3 minute read

Rozenhuisje

Next Article
Kippodroom

Kippodroom

Het Rozenhuisje in de Rozenstraat

Met zijn gevel uit donkere baksteen is het Rozenhuisje een erg opvallend pand in de straat. Het huis was een van de laatste ontwerpen van architect Clement Vananderoye. Ook “Zonnewende” aan het einde van de Manteliusstraat is trouwens van zijn hand. Als technisch ambtenaar in dienst van de stad was Vananderoye een van de mensen die de bouwaanvragen beoordeelde. Dat liet hem toe om moderne architectuur in de stad binnen te halen. Kunstenaar Pierre Louis Flouquet was in die tijd een hevige promotor van moderne architectuur, en hij noemde Vananderoye “een van de jonge architecten die Hasselt zal helpen om de modernisering doorgang te laten vinden”. Clement Vananderoye was vooral actief tijdens het interbellum, de periode tussen WOI en WOII. Hij bezocht tal van lezingen van Hollandse architecten en kreeg regelmatige uitnodigingen van architecten zoals Huib Hoste. Daardoor liet Vananderoye zich inspireren door de Amsterdamse School en de Nieuwe Zakelijkheid. Het Rozenhuisje mag je daarom gerust zien als de bekroning van zijn bijdrage aan het modernisme in Hasselt.

Aan de buitenkant lijkt het Rozenhuisje een eerder kleine rijwoning, maar schijn bedriegt in dit geval. Het ruime, L-vormige huis maakt daarbij maximaal gebruik van het binnenvallend licht. Het steile en asymmetrische puntdak valt onmiddellijk

op. Onder invloed van de Nederlandse modernisten gebruikte Vananderoye fel gekleurde bakstenen. Hiermee wilde hij het expressieve karakter van de woning benadrukken. Die bakstenen liet hij bakken in de ovens van Kleine Spouwen (Bilzen). Nieuw voor de tijd was het gebruik van de schaduwvoeg waardoor de horizontale lijn van de woning benadrukt wordt. Voor de tussenstijlen, de lekdrempels en de zuil aan de inkom maakte hij gebruik van geglazuurde tegels. Net als het vroeger gebouwde klooster heeft de woning een kleine voortuin. Met de dieperliggende inkom en halfronde erker durfde de architect af te wijken van de ondertussen opgelegde rooilijn. De voortuin wordt van de straat gescheiden door een bakstenen muurtje met buisleuning. Doet die niet een beetje denken aan de reling van een schip? De eerste modernisten verwezen in hun werk namelijk graag naar de grote oceaanstomers. De luifel aan de inkom filtert de lichtinval. De zomerzon wordt zo uit de woning geweerd terwijl de winterzon nog altijd tot ver in de leefruimte kan binnendringen. In de donkere dagen, wanneer de bewoners de lichten ontsteken, lijkt het huis in goud te baden. Dit wordt veroorzaakt door het gebruik van goud in de glas-in-loodramen. De architect woonde zelf tot aan zijn dood in 1985 in ‘t Rozenhuisje. Nadien woonde er de familie Jannes. Voor de weduwe Jannes, Jeanine Depaifve, werd de woning intussen te groot en dus heeft ze besloten om terug te keren naar haar woonst boven het ijssalon Valvekens. Met de komst van een jong koppel zullen er binnenkort opnieuw kinderstemmen weerklinken in ’t Rozenhuisje. We heten de nieuwe buren nu alvast van harte welkom!

De Rozenstraat

Oorspronkelijk was deze straat een deel van de Melkvoetsteeg . Eind jaren twintig werd de straat verbreed. Op de aangrenzende bouwpercelen gingen modernistische architecten aan de slag. Wandel je door deze straat, dan lijkt het wel of je door een staalkaart van de constructivistische interbellumarchitectuur bladert. Geen twee woningen zijn aan elkaar gelijk. Let op de balkons, ramen en deuren en kijk eens naar de bovenlichten van de huizen nr. 10 en 15 of de glasramen van de huizen nr. 12 en 19. De woningen dateren uit de jaren dertig maar kregen wel het nodige, moderne comfort. Later werden er nogal wat verbouwingen uitgevoerd, maar gelukkig met behoud van de art-deco-afwerking. In tegenstelling tot de art-nouveauwoningen aan de Groene Boulevard ontbreken hier de souterrains van het dienstpersoneel. In de jaren dertig werd immers het idee van inwonend personeel grotendeels verlaten. Het klooster met weeshuis van de zusters Kindsheid Jesu is het grootste gebouw uit de straat. Sinds 2005, bij de herbestemming tot sociale flats, werd de naam van het klooster veranderd in “De Roos”.

This article is from: