4 minute read

NIEUWE ACCOMMODATIE VOOR LUTLOMMEL VV

Een nieuw seizoen op een nieuw hoofdterrein

Het zijn de laatste loodjes en die wegen altijd het zwaarst. Maar binnenkort mag Lutlommel VV een geel-zwart lintje doorknippen op hun nieuw hoofdterrein. Met een prachtige tribune, een fonkelnieuwe kantine, moderne kleedkamers en meer van dat fraais.

Enkele leden van het bestuur ontvangen ons in de oude kantine. De voorzitter steekt van wal met het waarom van de nieuwe accommodatie.

Pierre Mannaerts: “We zitten hier nu ongeveer 50 jaar. Er was echt nood aan vernieuwing. In deze kantine kunnen we zelfs geen raam openzetten. Er waren ook mankementen aan de kleedkamers. Bovendien is Lutlommel VV de laatste jaren fel gegroeid.”

“In een weekend hebben we 16 tot 17 thuiswedstrijden. Daarom hebben we die acht terreinen zeker nodig en blijven we het huidige A-terrein aan de Konijnenpijp voorlopig gebruiken. Daar is ook verlichting.”

Dimitry Jansen, penningmeester: “Dit seizoen zijn er 32 ploegen actief. Met de jeugdspelers alleen komen we aan 350 leden. De laatste twee seizoenen telden we 80 nieuw aangesloten spelers. Dat heeft natuurlijk zijn weerslag op de kleedkamers en het aantal terreinen.”

Zitten de werken volledig op schema?

Ben Theuwis is de architect van de nieuwbouw, maar hij is er ook vrijwilliger en verantwoordelijk voor de opvolging van de werken. “We mogen niet klagen, al loopt het een beetje trager dan gehoopt. We hadden gemikt op de start van de competitie, maar dat is niet haalbaar. Het gebouw staat er volledig, maar er moeten nog enkele technische zaken gebeuren, plus de afwerking. Iedereen doet wat hij kan.”

“Het is pas klaar als het volledig klaar is. De nieuwbouw ligt mooi centraal tussen alle terreinen en ook de parking is volledig nieuw aangelegd. De kleedkamers moeten we wellicht vroeger in gebruik nemen.”

Een dergelijke investering kost natuurlijk veel geld.

Dimitry Jansen: “Samen met de stad staan we in voor de kosten. We betalen elk de helft. Dat is natuurlijk nog veel geld voor onze club. Maar we zijn een gezonde club en we werken heel goed samen met onze sponsors. Ook die zijn enorm belangrijk.”

Het woord vrijwilliger is al gevallen. Hoe belangrijk zijn die?

Ferdy Gerits, verantwoordelijke leveranciersbeheer en technische opvolging: “Ontzettend belangrijk. In het bestuur worden de taken onder acht personen verdeeld. Die nieuwbouw is natuurlijk geen evidente zaak om door vrijwilligers te laten opvolgen. Dit doe je niet elke dag. Het team dat de werken opvolgt en coördineert komt gelukkig nog goed overeen. Er is nog niet met stenen gegooid”, lacht hij.

“We hebben regelmatig een oproep gedaan en daar is telkens goed op gereageerd. Bijvoorbeeld om de zitjes te plaatsen op de tribune of om de stenen voor de toog via stellingen naar boven te brengen, want de lift was toen nog niet in gebruik. Ook dat moet gecoördineerd worden.”

“We hebben een 50 à 60-tal vrijwilligers. Van mensen in de cafetaria tot afgevaardigden of terreinverzorgers. Daarbij zijn enkele mensen die hier half wonen, om het zo te zeggen. Helaas hebben we de afgelopen jaren ook van een aantal mensen afscheid moeten nemen.”

Waar liggen de ambities van de club?

Dimitry Jansen: “Met de jeugd hebben we de ambitie om interprovinciaal te spelen. Hiervoor heeft de club een audit gehad, want je moet aan heel wat voorwaarden voldoen. In het bestuur was één groepje met de nieuwbouw bezig en een ander met de audit. Interprovinciaal betekent dat de jeugd in de ruimere regio kan voetballen. Dus ook in de provincie Antwerpen of Vlaams-Brabant. Dat zorgt voor een betere doorstroming van de Lommelse jeugd.”

Pierre Mannaerts: “Ook met het eerste elftal hebben we gezonde ambities. Eigenlijk kampioen spelen, maar dat mag je niet opschrijven”, lacht hij. “Maar we mikken op de top 3 en binnen een aantal seizoenen willen we hoger spelen. We investeren volop in onze jeugd. 80% van onze A-kern bestaat uit jongens van de jeugd en Lommelse spelers.”

Ben Theuwis: “Ambitie moet je durven uitspreken. Daarom investeren we in onze trainers. Het overgrote deel van de trainers is gediplomeerd. We organiseren zelf opleidingen op de club. De club betaalt de helft van het inschrijvingsgeld terug en zelfs volledig als ze drie jaar actief blijven in de club.”

Ferdy Gerits: “De tijden zijn natuurlijk veranderd. Vroeger kwam de onderwijzer of de postbode die op woensdagnamiddag vrij was training geven. Maar door het groot aantal teams en leden moeten we veelal ’s avonds trainen.”

Welk gevoel gaat het geven als de scheidsrechter het eerste fluitsignaal op het nieuwe terrein blaast?

Pierre Mannaerts: “Een heel goed gevoel. Daar gaan we toch eens goed op klinken.”

Veel succes!

This article is from: