Elverdingevlamertinge brochure

Page 1

950 JAAR ELVERDINGE EN VLAMERTINGE

Frieke Decreus & Rik Opsommer

met de steun van

• Weverijstraat 7 | 8900 Ieper | tel. 057 239 440 | modern.archief@ieper.be



1. VOORWOORD 5

2. 950 JAAR ELVERDINGE EN VLAMERTINGE 7

3. DE KASSELRIJEN VEURNE EN IEPER 13

4. DE LEENHEERLIJKHEDEN ELVERDINGE EN VLAMERTINGE 19

5. PAROCHIES IN HET BISDOM TERWAAN EN IEPER 25

6. ELVERDINGE EN VLAMERTINGE IN DE 16DE - 18DE EEUW 31

7.DE GESCHIEDENIS NEERGESCHREVEN 39

8. KERKELIJK LEVEN 45

9. BESTUUR EN BEVOLKING 53

10. LANDHUIZEN 61

11. VERDWENEN VERLEDEN 75

12. ZORG VOOR OUDEREN EN ZIEKEN 81

13. PLAATSELIJKE NIJVERHEID 87

14. VERENIGINGSLEVEN 93

3


4

Aanhef van het denombrement voor de leenheerlijkheid Vlamertinge door Jan Franรงois de Cerf, 1752. Elke nieuwe leenman moet een omschrijving van zijn leen (denombrement) indienen. SAI, Kasselrij Ieper, 6de reeks, 1992


1. VOORWOORD Dit jaar is het 950 jaar geleden dat talrijke plaatsen in zuidelijk West-Vlaanderen voor het eerst vermeld worden in een fameus document dat in het departementaal archief in Rijsel bewaard wordt: Kemmel, Langemark, Esen, Alveringem, Wijtschate, Izegem... Maar enkel in Gullegem leidt dit tot feestelijkheden met een speciaal bier en de verkiezing van een Miss 950 jaar Gullegem. Ook Elverdinge en Vlamertinge worden voor het eerst in 1066 vermeld. Wat weinigen weten, en wat ik zelf via het geleerde boek ‘Toponymisch woordenboek van België, Nederland, Luxemburg, Noord-Frankrijk en West-Duitsland voor 1226’ te weten kwam, is dat ook Ieper pas voor het eerst in diezelfde oorkonde uit 1066 vermeld wordt. De festiviteiten 1.000 jaar Ieper in 1962 berustten op een ‘falsum’ of valse oorkonde. Misschien juist daarom dat er in Ieper dit jaar oorspronkelijk weinig aandacht was voor deze 950 jaar herdenking. Centrumstad en omliggend platteland... Sedert de middeleeuwen is dit altijd een moeilijke verhouding geweest. Het siert de werking van ons Stadsarchief dat het steevast ruime aandacht besteed aan de deelgemeenten. Dit gebeurt bij het aankoopbeleid van documenten, bij tentoonstellingen die steevast aandacht voor de dorpen hebben of bij het fotoproject ‘IEPER verbeeldt’.

De hiernavolgende catalogus beoogt geenszins een volledige geschiedenis van Elverdinge en Vlamertinge weer te geven, maar wil bovenal de rijkdom aan Elverdingse en Vlamertingse archiefdocumenten tonen waarover ons Iepers stadsarchief, of moet ik zeggen ons Westhoekarchief, beschikt. Veel kijk- en leesplezier.

Eva Ryde schepen voor archief

5


Uittreksel uit de verslagen van de gemeenteraad van Elverdinge, 1846. De opmaak van de Atlas der Buurtwegen is onder andere bekendgemaakt in de Brugse Nouvelliste en in de Ieperse Propagateur. SAI, Oud gemeentearchief Elverdinge, gemeenteraadsverslagen 1845-1857

6

Uittreksel uit de verslagen van de gemeenteraad van Vlamertinge, 1858. SAI, Oud gemeentearchief Vlamertinge, gemeenteraadsverslagen 1835-1872


2. 950 JAAR ELVERDINGE EN VLAMERTINGE De meeste Vlaamse steden en dorpen zijn in de post-karolingische periode rond het jaar 1000 ontstaan. Historici verwijzen daarbij doorgaans naar de oudste geschreven vermelding van dat dorp of stad. Elverdinge, Vlamertinge maar ook Ieper worden voor het eerst vermeld in een oorkonde van 1066.

7


Het betreft een nu in het departementaal archief in Rijsel bewaarde oorkonde waarbij graaf Boudewijn V en zijn echtgenote Adela een aanzienlijk aantal goederen aan het Rijselse Sint-Pieterskapittel schenken. In Elverdinge en Vlamertinge worden er tienden (een kerkelijke belasting) aan het kapittel geschonken: “In territorio Furnensi, in villa Elverzenges, decimam unam, Flambertenges, decimam similiter unam”. De tekst in dit uniek stuk is overigens beschadigd en het is pas aan de hand van latere afschriften dat we de volledige tekst kennen. Tot het einde van het Ancien régime (1795) zal het Sint-Pieterskapittel van Rijsel zowel in Elverdinge als Vlamertinge een aantal kerkelijke belastingen (tienden) blijven opstrijken.

8

Door beschadiging vinden we de woorden Elverdinge en Vlamertinge nauwelijks terug in de oorspronkelijke oorkonde. Latere kopieën laten toe de tekst te vervolledigen. Rijsel, Archives départementales du Nord, Musée 364


Omdat hij veel goederen aan het kapittel van Rijsel schonk staat graaf Boudewijn V in Sanderus zijn ‘Flandria illustrata’ afgedrukt als ‘Insulensis’ (van Rijsel). SAI, Oude drukken, 949.3/1732/SAND

9


10 Het kasteel van Elverdinge zoals afgebeeld in Sanderus. Sedert 1629 was Adriaan Vander Borcht dorpsheer van Elverdinge. SAI, Kaarten en plannen, 68


Op vraag van dorpsheer Jacques François de Belver stelt landmeter Pieter RouserÊ in 1742 een nieuw landboek van Elverdinge samen. SAI, Oud gemeentearchief Elverdinge, 3

11


In de geschiedenis wordt er veel aandacht besteed aan de betekenis van een plaatsnaam. Zowel Elverdinge als Vlamertinge behoren tot de –inge toponiemen die verwijzen naar een ‘woonplaats van de lieden van’ Alifrip / Flanabert. Doorheen de geschiedenis ligt de schrijfwijze evenwel niet vast. Pas in de 20ste eeuw worden Elverdinge en Vlamertinge de huidige gangbare spellingsvorm.

12


3. DE KASSELRIJEN VEURNE EN IEPER Elverdinge en Vlamertinge liggen tot 1795 in het graafschap Vlaanderen, één van de vorstendommen van de Nederlanden. Het graafschap is regionaal ingedeeld in kasselrijen.

13


Elverdinge ligt volledig in de kasselrij Veurne, maar Vlamertinge ligt verdeeld over de kasselrijen Veurne en Ieper. De Krommenelst is het kleinere deel van Vlamertinge dat binnen de kasselrij Ieper ligt. De oorkonde van 1066 toont aan dat die indeling in kasselrijen dan reeds een feit is. Kasselrijen spelen een belangrijke rol op het gebied van rechtspraak en financieel bestuur, voor zover dit niet lokaal geregeld wordt. Binnen de kasselrij Veurne bestaat er zeker vanaf de 16de eeuw, een bijzondere fiscale regeling voor de ‘Acht Parochies’ (Elverdinge, Vlamertinge, Watou, Noordschote, Zuidschote, Reningelst, Loker, Woesten). Na de Vredes van Utrecht en Rastatt (1713, 1714) ontstaan er veel discussies in hoeverre de Acht Parochies nog mee moeten opdraaien voor de kosten van de kasselrij Veurne. De Acht Parochies worden in 1759 definitief een autonome instelling, zodat ze niet meer moeten bijdragen in de kosten van de kasselrij Veurne. De belangrijkste belasting van het Ancien régime is de ‘pointing en zetting’. De pointing is oorspronkelijk het bedrag dat voor de graaf van Vlaanderen is bestemd. De zetting is het bedrag voor de kasselrij. De verdeling van deze belasting gebeurt op basis van de dorpsgrenzen, waarbij Vlamertinge deels via de kasselrij Veurne en deels (Krommenelst) via de kasselrij Ieper bijdraagt in de regionale en centrale belastingen. Eerste druk van de in 1615 door Albrecht en Isabella goedgekeurde gewoonterechten of costumen van de kasselrij Veurne. SAI, Oude drukken, 34/(09)/1615

14

Volgende pagina: Deze door Peter Verbist in 1648 gedrukte kaart toont vrij nauwkeurig de dorpen Elverdinge en Vlamertinge. SAI, Kaarten en plannen, 165


15


Akte van de schepenbank van Veurne. Adriaan Pillaert verkoopt in 1750 een boomgaard van 1,93 ha in Elverdinge, gelegen langs de weg naar Boezinge, aan zijn broer Thomas Pillaert. SAI, OCMW-Ieper, Oud archief, 260

16

Belastingstabel geldig vanaf 1517. De kasselrij Veurne betaalt samen met de stad Nieuwpoort en de Acht Parochies 5,2 % van de totale belastingen van het graafschap Vlaanderen. Het aandeel van Elverdinge binnen de kasselrij bedraagt 2,28 %, dat van Vlamertinge zonder de Krommenelst, 2,67 %. Ordonnancien, statuten, edicten ende placcaten, Gent, 1559. SAI, Oude drukken, 34/(09)/1559-1786


De Krommenelst in Vlamertinge betaalt vanaf 1517 1,96 % van de belastingen van de kasselrij Ieper. Een omrekeningstabel van het kasselrijbestuur toont hoeveel de Krommenelst moet betalen. SAI, Kasselrij Ieper, 1ste reeks, 33, f°18r

Een lid van de familie Merghelynck informeert in 1729 mijnheer de Visch, baljuw van Elverdinge, over het aparte fiscale statuut van de Acht Parochies. SAI, Kasselrij Ieper, 2de reeks, 99

17


18de-eeuwse kopie uit een register van de kasselrij Veurne. Het betreft de vraag of Daniel Leupe, griffier van Elverdinge, in 1636 mocht optreden als griffier van de Acht Parochies. SAI, Kasselrij Ieper, 2de reeks, 99

18


4. DE LEENHEERLIJKHEDEN ELVERDINGE EN VLAMERTINGE De justitie wordt tot 1795 meestal uitgeoefend door de leenmannen of schepenen van de plaatselijke heerlijkheden, een soort mini-vorstendommen. Talrijke heerlijkheden worden in leen gehouden en dus spreken we van leenheerlijkheden. Het grondgebied van talloze leenheerlijkheden ligt vaak verspreid over verschillende dorpen. In elk dorp is er wel een dominante dorpsheerlijkheid, waaraan de titel van dorpsheer verbonden is.

19


In de late middeleeuwen is Elverdinge-Vlamertinge de dominante heerlijkheid. Ze behoort vaak toe aan bastaardkinderen van de Vlaamse graven en Bourgondische hertogen. Deze leenheerlijkheid is afhankelijk van de Wetachtige Kamer van Vlaanderen, het belangrijkste leenhof in het graafschap Vlaanderen. In de rekeningen van Elverdinge-Vlamertinge staan de inkomsten en uitgaven, bijv. voor het onderhoud van de molens in Elverdinge en Vlamertinge. In 1555 komt Elverdinge-Vlamertinge terug in handen van de vorst. In 1605 wordt de leenheerlijkheid door de aartshertogen Albrecht en Isabella gesplitst in twee aparte leenheerlijkheden. De nieuwe leenheerlijkheid Vlamertinge hoort vanaf 1605 achtereenvolgens toe aan de families de Cerf en Immeloot. Elverdinge wordt door Filips IV in 1629 verkocht aan Adriaan Vander Borcht. Daarna volgen nog de families de Belver, van Lichtervelde en van Steenhuyse.

Christiaen Eckebaert houdt rond 1535 3,53 ha land in Vlamertinge, nabij het Dikkebusvijverhuis, in leen van het kasselrijleenhof van Ieper. SAI, Kasselrij Ieper, 1ste reeks, 234, f°25v

In beide dorpen zijn er nog andere leenheerlijkheden zoals de heerlijkheid van het Kapittel van Rijsel, de heerlijkheid van de Commanderij van Kaaster, de heerlijkheid Lissewalle, de heerlijkheid Leghere, de heerlijkheid Wintershove, enz. Daarnaast bestaan er talrijke lenen waaraan geen overheidsrechten verbonden zijn, maar waarbij de leenhouder enkel een stuk grond in handen heeft. Het officiële wapenschild van Elverdinge en het officiële wapen (schild met schildhouder) van Vlamertinge zijn op de kentekens van vroegere dorpsheren gebaseerd.

20

Akte van de schepenbank van Nieuwkerke, 1632. Francine van der Espt en een aantal verwanten ruilen zaailand in Nieuwkerke voor een boomgaard in Vlamertinge. De boomgaard ligt verspreid over de heerlijkheid Vlamertinge en de heerlijkheid van het Kapittel van Rijsel. SAI, Ieperse aanwinsten, 341


Eigentijdse kopie van een akte uit 1585 van de schepenbank van Elverdinge-Vlamertinge. Pieter Cauwel, kanunnik van de Ieperse Sint-Maartenskathedraal koopt van Adriaen Trijneel en Cathelynde Dewyndt 64 are bos in Elverdinge. SAI, Ieperse aanwinsten, 409, f°61v-62r

21


Het wapenschild van Elverdinge werd bij Koninklijk Besluit goedgekeurd op 12 maart 1904: “Van zilver met een rode keper vergezeld in punt van een kransje van hetzelfde”. Het wapenschild is van de familie van Steenhuyse die in de 18de eeuw dorpsheren van Elverdinge waren. Het wapen van Vlamertinge werd bij Koninklijk Besluit goedgekeurd op 29 juli 1963: “Gedeeld, I, van goud met een aanziende hertenkop van keel, wat de Cerf is, II, gevierendeeld, 1 en 4, ruitsgewijs geschakeerd van goud en van azuur zes trekken, wat Immeloot is, 2 en 3, van keel met een sirene van vleeskleur, de staart van zilver, houdend in haar rechterhand een ronde spiegel van goud, met het vrij kwartier van goud beladen met een kriekelaar van keel, wat Lauwerins is. Het schild overtopt en gehouden door een uitkomende griffioen van goud”. In het wapen zijn onder andere de wapenschilden van de 17de- en 18de-eeuwse dorpsheren de Cerf en Immeloot verwerkt.

Opmeting van gronden in Vlamertinge ressorterend onder de heerlijkheid van Wijtschate-Ter Plaetse, 1625. De totale oppervlakte bedraagt 28,53 ha. SAI, Ieperse aanwinsten, 372

22


Het wapenschild van Elverdinge. Overgenomen uit L. VIAENE-AWOUTERS, Gemeentewapens in België. Vlaanderen en Brussel, 2002, p.482

Het wapen van Vlamertinge. Overgenomen uit L. VIAENE-AWOUTERS, Gemeentewapens in België. Vlaanderen en Brussel, 2002, p.484

23


Uittreksel uit de rekening van de leenheerlijkheid Elverdinge-Vlamertinge, 14431444. Jehan van Thoroud uit Woesten ontving 6 ponden parisis voor hout dat hij leverde voor de molen in Elverdinge. Brussel, Algemeen Rijksarchief, Rekenkamer, 13933, f°25r

24

Eigentijdse kopie van een akte uit 1584. Thomas van den Zweerde is baljuw, Caerle Tierschuene, Adriaen Piroot, Joos Goetghebuer, Jooris van Ywade en Jan Pladys zijn de schepenen van Elverdinge-Vlamertinge.

De feodaliteit kent een getrapt systeem van lenen. Pieter Renier houdt in 1604 9,70 ha land langs de Boterstraat in Vlamertinge, in leen van de Burggravie in Ieper. De Burggravie is zelf ondergeschikt aan het vorstelijk leenhof van de Zale van Ieper.

SAI, Ieperse aanwinsten, 409, f°41r

SAI, Ieperse aanwinsten, 71, f°50v-51r


5. PAROCHIES IN HET BISDOM TERWAAN EN IEPER De middeleeuwse parochiegrenzen vormen nog altijd onze huidige dorpsgrenzen en tot 1976 zelfs de gemeentegrenzen.

25


Een aantal kerkelijke belastingen (de tienden) worden in Elverdinge en Vlamertinge betaald aan religieuze instellingen zoals het SintPieterskapittel in Rijsel, de Onze-Lieve-Vrouwabdij in Voormezele en de Commanderij van Kaaster. Deze kerkelijke instellingen bezitten eveneens verschillende gronden in Elverdinge en Vlamertinge. Elverdinge en Vlamertinge behoren oorspronkelijk tot het bisdom Terwaan. In 1559 wordt dit bisdom opgeheven en verdeeld over de bisdommen Boulogne, Sint-Omaars en Ieper. Beide parochies liggen van 1509 tot 1801 in het bisdom Ieper. Tot 1559 liggen ze in de dekenij Ieper, daarna in de dekenij Poperinge.

De Commanderij van Kaaster is oorspronkelijk een Tempeliersgoed. Daarna hoort ze toe aan de Orde van Malta. Tot aan de Franse revolutie is ze één van de belangrijkste tiendeheffers in Elverdinge en Vlamertinge. Register met de eigendommen van de Commanderij, ca. 1730. SAI, Ieperse aanwinsten, 357, f°64r

26

Volgende pagina: Kaart van het bisdom Ieper in 1662. De dekenij Poperinge omvat Poperinge, Watou, Houtkerke, Proven, Haringe, Beveren-aan-de-Ijzer, Stavele, Krombeke, Westvleteren, Oostvleteren, Woesten, Elverdinge, Vlamertinge, Reningelst, Westouter, Boeschepe en Godewaarsvelde. SAI, Kaarten en plannen, 91


27


28

Kerkrekening van Vlamertinge, 1750-1752. Men vermeldt betalingen aan pastoor Roland Spinnewijn, Catherine Mortier de weduwe van de koster, Constant Vrambout en aan kerkbaljuw Philippe Allaer. SAI, Kerkarchief Vlamertinge, 9, f°14r-v


29 Vanaf 1744 tot 1797 noteren de verschillende pastoors van Elverdinge allerhande gegevens betreffende het dorp en de parochie Elverdinge. SAI, Oud gemeentearchief Elverdinge, 4


30

De kerkfabriek van Woesten bezit in 1679 de Klijtgeus, een elsbos van 31 are in Elverdinge. EĂŠn van de aanpalende percelen hoort toe aan het seminarie van Douai. SAI, Oud kerkarchief Woesten, 2


6. ELVERDINGE EN VLAMERTINGE IN DE 16DE-18DE EEUW Zoals ieder dorp maken Elverdinge en Vlamertinge deel uit van een groter regionaal geheel.

31


Vlamertinge ligt op de belangrijke verbindingsweg van Ieper naar Poperinge en verder naar Duinkerke. Elverdinge ligt op de verbindingsas naar Veurne. Wanneer de stad Ieper wordt belegerd, vertoeven troepen en hun aanvoerders vaak in de omliggende dorpen. Inwoners van Ieper en stedelijke instellingen bezitten gronden in Elverdinge en Vlamertinge Hun dorpsgeschiedenis kan niet worden losgezien van de Ieperse stadsgeschiedenis.

32

Staat van goed van de goederen nagelaten door Alexander Joseph Dassonneville. Alexander is in 1791 in Vlamertinge overleden. SAI, Kasselrij Ieper, Staten van goed, 463


33 In het 16de-eeuwse register met pestlijders in het Hospitaal van de Hoge Zieken in Sint-Jan staan ook inwoners uit Elverdinge en Vlamertinge vermeld. SAI, OCMW-Ieper, Oud archief, 656, f°198r en f°244r


34

Rekening voor het onderhoud van de steenweg Ieper-Duinkerke, 1710-1711. Francois Vermeulen ontving 23 ponden 12 schellingen om de weg tussen Ieper en Vlamertinge met zand te herstellen en nog eens 119 ponden 2 schellingen voor herstelwerkzaamheden tussen Vlamertinge en Poperinge. SAI, Kasselrij Ieper, Steenwegen, 66


Bij het beleg en inname van Ieper in 1744 door Lodewijk XV bevindt zijn hoofdkwartier zich op het kasteel van Wintershove in Vlamertinge: ‘Quartier du Roy’. SAI, Kaarten en plannen, 18

35


36

Overzicht van de eigendommen van het godshuis van de Hoge Zieken in Sint-Jan, 1505. Het godshuis ontvangt jaarlijks 53 schellingen 10 denieren parisis, gevestigd op 2,57 ha land in Vlamertinge. Claeis vanden Kerchove en de stichting van de 13 Arme Weduwnaars (Nazareth) in Ieper zijn de schuldenaars. SAI, OCMW-Ieper, Oud archief, 670, f°36r


Baljuw Roland Questroy van Vlamertinge stelt Ignatius Merlevede in gebreke. Merlevede heeft ten onrechte putten gemaakt om bomen te planten langs de zuidkant van de kasseiweg Ieper-Poperinge, 1773. SAI, Kasselrij Ieper, 5de reeks, 277

37


Bisschop Martinus Rythove (1511-1583) stelt nieuwe statuten op voor het bisdom Ieper, 1577. Elverdinge en Vlamertinge vallen onder de dekenij Poperinge. SAI, Oude drukken, 27/RYTH/1577

38


7. DE GESCHIEDENIS NEERGESCHREVEN Aan het eind van de 19de en in de 20ste eeuw werd de geschiedenis van de twee gemeenten Elverdinge en Vlamertinge verschillende keren neergeschreven door plaatselijke historici.

39


ELVERDINGE Constant Tamboryn (1864-1923) was schoolhoofd in Elverdinge. In 1909 verscheen van zijn hand de eerste ‘Geschiedenis van Elverdinghe’. Zijn zoon Paul Tamboryn (1897-1977), tevens leraar in Elverdinge, herwerkte de eerste versie in 1929 en vulde deze aan met gebeurtenissen van tijdens en na de Eerste Wereldoorlog.

40

Constant Tamboryn. SAI, Fototheek, B_00185


C. Tamboryn, ‘Geschiedenis van Elverdinge’, 1908. SAI, 949.33/ELVE/1908

41


VLAMERTINGE Rijksarchivaris in Brugge Emile Vanden Bussche (1840-1909), afkomstig uit Roesbrugge-Haringe schreef in 1879 de geschiedenis van Vlamertinge neer in ‘Histoire de Vlamertinghe en Flandre: anciennement une des huit paroisses du Veurnambacht’. Dit werk werd in 1983 vertaald door Frans Lignel.

Handtekening van Emile Vanden Bussche.

42

E. Vanden Bussche, ‘Histoire de Vlamertinghe en Flandre, anciennement une des huit paroisses du Veurnambacht’, 1879. SAI, 949.33/VLAM/1879


In 1956 verscheen de ‘Geschiedenis van Vlamertinge’ door Remy Duflou (18841970). Duflou was gemeentebediende in Vlamertinge. Het boek is ingedeeld in drie delen: gemeente, kerk en een kroniek. In de eerste twee delen bespreekt hij thematisch de geschiedenis. Het derde deel bespreekt in chronologische volgorde een aantal markante gebeurtenissen. In de pers wordt op de lage verkoopprijs gewezen.

Het Wekelijks Nieuws, 22 oktober 1955

43


44 Remy Duflou.

R. Duflou, ‘Geschiedenis van Vlamertinge’, 1956.

SAI, 949.33/VLAM/1956

SAI, 949.33/VLAM/1956


8. KERKELIJK LEVEN Zoals de meeste Vlaamse gemeenten kenden Elverdinge en Vlamertinge een bloeiend kerkelijk leven. Ook na het Ancien rĂŠgime bleven veel mensen gebonden aan hun kerkelijke tradities, getuige hiervan zijn de vele doop-, huwelijks- en begrafenisregisters.

45


ELVERDINGE De Sint-Petrus en Sint-Pauluskerk van Elverdinge werd verschillende keren uitgebreid en hersteld. In 1776 werd de bouwvallige torenspits afgebroken. De familie d’Ennetières, inwoners van het kasteel van Elverdinge, bekostigde in 1893 de nieuwe torenspits. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd de kerk grotendeels vernield. Alleen de 15deeeuwse toren bleef gespaard. Na de oorlog werd een houten noodkerk opgetrokken. De kerk werd heropgebouwd naar plannen van architect Jules Coomans (1871-1937). De nieuwe driebeukige hallenkerk was een identieke reconstructie van de vooroorlogse kerk, volgens de restauratieplannen van 1893. Op 26 augustus 1937 wijdde bisschop Henricus Lamiroy (1883-1952) de kerk opnieuw in, hoewel ze al sinds 1923 gebruikt werd. De kerk werd een beschermd monument in 1939. De leden van de familie d’Ennetières en de Laubespin werden begraven in een afzonderlijke familiekapel. Deze maakt deel uit van de muur tussen het kasteeldomein en het kerkhof.

46 SAI, Postkaarten, 2093


SAI, Postkaarten, 2087

Ontwerp van architect Jules Coomans uit 1920 voor de reconstructie van de kerk na de Eerste Wereldoorlog. SAI, Archief Jules Coomans, 149

47 De noodkerk na de Eerste Wereldoorlog. SAI, Postkaarten, 2111


In 1890 richtte pastoor Carolus Ludovicus Billiau (1837-1892) een noveen met ommegang op ter verering van de heilige Livinus. C. BILLIAU, Handboekje der zeven statiĂŤn van de H. Livinus, bisschop en martelaar, 1890. SAI, 949.33/ELVE/z.j.

48 Het vernielde interieur van de kerk na de Eerste Wereldoorlog. SAI, Postkaarten, 2182


49 De ommegang rond de kerk bestaat uit zeven staties uit het leven van Livinus, waarvan de laatste statie in de kerk is gelegen. De heilige Livinus wordt gevierd op 12 november en wordt aangeroepen voor reuma en jicht. SAI, Postkaarten, 2279

Doopregister van Elverdinge voor de periode 1836-1857. SAI, Kerkarchief Elverdinge, 50


VLAMERTINGE De toren, daterend uit de 16de eeuw vormt het oudste gedeelte van de Sint-Vedastuskerk in Vlamertinge. De laatgotische kerk raakte sterk vernield toen ze in 1793 in brand werd gestoken. De kerk werd tussen 1808 en 1823 hersteld en vergroot onder leiding van de Ieperse architect Joseph Lernould (1766-1828). Bisschop Gustavus Josephus Waffelaert (1847-1931) zegende de kerk in 1899 opnieuw in. Na de Eerste Wereldoorlog werd er een houten noodkerk opgericht aan de Poperingseweg. In 1920 werd er een tweede, grotere houten kerk opgetrokken, afkomstig uit een militair hospitaal in De Panne. In 1922 brandde de noodkerk uit, waarna de kleinere noodkerk opnieuw in gebruik werd genomen. Tussen 1920 en 1923 werd de vooroorlogse kerk heropgebouwd naar een neogotisch ontwerp van de Brusselse architecten Guillaume Veraart (1872-1951) en Ernest Richir (1886-1932). De toren uit 1505 werd zoveel mogelijk behouden en werd in 1938 beschermd als monument. Tijdens de Tweede Wereldoorlog stortte een deel van het koor in na een obusinslag. De oorlogsschade werd hersteld in 1958. De rouwkapel van de adellijke familie du Parc werd in 1950 aan de kerk aangebouwd. De patroon van de kerk in Vlamertinge is Sint-Vedastus. Hij is beschermheilige van kinderen en kreupelen. Zijn naamdag valt op 6 februari, maar wordt in het bisdom Brugge gevierd op 13 februari.

50 De Sint-Vedastuskerk voor de Eerste Wereldoorlog. SAI, Postkaarten, 3992


De noodkerk in 1921. SAI, Postkaarten, 4028

51 Zicht op de achterzijde van de kerk. SAI, Postkaarten, 3973


52

Vergoedingsstaat voor de Ieperse architect Joseph Lernould voor het opmaken van de plannen en kostenraming voor de herstellingswerken aan de kerk van Vlamertinge tussen 1808 en 1823.

Kerkrekening uit 1751.

SAI, Kerkarchief Vlamertinge, 16

SAI, Kerkarchief Vlamertinge, 1


9. BESTUUR EN BEVOLKING Tot aan de Franse Revolutie was de kasteelheer het hoofd van de gemeente. Na 1794 verloren de heren hun voorrechten en stond de gemeente onder leiding van een ‘agent municipal’ of gemeenteambtenaar.

53


Een aantal adellijke families behielden hun machtspositie en stonden vanaf 1830 regelmatig als burgemeester aan het hoofd van de gemeente. Vanaf de 20ste eeuw zijn er steeds meer gewone burgers politiek actief, zeker in Vlamertinge. In Elverdinge bleef de adel langer zijn macht behouden.

54 De Elverdingse burgemeester Camille de Laubespin. SAI, Archief Hector Dehaeck, 1677


Burgemeester Camille de Laubespin van Elverdinge tijdens het Heilig Hartfeest van 1935. SAI, Postkaarten, 2258

Lijst van stemgerechtigde kiezers voor de verkiezingen van 1839 voor de Kamer, de Senaat en de provincieraad. Burgemeester graaf Camille d’Ennetières behoorde tot de stemgerechtigde inwoners. SAI, Oud gemeentearchief Elverdinge, 4

55


Hoewel beide dorpen qua oppervlakte ongeveer even groot zijn (19,97 km2 voor Elverdinge en 20,84 km2 voor Vlamertinge) stijgt de bevolking van Vlamertinge vanaf de 18de eeuw veel sneller. Een eventuele verklaring zijn de verbindingsmogelijkheden. Vlamertinge ligt langs de belangrijke verkeersas (weg en spoor) naar Poperinge en Duinkerke. Dit leidt tot enige extra economische activiteit en bevolkingsaangroei. Elverdinge, op de weg Ieper-Veurne, blijft veel langer een door landbouw gedomineerd dorp.

Jaar Elverdinge Vlamertinge 1697 939 912 1801 1280 1796 1846 1512 2760 1890 1633 3100 1910 1664 3534 1986 1906 3673 2016 1736 3570

56 Overgenomen uit H. HASQUIN, R. VAN UYTVEN en J. DUVOSQUEL, Gemeenten van BelgiĂŤ. Geschiedkundig en administratief-geografisch woordenboek, 1981


ELVERDINGE Familie d’Ennetières – de Laubespin Het kasteel van Elverdinge was in handen van verschillende adellijke families: Vander Borcht, de Belver, van Lichtervelde, van Steenhuyse en de Bethune. Vanaf 1827 werd het kasteel bewoond door meerdere generaties van de familie d’Ennetières. Graaf Camille d’Ennetières (1797-1867) werd burgemeester van Elverdinge in 1831. Zijn vrouw, Josepha Georgina Antonetta de Bethune (1800-1874) schonk grond om het ouderlingentehuis in Elverdinge te bouwen. Hun zoon markgraaf Victor Theodoor Joseph d’Ennetières (1826-1908) werd in 1884 benoemd tot burgemeester. Hij breidde het kasteeldomein uit en liet er een nieuw kasteel bouwen, maar bracht ook vooruitgang in het dorp. Zo zorgde hij voor postbedeling, een telefoonlijn en een tramverbinding. Zijn dochter Maria Victorina Ghislena d’Ennetières (1849-1925) huwde met Maria Joseph Alfred Mouchet de Battefort de Laubespin (1848-1920) waardoor het kasteeldomein eigendom werd van de familie de Laubespin. Hun zoon Camille Mouchet de Battefort de Laubespin (1872-1939) was burgemeester van Elverdinge van 1909 tot 1939. Na twee generaties d’Ennetières volgden er drie generaties de Laubespin in Elverdinge. Het wapenschild van de familie d’Ennetières in Elverdinge werd in 1822 door Willem I verleend. Het gaat terug op een wapenschild dat de familie in 1680 van de Spaanse koning Karel II had verkregen. Dit schild is grotendeels het teken van de aanverwante familie Basta. Enkel het kleine hartschildje is het oorspronkelijke schild van de familie d’Ennetières.

Wapen van de familie d’Ennetières d’Hust. Overgenomen uit L. DUERLOO en P. JANSSENS, Wapenboek van de Belgische adel van de 15de tot de 20ste eeuw, 1992, nr. 2916

57


Gevierendeeld, één en vier in keel een geharnaste ridder van natuurlijke kleur, zittend op een steigerend paard van zilver, twee en drie in zilver een gevlamde linkerschuinbalk van keel. Hartschild: in goud een dubbele adelaar van sabel, met nimbus van goud, gebekt en gepoot van keel en overtopt met een keizerlijke kroon, beladen met een hartschild van zilver, beladen met drie schildjes van lazuur, elk overladen met een zespuntige ster van goud. In 1899 verleende Leopold II de titel van graaf aan Camille Mouchet de Battefort de Laubespin. Gevierendeeld, één en vier in rood, een gouden zwaard, begeleid van twee rozen van hetzelfde metaal, twee en drie in blauw, een gouden Sint-Andrieskruis, vergezeld van vier blokjes van hetzelfde metaal, over alles heen in rood, een zilveren dwarsbalk, vergezeld van drie gouden sperwers. Schildhouders: twee omgewende, rood genagelde en getongde, gouden leeuwen, het schild overdekt met een gravenkroon voor de titularis… gedekt voor [de] andere afstammelingen met een goud gekroonde, gehalsbande en omboorde, zilveren helm, gevoerd en gehecht van rood, helmdekkleden van goud en rood. Helmteken: een sperwer van het schild.

58

Wapen van de familie Mouchet de Battefort de Laubespin. Overgenomen uit L. DUERLOO en P. JANSSENS, Wapenboek van de Belgische adel van de 15de tot de 20ste eeuw, 1992, nr. 3253


VLAMERTINGE Familie du Parc De familie du Parc was een Franse adellijke familie die zich in 1790 in Vlamertinge vestigde in het jachthuis van de bevriende familie de Ghelcke. De familie du Parc had Frankrijk verlaten omwille van de Franse Revolutie. Tijdens de Franse overheersing vluchtten beide families naar Nederland. Via een huwelijk werd burggraaf Charles Alain Gabriël Louis du Parc (1795-1867) in 1821 eigenaar van het jachthuis in Vlamertinge. Zijn zoon burggraaf Pierre Gustave Louis Isidore (1823-1892) liet op het domein een kasteel optrekken. In 1925 veranderde de familie du Parc hun naam naar du Parc Locmaria. De familie verkreeg een nieuw wapen en jonkheer GatienGabriel-Jean-Marie du Parc Locmaria werd door Albert I in de adelstand verheven tot burggraaf. In zilver, drie tweelingsbalken van keel. Het schild getopt voor [de titularis]… met een burggravenkroon en getopt voor [de] andere afstammelingen met een helm van zilver, gekroond, getralied, gehalsband en omboord van goud, gevoerd en vastgehecht van keel, met dekkleden van zilver en keel. Helmteken: een haan in natuurlijke kleur, geka[m]d, geleld en gepoot van keel. Schildhouders: twee adelaars in natuurlijke kleur, dragende om de nek gehangen een medaillon met het wapen van het schild. Wapenspreuk: “Vaincre ou mourir” van sabel, op een spreukband van zilver.

Wapen van de familie du Parc Locmaria. Overgenomen uit L. DUERLOO en P. JANSSENS, Wapenboek van de Belgische adel van de 15de tot de 20ste eeuw, 1992, nr. 565

Volgende pagina: Het wapen van de familie du Parc prijkt boven de ingang van de familiekapel naast de Sint-Vedastuskerk in Vlamertinge. SAI, Archief Valère Priem, 27

59


60


10. LANDHUIZEN De kastelen van Elverdinge en Vlamertinge maken deel uit van het rijke architectuurpatrimonium van de streek.

61


ELVERDINGE Eerste kasteel van Elverdinge (Bollemeersstraat) Volgens Sanderus werd het eerste kasteel gebouwd in opdracht van Adriaan Vander Borcht in de 17de eeuw. Het gebouw in Vlaamse renaissancestijl werd in 1750 vervangen door een landhuis in rococo. In 1874 bouwde graaf Victor d’Ennetières verderop het domein een nieuw kasteel. Het eerste kasteel deed vanaf 1879 dienst als meisjesschool. Na de Eerste Wereldoorlog werd het gebouw terug opgetrokken naar vooroorlogs ontwerp en kreeg het een nieuwe functie als parkzaal. Momenteel wordt het pand verbouwd tot een wooncomplex.

Boven: Afbeelding van het eerste kasteel van Adriaan Vander Borcht uit Sanderus. SAI, Kaarten en plannen, 68

Onder: Meisjesschool voor de Eerste Wereldoorlog. Tijdens de wederopbouw werd het ontwerp licht gewijzigd. SAI, Postkaarten, 2084

62

Volgende pagina: De parkzaal in Elverdinge. SAI, Fototheek, 1318


63


ELVERDINGE Kasteel d’Ennetières - de Laubespin (Vlamertingestraat) Markgraaf Victor d’Ennetières breidde zijn domein uit en liet in 1874 een nieuw en groter eclectisch kasteel optrekken. In het kasteelpark werd onder meer een Chinees paviljoen en een ijskelder aangelegd. Tijdens de Eerste Wereldoorlog bleef het kasteel lange tijd gespaard van geweld. In 1918 brandde het kasteel echter volledig uit. Het huidige kasteel dateert van 1925 en is een ontwerp van architect Jules Coomans.

Gevelontwerp van architect Jules Coomans voor de heropbouw van het kasteel. SAI, Archief Jules Coomans, 132

64

Volgende pagina: SAI, Postkaarten, 2325



Boven links: SAI, Postkaarten, 2079

Boven rechts: SAI, Postkaarten, 2305

66 Onder: SAI, Postkaarten, 2309


ELVERDINGE De molen van Elverdinge (Vlamertingestraat) De bakstenen stellingmolen werd gebouwd in 1843 ter vervanging van een houten graan- en oliewindmolen. Graaf Victor d’Ennetières wilde in 1874 de molen en het omliggende land kopen, omdat men vanuit de molen zicht had op het nieuwe kasteel en kasteelpark. De kasteelheer en molenaar raakten in geschil, waarop de graaf populieren liet planten nabij de molen. Eenmaal de bomen waren volgroeid, werd de wind opgehouden waardoor de molen niet meer kon draaien. Daarom werd de molen verhoogd. In 1909 werden de wieken verwijderd om over te gaan op mechanisch malen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de molen gebruikt als observatiepost door de Duitse bezetter en werd de bovenkant nog eens verhoogd.

67 SAI, Postkaarten, 2075


SAI, Postkaarten, 2122

68

SAI, Postkaarten, 2308


VLAMERTINGE Frezenbergkasteel (Marshofstraat) Het huidige Frezenbergkasteel heette oorspronkelijk het Marshofkasteel. Het jachtpaviljoen in sobere Lodewijk XV-stijl werd in 1843 verbouwd tot buitenverblijf voor burgemeester en baron Dominique van Zuylen van Neyvelt (1805-1863). Het jachtpaviljoen werd overgeĂŤrfd door senator Paul Vandenpeereboom (1848-1934), die het kasteel liet verbouwen en de naam veranderde in Frezenbergkasteel. In 1924 werden het kasteel en de gronden geschonken aan de Zusters Ongeschoeide Karmelietessen van Bellegem, waarna het een klooster werd. In 1925 werd het beeld van Onze-Lieve-Vrouw van de Frezenberg overgebracht en in de kapel geplaatst.

SAI, Postkaarten, 3940

Volgende pagina: SAI, Postkaarten, 3978

69


70


VLAMERTINGE Kasteel du Parc (Hospitaalstraat) Het kasteel van Vlamertinge werd gebouwd in 1857-1858 in opdracht van burggraaf Pierre Gustave du Parc naar ontwerp van de Antwerpse architect Joseph Schadde (1818-1894) in neo-Vlaamse renaissancestijl. De tuin is een ontwerp van tuinarchitect Louis Fuchs (1818-1904). Een deel van het bomenbestand werd tijdens de Eerste Wereldoorlog omgezaagd voor de aanleg van wegen. Andere bomen leden schade door het aanleggen van loopgraven, gifgasaanvallen en obusinslagen. Ook het kasteel en andere gebouwen op het kasteeldomein liepen schade op door de vijandelijkheden. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het kasteel gebruikt door de Duitse militaire overheid.

