10 minute read
Buurten Uit(ge)gaan in Aalst
from CHIPKA februari 2022
by Stad Aalst
BUURTEN
Top053 Op stap in het verleden
‘Knaldrang’. Woord van het jaar in 2021 volgens Van Dale en VRT. Het betekent de onhoudbare goesting om er eens stevig in te vliegen. Te pintelieren, te dansen, te schransen. Klinkt als het uitgaansleven van de jaren ’70, ’80 en ’90 in Aalst? Reken maar! Deze drie decennia staan centraal in de tweede Top053 op zondag 6 februari, via een live-uitzending vanuit De Werf. CHIPKA bracht enkele markante (ex-) zaakvoerders samen voor een nostalgische terugblik. “Toen FC De Kampioenen op tv kwam, zat mijn café vol!”
Nostalgisch terugblikken op het uitgaansleven van de vorige decennia is, na twee coronajaren, helemaal geen opgave. Een QR-code om op café te mogen, dat was slechte sciencefiction. Een avondklok iets van ‘den oorlog’. En een smartphone was voorbehouden aan James Bond. Toch opende Dirk Geeroms in deze omstandigheden twee maanden geleden zijn rhythm & bluescafé ‘The Mojo’ in de Rozemarijnstraat, hartje uitgaansbuurt. Een dappere beslissing. We nemen er graag plaats met Pascal Moens, Veerle Taeleman, Herman Dierick, Karim Touh en Filip De Meester. Streekbiertje erbij, vette basgitaar op de achtergrond en lichtend gedimd: we kúnnen.
7 Pascal Moens, Herman Dierick, Filip De Meester, Karim Touh en Veerle Taeleman kennen het Aalsterse uitgaansleven door en door.
Het verste in het geheugen ligt Pascals café, de Kashbah. Pascal: “In 1985 was ik 20 jaar. Mijn stamcafé was toen De Cactus op de Grote Markt (nu café Cognac, red.). Dat was het café van de new wave en postpunkscene waar heel wat bekende gasten langskwamen. Denk maar aan Marcel Vanthilt, de mensen van Lavvi Ebbel, Jo Bogaert, Dominique Deruddere… Samen met een andere stamgast, muzikant Jan Van den Brande van de Aalsterse band ‘Mensen Blaffen’, wilde ik een eigen café beginnen. Ons oog viel op een oude opslagplaats in de Sluierstraat die we helemaal hebben verbouwd. Dat werd de Kashbah, genoemd naar het nummer ‘Rock the cashbah’ van The Clash. Na de Kashbah kwamen onder andere de Hydrogène en de Factory in het pand.”
Welk publiek trokken jullie aan? Pascal: “Onze muziekstijl ging iets breder dan die van de Cactus, we richtten ons op het bezoekerspubliek van het voormalige CSV ’t Fabrieksken in de Burchtstraat. Ook De Gele Limonade, in de De Ridderstraat is zo ontstaan. Ons café was ruim genoeg voor fuiven, maar bood ook ruimte voor kunstwerken, er gebeurde van alles. Op schooldagen zat het hier onder de middag stampvol scholieren voor koffietjes, soepjes, colaatjes… en om 13 uur liep het weer leeg.”
Veerle, ook jouw café ‘De Keet’, of beter ‘De Kiët’, richtte zich op het alternatieve publiek? Veerle: “De Kiët was een metal- en punkcafé. Het bevond zich in de Korte Nieuwstraat,
toen nog een zeer drukke uitgaansbuurt met een aaneenschakeling van cafés en dancings. Mijn ex-man Raf was ermee begonnen en toen het café begon te floreren, liet ik er mijn studies voor schieten. Ook ik was amper 20 à 21 jaar toen. De Keet was een donker kot, niet meteen het mooiste café van Aalst. (lacht) Wel hebben we enkele keren verbouwd. Met Carnaval mocht alles kapot. Daarna hielpen de klanten om alles herop te bouwen.”
Metalmuziek in Aalst, dat was een gat in de markt? Veerle: “Ja, maar onze klanten kwamen van overal. Zelfs uit Wallonië en Nederland. In Aalst waren er niet genoeg metal liefhebbers om van te kunnen leven. Klanten met lang haar, gescheurde broeken, legerbottines… er waren weinig andere cafés waar ze welkom waren. Ook voor motorbendes waren we een afzakcafé. Zware jongens ja, soms werd er wel eens een wc deur uit de haak gehaald (lacht). Maar tussen onze klanten zaten ook heel veel lieve gasten.”
