5 minute read
de vlammen te lijf? “Het is een roeping”
from CHIPKA februari 2023
by Stad Aalst
Brandweerman worden. Zo vaak voorgesteld als een kinderdroom, maar vaak blijft het daar ook bij. Nochtans is het een onmisbaar en eervol beroep. In de brandweerposten Aalst, Erembodegem en Moorsel luidt de sirene. Er zijn extra vrijwilligers nodig. Mannen én vrouwen die zich geroepen voelen, kunnen hun kans wagen. Michel Van Der Straeten, Dirk Rowies en zoon Tim Rowies zijn al jarenlang vrijwilliger. CHIPKA sprak met hen af in de kazerne aan de Vrijheidstraat. Ze vertellen er (deze konden we niet laten liggen) vol vuur over hun passie.
“Ja, brandweerman zijn ís een passie”, steekt Michel, vrijwilliger sinds 1989, van wal. “De brandweer van Aalst is ontstaan rond de Grote Markt. Zelfstandigen zoals de bakker, beenhouwer, cafébaas en ‘coiffeur’ trokken bij een oproep de deuren onmiddellijk achter zich dicht om naar een brand te gaan. Dat was de brandweer.”
Wat heeft jullie getriggerd om brandweervrijwilliger te worden?
Dirk: “Het is een microbe, je hebt het of je hebt het niet. En de microbe van brandweer heeft me al op jonge leeftijd besmet. Sinds 1991 ben ik vrijwilliger, en ook mijn twee zonen heb ik kunnen overtuigen. Wij houden de eer van de brandweerfamilies hoog (lacht).”
Michel: “Het werk van de brandweer gaat nooit vervelen. Steeds opnieuw komen er uitdagende en gevarieerde oproepen binnen. Van koeien uit de gracht halen, slangen vangen tot verkeersongevallen en uiteraard branden blussen. Voor mij is het een vrijetijdsbesteding met zingeving, je voelt dat je nuttig bezig bent en dat je jezelf kan blijven ontplooien. Dat je hiervoor ook wordt vergoed, is een mooi extraatje.”
Tim: “Al van kinds af aan wou ik brandweerman worden en sinds 2010 ben ik vrijwilliger bij de brandweer. Je hebt iets te betekenen, een sociaal en maatschappelijk engagement. Het teamgevoel en de sfeer binnen de posten zijn moeilijk onder woorden te brengen. Voor de veiligheid moet je steeds 100% kunnen rekenen op je team, en dat zorgt voor sterke banden.”
Welke interventie gaf jullie doorheen de jaren het meeste voldoening?
Tim: “Met kop en schouders de brand van de Carnavalshallen Aalst in 2016. De brand heeft helaas voor een enorme ravage gezorgd maar er vielen gelukkig geen slachtoffers. Om in onze stad een zoveel betekenende brand te kunnen blussen, gaf een enorme kick.”
Dirk: “De eerste reanimatie die ik uitvoerde als brandweer-ambulancier heeft een grote indruk op mij nagelaten. Die man er opnieuw kunnen doorhalen, gaf me heel veel voldoening.”
Michel: (overtuigend) “Noodweer. De schade bij noodweer in onze streek is relatief. Het voelt goed dat je de mensen gelukkig kan maken door hun dak opnieuw te dichten of hun kelder leeg te pompen. Het zijn de meest eenvoudige interventies, maar je doet er de slachtoffers een groot ‘plezier’ mee. Enkele jaren geleden kreeg ik na vele uren opruimwerk om 7 uur ’s ochtends een entrecote voorgeschoteld van één van de slachtoffers. Zoiets vergeet je niet.”
Wat is het profiel van de ideale vrijwilliger?
Michel: “Brandweerman ben je met twee, samen met je partner. De ideale leeftijd van een brandweervrijwilliger ligt rond de 30 jaar. Je bent al wat gesetteld tegen dan. Bij sommige jongere vrijwilligers zien we dat de helm aan de haak wordt gehangen door een nieuwe professionele uitdaging, verhuis of gezinsuitbreiding.”
Tim: “Voor velen is brandweervrijwilliger de springplank naar beroepsbrandweer. Door al wat mee te draaien in het systeem is het makkelijk in te schuiven als er een plekje vrij komt. Een betere leerschool bestaat er niet.”
Hoe verhouden mannen en vrouwen zich bij de brandweer?
