17 minute read

Nieuws

KORT NIEUWS

Aalsterse koren brengen troost tijdens REVEIL

Ook dit jaar zorgt REVEIL voor bezinning en troost op de begraafplaats van Aalst. Op dinsdag 1 november brengen de leerlingen Woord van de Academie voor Podiumkunsten er om 17 uur pakkende teksten over rouw en afscheid. De voordrachten worden afgewisseld met sfeervolle optredens van drie Aalsterse koren: Kantilene, Kratzfuss en het Vocaal Ensemble Incensum.

Je bloemstuk recupereren?

Allerheiligen zorgt elk jaar voor een kleurenpracht van bloemstukken en -potten op de Aalsterse begraafplaatsen. Jammer genoeg verwelken een aantal planten na een tijdje. Daarom worden bloemstukken en -potten met natuurlijke bloemen na een bepaalde periode verwijderd. Wil je de geplaatste bloemen recupereren? Zorg dan dat je ze meeneemt vóór maandag 28 november. Bij vorst of bij extreme weersomstandigheden kunnen deze vroeger worden verwijderd om de veiligheid op de begraafplaats te garanderen en beschadigingen van gedenktekens te voorkomen.

Wijziging weekdienst huisartsenwachtpost

Vanaf 2 november wijzigt de werking van de huisartsenwachtdienst voor Regio Aalst. De wachtdienst zal voortaan zowel tijdens de week als het weekend verzekerd worden vanuit de wachtpost op de Leopoldlaan 44. Een consultatie kan pas na het maken van een afspraak. De wachtpost is te contacteren via het nummer 1733 vanaf 18 uur ’s avonds tot 8 uur ’s ochtends. Bij absolute noodzaak, omdat je niet mobiel bent, kan er uitzonderlijk een huisbezoek worden geregeld.

Week van het afvalteam

De week van 14 tot 20 november, is de Week van het Afvalteam. Ilva roept voor die gelegenheid op om jouw afvalophaler te bedanken. Hang gerust een boodschap aan je afvalcontainer, PMD-zak, glasbak of papier/karton. In het administratief centrum kun je ook een supporterssticker afhalen, of je kunt hem downloaden op www.ilva.be.

De stad en de VMM…

Werken aan properder grondwater

Om de kwaliteit van het grondwater te verbeteren, schakelt Aalst een tandje hoger. De komende zes jaar zet de stad zich in voor De Grote Stroomversnelling van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM). Met meer dan 1 000 verschillende acties wil de Vlaamse overheid zo de waterkwaliteit optimaliseren en de regio beschermen tegen droogte en overstromingen. Concreet zal de stad inzetten op ontharding, extra rioleringen, de afbouw van pesticiden en het hergebruik van water.

Gaan voor gezondere lucht

Eind vorige maand ging het OilsjtenAIR-project van start, een samenwerking tussen de VMM en de stad die de luchtkwaliteit in het centrum in kaart zal brengen. Op 24 locaties in Aalst wordt nog tot en met eind maart 2023 het NO2-gehalte in de lucht gemeten. Het gaat om strategische plekken met een grote verkeersdrukte of om plekken waar de verkeerssituatie gewijzigd werd in het kader van het circulatieplan. De resultaten zullen na afloop vergeleken worden met de Europese grenswaarden, de resultaten van andere centrumsteden en het Curieuzeneuzen-onderzoek uit 2018.

Jonathan Roseleth

Derde beste drumleraar van de Benelux

Als we de film ‘Whiplash’ mogen geloven, is drummen meer dan muziek spelen: het is een topsport en een verslaving in één. Klopt dat? We vroegenhet aan Aalstenaar Jonathan Roseleth. Hij zit achter de drums bijdeAalsterse band VVYNN en sloeg raak op de Slagwerkkrant Poll Award 2022 met eenderde plaats in de Benelux in de categorie ‘Drumleraar van het jaar’.

