3 minute read
Piëdestal Stijn Vandermeeren
Stijn Vandermeeren
winnaar van The Lunatic Comedy Award “Met humor ontmijn ik alles. Behalve mijn vrouw”
Bert Kruismans, Philippe Geubels, Gunter Lamoot, Lieven Scheire, Jens Dendoncker, Lukas Lelie... In het indrukwekkende winnaarslijstje van The Lunatic Comedy Award hoort nu ook Aalstenaar Stijn Vandermeeren (34) thuis. Na een selectieprocedure, voorrondes en een spetterende finale haalde Stijn het met de vingers in de neus. Zijn geheim? Stemgebruik, houding en mimiek zijn even belangrijk als de moppen zelf.
Ben je al bekomen van je overwinning? Stijn: “Ik volg de Lunatics -een improvisatiegezelschap- en hun comedywedstrijd al jaren. Het is best een prestigieuze titel en je mag maar één keer deelnemen. Dat ik won, blijft onwezenlijk.”
Je voorgangers hebben inmiddels een mooie comedycarrière. Heb jij ook die ambitie? Stijn: “De avond van mijn overwinning fluisterde comedian Steven Mahieu in mijn oor: “Ben je klaar om je werk op te geven?”. Ik geloofde het niet, maar die award geeft een serieuze duw in de rug. In het comedycircuit kennen ze plots mijn naam. Ik nam nu ontslag om me te focussen op het veroveren van de Vlaamse podia. De eerste boekingen komen binnen en ik kan niet wachten om eraan te beginnen.”
Waar begon jouw passie voor comedy? Stijn: “Je zou het niet verwachten, maar comedians zijn vaak onzekere mensen met een laag zelfbeeld. We zoeken allemaal naar bevestiging van vreemden. De lach en het applaus zijn onze motor. Humor is ook een manier om netelige situaties te ontmijnen. Mijn mondigheid diende als kind om pesters van antwoord stem... Als mijn ‘comedymodus’ aan staat, dan komen er zoveel prikkels binnen. Die zet ik meteen op papier, zo gedetailleerd mogelijk. Dat is iets wat ik met scha en schande heb geleerd: kattebelletjes met daarop enkel de steekwoorden ‘Batman, blauw, bierbak’, daar heb je achteraf niks aan."
Uiteraard is ook de actualiteit een dankbare bron, net als de lokale context. Speel ik ergens in een café, dan zoek ik vooraf op wie daar de gekende figuren zijn.
Notoire tooghangers zijn dus best op hun hoede. Mag er met alles gelachen worden? Stijn: "In Aalst zeggen ze altijd dat er met alles mag gelachen worden. Ik volg dat wel, maar je moet dan ook in je eigen vel kunnen snijden. Ik ben nogal onbevreesd in mijn humor, maar er is een publiek, tijd en plaats voor alles. De samenleving verandert in sneltempo en daar moeten we rekening mee houden. Vandaag kunnen we niet voorspellen wat volgend jaar not done is. Ik hoop vooral dat het niet de Russen zijn, want dat zou betekenen dat ze voor de deur staan.”
te dienen. Ook nu nog gebruik ik grappen wanneer ik spanning detecteer. Alleen bij mijn vrouw pakt dat niet altijd. (lacht)”
“Ik was zes jaar toen ik stemmetjes ging imiteren, maar verder dan mijn omgeving irriteren ging het niet. Tot een vriend me eens meenam naar een open mic. Ik zat in het publiek en het gevoel bekroop me dat ik het ook moest proberen. Een paar pinten later was ik ingeschreven voor de volgende editie. Laat ons zeggen dat de dag erop samen met de ontnuchtering ook een licht gevoel van paniek ontstond. Nu ben ik blij met de overmoed van drie jaar geleden.”
Waar haal je je inspiratie voor je moppen vandaan? Stijn: " Ik pin me niet vast op specifieke thema’s. Ik hou mijn ogen en oren open en wat me opvalt, gebruik ik als aanknopingspunt: een flard van een conversatie, een uiterlijk, een *Met dank aan Cultuurcafé De Gaadvis voor het ter beschikking stellen van de locatie.