
3 minute read
Geschiedenis van de wijk Toren Vinckenbosch
De burchttoren houdt stand!
Nog niet zo lang geleden was er heel wat ophef toen de nieuwe eigenaar van de Oude Kuringerbaan 21 besloot om de oude bedrijfsgebouwen in zijn tuin tegen de vlakte te laten gaan. Gelukkig bleef de oudste toren van onze wijk overeind. Oudere bewoners herinneren zich nog dat het in de toren spookte. Sommige ouders brachten die angst over op hun kinderen in de hoop dat ze zouden wegblijven van de vervallen gebouwen. Weinig wijkbewoners kennen dat verhaal echter nog. Dit torenverhaal begint wanneer stadsschepen Johannes Franciscus Vinckenbosch een lusttuin aankoopt. Hij wilde niet gewoon een woning bouwen, maar achter dat landhuis ook een stokerij opstarten. Die werd een van de grootste stokerijen van Hasselt omdat de locatie ideaal was. Het landgoed grensde aan de toen nog bovengrondse Bremstratenbeek die het belangrijke water leverde voor het koelproces tijdens de productie van jenever of bier. De meeste stokers in Hasselt vond je trouwens in de buurt van een waterloop. Vinckenbosch liet zowel zijn woning als zijn bedrijf optrekken in “retrostijl”, helemaal volgens het romantische gedachtengoed van de 19de eeuw. Het huis met koetshuis werd uitgevoerd in neoclassicistische stijl en het bedrijfsgebouw in neogotische stijl. De koeltoren kreeg het uitzicht van een burchttoren en diende als verwijzing naar het machtige brouwersambacht uit de tijd van de gilden. Als uithangbord
kreeg de toren heel wat aandacht: op zondag wandelden de stedelingen door de velden om de toren van nabij te bekijken. Franciscus overleefde zijn beide zonen. Daarom zette hij het bedrijf verder met de hulp van de zoon van zijn broer Jacques, de zilversmid uit de Demerstraat. Neef Hubert zorgde ervoor dat de stokerij uitgroeide op industriële schaal. Zo was hij bij de eerste stokers die al in 1869 een stoommachine liet installeren. Stokers Jan Notermans en Michel Noblesse zorgden nochtans voor stevige concurrentie door hun ligging aan de Ertbeek (Koningin Astridlaan). De familie Vinckenbosch deed het echter heel goed. Voortdurend breidde Hubert de stokerij uit met nieuwe bijgebouwen. Na zijn dood in 1891 zette zijn weduwe het bedrijf verder onder de naam “Weduwe en kinderen”. Later zullen zijn zonen het bedrijf aan de kanaalkom heropstarten onder de naam “Gebroeders Vinckenbosch”. Met een moutstorting van 89 ton per jaar, behaalde Vinckenbosch in 1913 de derde plaats in de rangschikking van 129 Limburgse bedrijven. Na de Eerste Wereldoorlog nam Fryns het bedrijf. Ondertussen was een groot deel van de bedrijfsgebouwen aan de Kuringerbaan afgebroken. Georges Rutten, een telg uit een Maastrichtse brouwersfamilie, werd in 1902 de nieuwe eigenaar. Hij bouwde de stokerij om tot brouwerij, mouterij en ijsfabriek en gaf zijn bedrijf de naam “brouwerij Saint Germain” - naar de oude naam van de wijk. Met zijn wagen leverde hij bier op fles of vat aan zijn klanten. Zijn Vieille de Maastricht, Bock, Blonde, Brune en Bavière waren ook buiten de regio Hasselt bekend en behaalden tal van prijzen. De opbrengsten van zijn bedrijf investeerde Rutten in de omliggende velden en weiden. Uiteindelijk reikten zijn gronden tot aan de kanaalkom. Waar nu de Willemswijk ligt, legde hij onder andere het eerste golfterrein van Hasselt aan. Tijdens de Eerste Wereldoorlog sloegen de Duitse troepen echter de koperen installaties aan. Ontmoedigd liet Rutten zijn bedrijf over aan Renier Wissels, die in 1920 zijn stokerijvergunning had behaald. Nadien deed het bedrijfsgebouw dienst als tingieterij en spiegelfabriek. En tijdelijk woonde daar ook de leeuw ‘Pluto’. Garagist Munters kocht uiteindelijk de bedrijfsgebouwen van Anne Rutten. Hij gebruikte de ossenstallen voor zijn activiteiten en bouwde één van de magazijnen om tot woning. De toren renoveerde hij op eigen kosten. Tijdens die renovatie ontdekte hij onder de vloer nog drie verborgen vaten jenever. Maar helaas zat daar geen druppel jenever meer in. Die vaten liggen vandaag in het jenevermuseum.
Deze villa kwam de voorbije jaren al enkele keren in de kranten. Recent schreef het Belang van Limburg over de afbraak van het verblijf van leeuw Pluto, waar Annemie naar verwijst. In de krant Het Nieuwblad kon je drie jaar geleden meer lezen over de recentere geschiedenis van het gebouw omdat het toen de voorlopig laatste keer te koop stond. De online versie van dat artikel kan je vandaag nog altijd vrij lezen via www.nieuwsblad.be/cnt/ dmf20190612_04454553. Je kan op die pagina bovendien genieten van schitterende foto’s van het interieur en de tuin.