Terug over naar de Sluierstraat. Daar opende een legendarisch danscafé dat nu nog bestaat: Oxygène! Herman: “Op mijn 29ste startte ik met café Oxygène in een vlaag van zinsverbijstering. Toen ik daar thuis mee afkwam, dacht ik dat mijn pa mij kapot ging maken (lacht). Het waren mijn zotte jaren. Daarvoor had ik al 9 jaar als DJ gewerkt in café Bizarre (nu Comme ça, red.). Ik stond altijd zelf in mijn café en creëerde een band met mijn klanten. De politie was dan weer niet altijd mijn beste vriend.” Karim: “Herman was the legend. Toe Herman, vertel eens dat verhaal van de rode balpen.” Herman: “Ja, legend, weet je wat me dat gekost heeft? Er kwam voor de zoveelste keer een agent langs omdat mijn muziek te luid stond. Ik moest de boete ondertekenen, maar die stond vol spelfouten. Ik zei: ‘als ik dit onderteken ben ik een idioot.’ Ik pakte
een rode balpen en begon te corrigeren. Ze konden er niet mee lachen. Als ik ze zag aankomen legde ik het populaire liedje Eins, zwei Polizei (van Mo-Do, red.) op (lacht).”
Er waren vast nog prettigere herinneringen? Herman: “Ik herinner me het begin van FC De Kampioenen op tv, telkens zaterdagavond rond half 9. Het café zat dan stampvol samen tv te kijken. Ik had een goed cliënteel, waaronder 3 studentenclubs. Zelden of nooit waren hier vechtpartijen. Dit was een ambiancecafé, gekend om de Franse danshits die we hier draaiden. Het mooiste vond ik om jonge tieners voor het eerst te ontmoeten die op aanraden van hun ouders, oud-klanten van mij, naar den Oxy gestuurd werden. In 1993 begon ik ook met dancing Hydrogène, in het pand van de vroegere Kashbah, de Metro en de Boulevard. In de Hydrogène organiseerde ik ooit een optreden van Isabelle A, ten tijde van haar hit ‘Lekker Beest’. Probleem: dat meisje was toen nog minderjarig, ze mocht maar optreden tot 23 uur en ze had die avond 3 optredens. Ze kwam lang voor het afgesproken uur aan in den Hydro en dus zat er niks anders op dan op te treden voor een lege discotheek. (lacht)”
"Er zat voor Isabelle A niks anders op dan op te treden voor een lege discotheek" | Herman
Karim en Filip, in de Hydrogène startte ook jullie verhaal. Karim: “Filip en ik zijn jeugdvrienden. We gingen uit naar de typische fuiven in ’t Kapelleken, den Tuf, ’t Koerken en natuurlijk in de Oxygène. Ik ging wat zakcenten verdienen
als garçon in de Hydrogène en groeide er uit tot rechterhand van de uitbaters.” Filip: “Op mijn 18e begon ik te werken in de Oxygène. Eind 1998 werd de Hydrogène omgedoopt tot de Cargo, toen startte ik daar.”
Karim, jij zou ooit als 18-jarige gezegd hebben: ik ga dit hier overpakken. En dat is je gelukt! Karim: “(lacht) Dat klopt. Toen de Hydrogène open ging, was ik onder de indruk. Ik maakte de overstap mee naar de Cargo, maar na enkele jaren was dat liedje uitgezongen. Begin de jaren 2000 nam de populariteit van de danscafés af. Er ontstond een nieuwe clubcultuur, het ‘quality clubben’. Die nieuwe trend voelden Filip en ik goed aan, we organiseerden in de Cargo al onze eerste Dance Vibes-concepten. In oktober 2003 namen we de zaak over en startten we onze eigen club: The Factory. We kenden 14 geweldige jaren met ooit wel 1 500 entrees op één nacht.” Filip: “In onze topjaren boekten we toen optredens van The Subs, Nils Van Gogh en Bakermat, maar bijvoorbeeld ook de toen nog onbekende Dj’s Dimitri Vegas & Like Mike draaiden drie keer bij ons. Op zo’n momenten schoof het volk aan tot aan de Sint-Martinuskerk!” Karim: Daar kon Herman natuurlijk mee van profiteren (lacht). In de Sluierstraat gunden we mekaar allemaal iets.”
Pascal en Veerle, wat beschouwen jullie als het hoogtepunt? Pascal: “Ik denk graag terug aan de optredens van de Aalsterse rockband Jason Rawhead in de Kashbah, maar even goed aan zangeres Monja, een cultfiguur uit Ninove. Toen hadden we 400 man! Monja was een fenomeen.” Veerle: (lacht) “Dat herinner ik mij. En vals zingen dat ze deed! Mij is in de Kiët vooral een optreden van de Braziliaanse punkrockband Cólera bijgebleven. 450 betalende toeschouwers aan 50 frank inkom. Ze ston-
den tot buiten! Een zalige tijd. Na het werk gingen we vaak iets eten in de Palace, of in de Witte Leeu (hoek Kanunnik Colinetplein), daar kon je tot 6 uur ’s ochtends gaan eten.” Pascal: “En van daaruit gingen we bij Maurice in dancing de Kings, dat was het trefpunt van de horeca-uitbaters.”
Wanneer zijn jullie ermee gestopt? Pascal: “De laatste avond van de Kashbah was nieuwjaarsavond 1988-1989. De grunge kwam op enerzijds en de mega discotheken anderzijds. Jan wilde opnieuw muziek gaan maken, ikzelf verdiepte me in fotografie.” Veerle: “Voor ons viel het doek met de onteigening in 1990. (de cafés van de Korte Nieuwstraat verdwenen voor de bouw van het Keizershof hotel het KBC Bankfiliaal, red.). Later werkte ik nog even in ’t Koerken.” Herman: “Voor mij stopte het na 20 jaar. De Oxygène werd overgenomen. Ik zou er ook niet meer kunnen mee beginnen. Ik sukkel met de ziekte van Parkinson, waardoor ik nu ook geen plaatjes meer kan draaien.” Karim: “Na The Factory openden Filip en ik restaurant Cul’Eau”. We bleven in de horeca, maar de nachten, dat is gedaan (lacht).”
Tot slot. Was het vroeger beter? Wat is het meest veranderd? Pascal: “Vroeger was zaterdag de uitgaansdag, vrijdag niet. Ieder ging ook veel meer in eigen hokje uit, de subculturen waren nog meer gescheiden. En ook het aanvangsuur van uitgaan was veel vroeger dan nu.” Veerle: “De prijzen waren ook lager en op gebied van drank schonken wij bijvoorbeeld geen sterke drank. Pils en mazout, dat werd gedronken.” Filip: “Later heeft de komst van sociale media alles door mekaar geschud. Sociale media is een sterkte, maar heeft ook een nefaste impact op het uitgangsleven. Iedereen is met zijn telefoon bezig. Is een café leeg, dan wordt er een foto genomen en zetten ze online: ‘blijf maar weg, geen volk hier’. Je kon ook sneller al eens zot doen, nu wordt alles gefotografeerd of gefilmd.” Karim: “Elke generatie heeft zijn sterkte en gaat zeggen dat zijn generatie de beste was. Deze generatie pakt graag uit op Instagram, dat zien we in ons restaurant ook. Vroeger pakten de mensen uit door een fles champagne met vuurwerk te bestellen, dan was je de man. Je leefde meer in het moment. Toen er nog geen gsm was moest je wel naar buiten om iemand te leren kennen. Nu swipen mensen daarvoor op Tinder en consorten.” Herman: “Ik vraag me ook af hoe het vandaag moet zijn voor jongeren van pakweg 18 jaar. Die kennen nu al twee jaar beperkingen door corona. Gaan die de echte uitgaanscultuur nog leren kennen? En willen leren kennen?” Dirk: “Toch is Aalst nog altijd een geweldige stad om een zaak te beginnen. Ik hoop dat alle regeltjes snel wegvallen. Dan krijgen onze bestaansmogelijkheden pas echt een boost.”
Filip en Karim werkten zich op van garçons tot zaakvoerders van één van de succesvolste Aalsterse clubs van weleer, de Factory.
Het beste uit meer dan vijftig jaar Aalsterse popmuziek
2 500 muziekliefhebbers stemden vorig jaar op hun favoriete ‘Top 053’ nummer. De Aalstenaars verkozen toen ‘Pump up the Jam’ tot de absolute nummer één. Voor deze tweede editie start De Werf weer met een leeg blad en een geüpdatete lijst. Jij bepaalt mee welke artiesten in 2022 mogen pronken op de finale ranglijst van 53 nummers. Stemmen kan tot 5 februari. Op zondag 6 februari, vanaf 17 uur, kan je het eindresultaat bekijken en beluisteren, thuis via www. top053.be, of in de Foyer met een hapje en een drankje. De presentatie is opnieuw in de capabele handen van Jonas Decleer. Gastsprekers en muzikanten brengen tussendoor livenummers. De toegang is gratis.
UiTPAS RUILVOORDEEL: Kom naar de uitzending en ruil 5 punten voor een verzamelcd van De Werf met nummers van o.a. Irish Coffee, John Woolley, Isopoda en onuitgebrachte livenummers van Lavvi Ebbel.
DENDER
Foto’s en memorabilia gezocht!
Het Stadarchief brengt het uitgangsleven van de voorbije decennia in kaart. Heb jij nog ergens op zolder of op een oude pc foto’s staan uit de jaren ’70-’80 en ’90 (cafés, fuiven, discotheken…) dan ontvangt het Stadsarchief die heel graag! Ook affiches, flyers, tickets… uit dezelfde periode zijn meer dan welkom. Je kunt je foto’s (en andere) inleveren of laten digitalisteren. Zo worden ze bewaard voor volgende generaties.
Stuur ze naarstadsarchief@aalst.be
Zicht op de Korte Nieuwstraat (jaren '70).