-rugbyster Tessa Veldhuis werkt voor ons. Verdere uitbreiding is vooralsnog niet aan de orde.”
Geen cv-schuivers In 2016 wil Fonville SportScoutz echt goed neerzetten. “We hebben een goede start gemaakt en willen het bedrijf komend jaar doorontwikkelen. Verder moet het opleidingsinstituut zijn draai vinden en organiseren we komend jaar ook weer de sportnetwerkborrels en het SportNetwerk Career Event.” Fonville stelt dat hij over tien jaar niet voor honderd werkgevers hoeft te werken om maar te blijven scoren. “Wij zijn geen cv-schuivers, maar professionals die verstand hebben van de markt en aanvoelen wie bij welke organisatie past. Wij hebben een passie voor sport, willen mensen graag helpen en dat uit zich in het creëren van de best mogelijke matches.” Eerder die dag deed een bezoek van twee studenten hem beseffen dat niet alleen zijn bedrijf, maar ook hijzelf de afgelopen vijf jaar een behoorlijke groei heeft doorgemaakt. “Zij moesten een businessplan schrijven en ik was hun consultant. Ze waren wat timide maar gingen open het gesprek in. Daar herkende ik wel wat in van mezelf als student. Ik had geen netwerk en vond presentaties geven verschrikkelijk.”
85
sportprof
SportNetwerk
And the winner is.... Tijdens het eerste SportNetwerk Career Event bemachtigde Michiel Verheem een traineeship bij SportVibes. Verheem: “Voor net afgestudeerden is dit event een unieke kans om op de sportmarkt terecht te komen. Tijdens het event kreeg ik een paar minuten om het beste van mezelf te laten zien. Die insteek vind ik gaaf. In de sport moet je nu eenmaal ook pieken op het juiste moment.” Verheem, die aan de Vrije Universiteit in Brussel zijn master Sport, Economics & Communication behaalde, was een van de 130 youngsters die een sollicitatiebrief en cv hadden ingestuurd en een van de zeventig gelukkigen die naar Eindhoven mochten komen. Naar aanleiding van zijn brief en cv werd hij gekoppeld aan SportVibes en samen met veertien anderen streed hij om het traineeship. “Na een algemene quiz moest ik een korte presentatie geven over een van de cases van SportVibes, het Oranje Peloton. Na een korte speeddate met mijn potentiële werkgever mocht ik als een van de vier beste kandidaten nog wat uitgebreider in gesprek. Hierna kreeg ik te horen dat ik de baan kreeg. Echt fantastisch.” Momenteel verdeelt de onlinesportmarketingtrainee zijn tijd tussen projectmanagement- en communicatieklussen voor SportVibes en de digitale campagnes voor het nieuw opgerichte SportVibes Digital. “Het bevalt erg goed. Ik vind het supertof dat ik bij dit bedrijf mijn carrière in de sport mocht beginnen en ben erg blij dat SportVibes mij deze kans heeft geboden.”
Juist voor zulke studenten vindt de vader van twee het belangrijk dat ze niet alleen vanuit school, maar ook vanuit het werkveld te horen krijgen hoe de arbeidsmarkt in elkaar steekt. In maart is Fonville weer gastdocent bij een Tilburgse SPECO-carrièredag. “Dan vertel ik bijvoorbeeld hoe een goed cv eruit ziet en hoe werkgevers daarnaar kijken. Ik vind het ontzettend leuk om zulke gastcolleges te geven en probeer ook altijd een paar studenten één op één te helpen. Je hebt er dan ook altijd studenten bij zitten die achterover leunen en hopen dat alles ze wel komt aanwaaien.” Lachend: “Zij komen er vanzelf wel achter dat het niet zo werkt.”
SportNetwerk
Netwerk
Sport-Netwerk.nl heet vanaf 1 januari 2016 SportNetwerk. Het nieuwe webadres is www.sportnetwerk.nl.
“Werk aan je netwerk.” Dat is dé gouden tip die Fonville wil meegeven aan aankomende sportprofessionals. “Heb je een interessant gastcollege gehad of ergens stage gelopen? Zorg dat je contact blijft houden, bijvoorbeeld via social media. De sportmarkt is een lastige markt om binnen te komen en daarom is het goed om naast je studie bijvoorbeeld vrijwilligerswerk te doen. Juist door zulke dingen weten potentiële werkgevers dat ze jou moeten hebben.”
86
Creating Excellence Through People SportScoutz is de expert in de werving en selectie van medewerkers in sport gerelateerde organisaties. Hoe goed het personeelsbeleid van uw organisatie ook is, op gezette tijden is er behoefte aan nieuwe medewerkers, bijvoorbeeld in het kader van opvolging, vervanging of uitbreiding. Zelf werven is tijdsintensief en vereist de nodigde resources. Verder kan het zijn dat u de specifieke kennis, contacten en netwerken mist om efficiënt de juiste man of vrouw voor een vacature te vinden. Met onze ervaring in de wereld van de sport, onze recruitment expertise en een uitgebreid netwerk helpen wij u graag verder!
Nobody can achieve success alone
www.sportscoutz.nl • SX Eindhoven, Torenallee 3 • +31 (0)6 52 52 03 46