in lvn
‘IEDER COMPLIMENTJE DOET DEUGD’ Op pad met de zwerfvuilophalers
De meeste Leuvenaars gooien hun afval netjes in de vuilnisbak en niet op straat. Toch gaan elke dag een twintigtal zwerfvuilophalers op pad om de stad weer schoon te maken. LVN vergezelde hen – prikker en straatstofzuiger in de aanslag! We spreken af om 7 uur ’s ochtends met Eli (foto 1), Halil (foto 2), Ahmed (foto 4), Gamal (foto 3 links) en hun ploegbaas Benny (foto 3 rechts). Ochtendmens Gamal heeft geen probleem met dat vroege startuur: ‘Ik sta al negentien jaar lang om halfvijf ‘s morgens op. Zo kan ik me rustig klaarmaken voor het werk.’ ‘Alleen regenweer vinden we allemaal zwaar’, zegt Halil: ‘Want je kan nooit schuilen.’
16 kilometer stappen De zwerfvuilophalers ontfermen zich elke dag over de straten, pleinen en parken in het stadscentrum, en nemen daarnaast ook een stuk van de invalswegen voor hun rekening. Enkele keren per maand komen daar locaties buiten de ring bij. Sommige mannen leggen wel zestien kilometer per dag af. ‘Waar we het meeste afval vinden, hangt een beetje af van de tijd van het jaar’, vertelt Benny. ‘Maar over het algemeen laten mensen vooral in het winkelwandelgebied en het stads- en Sluispark afval achter.’ Gelukkig staan de ophalers van de stad er niet alleen voor. Een 150-tal zwerfvuilvrijwilligers zetten zich in om het gebied buiten de ring schoon te maken. En daar is Eli heel blij mee: ‘Het is goed dat zij rondslingerend afval ruimen op plekken waar wij niet komen.’
Blauwezakkenvoetbal Maar waarom laten mensen eigenlijk afval achter? ‘Er zijn zeker genoeg vuilnisbakjes,’ zegt Eli, ‘dus daar ligt het niet aan.’ Leuven heeft er 1.200, waarvan een 700-tal binnen de ring. Mensen hoeven dus nooit te zoeken of ver te lopen om een vuilnisbak te vinden. ‘De meeste mensen zijn geen echte sluikstorters, maar laten zonder nadenken zwerfafval achter’, vertelt Eli terwijl hij wat gebroken glas lospeutert van tussen twee straatklinkers. ‘En op plekken waar het al vuil is, gooien mensen veel sneller afval bij. Dat merken we bijvoorbeeld op drukke momenten aan de snackmuur, hier in een zijstraat van de Oude Markt.’ Het vervelendste vindt Eli het als mensen ‘blauwezakkenvoetbal’ spelen. Als pakweg de Bondgenotenlaan bezaaid ligt met pmd, steekt zelfs de ploegbaas mee de handen uit de mouwen: ‘Als je dat in je eentje moet doen, ben je uren bezig.’ Gelukkig doen de meeste mensen wél de moeite om hun afval netjes in de vuilnisbakken te gooien. Benny, die al dertig jaar als ploegbaas werkt, heeft de laatste jaren veel vooruitgang gezien: ‘Aan het stadspark staan grijze afvalcontainers, en studenten helpen ons door hun drankjes en pizzadozen erin te gooien. Op mooie lentedagen zat er veel volk in het park, maar bleef het toch vrij proper.’
Lang leven de microplastics Ahmed toont ons zijn opbrengst van de eerste drie uur. ‘Qua aantal winnen de sigarettenpeuken. Die zijn ook moeilijk om op te rapen
14
omdat ze zo klein zijn, net zoals gebroken glas. We vinden ook heel veel verpakkingen van eten, vooral take-away. Verder zit onze zak vol koffiebekers, blikjes en petflessen.’ En het vreemdste voorwerp? ‘Een beha in het Noormannenpark!’, lacht Eli. Ook Gamal heeft al heel wat kleren gevonden: ‘Soms vraag ik mij echt af: hoe gaan die mensen naar huis (lacht)?!’ Mensen die een peuk weggooien, staan misschien niet altijd stil bij de impact op het milieu. Een peuk vergaat pas na 10 tot 15 jaar, bij blikjes duurt het 50 tot 100 jaar, en bij een plastic flesje liefst 500 jaar. ‘Maar het afval gaat nooit helemáál weg’, legt Benny uit. ‘Peuken en plastic verpakkingen versplinteren in deeltjes van kleiner dan 5 mm – zoals microplastics – die in de bodem en het water terechtkomen. En zo krijgen wij die microplastics dus ook binnen via de voedselketen.’
Dank doet deugd De werkdag van de zwerfvuilophalers eindigt om 15 uur. ‘Ik heb zestig kilo opgezogen met de straatstofzuiger’, zegt Halil, ‘en in het seizoen van de vallende bladeren is het nog veel meer.’ Ze voeren het zwerfafval af naar de stortbunker van Ecowerf, waar het wordt verwerkt in een verbrandingsoven. De mannen weten dat ze morgenochtend opnieuw veel afval zullen aantreffen. Maar de bedankjes van voorbijgangers maken alles goed voor Gamal: ‘Ieder complimentje doet deugd. Het is een teken dat we ons werk goed doen.’ www.leuven.be/zwerfvuil