Jarenlang stond het stoepbord ‘Verse lasagne’ voor de vitrine, sinds kort palmt Jonathan Roseleth (33) met ‘Het Drumhuis’ het pand in de Korte Zoutstraat in. Met zijn strakke zwarte pet en zijn opvallend getatoeëerde armen en benen oogt hij als de meest kleurrijke figuur op deze grijze dag. Gezonde jaloezie “Op mijn 14e startte ik aan de Academie voor Podiumkunsten in Geraardsbergen met gitaar. Ik speelde al snel in heel wat bands en had de garage van mijn ouders omgebouwd tot vaste repetitieplek. Het drumstel trok steeds meer mijn aandacht en ik kon het niet laten er ook eens achter te gaan zitten. Ik was onmiddellijk verkocht en volgde jarenlang privéles bij leraren in zowel België, Duitsland als Griekenland.”

Derde beste drumleraar De Slagwerkkrant in Nederland is iets wat leeft onder drummers en percussionisten. De krant heeft een stevige internationale reputatie en brengt tweemaandelijks interviews met de beste drummers van de wereld. Op het jaarlijkse online stemformulier maken duizenden lezers en fans hun keuze in Allround drummer Zowel als drumleraar als gedreven muzikant wil Jonathan verder groeien in Aalst tot ver erbuiten. “Eén van mijn dromen is om internationale ‘drum clinics’ te mogen geven. Dat moet machtig zijn. En verder wil ik graag mijn huidig rockrepertoire uitbreiden naar andere stijlen zoals contemporary jazz. Ik word vaak gevraagd om zowel gitaar-, bas- als drumlijnen te componeren en drumtracks op te nemen voor andere bands. Heel leuk om te doen. Dus wie een drummer zoekt, stap gerust eens binnen.”

de categorie ‘Drumleraar van het jaar’ bekend. “Deze 38ste editie had oog voor mij en ik kwam als derde beste uit de bus, net na de drummer van Zornik. Dat is een hele eer.”

Drummen voor je plekje “Drummen is enorm in trek. Doorheen de week passeren er ongeveer 90 studenten van alle leeftijden in Het Drumhuis. Je bent nooit te oud om te starten met muziek en dat bewijst onze leerling die net 70 jaar werd. Net zoals in de academie leer je hier het notenschrift lezen, ritmes vasthouden en alles over muziekstijlen. Maar dan één op één.” Extra push “Ik trek al langer rond met ‘drum clinics’, dat zijn kleinschalige druminitiaties in groep over verschillende onderwerpen. Tijdens de coronajaren zijn daaruit twee drumhandboeken voortgekomen. Boeken die op een moderne en volwassen manier de slagen van het vak overbrengen. Mijn boeken zijn intussen vertaald naar het Engels en het Frans en worden wereldwijd verkocht. Door deze titel kende de verkoop een extra push, dat voel ik. Momenteel werken we zelfs aan een Italiaanse versie.”

“Ik strandde net na de drummer van Zornik. Dat is een hele eer”

Wie denkt dat het nu enkel slaat en knettert in de Korte Zoutstraat, heeft het mis. Jonathan werkt vooral met elektronische pads en hoofdtelefoons. Wil je meer horen, surf naar www.drumhuis.be.

De Academie voor Podiumkunsten (APK) krijgt een nieuwe directeur. Na de jarenlange trouwe dienst geeft Peter Thomas op 1 november de fakkel door aan de mondige Ruth Verberckmoes (36). CHIPKA treft Ruth aan in haar nieuwe, opgeruimde bureau. Enof ze er klaar voor is.

Alles op haren en snaren: Ruth Verberckmoes

Wat houdt dat in, directeur zijn van een Academie voor Podiumkunsten? Ruth: “Als directeur zie ik mezelf als de verbinding tussen onze leerlingen, leerkrachten en de volledige stad. Ik zet de grote lijnen uit, maar voor de werking leun ik vooral op de expertise van anderen. We zijn een deel van het onderwijs, maar wel een heel ander soort onderwijs. Mijn mensen wil ik vrijheid en vertrouwen geven om zelf de juiste keuzes te laten maken. Het feit dat ik hierin ben grootgebracht is een sterke troef, ik weet hoe het werkt en mijn liefde voor de kunsten is enorm groot.”

Wat toonde je ooit de weg naar de academie? Ruth: “Muziek is me met de paplepel meegegeven. Al van mijn zesde was ik present in de toenmalige muziekschool en op mijn achtste mocht ik een instrument kiezen. Mijn vader luisterde voortdurend naar hardrock waardoor de harde gitaren mijn aandacht trokken. Toen mijn juf notenleer me ook nog vertelde dat de gitaarleraar er wel mocht zijn, was de keuze snel gemaakt (lacht). Mijn leraar bracht me de passie voor de klassieke gitaar bij. De technische muziekstudies waar anderen nogal eens op foeterden, waren helemaal mijn ding. Muziek is mijn beroep, maar ook mijn grootste hobby. Het is een manier om mezelf te uiten en te groeien als mens. Ik geef al 14 jaar les aan onze

academie, was de afgelopen jaren beleidsmedewerker en volg momenteel nog wekelijks musical bij onze collega’s van Lebbeke.”

Je wordt de eerste vrouwelijke directeur van het APK. Hoe voelt dat? Ruth: “De academie bestaat dit jaar 163 jaar en ik word de 11de directeur in rij. Is het extra speciaal dat ik de eerste vrouw ben? Eigenlijk niet. Dingen veranderen en het is een feit dat vrouwen meer en meer directiefuncties invullen. Ik ben als beste kandidaat uit de selectie gekomen, dan maakt het helemaal niet uit of ik nu een vrouw of man ben.” Is het een droom om zo een grote organisatie te mogen leiden? Ruth: “Van nature ben ik altijd een leider geweest. Ik neem graag het voortouw en ben een doorzetter. Dat ik nu onze academie mag leiden, vinden velen geen verrassing. Mogen werken voor déze academie is mijn droom. Eigenlijk wilde ik enkel hier directeur worden, en niet op een andere plek. Dat komt door de unieke ligging van onze academie in Utopia en samenwerking met de bibliotheek, de connecties met CCDeWerf en de stad die onze academie alleen maar omarmt.”

Waar wil je op inzetten naar de toekomst toe? Ruth: “Het is niet meteen mijn opzet om een volledig nieuwe draai te geven aan onze academie. Ik geloof in de werking hoe ze nu is en zal hier verder op bouwen. We hebben al een ongelooflijk sterke poule aan leerkrachten van topkwaliteit en een stevige omkadering. Daar ben ik nu al ongelooflijk trots op.”

Er wordt gezegd dat Utopia te klein aan het worden is voor alle leerlingen van het APK. Zijn daar al oplossingen voor? Ruth: “Momenteel zijn er 1 852 leerlingen ingeschreven aan onze academie waarvan er ongeveer 1 200 wekelijks in Utopia de revue passeren. Onze academie beperkt zich niet enkel tot Aalst centrum, we hebben ook vestigingen in de Binnenstraat, Erembodegem, Herzele, Gijzegem en Denderleeuw. Omdat we jaar na jaar blijven groeien, zullen we in de toekomst uitbreiden naar de Pupillensite. We zetten enorm in op samenwerkingen tussen onze Muziek-, Woord- en Dansafdeling maar missen hier nog de ruimte om comfortabel te kunnen repeteren.” Naar welke academies in andere steden kijk je op? Ruth: “Inhoudelijk kunnen we nog wat leren van de werking in Mechelen. Daar biedt men alternatieve leertrajecten aan voor leerlingen met leerproblematieken die niet zomaar kunnen aansluiten bij het reguliere traject. In onze academie hebben we een leerling met het syndroom van Down en iemand die blind aan het worden is. Zij krijgen nu al les op maat. Dat aanbod wil ik graag verder uitbouwen waardoor we echt wel iedereen kunnen laten proeven van het mooie aan Muziek, Woord en Dans. Maar verder staat Aalst er op vlak van academies. Onder meer door onze prachtige gebouwen kijken heel wat steden naar ons op.”

Welke muziek past het best bij jouw persoonlijkheid? Ruth: “Muziek hangt heel nauw samen met mijn gemoed. Ik ben gek op West End en Broadway musicals, tot grote frustratie van mijn buren (lacht). Eén van mijn favoriete nummers is Defying Gravity uit de musical ‘Wicked’. In het nummer zingt de goede heks dat ze wordt gemanipuleerd, opnieuw zichzelf wil kunnen zijn en er uiteindelijk korte metten mee maakt. Dat past wel bij mij. Ik ben iemand die heel graag samenwerkt, maar op een faire manier. Loopt het ergens mis, dan kies ik bewust voor een ander pad.”

Welk beeld heb jij van Aalst als podiumstad? Ruth: “Onze stad heeft naast Carnaval en Cirk! nog heel wat meer te bieden op vlak van cultuur. Maar je hebt wel wat tijd nodig om het te leren kennen. Het ligt niet op een presenteerblaadje. Momenteel staat het klassieke concert nog in zijn kinderschoenen in onze stad, terwijl theater hier al veel sterker aanwezig is. Onze academie biedt zoveel mogelijk een podium voor jong en oud en terecht. Dat wil ik graag nog meer in kaart brengen. Onze oudste leerling heet Frida en is 80 jaar oud. Zij volgt dit academiejaar Woord en Muziekgeschiedenis. Binnenkort kan je haar zeker aan het werk zien op één van onze toonmomenten.”

"Ik ben gek op West End en Broadway musicals, tot grote frustratie van mijn buren" | Ruth Verberckmoes

2 4

OP PAD

Ken Je Stad

Wie nieuw is in Aalst, kan wel een woordje uitleg en een rondleiding gebruiken. Daarom organiseert het Team Inburgering van de stad vanaf 10 november opnieuw een reeks van “Ken je Stad”. Dat is een cursus die bestaat uit zes sessies. Elke sessie gaat over een bepaald thema met een geslaagde combinatie van info én fun. De sessies worden begeleid door LIGO, een centrum voor basiseducatie in Aalst.

Valérie van Team Inburgering en Timete testten samen de reeks uit. Valérie: “We maken nieuwe inwoners graag wegwijs in onze stad, zowel letterlijk als figuurlijk. We tonen dus niet enkel de straten en pleinen, maar ook de producten en diensten van de stad en zijn partners. “Ken je Stad” is slechts één van de initiatieven van Team Inburgering. Onze werking is gebaseerd op drie pijlers: de stad leren kennen; Nederlands leren en oefenen; vrije tijd en werk.”

Timete: “Ik kwam vier jaar geleden vanuit Eritrea naar Aalst. Ik kende de taal, de stad, de mensen en de regels niet. Nu ik de Nederlandse taal beter ken, leg ik sneller contact met mensen buiten mijn gezin en familie. Tijdens onze wandeling maakte ik voor het eerst kennis met een politieagent. Ik was nerveus, maar werd snel gerustgesteld. Hier is de politie er echt om mensen te helpen. De initiatieven van Team Inburgering bieden een houvast als 6

Praktisch Hoe inschrijven? - Stuur een e-mail met jouw naam en telefoonnummer naar Inburgering@aalst.be - Via de link (aalst.be/formulier/ inschrijvingen-cursus-ken-je-stad) op de website van Team inburgering - Of telefoneer naar 053 77 93 00 en vraag naar Team Inburgering - Of kom langs op 10 november om 9 uur bij

LIGO om jou daar in te schrijven

Waar vindt de eerste les plaats? LIGO, Bert Van Hoorickstraat 19, 9300 Aalst

Facebookpagina Ben je benieuwd naar nog meer tips in eenvoudige en heldere taal over Aalst? Volg de facebookpagina van het Team Inburgering: facebook.com/InburgerenInAalst.

je hier pas bent, ze helpen om je hier thuis te voelen.”

Het “Ken je Stad”-traject is de ideale manier om Aalst te leren kennen. Tegelijk leg je nieuwe contacten en oefen je je Nederlands. Ben je nieuw in Aalst en heb je je Nederlands niveau 1.1 behaald? Schrijf je dan snel in voor de volgende reeks. De sessies vinden steeds plaats op donderdag van 9 tot 12 uur. Deelnemen is gratis.

❶ Les 1: Aalst voor nieuwkomers (10 november) Tijdens de eerste sessie breng je een bezoek aan het administratief centrum. Daar wordt uitgelegd hoe je je identiteitskaart of je rijbewijs aanvraagt. Je leert er ook welke hulp je hier kunt vragen, waar je Nederlands kunt oefenen en hoe de politiek werkt.

❷ Les 2: Cultuur en vrije tijd (17 november) De tweede les draait om cultuur en vrije tijd in Aalst. Je bezoekt het cultuurcentrum en de bibliotheek. Daarna leer je de werking kennen van de Speel-o-theek en UiTPAS. ❸ Les 3: Samenleven (24 november) In deze les staat samenleven centraal. Je maakt kennis met de politie en bezoekt het politiekantoor. Je leert waarvoor je zoal een boete kunt krijgen. Je mag een praatje slaan met de agenten en hen al jouw vragen stellen.

❹ Les 4: Stadswandeling in het centrum (1 december) Deze keer maak je een wandeling langs allerlei plaatsen die je zeker moet kennen! Wandel langs interessante plekken in het centrum, zoals het belfort, de trouwzaal, het toeristisch infokantoor, het museum, Huis van het Kind…

❺ Les 5: Stadswandeling op Rechteroever (8 december) Ook op rechteroever valt er heel wat te beleven. Trek eropuit en maak kennis met de carnavalshallen, Kunstencentrum Netwerk Aalst, het zwembad, Ontmoetingshuis De Brug…

❻ Les 6: Afval sorteren (15 december) Tijdens de laatste sessie gaat het over sorteren: welk afval hoort waar?

Nico, Anne-Marie en Ronny zijn de bezielers van het VVV Groot-Aalst.

“Scholen moeten hierover blijven praten”

November is traditioneel een maand die bol staat van de plechtigheden. Voor het Verbond voor Vaderlandslievende Verenigingen van GrootAalst, kortweg het VVV, is dit de drukste periode van het jaar. Zij zet de traditie verder om de slachtoffers van de beide Wereldoorlogen te gedenken. “Lest we forget, opdat wij niet vergeten.”

We ontmoeten Ronny Pede (voorzitter VVV), Anne-Marie Vlieghe (secretaris) en haar echtgenoot Nico Dierickx (ceremoniemeester) op de Grote Markt, bij het stadhuis. We richten onze blikken op tientallen namen, op 8 marmeren platen gegraveerd, in de inkomhal. 42 burgers, 58 opgeëisten en 208 militairen, het is een mini-Menenpoort van Aalsterse oorlogsslachtoffers uit Wereldoorlog I. Dit is op 11 november het eindpunt van de jaarlijkse herdenkingsplechtigheid van het VVV in ons stadscentrum.

Zitten er bekende namen tussen voor jullie? Anne-Marie: “We kennen wel enkele namen, maar niemand uit persoonlijke kring. Mijn grootvader aan moeders kant vocht wel in de loopgraven van WOI. Ik heb hem nooit gekend. Hij overleed al in de jaren ’30, nog een sluimerend gevolg van de gasaanvallen.” Nico: “Ik had een peter die gevochten heeft tijdens de Tweede Wereldoorlog. Ons land werd toen overrompeld op enkele dagen tijd, maar veel soldaten sloten zich na de capitulatie wel aan bij geallieerde legers. Als klein manneke vroeg ik mijn peter of hij ooit iemand had doodgeschoten. “Daar antwoord ik niet op”, dat was zijn antwoord. Veel oud-strijders konden of wilden gewoon niet praten over hun ervaringen.”

Liggen daar de wortels van jullie engagement voor het Verbond? Anne-Marie: “Onze generatie is daar zeker door beïnvloed. Mijn papa was een verzetsstrijder in ’40-’45. Hij was lid van de ’35-ers, een verzetsorganisatie. Maar hij werd verraden, opgepakt en naar Duitsland afgevoerd. In tegenstelling tot vele anderen heeft hij het gelukkig wel overleefd. Anders was ik er ook niet geweest.” Ronny: “Ik was van kleins af altijd al geïnteresseerd. Ik koos zelf voor een carrière bij het leger. Als militair kom je vanzelf in contact met de herdenkingsplechtigheden, dat engagement is gebleven.” Nico: “Ik was ook beroepsmilitair. Lange tijd werkte ik in Duitsland en ik sloot mijn carrière af in de kazerne van Peutie, bij Vilvoorde.”

Hoe ontstond het Aalsterse Verbond van Vaderlandslievende Verenigingen? Ronny: “Het ‘Verbond voor Vaderlandslievende Verenigingen van Groot-Aalst’ werd opgericht na de bevrijding in 1945 als overkoepelende organisatie voor 27 verenigingen met een vaderlandslievend doel uit GrootAalst. Dat zijn allemaal groeperingen die bijgedragen hebben tot de weerstand tijdens de oorlog. Sinds 2020 ben ik voorzitter van het Verbond.”

Hoe ziet de herdenking in Aalst er vandaag uit? Ronny: “We starten met een eucharistieviering in de Sint-Martinuskerk, met het Te Deum (lofzang op God, red.). Daarna bezoeken we het monument 'Oudleerlingen, de Troepenkinderen en legerpupillen' op de Graanmarkt. Dit monument werd ingehuldigd in 1922 door Prins Leopold, later koning Leopold III, ter ere van de gesneuvelde soldaten die hun opleiding gekregen hadden in de voormalige Pupillenschool. Op de beide zijkanten van dat monument werden later gedenkplaten aangebracht ter nagedachtenis van kapitein-commandant Charles Claser en kolonel Jean Deschrijver. Beiden kwamen om in het concentratiekamp Gross-Rosen, respectievelijk in 1944 en 1945.” Nico: “Na de Pupillen zakken we af naar het stationsgebouw. Daar hangt een gedenkplaat voor de gesneuvelden van het spoorwegpersoneel tijdens de Eerst Wereldoorlog. Daarna leggen we bloemen bij het oorlogsmonument op het Vredeplein, in 1956 opgericht ter nagedachtenis van de burgerlijke slachtoffers van de Eerste en Tweede Wereldoorlog. Eindigen doen we in het stadhuis.” Anne-Marie: “We worden tijdens de rondgang begeleid door de Brandweer, de Politie en een Harmonie uit één van onze deelgemeenten. Iedereen is welkom om de plechtigheden bij te wonen.”

Oud-strijders zijn er niet meer tijdens de plechtigheden. Kunnen jullie de jeugd nog warm maken om de oorlogen en de slachtoffers te blijven gedenken? Ronny: “De jeugd betrekken is niet eenvoudig, maar we proberen een manier te vinden. Tijdens de herdenkingen leg ik ook de nadruk op het huidige gebeuren in de wereld. Scholen zouden er moeten over blijven praten. Maar er zijn inderdaad minder en minder leden bij de vaderlandslievende verenigingen en ook bij de herdenkingsplechtigheden daalt het aantal aanwezigen.” Anne-Marie: “Ik herinner me nog plechtigheden in de jaren ’60. Toen stond de Grote Markt helemaal vol. Elke deelgemeente heeft wel nog altijd zijn eigen strijdersbond. Vroeger deed elk zijn ding, maar sinds enkele jaren trekken wij op de zondag vóór 11 november naar elke deelgemeente van Aalst, uitgezonderd naar Nieuwerkerken. Daar koos men ervoor om een eigen herdenkingsplechtigheid te blijven organiseren. Op 11 november zelf is het andersom, dan komen de afgevaardigden uit de deelgemeenten met hun vaandels naar Aalst. Het Stadsarchief bezit waardevolle vaandels en medailles die geschonken werden, onder andere van de ’35-ers. We vragen de stad graag om ze een plekje in het museum te geven.”

This article is from: