EXTREEM ZOMERWEER
Stijn Claeskens
ACTIEPLAN TEGEN WATEROVERLAST Wat doet de stad? En wat kan je zelf doen? Vorige zomer kreeg Leuven te kampen met wateroverlast. Een stuk of tien straten stonden blank en in heel wat huizen liep het water binnen. Stijn Claeskens (34), noodplanningscoördinator van de stad, vertelt hoe Leuven anticipeert op het overstromingsgevaar. Stijn: ‘Midden juli 2021 had het dagen aan een stuk geregend. De toplaag van de bodem was op veel plaatsen verzadigd, waardoor het water niet in de grond kon trekken. Het stroomde naar de beken en rivieren, die op dat moment al vol waren en dus buiten hun oevers traden. In onze stad was dat het geval met de Molenbeek, die langs de Abdij van Park komt, de Winge en de Lossingsbeek in WilselePutkapel, en de Vunt aan de
Kessel-Losesteenweg. Enkele straten en huizen langs die waterlopen liepen onder. Onze hulpdiensten kregen zo'n 800 oproepen.’
En de Dijle? ‘Die is in Leuven nét niet buiten haar oevers getreden, omdat we die beter kunnen controleren dankzij de sluizen en het grote wachtbekken in Egenhoven (zie foto). Bovendien stroomt de Dijle – in tegenstelling tot de Vunt en de Molenbeek – door natuurgebieden die onderlopen en zo een bufferzone vormen.’
Wat doen de stad en de hulpdiensten bij overstromingen? ‘We hebben een duidelijk actieplan, waardoor we goed samenwerken met de verschillende hulpdiensten. De Vlaamse Milieumaatschappij
6
volgt de weersvoorspellingen goed op en meldt of er sprake is van code geel, oranje of rood. Aan elke code hebben de hulpdiensten en de stad acties gekoppeld: controles uitvoeren op het terrein, extra middelen en mankracht inzetten, de bewoners inlichten ...’ ‘Bij noodsituaties verschijnen de meldingen in een duidelijk overzicht. Zo kunnen de hulp- en de stadsdiensten hun middelen efficiënt verdelen en inzetten, afhankelijk van de noden.’ ‘Achteraf zorgen de hulpdiensten dat het openbaar domein veilig is en ruimen ze obstakels en puin. De stadsdiensten maken het openbaar domein weer proper. En bij grote wateroverlast bekijkt de crisiscel van de stad hoe we bewoners kunnen ondersteunen om hun puin te ruimen.’