Boven: SAI, Postkaarten, 4063

Onder: SAI, Postkaarten, 4061

71 Volgende pagina: SAI, Postkaarten, 4048


72


VLAMERTINGE Seminariekasteel (Adriaansensweg) Dit kasteel was het voormalig buitenverblijf voor de geestelijken en seminaristen van het bisdom Ieper (1559-1801). Het landhuis werd gebouwd in 1757. Tijdens de Franse omwenteling werden het kasteeltje en de inboedel aangeslagen en openbaar verkocht. In de Eerste Wereldoorlog was er een verbandpost gevestigd. De Britten gaven het de naam ‘Bobstay Castle’. Het landgoed leed zware schade door beschietingen. Na de oorlog werd het zoveel mogelijk in zijn vooroorlogse toestand hersteld.

Rekening opgemaakt naar aanleiding van de bouw van een nieuw buitenverblijf van het Seminarie: contract voor het delven van de grachten, 1757. SAI, Kerkarchief Sint-Maartens, 3

73 Volgende pagina: SAI, Archief Valère Priem, 29


74


11. VERDWENEN VERLEDEN Een aantal markante gebouwen in Elverdinge en Vlamertinge zijn doorheen de jaren verdwenen.

75


ELVERDINGE ’t Klein Kasteeltje (Warande/ Sint-Livinusstraat) Dit kasteeltje, in de volksmond ‘’t Klein Kasteeltje’ genoemd, werd gebouwd door graaf Camille d’Ennetières als verblijfplaats voor zijn schoonmoeder, barones Maria-Josepha van Steenhuyse (1773-1827). Het raakte zwaar beschadigd tijdens de Eerste Wereldoorlog en werd niet heropgebouwd.

Boven: SAI, Postkaarten, 2077

76

Onder: SAI, Postkaarten, 2069


ELVERDINGE Houten molen (Steenstraat) De zogenaamde Groene molen of Houten molen werd gebouwd in de eerste helft van de 17de eeuw. Het was een dwang- of banmolen, eigendom van de kasteelheer van Elverdinge. De inwoners waren verplicht om hun graan in de houten molen te malen. In 1915 ging de molen in vlammen op. Naast de houten windmolen stond een rosmolen die werd aangedreven door paarden. De rosmolen was eveneens eigendom van de kasteelheer. Vanaf 1896 werd de molen niet meer gebruikt. Vermoedelijk is deze rosmolen samen met de houten windmolen vernield tijdens de Eerste Wereldoorlog.

77 SAI, Postkaarten, 2090


VLAMERTINGE De Witte molen (Poperingseweg) De Witte molen en bijhorend molenhuis werden in 1801 gebouwd ter vervanging van een houten staakmolen. De bakstenen van de stenen molen waren afkomstig uit de ruïnes van het kasteel Wintershove dat werd verwoest tijdens de Franse omwenteling in 1794. De muren werden witgekalkt, vandaar de naam ‘Witte molen’. Tijdens de Eerste Wereldoorlog was er in de molen en de aanpalende gebouwen een Brits veldhospitaal gevestigd. De soldaten gaven het molenhuis de bijnaam ‘White Mill Château’. In de Tweede Wereldoorlog werd er bovenop de molen een stelling met lichtbaken getimmerd voor de Duitse vliegtuigen die konden landen op een nabijgelegen Duits militair vliegveld. De graanmolen bleef in werking tot 1960, maar raakte daarna in verval. In 1966 werd gestart met de afbraak. Ook de later aangebouwde schoorsteen van de stoommolen werd toen neergehaald.

Boven: SAI, Postkaarten, 3946

78

Onder: Het molenhuis lag tegenover de molen en was eigendom van de familie Veys. SAI, Postkaarten, 3366


VLAMERTINGE Rozelaarskasteeltje (Poperingseweg) Dit kasteeltje werd in de volksmond ‘’t Kasteeltje van de Groten Traveer’ genoemd. Louis Jeanson (1871-1977), een industrieel uit Armentières, kocht het gebouw in 1911 en noemde het omwille van de vele rozelaars rond de woning, het Rozelaarskasteeltje. In 1912 liet hij het gebouw afbreken om er een nieuw kasteel op te trekken ontworpen door architect Jules Coomans. Tijdens de oorlogsjaren kreeg het gebouw van de Britten de bijnaam ‘Goldfish Castle’. Na de Eerste Wereldoorlog veranderde het gebouw verschillende keren van eigenaar en werd er op de puinen van enkele bijgebouwen een melkerij opgericht. Het Rozelaarskasteeltje werd in 1977 gesloopt en vervangen door een villa. De melkerij werd verbouwd tot portierswoning.

Het nieuw kasteeltje naar ontwerp van Jules Coomans. SAI, Archief Valère Priem, 38

79 Het Rozelaarskasteeltje voor de afbraak in 1912. SAI, Postkaarten, 3955

Geveltekening van architect Jules Coomans voor de bouw van een nieuw Rozelaarskasteeltje. SAI, Archief Jules Coomans, 82


VLAMERTINGE Frezenbergkasteel - Frezenberg ter Eiken (tussen de Krommenelststraat en Dikkebusvijverdreef) Het Frezenbergkasteel werd gebouwd in de 17de eeuw. Voor de Eerste Wereldoorlog was het eigendom van ridder Charles de Ghelcke (1865-1931). Het kasteeltje had een Engelse tuin met een kapelletje waar Onze-Lieve-Vrouw van Frezenberg werd vereerd. Het kasteel van senator Vandenpeereboom in de Marshofstraat kreeg later ook de naam Frezenberg, waardoor er twee kastelen met dezelfde naam ontstonden. Om vergissingen te voorkomen veranderde Charles de Ghelcke de naam in ‘Frezenberg ter Eiken’. Het kasteel werd tijdens de Eerste Wereldoorlog vernield en niet meer heropgebouwd. In 1925 werd het beeld van Onze-Lieve-Vrouw van Frezenberg overgebracht naar de kapel van het nieuwe Frezenbergkasteel.

Boven: SAI, Postkaarten, 3957

80 Onder: SAI, Archief Valère Priem, 37


12. ZORG VOOR OUDEREN EN ZIEKEN De ziekenzorg in Elverdinge en Vlamertinge gaat terug tot in de 12de eeuw. Tot op vandaag heeft zieken- en ouderenzorg een belangrijke functie in beide gemeenten.

81


ELVERDINGE Tehuis voor ouderlingen en arme meisjesschool (Boezingestraat) In 1840 schonk gravin Josepha Georgina Antonetta de Bethune, de vrouw van graaf Camille d’Ennetières, grond aan het Bureau van Weldadigheid (de voorloper van het huidige OCMW) van Elverdinge voor de oprichting van een tehuis voor ouderlingen en een arme meisjesschool. In 1879 ging de meisjesschool over naar de gemeente. Het tehuis werd in 1909 overgedragen aan de Zusters van de Goddelijke Voorzienigheid van Ieper. Tijdens de Eerste Wereldoorlog verbleven de zusters met de bewoners in Marines (nabij Parijs). Na de oorlog verbleven ze tijdelijk in noodwoningen. De wederopbouw van het ouderlingentehuis werd gestart in 1920. In april 1971 verhuisde men naar de nieuwbouw van het huidige Home Vrijzicht.

82

Overeenkomst uit 1839 tussen de Commissie voor Weldadigheid en timmerman Charles Loosen. Indien de geldgift door pastoor Petrus Josephus Callens (1778-1851) en de schenking van grond door gravin d’Ennetières doorgaan, mag Loosen de school en het ouderlingengesticht bouwen. SAI, Oud gemeentearchief Elverdinge, 5


83 Voorgevel van het vroegere rusthuis in de Boezingestraat. ‘WESTHOEK verbeeldt’, Privécollectie


ELVERDINGE Hospitaalhoeve (Hospitaalstraat) In de 12de eeuw werd in Elverdinge een godshuis gesticht door hospitaalridders. De kapel, hospitaalgebouwen en landerijen werden tijdens de Franse Revolutie verkocht en omgebouwd tot hoeve. De kapel was al voor de Eerste Wereldoorlog verdwenen. De hospitaalhoeve werd tijdens de oorlog door het Engelse leger gebruikt als hulppost. In 1916 brandde de hospitaalhoeve volledig af. De hoeve werd heropgebouwd volgens de oorspronkelijke structuur. De laatste schuur met restanten van de oorspronkelijke hospitaalhoeve werd in 1970 afgebroken.

Boven: SAI, Kaarten en plannen, 397

84

Onder: Detail uit de Ferrariskaart van 1777. Overgenomen uit De grote atlas van Ferraris, Tielt, 2009, plaat 5B


VLAMERTINGE Rusthuis Wintershove (Poperingseweg) Het kasteel van Wintershove behoorde toe aan de familie de Cerf, heren van Vlamertinge. In 1793 werd het in brand gestoken door Franse soldaten die door het Oostenrijks leger uit Ieper waren verdreven. Het gebied werd op kaarten aangeduid als ‘Quartier du Roy’, omdat Lodewijk XV er ooit zijn hoofdkwartier had. De overblijfselen van het kasteel werden later verbouwd tot een hofstede. Markgravin Euphemie de Harchies (1788-1858) erfde de gronden van het kasteel en stichtte er in 1858 een godshuis voor arme ouderlingen en ongeneeslijk zieken. Het gebouw bleef gespaard tijdens de Eerste Wereldoorlog, maar werd vernield door een brand in 1920. Het werd volledig heropgebouwd. Vandaag is het gebouw deels bewaard en uitgebouwd tot rust- en verzorgingstehuis Wintershove.

Boven: SAI, Postkaarten, 4070

Onder: SAI, Postkaarten, 4086

85


86

Details uit 18de-eeuwse kaarten met aanduiding van het ‘Quartier du Roy’. Boven: SAI, Kaarten en plannen, 462 Onder: SAI, Kaarten en plannen, 18


13. PLAATSELIJKE NIJVERHEID Doorheen de 19de en 20ste eeuw is er in Elverdinge en Vlamertinge een beperkte lokale nijverheid. Vooral in het interbellum floreert de bouwsector. Heel wat bouwondernemingen rijzen uit de grond. In de nog sterk door de landbouw gedomineerde dorpen is er ook een beperkte agroindustrie met ondermeer paardenmarkten en zuivelindustrie. Zeker voor Vlamertinge is de hopteelt het vermelden waard. Van een echte industrialisatie is er in Vlamertinge en Elverdinge evenwel geen sprake.

87


ELVERDINGE

88

Tijdens de paardenfeesten van 1937 werden de paarden gepresenteerd in de Boezingestraat en op het d’Ennetièresplein. ‘WESTHOEK verbeeldt’, Privécollectie


89 De melkerij Sint-Livinus in Elverdinge voor de Eerste Wereldoorlog. De melkerij werd aangedreven door een stoommachine. SAI, Postkaarten, 2088


90


VLAMERTINGE

Reclamepaneel voor het bedrijf van Camille Mijngheer-Ampe. SAI, Postkaarten, 4125

91 Vorige pagina: Het hopmagazijn van de gebroeders Jozef en Georges Veys, hophandelaars. SAI, Postkaarten, 4046

Charles Valcke richtte in 1930 het betonbedrijf op dat vandaag nog steeds bestaat. PrivĂŠcollectie


92 Reclameadvertentie in de plaatselijke krant. De Halle, 16 februari 1939


14. VERENIGINGSLEVEN Zoals in elke gemeente zijn er in Elverdinge en Vlamertinge heel wat verenigingen ontstaan. Talrijke organisaties, zoals muziekkorpsen, toneelkringen, vinkenbonden en schuttersgilden leverden een diverse waaier aan ontspanningsmogelijkheden.

93


94

Programma uit 1929 voor twee voorstellingen door de Sint-Godelieve Jongemeisjes Vereniging ‘Kunst Adelt’ die plaatsvonden in de feestzaal van het kasteel van graaf de Laubespin in Elverdinge. ‘WESTHOEK verbeeldt, Privécollectie

Affiche voor een vinkenzetting in 1856 in Vlamertinge. ‘WESTHOEK verbeeldt’, Privécollectie


Boven links: Boldersclub in Elverdinge voor junioren in 1933-1934. ‘WESTHOEK verbeeldt’, Privécollectie

Boven rechts: De leden van de Vlamertingse fanfare De Vlaamse Vrienden poseren voor hun lokaal tijdens het Sint-Ceciliafeest in 1938. ‘WESTHOEK verbeeldt’, Privécollectie

Onder: De nieuwe vlag van Sportkring Vlamertinge in 1935. SAI, Archief Hector Dehaeck, 1769

95


96


Catalogus naar aanleiding van de tentoonstelling 950 jaar Elverdinge en Vlamertinge van 1 juli tot en met 30 juli 2016.

CONCEPT TENTOONSTELLING:

ALLISON CAIN, FRIEKE DECREUS, NELE DERYCKE, RIK OPSOMMER, JOCHEN VERMOTE

MET MEDEWERKING VAN:

‘WESTHOEK VERBEELDT’, BIBLIOTHEEK IEPER, TECHNISCHE DIENST IEPER

FREDERIK PATTYN (GRAFISCHE DIENST IEPER)

GRAFISCHE VORMGEVING:

SPECIALE DANK AAN:

HENDRIK CALLEWIER (RIJKSARCHIEF KORTRIJK), LUC DUERLOO (UNIVERSITEIT ANTWERPEN), MIREILLE JEAN (ARCHIVES DÉPARTEMENTALES DU NORD)

D/2016/0271/01

WETTELIJK DEPOT:

97




100


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.