3 minute read

Piëdestal Ingrid De Schrijver

Next Article
Stadsberichten

Stadsberichten

Ingrid De Schrijver

“Ik heb soms een uitknop nodig”

Ik spring niet zomaar op een piëdestal, backstage ligt mij veel beter”, probeerde Ingrid De Schrijver nog. Maar Ingrid heeft een probleem, ze zegt zelden neen. “Zonder het te beseffen rol ik dan mee in het verhaal en ben ik vertrokken.” En zo belandt een Aalsterse styliste plots in Dendermonde, als helpende hand om de Ros Beiaardommegang naar een hoger niveau te tillen. “Ik kan alleen maar zeggen: kom kijken. Je zult versteld staan.”

Ingrid De Schrijver is een befaamde styliste, tot ver buiten de stadsgrenzen. Ze verbond haar naam aan tal van musicals, opera’s en fotoproducties, maar ook veel carnavalisten vinden blindelings de weg naar de Parklaan, waar Ingrid woont en werkt. Momenteel werkt ze aan een woonwagen voor pretpark Bellewaerde. “Ik doe zoveel he”, lacht Ingrid. “Waar moet ik beginnen?”

Ingrid bladert in een fotoboek over Aalst Carnaval en herkent enkele ontwerpen van haar hand. Het kostuum van Prins Yvan is er één van. In een kledingrek hangen verschillende kostuums die bestemd waren voor de stoet van dit jaar. Zij kregen een jaartje uitstel. “Carnaval, dat betekent een half jaar mee brainstormen met groepen en het volgende half jaar werken om alles klaar te krijgen”, zegt Ingrid.

“Ik denk graag mee na en geef ongezouten mijn mening. Bij carnavalisten kom je daarmee weg, ik hou daarvan. Ik bekijk de stoet wel 4 keer, tussen het publiek. Dan kan ik genieten van de reacties, als ik mensen hoor zeggen: “ooh wat komt daar aan!” Omgekeerd gebeurt ook, en dan zeggen ze, terwijl een groep passeert: “ik ga nu achter smaabollen”. Dan vraag ik me meteen af wat er mis is aan mijn ontwerp (lacht). Na zoveel jaren kamp ik nog altijd met twijfels, gezonde twijfels welteverstaan.” vrouw. Het was regisseur Frank Van Laecke die me de kans gaf om mee te touren met grote producties. Ik stelde veel vragen en leerde van vakmensen. Ik was een spons. Via Frank belandde ik bij de opera. Zo werk ik bijvoorbeeld nog elk jaar voor de opera van Alden Biesen. Carnaval kwam pas later, door mee te werken aan de film ‘Plop in de stad’. Op vraag van Piet De Koninck van Studio 100, overhaalde ik verschillende carnavalsgroepen om te figureren in de film. Daarna volgde de kerstparade en ook daar namen carnavalisten aan deel. En toen

“De Ommegang krijgt echt een Aalsterse touch”

kwam de vraag natuurlijk of ik omgekeerd ook eens voor hen kon werken. En als ik ergens een verhaal in zie, dan kan ik moeilijk neen zeggen hé. (lacht)”

Medische schorten “Soms denk ik: ik zou mijn knop eens moeten afzetten. Maar ik ben nu 63 en nog lang niet klaar voor pensioen. Ik heb dat gemerkt tijdens de coronaperiode, toen alles stilviel. Ik miste die adrenaline van deadlines, zoals een roker of suikerverslaafde moest ik afkicken. Ik stortte me toen op het maken van 750 medische schorten voor het Jan Palfijnziekenhuis, samen met verschillende naaisters uit carnavalsgroepen. Daarna was er weer niets. Ik heb echt afgezien toen, ik begrijp echt wat jonge mensen toen doormaakten.”

Aalsterse touch Maar nu zit Ingrids agenda opnieuw vol. Ook in Dendermonde, waar het Ros Beiaard zich na 2 jaar uitstel eindelijk mag tonen, draagt ze haar steentje bij. “Ik werd aangezocht door Bram Buytaert, een Dendermondenaar die ook veel isomo snijdt voor Aalsterse carnavalsgroepen. Nu was het mijn beurt om ginder een handje toe te steken. Ik doe de styling, de kostuums en bepaal mee het algemeen beeld van de stoet. Enkel van het Ros moet ik afblijven, daar mag iemand van Aalst niet aankomen. (lacht) Ik zocht ook Vredon aan om deel te nemen, de Ommegang krijgt echt een Aalsterse touch. Het wordt zó mooi. Ik kan alleen maar zeggen, kom kijken, je zult versteld staan.”

“En zonder ironie: ik leerde ook begrijpen wat die ommegang betekent voor Dendermondenaren. Weet je nog hoe het voelde om in Aalst 2 jaar geen stoet te hebben? Wel, de vorige ommegang dateert van 12 jaar geleden! Mensen spreken er in termen van “toen leefde mijn moeder nog”, “of toen was ik nog bij mijn vrouw” of “maken we het binnen 10 jaar nog mee?”. Niet dat paard, maar dàt is wat die ommegang zo speciaal maakt, die herinneringen en het besef van hoe snel het leven gaat.”

This article is from: