IEPER VAN ‘T VAT
Weverijstraat 7 | 8900 Ieper tel. 057 239 440 | modern.archief@ieper.be
met de steun van
1
2
inhoud
Voorwoord 7 Inleiding 9 Leven in de brouwerij 11 Ambachtelijk brouwen in een familiebedrijf (1800-1914) 12
Een brouwersvereniging: de Association des Brasseurs d’Ypres et de l’Arrondissement of de Vereniging van Brouwers van het Arrondissement Ieper 19 Bier tijdens de Eerste Wereldoorlog
22
Het naoorlogse bierverhaal (1918-1980)
29
Een brouwersvennootschap: de Ieperse Centrale Brouwerij of Brouwerij Roberg (1921-1976)
45
Biersoorten 57 Van het donkere bier van hoge gisting… 58
Ales en stouts 62
...naar een helder brouwsel van lage gisting
65
Limonade in een brouwerij?
77
Bier verzoet de arbeid: het brouwproces
81
3
4
Bier aan de man brengen
Bier in flesjes
Het cafénetwerk
Bier op transport
Reclame en imagovorming
97 98 104 111 122
Bier in het straatbeeld
138
Politiek tussen pot en pint
146
Tournée générale 137
Burgemeester-brouwers, de familie Bayart in Beselare en Passendale 149
Vertier met bier 151 Koud bier maakt warm bloed 166 Literatuurlijst 171 Colofon 173
5
6
voorwoord De erkenning van de Belgische
en te erkennen dat bier deel uitmaakt van
Het stemt mij persoonlijk wel gelukkig
biercultuur vorig jaar door UNESCO,
onze Vlaamse identiteit. Onze eet- en
om te zien dat de stijgende aandacht
bewijst eens te meer hoe bier in onze
feestcultuur is ondenkbaar zonder de
voor bier en biercultuur in Vlaanderen
samenleving nadrukkelijk aanwezig
aanwezigheid van bier en dit neemt de
door verschillende sectoren als toerisme,
is. Dit doordrongen zijn, kon er alleen
laatste jaren zelfs merkbaar toe. Waar bier
horeca en erfgoed, hand in hand gaat
maar gekomen zijn met een rijke lokale
tien jaar geleden nog een uitzondering
met de aandacht voor bestrijding van
geschiedenis en traditie, wijdverspreid
vormde op een receptie, is dit stilaan een
overmatig alcoholgebruik. De nadruk
over alle regio’s van ons land. Ook onze
gangbaar gebruik.
blijft op die manier liggen op de kwaliteit,
zuidelijke westhoek herbergt parels
diversiteit, de artisanale creativiteit, naast
aan verhalen, foto’s en documenten
Een citytrip naar Praag afgelopen zomer
die dit illustreren en verduidelijken. Als
bevestigde mijn aanvoelen hierbij.
verlengstuk op een vorige tentoonstelling
Tsjechië verkoopt zichzelf toeristisch
Laat u dan ook verrassen door deze
'Recht van 't Veld' was het een logische
graag als land van bier en pils, met als
tentoonstelling en catalogus om meer te
keuze om het vergrootglas te leggen op
trots feit dat zij gemiddeld per inwoner
weten wat bier hier in onze regio heeft
ons lokale bierlandschap.
het hoogst aantal liter bier drinken op
betekent en nog steeds betekent.
de genotsfactor.
wereldvlak. De nadruk lag er zo sterk op
Ditmaal wens ik elke bezoeker niet alleen
Het voorstel om een biertentoonstelling
de hoeveelheid en het plezier, in plaats
veel kijk- en leesplezier, maar - voor wie
uit te werken, kon meteen op mijn
van de liefde voor de smaak en het
dat wil - ook bijhorend proefgenot!
enthousiasme rekenen. Wie mij kent
ambacht. Het plaatselijke biermuseum
vond dit misschien wel vreemd, want elk
is ook eerder opgevat als grote bar en
glaasje met alcohol, laat ik zelf volledig
bierproeverij, dan de aandacht te vestigen
aan mij voorbijgaan. Nog geen druppel
op de historiek of het vakmanschap en
bier heb ik zelf genuttigd. Je hoeft het
liefde voor het ambacht.
echter niet zelf te consumeren om te zien
7
8
inleiding
In 2016 werd de Belgische biercultuur
brouwerijen de eigenheid van de streek
groeiende interesse in dit boeiend stukje
door de UNESCO erkend als immaterieel
en vormen zij een belangrijk onderdeel
geschiedenis. We mogen fier op ons bier
cultureel erfgoed. Dit vormt de ideale
van de plaatselijke industrie en de
zijn!
aanleiding om de eeuwenoude rijke
toeristische aantrekkingskracht.
biercultuur van Ieper in de schijnwerpers
Ieper van ‘t Vat wil dit unieke verhaal tot
De tentoonstelling en catalogus
te zetten. Door de jaren heen was het
leven brengen en het veelzijdige brouw-
kwamen tot stand in samenwerking met
dagelijkse leven en de regionale identiteit
en biererfgoed van het arrondissement
‘WESTHOEK verbeeldt’, bibliotheek Ieper,
in de streek van Ieper sterk met bier
Ieper op de kaart zetten. De focus ligt
grafische dienst Ieper, technische dienst
verweven. Dit drinkbaar erfgoed kan
op de periode tussen 1850 en 1980, een
Ieper en Hopmuseum Poperinge.
beschouwd worden als een fundamenteel
periode waarin de brouwerijen grote
aspect van de geschiedenis van de stad
ontwikkelingen en evoluties kenden.
en zijn omgeving.
De verschillende thema’s ontrafelen het bijzondere verleden van bier en
De Westhoek is ook een centrum van
brouwerijen aan de hand van oude foto’s,
hopteelt. Hop is een belangrijk ingrediënt
archiefdocumenten en –stukken uit de
voor de bierproductie. Zo heeft de
eigen archiefcollectie en privécollecties.
plaatselijke hop mee gezorgd voor
Zowel productie, distributie als
het succes van de brouwerijen en de
consumptie van de drank komen aan bod.
internationale waardering van de kwaliteit
De tentoonstelling en de bijhorende
van onze lokale bieren.
catalogus hopen een warme uitnodiging
Tot op vandaag bepalen verschillende
te vormen voor verder onderzoek en een
9
Detail van het briefhoofd van de Ieperse Centrale Brouwerij, 1947.
10
SAI, Bouwvergunningen, 1947/6.
Leven in de brouwerij
11
Ambachtelijk brouwen in een familiebedrijf (1800-1914) Vanaf de eerste decennia van de
koloniale dranken, zoals thee en koffie. Na
met een groeiende concurrentie van
19de eeuw tot het begin van de
1860 stegen de lonen weer en kwamen er
goedkoop geïmporteerde Engelse en
20ste eeuw had bijna elk dorp in
toenemende maatregelen tegen sterke
Duitse pilsbieren. Veel brouwerijen
België zijn eigen brouwerij. West-
drank. Dit zorgde voor een groeiende
konden uiteindelijk overleven dankzij de
Vlaanderen telde kort voor 1850 niet
bierverkoop. Meestal werd er enkel
typische brouwerscultuur waarin iedere
minder dan 450 brouwerijen met een
gebrouwen voor de directe omgeving
brouwer zijn eigen vaste afzetmarkt
totale productiecapaciteit van ruim
omdat het bier niet lang genoeg houdbaar
had. Tussen sommige brouwerijen
400.000 hectoliter bier per jaar. Deze
was om het ver te transporteren.
bestonden zelfs afspraken over de
dorpsbrouwerijen waren voornamelijk
Bovendien bleef de productie te
verdeling van de klanten. Dankzij de
kleine familiebedrijven die soms
kleinschalig. Na 1885 steeg de productie
jarenlange huwelijkspolitiek, waarbij
verbonden waren aan een herberg.
dankzij de betere voorwaarden voor
brouwersfamilies verstrengeld waren
Ze telden gewoonlijk één tot drie
de aankoop van brouwersmateriaal en
geraakt, onderhielden ze onderling nauwe
personeelsleden. Brouwerijen waren
grondstoffen. Langzaamaan begon
banden.
naast molens en steenbakkerijen vaak
een concentratiebeweging binnen de
de enige vorm van lokale industrie.
brouwerijsector. In 1843 telde België 3158
Tussen 1870 en 1914 nam het aantal
Aan een brouwerij was doorgaans een
brouwerijen, maar in 1870 waren dat er
brouwerijen weer gestaag toe.
mouterij verbonden. In een mouterij
nog slechts 2528.
Toch bleef de bierproductie tot de
worden granen verwerkt tot mout,
12
Eerste Wereldoorlog voornamelijk
de belangrijkste grondstof om bier te
De toenemende industrialisering vereiste
een ambachtelijke industrie. De
brouwen. Tussen 1800 en 1860 daalde
een te grote investering voor kleine
industrialisering won slechts geleidelijk
het bierverbruik door de verminderde
brouwerijen waardoor ze genoodzaakt
aan terrein.
koopkracht en de concurrentie van
waren hun activiteiten stop te zetten.
sterkere brouwsels, zoals jenever, en
Bovendien hadden ze af te rekenen
Liebaert Pyssonier Donck Louf Mulle
Popp-kaart van Ieper uit 1853. In 1842 startte PhilippeChristian Popp, ambtenaar bij het kadaster van Brugge, met de uitgave van zijn Atlas cadastral parcellaire de la Belgique. Hij wilde de kadasterplannen van alle Belgische gemeenten tekenen en uitgeven. Voor elk plan werd een bijhorende legger samengesteld met informatie over elk perceelnummer, zoals de eigenaar, perceelgrootte, grondgebruik en het kadastraal inkomen. In de kadastrale legger van Ieper vinden we 18 brouwers terug. SAI, Collectie Kaarten, Kadastrale atlas Popp van Ieper stad, S07_005.
Doncker
Hanssens
De Deyster
Froidure
Verschaeve Vande Vyvere
Vispoel
Cardinael Vanacker
Rabau
Verheylewegen
Vanderghote
Yperen Burgelijke Hospitalen
De brouwers vermeld op de Popp-kaart van Ieper zijn bijna allemaal opgenomen in de Provinciale Wegwijzer van 1854. Hierin staan de gemeentebesturen, bedrijven, en andere dienstverleners per West-Vlaamse gemeente opgesomd. Voor de periode 1850-1912 schommelt het aantal Ieperse brouwerijen opgesomd in de Wegwijzers tussen 13 en 16. SAI, Provinciale Wegwijzer, 1854.
13
Brouwerij Six in Reningelst, ca. 1900-1914. Deze brouwerij bestond zeker al voor 1807 en was werkzaam tot 1963. In 1907 werd de familie Six eigenaar van de brouwerij. Brouwer Nestor Six bouwde in 1913 een nieuwe mouttoren. Voor zijn afzet kon hij rekenen op maar liefst 31 herbergen die verplicht hun bier bij hem moesten aankopen. Hiervan waren er 20 in het bezit van de familie Six. Deze herbergen lagen in Dikkebus, Dranouter, Loker, Reningelst, Vlamertinge en Westouter. ‘WESTHOEK verbeeldt’, HEU004500873.
Brouwerij en mouterij Het Anker in de Westrozebekestraat in Passendale, ca. 1905-1914. Op 3 januari 1905 kochten de Poperingse broers Albert, Adriën en Pierre Boucquey de brouwerij-mouterij van brouwer en burgemeester Charles Bayart in Passendale. Na de oorlog werd Het Anker heropgebouwd aan het station tussen Passendale en Moorslede. In 1947 stopte de brouwerij en kwam de melkerij SintJozef, de huidige Kaasmakerij, in de plaats. ‘WESTHOEK verbeeldt’, HEU006506783.
14
Uittreksel uit een lijst met eigendommen van Henri Leroy die in 1903 verzekerd werden tegen brand. De lijst vermeldt een “bierbrouwerij” en heel wat brouwmateriaal. Deze brouwerij was de voorloper van brouwerij Leroy (brouwerij Het Sas) in Boezinge. Privécollectie Karel Leroy.
15
Eén van de eerste foto’s van de buurttram Roeselare-Langemark in Poelkapelle, ca. 1900-1914. Rechts staat de brouwerij en herberg In St.-Lodewijks, eigendom van de familie Baelden. ‘WESTHOEK verbeeldt’, HEU005500155.
Aankondiging van de verkoop van een brouwerij in de Lombaardstraat, voormalig eigendom van de familie Pyssonier, in Ieper. De koper heeft de mogelijkheid om het brouwersmateriaal over te kopen.
16
SAI, Collectie Kranten, Le Progrès, 25 november 1894.
Brouwerij L’Yproise in De Montstraat in Ieper was in 1861 eigendom van Emile Rabau. Deze brouwerij werd in 1915 zwaar beschadigd door een Duitse artillerieaanval en niet meer heropgebouwd. SAI, Collectie Kranten, Nieuwsblad van Yperen en van het Arrondissement, 22 oktober 1910.
Brouwerij L’Yproise voor de Eerste Wereldoorlog. Stedelijke Musea Ieper.
17
Foto op de binnenkoer van de brouwerij-mouterij Masschelein in Poperinge, begin 20ste eeuw. Links staat brouwer Valère MasscheleinCarton. Zijn initialen staan bovenaan de deur rechts. Hij overleed in 1919. Zijn weduwe, Sylvie Masschelein-Carton, baatte de brouwerij uit tot 1930, waarna hun zoon Albert Masschelein de zaak verderzette onder de naam La Couronne of De Kroon. De brouwerij werd stopgezet in 1944 en werd een drankenhandel. Nieuwsbrief Vrienden van het Hopmuseum, herfst 2016 p. 6.
18
Zicht op de markt van Langemark voor de Eerste Wereldoorlog. Helemaal rechts staat de herberg Sint-Jorishof (nu Munchenhof). In de achtergrond bemerken we de hoge schouw van brouwerij Deschrevel. In die tijd telde Langemark drie brouwerijen: Deschrevel, Boucquet en Van Eecke. ‘WESTHOEK verbeeldt’, HEU005502990.
Een brouwersvereniging: de Association des Brasseurs d’Ypres et de l’Arrondissement of de Vereniging van Brouwers van het Arrondissement Ieper In de zomer van 1899 maakten de Ieperse brouwers zich zorgen om de toekomst. De toenemende populariteit van limonades leidde tot een terugval in hun inkomsten. Om hier tegenin te gaan, richtten ze een brouwersvereniging op. Tijdens de eerste vergadering op 1 september 1899 waren 12 brouwers aanwezig, waaronder Armand Donck, Cyrille Boone en Alphonse Masschelein. De vereniging richtte zich tot alle brouwers van het arrondissement Ieper. De naam van de vereniging was dan ook Association des Brasseurs d’Ypres et de l’Arrondissement. Het aantal leden groeide snel aan. Op het einde van het eerste werkjaar hadden al 28 brouwers zich aangesloten. De vereniging organiseerde studiereizen, voordrachten en conferenties, waarbij bijvoorbeeld nieuwe wetsvoorstellen over bieraccijnzen werden geanalyseerd of docenten van brouwersscholen werden uitgenodigd. Daarnaast werd in 1904 een brandverzekeringsmaatschappij opgericht, La société d’assurance contre l’incendie.
In 1905 ontstond een syndicaat dat de verkoop en prijs van gist reglementeerde. Zo werd in 1909 7000 kilo gist verhandeld door de Association aan een prijs van 10 tot 13 centiemen per kilogram. Onder voorzitter Alphonse Masschelein kende de vereniging vanaf 1910 een echte bloeiperiode en in 1912 telde men al 96 leden. Hoewel de vereniging nooit officieel ontbonden werd, zette de oorlog de werking stop. Vanaf 1927 werden opnieuw bijeenkomsten georganiseerd met brouwer Hector Vermeulen als voorzitter, maar pas in 1931 kon de Association weer echt van start gaan. De naam werd gewijzigd in Association des Brasseurs de l’Arrondissement d’Ypres en Alphonse Masschelein werd opnieuw verkozen als hoofd van het bestuur. In de loop van 1931 kon men weer op 49 leden rekenen. De toenemende veranderingen binnen de brouwerijsector en de Tweede Wereldoorlog maakten een einde aan de werking van de Association.
19
In 1934 schreef voorzitter Alphonse Masschelein ter gelegenheid van het 35-jarige bestaan een geschiedenis van de Association. In dit 12-bladzijden tellende werkje wordt uitgebreid het ontstaan van de Ieperse Centrale Brouwerij uit de doeken gedaan. Daarnaast zijn portretten opgenomen van de 18 brouwers die tussen 1899 en 1904 mee aan de basis stonden van de brouwersvereniging. PrivĂŠcollectie Philippe Donck.
De leden van de Assocation in 1912. PrivĂŠcollectie Philippe Donck.
20
21
Bier tijdens de Eerste wereldoorlog Bij het uitbreken van de Eerste
Cemetery. De Poperingse brouwerij ’t
er 31 brouwerijen actief tijdens de oorlog.
Wereldoorlog waren er meer dan 60
Zwijnland van de brouwers Arthur en
Zo moest brouwerij ‘t Zwijnland op
brouwerijen actief in het arrondissement
Nestor Lahaye werd regelmatig ingezet
volle toeren draaien om de vele Engelse
Ieper. In de dorpen vlakbij de frontlijn
als ontluizingscentrum. In de brouwerij
soldaten, die in Poperinge gestationeerd
werden de brouwerijen nagenoeg
Peirsegaele in Dikkebus werden een
waren, van drank te voorzien. In 1916
allemaal volledig verwoest. Zo werden
wasserij en badplaatsen ingericht voor de
werd er in ’t Zwijnland 233.450 kg
de brouwers Van Eecke en Huyghe in
soldaten. Een aantal brouwerijen leden
mout verwerkt in 256 brouwsels. Ook
Zuidschote, Bonte en Leroy in Boezinge,
een persoonlijk verlies. Zo sneuvelden
de brouwerij van de Sint-Sixtusabdij
Vanderghote in Elverdinge en Deceuninck
brouwerszoon Armand Van Eecke uit
in Westvleteren kon profiteren van
in Voormezele slachtoffer van de
Watou en Joseph Lahaye, oudste zoon
de oorlog. In 1916 werd er zelfs een
vernietiging. Alle Ieperse brouwerijen
van de brouwer uit ’t Zwijnland, tijdens de
soldatenkantine ingericht. Een aantal
werden herleid tot puin. In sommige
oorlog.
brouwers investeerden in mechanische
dorpen, zoals Vlamertinge, lag de
22
drijfkracht om aan de stijgende vraag te
bierproductie gedurende de oorlog
Voor sommige brouwerijen bleek de
kunnen voldoen. Zo plaatste Georges Van
volledig stil.
oorlog net een groot commercieel succes.
Eecke in 1917 in zijn brouwerij De Gouden
Enkele brouwers hadden zoveel verdiend
Leeuw in Watou een benzinemotor. De
Enkele brouwerijen kregen in deze
dat ze na de wapenstilstand hun bedrijf
hogere productie resulteerde echter vaak
periode nieuwe functies toebedeeld. In
verkochten. Achter de frontlinie had de
in bier van een mindere kwaliteit.
Voormezele diende brouwerij d’Elzenwalle
toestroom van soldaten en vluchtelingen
van de familie Bartier een tijdlang als
voor een toegenomen vraag naar bier
Niettemin betekende de oorlog een
veldhospitaal voor Engelse soldaten.
gezorgd. Lokale boeren brouwden
zware klap voor de brouwsector. Van
Aan de overkant van de brouwerij
en verkochten clandestien bier en er
de 3214 Belgische brouwerijen in 1913
vind je nu nog de Britse militaire
werd massaal Engels bier ingevoerd of
bleven er in 1920 nog slechts 2013
begraafplaats Elzenwalle Brasserie
binnengesmokkeld. In Poperinge waren
over. In het bezette gedeelte van het
land hadden de Duitsers veelal het koperen brouwmateriaal opgeëist om er wapens van te maken. Trekpaarden en brouwerijwagens werden opgevorderd waardoor sommige brouwerijen quasi volledig ontmanteld werden. De lage koopkracht, vernielingen door de oorlog, grondstoffen- en personeelsgebrek vormden de doodsteek voor heel wat brouwerijen. De vergoeding voor de oorlogsschade was dikwijls ontoereikend om de brouwerijen na de oorlog te kunnen heropstarten. Talrijke brouwers waren genoodzaakt om het bier van bevriende brouwers of familieleden te verkopen in afwachting van de heropbouw van de eigen brouwerij. Zo gingen er van de drie brouwsels die
naar brouwer Nevejan, een familielid, in
De brouwerij van Armand Donck in de Diksmuidestraat in Ieper voor en na de Eerste Wereldoorlog. Armand nam de brouwerij in 1908 over van zijn moeder Louise Cardinael, die als weduwe de brouwerij in 1888 van haar man Julien had overgenomen. In de Lombaardstraat was er een andere brouwerij Donck gevestigd die in 1892 was opgericht en die in 1944 werd stopgezet.
Poelkapelle totdat die zijn productie weer
SAI, Collectie Postkaarten, 1652.
Nestor Six in de brouwerij Sint-Joris in Reningelst wekelijks maakte telkens één
kon opstarten.
23
24
Brouwer Nestor Six en zijn knechten van de brouwerij Sint-Joris in Reningelst in 1916. In de mouterij-brouwerij waren doorgaans drie à vier knechten tewerkgesteld. Enkel de Eerste Wereldoorlog en de eerste jaren van de wederopbouw vormden hierop een uitzondering door de enorme productieverhoging. Toen werkten er vier knechten, één biervoerder en één boekhouder. De brouwerij werd een tijd ingericht als badhuis voor Engelse soldaten en op 13 juni 1916 werden er gedurende enkele uren Duitse krijgsgevangenen opgesloten. Privécollectie.
Aandelenboekje van Jules Devos met het reglement van de Samenwerkende Maatschappij Brouwerij De Eendracht te Ieper, 1913. De brouwerij brandde tijdens een bombardement in 1915 volledig uit. Na de heropbouw bleef ze actief tot in 1931. De brouwerij werd in de jaren 1920 overgenomen door de Ieperse Centrale Brouwerij. SAI, Archief Notaris de Cock, 449.
25
De Lokerstraat in Nieuwkerke met aan de linkerkant de ruïnes van de brouwerij Crabbe, ca. 1918-1920. ‘WESTHOEK verbeeldt’, HEU001502362.
26
Op de plaat bij deze soldaten staat: “Geeft Boesinghe wêer, wij keeren er hêen. EDK - SL - Barneville 13 mei 1917”. De initialen verwijzen naar soldaat Emile Dekemele die links op de foto staat en naar Silvère Leroy (1885-1961), de brouwer van brouwerij Het Sas (Leroy). Doordat veel brouwers tijdens de oorlog in dienst moesten treden, stond de bierproductie op een laag pitje of werden brouwerijen gesloten. Privécollectie Karel Leroy.
In 1915 hadden Franse soldaten in Elverdinge een Duits machinegeweer bemachtigd. Samen met de Elverdingse pastoor August De Nolf en brouwer Vanderghote staan ze voor het brouwershuis. Op de achtergrond staat de brouwerij Vanderghote. Het huis en de brouwerij werden tijdens de oorlog volledig verwoest.
Een soldaat in rust komt de broers en zussen Dehaene helpen in de brouwerij Het Noordhof in Oostvleteren. Deze brouwerij werd al op de Ferrariskaarten (1770-1778) aangeduid als hoeve. In 1881 kwam de familie Dehaene in de brouwerij. In de jaren 1930 werd de brouwerij stilgelegd en in 1951 werd de brouwinstallatie afgebroken.
‘WESTHOEK verbeeldt’, HEU008503383.
Privécollectie familie Dehaene.
27
Brouwerij Glorie in Nieuwkerke tijdens de Eerste Wereldoorlog. ‘WESTHOEK verbeeldt’, HEU001500453.
28
HET NAOORLOGSE BIERVERHAAL (1918-1980) Na de Eerste Wereldoorlog moesten
bleven brengen. Maar vanaf de jaren 30
abdijbier werd populair en de brouwerijen
brouwerijen zwaar investeren.
verdwenen talrijke herbergen. Bovendien
brachten hun eigen limonades op de
Anders konden ze onmogelijk de
werden brouwerijen tijdens de Tweede
markt. Opvolgingsproblemen binnen de
vele moderniseringen binnen de
Wereldoorlog opnieuw slachtoffer
brouwerijen en de crisis van de jaren 70
biersector op de voet blijven volgen.
van opeisingen, rantsoeneringen of
en 80 deden uiteindelijk vele brouwerijen
De brouwinstallaties moesten
beperkingen die de Duitse bezetter
de das om. Kleinere brouwerijen
dikwijls volledig vernieuwd worden
had opgelegd. In 1939 waren circa 1120
fusioneerden met de grote spelers in
om het populaire pilsbier te kunnen
Belgische brouwerijen actief. In 1946
de brouwsector en vormden hun bedrijf
brouwen. Het interbellum werd
waren dat er nog slechts 757, waarvan
vaak om tot een drankenhandel. Zo
een investeringswedloop waarin
139 in West-Vlaanderen.
is vandaag meer dan de helft van de
concurrerende brouwers steeds
Belgische biermarkt in handen van het
nieuwe bieren op de markt brachten
De concentratiebeweging in de sector
brouwerijconcern AB InBev. Daarnaast
om elkaar de loef af te steken. Enkele
zette zich na de Tweede Wereldoorlog
bestaan er enkele middelgrote spelers
brouwers maakten zich sterk door
verder. Enkel wie bleef moderniseren
in de biersector, zoals Palm en Haacht.
gemeenschappelijke brouwerijen
en investeerde in marketing kon zijn
De herwaardering van het brouw- en
of vennootschappen op te richten.
brouwerij draaiende houden. Bovendien
biererfgoed sinds de jaren 80 zorgde voor
Deze schaalvergroting zorgde voor
nam de populariteit van niet-alcoholische
een nog steeds groeiend aantal kleine
een concentratiebeweging van de
dranken, zoals limonades en cola, sterk
artisanale brouwerijen en streekbieren.
brouwnijverheid: er waren minder
toe en werd er steeds minder tafelbier
Ook zij spelen in op de populariteit van
brouwerijen, maar met een grotere
gedronken. Toch kende de sector in de
het Belgisch bier op de buitenlandse
productiecapaciteit. Toch konden de
tweede helft van de jaren 50 nog een
markt. Vandaag zijn er in BelgiĂŤ ongeveer
kleine en middelgrote brouwerijen
hoogtepunt. De koopkracht steeg, de
250 brouwerijen actief.
relatief goed concurreren omdat ze via
bieren hadden eindelijk dezelfde kwaliteit
hun cafĂŠnetwerk hun bier aan de man
als de buitenlandse concurrenten, het
29
Speelkaart van bierhandel Sylvain Lahaye, de vroegere brouwerij ‘t Zwijnland. De brouwerij bestond sinds 1892 en had doorheen de jaren verschillende namen: Brasserie A. Lahaye, Brasserie Désiré Lahaye en Lahaye Frères. Brouwer Nestor Lahaye was na de Eerste Wereldoorlog burgemeester van Poperinge. Sylvain Lahaye en zijn broers begonnen na het stopzetten van de brouwerij in 1949 een bierhandel die bleef bestaan tot 1954. Het vervallen gebouw in de Casselstraat werd in 2003 omgebouwd tot een woonproject met lofts.
30
Privécollectie Philippe Donck.
Brouwerij Vancaeyzeele in RoesbruggeHaringe, ca. 1935. Tussen 1929 en 1940 had Jerome Vancaeyzeele een brouwerij op de hoek van de Prof. Rubbrechtstraat en de Waaienburgseweg. Voor de brouwerij staan drie van zijn werknemers. Van links naar rechts: Valère Deschuytter, Kamiel Verlet en Fons Mahieu, de flessenwasser. Jerome is de man met de hoed. Vwooraan staat zijn zoontje Gilbert. ‘WESTHOEK verbeeldt’, HEU004510296.
Duitse soldaten laden de opgeëiste koperen brouwinstallatie van de brouwerij SintArnoldus in Roesbrugge-Haringe op wagens, 1943. Met het verzamelde metaal werden wapens gemaakt. ‘WESTHOEK verbeeldt’, HEU004509745.
Gevel van brouwerij ’t Hoppeland in de Ieperstraat in Poperinge, 1952. Door het kleine sas aan de gevel werd de draf op een boerenkar gestort. Dit restproduct werd als veevoeder gebruikt. In 1892 startte de familie Julius Devos-Cornette hier de brouwerij Middelburg. De brouwerij werd in 1921 verkocht aan schroothandelaar Jules Hauspie. Kleinzoon, Jules Hauspie junior (1913-1972) was de laatste brouwer. Na gedeeltelijke afbraak werd de brouwerij in 2001 tot loft verbouwd. ‘WESTHOEK verbeeldt’, HEU004520620.
Brief uit 1957 van Fernand Feys, beheerder van brouwerij-mouterij Feys-Callewaert in Roesbrugge-Haringe, aan Roger Samoey. In 1883 verbouwde Pieter Feys een oude zoutziederij tot brouwerij. Brouwerij Feys groeide uit tot één van de grootste brouwerijen van België en draaide het best tijdens en na de Eerste Wereldoorlog. De familie Feys was erg welvarend en had meermaals de burgemeester van Beveren-Ijzer in haar rangen. Door de opkomst van het pilsbier kreeg de brouwerij het moeilijk en in augustus 1965 stopte de bierproductie. De brouwerij werd nog gebruikt als bierhandel en als fuifzaal, maar verloederde in de jaren 1990. ‘WESTHOEK verbeeldt’, HEU004516558.
31
Brouwerij Nevejan aan de Brugseweg in Poelkapelle tijdens het interbellum. Brouwer Arthur Nevejan was zeer actief in de Vlaamse Beweging en talrijke kerkelijke genootschappen. Hij was ook de allereerste voorzitter van de Volkstuin bij de oprichting in 1922. Via de Volkstuin werd geprobeerd om het schaarse zaad- en plantgoed tijdens de wederopbouw van de streek aan te vullen. ‘WESTHOEK verbeeldt’, HEU005500160.
Zicht op het Reningelstplein in 1919. Links verlaat een bierwagen brouwerij Six. De Eerste Wereldoorlog was een succesvolle periode voor de brouwerij. Omstreeks 1932 moderniseerde Nestor Six zijn ambachtelijke brouwerij. Na zijn dood in 1933 nam zijn zoon Joseph de brouwerij over en installeerde nieuwe machines. Op 2 april 1963 werd het brouwen stopgezet. Voortaan fungeerden de gebouwen als bieropslagplaats voor een bierhandel. Het woonhuis, de brouwerij en de mouterij werden in 1997 beschermd als monument, maar de mouttoren stortte in 2001 in. Na een restauratie kreeg het brouwerijcomplex in 2012 een nieuwe bestemming als Kinderbrouwerij, een centrum waar voorstellingen, workshops en toeristische activiteiten voor families en groepen worden georganiseerd. ‘WESTHOEK verbeeldt’, HEU004519819.
Reclame uit het interbellum voor de Poperingse brouwerij ’t Zwijnland. ‘WESTHOEK verbeeldt’, HEU004517461.
32
ieper: brouwerij vermeulen Deze brouwerij is vermoedelijk eind 18de
waardoor zijn neef Charles Vermeulen,
Ieper was er namelijk geen plaats om de
eeuw ontstaan. In 1836 zijn Polydore
zoon van Leon, de ideale opvolger werd.
brouwerij uit te breiden en noodzakelijke
Vermeulen en Felicie Decoene de
Na zijn carrière als hophandelaar in
moderniseringen uit te voeren. Bovendien
eigenaar van brouwerij À La Cour de
Brussel, nam Charles in 1955 de brouwerij
waren er niet meteen opvolgers om de
Bruxelles, in de Diksmuidestraat, en een
over.
zaak over te nemen. Samen met zijn
twintigtal herbergen. Er wordt gebrouwd
vrouw Eliane Thevelin woont Charles nog
met hop uit de eigen hopbedrijven. De
In 1977 besloot Charles de brouwerij stop
drie zonen van Polydore startten in
te zetten en zich toe te leggen op zijn
1910 met het bedrijf P. Vermeulen et
horecazaken. Binnen de stadskern van
steeds in de brouwerswoning.
Soeur. Charles, Hector en Leon hadden gestudeerd aan het Hoger Instituut voor Brouwers in Gent. In 1914 werd Hector Vermeulen de enige eigenaar van de brouwerij. Na de vernieling tijdens de Eerste Wereldoorlog begon hij in 1919 met de heropbouw van de brouwerij in de Diksmuidestraat. In tegenstelling tot de meeste andere Ieperse brouwers stapte hij niet mee in het project van de Ieperse Centrale Brouwerij. Zijn broers Charles en Leon verhuisden in 1921 naar Brussel waar ze een succesvolle hophandel begonnen. Hector had geen kinderen
Advertentie van brouwerij Vermeulen. De brouwerij verzekert zijn klanten dat de kwaliteit van het bier weer even goed is als voor de oorlog. SAI, Collectie Kranten, Het Ypersch Nieuws, 6 mei 1933.
33
34
Reclamebord met een zegel met de vroegere naam van brouwerij Vermeulen, Brasserie La Cour de Bruxelles.
Het bouwplan uit 1923 voor de heropbouw van brouwerij Vermeulen. SAI, Bouwplannen Heropbouw, 1424.
PrivĂŠcollectie Bernard Vermeersch.
Brouwerij Vermeulen, ca. 1925-1930. Een bierhandelaar komt met paard en kar de houten vaten met bier ophalen. SAI, Collectie Fototheek, C_01418.
35
Brouwer Hector Vermeulen bekijkt de oorlogsschade aan zijn brouwerij. PrivĂŠcollectie Charles Vermeulen.
36
boezinge: brouwerij Het Sas Brouwerij Het Sas werd in 1572 opgericht
Sas’. Op 24 november 1924 werd er voor
in 1624 opgericht als de kasteelbrouwerij
aan de sluis van het Ieperlee-kanaal in
het eerst gebrouwen. Tijdens de Tweede
van de graaf van Watou. In 1981 brachten
Boezinge. Henri Leroy was de eigenaar
Wereldoorlog bleef de brouwerij open.
Leroy en Van Eecke het succesvolle
in 1914. Tijdens de Eerste Wereldoorlog
Zoon Karel trok naar de brouwerijschool
Poperingse Hommelbier op de markt.
werden het sluizencomplex en de
in Gent waar hij in 1948 afstudeerde.
Nadat Karel Leroy in 1988 overleed,
brouwerij compleet verwoest. Silvère
Daarna nam hij de brouwerij over. Na
namen zijn zonen Philip en Hendrik de
Leroy, zoon van Henri, trouwde in 1919
jaren van familiale samenwerking werd
zaak over. Sinds 2016 zijn Het Sas en Van
met Rachel Sys. Het koppel vestigde
brouwerij Van Eecke uit Watou in 1968
Eecke gegroepeerd onder de naam Leroy
zich in een herberg in Proven. Maar
geïntegreerd in Het Sas. In Het Sas
Breweries. Ondertussen is al de elfde
al snel kocht Silvère een verwoeste
gebeurde voortaan de nagisting en de
brouwersgeneratie van de familie Leroy
boerderij in het centrum van Boezinge
botteling van het bier dat bij Van Eecke
aan de slag.
en bouwde er de nieuwe brouwerij ‘Het
gebrouwen werd. Brouwerij Van Eecke is
Aankondiging van de heropening van brouwerij Het Sas in 1925. SAI, Collectie Kranten, Het Ypersche, 26 september 1925.
37
38
Brouwerij Leroy viert zijn vijftigjarig bestaan, Boezinge, 1974. Brouwerijen vierden jubileums met grote festiviteiten. Ter ere van het gouden jubileum van de brouwerij Leroy werd het personeel uitgenodigd in het gemeentehuis. Een aantal werknemers kregen het ereteken van de Arbeid overhandigd door burgemeester Valère Petillion, die vooraan zit naast brouwer Karel Leroy. Privécollectie Georges Smagghe.
Brouwerij Leroy in 1924. Het linkse gebouw is de brouwerswoning. Privécollectie Gilbert Seys.
Briefwisseling van brouwerij Leroy in Boezinge, 1924. Het krijgen van een vergoeding voor de oorlogsschade had soms veel voeten in de aarde. In deze kopie van een brief uit 1924 verzoekt de brouwer van brouwerij Het Sas aan de verantwoordelijke minister om zo snel mogelijk uitbetaald te worden zodat de heropbouw van de brouwerij voortgezet kan worden. Privécollectie Karel Leroy.
39
Voormezele: Brouwerij Bartier François Donatius Bartier, afkomstig
plaatse gebakken bakstenen bouwt hij
uit Kemmel, stichtte in 1860 op
een nieuwe brouwerij, woonhuis, café en
de Kemmelsteenweg, de huidige
paardenstallen. In 1920 kon hij de nieuwe
Kemmelseweg, een brouwerij. Die stond
Brasserie Elzenwalle openen. Zijn zoon
dicht bij het kasteel Elzenwalle zodat
Godefroid Bartier, die ook burgemeester
hij zijn bedrijf Brouwerij Elzenwalle
was van Voormezele, nam in 1927 de
noemde. Het bedrijf bestond uit een
brouwerij over en vanaf 1948 stond diens
brouwerij met hoeve, waar hop en gerst
zoon Raoul aan het hoofd van de zaak.
werden verbouwd om mee te brouwen.
Hij zette het brouwen stop in 1955, maar
De restproducten van de brouwerij (het
hij zorgde ervoor dat het brouwerfgoed
draf) werden aan het vee gevoederd of
bewaard bleef en hield een tijdje een
als akkerbemesting gebruikt. In 1880 nam
klein privémuseum open. In 2014 schonk
zijn zoon Prosper Bartier de zaak over.
hij zijn collectie aan het Hopmuseum in
Prosper bouwde een mouterij aan de
Poperinge
brouwerij. Tijdens de Eerste Wereldoorlog vluchtte hij met zijn gezin naar Thiembronne, nabij Saint-Omer. In een plaatselijke brouwerij verving hij de brouwer die opgeroepen was voor het leger. Na de oorlog keerde Prosper terug, maar hij moest vaststellen dat zijn brouwerij met de grond gelijkgemaakt was. Met ter
40
Rantsoeneringszegels uit brouwerij Bartier, ca. 1945. Nieuwsbrief Vrienden van het Hopmuseum, lente 2015, p.7.
Brouwerij Bartier in 1934. Links is de vierkante mouttoren zichtbaar. Nieuwsbrief Vrienden van het Hopmuseum, winter 2014 p. 10.
41
Brouwerslogboek van brouwerij Bartier. Op 1 juli 1955 werd het laatste brouwsel van de brouwerij geregistreerd. Het logboek werd telkens nagezien door de controleur van accijnzen. Minstens 24 uur voor de aanvang van het brouwsel moest de brouwer een brouwaangifte doen. Hij moest de soort en hoeveelheid granen, datum en aanvangsuur van de storting van het graan in de roerkuip en het uur van afvloeien van de wort uit de kookketel vermelden. Op de hoeveelheid granen betaalde de brouwer vooraf het accijnsrecht. Regelmatig kwamen accijnsbeambten onaangekondigd controleren of de aangifte klopte. Nieuwsbrief Vrienden van het Hopmuseum, zomer 2015 p. 9.
42
woesten: brouwerij decaestecker Brouwerij Vanneste, gesitueerd op het marktplein van Woesten en gesticht in ca. 1880-1890, werd tijdens de Eerste Wereldoorlog verwoest. Na de oorlog werd een nieuwe brouwerij (Sint-Antonius) opgericht in de Elverdingestraat. In 1925 nam Jozef Decaestecker het bedrijf over. In 1965 richtten zijn zonen Maurice, Paul en Antoine een bedrijf op onder de naam brouwerij Deca. Antoine werd de brouwer, Maurice zorgde voor de boekhouding terwijl Paul instond voor het onderhoud van het machinepark. Met enkele personeelsleden brouwden zij tot 1980 bieren en frisdranken. Toen werd Deca overgenomen door Georges Christiaens uit Rollegem. Zijn zoon Nicolas zet momenteel de zaak verder. De bekendste bieren die er nu worden gebrouwen zijn Antiek en Vleteren Alt.
Brouwer Antoine Decaestecker voor de roerkuip van zijn brouwerij. ‘WESTHOEK verbeeldt’, HEU007501743.
43
Brouwerij Sint-Antonius in Woesten na de Tweede Wereldoorlog. ‘WESTHOEK verbeeldt’, HEU007501743.
44
Een brouwersvennootschap: de Ieperse Centrale Brouwerij of Brouwerij Roberg (1921-1976) Eind 1920 kwamen de Kemmelse brouwer
1921 werden nog drie brouwers bereid
voor het bier op tentoonstellingen in
René Delobel en de Ieperse brouwers
gevonden om in te stappen in de nieuwe
Antwerpen en Luik in 1930 bewezen dat
Alphonse Masschelein, Léonce Van
samenwerking: Nestor Depuydt (Kemmel),
de onderneming een succes was. Toen
Alleynes en Armand Donck samen om
Hector Jonckheere (Ieper) en Joseph
in 1951 de oprichtingstermijn van 30 jaar
een coöperatieve brouwerij op te richten.
Dewitte (Langemark). De brouwers
verlopen was, werd in een buitengewone
Zij zagen hierin de oplossing voor de
legden een bedrag van 49.000 frank op
vergadering met alle aandeelhouders
uitdaging van de massale vernietiging
tafel dat meteen ter beschikking stond
beslist om die te verlengen. In 1955 zette
van hun brouwerijen tijdens de Eerste
van de brouwerij. Daarnaast hadden
de 75-jarige Léonce Van Alleynes een
Wereldoorlog, de verhoogde concurrentie
de aandeelhouders afgesproken om
punt achter zijn carrière en nam Valère
in de brouwerijsector en de druk om te
de vergoeding voor de oorlogsschade
Masschelein en later Albert Boone zijn
investeren in modernisering.
aan hun brouwersmateriaal in het
taak als voorzitter van de beheerraad
project te investeren. De Ieperse
over. Om de naamsbekendheid van de
In december 1920 kochten ze een
Centrale Brouwerij was dus een fusie
brouwerij te verbeteren, werd in 1961
stuk grond van 12.068 m2 langs de
van niet-heropgebouwde vooroorlogse
de naam veranderd naar brouwerij
Dikkebusseweg in Ieper. Op die locatie
brouwerijen.
Roberg. Roberg-Pils was namelijk het
stond voor de oorlog een lijnwaadblekerij.
bekendste bier dat door de brouwerij
Op 18 mei 1921 werd het nieuwe bedrijf
De brouwerij stond onder leiding
werd geproduceerd. De concurrentie
officieel opgericht als de Brasserie
van een vijfkoppige beheerraad, met
en de blijvende nood aan constante
Centrale Yproise, société coopérative. De
als voorzitter Van Alleynes, die werd
vernieuwingen werd in de jaren 1970 te
Ieperse Centrale Brouwerij was geboren.
gecontroleerd door drie commissarissen.
groot.
De brouwers Hippolyte Dejonghe-Dambre
Elke brouwer behield zijn eigen klanten,
(Kemmel), Jules Bouquet (Langemark),
maar alle nieuwe klanten behoorden
Onder impuls van Philippe Donck,
Albert Boone (Ieper) en Jules Gillebert
tot het algemeen klantenbestand van
voorzitter van de beheerraad en in
(Ieper) sloten zich bij de stichters aan.
de Centrale Brouwerij. De brouwerij
bezit van een meerderheid van de
Samen vormden zij de eerste acht
groeide snel en steeds meer brouwers
aandelen, kwam het in 1976 tot een
aandeelhouders. In juni en september
sloten zich aan. De gouden medailles
fusie met Brouwerij Excelsior uit Gent.
45
Deze brouwerij behoorde zelf toe aan Brouwerij Haacht. De Brouwerij Roberg werd met al haar bezittingen, dus ook cafĂŠs, herbergen en materiaal, helemaal opgenomen in dit bedrijf en hield op te bestaan. In het kader van de gemeentefusies in 1977 werd de Brouwerijstraat weer de Lijnwaadstraat.
Bierviltjes van de Ieperse Centrale Brouwerij. PrivĂŠcollectie Decroos.
46
Bouwplan van de Ieperse Centrale Brouwerij uit 1922. PrivĂŠcollectie Philippe Donck.
Een detail op de blauwdruk toont hoe de gedecoreerde schoorsteen op de mouteest eruitzag. PrivĂŠcollectie Philippe Donck.
47
48
De oprichters van de Ieperse Centrale Brouwerij bezoeken de werf van de brouwerijgebouwen, ca. 1922.
Prijsdiploma voor de Ieperse Centrale Brouwerij gewonnen tijdens de Wereldtentoonstelling van Brussel in 1935.
PrivĂŠcollectie Philippe Donck.
PrivĂŠcollectie Philippe Donck.
Postkaart met zicht op de Ieperse Centrale Brouwerij achter het station van Ieper, 1930. SAI, Collectie Postkaarten, 1563
49
Het personeel op de tiende verjaardag van de Ieperse Centrale Brouwerij in 1932. Dit jubileum werd uitgebreid gevierd met een speciale vergadering van de aandeelhouders, een receptie en een feestmaal. PrivĂŠcollectie Philippe Donck.
50
Het personeel van de Ieperse Centrale Brouwerij viert het 25-jarig bestaan in 1949.
De menukaart van het feestmaal in het Ieperse Hotel du Sultan, 1949.
PrivĂŠcollectie Philippe Donck.
PrivĂŠcollectie Liliane Logie.
51
In 1966 kreeg Jeannine Dethoor dit schilderij als huwelijksgeschenk van Leon Leers, de schilder en klusjesman van de Ieperse Centrale Brouwerij. Privécollectie Jeannine Dethoor.
Jeannine Dethoor poseert op de binnenkoer van de brouwerij, ca. 1955-1962. Haar vader Lucien Dethoor werkte er als conciërge van 1942 tot de sluiting van de brouwerij. Privécollectie Jeannine Dethoor.
52
Bezoek van de Vereniging van Brouwgersttelers van West-Vlaanderen aan brouwerij Roberg in 1964. SAI, Collectie Kranten, Het Wekelijks Nieuws, 10 juli 1964.
Brief die deel uitmaakt van een bouwaanvraag van de Ieperse Centrale Brouwerij, 1947. Het briefhoofd geeft een realistisch beeld van hoe de brouwerij er toen uitzag. Rechts vooraan staat de brouwerswoning. SAI, Bouwvergunningen, 1947/6.
53
Brouwingenieur Joseph Minne poseert voor de brouwerswoning waar hij verbleef, ca. 1934. PrivĂŠcollectie familie Minne, Brussel.
Brief gericht aan de klanten van brouwerij Roberg waarin de fusie met brouwerij Excelsior in Gent wordt aangekondigd, 1976. PrivĂŠcollectie Philippe Donck.
54
De Ieperse Centrale Brouwerij voor de afbraak in 1994. De brouwerij moest plaats maken voor de gebouwen van het Psychiatrisch Verzorgingstehuis Het Tempelhof. Enkel de brouwerswoning bleef behouden. SAI, Collectie Bossaert, zwartwit 75501-75502 en kleur 76622-76626. SAI, Bouwvergunning 1991/510.
55
56
biersoorten
57
van het donkere bier van hoge gisting... Sinds midden 19de eeuw wordt op basis
familierecepten. De streekeigen
trappistenbieren in de wereld, waarvan
van de gistingswijze een onderscheid
ingrediënten zoals graan, gerst, tarwe of
er zes in België te vinden zijn: Achel,
gemaakt tussen de bierstijlen. Voor
hop bepaalden het karakter van het bier.
Chimay, Orval, Rochefort, Westmalle en
de Eerste Wereldoorlog werd er bijna
Verder had het water, dat uit nabijgelegen
Westvleteren. De brouwerij van de Sint-
uitsluitend hogegistingsbier gebrouwen.
putten en rivieren werd gehaald, een
Sixtusabdij van Westvleteren werd in
De bieren waren eerder troebel,
grote invloed op de smaak.
1838 in gebruik genomen. Een abdijbier
schuimden bijna niet en smaakten
58
draagt wel de naam van een klooster,
zoet omdat de gisting nog niet volledig
Ook de trappistenbieren worden op
maar wordt niet binnen kloostermuren
voltrokken was. Hierdoor waren nog
deze wijze gebrouwen. Midden 19de
gebrouwen. Regelmatig werk(t)en de
niet alle suikers in alcohol omgezet,
eeuw waren abdijen begonnen met
religieuze ordes samen met particuliere
verzuurde het bier sneller, was het minder
het commercialiseren van het bier dat
brouwerijen. Zo brouwde brouwerij
lang houdbaar en had het een relatief
ze oorspronkelijk voor eigen verbruik
Sint-Bernardus in Watou na de Tweede
laag alcoholgehalte. De gisting duurde
brouwden. Sinds 1985 mag een bier
Wereldoorlog bier voor de abdij van
ongeveer een week en gebeurde bij een
enkel de naam ‘trappist’ dragen als de
Westvleteren omdat de abdij onvoldoende
temperatuur van 15 tot 25 °C. Op het
brouwerij het Authentic Trappist Product
zelf het bier kon commercialiseren. Het
einde van dit proces komt de gist als
Label van de Internationale Vereniging
bier heette toen Sint-Sixtus Abdij en
een soort schuim op het bier te liggen.
Trappist heeft ontvangen. Hiervoor moet
later gewoon Sixtus. In 1992 eindigde
Daarom wordt deze bierstijl ook met de
het bier aan een aantal strenge criteria
deze licentie. Sindsdien worden de bieren
term ‘bovengistend bier’ aangeduid.
voldoen. De belangrijkste voorwaarde is
van brouwerij Sint-Bernardus onder de
Het bier werd op ambachtelijke wijze
dat het bier binnen een klooster door of
huidige naam St. Bernardus als abdijbier
gebrouwen voor de lokale afzetmarkt
onder toezicht van monniken gebrouwen
op de markt gebracht.
en op basis van overgeleverde
wordt. Er bestaan slechts elf erkende
Reclamefoto’s voor Special Ypra Vermeulen, 1960. Dit bier van hoge gisting met nagisting op de fles werd gebrouwen naar voorbeeld van de pale ale van de brouwerij Bass. Brouwer Hector Vermeulen had een stage gevolgd bij die brouwerij in de Britse stad Burtonon-Trent. Die kennis gebruikte hij voor de productie van zijn eigen bier. Special Ypra werd gebrouwen met ambermout. Dit zorgt voor zeer rijke moutaroma’s en een donkere kleur. Vandaag wordt Special Ypra nog steeds gebrouwen in De Proefbrouwerij in Lochristi. Privécollectie.
Bieretiketten uit de licentieperiode van brouwerij Sint-Bernardus in Watou. Toen het licentiecontract met de Sint-Sixtusabdij eindigde, mocht de brouwerij het bier niet meer aanprijzen met de vermelding van trappist of de naam van de abdij. Privécollectie.
59
Reclame voor het kerstbier van de Poperingse brouwerij Masschelein. SAI, Collectie Kranten, De Gazet van Poperinghe, 8 november 1931.
Reclame voor de bieren van de Ieperse Centrale Brouwerij. SAI, Collectie Kranten, Het Ypersche, 25 april 1925.
60
Naar het voorbeeld van de Engelse brouwers brachten de brouwerijen jaarlijks speciale kerstbieren op de markt. In brouwerij Leroy en Van Eecke werd al kort na de Eerste Wereldoorlog een eigen kerstbier van hoge gisting gebrouwen. PrivĂŠcollectie Karel Leroy.
61
Ales & stouts Deze Engelse en Schotse
van de Sint-Sixtusabdij in juli 1916 in zijn
imitaties van de Engelse pale ale-stijl te
hogegistingsbieren werden tijdens en
dagboek: “Het werd van smaak vergeleken
vinden. Het Spéciale Belge-bier moest
na de Eerste Wereldoorlog populair.
met het water uit de loopgraven of uit de
het antwoord bieden op het succes van
Het Belgische bier smaakte de Britse
badhuizen, en het was vooral veel te slap”.
de Engelse bieren.
troepen niet. Zo schreef broeder Victor
Op de Belgische markt waren er al snel
Bierviltjes van het Katje-bier van brouwerij Leroy. Het Katje werd voor het eerst in 1955 gebrouwen naar aanleiding van de Kattenstoet in Ieper. Katje behoort tot de Spéciale Belge-brouwsels: een hogegistingsbier met een laag alcoholgehalte. Privécollectie Gilbert Seys en Bernard Vermeersch.
62
Bierhandelaar voor de ruïnes van de Lakenhallen in Ieper, 1920. De chauffeur van de vrachtwagen van de Engelse brouwerij Whitbread’s poseert samen met Evarist Aerens. Evarist was waarschijnlijk bierhandelaar. Whitbread was tijdens en na de oorlog door de aanwezigheid van soldaten uit het Verenigd Koninkrijk zeer populair geworden. ‘WESTHOEK verbeeldt’, HEU008512802.
63
In 1949 bracht de Ieperse Centrale Brouwerij het bier Drake’s Ale op de markt naar voorbeeld van de Engelse ales. De benaming wekt de illusie van een authentiek Engels product. Het bier had geen groot succes waardoor de productie al snel stopgezet werd. De draak op het etiket is geïnspireerd op de vergulde draak die de spits van het Ieperse belfort siert. Privécollectie Bernard Vermeersch.
64
Na de Eerste Wereldoorlog kwam het maatschappelijk leven in Ieper vrij vlug op dreef. Herbergen profiteerden van het fronttoerisme. In Ieper werden talrijke noodwoningen gebouwd, zoals Estaminet De Bonte Osse. Op de gevel wordt reclame gemaakt voor ‘Beer’ en ‘Stout’-bier. ‘WESTHOEK verbeeldt’, HEU008504933.
...naar een helder brouwsel van lage gisting Eind 19de eeuw kenden de geïmporteerde
bieren zakte de gist hierdoor naar de
op nostalgische gevoelens door het
bleke Duitse en Tsjechische bieren, zoals
bodem. Zo ontstond een helder bier van
ambachtelijk en authentiek karakter
het pilsnerbier, een groot succes in
ongeveer 5° met een grote schuimkraag
van hun bier te benadrukken. Het
Vlaanderen. Door hun heldere goudgele
dat bovendien veel langer houdbaar was.
toenemende aantal gespecialiseerde
kleur en veronderstelde zuiverheid,
Voor heel wat brouwers waren de nodige
bierhandelaars en -cafés maakte deze
werden deze lagegistingsbieren als
aanpassingen te duur. Zo waren er in 1925
streekbieren verder bekend bij het groot
een luxedrank gezien. Het bier werd
in heel België nog maar 24 brouwerijen
publiek.
voortaan uit heldere glazen in plaats
uitgerust met koelmachines. Toch
van bierkroezen gedronken waardoor de
moesten de hogegistingsbieren steeds
klaarheid van het bier duidelijk zichtbaar
meer plaats ruimen voor de pilsbieren, de
was. Wie het zich kon veroorloven,
nieuwe volksdrank bij uitstek.
dronk steeds vaker deze pilsbieren. De Belgische brouwers stonden onder druk
Vanaf eind jaren 1970 kwam hierin een
om te brouwen in deze bierstijl.
kentering. Samen met de toenemende appreciatie voor het bier- en
Het produceren van deze bieren
brouwerfgoed kwam er een hernieuwde
vereiste investeringen in bijkomende
belangstelling en waardering voor de
opslagruimtes en koelmachines. Tijdens
hogegistingsbieren. Heel wat brouwerijen
het brouwen moest de temperatuur van
brachten hun oude biersoorten opnieuw
het brouwsel namelijk laag gehouden
uit. Tot op vandaag grijpen kleine
worden, vandaar de term ‘lage gisting’.
brouwerijen terug naar oude recepten.
In tegenstelling tot de bovengistende
Om hun bier te promoten spelen ze in
65
66
Café du Sultan in Ieper, ca. 1905. Aan de gevel wordt reclame gemaakt voor buitenlandse bieren. ‘WESTHOEK verbeeldt’, HEU008509153.
Reclamebord voor het lagegistingsbier Sas-Pils van brouwerij Leroy. In 1935 schakelde de brouwerij over naar het brouwen van lagegistingsbier. In 1945 verscheen Sas-Pils voor het eerst op de markt. Het bier wordt geserveerd in een typisch pilsglas. De ribbeltjes moeten ervoor zorgen dat het bier langer koel blijft doordat direct contact met de vingers vermeden wordt. Privécollectie Gilbert Seys.
Reclamebord uit 1954 voor het lagegistingsbier Central’s Lager van de Ieperse Centrale Brouwerij. Het gaat om een glassoïde: een glazen laag op een bedrukt metalen paneel. Privécollectie Bernard Vermeersch.
67
68
Metalen ophangbord van West-Pils dat werd gebrouwen in brouwerij Van Eecke in Watou.
Reclamebord voor de Roberg Pils van de Ieperse Centrale Brouwerij, ca. 1960.
PrivĂŠcollectie Bernard Vermeersch.
PrivĂŠcollectie Bernard Vermeersch.
Een factuur van brouwerij Van Eecke in Watou, 1944. PrivĂŠcollectie Gilbert Seys.
De brouwerijen presenteerden hun bieren graag op de wereldtentoonstellingen en vielen daarbij vaak in de prijzen. In 1937 won het blonde lagegistingsbier van de Ieperse Centrale Brouwerij tijdens de expo in Parijs de gouden medaille. PrivĂŠcollectie Philippe Donck.
69
Deze selectie etiketten van de Ieperse Centrale Brouwerij geeft een goed beeld van het gevarieerde aanbod. PrivĂŠcollectie Bernard Vermeersch.
70
Reclame voor de bieren van de Poperingse brouwerij Masschelein. SAI, Collectie Kranten, De Gazet van Poperinghe, 4 mei 1930.
Krantenartikel over een bierwedstrijd in Luxemburg waarbij de Ieperse Centrale Brouwerij in de prijzen viel, 1951. SAI, Collectie Kranten, Het Wekelijks Nieuws, 24 maart 1951.
71
72
Reclame voor het Duitse pils- en bockbier, maar ook voor Engelse stout op de gevel van Café La Gare in Ieper. De familie Boudry uit Zillebeke baatte dit café uit van 1919 tot 1921. De kinderen Boudry van links naar rechts: Gaston, Esther, Irma, Marie-Louise en Margriet. ‘WESTHOEK verbeeldt’, HEU008515155.
Bieretiketten van brouwerij Leroy. Privécollectie Gilbert Seys.
Eén van de allereerste bieretiketten van brouwerij Leroy na de heropbouw. Privécollectie.
73
Vanaf 1950 werd de concurrentie van grote brouwerijen steeds groter. Deze advertentie voor Stella Artois komt uit het boekje dat uitgebracht werd ter gelegenheid van de herdenking van het 250-jarig bestaan van de Ieperse Handels- en Nijverheidskamer in 1957. SAI, Vliegende papieren, 188.
Bieretiketten van brouwerij Van Eecke in Watou. PrivĂŠcollectie Gilbert Seys.
74
Etiket van een pilsbier gebrouwen in brouwerij Roberg, de vroegere Ieperse Centrale Brouwerij. De benaming Pilsner verwijst naar het oorspronkelijke Tsjechische pilsbier. Privécollectie Philippe Donck.
Dit huisbier werd verkocht door het bedrijf Goeman Lermyte uit Vlamertinge. Het bedrijf werd opgericht in 1932 en werd in 1957 een nv die vooral werkte als verdeelcentrum van lokale en buitenlandse biersoorten. Het bedrijf bood ook mineralen- en dieetwaters, limonaden en vruchtensappen, wijnen en likeuren aan. Bovenaan dit etiket staat LEDIG GOED 1941. Tijdens de Duitse bezetting werd in november 1941 besloten dat "Al het leeggoed: flesschen, kisten, bakken die vanaf dien dag geleverd worden, zullen een bijzonder merk dragen, hetzij een speciaal etiket met de vermelding ‘leeggoed 1941’ of 'leeggoed’". Privécollectie Bernard Vermeersch.
75
Speelkaarten van brouwerij Feys-Callewaert. Het bekendste bier van brouwerij Feys-Callewaert of brouwerij Het Anker in Roesbrugge-Haringe was Forte Brune. Het bier werd in 1894 voor het eerst gebotteld in flessen van 75 cl met een porseleinen dop. In 1965 werd de laatste Forte Brune gebrouwen. PrivĂŠcollectie Bernard Vermeersch.
Bieretiketten van brouwerij Bartier uit Voormezele. De etiketten met daarop de naam Mahieu dateren uit de periode na 1940 toen de weduwe van Godefroid Bartier, Bertha Bartier-Mahieu, de brouwerij runde. Nadat de familie Bartier aan het begin van de Tweede Wereldoorlog gevlucht was, keerde Godefroid na een paar dagen terug naar Voormezele om de brouwerij te controleren. Hij werd geraakt door een verdwaalde kogel en stierf aan zijn verwondingen. Daarop zette Bertha de brouwerij in volle oorlogstijd verder.
76
Nieuwsbrief Vrienden van het Hopmuseum, winter 2014 p. 1, lente 2015 p. 4 en 12, zomer 2015 p. 7.
Limonade in een brouwerij?
Na de Tweede Wereldoorlog werden frisdranken steeds populairder ten nadele van het bierverbruik. Om de concurrentie te kunnen aangaan, startten heel wat brouwerijen vanaf de jaren 1950 met de productie van hun eigen limonades. Brouwers brachten een breed assortiment limonades met bijhorende glazen uit.
Bierviltje en reclamebord van Palma Drinks. Palma Drinks is sinds 1960 het limonademerk van brouwerij Leroy. Deze limonades zijn nog steeds verkrijgbaar. PrivĂŠcollectie Gilbert Seys.
77
Limonade-etiketten uit Ieper. PrivĂŠcollectie Bernard Vermeersch
Limonade-etiketten van brouwerij Van Eecke in Watou. PrivĂŠollectie Gilbert Seys.
78
Etiket van de Ieperse Centrale Brouwerij (brouwerij Roberg). PrivĂŠcollectie Bernard Vermeersch
Een postkaart met een bestelling voor bier, limonade en water bij de Ieperse Centrale Brouwerij, 1953 SAI, Postkaarten Ieperse Centrale Brouwerij.
79
80
Werknemers van brouwerij Leroy poseren voor de brouwerij in Boezinge. PrivĂŠcollectie Gilbert Seys.
bier verzoet de arbeid: hetbrouwproces 81
bier verzoet de arbeid: het brouwproces
82
Tot de industrialisering van de biersector
een thermometer, het inzetten van
belang van wetenschappelijke kennis en
vanaf 1870 werd op een ambachtelijke
koelinstallaties en de toenemende kennis
technische know-how toenam, gingen
manier gebrouwen. Familierecepten
van gistingsprocessen zorgde ervoor
steeds meer brouwers naar professionele
werden over verschillende generaties
dat het hele jaar door bier geleverd kon
brouwersscholen of sloten ze zich aan bij
doorgegeven. De brouwers hadden
worden van een bijna constante kwaliteit.
beroepsverenigingen.
doorgaans weinig kennis over hoe
Louis Pasteur had het gistingsproces
het brouw- en gistingsproces in zijn
ontleed en het proces van pasteurisatie
Na de Eerste Wereldoorlog investeerden
werk ging. Binnen deze artisanale
ontwikkeld: door gecontroleerde
sommige brouwerijen in de vernieuwing
bedrijfjes werden slechts enkele
verhitting konden bacteriĂŤle infecties
van hun installatie om lagegistingsbieren
werknemers ingezet, meestal leden
geminimaliseerd worden. De opkomst
te kunnen brouwen.
van de brouwersfamilie. Tijdens de
van brouwhandboeken droeg verder bij
De kosten die werden gedaan voor
zomermaanden werd het brouwen
tot het verfijnen van het brouwproces. Zo
koelsystemen, kwaliteitscontroles,
stopgezet omdat het bier zonder
publiceerde de Franse ingenieur Georges
bottelmachines, enz. werden
koelinstallaties snel bedierf.
Lacambre in 1851 zijn toonaangevend
gecompenseerd door een grotere
handboek TraitĂŠ complet de la fabrication
productie. Hierdoor waren brouwerijen
De industrialisatie leidde tot
des bières et de la distillation des grains.
gedwongen om ook hun gebouwen uit te
professionalisering. De stoommachine en
Het groeide uit tot een internationaal
breiden.
gasmotor vergemakkelijkten de arbeid en
standaardwerk voor brouwers en stokers.
zorgden voor een meer gemechaniseerd
Rond 1900 waren de vernieuwingen
productieproces. Het gebruik van
bijna overal doorgedrongen. Omdat het
fase 1 Granen worden verwerkt tot gedroogde korrels die mout worden genoemd. Vooral gerst, maar ook goedkopere soorten granen zoals haver, tarwe, maïs of spelt kunnen gebruikt worden. De gerst wordt in water geweekt. Daarna legt men de gerst in een warme ruimte waardoor er een kiem groeit uit de vochtige gerst. Daarna laat men de granen eesten. De korrels worden verhit waardoor er mout ontstaat. Deze korrels worden gemalen tot moutmeel. Vervolgens kan het echte brouwproces beginnen.
Briefhoofd van het hopbedrijf van de familie Vermeulen, 1920. Privécollectie.
Certificaat van aangekochte hop uit het vroegere Tsjecho-Slowakije, 1931. Godefroid Bartier kocht voor zijn brouwerij in Voormezele een deel van zijn benodigde hop aan in het buitenland om te mengen met zijn eigen gekweekte hop.
Infolabel van moutkiemen, 1959. Brouwerij Roberg leverde ook moutkiemen aan andere brouwerijen, waaronder de Sint-Sixtusabdij in Westvleteren.
Nieuwsbrief Vrienden van het Hopmuseum, winter 2014 p. 8.
Privécollectie Philippe Donck.
83
fase 2 Het moutmeel wordt vermengd met water waarna dit mengsel trapsgewijs wordt opgewarmd. Hierbij wordt het zetmeel in het mout afgebroken tot oplosbare suikers. De moutresten (het draf) worden uit het beslag gefilterd. Dit wordt klaren genoemd. De heldere oplossing die overblijft, is wort.
De overname van brouwerij Vermeulen door Charles Vermeulen in 1955 leidde tot vernieuwingen. De foto toont hoe een nieuwe brouwketel wordt binnengebracht in de brouwerij. Hiervoor moest een deel van de muur uitgebroken worden.
84
PrivĂŠcollectie Charles Vermeulen.
Verwijderen van de koperen brouwketel van brouwerij Vermeulen in Ieper, 1977. De brouwketel moest van overheidswege verplicht weggenomen worden zodat brouwen onmogelijk werd. PrivĂŠcollectie Charles Vermeulen.
fase 3
fase 4
De wort wordt samen met hop gekookt. De hop zorgt voor de
Er wordt gist toegevoegd aan de gekoelde wort om het
bittere smaak, werkt als natuurlijk bewaarmiddel en verzekert
gistingsproces te starten. De gist zet de suikers om in alcohol en
stabiel bierschuim. De wort wordt nog eens gefilterd om de
koolzuurgas. In deze fase van het proces ontstaat het jongbier.
hopresten te verwijderen.
Als het bier gist op kamertemperatuur, wordt bier van hoge gisting verkregen. Bij lagegistingsbieren gebeurt dit bij een temperatuur van 7 tot 10 °C.
Filtermachine van brouwerij Vermeulen in 1977. PrivĂŠcollectie Charles Vermeulen.
Milieuvergunning uit 1927 voor een vervoerbare stoomketel bestemd voor de Ieperse Centrale Brouwerij. SAI, Milieuvergunningen, 1927/ 30.
85
fase 5
fase 6
Het jongbier laat men nog een tweede maal gisten. Dit gebeurt
Een eventueel laatste filtering zorgt voor een helder bier waarna
in lagertanks en wordt lagering of rijping genoemd. De lagering
het bier in flessen of vaten kan verpakt worden. Bij de meeste
gebeurt op circa 2 °C. Dit duurt ongeveer acht weken voor bieren
zwaardere bieren, zoals de trappisten, die niet worden niet
van lage gisting en tussen de acht weken en zes maanden voor
gefilterd, vindt nagisting in de fles plaats.
bieren van hoge gisting. Dit proces gebeurt in gesloten metalen kuipen. Hierdoor blijft het koolzuurgas behouden en krijgt het bier zijn bruisende kwaliteit. In de traditionele rijpingsmethode worden eikenhouten vaten gebruikt.
Gisting in eikenhouten vaten bij brouwerij Vermeulen. De overtollige gist en het schuim laat men ontsnappen via een open bomgat (of spongat) in het vat waarna het in bakken wordt opgevangen.
86
PrivĂŠcollectie Charles Vermeulen.
De bierafvulinstallatie van brouwerij Vermeulen, 1977. Toen Hector Vermeulen de brouwerij runde, werd het bier ongefilterd geleverd in vaten van 150 liter aan de herbergen. Charles Vermeulen investeerde in een machinale bottelarij. PrivĂŠcollectie Charles Vermeulen.
Gehuldigde werknemers bij brouwerij Vermeulen, 1961. Op deze foto zien we de jubilarissen Florent Degant, Sylvere Gouwy, Maurice Lesage en Valere Debreuck die voor 30 of 35 jaar trouwe dienst nijverheidseretekens ontvangen. Achteraan links staat de Ieperse burgemeester Albert Dehem en rechts brouwer Charles Vermeulen. SAI, Collectie Bossaert, zwartwit 06918-06922.
Arbeiders van brouwerij Van Eecke in Langemark, ca. 1945-1959. Van links naar rechts: Henri Debruyne, Michel Candry en Maurice Mylleville. ‘WESTHOEK verbeeldt’, HEU005504028.
87
Advertentie waarin brouwerij Masschelein een aantal vernieuwingen aankondigt, zoals de aankoop van een ijsmachine en de bouw van gekoelde kelders, 1929. SAI, Collectie Kranten, De Gazet van Poperinghe, 9 juni 1929.
Vonnis van de Rechtbank van Oorlogsschade van Ieper rond de schade aan brouwersmateriaal van de brouwerij ‘De Zeemeermin’ in de Steenstraat in Zuidschote, 1929.
88
SAI, Archief Julien Antony, 985.
In 1962 opende brouwerij Vermeulen zijn vernieuwde brouwerijgebouwen. Vooraan zien we burgemeester Dehem, Charles Vermeulen en zijn vrouw. Op de achtergrond staat de muziekmaatschappij van de brouwerij Wieze die zorgde voor de muziek tijdens de plechtigheid.
Bouwplan voor uitbreidingswerken van de Ieperse Centrale Brouwerij uit 1939. Latere verbouwingen hadden plaats in 1947, 1960, 1964 en 1969. SAI, Bouwvergunningen, 1947/6, 1960/102 en 1969/219.
SAI, Collectie Bossaert, zwartwit 3862.
89
De gebouwen van brouwerij Leroy in Boezinge werden doorheen de jaren aangepast aan de technische evoluties. PrivĂŠcollectie Gilbert Seys.
90
Een nieuwe brouwketel wordt de brouwzaal binnengebracht tijdens de heropbouw van brouwerij Leroy in Boezinge, ca. 1925.
Reclame voor de bieren van de Ieperse brouwerij-mouterij Van de Vyver uit 1928.
PrivĂŠcollectie Karel Leroy.
SAI, Collectie Kranten, Het Ypersche, 2 juni 1928.
91
92
Brief van de Usines Carlier, een bedrijf in Henegouwen gespecialiseerd in brouwersmateriaal, over een levering gericht aan brouwerij Leroy, 1924.
Brouwers hadden veel onderhoudswerk. Gespecialiseerde fabrieken voorzagen de brouwerijen van de benodigde borstels.
PrivĂŠcollectie Karel Leroy.
PrivĂŠcollectie Karel Leroy.
Maria Dekeersgieter en haar zoontje tijdens de hoppluk bij de familie Bartier te Voormezele in 1943. Bij brouwerij Bartier hoorden 12 ha grond waarop de familie gerst en hop teelde. Tijdens de zomer werd er op het land gewerkt in plaats van in de brouwerij. De paarden die ’s zomers het land bewerkten, trokken de rest van het jaar de bierwagens. Nieuwsbrief Vrienden van het Hopmuseum, lente 2015 p. 6.
In november 1950 werd Albert Bollyn, een werknemer van de Ieperse Centrale Brouwerij, slachtoffer van een werkongeval. SAI, Collectie Kranten, Het Wekelijks Nieuws, 18 november 1950.
93
Charles Vermeulen doet een inspectie van het brouwersmateriaal, 1977. PrivĂŠcollectie Charles Vermeulen.
94
Pater Stephanus Vanbesien en broeder Aelredus Goedhart met brouwerijpersoneel van de Sint-Sixtusabdij in Westvleteren, ca. 1931.
In de brouwzaal van de Sint-Sixtusabdij in Westvleteren, ca. 1930. Archief Sint-Sixtusabdij Westvleteren.
Archief Sint-Sixtusabdij Westvleteren.
95
De bierkar van brouwerij Vermeulen voor de Lakenhalle in Ieper, 1955. PrivĂŠcollectie Charles Vermeulen.
96
bier aan de man brengen
97
Het cafénetwerk
In de 19de eeuw konden brouwerijen
Het was niet mogelijk om het bier via
rekenen op een verzekerde afzet via
een winkel rechtstreeks aan de klant
herbergen. Deze cafés vormden vaak het
te verkopen omdat het bier nog via
hart van de gemeenschap.
vaten opgeslagen en vervoerd werd. De distributie bleef bijgevolg voornamelijk
Brouwers ontwikkelden nauwe
lokaal.
relaties met drankgelegenheden door samenwerkingsverbanden af te sluiten.
De Belgische productie was grotendeels
Dikwijls hadden ze zelf heel wat cafés in
gericht op de directe omgeving waarbij
bezit waardoor de uitbater verplicht was
het bier zelfs de stad of het dorp
om het bier van de eigenaar-brouwer af
niet verliet. Het buitenland was geen
te nemen en te verkopen. Zo ontstond er
belangrijke afzetmarkt zoals vandaag.
een wederzijdse afhankelijkheidsrelatie
Tot de Tweede Wereldoorlog bleef dit
tussen caféuitbaters en brouwers.
netwerk van bierhandelaars en cafés de belangrijkste manier om het bier van de brouwerij tot bij de consument te brengen. Brief van Silvère Leroy uit 1924 over een aantal werken die nog moeten uitgevoerd worden in een verpachte herberg van brouwerij Leroy. Privécollectie Karel Leroy.
98
Herberg De Vrede in Oostvleteren, ca. 1965. De uitbaters André Lobelle en zijn echtgenote Yvonne Deroo poseren voor hun café. ‘WESTHOEK verbeeldt’, HEU007502982.
Brouwerij Vermeulen levert bier aan het café ‘t Tonneke naast de brouwerij in de Diksmuidestraat in Ieper, 1958. Privécollectie Charles Vermeulen.
In café Het Brouwershuis, gelegen op de hoek van de Merghelynckstraat en de D’Hondtstraat in Ieper. Deze herberg werd in 1923 gebouwd en was eigendom van de brouwerij Les Trois Rois uit Menen. ‘WESTHOEK verbeeldt’, HEU008502215.
99
De cafébazin van café 't Meubelhuis, Irma Supply-Hessel, aan de toog in Bikschote, ca. 1960-1970. ‘WESTHOEK verbeeldt’, HEU005501281.
Krantenartikel over de heropening van café De Grote Pinte in de Rijselstraat in Ieper dat in bezit was van brouwerij Vermeulen. SAI, Collectie Kranten, Het Wekelijks Nieuws, 9 februari 1968.
100
Van 1941 tot 1967 werd café De Blauwe Duif in Zillebeke uitgebaat door Léandre Comyn en zijn echtgenote Jeanne Deneulin. Van links naar rechts zien we Jeanne, dochter Ginette, zoon Willy en Léandre.
Café Central in Veurne verdeelde het bier van de Ieperse Centrale Brouwerij, ca. 1945-1959. Naast het café stond een depot van de brouwerij.
‘WESTHOEK verbeeldt’, HEU008505472.
‘WESTHOEK verbeeldt’, HEU019500460.
Blauwdruk van Café Central dat werd gebouwd in opdracht van de Ieperse Centrale Brouwerij, 1928. Dit gebouw op de Grote Markt van Ieper noemt nu Brasserie Central. SAI, Bouwplannen Heropbouw, 1849.
101
Enkele klanten poseren voor het café Bij Desiré Devos op de Grote Markt van Watou, ca. 1953-1954. Het café is eigendom van brouwer Albert Van Eecke. Rechtsboven is reclame voor zijn bier West-Pils te zien.
102
‘WESTHOEK verbeeldt’, HEU004518263.
Binnenzicht van de herberg De Lelie in 1943. Deze herberg was gelegen in de Kapellestraat in Boezinge. ‘WESTHOEK verbeeldt’, HEU008501427.
Pauze op een terrasje in Oostvleteren, ca. 1950-1959. Vermoedelijk gaat het om het café Au Chalet Lillois. ‘WESTHOEK verbeeldt’, HEU007502541.
Advertentie voor de overname van Café de la Charente van de Ieperse Centrale Brouwerij, 1930.
Aankondiging van een openbare verkoop van een brouwerij in Passendale met de bijhorende herbergen, 1841.
SAI, Collectie Kranten, Het Ypersch Nieuws, 1 februari 1930.
SAI, Collectie Kranten, Le Propagateur, 9 februari 1841.
103
BIER IN FLESJES De invoer van de populaire Engelse bieren leidde tot de introductie van flessenbier in de regio. Brouwerijen investeerden in een eigen bottelarij. Voortaan kon de gewone consument ook thuis zijn biertje drinken. Brouwers of bierhandelaars leverden het bier rechtstreeks aan huis of het bier werd via winkels aan de man gebracht. De flessen van 1 of 0,75 liter werden in houten kratten van 12 of 10 bezorgd. Toch werd bier tijdens de Eerste Wereldoorlog nog steeds voornamelijk in biertonnen geleverd. Soms werd het bier gewoon in vaten geleverd aan de drankenhandelaar die daarop zelf flessen vulde. Pas vanaf 1920 met de introductie van de beugelsluiting met porseleinen stop en de kroonkurk vanaf de Tweede Wereldoorlog, werd bier overwegend in flessen vervoerd. Om de flesjes bier te verdelen over een grotere afzetmarkt, werden in verschillende gemeenten depots of opslagplaatsen gevestigd.
104
Deze selectie bierflesjes van de Ieperse Centrale Brouwerij toont de evolutie van de flesjes. Het eerste flesje heeft een porseleinen stop en draagt de tekst Brasserie Centrale Yproise in reliĂŤf. Hoogstwaarschijnlijk stond een etiket op het flesje, maar is het verloren gegaan. Het tweede flesje heeft een etiket en de gezandstraalde tekst Ypersche Centrale Brouwerij Yper. Het derde flesje lijkt op de flesjes zoals we die nu kennen: de tekst staat op het etiket en een kroonkurk diende als afsluiting. PrivĂŠcollectie Hans Devos.
Jules Coulembier bij zijn bottelmachine. Hij vulde flesjes met het bier dat de brouwerijen hem in vaten leverden. Jules Coulembier startte in 1920 met een drankenhandel in de Bukkersstraat in Ieper. In 1932 verhuisde de zaak naar de Elverdingestraat. SAI, Collectie Fototheek, D_00666. PrivĂŠcollectie Bernard Vermeersch.
105
Levering van lege flessen bij brouwerij Vermeulen, 1956. PrivĂŠcollectie Charles Vermeulen.
Postkaart met een bevestiging van een bestelling van kroonkurken door de Ieperse Centrale Brouwerij, 1926. SAI, Postkaarten Ieperse Centrale Brouwerij.
106
De binnenkoer van de Poperingse brouwerij ‘t Hoppeland in de Ieperstraat in 1967. Brouwersdochter Christine Hauspie staat bij een stapel kratten die net hersteld werden. ‘WESTHOEK verbeeldt’, HEU004521763.
Speelkaart van de brouwerij CallensVandenbulcke uit Vlamertinge. Deze brouwerij was zeker nog in 1939 actief. Privécollectie Bernard Vermeersch.
Albertine Verstraete steekt een handje toe in brouwerij Leroy in Boezinge, waar haar echtgenoot Gilbert Seys van 1960 tot 2004 werkte. Privécollectie Gilbert Seys.
107
Henri Persoone gaat de bottelarij van de Sint-Sixtusabdij van Westvleteren binnen, jaren 1930. De brouwinstallatie werd in 1932 geïnstalleerd. Archief Sint-Sixtusabdij Westvleteren.
Een publiciteitsaffiche van de brouwerij Feys-Callewaert. Deze brouwerij bevond zich op het grondgebied van de gemeente Beveren-IJzer, maar lag dicht tegen het centrum van Roesbrugge. Rond 1898 beschikte de familie Feys over een brouwerij, mouterij en bottelarij onder één dak. Dat was een uitzondering in die tijd. Met slechts vijf werknemers werden dagelijks 550 bakken bier gebotteld. ‘WESTHOEK verbeeldt’, HEU004509998.
108
Flessen bier worden gevuld en afgestopt door Andre De Croo in brouwerij Decaestecker in Woesten in 1972. Jerome Gruwier zorgde ervoor dat iedere fles van een etiket werd voorzien. ‘WESTHOEK verbeeldt’, HEU007501330 en HEU007501331.
Jeanne Vantomme (met witte jurk) poseert met een bak bier in Reningelst. De initialen op de bak verwijzen vermoedelijk naar de brouwerij van Hector Vermeulen. De naam van de brouwerij werd op de kratwand ingebrand of geschilderd zodat de krat naar de leverancier zou terugkomen. ‘WESTHOEK verbeeldt’, HEU004518250.
109
Op dit karton van een scheurkalender staan de verschillende depots van de Ieperse Centrale Brouwerij vermeld. PrivĂŠcollectie Bernard Vermeersch.
110
Ontwerptekening van machines gebruikt in de Ieperse Centrale Brouwerij. PrivĂŠcollectie Philippe Donck.
bier op transport Over korte afstanden werden vaten vaak door twee mannen met een bierboom getransporteerd. Dit was een zwaar karwei want de vaten op zich wogen soms al ca. 35 kg en daarbij kwam nog het gewicht van 30, 50 of zelfs 160 liter bier. Tijdens het interbellum werden paard en kar geleidelijk aan vervangen door vrachtwagens. Van de bierrondes werd handig gebruik gemaakt door van de vrachtwagens quasi rijdende reclameborden te maken. Veel brouwers werden gaandeweg bierhandelaars doordat ze wilden inspelen op de vraag naar lagegistingsbier en het bier van andere brouwers doorverkochten. De paarden Rita en Trompette trekken de bierkarren van biergroothandel Anglo-Belge (Zulte) in Ieper, jaren 1930. In die periode had bijna ieder merk van bier of frisdrank zijn depot in de stad. Anglo-Belge had zijn depot in de Goesdamstraat. ‘WESTHOEK verbeeldt’, HEU008513378.
111
Reclamefoto voor brouwerij Vermeulen met de Opel-vrachtwagen waarmee bier werd geleverd, 1960. Chauffeur Robert Degandt zwaait vanuit zijn cabine. SAI, Collectie Bossaert, zwartwit 05649-05654.
Brouwer Gabriel Dispersijn helpt in maart 1942 bij het dragen van lege vaten in de Sint-Sixtusabdij Westvleteren.
112
Archief Sint-Sixtusabdij Westvleteren.
De vrachtwagen van brouwerij Van Eecke in Langemark staat voor de herberg Sint-Michiel langs de Diksmuidseweg in Boezinge, ca. 1940. In het midden staat Coralie Verstraete. Privecollectie Georges Smagghe.
Krantenartikel over een ongeval in Poperinge met een vrachtwagen van brouwerij Deca, 1971. SAI, Collectie Kranten, Het Wekelijks Nieuws, 18 juni 1971.
Vrachtwagen van de bierhandel van Raoul Bartier in Voormezele, 1960. Nieuwsbrief Vrienden van het Hopmuseum zomer 2015 p. 10.
113
114
De brouwerij Verfaillie in Proven in 1902. Centraal staat Georges Verfaillie die samen met een knecht een ton bier draagt met behulp van een bierboom. Rechts van hem staat Jules Camerlynck terwijl Remi Verfaillie, die later pastoor werd, op de tonnen zit.
Henri Carreyn was voerman in Kemmel na de Tweede Wereldoorlog. Met paard en kar brengt hij bier van de brouwerij Leroy uit Boezinge aan de man. We zien hem hier samen met zijn vrouw Martha Barbez voor hun kleine hoeve. De derde persoon op de foto is onbekend.
‘WESTHOEK verbeeldt’, HEU004501760.
‘WESTHOEK verbeeldt’, HEU001508214.
Het zoontje van brouwingenieur Joseph Minne zit op een trekpaard op de binnenkoer van de Ieperse Centrale Brouwerij, ca. 1935.
De eerste vrachtwagen van brouwerij Leroy in Boezinge, ca. 1930.
Privécollectie familie Minne, Brussel.
Privécollectie Gilbert Seys.
De drie vrachtwagens van brouwerij Vermeulen en hun chauffeurs in 1970. Privécollectie Charles Vermeulen.
Brouwer Karel Leroy (1922-1988) poseert twee keer bij een voertuig gebruikt voor biertransport in brouwerij Leroy. Op de eerste foto staat hij als jongen naast het trekpaard en op de tweede foto staat hij voor de vrachtwagen.
Na jaren bier verkocht te hebben met paard en kar, schafte Henri Carreyn zich een Volkswagen-vrachtwagen aan om het bier van brouwerij Leroy te verdelen. Hier zien we Henri samen met zijn vrouw Martha Barbez en hun kinderen Fernand Carreyn en Marleen, ca. 1960.
Privécollectie Karel Leroy.
‘WESTHOEK verbeeldt’, HEU001508215.
115
De Rue de Bailleul, de huidige Seulestraat, in Nieuwkerke voor de Eerste Wereldoorlog. Een brouwerskar met lege tonnen keert terug naar de brouwerij. ‘WESTHOEK verbeeldt’, HEU001500378.
Bierhandelaar Michel Desegher in Poperinge, ca. 1945-1959. Hij was getrouwd met Marie-Louise, dochter van de bierhandelaar Leopold Deplaedt die begonnen was als verdeler voor een brouwerij uit Doornik en zijn depot had aan de Ouderdomseweg. In het begin van zijn carrière gebeurde de leveringen met paard en kar. ‘WESTHOEK verbeeldt’, HEU004510592.
Advertentie van brouwerij Masschelein in Poperinge, 1927. SAI, Collectie Kranten, De Gazet van Poperinghe, 3 juli 1927.
116
Michel Desegher met zoontje Paul-Johan op zijn eerste gemechaniseerde vervoermiddel: een triporteur (een motorbakfiets). Hij staat geparkeerd naast het depot van zijn schoonvader Leopold Deplaedt. Ze verkochten het bier van de brouwerij Anglo-Belge uit Zulte.
Michel Desegher verdeelde, na het bier van Anglo-Belge, het merk West Ale van brouwerij Van Eecke uit Watou. Desegher reed vanaf 1949 rond met een Austin-bestelwagen, een voormalig Brits legervoertuig. 'WESTHOEK verbeeldt', HEU004510594.
‘WESTHOEK verbeeldt’, HEU004510593.
De Ieperse Centrale Brouwerij zocht naar nieuwe biervoerders via kleine advertenties in de krant, 1949. SAI, Collectie Kranten, Het Wekelijks Nieuws, 28 mei 1949.
117
Een Chevrolet-vrachtwagen in de tuin van de brouwerij ’t Hoppeland in Poperinge, 1970. Achter het stuur zit Jerome Parrein, knecht en vrachtwagenchauffeur, op de bumper Christine, jongste dochter van brouwer Jules Hauspie. 'WESTHOEK verbeeldt’, HEU004520656.
118
Een biervoerder van de Ieperse Centrale Brouwerij rijdt met een vracht bier de Maloulaan in, ca. 1930. ‘WESTHOEK verbeeldt’, HEU008508657.
Krantenartikel over een ongeval in 1931 waarbij een bierwagen van de Ieperse Centrale Brouwerij betrokken was. SAI, Collectie Kranten, Het Ypersch Nieuws, 4 juli 1931.
Irma Vermeulen, de vrouw van bierhandelaar Marcel Vuylsteke, op weg in de straten van Passendale. ‘‘WESTHOEK verbeeldt’’, HEU006502552.
119
De Mack-vrachtwagen van brouwerij Comyn komt uit de Maagdestraat in Zonnebeke gereden tijdens een bestelronde in 1926. De brouwerij ‘BrasserieMalterie La Diane’, gesticht in 1783 en gevestigd in de Maagdestraat, was rond de eeuwwisseling door Paul Comyn-Vandevyvere overgenomen. De vrachtwagen werd na de Eerste Wereldoorlog van het Amerikaans leger aangekocht. Op het opstapje staat Emiel Comyn, helemaal achteraan op de laadbak staat zijn broer Daniël. Naast de wagen staat Alidoor Vuylsteke of in de volksmond "Boontje". Hij was de knecht van de brouwerij en hield de herberg Het Kantientje in de Langemarkstraat open. ‘WESTHOEK verbeeldt’, HEU006507322.
120
Het beslaan van de paardenhoeven in brouwerij Vermeulen, 1955. Privécollectie Charles Vermeulen.
Oscar Coulembier staat bij de stuurcabine voor het depot van de bierhandel Coulembier in de Bukkersstraat. Het opschrift op de vrachtwagen luidt: “Brasserie La Paix, J. Coulembier, Chaussée de Menin 48, Bascule Ypres, Bieres, Vins et Liquers”. In 1936 nam Oscar de drankenhandel van zijn vader Jules over. Oscar overleed in 2014 op 108-jarige leeftijd.
De familie Coulembier en het personeel van de Ieperse drankenhandel Coulembier in 1919. ‘WESTHOEK verbeeldt’, HEU008513372.
‘WESTHOEK verbeeldt’, HEU008513226.
Drankenhandel Coulembier in de Bukkersstraat in Ieper, ca. 1920. Op de gevel zie je het opschrift "Brasserie La Paix" en op de vrachtwagen "Brouwerij De Vrede". Op de hoek zie je de winkel met het uitstalraam. ‘WESTHOEK verbeeldt’, HEU008513207.
121
reclame en imagovorming De eerste bierreclame duikt op in
Veelvuldige reclame duikt pas op in het
het midden van de 19de eeuw. In de
interbellum. De brouwers steunden
kranten verschijnen petites annonces:
namelijk nog steeds op hun cafénetwerk
advertenties in de vorm van kleine
en betrouwbaar afneempubliek om
tekstjes zonder afbeeldingen. De
hun bier aan de man te brengen. De
toenemende concurrentie zorgde ervoor
toenemende concurrentiestrijd en de
dat brouwerijen steeds meer belang
groeiende consumptiecultuur brengt daar
hechtten aan reclame, hun imago en hun
verandering in. Om te overleven, moest de
reputatie. Ze benadrukten in hun reclame
brouwer zijn vaste afzetmarkt behouden
de traditie en de ambachtelijkheid van
en nieuwe consumenten aanspreken.
het bierbrouwen. Daarnaast verleenden brouwers hun medewerking aan
In het straatbeeld verschijnen karren
festiviteiten zoals dorpsfeesten en
of vrachtwagens met in grote letters
namen ze deel aan stoeten of fanfares.
de naam van de brouwerij of het bier.
Dit was de ideale manier om hun bier
Speelkaarten, asbakken, reclamepanelen,
binnen het dorp te promoten.
dienbladen, bierviltjes enz. worden verdeeld in de cafés. Voortaan ging een aanzienlijk deel van het budget van een brouwerij naar een uitgekiende marketingstrategie om de consument aan zich te kunnen binden en naamsbekendheid te verwerven.
Affiche van brouwerij Vermeulen, 1920. Ook de verwoeste Lakenhalle komt in beeld, waarmee de brouwerij waarschijnlijk wilde inspelen op het fronttoerisme. Privécollectie Hans Devos.
122
De eerste reclameaffiche van brouwerij Leroy die in 1928 werd uitgebracht. Het beeld van de man met de snor zou nog op veel promotiemateriaal verschijnen en staat tegenwoordig op het etiket van het bier Watou’s Wit (brouwerij Van Eecke). Privécollectie Gilbert Seys.
Hetzelfde reclamebeeld werd nog een aantal keer herbruikt, zoals hier op een speelkaart.
Werknemers van brouwerij Leroy in Boezinge poseren trots met de reclameaffiche.
Privécollectie Bernard Vermeersch.
Privécollectie Gilbert Seys.
123
De Ieperse Centrale Brouwerij bracht een reeks scheurkalenders uit met daarop verschillende idyllische biertaferelen. PrivĂŠcollectie Bernard Vermeersch.
Speelkaarten van de Ieperse Centrale Brouwerij. Speelkaarten waren ideaal om goedkoop en gemakkelijk reclame te maken. PrivĂŠcollectie Bernard Vermeersch.
124
Reclamebord voor Special Ypra uit 1952. Privécollectie Bernard Vermeersch.
Reclameposter van brouwerij Bartier uit Voormezele.
Metalen reclamepaneel voor Central’s Lager van de Ieperse Centrale Brouwerij.
Nieuwsbrief Vrienden van het Hopmuseum Winter 2014, p. 10.
Privécollectie Hans Devos
125
Reclamebord voor het bier Katje van brouwerij Leroy.
Reclamebord voor Sas-Pils van brouwerij Leroy.
Privécollectie Gilbert Seys.
Privécollectie Bernard Vermeersch.
De Ieperse Centrale Brouwerij profileerde zich duidelijk als een Ieperse brouwerij door het wapenschild van de stad in hun reclame en glazen te verwerken. Privécollectie Bernard Vermeersch.
126
Dienblad van Roberg Pils. Privécollectie Hans Devos.
Publiciteit voor brouwerij Decaestecker uit Woesten. Veel brouwerijen probeerden hun bier te promoten door het als gezond aan te prijzen. Bier werd soms zelfs expliciet aangeraden voor vrouwen en kinderen.
Reclame voor de Ieperse Centrale Brouwerij, ca. 1938, in de toeristische gids ‘Ieper en omstreken. Kleine gids voor den toerist.’ Brouwerijen probeerden een nieuw publiek aan te spreken door advertenties in toeristische gidsen te plaatsen.
Privécollectie Bernard Vermeersch.
SAI, Archief Roland Annoot, 2.
Bonnetje voor één glas bier op de handelsbeurs in Ieper in 1956. SAI, Archief Freddy Laplace, 11.
127
Op de stand van brouwerij Vermeulen tijdens de handelsbeurs van Ieper, 1963. Ober van dienst is Robert Degandt, de chauffeur van de brouwerij. SAI, Archief Freddy Laplace, 18.
Reclame voor brouwerij Vermeulen op een toeristisch plannetje van Ieper, 1968. De brouwerij vermeldt duidelijk dat Special Ypra een bier is van hoge gisting, maar maakt in deze advertentie ook promotie voor de andere dranken die ze verdeelt. SAI, Archief Roland Annoot, 2.
Stand van brouwerij Vermeulen op de handelsbeurs van 1965.
128
PrivĂŠcollectie Charles Vermeulen.
Chauffeur Robert Degandt poseert voor de stand van brouwerij Vermeulen op de handelsbeurs in Ieper, 1964.
Brief vanwege brouwerij Vermeulen met de vraag om deel te nemen aan de handelsbeurs, 1966.
PrivĂŠcollectie Charles Vermeulen.
SAI, Archief Freddy Laplace, 21.
Brief van brouwer Jean van de Vyver aan de organisatie van de handelsbeurs, 1953. In deze brief vraagt Jean Van de Vyver korting op zijn deelnamepremie nadat de verkoop op de beurs was tegengevallen. De organisatie van de handelsbeurs stuurde hem achteraf talrijke aanmaningen om het volledige bedrag te betalen. SAI, Archief Freddy Laplace, 9.
129
Stand van de brouwerij van Jean Van de Vyver op de handelsbeurs van Ieper in 1955. De Ieperse brouwerij Le Chameau of De Kemel in de Boterstraat, nu de Stuersstraat, bestond al in de 17de eeuw. In de 19de eeuw was de brouwerij eigendom van Auguste Antoine Vande Vyver en Alixe Van Acker. In 1965 sloot de zaak als brouwerij Jean Van de Vyver, die op dat moment een bierhandel was, finaal de deuren. SAI, Archief Freddy Laplace, 33.
Advertentie van de Ieperse Centrale Brouwerij, 1953. SAI, Collectie Kranten, Het Wekelijks Nieuws, 11 juli 1953.
Prentbriefkaart, ca. 1919-1940.
130
‘WESTHOEK verbeeldt’, HEU004517467.
Reclame voor brouwerij Masschelein in Poperinge, 1931. SAI, Collectie Kranten, De Gazet van Poperinghe, 15 maart 1931.
Verschillende brouwerijen namen deel aan de reclamestoet van 1926 in Poperinge. SAI, Collectie Kranten, De Gazet van Poperinghe, 18 april 1926.
Glazen ophangbord met reclame voor het Oude Monnik-bier van de Ieperse Centrale Brouwerij. PrivĂŠcollectie Bernard Vermeersch.
131
Bierpotten voor het bier van brouwerij Vermeulen naar aanleiding van de Ieperse Breughelfeesten, 1960. SAI, Collectie Bossaert, zwartwit 05649-05654.
Het personeel van brouwerij-mouterij Feys-Callewaert in RoesbruggeHaringe neemt in 1934 even de tijd om het bier Forte Brune te promoten. In de drukste periode telde de brouwerij een dertigtal werknemers. ‘WESTHOEK verbeeldt’, HEU004519544.
Brouwerijen hadden oog voor speciale festiviteiten of jubilea. Brouwerij Vermeulen maakte bijvoorbeeld speciale bierviltjes ter gelegenheid van de Breughelfeesten of de festiviteiten naar aanleiding van 1000 jaar Ieper. Privécollectie Bernard Vermeersch.
132
Vrachtwagen van brouwerij De Vrede van Jozef Coulembier tijdens een reclamestoet in Ieper, ca. 1925. Op de truck staat ook reclame voor de Engelse bieren Whitbread’s Stout en Pale Ale. SAI, Collectie Fototheek, D_00668.
133
De programmaboekjes van de Kattenstoet vormden een ideaal middel om promotie te maken en een groot publiek te bereiken. Opvallend is de ludieke manier waarop reclame wordt gemaakt.
Reclame in de programmafolder van de Kattenstoet, 1960. SAI, Collectie Vliegende papieren, 318-328
Reclame in de programmafolder van de Kattenstoet, 1959. SAI, Collectie Vliegende papieren, 318-328.
134
Reclame in de programmafolder van de Kattenstoet, 1959. SAI, Collectie Vliegende papieren, 318-328.
Reclame in de programmafolder van de Kattenstoet, 1956. SAI, Collectie Vliegende papieren, 318-328.
Reclame in de programmafolder van de Kattenstoet, 1977. SAI, Collectie Vliegende papieren, 318-328.
135
136
Kar van brouwerij Vermeulen tijdens de stoet ter gelegenheid van de Breughelfeesten in 1965. PrivĂŠcollectie Charles Vermeulen.
tournée générale
137
bier in het straatbeeld Bier en brouwerijen vormden een belangrijk aspect van de volkscultuur. Bijna overal in het dagelijkse leven kwamen de mensen in contact met bier. Bovendien zorgde de sponsoring en deelname aan lokale evenementen, festiviteiten en verenigingen ervoor dat brouwerijen in het centrum stonden van het dorps- of stadsgebeuren. Bier was zo een belangrijke factor in de regionale identiteits- en groepsvorming.
Voetballende bierbrouwers, Boezinge, 1974. SAI, Collectie Fototheek, C_00177.
138
Prijsvazen van brouwerij Leroy en de Ieperse Centrale Brouwerij. Brouwerijen gaven deze vazen als sponsoring voor bijvoorbeeld voetbal-, wieler- of biljartwedstrijden.
Biljartclub Hill 62 van Zillebeke met een prijsvaas van de Ieperse Centrale Brouwerij, 1955. SAI, Collectie Fototheek, C_00177.
PrivĂŠcollectie Bernard Vermeulen en Hans Devos.
139
Amateurwielrenners met wielertruitjes van brouwerij Leroy. Privécollectie Gilbert Seys.
De wagen van brouwerij Nevejan tijdens de inhuldiging van een nieuwe pastoor in Krombeke, ca. 1947. ‘WESTHOEK verbeeldt’, HEU004517623.
140
Een vrachtwagen van brouwerij Vermeulen tijdens de viering van de overwinning van de stad Ieper in het internationale spelprogramma Spel zonder Grenzen, 1973. PrivĂŠcollectie Charles Vermeulen.
Affiche Neuzensektebal, 1958, Ieper. PrivĂŠcollectie Patrick De Splenter.
141
Biljartclub De Zwaan in Boezinge viert met brouwerijvaandeltjes zijn laureaten in 1961. ‘WESTHOEK verbeeldt’, HEU008506904.
Brouwerij Leroy gaf vaandeltjes als prijs voor wedstrijden. Dit exemplaar dateert uit 1959. Privécollectie Gilbert Seys.
De Ieperse Centrale Brouwerij organiseerde in 1939 een wielerwedstrijd. SAI, Collectie Kranten, Het Ypersch Nieuws, 29 juli 1939.
142
In 1965 brachten Ieperlingen een bezoek aan een Guinnessbrouwerij in de Engelse zusterstad Sittingbourne. SAI, Archief Roland Annoot, 11.
Affiche voetbalwedstrijden, 1945-1946. SAI, Collectie Affiches.
De muziekmaatschappij van brouwerij Wieze zorgt voor sfeer tijdens de inhuldiging van de nieuwe gebouwen van brouwerij Vermeulen in 1962. PrivĂŠcollectie Charles Vermeulen.
143
Affiche voor een bal in Vlamertinge, 1959.
144
Privécollectie Gilbert Seys.
De achterzijde van de stoetwagen van de plaatselijke bierhandelaar Basile Mestdag. Deze wagen werd op 23 juni 1946 tijdens de inhuldigingsstoet voor pastoor Jules Vermeersch in Woesten gebruikt. ‘WESTHOEK verbeeldt’, HEU007501489.
Op 6 juli 1969 was er in Hollebeke een historische stoet naar aanleiding van het zogenaamde duizendjarig bestaan van het dorp. Deze wagen ‘Bier en plezier’ was geïnspireerd op de schilderijen van Pieter Bruegel. ‘WESTHOEK verbeeldt’, HEU008502882.
De wagen van brouwerij Vermeulen tijdens de publiciteitsstoet van de Kattenstoet in 1958. ‘WESTHOEK verbeeldt’, HEU008506146.
Wagen van bierhandelaar Raoul Bartier tijdens de inhuldigingsstoet van pastoor Germain Laga op 19 augustus 1958 met het wensdicht voor de nieuwe pastoor van Voormezele. “Welkom aan den nieuwen herder God zegene zijn baan verder Wezen de diensten goed en kort om nog te drinken een export” Nieuwsbrief Vrienden van het Hopmuseum, zomer 2015 p. 10.
145
politiek tussen pot en pint Tussen ca. 1880 en 1940 speelden brouwers een centrale rol in het politieke en socio-culturele leven. Vaak ging het om burgers van gegoede afkomst die veel aanzien genoten. De brouwerswoningen waren veelal indrukwekkende villa’s of burgerwoningen waarmee de brouwers hun welstand etaleerden. Daarnaast waren brouwers dikwijls actief in de lokale politiek als gemeenteraadslid, schepen of zelfs burgemeester. De invoer van het algemeen enkelvoudig stemrecht in 1919 zorgde ervoor dat de burgers meer politiek betrokken raakten. De klanten van de brouwerijen vormden een niet te onderschatten kiespubliek. Herbergen en cafés waren de uitgesproken plaats om aan politiek te doen en stonden dikwijls synoniem voor bepaalde politieke overtuigingen. Bovendien was de rol van de brouwerijen als sponsor of organisator van lokale wedstrijden en feesten ideaal om een sociaal en politiek netwerk uit te bouwen.
146
Boekje voor de herdenking van het 250-jarig bestaan van de Ieperse Handels- en Nijverheidskamer uit 1957. De brouwers Polydore en Hector Vermeulen waren beiden een tijd voorzitter. Polydore was ook gemeenteraadslid in Ieper. Hector Vermeulen was ook één van de oprichters van de Last Post Association, samen met onder andere brouwer Armand Donck. SAI, Collectie Vliegende papieren, 188.
De vooroorlogse brouwerswoning van de familie Comyn in Zonnebeke. De brouwerij werd gesticht in 1783 door de familie Bouten. Op het eind van de 19de eeuw komt de brouwerij-mouterij in handen van Paul Comyn-Vandevyvere en heet voortaan "Brasserie-Malterie La Diane". Er wordt blond en bruin bier van lage gisting, Pilsener en Munichbier gebrouwen. Na de Eerste Wereldoorlog werd de brouwerij niet meer heropgebouwd. De Comyns werden bierverdeler voor de Brusselse brouwerij Perle Caulier. De intact gebleven vooroorlogse kelders werden gebruikt als opslagplaats voor vaten. ‘WESTHOEK verbeeldt’, HEU006502895.
Brouwers Léonce van Alleynes en Hector Vermeulen waren liberale kandidaten bij de gemeenteraadsverkiezingen van 1938. SAI, Collectie Kranten, De Blauwe Vaan, 25 september 1938.
147
Inhuldiging van de kaai in Ieper, 1933. Hector Vermeulen, voorzitter van de handelskamer en belangrijkste voorvechter van het herstel van de kaai, stelt het ontbreken van een kanaal Ieper-Komen aan de kaak. SAI, Collectie Hector Dehaeck, 150.
148
De Poperingse brouwer Albert Masschelein nam deel aan de provinciale verkiezingen van 1932. SAI, Collectie Kranten, De Gazet van Poperinghe, 11 december 1932.
Burgemeester-brouwers, de familie Bayart in Beselare en Passendale In Passendale stond Charles Bayart sinds 1833, door zijn huwelijk met brouwersdochter Amelia-Sophia Verduyn, aan het hoofd van brouwerij Het Anker. Daarnaast was hij burgemeester en provincieraadslid voor de katholieke partij. Zijn zoon Juliaan Bayart vervulde dezelfde functies. In Beselare nam Joseph Bayart Gryson, zoon van Juliaan, in 1908 brouwerij De Kroon over van de familie Gryson, de meest vooraanstaande familie van de gemeente gedurende de tweede helft van de 18de eeuw en in de 19de eeuw. Jozef Bayart was toen al burgemeester en werd zo burgemeesterbrouwer. Hij doopte de brouwerij om tot de Sint-Arnoldusbrouwerij. Tussen 1904 en 1913 waren Jozef Bayart en zijn broer Charles tegelijk burgemeester, respectievelijk te Beselare en te Passendale. De familie Bayart is zo een opmerkelijk voorbeeld van hoe brouwersfamilies invloedrijk waren op politiek en bestuurlijk vlak in verschillende gemeentes.
De indrukwekkende brouwerswoning van brouwerij Sint-Arnoldus te Beselare in 2009. De brouwerij lag in het dorpscentrum en werd tijdens de Eerste Wereldoorlog volledig vernield, maar in 1922-1923 heropgebouwd. Ook de bottelarij, een eenvoudig bakstenen gebouw, bleef bewaard. In 2003 werd de brouwerij beschermd als monument. Archeonet Vlaanderen, Brouwerij Sint-Arnoldus, Beselare.
149
150
De richting Rhetorica van het Sint-Vincentiuscollege, 1911. SAI, Fotocollectie Sint-Vincentiuscollege, 1962.
vertier met bier
151
Vertier met bier Al eeuwenlang gaan bier en plezier samen. Het gerstenat was een vaste waarde op ieder feest of speciale gelegenheid. Op café gezellig samen drinken was een belangrijk tijdverdrijf en bron van ontspanning. Daarnaast was een café vaak het clublokaal van verschillende organisaties en verenigingen. Bier drinken werd zo een onlosmakelijk deel van de volkscultuur. Zeker in de 19de eeuw vormden de cafés, staminees en herbergen het sociale en culturele middelpunt van een dorp of stad. Bier zorgde voor heel wat leven in de brouwerij!
Voor de gevel van een café in Hollebeke, ca. 1920. 'WESTHOEK verbeeldt’, HEU008500590.
152
Buren en vrienden worden getrakteerd door brouwer Leroy (tweede van rechts) in een herberg in Boezinge, 1950. ‘WESTHOEK verbeeldt’, HEU008510914.
Gedicht De Herberg uit het tijdschrift Tydverdryf. Ondersoek op de néderduytsche spraekkonst, met de noodige lessen op de néderduytsche versmaekerye, kort gesegd de schole der scholmeesters ende oefenperk der dichters. Franciscus Donatius van Daele was de redacteur van dit letterkundig tijdschrift dat in 1805-1806 in wekelijkse afleveringen in Ieper werd uitgegeven. SAI, Collectie Oude Drukken, 839.3/1805-1806/VAEL.
153
Een reclamevrachtwagen van brouwerij Vermeulen staat klaar om speciale bierkroezen naar de Lakenhalle in Ieper te brengen voor de Breughelfeesten, 1964.
Bierfeesten in brouwerij Vermeulen, 1964. Privécollectie Charles Vermeulen.
Privécollectie Charles Vermeulen.
Twee brouwersgasten van de brouwerij Van Eecke te Langemark, ca. 1945-1959. Links staat Albert Sinnaeve en rechts Henri Debruyne. 'WESTHOEK verbeeldt’, HEU005500239.
154
Ter gelegenheid van de inhuldiging van de nieuwe gebouwen van het VTI van Poperinge in 1977 had directeur Paul Hannebouw een speciaal lichter bier laten brouwen in de abdij van Westvleteren ‘WESTHOEK verbeeldt’, HEU004523157.
Afzwaaiende soldaten in Poelkapelle amuseren zich met bier, ca. 1930. ‘WESTHOEK verbeeldt’, HEU005504851.
155
Afzwaaiende militairen in Poelkapelle, jaren 1930. ‘WESTHOEK verbeeldt’, HEU005504849.
Armand Mahieu geniet van een biertje in gezelschap van mevrouw Briveau aan het Vijverhuis in Zillebeke. De bomengroei is zich nog aan het herstellen van de schade door de Eerste Wereldoorlog, ca. 1925. ‘WESTHOEK verbeeldt’, HEU008502159.
Café in Ieper, ca. 1930. SAI, Collectie Antoon Vermast, 1344.
156
Bierkar in het bedrijf Picanol, 1976. Privécollectie Picanol.
In 1964 opende brouwerij Vermeulen ’t Ypra-keldertje, onder het brouwerijgebouw, waar in echte Breugheliaanse sfeer een Ypra-biertje kon genuttigd worden. Burgemeester Dehem doet onder toezicht van Charles Vermeulen de eerste tap. Privécollectie Charles Vermeulen.
Drinkgelag tijdens de officiële opening van ‘t Ypra-keldertje, 1964. Privécollectie Charles Vermeulen.
157
Een gezellig onderonsje in café De Duif in Passendale, ca. 1970. 'WESTHOEK verbeeldt’, HEU006507125.
Affiche voor het Tyrolerbierfeest in Roesbrugge-Haringe, 1965. De opening van de Missieweek in Ieper, 1939.
158
SAI, Collectie Hector Dehaeck, 970.
‘WESTHOEK verbeeldt’, HEU004506573
Vloerboldersclub in Hollebeke, ca. 1950. ‘WESTHOEK verbeeldt’, HEU008504083.
De Vereenigde Arbeiders poseren voor café De Weegbrug van de familie Trio-Vermeulen in Zonnebeke. Het Feest van de Arbeid wordt gevierd met een biertje, 1 mei 1923. ‘WESTHOEK verbeeldt’, HEU006501923.
Trambestuurder Roger Meulenaere geniet met een soldaat van een biertje in Krombeke, ca. 1945. ‘WESTHOEK verbeeldt’, HEU004517604.
159
Bij het Ieperse café Het Museum in de Boomgaardstraat, 1932. SAI, Collectie Fototheek, B_00183.
De kanariekwekersvereniging ‘De Onvermoeibare Kweekers’ in hun stamcafé In de Trompet op de Ieperse Grote Markt, 1930. SAI, Collectie Hector Dehaeck, 3735.
Café ‘t Ramtje in de Roesbruggestraat te Proven, ca. 1950. ‘WESTHOEK verbeeldt’, HEU004510497.
160
Interieur van de herberg Au Vieil Ypres die gelegen was in de Seminariestraat in Ieper, ca. 1910. PrivĂŠcollectie Bernard Vermeersch.
161
Ontwerp van de affiche voor de Hoppefeesten in Poperinge, 1958. ‘WESTHOEK verbeeldt’, HEU004501076.
Brouwerij De Kroon van de familie Masschelein maakt reclame naar aanleiding van Poperinge Kermis, 1934. SAI, Collectie Kranten, De Poperinghenaar, 8 juli 1934.
162
Broeder Bernardus en Albertus laten een bezoeker kennismaken met het trappistenbier op de binnenkoer van de Sint-Sixtusabdij in Westvleteren, ca. 1940. Archief Sint-Sixtusabdij Westvleteren.
Op de koer van herberg In de Heydebeek in Roesbrugge-Haringe, ca. 1950. We zien van links naar rechts de waardin Annaïse Weemeeuw, Maria Scharre, Eliane Weemeeuw en Elodie Lowyck. ‘WESTHOEK verbeeldt’, HEU004510465.
163
Herberg In de Brouwerij te Voormezele, ca. 1935. Deze herberg lag op de hoek van de Kemmelseweg en de Slijpstraat. Albert Sinaeve (1916-2005) uit Proven zit aan de tafel. ‘WESTHOEK verbeeldt’, HEU008513701.
Emiel Porreye, in het midden op de foto, was herbergier van het café A l'Omnibus in de Haringestraat in Roesbrugge-Haringe. De kinderen zijn Gabrielle en Adeline Porreye, dochtertjes van Emiel, ca. 1905. 'WESTHOEK verbeeldt’, HEU004503343.
164
Op bezoek bij de gebroeders Dehaene op de hoeve en brouwerij Het Noordhof in Oost-Vleteren, ca. jaren 1920. PrivĂŠcollectie familie Dehaene, Koksijde.
165
Koud bier maakt warm bloed Tot midden 19de eeuw zag de staat
In 1919 voerde socialistische minister
dronkenschap als een persoonlijk
Emile Vandervelde de Wet Vandervelde
probleem. De sociale crisis van
in. Deze wet was ook bekend als de
eind 19de eeuw zorgde voor een
anti-alcoholwet en bepaalde dat er
omwenteling in deze visie op alcohol.
in cafés en andere publieke plaatsen
Het anti-alcoholdiscours linkte de
geen sterkedrank mocht geschonken
slechte levensomstandigheden van de
worden. Bovendien mocht sterkedrank
arbeiders aan overmatig drankverbruik.
enkel verkocht worden in grote, en
Dronkenschap werd steeds meer
dus duurdere, hoeveelheden van
beschouwd als één van de grootste
minstens twee liter. De wet werd in
sociale wantoestanden. Vooral sterke
1983 afgeschaft, maar ondertussen was
drank werd hierbij geviseerd. In navolging
sterkedrank in België bijna compleet
van de sterke anti-alcoholbeweging
verdrongen door de biercultuur. Hoewel
in de Verenigde Staten werd in 1879
nog steeds werd gewaarschuwd en
de Association belge contre l’abus des
opgetreden tegen overmatig bierverbruik,
boissons alcooliques opgericht met
werd bier lange tijd beschouwd als een
artsen als de grote pleitbezorgers. De
aanvaardbaar alternatief.
idealen van soberheid en matigheid en de term alcoholisme komen in zwang.
Rond 1900 was dronkenschap voor veel gezinnen een grote beproeving, zoals blijkt uit deze advertentie voor een ‘wondermiddel’. SAI, Collectie Kranten, Het Weekblad van Ijperen, 22 december 1906.
166
‘Besluit betreffende de verkoop van alcoholische dranken te Ieper’, 1915. In dit aanplakbiljet werd de Ieperlingen enkel toegestaan bier en wijn te verkopen en dat slechts gedurende een bepaald tijdsbestek. In Flanders Fields Museum, 001863.
167
Krantenartikel over drankmisbruik bij Ieperse arbeiders naar aanleiding van de gemeenteraadsverkiezingen van 1899. SAI, Collectie Kranten, Nieuwsblad van Yperen en van het Arrondissement, 28 oktober 1899.
De Herbergiersbond van het Arrondissement Ieper bracht in 1901 een eenmalig krantje uit als reactie op het wetsvoorstel van minister De Smet De Naeyer rond verhoogde controle en accijnzen op de alcoholverkoop. De herbergiers vreesden dat hun inkomsten in het gedrang zouden komen. SAI, Collectie Kranten, De Herbergier, 13 mei 1901.
168
Achterzijde van een boekje met ‘Richtlijnen voor Antialcoholisch Onderwijs en Opvoeding’, begin jaren 1940. SAI, Collectie Sint-Vincentiuscollege.
In de 20ste eeuw moest in elke herberg verplicht tegen dronkenschap gewaarschuwd worden. Deze plakkaat dateert van 1939. Wie in het openbaar dronken was, werd hiervoor beboet of riskeerde zelfs een gevangenisstraf. SAI, Collectie Affiches.
169
170
LITERATUURLIJST - ASAERT, G., DAELEMAN, P. en DERYCKE, I., Bier op transport, Antwerpen, 2013. - ASAERT, G., DAELEMAN, P., DERYCKE, I. e.a., Antwerpen bierstad: acht eeuwen biercultuur, Brasschaat, 2011. - BARTIER, R., DEBAERE, N. en VERSTRAETE,
- BEKAERT, G. en ROSSEL, P., De Sint -Sixtusabdij van Westvleteren. Bouwen aan de toekomst, Leuven, 2012. - Bierronde anno 1926, Uut vroegere tijden – De Zonnebeekse Heemvrienden,
- CELS, J., Honderd jaar bierhandel, Zellik, 1993. - COMYN, G., Zillebeekse herbergen. Geschiedkundig overzicht, Zillebeke, s.d. - DAELEMAN, P., En de brouwer... hij brouwt
geraadpleegd op 20 mei 2017 http://
voort. De Belgische brouwerijproblematiek
L., Brouwerij Elzenwalle 1860-1955, Selebeke,
www.zonnebeke.be/Vrije_Tijd/Cultuur/
tijdens de Tweede Wereldoorlog, Alveringem,
8 (2014), nr. 15, 3-12.
Uut_vroegere_tijden_De_Zonnebeekse_
1999.
- BECUWE, F., Bier aan het Ijzerfront: het verhaal van de dorst in de Grote Oorlog, Brugge, 2009. - BECUWE, F., De West-Vlaamse bierbrouwerijen in een historisch perspectief
Heemvrienden.
- De familie Bayart, een familie van
- Brouwerij Bartier Voormezele – Deel
burgemeesters, notarissen en brouwers
2, Nieuwsbrief De Vrienden van het
te Passendale en Beselare, Uut vroegere
Hopmuseum, 8 (2015), 1, 3-7.
tijden – De Zonnebeekse Heemvrienden,
- Brouwerij Bartier Voormezele – Deel
geraadpleegd op 20 mei 2017 http://
(ca. 1850-1950), West-Vlaanderen Werkt, 2
3, Nieuwsbrief De Vrienden van het
www.zonnebeke.be/Vrije_Tijd/Cultuur/
(2014), 30-32.
Hopmuseum, 8 (2015), 2, 7-14.
Uut_vroegere_tijden_De_Zonnebeekse_
- BECUWE, F., Het gerief van een bierbrouwer:
- Brouwerijen in Zonnebeke in 1693,
producenten van brouwerijmachines en –
Uut vroegere tijden – De Zonnebeekse
benodigdheden in Vlaanderen, Brussel en
Heemvrienden, geraadpleegd op 20 mei
Wallonië, Alveringem, 2011.
2017 via via http://www.zonnebeke.be/
- BECUWE, F., Tel orge, tel malt: klein- en grootmouterijen in Vlaanderen (180-1950), Gent, 2016. - BECUWE, F., VANDEWALLE, C. en DUFLOU, B., De bierbrouwerijen in Vlaanderen in de 19de en 20ste eeuw [syllabus], Kortrijk, 2006.
Vrije_Tijd/Cultuur/Uut_vroegere_tijden_ De_Zonnebeekse_Heemvrienden. - CALDERON, A., Verdwenen brouwerijen van België, Gent, 2012. - CAPPELLE, C., Bruin: de geschiedenis van
Heemvrienden. - De familie Vermeulen en de Poperingse hop, Nieuwsbrief De Vrienden van het Hopmuseum, 3 (2010), 3, 2-5. - DEJONGH, G., Een nationale drank, een nationale industrie: de ontwikkeling van de biernijverheid, in Nijver België: het industriële landschap omstreeks 1850, Deurne, 1995, 277-283.
het brouwen in en rond Oudenaarde sinds 1357, Oudenaarde, 2010.
171
- GELDHOF, J., Oorlogsdagboeken over Ieper, 1914 -1915. Dl. I : De dagboeken Delaere, Delahaye en Duflou, in Bijdragen tot de geschiedenis van West-Vlaanderen uitgegeven door het Genootschap voor
voor 1914, Het Zonneheem, 3 (1993), 6-11. - PAUWELS, M., Herbergen te Geluveld, Het Zonneheem, 4 (1991), 80-87 en 1 (1992), 2-9. - PERRIER-ROBERT, A. en FONTAINE, C., België
Geschiedenis Société d’Émulation te Brugge,
door het bier, het bier door België, Esch-sur-
Brugge, 1974.
Alzette, 1996.
- GOEDBIER, A. en DE BRUYNE, J.A., Bier in West-Vlaanderen, Brugge, 1994. - Historiek van Brouwerij Bartier Voormezele, Nieuwsbrief De Vrienden van het Hopmuseum, 7 (2014), 4, 3-15. - Historiek van de brouwerijen Quagebeur, Waels en Masschelein, Nieuwsbrief De Vrienden van het Hopmuseum, 9 (2016), 3-14 en 10 (2017), 1, 13-21. - KISTEMAKER, R.E., , VAN VILSTEREN, V.T., en HENDRIKMAN, L., Bier! Geschiedenis van een volksdrank, Amsterdam, 1994. - MAES, J., De windmolens, brouwerijen, herbergen en de toveresse parochie, Langemark, 1958. - MASSCHELEIN, Y., Geschiedenis van de familie Masschelein. Dl. I: De Masscheleins van Broodseinde op Zonnebeke. Een bewogen en boeiend stuk familiegeschiedenis, Menen, 2004.
172
- OOGHE, D., Herbergen te Zonnebeke: Deel I
- REDMAN, N.B., Whitbread and Co. in
- VANNIEUWENHUYSE, J., Goed garen gesponnen? Industrialisatie in de provincie West-Vlaanderen (1800-1940), Brugge, 1998. - VAN ROYEN, H., Cette usine nommé la blanche: de brouwerij van de abdij SintSixtus en de Trappist Westvleteren (1839-), Alveringem, 2007. - VAN ROYEN, H., Tussen persoonlijk en
Belgium 1904-1990, IWE-Industrieel en
algemeen belang. Een evolutieschets van de
Wetenschappelijk Erfgoed, 4 (2000), 10, 21-
georganiseerde belangenverdediging van de
24.
brouwers in België, 1885 – 1914, in Docendo
- SEYS G. en SMAGGHE, G., Brouwerij Het Sas 60 jaar in ons dorp, De Boezingenaar, 12 (1985), 4-11. - SMAGGHE, G., Sas Pils en de gouden medaille, De Boezingenaar, 28 (2001), 44. - SMAGGHE, G., Verzamelaar brouwerij Leroy, De Boezingenaar, 28 (2001), 104-109. - TOLLET, A., Vlaams-Brabant drinkt: bier- en jenevercultuur sinds 1800, Antwerpen, 2015. - VANDEWALLE, C., Bier en brouwers bij de vleet: Het brouwbedrijf in Vleteren en Woesten (18de-21ste eeuw), Alveringem, 2016. - VANDEWALLE, C., Brouwerij Louwaege: Een brouwersgeschiedenis, Kortemark, 2014.
Discimus Liber Amicorum Romain Van Eenoo, Gent, 1999, 959-969. - VAN SCHOONENBERGHE, E., Alcohol tijdens de negentiende eeuw: biotechnologie in volle evolutie, Gent, 2012. - VAN UYTVEN, R., Geschiedenis van de dorst: twintig eeuwen drinken in de Lage Landen, Leuven, 2007. - VERDONCK, E. en DE RAEDEMAECKER, L., Het Belgische bierboek, Tielt, 2016. - VERHEYE, S., Vier eeuwen Ieperse herbergen, Ieper, 1999. - VERHOFSTADT, F., Belgische brouwerijen van de 16de eeuw tot heden, Aalst, 2014.
COLOFON Catalogus naar aanleiding van de tentoonstelling Ieper van ’t vat van 27 oktober tot en met 9 december 2017 in bibliotheek Ieper. Concept tentoonstelling:
Stadsarchief Ieper
Tekst:
Therese Vandoorne
Met medewerking van:
‘WESTHOEK verbeeldt’, Bibliotheek Ieper, Technische Dienst Ieper,
Hopmuseum Poperinge
Hans Devos, Bart Vermeulen, Bernard Vermeersch, Charles Vermeulen, Gilbert Seys, Chris Vandewalle
Met dank aan:
Grafische vormgeving:
Wettelijk depot:
en Philippe Donck Frederik Pattyn (Grafische Dienst Ieper) D/2017/0271/01
173
174
175
176