Dirk: “Het genderonevenwicht bij de brandweer is een feit. Binnen het korps van de Aalsterse brandweer is slechts 1 procent vrouwelijk. Vaak hebben de vrouwen die hier werken al iets te maken met de brandweer zoals een partner bij de brandweer, werken in een veiligheidsorganisatie of ze hebben een medische opleiding gevolgd. Bij de ambulanciers zijn meer vrouwen aan de slag, daar is de verdeling fifty-fifty.”
Michel: “Bij aanwervingen trekken we weinig vrouwen aan, nochtans is het niet zo dat ze niet door de selecties geraken. Al wie de juiste lichamelijke en mentale instelling heeft, kan hier aan de slag. Misschien heeft het met technische vaardigheden te maken. Hoewel er toch ook meisjes zijn die elektromechanica studeren?”
Woon je het best rond een kazerne om brandweerman te kunnen worden?
Tim: “We hebben zowel dringende als minder dringende interventies. Voor de dringende oproepen, waarbij mensenlevens in gevaar zijn, roepen we de beschikbare vrijwilligers op die op dat moment het dichtst bij de kazerne ingebeld staan. Meestal gaat het dan om branden, ongevallen, evacuaties… Bij minder dringende interventies zoals het vrijmaken van de rijbaan, oliesporen ruimen, hulp bij noodweer, wespennesten verdelgen… rekent het systeem op vrijwilligers die verder van de kazerne staan ingebeld. Iedereen kan dus aan de slag bij ons.”
Hoe word je brandweervrijwilliger?
Dirk: “Ik ben in 1991 vrijwilliger geworden en was één van de eersten die naar de Provinciale Brandweerschool moest. Sindsdien moeten zowel vrijwilligers als beroepsbrandweerlui over dezelfde vaardigheden en competenties beschikken. En dat is maar logisch ook, bij interventies moet veiligheid steeds voorop staan.”
Michel: “Vroeger werd je pompier aan de toog (lacht), dat is de loop der jaren wel veranderd. De procedure om brandweerman of –vrouw te worden mag je niet onderschatten. Een sterke motivatie is heel belangrijk, maar je moet ook over een aantal cognitieve, technische en fysieke competenties beschikken om lid te kunnen worden van de brandweer. Voor je kan solliciteren bij de zone van je keuze moet je eerst het Federaal Geschiktheidsattest (FGA) behalen. Eens je dat attest op zak hebt, kan je solliciteren bij een hulpverleningszone. Het behalen van het FGA geeft geen garantie op een automatische aanstelling bij de brandweer. Maar je moet ze wel afleggen vooraleer je verder kan naar de volgende stap in de rekruteringsprocedure.”
Vanwaar de oproep naar vrijwilligers?
Dirk: “De grote brandweerfamilies vervagen. Onze familie Rowies houdt de eer hoog,
Brandweer
maar vroeger was het toch nog anders. De Familie Van de Velde bijvoorbeeld, ‘de vellekes’, 4 vaders en 4 zonen. Kwam er een oproep binnen tijdens een familiefeest, dan verdwenen ze in een vingerknip en was de tafel nog met minder dan de helft gevuld (lacht).”
Michel: “Vrijwilligers zijn onmisbaar bij de brandweer. In de drie Aalsterse posten (Moorsel, Erembodegem en Aalst) zijn er momenteel evenveel vrijwilligers dan vaste beroepslui. Dat is nog net voldoende, maar we willen niet meemaken dat we op termijn onderbemand geraken…”
Moet je als brandweerman een durver zijn?
Tim: “De drang naar adrenaline moet er toch wel zijn. Je moet van de spanning houden. Als je pager (bieper) midden in de nacht afgaat, moet je met veel zin en in een vingerknip willen vertrekken om iemand in nood te helpen. Kom je dan aan een brand waar de vlammen door het dak slaan, is het toch niet voor iedereen evident ze te trotseren.”
Michel: “Maar de opleidingen zijn zodanig opgebouwd dat de focus altijd en overal op veiligheid ligt. Er is bij de brandweer zo een breed takenpakket, dat er voor iedereen wel iets is weggelegd. Vrijwilligers bij de brandweer vind je in alle lagen van de bevolking. Van ingenieurs tot gemeentemedewerkers, van fabrieksarbeiders tot bankiers en van zelfstandigen tot juristen. We hebben hier van alles wat. Maar het meest houden we van vrijwilligers met een gezonde portie boerenverstand.”
Wil je ook brandweervrijwilliger worden?
Surf naar ikwordbrandweer.be en bekijk de verschillende stappen.
Of ga naar de infosessie op 8 februari om 19.30 uur in post ErembodegemIndustrielaan 25a.