5 minute read

Mobiliteit: Evaluatie circulatieplan

Next Article
Stadsberichten

Stadsberichten

Bart Ons en Tom Vaneessen hebben het circulatieplan doorgelicht.

Aalst evalueert circulatieplan “Meer fietsers en voetgangers, maar ook meer auto’s”

In augustus 2021 lanceerde de stad het circulatieplan voor Aalst-Centrum. Sindsdien is het een dankbaar onderwerp tijdens conversaties, want iedereen heeft er een mening over. Of je nu een hevige voorstander bent of je het toch liever anders had gezien: we beoordelen mobiliteit in Aalst vaak op ons buikgevoel. De stad en het studiebureau Transport & Mobility Leuven (kortweg TML) gaan met objectieve meetresultaten, samengevat in een evaluatierapport, na of ons buikgevoel klopt. Staan we met z’n allen stil op de ring of fietsen we gezwind de woonstraten door? Beiden, zo blijkt. CHIPKA sprak met twee mobiliteitsexperts, Bart Ons (studiebureau TML) en Tom Vaneessen (dienst Mobiliteit van de stad).

Tom: “De stad keurde in 2017 een algemeen Mobiliteitsplan goed en deelde het op in meerdere behapbare projecten, waar het circulatieplan er één van is. We werken daarnaast ook aan een parkeerplan, bekijken de herinrichting van straten enzovoort. Het circulatieplan heeft drie grote doelstellingen: de leefbaarheid vergroten, de veiligheid verhogen en de bereikbaarheid behouden. Om dat te bereiken zijn er enkele ingrijpende wijzigingen doorgevoerd.”

Naar een leefbaar, veilig en bereikbaar Aalst Tom: “Door binnen de ring de snelheid te beperken tot 30 km/u en zwaar verkeer aan banden te leggen, worden de centrumstraten veiliger voor zwakke weggebruikers. Ook de fietsstraten en -lijnen helpen daarbij. Om de leefbaarheid te vergroten, werd het sluipverkeer in het centrum een halt toegeroepen: woonzones en hoofdcirculatie werden van elkaar gescheiden en er is eenrichtingsverkeer ingevoerd op de Wallenring. Tot slot trachtten we de bereikbaarheid van het centrum te behouden door te voorzien in parkings aan de rand en in deelmobiliteit.”

Meten en vergelijken Doelen stellen is één zaak, maar nagaan of het doel werd bereikt is niet altijd eenvoudig. Het bureau Transport & Mobility Leuven, gespecialiseerd in verkeerskundige studies, helpt daarbij. 13

“Er zijn meer fietsers en voetgangers, dat is een belangrijke graadmeter voor de leefbaarheid van een stad” | Bart

Bart: “Op vraag van de stad hebben we vóór de invoering van het circulatieplan een aantal indicatoren bepaald. Dat zijn concrete, meetbare factoren die samen een evolutie kunnen aantonen. We deden een nulmeting om cijfers te verzamelen van de oude verkeerssituatie. We baseerden ons op gps coördinaten uit auto’s en op de veertig telramen die in het centrum ophangen. Zo kregen we een beeld van het aantal wagens, fietsers en voetgangers, zowel tijdens de spits als daarbuiten. Een jaar later voerden we in dezelfde periode de metingen opnieuw uit. We vergeleken de cijfers en schreven een lijvig rapport dat de stad zal gebruiken om verkeerssituaties bij te sturen waar nodig.” Op microniveau kunnen bepaalde verkeerssituaties wel nog beter.”

Meer fietsers en voetgangers… Bart: “De cijfers tonen aan dat het aantal fietsers en voetgangers is gestegen tegenover 2021. En dat is dubbel zo goed nieuws, want door de coronapandemie waren er op dat moment al veel mensen die het openbaar vervoer hadden ingeruild voor de fiets. En meer fietsers en voetgangers, dat betekent dat het veiliger wordt op straat. De fietsstraten en de fietslijnen, die verkeersluwe routes naar het centrum aangeven, dragen zeker bij tot de grotere veiligheid.”

Tom: “Fietsen is dan ook de ideale manier om je in Aalst te verplaatsen. Het is fijn om te zien dat steeds meer Aalstenaars er zo over denken. Ons stadscentrum overspant amper 2,5 km in vogelvlucht. Dat is per fiets vlot te doen op een kwartier. Veel steden willen een 15-minutenstad zijn, maar Aalst ís het. Dat moeten we meer uitspelen, want het is dankzij de fietsers dat het hier nog leefbaar is.”

… maar ook meer auto’s Bart: “Tegenover het coronajaar 2021 zien we ook 20% meer auto’s in Aalst. Dat heeft meerdere oorzaken: meer mensen moeten na de pandemie opnieuw in het centrum zijn voor werk of school. En dat zijn niet enkel Aalstenaars, maar ook inwoners uit de omliggende gemeenten, waar nieuwbouwwoningen voor een grotere toestroom naar onze stad zorgen. De extra auto’s zie je vooral op de ring. Het buikgevoel van wie daar in de file staat zegt ook dat het drukker geworden is, maar de reistijd blijft nagenoeg hetzelfde. De tijd die je nodig hebt om de ring helemaal af te rijden, zo’n 20 minuten, blijft in tegenwijzerzin gelijk. In wijzerzin doe je er in de spits iets langer over dan vroeger.”

Tom: “Verder zien we vooral een aantal negatieve evoluties op microniveau: bepaalde punten waar het verkeer is toegenomen. Dat zijn bijvoorbeeld de kaaien, de viaducten en de Sint-Annabrug. De plaatsen waar je de Dender over moet, dat zijn en blijven jammer genoeg bottlenecks.”

Minder verkeer door de woonwijken Toch is er ook zeer positief nieuws wat het aantal auto’s betreft. Bart: “In de woonwijken worden veel minder auto’s geregistreerd en de auto’s die er wel rijden, passen hun snelheid aan. Dat heeft een grote impact op de levenskwaliteit daar. Onbewust zorgen de trillingen, het geluid en de uitlaatgassen van het verkeer immers voor stress. De woonwijken werden teruggegeven aan de bewoners.” Tom: “De woningwaarde in rustige straten steeg met 5 à 10%. En rustige straten trekken ook meer jonge gezinnen aan. Eén van die straten waar de bewoners het verschil voelen, is de Dirk Martensstraat. Die straat was echt ongeschikt als ringweg. Door de knip ter hoogte van de Meuleschettestraat is de straat opnieuw leefbaar.”

Een andere manier van verplaatsen is nodig Tom: “De cijfers tonen ons dat het circulatieplan zijn werk doet, al zal wie in de file staat het daar niet mee eens zijn. De files die er waren, die zijn er nu nog omdat we gewoon met meer mensen zijn. We moeten daar realistisch in zijn: een mirakeloplossing bestaat niet, want we zitten vast aan onze beperkte beschikbare ruimte. De straten en de lintbebouwing dateren van een tijdperk waarin er veel minder auto’s rondreden. Cru gezegd hebben we twee opties: alles platgooien en herbeginnen, of we moeten met z’n allen nadenken over de juiste auto’s op de juiste plaats. Welk vervoersmiddel werkt het best voor elke verplaatsing? Natùùrlijk zijn auto’s nog welkom in het centrum. Maar wie fit en gezond is, doet korte verplaatsingen gewoon beter te voet of per fiets of neemt het openbaar vervoer. Of je laat je auto aan de rand staan. Als geen enkele scholier nog per auto tot aan de schoolpoort zou worden gebracht bijvoorbeeld, zou dat een gigantisch verschil maken.”

Bart: “Elke centrumstad worstelt met hetzelfde probleem: ze trekken door hun functie meer mensen aan dan waar de ruimte op voorzien is. De tijd waarin je tot voor de deur kan parkeren is eigenlijk voorbij. Dat feit aanvaarden en rekening houden met elkaar, dat is dé manier om elke verkeersknoop te ontwarren, ook in Aalst.”

"Veel steden willen een 15-minutenstad zijn, maar Aalst ís het" | Tom

This article is from: