NJHC: Verhalen van toen

Page 1

Herinneringen van 足jeugdherbergouders


Herinneringen van 足jeugd足herbergouders Verhalen van toen


Inhoud Voorwoord Hoe het begon De omgevallen boom Geen alcohol Moet je horen De ommekeer Jeugdkinderen Jan Gijzen Mijn eerste jeugdherbergleven Mijn eerste kennismaking Hoe wij op Texel kwamen Vrijen op de Dam Hagelslag De NJHC in herinnering De vakbond Op weg naar Nijverdal Herinneringen Kees Mijn trekkerstijd Memorabel De chocoladereepautomaat Kinderwagenmuseum De eerste auto Het sollicitatiegesprek

Heleen Kleijn Peter & Neeltje Dirker Marieke Dekker Herman Erbé Ali Lok Floris Rommerts Gré de Wal Gerry de Oude Adrie Dekker Freek Veldwisch Jan Kleijn Henk van Truus Jan van der Harst Henk Wentink Bolle van Breemen Riet & Frans Peters Gré de Wal Erna Fopma Wim Op ‘t Ende Wies van Popering Janny van der Lecq Herman Erbe Hans Minke

6 8 20 24 28 32 34 38 44 50 54 58 62 66 72 74 78 82 84 88 90 92 94 98

Salarisopgave Domburg De Bakmars toen en nu Ameland In ’t Veerhuis De mijlpaal Overpeinzing Hebben jullie ook vakantie? Waar hielden wij onze reünie?

Ali en Roel Lok 102 Gré de Wal 106 Wil Buurman 110 Ru Kaebisch 114 Ru Kaebisch 118 Hetty Niemeijer 120 Kees en Mieke de Weerd 126 128


Voorwoord Eind september, de zon schijnt. Een groepje oudere gasten wandelt de herberg binnen. Binnen hoor je vrolijke begroetingen, de koffiekopjes rinkelen. “Hoe gaat het ermee?”, klinkt het. En, “weet je nog wel?” Zo begint meestal elke reünie van ons ‘oud-jeugdherbergouders’. Reünies, die 34 jaar zijn bekostigd door de directie van de NJHC en later van Stayokay. Vorig jaar hebben we gezamenlijk besloten om in 2011 voor het laatst een reünie te houden. Daarbij spraken we ook af dat iedereen iets memorabels of wetenswaardigs zou schrijven voor een jubileumboek. Het moest een boek worden vol ­herinneringen. Bijna alle deelnemers reageerden spontaan of stuurden na enig aandringen toch een bijdrage. Ons jubileumboek is een boeiend geheel geworden. Alle verhalen bij elkaar geven een goed beeld van de sfeer in de jeugdherbergen van na de oorlog. Eens te meer wordt duidelijk dat zonder de inspanningen en het doorzettingsvermogen van de ‘ouders van toen’ het jeugdherbergwerk niet had kunnen uitgroeien tot de organisatie die het nu is.

6

Stayokay - Verhalen van toen

Wij zijn de directie van Stayokay heel dankbaar dat zij haar ­medewerking toezegde om alle bijdragen te bundelen tot het boek dat nu voor u ligt. Mirjam Kiestra had de moeilijke en ­tijdrovende taak om van alle verhaaltjes, liedjes, foto’s en ­plaatjes een gezellig en leesbaar geheel te maken. Daarvoor onze hartelijke dank. Het omslag werd ontworpen door onze ­eigen kunstzinnige Han Minke. Stayokay (NJHC), hartelijk dank voor alles wat jullie voor ons, oud-jeugdherbergouders, hebt gedaan! Heleen en Jan Kleijn

Stayokay - Verhalen van toen

7


Leve de Vrijheid

Hoe het begon ‘Jongens en ­meisjes trekken er samen op uit om de natuur te ontdekken, om ons land te leren kennen en om ­anderen te ontmoeten’

8

Stayokay - Verhalen van toen

Rond 1900 komt er niet alleen in Duitsland, maar ook in ­Nederland een vrije en linkse jeugdbeweging op gang. Het meren­ deel is jeugd die stamt uit de kleine burgerij en de arbeidersklasse. Het gaat deze jongeren om innerlijke vernieuwing van de mens als voorwaarde voor een betere wereld. Ze is onderdeel van het democratiseringsproces dat eind 19e eeuw op gang komt. De arbeiders, vrouwen en jongeren emanciperen.

Zo begon het. Jeugdherberg ‘De Zevensprong’ te Petten

Het is de tijd van de grote idealen. De jeugd wil zich los maken van de knellende gezinsbanden. Ze ageert tegen de hypocrisie van de ouderen en hun ‘sofacultuur’ én tegen het toenemend materialisme als gevolg van de industrialisatie en de vertechnologisering van het leven. Ze wil zelf haar levensstijl bepalen. ­Tegenover de grote stad met zijn fabrieken en huizenmassa’s zoekt ze de rijkdom van de plattelandscultuur. Jongens en ­meisjes trekken er samen op uit om de natuur te ontdekken, om ons land te leren kennen en om anderen te ontmoeten. Stayokay - Verhalen van toen

9


Dat alles zonder ouders, zonder leiders. Ze willen het zelf doen. Ze zijn tegen alcohol en tegen tabak. Velen zijn antimilitarist en vegetariër.

In ons land zijn het jongeren uit de vrije jeugdbeweging die deze vorm van goedkope overnachting in Duitsland hebben ­leren kennen en willen dat er ook hier jeugdherbergen komen. Ze nemen het initiatief om ze op te richten. Richard Schirrmann, die goed bevriend is met Van Twisk, stimuleert dit proces.

‘Aanvankelijk werd er door de ­Hollandse Trekvogels, zoals de ­trekkers in navolging van de Duitse Wandervogel genoemd werden, ­geslapen bij boeren in schuren’ Want Duitse jongeren op hun beurt willen graag de grens over om hun horizon te verbreden. En dus zijn zij gebaat bij goedkope overnachtingsplekken in Nederland.

Dagverblijf in de oude ‘Zevensprong’

Zo ontstaan na de Eerste Wereldoorlog zowel blauwe als rode jeugdbewegingen: de AJC, de NBAS, de JVO en de JGOB. Maar wie eropuit trekt, de natuur in, heeft een plek nodig om te overnachten. Liefst eenvoudig en goedkoop. Aanvankelijk werd er door de Hollandse Trekvogels, zoals de trekkers in navolging van de Duitse Wandervogel genoemd werden, geslapen bij boeren in schuren. Maar dat gaf toch problemen. Jongens en meisjes samen aan het zwerven, dat was ongehoord! In Duitsland kwam Richard Schirrmann met het idee om in de zomertijd van scholen, als ze toch leeg stonden, gebruik te m ­ aken. Daar wordt in 1909 op zijn initiatief de eerste ­Volksschülerherberg, later Jugendherberg genoemd, geopend. Jeugdherbergen verrijzen in Duitsland als paddenstoelen uit de grond. In 1914 waren het er al 200. In 1921 was Duitsland overdekt met een netwerk van 1200 jeugdherbergen. 10

Stayokay - Verhalen van toen

De eerste jeugdherbergen Als eerste ontstaat jeugdherberg Weide-Heuvel in Ouderkerk, als Van Twisk en zijn vrouw op eigen kosten hun huis, een oude watermolen, verbouwen tot overnachtingsplek voor jongens en meisjes. Het echtpaar Van Twisk wordt de eerste jeugdherberg­ ouders. Helaas kregen zij onenigheid met de NJHC en zo bleef Weide-Heuvel tot in de zestiger jaren een privé jeugdherberg. Als tweede ontstaat De Zevensprong in Petten. Jongeren huren een bouwvallig visserskot voor een gulden per week en met gejut hout en gebedeld geld verbouwen ze dat en dopen het De Zevensprong. Een van die jongeren, een jonge onderwijzer, is Wim Wiese. Zijn ouders worden in De Zevensprong de jeugdherbergouders en zijn dat gebleven tot de oorlog uitbreekt. Stayokay - Verhalen van toen

11


Maar toen was er op diezelfde plek in 1933, al een nieuwe jeugdherberg verrezen. Na de oorlog komt De Zevensprong niet meer terug. Ze is dan al door de Duitsers opgeofferd voor de bouw van de Westwal.

netwerk. Bovendien hanteert elke jeugdherberg eigen tarieven en huisregels. Er moeten nodig afspraken gemaakt worden wie trekkerskaarten mag uitgeven en tegen welke prijs. Ook de ­propaganda kan veel beter centraal gedaan worden. Het is tijd voor samenwerking en coördinatie. Maar dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan.

De NJHC De heer L. Meilink heeft in 1929 o.a. de leiding bij de bouw van de jeugdherberg te Oldebroek

De derde jeugdherberg uit de tijd voor 1929 stond in Delden. Een jong meisje, Lily geheten, vraagt aan haar ouders als ­cadeautje voor haar eindexamen gymnasium dat zij hun ­buitenhuis in Delden als jeugdherberg ter beschikking stellen. En zo opent op Hemelvaartsdag 1929 jeugdherberg ’t Lemenschoer haar deuren. Ze overleeft de oorlog en wordt pas in 1965 gesloten. In diezelfde tijd ziet in Amersfoort jeugdherberg Jong Amersfoort het licht. In Kortenhoef komt jeugdherberg De Karekiet en in Soest De Heidebloem. In Oldenbroek besluiten de jeugdige ­leden, merendeel studenten, van de NBAS om zelf een Bondshuis te bouwen dat tevens dienst kan doen als jeugdherberg. Het is Leo Meilink, die leiding geeft aan deze bouwwerkzaamheden. Iets dergelijks gebeurt in Friesland, waar JVO-leden ­meewerken aan de verbouwing van een Jongenshuis tot ­jeugd­herberg Us BlaueHiem dat op 12 juli 1930 geopend wordt. Maar enkele jeugdherbergen samen vormen nog geen 12

Stayokay - Verhalen van toen

Dan gaat het Nederlands Jeugdleiders Instituut (JLI) er zich mee be­moeien. Met bezorgdheid had het JLI gekeken naar wat deze vrije, ongebonden jongeren begonnen waren en wil maar al te graag zelf verder de koers uitzetten. Het instituut ziet zich als professio­ nal en heeft weinig vertrouwen in deze vrijgevochten jongeren. Het JLI onderschat echter de motivatie en het bruisende enthou­ siasme van de jeugd. Deze protesteert fel tegen overname door het JLI en eist een democratische opbouw van de nieuwe overkoepelende organisatie met volop inspraak van de jongeren en hun verenigingen. Het komt tot een conflict. In de daardoor ontstane impasse speelt prof. dr. G.A. van Poelje van het Haagse Jeugdherberg Comité een bemiddelende rol. Op 5 april 1929 wordt de NJHC opgericht. De jeugd heeft inspraak via de Raad van Toezicht en Advies, die met 3 leden in het Bestuur is ­vertegenwoordigd en wordt voorgezeten door prof. Van Poelje. Het wordt een zware geboorte, zijn de woorden van de heer Bookelman. Maar er is nu een stichting die in het verzuilde ­Nederland zich ten doel stelt om met betrokkenen van allerlei levensovertuiging een netwerk van eenvoudige en verant­ woorde overnachtingsgelegenheden op te zetten waar jonge Stayokay - Verhalen van toen

13


van een faillissement, maar gelukkig bood toen de firma Heldring en Pierson de helpende hand.

‘NJHC is een stichting met een netwerk van eenvoudige en ­verantwoorde overnachtings­ gelegenheden waar jonge ­mensen welkom zijn, ongeacht hun levensovertuiging, afkomst of klasse’ Groepje trekkers uit 1938, allen voorzien van een in die tijd als status voor de trekkers geldende wandelstok

mensen welkom zijn, ongeacht hun levensovertuiging, afkomst of klasse. Eind 1935 ontstaan er moeilijkheden met de drie leden van het NJI in het bestuur. Ze treden af. Prof. Van Poelje neemt nu het voorzitterschap op zich, tot zijn drukke werkzaamheden als ­secretaris-generaal van het ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen hem noodzaken het voorzitterschap neer te leggen. Leo Meilink wordt secretaris. Er wordt hard gewerkt aan uitbreiding van het netwerk. In 1929 waren er 12 jeugdherbergen en 10 jaar later zijn dat er 65. In 1936 wordt het kantoor van de NJHC, aanvankelijk onder­ gebracht in het gebouw van het Nederlands Jeugdleiders ­Instituut, verplaatst naar de prof. Tulpstraat. Bureaudirecteur is de heer J. Bolman. Van een leien dakje gaat het niet altijd. ­Eenmaal, zo schrijft prof. Van Poelje, stonden we aan de rand 14

Stayokay - Verhalen van toen

In 1939 heeft Nederland een netwerk van 65 jeugdherbergen. Niet langer het Reichsverband, maar de NJHC geeft trekkerskaarten uit. Ze stelt huisregels op en streeft naar eenheid van stijl in alle jeugdherbergen en dezelfde tarieven. Toch is ze geen eigenaar van de jeugdherbergen. Ze heeft dan ook weinig te zeggen in de verschillende herbergen die allemaal ressorteren onder eigen besturen. Leo Meilink zet zich in voor internatio­ nale samenwerking. Hoe belangrijk de NJHC die ontmoetingen van jongeren over de landsgrenzen heen vindt, blijkt uit de woordenlijstjes in de gids van 1939. Naast Duitse, Franse en ­Engelse vertalingen van veel voorkomende woorden, is er ook een lijstje met woorden in het Esperanto.

Wederopbouw Dan breekt in 1940 de oorlog uit. De bezetter deelt mee dat het jeugdherbergwerk gereorganiseerd zal worden volgens ­nationaal-socialistische begrippen. Leo Meilink legt zijn functie neer. Het Amsterdamse kantoorpersoneel volgt het voorbeeld van Meilink. De Nederlandse Trekkersbond heft zichzelf op. Stayokay - Verhalen van toen

15


Als de bevrijding aanbreekt en de heer Bolman op 5 mei 1945 zijn trouw bewaarde sleutels in het slot steekt van het kantoor aan de Prof. Tulpstraat treft hij een desolate inboedel aan. De inventaris en de administratie bevonden zich in Groningen en geld was er niet. Het zal nog maanden duren voor die terugkomen. Met nog maar 5 gebruiksklare jeugdherbergen moet men van de grond af aan opnieuw beginnen. Alles draait nu om de wederopbouw van het netwerk en dus moet er wel ­gecentraliseerd worden. Een aantal plaatselijke stichtingen ­heffen zichzelf op en overhandigen hun jeugdherberg of wat er van over is aan de NJHC. Vierentwintig jeugdherbergen ­komen niet meer terug. Een aantal heeft een andere bestemming gekregen. Anderen zijn ontzettend gehavend en uitgewoond. In het nieuwgebouwde Alteveer in Arnhem hebben Duitsers gezeten. Kanonvuur van de geallieerden heeft grote schade aan een vleugel veroorzaakt.

weer een netwerk van 52 jeugdherbergen. De jeugd stroomt toe en het aantal overnachtingen stijgt. Barakkenkamp Elst wordt omgebouwd tot jeugdherberg. Weer een opvang­ mogelijkheid erbij met 500 (later 400) bedden. Al voor de oorlog blijkt de vrije jeugdbeweging op zijn retour. De jongeren van toen hebben grijze haren gekregen. Het idealisme en enthousiasme is tanend. De grote werkeloosheid van de crisisjaren en het opkomend extreem nationalisme werken onzekerheid in de hand. Er ontstaat behoefte aan houvast en zakelijkheid. Ook verandert het publiek dat de jeugdherbergen bezoekt. Ze is meer gedifferentieerd. De NBAS trekt de ­consequentie uit haar dalend ledental en heft zich na de oorlog op. Het Bondshuis te Oldenbroek schenkt ze aan de NJHC. Een andere tijd is aangebroken.

Idealistische duizendpoten

Alle krachten worden nu ingezet voor herstel en nieuwbouw, maar er is grote materiaalschaarste. Uit legerdumps koopt de NJHC gamellen en ledikanten (50 centimeter breed) en met ­kokoshaar gevulde matrassen, die nog in Engelse schuilkelders gebruikt zijn. Enthousiaste trekkers helpen bij het herstel en ­verenigen zich in de werkgemeenschap. In ongeveer 7 jaar is er

Aan de nieuw aan te stellen jeugdherbergouders worden nu ook andere eisen gesteld. Gebrek aan geld maakte dat men voor de oorlog bij voorkeur oudere, gepensioneerde echtparen aanstelde, zoals politiemannen, onderwijzers en sergeants. ­‘Pensioenoudjes’ worden ze genoemd. Een blik in de jubileumgids leert ons echter dat er ook toen wel jonge ouders ­benoemd werden, want we vinden er de namen terug van Sjoerd Bakker (in Oldenbroek), George Gardien (in Reeuwijk), Dullemeijer (in Arkel) en Jan Reinders (in Bakkum). Na de oorlog worden bij voorkeur jonge echtparen aangesteld. Het zijn vaak jonge mensen die zelf getrokken hebben. Ze zijn bezield van dezelfde idealen en hebben dezelfde liefde voor de natuur en de opbouw van een betere wereld als voor de oorlog

16

Stayokay - Verhalen van toen

‘Enthousiaste trekkers helpen bij het herstel en verenigen zich in de werkgemeenschap. In ongeveer 7 jaar is er weer een netwerk van 52 jeugdherbergen’

Stayokay - Verhalen van toen

17


de jongeren uit de vrije jeugdbeweging. Met groot idealisme gaan ze aan de slag. Na de oorlog mag er veel veranderd zijn, maar het woord ouders blijft. Immers daarmee, aldus Jan Reinders, wordt uitgedrukt wat de belangrijkste taak is van de jeugd­ herbergouders. Maar ‘vader’ en ‘moeder’ zijn alleen is niet ­voldoende. Dat begrijpt ook de NJHC . Er komen trainingen, trainingen waar trouwens de ouders zelf om vragen. Dus gaan de ouders elk jaar op voorjaarscursus in een volkshogeschool en komen er najaarsconferenties.

Biljet, zoals dat vele malen groter in jeugd­ herbergen hangt in die tijd. (Ook wel tot ­bescherming van de jeugdherbergouders)

Want jeugdherbergouders moeten veel in hun mars hebben. Jan Reinders somt het op: • Ze moeten kennis hebben van psychologie, pedagogie en maatschappijleer • Ze moeten kennis hebben van landschap, flora fauna, sport, spel, volksdansen en volkszang. • Ze moeten kennis hebben van voedingsleer en smakelijk kunnen koken voor grote groepen tegen een zo laag ­mogelijke lage kostprijs. 18

Stayokay - Verhalen van toen

• En ten slotte zijn ze ook verantwoordelijk voor het technisch onderhoud van huis en hof. Elk stel ouders zal zijn persoonlijkheid in het werk moeten ­verwezenlijken. En man en vrouw moeten hun taak verrichten in volkomen harmonie.” Ga er maar aan staan! In feite waren de jeugdherbergouders van toen idealistische duizendpoten die aangesteld werden voor een laag salaris. Ze moesten hun werk doen onder vaak primitieve omstandigheden en met afgedankt materiaal. En toch dragen ze zo hun idealen uit. Er verandert veel na de oorlog. Het wordt allemaal zakelijker, formeler. In 1960 wordt de Raad van Toezicht opgeheven. De bureaufunctionarissen krijgen meer verantwoordelijkheid. Er komt een algemeen bestuur en een dagelijks bestuur. Wim Bookelman, zelf oud-jeugdherbergvader, wordt aangesteld als hoofd Algemene Zaken voor de contacten met de jeugd­ herbergouders. Op de schouders van de reuzen van toen – de linkse vrije ­jeugdbeweging met zijn baanbrekend idealisme en de ­idealistische duizendpoten die toen de jeugdherbergen runden – staat het hostelwerk van nu. Moge Stayokay zich ook in de toekomst een waardig opvolger tonen van deze pioniers. Heleen Kleijn

Stayokay - Verhalen van toen

19


De omgevallen boom ‘De omgevallen boom was voor ieder kind een paradijs en betekende voor onze kinderen jarenlang een klimavontuur’

20 20

Stayokay Stayokay - Verhalen - Verhalenvan van toen toen

Toen we vanuit Hilvarenbeek naar de jeugdherberg in Bergen op Zoom verhuisden, was er in die stormachtige nacht in het bos van Brabants Landschap een grote beuk omgevallen. De omgevallen boom met zijn reusachtige takken was voor ­ieder kind een waar paradijs en betekende voor onze kinderen jarenlang een klimavontuur vol verrassingen. Een waar ­monument van hun jeugd. De schoolgroepen aten daar, bungelend aan de takken, hun lunchpakketjes en wij brachten daar de thee of chocolademelk. Een prachtige schilderachtige plek! Ook ’s avonds in het donker! Dan kon je er naar de sterren kijken of naar de bosuilen luisteren en met z'n allen zittend in de boom, de canon ‘de sterren ­verschijnen’ zingen. Wat een heerlijke herinneringen!

Bergen op Zoom: Oorspronkelijk een oude boerderij met stal. Na de brand in 1936 als jeugdherberg herbouwd.

Stayokay - Verhalen van toen

21


Jarenlang werkten we mee aan het project School in Bos, een natuurprogramma speciaal voor de lagere schoolkinderen uit kansarme wijken in de grote steden. Tijdens een werkweek kwam, geheel onverwacht en (toen nog) incognito, prinses Beatrix een lesdag meemaken. Ik mocht haar die dag naar alle activiteiten begeleiden. We startten op de grote ‘muizenzolder’. Daar zat een groep in een grote kring op de grond te luisteren naar de schoolbioloog Arie. Toen prinses Beatrix en ik het lokaal binnenglipten om een ­gedeelte van die les onopvallend bij te wonen, verzocht een wat geïrriteerde Arie ons erbij te komen zitten. Aangezien dit leslokaal een slaapzaal was zonder stoelen, was zitten op de koude vloer ook voor Beatrix en mij de enige mogelijkheid. Kon dit wel? We keken elkaar lachend aan en daar zaten wij.

‘Na afloop van de les stond onze toekomstige koningin op en zei ­tegen de kinderen: Ik zal jullie een geheim verklappen: ik ben Beatrix’

Na afloop van de les stond onze toekomstige koningin op en zei tegen de kinderen: “Ik zal jullie een geheim verklappen: ik ben Beatrix”. En ze stapte met uitgestoken hand lachend op Arie af. De kinderen vonden het eigenlijk al direct de gewoonste zaak van de wereld dat de kroonprinses bij hen op bezoek was. Het programma en ook de lessen ondergingen die dag geen enkele wijziging. Ook Beatrix zat ’s middags op een van de vele takken haar boterhammetje op te eten. Na haar vertrek werd deze tak van de beukenboom omgedoopt tot een adellijke tak. ’s Avonds hebben de kinderen voor het slapen gaan met krijt haar zitplek gemarkeerd en er omheen gedanst. Fantastische weken waren die School in Bos-weken. Bert Garthof (weten jullie nog van het zondagse radio­ programma Weer of geen Weer) heeft zelfs tijdens deze weken een aantal uitzendingen in onze jeugdherberg ­opgenomen. Een prachtige tijd, waar we met plezier en warmte aan terugdenken. Peter en Neeltje Dirker

De uilenballen werden ook aan ons uitgedeeld om te ontleden. Het werd tot onze spijt voor Arie een wat onrustige les. De Amsterdamse kinderen uit de Jordaan kregen toch het een en ander door en begonnen opgewonden te fluisteren. “Oh, het lijkt Beatrix wel!” En Arie maar niet in de gaten hebben waar al dat rumoer door kwam.

22

Stayokay - Verhalen van toen

Stayokay - Verhalen van toen

23


Geen alcohol ‘Leven is leven vanuit wat op je ­afkomt, maar ook weer loslaten’

Onze NJHC-tijd was van 1965 tot 1975. Eigenlijk langer, want in de jaren daarvoor hadden we al de nodige ervaring opgedaan in jeugdherberg Nieuwland in Oosterland, waar we naast woonden. Piet zat er in het plaatselijk bestuur en ik verrichtte er hand- en spandiensten. Onze eerste jeugdherberg was ­Kampen. Een stadsjeugdherberg die we overnamen van Arie en Gerry van Hardeveld. We maakten destijds 6.000 over­ nachtingen per jaar. In de winter was de jeugdherberg gesloten, maar dan was er bejaardensoos. Gezellige oude ­mensen w ­ aarvan veel mannen nog ‘pruimden’.

Toen we in Kampen begonnen, hadden we 2 dochters. Later werd onze zoon daar geboren. De slaapzalen (voorheen was het een school) van 4 meter hoog lagen pal naast de kinder­ kamer. Als het erg rumoerig was, ging ik met dat kleine mensje op de arm even bij de slaapzalen langs. Meestal hielp dat. Vaak ook sliepen de kinderen gewoon door het lawaai heen. Hoewel Kampen een mooie stad was, verhuisden we na 4 jaar toch naar het NBAS-Bondshuis in Oldebroek op de Veluwe. Dit huis heeft een bijzondere historie. NBAS betekent Nederlandse Bond van Abstinent Studerenden. Het huis was dus 24 24

Stayokay Stayokay - Verhalen - Verhalenvan van toen toen

Stayokay - Verhalen van toen

25


­ ebouwd door studenten, idealistische studenten uit het hele g land, want het was zowel alcoholvrij als vegetarisch. Omdat er veel joodse studenten bij waren, werd het in de Tweede ­Wereldoorlog te gevaarlijk. Men heeft toen het geheel aan de NJHC geschonken. Maar er bleef contact tussen NJHC en NBAS. Na de oorlog kampeerden NBAS’ers vaak op het grote terrein en elk jaar was er een reünieweek.

zoals zwemmen in het militaire bad in ’t Harde. Na de periode 'minder validen' kregen we Mytyl- en Thytylscholen. Pas in de winter draaiden we weer een ‘gewone’ jeugdherberg. 16.000 overnachtingen per jaar was wel een heel verschil met de 6.000 in Kampen.

Oldebroek: Een jeugdherberg in het begin door leden van NBAS zelf gebouwd als eigen bondshuis en jeugdherberg. Is regelmatig uitgebreid en doet de laatste tien jaar in twaalf zomerweken dienst als vakantieverblijf voor gehan­dicapte jongeren.

‘Het huis was dus gebouwd door studenten, idealistische studenten uit het hele land, want het was ­zowel alcoholvrij als vegetarisch’ Bij de verhuizing naar Oldebroek moesten we nog wel voor een kleine commissie verschijnen om te kijken wie en wat we ­waren. Gelukkig pasten we goed in de club. Op de eerste NBASreünie ontvingen we 500 gasten. Dat was meteen onze vuurdoop in dat eerste jaar. Die verhuizing van Kampen naar Oldebroek zal ik nooit vergeten; met drie kinderen verhuizen en diezelfde dag nog een groep gasten! Dat waren nog eens tijden. Toen kwam de verbouwing. Want de jeugdherberg moest ­worden aangepast aan gehandicapten. Drie maanden per jaar ontvingen wij uitsluitend deze minder valide gasten. Een kamp duurde altijd tien dagen, dan volgde er een wisseldag en ­kwamen er nieuwe gasten en nieuwe begeleiders. Die kampen kostte ons de nachtrust, maar ook dat went. Ondanks alles was het toch een geweldige tijd. Karren vol ingrediënten sleepten we soms naar buiten waar Piet, om te kunnen barbecueën, met stenen vuurtjes maakte in het zand. Ook hielden we excursies 26

Stayokay - Verhalen van toen

Maar de NJHC ging met z’n tijd mee en er moest alcohol ­worden geschonken. Dat betekende voor ons heel veel. Piet en ik hebben daar samen veel over gesproken, maar ook met de directie van de NJHC en natuurlijk met de NBAS. Deze hebben erg hun best gedaan om ons en de jeugdherberg alcoholvrij te houden. Maar er was geen pardon zodat we met pijn het werk hebben verlaten. Het was een rijke tijd. Niet in geld, maar in de ervaring door gastvrijheid te verlenen aan mensen van vele nationaliteiten. We werden rijk aan vriendschappen en sociale contacten. De reünieweekenden van de laatste 30 jaar waren geweldig. Zo hebben we veel bij elkaar kunnen houden. Maar leven is ­leven vanuit wat op je afkomt, maar ook weer loslaten. Marieke Dekker Stayokay - Verhalen van toen

27


Moet je horen ‘Hij kleedde zich in fluweel. Hij wekte zijn gasten zingend en begeleidde ­zichzelf daarbij op de luit’

28 28

Stayokay Stayokay - Verhalen - Verhalenvan van toen toen

Wat beweegt een mens om voor dit werk te kiezen? Voor een deel was dat wellicht uit idealisme. Een bijdrage te willen leveren aan een bewuste levenshouding. Maar er waren toch ook een aantal vreemde figuren onder de collega’s bij wie deze motivatie ontbrak. Er bestonden vreemde opvattingen. Een paar anekdotes: 1. In Texel stond op de schoorsteenmantel: “Hier rookt alleen de schoorsteen en de jeugdherbergvader”. 2. De vader in Gorssel was berucht om zijn altijd dreigende ­houding. Hij vertelde regelmatig een verhaal waarbij hij zijn gasten de stuipen op het lijf joeg met het dichtklappen van de pianoklep. Als een kampbeul begeleidde hij de corvee, ­waarbij elke dag alles in de boenwas gezet moest worden. 3. In Putten was een vader die er plezier in had de trekkers te ­pesten. Iedereen moest met gepast geld betalen en velen ­werden naar het dorp teruggestuurd om geld te wisselen. Ook kwam het voor dat hij de trekkers die voor drie uur (dan ging de jeugdherberg pas open) op het terrein hun boterham zaten te eten, met een windbuks belaagde. Op een weekend met Amsterdammers kondigde hij aan dat hij het plan had ­stiekem door het dakraam naar binnen te komen voor controle. Dat gebeurde inderdaad. Hij werd afgetroefd door een stem: “Kom maar achter je grote neus vandaan, we hebben je toch al gezien”. Een nogal excentrieke figuur was Geert Dils, nog voor de oorlog jeugdherbergvader in Assumburgh. Hij kleedde zich in fluweel en droeg een bijpassende baret. Hij wekte zijn gasten zingend en begeleidde zichzelf daarbij op de luit. Als jongetje kon ik geen “vader” zeggen en ik draaide er wat omheen. Stayokay - Verhalen van toen

29


Hij wenkte mij bij zich en zei met opgeheven wijsvinger: “oom Geert”. “Ja, mmm.” “Nee, nogmaals: oom Geert.” “Ja, oom.” “Geert.” “Geert.” 4. Om een paar honderd gasten even stil te krijgen ging Jan ­Holierook, Elst, voor in de zaal met zijn armen omhoog staan. Bij het zachter wordende geroezemoes zakte ook zijn handen. Prachtige techniek! Dat gebeurde ook toen prinses Beatrix eens op bezoek kwam. Ze zat tussen de trekkers aan tafel. Voor het toetje vroeg Jan op deze manier de aandacht. Doodse stilte. Toen zei Jan, als gebruikelijk: “lepels aflikken en vasthouden, borden doorgeven”.

‘Kom maar achter je grote neus vandaan, we hebben je toch al ­gezien’ 5. In het hoogseizoen moesten wij in Amsterdam soms wat ­noodbedden organiseren, maar er waren grenzen natuurlijk. Een paar Amerikaanse meisjes probeerde ik af te poeieren door te vertellen dat alleen de keukenvloer nog vrij was. Ze werden helemaal enthousiast. Ik besteedde er verder geen aandacht aan. Maar ’s avonds bleken er drie meisjes in hun slaapzak op de keukenvloer te liggen. Dat was te gek natuurlijk. ’s Morgens om 7 uur moesten wij daar alweer beginnen. Maar die grieten vonden het prachtig.

Ik kreeg een idee, ging naar het kolenhok en nam twee rattenklemmen mee. Ik zette ze voorzichtig op de keukenvloer en zei: “good night, be careful of the rattraps” (of zoiets). De meisjes vlogen gillend overeind en brachten uiteindelijk de nacht door in het dagverblijf. Als de familie Richter 25 jaar in het jeugdherbergwerk werkzaam is, wordt deze foto gemaakt. Het zijn vier echt­ paren, die achtereenvolgend de jeugdherberg te Bakkum hebben gediend. Van links naar rechts: de h ­ eren Reinders, Rommerts, Richter en de ­dames Reinders, Rommerts, Richter. De familie Mooy, die de eerste boerderij-jeugdher­ berg beheerde, staat rechts.

6. Tijdens een heftige discussie op een conferentie over het toepassen van de regels – over onder meer hoge of lage ­leeftijd, leiderskaart, families – viel er een stilte omdat de deur door een laatkomer werd geopend. Ton Klein stond in de deuropening. Stem van Ad van der Kwast: “heb je je vader bij je?” 7. Ad en Ans van der Kwast zaten enige maanden in ­Beusichem. Ze konden er geen gasten ontvangen omdat het dak lekte en de met stro gevulde matrassen nat waren geworden. Na maanden schrijven, bellen en zeuren kwam het verlossende bericht dat het dak werd gerepareerd”. Ad voegde daaraan toe: “Laat ze vooral een maaimachine meenemen want de matrassen zijn intussen ontkiemd.” Herman Erbé

30

Stayokay - Verhalen van toen

Stayokay - Verhalen van toen

31


De ommekeer ‘De weg terug, dat kon niet meer’

Ons leven nam een grote keer het was een grote stap maar de weg terug, dat kon niet meer. Bos, duinen en dass grosse Meer dat leek ons toch geen grap ons leven nam een grote keer. De jeugdherberg beheerste ons jaar na jaar uit de keuken kwam menige hap en de weg terug, dat kon niet meer. 12 jaar lang hadden wij het beheer soms zegden wij geen pap ons leven nam een grote keer. Groepen en trekkers kwamen elk jaar weer velen gingen op stap maar de weg terug, dat kon niet meer. Toch kwam er weer een ommekeer na twaalf jaar hadden we het gehad ons leven nam een grote keer en de weg terug, dat kon niet meer. Ali Lok

32 32

Stayokay Stayokay - Verhalen - Verhalenvan van toen toen

Stayokay - Verhalen van toen

33


Jeugd­kinderen ‘Elke dag al die ­kinderen die ­vader en moeder ­tegen je ouders ­zeggen’

In het dorp Bakkum, waar ik tot mijn vijftiende in Koningsbosch ben opgegroeid, noemden sommigen ons, mijn zussen en mij, jeugdkinderen. En als we met Sint-Maarten met een uitgeholde en verlichte suikerbiet langs de deur zongen, kon het gebeuren dat een boer ons misprijzend aankeek en hoofdschuddend zei: “Nò, dat sukke raike kinders nou nog bedele moete”, in zangerig Bakkums. Kinderen van dat grote huis met die vele bezoekers moesten wel rijk zijn. Weinigen wisten dat in die tijd de ouders er in de wat rustiger tijd een tweede baan bij moesten vinden om rond te komen.

‘Honderden potentiële vriendjes die met scholen tegelijk binnenzwommen en waarmee je soms in korte tijd een band kreeg, ­verdwenen na een paar dagen voorgoed uit je leven’ Ik ben nu 66 en kijk met stijgende waardering terug op mijn jeugd in Bakkum. Grote contrasten. Ver weg van mijn vriendjes van school, zodat die of bijna nooit kwamen spelen en ik ­andersom ook niet, of met de hele klas tegelijk m'n verjaardag kwamen vieren. En de honderden potentiële vriendjes die met scholen tegelijk binnenzwommen en waarmee je soms in korte tijd een band kreeg, verdwenen na een paar dagen voorgoed uit je leven.

34 34

Stayokay Stayokay - Verhalen - Verhalenvan van toen toen

Stayokay - Verhalen van toen

35


Ik heb wel eens gedacht dat mijn vroegere moeite om afscheid te nemen daar iets mee te maken had. Alwéér een afscheid. ­Tekenend is een foto, waarop ik een groep uitwuif met zakdoek in de hand. Contrasten, altijd direct betrokken bij de meest ­uiteenlopende gebeurtenissen, zowel direct als vanuit je bed, als er wekelijks in het dagverblijf onder de slaapkamer werd ­gevolksdanst, zodat ik die dansen letterlijk kon dromen en de aanwijzingen die daarbij hoorden. Eten met de trekkers en m’n ouders daar op briljante wijze leiding aan zien en horen geven. Warmte creëren en grenzen stellen. Zo werden we, als er een nieuwe groep op het plein stond, er samen met de hond ­Flappie bijgehaald om te benadrukken dat we beslist geen snoep mochten krijgen. Jammer en wijs. Bakkum: De eerste jeugdherberg, die spe­ ciaal als jeugdherberg is gebouwd in 1932. Het was de eerste opdracht aan twee jonge samenwerkende architecten, die eveneens de uitbreiding in 1967 verzorgden als laatste gezamenlijke opdracht. De bouwkosten in 1932 bedroegen f50.000,-. Bij de Amster­ damse trekkers kreeg het al gauw de naam van het halftons-hotel.

Elke dag al die kinderen en mannen en vrouwen die vader en moeder tegen je ouders zeggen, maar niet papa en mama, dus dat zat wel goed. Onze ouders wisten op een grootse wijze een rijk gezinsleven te combineren met hun alomvattende werk, voor een groot deel door idealisme gedreven, met vaak goede, maar minimale assistentie. Nu koester ik de schatten van die tijd, die de ­momenten van eenzaamheid verre overstijgen. 36

Stayokay - Verhalen van toen

Welk kind komt met een zo internationale en wisselende ­gemeenschap jaren lang in contact? Pa nam me ook mee naar internationale rallies, die hij soms leidde. Welk kind trekt er zo vaak mee op uit als er excursies waren door bossen en duinen? Met de veldbioloog van de waterleidingduinen als grote ­inspirator. Welk kind zit een paar keer per maand dromend bij de knetterende vlammen van de open binnen-brandplaats, ­terwijl zijn vader en moeder met de groep liederen zingen en spelletjes doen, het ‘Boerken Naas’ zo vaak horend dat ik het ­lange gedicht van Gezelle nu nog vrijwel uit mijn hoofd ken? Welk kind heeft jaarlijkse familiereünies met bijna alle familie en vrienden van vaders en moeders kant, rond Oud en Nieuw? Maar welk kind ziet dan ook dat door het veel op weg zijn van de zingende vader de druk van een gezin en een jeugdherberg zwaar op de moeder rustte, waardoor ze uiteindelijk, na een paar keer overspannen te zijn geweest, als de assistente midden in de zomer ‘bloemen ging kopen’, moest stoppen? Mijn tijd in Koningsbosch is zeldzaam vormend geweest en ik ben mijn ouders dankbaar dat ze het zo lang en vooral zo goed hebben weten te begeleiden. In mijn huidige leven weerspiegelen zich die jaren nog altijd in het gemak, waarmee ik met internationale groepen omga. De zee van bijzondere verhalen, waarin ik nog graag en veel rond vaar. Onuitputtelijk. Een gedroomde jeugd. Floris Rommerts

Stayokay - Verhalen van toen

37


Jeugdherberg Jan Gijzen ‘Als het al te bar was met de herrie, werden er wel eens een paar met matras en al ­uitgehaald’

38 38

Stayokay Stayokay - Verhalen - Verhalenvan van toen toen

Per 1 juli 1946 werden mijn man en ik benoemd tot herberg­ ouders van de jeugdherberg Jan Gijzen tegen een salaris van 2000 gulden per jaar, waarvan 1160 gulden in contanten. Het resterende bedrag was voor onder meer vrij wonen, gas, licht. Ingecalculeerd was ook dat je 8 maanden per jaar vrije voeding had door maaltijdverstrekking aan de trekkers. In de oorlog waren er NSB-jeugdherbergouders geweest die op Dolle Dinsdag in september 1944 de benen hadden genomen onder achterlating van een verborgen zak rijst en bonen. Een jaar later vonden we dit bij het wegbreken van een verlaagd plafond. Er was toen nog steeds heel veel op de bon en het was een onverwachte meevaller voor ons.

‘Iedere trekker die kwam slapen, kon beginnen met zijn eigen ­strozak te vullen en dicht te naaien. Als ik eraan denk, voel ik nog het stof in mijn neusgaten. Maar gezellig was het wel!’ De laatste Oorlogswinter, na die Dolle Dinsdag dus, waren de Duitsers ingekwartierd geweest en alles zag er zeer verwaarloosd uit. De hele inventaris bestond uit 2 grote kolenkachels en een paar grote zware tafels. De NJHC zorgde ervoor dat we snel tafels en stoelen, gasstellen, pannen, serviesgoed en jute strozakken kregen. Iedere trekker die kwam slapen, kon ­beginnen met zijn eigen strozak te vullen en dicht te naaien. Als ik eraan denk, voel ik nog het stof in mijn neusgaten. Maar gezellig was het wel! Stayokay - Verhalen van toen

39


In de weekenden kwamen er veel Amsterdammers, liftend of op de fiets en ook wel met de trein tot station Santpoort. ­Langzaam kwamen ook de buitenlanders, wat heel leuk en ­interessant was. Er waren 4 slaapzalen met 110 bedden en we hadden ongeveer 12.000 overnachtingen per jaar. In het begin werd er gekookt in grote gamellen en iedereen moest langs­ komen met zijn bord. Een maaltijd kostte 85 cent, maar wij moesten deze klaarmaken voor 45 cent. Het verschil ging naar de NJHC. Vlees kon natuurlijk voor dit bedrag niet verstrekt ­worden. Het waren aardappels, een warme en een koude groente en een eenvoudig toetje.

Haarlem: Een voormalige school, waarin de eerste jaren naast de jeugdherberg ook nog een volksbondgebouw werd geëxploiteerd.

De strozakken werden na verloop van tijd vervangen door ­ledikanten en matrassen uit Engelse schuilkelders. Dit was in het kader van de Marshallhulp. De maten van de bedden waren 180 bij 70 centimeter, dus bepaald smal. De jute overtrekken van de strozakken werden uitgewassen, uit elkaar getornd en met de hulp van handige Amsterdamse meisjes, die op een ­atelier werkten, werden daarvan gordijnen genaaid voor de 40

Stayokay - Verhalen van toen

­ rote zaal. Een aantal draden werd uitgetrokken en er werden g kleurige linten doorgehaald om de zaak toch nog een beetje fleurig aanzien te geven.

‘De jute overtrekken van de ­strozakken werden uitgewassen, uit elkaar getornd en met de hulp van handige Amsterdamse meisjes, die op een atelier werkten, ­werden daarvan gordijnen ­genaaid voor de grote zaal’ Nog weer later kregen we betere bedden. Van de kakigroene matrastijken van de Engelse bedjes maakte ik broeken en ­windjackjes voor onze drie zonen. Ik zal nooit vergeten dat we met de kinderen in het park wandelden, alle drie in het kakigroen. De postbode kwam langs en merkte misprijzend op: “Laat ik nou altijd gedacht hebben dat jullie antimilitarist waren.” Ik voelde me zeer opgelaten, maar toch hebben onze jongens de pakjes gedragen tot ze te klein werden, want het salaris was intussen wel iets hoger dan de 2.000 gulden waar we mee ­begonnen, maar toch zeer miniem en we moesten er verschrikkelijk hard voor werken van ’s morgens 6.30 uur tot ’s avonds 11.00 uur zonder één vrije dag. Maar we hebben er wel 7 jaar met plezier gewerkt en door alle opgedane ervaringen in die ­jaren kon mijn man een baan bij het landelijk vakbondsjeugdwerk krijgen. Naast de jeugdherberg stond en staat het Noorder Sportpark. Toen wij er kwamen wonen, stond er geen boom of struik meer Stayokay - Verhalen van toen

41


in het park. Alles wat branden kon was in het laatste oorlogsjaar in kacheltjes verbrand. De populieren, die nu nog om de ­herberg staan, werden door mijn man geplant, het park werd weer aangelegd door de gemeente Haarlem. ’s Avonds werden er met de trekkers balspelen gedaan op de speelweide.

‘De populieren, die nu nog om de herberg staan, werden door mijn man geplant, het park werd weer aangelegd door de gemeente Haarlem. ’s Avonds werden er met de trekkers balspelen gedaan op de speelweide’

We hebben de gehele bouw van de wijk benoorden de Jan ­Gijzenvaart meegemaakt en het was een heel evenement toen de autoweg klaar was. Een paar winters geleden bezocht ik de herberg nog een keer. Er was een vogeltentoonstelling. Ik nam even een kijkje in de slaapzalen en de keuken. Alles was toch sterk verouderd, dit kon echt niet meer in de tegenwoordige tijd. Gelukkig is er nu een nieuw deel aangebouwd met goede kamers en sanitair. Het oude gedeelte heeft een metamorfose ondergaan en nu is het beslist goed toeven in de NJHC-herberg Haarlem. Gré de Wal-Banning

In de zomer bij goed weer ging de herbergvader met de ­trekkers die een fiets hadden naar Spaarndam. Daar werden roeiboten gehuurd en in 20 minuten werd er geroeid naar De Laars waar kon worden gezwommen. Tegen 9 uur kwam de groep weer thuis, waar ik als herbergmoeder de thee klaar had. Vaak nog even zingen en om half elf naar de slaapzaal. ­Natuurlijk moesten we altijd nog wel even langs om tot stilte te manen, wat niet altijd lukte. Als het al te bar was met de ­herrie, werden er wel eens een paar met matras en al uitgehaald en die konden dan op het podium van de eetzaal slapen. De jeugdherberg lag toen nog helemaal ‘op de vlakte’. Toen onze tweede zoon geboren werd in 1949 was net de grote brug klaar en mijn eerste wandelingetje na het kraambed was over die brug. Een hele belevenis! Vanuit de zolder kon je toen nog de schepen in het Noordzeekanaal zien varen.

Koffiepauze tijdens de repetities van 'Pamphalon' in de Haarlemse jeugdherberg. Zie ook krantenartikel 'Jeugdherbergouders op tournee' op pagina 65.

42

Stayokay - Verhalen van toen

Stayokay - Verhalen van toen

43


Mijn eerste jeugdherbergleven ‘De weekenden ­gingen we met de groep op pad. ­Culturele dingen doen zoals kampen bezoeken en Arkel’

44 44

Stayokay Stayokay - Verhalen - Verhalenvan van toen toen

In 1963 zijn wij in de jeugdherberg in Kampen begonnen. Het gebouw was een oude kazerne, de helft was muziekschool. De NJHC had de andere helft voor een klein bedrag van de ­gemeente Kampen gehuurd. Dit was voor ons de vuurdoop. Om de eetzaal wat gezelliger te maken zijn we toen aan het ­slopen gegaan. Op de zolder hebben we de daar nog steeds bestaande kamertjes afgebroken. Zo hadden we hout om aan de kale wanden te spijkeren. Twee seizoenen hebben we ­‘gedraaid’. Doordat de jeugdherberg in de stad lag en inmiddels onze zoon was geboren, wilden we de stad uit, het liefst naar de bossen.

Gorssel: Een reeds enkele jaren gesloten jeugd­ herberg, in afwachting van de voor deze jeugd­ herberg gemaakte plannen. Nog steeds eigendom van de NJHC. Het gebouw is een Noors jachthuis, waarvan de verhalen vertellen dat het oorspronke­ lijk een cadeau was van de Noorse koning aan prins Hendrik, de vader van H. M. koningin Juliana. Het zou eerst op een andere plaats gestaan hebben en volkomen gedemonteerd getransporteerd zijn naar de huidige plaats.

Stayokay - Verhalen van toen

45


Er kwam een vacature in Gorssel. Dat leek ons wel wat. Naast de jeugdherberg was namelijk een beheerderswoning gebouwd. Volgens mij zelfs de eerste apart gelegen woning. Alle beheerders woonden destijds met hun gezin in een jeugdherberg. Dit was voor ons een luxe gebeuren. In 1964 zijn we naar ­Gorssel verhuisd waar we een geweldige tijd hebben gehad. Paaswerkkampen en als hoogtepunt een internationaal werkkamp in de zomer. Het was heel hard werken met tussendoor de ‘losse trekkers’ die langskwamen. De weekenden gingen we met de groep op pad. Culturele dingen doen zoals kampen ­bezoeken en Arkel. Voor de buitenlanders was de Noordoostpolder of de Biesbosch bij Arkel een populaire bestemming. Tussendoor kregen wij gezinsuitbreiding van een tweede zoon.

herbergen gemaakt. Dit allemaal om de pupillen wat mee te geven. De wereld ging voor ze open! Ik denk nog met genoegen terug aan de creatieve weken in het voorjaar met jeugdherbergcollega's. Ondanks de vaak zware werkzaamheden kan ik met veel plezier aan die goede oude tijd terugdenken. Veel vrienden en contacten zijn me erg dierbaar. Gerry de Oude

‘Ik denk nog met genoegen terug aan de creatieve weken in het voorjaar met jeugdherberg­ collega's. Ondanks de vaak zware werkzaamheden kan ik met veel plezier aan die goede oude tijd ­terugdenken. Veel vrienden en contacten zijn me erg dierbaar’ We hielden van de zee. Daarom ruilden we met Ameland. Ook op Ameland hebben we met veel plezier en inzet ­gewoond en gewerkt. Jammer dat ons gezin na een aantal ­jaren een andere weg moest kiezen. Doordat we ervaring ­hadden met groepen mensen met een beperking ben ik daarna daarin verder gegaan en heb jaren als groepsleidster ­gewerkt. Met hen hebben wij vakantietochten langs jeugd­ 46

Stayokay - Verhalen van toen

Stayokay - Verhalen van toen

47


Liedjes van toen

Jan Pierewiet Het lijflied van Jan Holierook

Over heel ‘t wereldfront, zwiert Jan Pierewiet rond. Nergens bouwt hij zijn huis, heel de aard’ is zijn thuis. Jan Pierewiet, Jan Pierewiet, waar kom je vandaan? Van de poesta’s, van de pampa’s, van de ­meridiaan. Zet je mutsje opzij! Maak een dansje met mij! Tussen lust en plezier, draait mijn leventje hier. Alle klagen verstomt, als Jan Pierewiet komt. Weg zijn zorg’n en verdriet, ieder kind kent zijn lied. Jan Pierewiet, Jan Pierewiet, Jan Pierewiet gaat voor. Met zijn flodderjas, met zijn slobberdas, Met zijn hoedje op een oor. Alle meisjes zijn blij, danse’ in eind’loze rij, Over bergen en zee, met Jan Pierewiet mee. 48

Stayokay - Verhalen van toen

Over tienduizend jaar, is Jan Pierewiet nog daar; Nimmer oud, nimmer grijs, speelt hij steeds d’oude wijs. Jan Pierewiet, sterven kan hij niet, komt de man met de zeis. Tikt hij aan zijn hoed, zegt: Meneer gegroet! Maar ‘k ga nimmer met je mee op reis, Ik heb eeuwig verlof, hier te wand’len in ‘t stof. Want heel d’aard werd van steen, ging Jan Pierewiet heen.

Stayokay - Verhalen van toen

49


Mijn eerste kennismaking ‘Zo ervaar je dat een jeugdherberg in ­oorlogstijd andere functies kon vervullen dan het herbergen van trekkers’

Dat was in de zomer van 1944. Mijn latere vrouw Liesbeth was toen assistente bij de familie in jeugdherberg De Heemhoeve in Epe. Ik zelf probeerde (succesvol) uit handen van de Duitsers te blijven om niet naar Duitsland gestuurd te worden om daar te werken. Ik zwierf heen en weer en was in de weekenden vaak op de Heemhoeve. Die fungeerde toen niet als jeugdherberg, maar als opvangtehuis voor ‘bleekneusjes’ uit Rotterdam. ­Groepen van zo’n 25 kinderen mochten daar enige weken ­logeren om bij te komen van de verschrikking van de oorlog en om aan te sterken. Hulp was daarbij welkom want er was aan veel dingen gebrek. Zo moest het windaggregaat dat stroom opwekte nogal eens gerepareerd worden, of de waterpomp ­bediend om de tank weer te vullen. Aan eten en drinken was er gelukkig geen gebrek.

‘Na de luchtlanding van Engelse troepen rondom Arnhem werd het voor onderduikers op de Veluwe helemaal gevaarlijk. De Duitsers gingen razzia’s houden op de ­ondergrondse verzetsgroepen. Alle mannen van de Heemhoeve hebben toen nog een nacht in het bos doorgebracht’ Direct na Dolle Dinsdag toen de bevrijding nabij leek, ben ik ­definitief naar De Heemhoeve gegaan. Ik was daar niet de enige onderduiker, behalve vader Abspoel waren daar nog twee zoons Jan en Bram en twee verloofden van dochters van het echtpaar Abspoel. Al met al een spannende tijd, vooral toen een

50 50

Stayokay Stayokay - Verhalen - Verhalenvan van toen toen

Stayokay - Verhalen van toen

51


Duitse officier op een dag polshoogte kwam nemen, kennelijk om te kijken of de jeugdherberg een geschikt onderkomen voor soldaten zou zijn. Dat ging gelukkig niet door. De laatste groep Rotterdamse kinderen was toen al, met vertraging, opgehaald door een stadsbus van RET die op hout reed! We hebben die bus nog met boomtakken bedekt toen hij bij de jeugd­ herberg geparkeerd stond. De Engelsen probeerden namelijk alles wat kon rijden kapot te schieten met jachtvliegtuigen.

bij mijn broer en schoonzus in Blokzijl onderdak te krijgen. Daar werden we in april door Canadezen bevrijd. Onze terugreis naar Vlissingen, waar onze ouders woonden en waar we een half jaar geen contact mee hadden gehad, is weer een ander spannend verhaal. Zo ervaar je toch dat een jeugdherberg in die bijzondere ­oorlogstijd uitstekend andere functies kon vervullen dan het herbergen van trekkers, maar dan als onderkomen van bleekneusjes en onderduikers. Liesbeth heeft later nog een tijdlang als assistente op de Heemhoeve gewerkt en ook daarna zijn de contacten met de familie Abspoel nog lang blijven bestaan. Adrie Dekker

Emst-Epe: Oorspronkelijk als villa gebouwd; in 1923 door het Nederlands Jeugdleiders Instituut als vakantiebuitenhuis aangekocht, wordt in 1930 aan het NJHC-net toegevoegd. Het nu oude ­gebouw is thans grotendeels als woning voor de beheerder ingericht. In 1953 vindt plaatsing van een groot slaappaviljoen plaats en in 1968 wordt er een volledige, nieuwe, in hout uitgevoerde, jeugdherberg gebouwd.

Na de luchtlanding van Engelse troepen rondom Arnhem werd het voor onderduikers op de Veluwe helemaal gevaarlijk. De Duitsers gingen razzia’s houden op de ondergrondse verzetsgroepen. Alle mannen van de Heemhoeve hebben toen nog een nacht in het bos doorgebracht. Niet lang daarna zijn Liesbeth en ik uit Epe weggegaan om, na wat omzwervingen, 52

Stayokay - Verhalen van toen

1934. Het summum van een keuken in de nieuwe jeugdherberg te Arnhem. Emaille voert nog de boventoon.

Stayokay - Verhalen van toen

53


Hoe wij op Texel kwamen ‘Onderweg vroeg ik om een uitslag. Maar dat konden ze niet geven. Dat is wel een spannende week ­geworden’

54 54

Stayokay Stayokay - Verhalen - Verhalenvan van toen toen

Tweeënhalf jaar zat ik bij de Binnenlandse Strijdkrachten. Op 5 mei 1945 kwam ik bovengronds. Daarna ben ik in militaire dienst gebleven. Op 14 november trouwde ik in Delft met Pien. Op 31 december met de trein naar Oostende. In de wagons ­zaten geen ramen meer en het vroor nogal. De haven van ­Rotterdam was een grote puinhoop, daarom gingen we naar Oostende. Met tentzeiltjes probeerden we de vrieskou buiten de trein te houden. Op 2 januari debarcatie in Engeland. We ­komen in Aldershot terecht. In Engeland was het een eldorado. We zagen weer chocolade, sinaasappelen en vele andere ­dingen waar we alleen maar van hadden gedroomd.

‘We gingen naar Amsterdam om voorgoed afscheid te nemen van familie en vrienden. We waren zeer ontspannen. Plotseling ­bleken er 3 of 4 jeugdherbergen vacant. Als ik me niet vergis, ­waren er wel 12 of 13 sollicitanten’ Na ongeveer 6 weken ging het met de boot Nieuw Amsterdam richting Java. Veel zeezieken in de Golf van Biskaje. Na een week of drie kwamen we in Singapore aan. Daar gingen we de ­binnenlanden in. Er zaten daar nogal wat Japanse krijgsgevangenen. Die moesten vuile karweitjes voor ons opknappen, zoals onze baggerschoenen schoonmaken. Het was daar net ­regentijd, dus een troep. De aarde was rood, alles werd smerig wat je aanhad. Na drie weken ging het richting Batavia en ­daarna door naar Soerabaja. Daar werden we in een mooi huis ingekwartierd. Een vloer met marmeren tegels en één dekentje. Stayokay - Verhalen van toen

55


“Selamat Tidur!” (slaap lekker!). Daarna weer de binnenlanden in. Heel veel keren van de ene post naar de volgende. In totaal zijn we ongeveer 57 keer verhuisd. Wij hadden met z'n drieën één “djongos”. Hij is ruim twee jaar bij ons gebleven. Ik heb hem later nog eens opgezocht. Daar zat wel 40 jaar tussen. De hele zoektocht naar hem heeft twee dagen geduurd. Wie daar meer van wil weten komt maar eens naar Texel!

Texel I (panorama): Oorspronkelijk was de jeugd­ herberg gevestigd in een Texelse boerderij, ­gelegen op de ‘hoogte’ nabij Den Burg. Vanaf het erf had men een prachtig uitzicht over het gehele eiland met zijn duinen, dennen en verspreide boerderijen. In de oorlog hebben Duitse soldaten het interieur niet al te best achter gelaten. Bij een voorgenomen verbouwing moesten de plannen voor herstel in oude stijl plaats maken voor een volledige nieuwbouw. Gelukkig op dezelfde mooie plek.

In augustus 1948 keerden we met de Johan van Oldebarneveld terug naar Nederland. Na een paar weken gingen we weer aan het werk. Maar ik kon hier m'n draai niet vinden en Pien en ik besloten te emigreren naar Australië. De reis moest ik eerst zelf betalen maar zou het geld dan later terug krijgen omdat ik bij de B.S. was geweest.

56

Stayokay - Verhalen van toen

Toen kwam er een brief van de NJHC of we nog een gesprek wilden aangaan vanwege mijn eerder gedane sollicitatie. Erg belangrijk was wat er onderaan in de brief stond: “reiskosten worden vergoed”. We gingen naar Amsterdam om voorgoed afscheid te nemen van familie en vrienden. We waren zeer ontspannen. Plotseling bleken er 3 of 4 jeugdherbergen vacant. Als ik me niet vergis, waren er wel 12 of 13 sollicitanten. Ook wij werden uitgenodigd voor een gesprek. We hadden een gesprek met een bestuurslid van de NJHC, meneer Warffemius en een meneer uit De Kaag. Later bleek dat de jeugdherbergvader Wim Bookelman. Ze ­boden ons aan met de heer Warffemius mee te rijden naar Delft. Onderweg vroeg ik om een uitslag. Maar dat konden ze niet geven. Bijna in Delft vraag ik nogmaals om een uitslag. Warffemius zei toen: “Als het visum komt, bel me dan maar.” Dat is wel een spannende week geworden. Zaterdagmiddag wordt er gebeld door Warffemius. We waren benoemd en of we dinsdag naar Den Haag willen komen voor een gesprek met de heer Leijenaar en of we woensdag meteen maar naar Texel konden gaan. We zijn datzelfde weekend nog naar Texel gegaan om te kijken waar we terecht zouden komen. Pien ging al weer gauw naar Delft terug met een kleine boot. Er stond een harde wind en ze werd erg zeeziek. Twee weken later verhuisden we voorgoed van het vasteland naar Texel. Freek Veldwisch

Stayokay - Verhalen van toen

57


Toen we laat in de ochtend met de verhuiswagen op de ­Amsterdamse Kloveniersburgwal aankwamen, zat de voordeur potdicht. Vanuit een bovenraam riep iemand dat de deur pas om drie uur open ging. Op ons antwoord dat wij de nieuwe jeugdherbergouders waren, ging de deur pijlsnel open. Na een paar dagen meedraaien met ‘vliegende moeder’ Trix Huybregtse kregen we het roer van Stadsdoelen in handen. Een van de ­gemeentelijke klusjesmannen maakte op die eerste dag zo’n ­typisch Amsterdamse ‘opbeurende’ opmerking: “Het zal mij ­benieuwen hoe lang jullie ’t hier uithouden, de vorige is hier gek vandaag gegaan!’’

Vrijen op de Dam ‘Het waren de gasten, 98 procent buitenlands, die de ­jeugdherberg zo leuk maakten’

Het waren de gasten, 98 procent buitenlands, die de Amsterdamse jeugdherberg zo leuk maakten. In het begin keken we nog wel eens op van een bijzondere nationaliteit, maar na een jaar hadden we toch wel zo’n beetje de halve wereld in huis ­gehad. Uit al die duizenden zijn me er een paar in het bijzonder bijgebleven:

‘Hans Jürgen werd het land ­uitgezet, zo luidde de boodschap van de dienders. Op mijn vraag wat hij had gedaan, was het ­antwoord kort maar krachtig: ­Vrijen op het Dam Monument’ Hans Jürgen bijvoorbeeld. Hij kwam uit Zwitserland en raakte in onze jeugdherberg smoorverliefd op een mooi Zweeds meisje, Kikki geheten. Kikki hield van lang uitslapen. ’s Morgens stond Hans Jürgen vaak heel lang beneden in de hal te wachten tot zij

58 58

Stayokay Stayokay - Verhalen - Verhalenvan van toen toen

Stayokay - Verhalen van toen

59


eindelijk de trap van de meisjesslaapzaal afkwam. Toen het een keer erg lang duurde, mocht hij via de geluidsinstallatie Kikki oproepen. Met zijn zangerige Zwitserse accent wist hij haar naar beneden te lokken. Wat schetst mijn verbazing toen op een dag Hans Jürgen binnenkwam, tussen twee potige politieagenten in. Hans Jürgen werd het land uitgezet, zo luidde de boodschap van de dienders. Op mijn vraag wat hij had gedaan, was het antwoord kort maar krachtig: “Vrijen op het Dam Monument.” Wat we ook zeiden, niets hielp. De bagage werd opgehaald en Hans Jürgen afgevoerd. Kikki hield zich onzichtbaar. Het is een paar jaar later. Op een avond staat er een keurige, in het pak ­gestoken man aan de balie. “Herkent u me nog?” vraagt hij. “Ik ben Hans Jürgen, degene, die destijds uw land is uitgezet.” Ik staar naar deze goed geklede man. “En dit is Kikki”, hoor ik hem zeggen. “We zijn getrouwd en we vliegen morgen naar ­Canada waar ik een goede baan heb gekregen.”

verloofd. Na enkele maanden vond haar in Australië achter­ gebleven verloofde dat ze wel erg lang weg bleef en stuurde haar per aangetekende brief een vliegticket terug naar Australië. En wat deed de jongedame? Ze wisselde het ticket om voor contant geld. “Ik ben wel gek als ik nu al terug ga”, was haar commentaar. “Eenmaal weer in Australië, krijg ik waarschijnlijk nooit meer de kans om hier te komen. Dan zit ik er levend begraven.” Of die twee ooit getrouwd zijn, meldt het verhaal niet. Jan Kleijn

Amsterdam I (Stadsdoelen): Privé grachtenhuis, gemeentelijk jeugd­ hotel, daarna jeugdherberg. Grote verbouwing in 1955.

Dan de twee Australische meisjes, Marget Clout en Pauline ­Cooper, die in het stille winterseizoen veel langer bleven dan de voorgeschreven drie dagen. Ze hadden beiden een baantje gevonden bij de augurkenfabriek Van Luyck. Elke avond ­kwamen ze vlak voor etenstijd de jeugdherberg binnenrennen, stinkend naar de zure uitjes en augurken. Een van de twee was 60

Stayokay - Verhalen van toen

Stayokay - Verhalen van toen

61


Hagelslag ‘Wij leenden een ­grote ­container, ­vulden die met water en zo hadden we een zwembad’

Van alle groepen die in de dertig jaar dat Truus en ik dit werk gedaan hebben, is er één mij speciaal bijgebleven. Dat is de dr. Van Voorthuijsenschool uit Haarlem, een school met geestelijk gehandicapte kinderen, die elk jaar in de eerste week van juni een week de jeugdherberg van Emst bevolkte. Ze kwamen met in totaal 160 personen, terwijl de normale capaciteit van onze herberg ongeveer 110 was. Dus werden er door een plaatselijke middenstander twee grote tenten op het terrein geplaatst en werden de speciaal voor dat doel op de vliering bewaarde bedstellen en matrassen tevoorschijn gehaald. Eén tent werd als slaaptent ingericht. De andere tent was bestemd als eetzaal en voor recreatie. Dat betekende dus heel veel voorbereidend werk, maar gelukkig konden wij ­altijd een beroep doen op Onno.

Rotterdam: Vier jeugdherbergen gingen aan de ­huidige ‘Windroos’ vooraf. Deze is speciaal als jeugd­ herberg gebouwd en sinds 1978 is de exploitatie van de zelfstandige stichting door de NJHC over­ genomen.

62 62

Stayokay Stayokay - Verhalen - Verhalenvan van toen toen

Stayokay - Verhalen van toen

63


De eerste keer zagen wij vreselijk tegen deze week op, maar ­tijdens de week hadden wij zoveel plezier met de kinderen en de (zeer gemotiveerde) leiding, dat dat heel veel goed maakte. Onze kinderen ruilden hun speelgoed met het speelgoed van de groep dat in grote getale aanwezig was. Als het heel erg warm was, leenden wij een grote container, vulden die met ­water en zo hadden we een zwembad.

‘Voor de bonte avond heeft één van die jonge gasten een hele avond als Meneer de Uil op een boomtak gezeten, met gevolg dat de tak nog lang in zijn achterste afgetekend stond’ De kinderen deden ook corvee. Eén meisje kreeg als taak om de overgebleven hagelslag terug in de grote bus te doen. Al snel bleek echter, dat de hagelslag niet in de bus terecht kwam, maar dat het verdween in haar mond. Voor de bonte avond heeft één van die jonge gasten een hele avond als Meneer de Uil op een boomtak gezeten, met ­gevolg dat de tak nog lang in zijn achterste afgetekend stond. De daaropvolgende jaren bleef het, ondanks al het werk, weer een ­plezier als het opnieuw de eerste week van juni was. Henk van Truus

Splinters in de voet van Jermy doen pijn

64

Stayokay - Verhalen van toen

Stayokay - Verhalen van toen

65


De NJHC in herinnering ‘Herinneringen zijn te koesteren, vooral als ze zo mooi zijn na afloop van de overwonnen moeilijk­heden’

66 66

Stayokay Stayokay - Verhalen - Verhalenvan van toen toen

Van 1 oktober 1954 tot 1 februari 1987 ben ik werkzaam ­geweest bij de NJHC. Daarna nog enige afrondende vertegenwoordigingen in de commissie Jongeren bouwen voor ­Jongeren en de stichting Lange Afstandpaden (LAW). Dus vele herinneringen aan jeugdherbergmensen; ouders/-beheerders/directeurs; bestuurders (plaatselijk, regionaal, landelijk); ­gebouwen (oud en nieuw); organisaties, waarmee contacten onderhouden moesten worden, inclusief overheden. Kortom een grote hoeveelheid herinneringen. Wat te kiezen voor een klein afscheidsstukje?

‘Toch, als ik terugkijk en de ­ontwikkeling van zo’n 100.000 overnachtingen in 1955 tot 850.000 bij mijn afscheid en de veranderingen in de bemensing en accommodaties zie, dan kijk ik met plezier en ­dankbaarheid terug’ Ontwikkeling van het jeugdherbergouderschap van een soort ‘liefdewerk oud papier’ tot een pensioenregeling en cao en ­‘eenhoofdige leiding’? Wijzigingen in het dagelijkse werk in jeugdherbergen? Aanpassing aan het maatschappelijke ­ontwikkelingen en wensen bezoekers? Te veel om op te ­noemen of samen te vatten. Het ging allemaal niet zonder stoot of slag. Veranderingen doen soms pijn en kosten tijd en energie. Toch, als ik terugkijk en de ontwikkeling van zo’n 100.000 ­overnachtingen in 1955 tot 850.000 bij mijn afscheid en de ­veranderingen in de bemensing en accommodaties zie, dan kijk ik met plezier en dankbaarheid terug. Stayokay - Verhalen van toen

67


Ik werd benoemd in het jaar waarin de NJHC haar 25-jarige ­bestaan vierde en eindigde ruim na het 50-jarige bestaan na een periode van jarenlange investeringssubsidies en groei. Wat springt eruit wat jeugdherbergen betreft? Drie dingen schieten me spontaan te binnen.

‘Veel overleg, bestuderen van de boeken en de accommodaties, ­besprekingen en rapporteringen, veelal buiten normale kantooruren en in een spoedtempo, maar ­uiteindelijk naar mijn oordeel wel verantwoord geslaagd’ Ten eerste: de moeite die het kostte om de Amsterdamse jeugdherberg Stadsdoelen weer in gebruik te nemen. Jarenlang moest er gewerkt worden met een zomerse noodjeugdherberg. Geregeld werd geprobeerd voor de verbouwing een bouw­ vergunning van de Rijksoverheid te verkrijgen, maar woningbouw, herstel van bedrijfsgebouwen, scholenbouw kregen voorrang. Het ministerie van Wederopbouw en Volkshuisvesting zag de NJHC geregeld. De School voor Maatschappelijk Werk had gelukkig hetzelfde probleem om een bouwvergunning te krijgen zodat de NJHC gedurende een aantal jaren de zomerjeugdherberg in hun gebouw op het Kartuizersplantsoen kon exploiteren, met de nodige improvisatie en met behulp van vrijwillige trekkers.

l­agen vele malen hoger dan indertijd door gemeente beschikbaar gesteld krediet, maar die zorgen zijn overwonnen door de goedwillendheid van gemeentebestuur en ambtenaren. Wel een moeilijke leerschool! Ten tweede: het haastwerk dat geleverd moest worden bij het overnemen van de KVC, op verzoek van de toenmalige staats­ secretaris. Veel overleg, bestuderen van de boeken en de ­accommodaties, besprekingen en rapporteringen, veelal buiten normale kantooruren en in een spoedtempo, maar uiteindelijk naar mijn oordeel wel verantwoord geslaagd.

Ook toen de Stadsdoelen wel verbouwd kon worden, waren er de nodige angsten inzake de financiering. De bouwkosten

Een vergelijkbare operatie was enige jaren later het maken van een investeringsplan voor het gehele net; verbouwingen en nieuwbouw om mee te doen aan het Rijksplan om de ­werkgelegenheid in de bouw te bevorderen. Velen van bureau

68

Stayokay - Verhalen van toen

Stayokay - Verhalen van toen

69


en daarbuiten werden ingeschakeld en we waren op tijd om wat binnen te halen! Ten derde: denk ik aan de bouw van de Grote Beer te Apeldoorn. Een project van samenwerking van NJHC en Stichting Vak­ opleiding Bouwnijverheid. Jonge bouwvakkers, timmerlui, ­stukadoors, loodgieters, gasfitters, elektriciens, schilders, stratenmakers e.d. moesten op het bouwobject hun eisen van vak­ bekwaamheid proberen te halen. Examens hoefden we niet af te nemen, maar de organisatie vergde veel van onze mensen en de SVB, architect en aannemer. Het tijdig verkrijgen van de nodige bouwmaterialen vergde veel inspanning. Zo ben ik meermalen met de consulent van de SVB op een ‘bedeltoer’ ­geweest om tijdig stenen geleverd te krijgen.

‘Het tijdig verkrijgen van de nodige bouwmaterialen vergde veel ­inspanning. Zo ben ik meermalen met de consulent van de SVB op een ‘bedeltoer’ geweest om tijdig stenen geleverd te krijgen’

Al tikkende schieten je nog veel meer dingen te binnen. ­Internationale werkkampen, Paaswerkkampen, openen en ­sluiten van jeugdherbergen, de jubileumconferenties van de IYHF, 25 jaar met een internationale trekkersfeest op de ­Paasheuvel in Vierhouten, conferentie in Woudschoten, 50 jaar conferentie in Noordwijkerhout met bezoek van koningin Beatrix, kleurrijke figuren, reorganisaties, onderzoekingen en ­implicaties van de resultaten en zo kan ik nog uren doorgaan.

‘Uiteindelijk keek iedere ­betrokkene bij de opening van de jeugdherberg door prinses Irene met tevredenheid terug’ Herinneringen zijn te koesteren, vooral als ze zo mooi zijn na ­afloop van de overwonnen moeilijkheden. Jan van der Harst Oud directeur N.J.H.C.

Bouwonderdelen op elkaar aan te laten sluiten was niet ­eenvoudig, vooral als er gemetseld examenwerk moest worden afgebroken. De metselaar was dan uiteraard gezakt weg. Ook liep de financiering niet van een leien dakje (is ook bouw!), maar uiteindelijk keek iedere betrokkene bij de opening van de jeugdherberg door prinses Irene met tevredenheid terug. Maar een tweede keer…

70

Stayokay - Verhalen van toen

Stayokay - Verhalen van toen

71


De vakbond ‘Een succes was het ­zeker, want 100 ­procent van de ­collega’s zijn lid g ­ eworden en zij ­betaalden ­contri­butie’

Omstreeks 1960 vond er in Bunnik de jaarlijkse bijeenkomst voor alle jeugdherbergouders plaats. Tot mijn grote verbazing waren alle collega's verdeeld over twee zalen. In de ene zaal de collega's die leden van een vakbond waren. In de tweede zaal alle anderen die niet bij een vakbond aangesloten wilden zijn. Dit was een situatie die niet bepaald nuttig was om tot een ­verbetering van onze sociale positie te komen. Gelukkig was dit voorval aanleiding voor een initiatief om ­vanuit beide groepen vijf mensen te benoemen die met elkaar gingen overleggen. Het resultaat was de oprichting van een ­eigen vakbond WJO, die de steun kreeg van de grote broer ABVA. Een succes was het zeker, want 100 procent van de ­collega's zijn lid geworden en zij betaalden contributie. Bunnik: Voorloper van de Ridderhofstad 'Rhijnauwen' was een jeugdherberg in drie lokalen van een oude school in Utrecht in 1930. Eind 1932 kwam hieraan een einde en werd in 1933 het huidige ­gebouw als jeugdherberg van de ­gemeente gehuurd. Pas in de ­jaren zeventig kon het volledige poortgebouw bij de jeugdherberg worden betrokken.

Bij alle cao-onderhandelingen was vanaf dat moment ook de WJO een gesprekspartner. Of er voldoende bereikt is, daar zal verschillend over gedacht worden, maar twee dingen wil ik wel noemen. De aansluiting bij de PGGM was goed voor onze pensioenregeling en leidde ook tot de invoering van de ‘eenhoofdige leiding’ in 1975. Veel te lang hebben wij geaccepteerd dat er voor al het werk, dat gedaan werd door een echtpaar, maar één salaris was. Henk Wentink 72 72

Stayokay Stayokay - Verhalen - Verhalenvan van toen toen

Stayokay - Verhalen van toen

73


“Hoe zijn jullie in Nijverdal terechtgekomen?”, vragen wij (Jan en Heleen) aan Bolle. “Zijn jullie hier in het oosten geboren?” “O, nee”, begint Bolle, “Jopie en ik komen uit het centrum van Amsterdam. Ik ben geboren op de Palmgracht, in 1923.”

Op weg naar Nijverdal ‘Het werd een leuke, boeiende tijd, maar het was krap en primitief’

Mijn vader was diamantslijper, maar toen ik 6 jaar oud was, werd hij werkeloos. Het was de crisistijd. Hij was de enige niet. Bijna al mijn vriendjes hadden vaders die werkeloos waren. We verhuisden nogal eens. Zo heb ik op de Da Costakade gewoond en vandaar zijn we verhuisd naar de Looierstraat, waar een pandje vrij kwam waar we konden inwonen. In 1940 werd mijn vader te werk gesteld bij de DUW Bomen rooien in Putten. Ik vond, voor de oorlog dus, werk bij de plantsoenendienst van de gemeente Amsterdam. In de oorlog werd ik zogenoemd ­uitgeleend aan Duitsland, tewerkgesteld dus, maar ik bleef wel in dienst van de gemeente. In Duitsland raakte ik helaas gewond aan mijn been, genoeg reden voor de gemeente om mij bij terugkeer een vaste aanstelling te weigeren. Ik kreeg verkering met Jopie. Jopie woonde in Oud West, in de Van Reigersbergenstraat. In 1946 zijn we getrouwd, maar een huis hadden we niet. In Amsterdam heerste, zo vlak na de ­oorlog, grote woningnood. Gelukkig hadden Jopie's ouders een houten huisje op de volkstuin Ons Buiten aan het Nieuwe Meer. Eén winter lang hebben we toen in dat vochtige houten huisje gewoond. Zonder elektriciteit, zonder gas en aanvankelijk ook zonder verwarming. Op het Waterlooplein heb ik toen een ­kolenfornuis opgescharreld. Dat loodzware ding heb ik op een bakfiets geladen en naar de volkstuin gereden.

74 74

Stayokay Stayokay - Verhalen - Verhalenvan van toen toen

Stayokay - Verhalen van toen

75


Jopie was idolaat van het kampleven. Kampen waren populair in die tijd en eigenlijk de enige vorm van recreatie voor jongeren. Ze was lid van Ons Huis in Amsterdam en ging vaak met Ons Huis naar Bakkum, waar Jan Reinders de leiding had of naar Schoorl. Dat kampwerk leek haar wel wat. Ik dacht erover om te emigreren. Maar niet naar Zuid-Afrika, waar een neef van mij naar toeging. Die neef wilde graag dat wij meegingen. Maar dat land vonden we helemaal niks. We vonden ten slotte samen werk als hoofd in de huishouding en keuken op een kampterrein aan de Wassenaarse Slag. Een ander echtpaar voerde het beheer en de financiën. De vrouw was lerares oude talen en had nogal wat noten op haar zang. Wat ze beslist niet leuk vond, was dat de gasten steeds naar ons toe kwamen met hun vragen in plaats van naar hen. Na een jaar Wassenaar hielden we het voor gezien en vertrokken naar ­Putten. Daar verhuurde een zekere meneer Wouters vakantiehuisjes. In één zo’n huisje mochten wij ook wonen. Maar ook dit hielden we gauw voor gezien, toen bleek dat meneer ­Wouters zijn hele familie in de huisjes liet wonen. Tijdens de zomer van 1948 hebben Jopie en ik heel plezierig een tentenkamp in Giethoorn geleid. Daarna ben ik weer gaan werken voor de gemeente Amsterdam in het toen nog nieuwe Bosplan. Maar wat we eigenlijk wilden, was werken in één van de vele jeugdherbergen en dus solliciteerden wij bij de NJHC. Mijn vader, die zoveel jaren werkeloos was geweest, vond het behoorlijk stom om een vaste baan bij de gemeente, een baan nota bene met pensioen, zomaar op te zeggen. Met de heer Meilink hebben we toen een gesprek gehad op de prof. 76

Stayokay - Verhalen van toen

T­ ulpstraat en in 1949 werden we benoemd als assistenten in Elst bij Jan en Annie Holierook. We woonden in dat kleine huisje bij de ingang, waarvan de voorkant diende als kantoortje van Jan. Tweeënhalf jaar hebben we in Elst gewerkt tot en met de Grote Eerste Trekkersronde in 1951.

Nijverdal: Speciaal gebouwd als jeugdherberg. Tweemaal uitgebreid en verbeterd, de laatste maal in 1977.

Toen Nijverdal vrij kwam, hebben we gesolliciteerd en op 3 september 1951 trokken wij daar in, als jeugdherbergvader en -moeder. Het werd een leuke, boeiende tijd, maar het was krap en primitief en na een paar jaar wilden we wel wat anders. De bossen van Emst-Epe of Soest leken ons wel wat. Toen kwam in 1956 een eerste verbouwing, wat een heel nieuwe ­situatie gaf in Nijverdal. En dus bleven we zitten waar we zaten. In 1977 kwam de tweede verbouwing, met een apart gelegen bungalow voor ons er naast. Toen hoefden we ook niet meer naar Emst-Epe of Soest. Sinds 1980 wonen we in ons eigen huis. Drie jaar later verlieten we het jeugdherbergwerk. Met veel plezier kijken we terug op de 30 jaar jeugdherbergwerk." Bolle van Breemen Stayokay - Verhalen van toen

77


Herinneringen aan een arbeidzaam leven

Herinneringen ‘Onze eerste gasten: een echtpaar in de zeventig (deze ­leeftijd hebben wij nu zelf bereikt)’

• Herinneringen aan onze eerste gasten: een echtpaar in de zeventig (deze leeftijd hebben wij nu zelf bereikt). • De vele gasten van de ‘vijflandenweken’, een door Frans ­samengestelde week waarin 5 landen werden bezocht. • Aan de 40 Tanzaniaanse piloten in opleiding bij de KLM die zo’n week meemaakten. • De wijnweekenden van de wijnclub, waar familie, vrienden en collega's aan deelnamen. • De vergaderingen en conferenties die vaak leerzaam en soms ook vrolijk waren. • De veranderingen van vader en moeder via beheerder naar manager. • Het abrupte einde door leeftijdsdiscriminatie. Maar desondanks of juist daardoor een leven om met ­genoegen aan terug te denken. Riet en Frans Peters

Valkenswaard: Ook een jubileumjeugdherberg, waarvan de definitieve plannen bekend werden gemaakt bij het 40-jarig bestaan van de NJHC.

78 78

Stayokay Stayokay - Verhalen - Verhalenvan van toen toen

Stayokay - Verhalen van toen

79


Liedjes van toen

Hoog op de gele wagen Hoog op de gele wagen Rijd ik langs berg en dal. Lustig de kleppers draven, Blij klinkt het hoorngeschal. Water en en wouden en weiden, Stromen zo krachtig en vrij; Ik kan van uw schoon haast niet scheiden, Maar ’t gaat voorbij, voorbij. Ik kan van uw schoon haast niet scheiden, Maar ’t gaat voorbij, voorbij.

80

Stayokay - Verhalen van toen

Bassen, violen en fluiten Zingen door dorpen blond. Vrolijke frisse kornuiten Springen om de linde in ’t rond. Mee danst het blad in de winden, Zwierend en zwaaiend joechei! Hoe graag bleef ik daar bij de linde, Maar ’t gaat voorbij, voorbij. Hoe graag bleef ik daar bij de linde, Maar ’t gaat voorbij, voorbij.

Stayokay - Verhalen van toen

81


Mijn zoon Kees, toen 12 jaar, met het syndroom van Down, was met zijn school een paar dagen in de jeugdherberg van Schoorl. Daar zwaaiden Ad en Ans van der Kwast de scepter. Kees had iets uitgevonden, namelijk de pennetjes uit de ­deurkrukken halen. Ieder die een deur opendeed, hield de kruk in zijn hand. Dat was lachen geblazen!

Kees ‘Ieder die een deur opendeed, hield de kruk in zijn hand. Dat was lachen geblazen!’

Schoorl: Voor de oorlog was er in deze plaats een ­jeugdherberg gevestigd in een kleine boerderij annex pension. De huidige jeugdherberg is een erfenis van de Duitse bezetting en de bunkerachtige bouw was ter bescherming van de Duitse soldaten, die de boven op de duin geplaatste radarapparatuur moesten bedienen. In september 1944 was de bouw klaar, maar de ­apparatuur bleef uit en kwam er nooit.

Toen de school het jaar daarop weer in Schoorl kwam, ­benoemde Ad onze Kees tot ‘opperwachtmeester van de ­deurkrukken’. Kees kreeg nu een band om zijn arm om die ­waardigheid te benadrukken. Hij was daar erg trots op. Gré de Wal-Banning

82 82

Stayokay Stayokay - Verhalen - Verhalenvan van toen toen

Stayokay - Verhalen van toen

83


Mijn ­trekkerstijd ‘Zo’n heerlijke vakantie’

Heemskerk: Middeleeuws kasteel, waar Jacoba van Beieren gevangen zat. In 1932 ontstaan plannen om in de toren van het kasteel een jeugdherberg te vestigen. De directie van Monumentenzorg voelt hier niets voor, wel wanneer het hele ­kasteel als jeugdherberg wordt ingericht. In 1933 gaat een eerste werkkamp van jongeren van start. Het kamp is legendarisch in de historie van de NJHC; de werkzaamheden overschreden de begroting. Afbraak en herstel vielen fors tegen en de NJHC-penningmeester twijfelde. Met moeite kwam men de financiële moeilijkheden te boven. Thans, door veranderende eisen, bleef de ‘Assumburg’ een ­zorgenkind. Gelukkig stonden daar steeds hogere bezoekersaantallen ­tegenover. In 1971 werd de oranjerie hersteld en creëerde een goede woning voor de ­beheerders.

84 84

Stayokay Stayokay - Verhalen - Verhalenvan van toen toen

Achteraf gezien was het niet zo’n gek idee van onze kersverse danspartners op de dansschool aan de Overtoom in Amsterdam. Zij vroegen ons op een gegeven moment of we niet lid wilden worden van de NJHC, want dan zouden we in de vakantie een trektocht langs jeugdherbergen kunnen maken met elkaar. Ik had eerst zo mijn bedenkingen want ik wist niet beter of er zaten wel schoffies bij die club. Maar ik was gauw omgepraat want de achter ons liggende oorlogsjaren hadden niet veel leuks opgeleverd. Trouwens een jeugdherberg bezoeken was er al niet gauw bij want het beheer stond onder Duits gezag. Als je daar niet veel mee op had, ging je er dus ook niet heen. Toen kwam het probleem ‘fiets’, ik had er geen een, nooit gehad ook. Dus wat nu? Eén van de vaders van onze dansvriendjes kon er wel één ter beschikking stellen. Dus ging ik in al m’n ­ongetraindheid op een herenfiets met vakantie. Helemaal op de fiets naar Brabant, maar wat was het leuk, dat doortrekken van de ene herberg naar de andere! Zoals gebruikelijk zorgden we zelf voor onze broodmaaltijden, maar het avondeten nuttigden we in de jeugdherberg. Die maaltijden waren nog zeer ­sober, want vlees was er niet bij. Maar we konden de maag ­vullen en dat was het belangrijkste. Er was een dag bij dat ik na 90 kilometer zowat van mijn fiets viel en we van armoede onderdak zochten en vonden bij één of ander vakantiebedrijf. Omdat het zo’n heerlijke vakantie was geweest en de jeugd­ herbergen ons prima bevielen, gingen we door met tijdens de weekenden jeugdherbergen rondom Amsterdam te bezoeken. En ook dat was niet verkeerd. We bezochten de zogenoemde wie-wat-waarweekenden, weekenden met een thema. We leerStayokay - Verhalen van toen

85


den andere trekkers kennen, we volksdansten in Blaricum, Heemskerk, Schoorl. Muziekweekenden in Soest en Bakkum. In Bakkum zelfs een Mattheusweekend. Vader Rommerts leerde ons de koralen en zong zelf met wat collega’s de aria’s. Wat een sfeer! Sinds die tijd ben ik klassieke muziek gaan waarderen, want ook in de jeugdherberg van Soest was het altijd klassieke muziek. En dan in Putten de spookweekenden. Avondwandeling naar het Solse Gat waar vader Bookelman een spookverhaal voorlas en er opeens een gillend spook naar beneden kwam rennen dat dan per ongeluk in de prut van het Solse Gat terecht kwam. Dolle pret allerwege.

‘Dus ging ik in al m’n ongetraindheid op een herenfiets met ­vakantie. Helemaal op de fiets naar Brabant, maar wat was het leuk, dat doortrekken van de ene herberg naar de andere!’ Kloris en Roosjeweekend in Schoorl, jeugdherberg De Kleine Haar in Gorssel waar je in het dagverblijf alleen maar op sokken of sloffen mocht lopen vanwege de fraaie parketvloer in het voormalige Jachthuis Denekamp in het mooie Huis te Brecklenkamp. Oh en de Trekkersronde in de jeugdherberg te Elst waar men van heinde en verre naar toekwam!

over het ontstaan van de Werkgemeenschap voor Jeugd­ herbergen, die door een stel enthousiaste leden opgericht werd en die dan hand-en-spandiensten verleende als er in een ­jeugdherberg schoongemaakt of dekens geklopt moest ­worden. Ook ontstond er een comité voor het toen naderende 25-jarige bestaan van de NJHC. Er werden acties gevoerd om geld in te zamelen en het lukte zowaar als cadeau aan het ­bestuur een nieuwe jeugdherberg in Sittard aan te bieden. Tussen de bedrijven door ontstonden er verschillende liefdes­ relaties, waaruit dan ook weer langdurige huwelijken ontstonden. Ikzelf werd op verzoek van moeder Rommerts assistente bij haar. Ze gaf ons de raad eerst te trouwen en dan samen in ­Koningsbos te komen wonen. Weliswaar in een piepkleine ­zogenoemde ziekenkamer met als bed een twijfelaar (meer kon er ook niet in de kamer!). Zo kon mijn man forensen naar zijn werk in Amsterdam. Het zou op die manier makkelijker zijn om een woning te krijgen, omdat je dan al getrouwd was. Maar evengoed hebben we nog 4 jaar in Betondorp te Amsterdam gewoond. En wie had ooit kunnen bedenken dat we in ons ­geliefde Bakkum terecht zouden komen? We wonen dan wel in Castricum, maar Bakkum behoort tot deze gemeente. De trekkerstijd was echt het mooiste wat ons kon overkomen. Die tijd heeft ons gevormd tot de mensen die we nu zijn dankzij de inbreng van de diverse herbergouders van toen. Onze vriendengroep bestaat nog steeds, helaas sterk uitgedund, maar degenen die er niet meer zijn spelen nog altijd een rol in onze gesprekken.

Ik heb heel wat jeugdherbergen niet genoemd, omdat mijn verhaal anders veel te lang zou worden. Ik moet nog vertellen

Erna Fopma

86

Stayokay - Verhalen van toen

Stayokay - Verhalen van toen

87


Memorabel ‘Wat doet een ­Amerikaans stel in Moskou? Het blijken medewerkers van de Amerikaanse ­ambassade aldaar’

Een dag in juli of zo. Twee mensen, een man en een vrouw van rond de dertig vragen om een tweepersoonskamer. ­Amerikanen, zo te horen. Op het politieformulier vullen ze als woonplaats Moskou in. Dus dringt de vraag op: wat doet een Amerikaans stel in Moskou? Het blijken medewerkers van de Amerikaanse ambassade aldaar. Een half uur later vraagt een ander stel, van ongeveer dezelfde leeftijd, ook om een tweepersoonskamer. Ook die was nog ­beschikbaar. Taal Engels, maar geen Amerikaans, zo te horen. Het zijn Australiërs, zo blijkt uit het politieformulier, en wonend in, juist ja, Moskou. Personeel van de Australische ambassade daar. Dus is de vraag gerechtvaardigd: “Reizen jullie samen met die Amerikanen?” Verbaasde blikken en totaal onbegrip: “Welke Amerikanen?” Hadden elkaar nog nooit gezien voor ze in Chaam-hostel elkaar troffen! Hoe groot is de wereld? Wim op ’t Ende

Chaam: Een geschenk van Esso-Nederland, toen deze oliemaat­ schappij 60 jaar ­bestond in 1953/54. Kosten bijna f200.000,-. Ontwerp Technische Dienst NJHC.

88 88

Stayokay Stayokay - Verhalen - Verhalenvan van toen toen

Stayokay - Verhalen van toen

89


De chocolade­ repenautomaat ‘Ook kleine Hans dreigt volgestopt te worden met chocola. Hoe voorkom je dat?’

Ons jongste kind, Hans, werd geboren in de jeugdherberg van Vlissingen. Aan zwangerschapsverlof deed de NJHC toen nog niet. Het was 1964. Formeel kreeg je zelfs geen vrij voor de ­bevalling. Als Rinus ’s morgens aan het ontbijt vertelt dat er ’s nachts een baby is geboren, willen alle trekkers het kindje zien. Ons huis maakt deel uit van de jeugdherberg.

Vlissingen: Een jeugdherberg ondergebracht in een voor­ malig gebouw van de zee­ vaartschool, nadat we de ­eerste jeugdherberg in deze plaats, gevestigd in de oude Willem III kazerne, moesten verlaten wegens bouw­ valligheid.

Om te voorkomen dat er iedere keer aangeklopt wordt met de vraag of ze de baby mogen zien, stelt de kraamverzorgster voor om het kind voor het raam te houden als 's avonds de trekkers langs lopen om aan tafel te gaan. Sinds enige tijd hadden ook wij een chocoladerepenautomaat, teneinde de opbrengst te verhogen. Onze oudste twee krijgen nogal eens een reep toegestopt van de trekkers. Ook kleine Hans dreigt volgestopt te worden met chocola. Hoe voorkom je dat? Dus komt er een foto van Hans te hangen op het prikbord met de waarschuwing: NIET VOEREN. Wies van Popering

90 90

Stayokay Stayokay - Verhalen - Verhalenvan van toen toen

Stayokay - Verhalen van toen

91


Kinderwagen­ museum ‘De sfeer was net als vroeger’

‘Er was harmonie tijdens die ­reünie. Freek en Pien zorgden voor die sfeer, vooral Freek als hij dia’s van het eiland liet zien’ Ton Klein (Oostvoorne) filmde altijd tijdens een reünie. Het jaar daarop werd steevast, tussen 17.00 en 19.00 uur, de film van de vorige reünie gedraaid. Dat was iedere keer weer een leuk onderdeel van het programma. Als Leo Rommerts (Bakkum) er was, werd er altijd gezongen. Hij had een prachtige stem. Later was het Piet Muller die ons enthousiast liet zingen. Met Leen Buurman (Ameland) gingen de voetjes van de vloer en werd er na het zingen tot 's avonds laat gevolksdanst. De keuze van de plek voor de volgende reünie gebeurde altijd in overleg. Daarna was het aan de organisatie om het programma voor het hele weekend samen te stellen: cultuur, musea, et cetera. Heel interessant vond ik ook een bezoek aan het Kinderwagenmuseum in Groningen. Zo kwam je nog eens ergens!

Scheemda: Gevestigd in een echte Groningse heren­boerderij. Het gebouw vervult, naast het ­ontvangen van jeugdherberggasten, een ­belangrijke taak in de plaatselijke en regionale gemeenschap. Wordt geëxploiteerd door een zelfstandige stichting.

92 92

De beste herinneringen bewaar ik aan een reünie in de ­vroegere jeugdherberg op Texel. Daar was de sfeer net als ­vroeger: lekker praten met elkaar in het dagverblijf, gezellige dingen doen, volksdansen. Er was harmonie tijdens die reünie. Freek en Pien zorgden voor die sfeer, vooral Freek als hij dia’s van het eiland liet zien. Hij raakte dan zo enthousiast dat hij ­bijna niet meer kon stoppen. Ook over zijn jutterswerk kon Freek eindeloos vertellen.

Janny van der Lecq - van Dam Stayokay Stayokay - Verhalen - Verhalenvan van toen toen

Stayokay - Verhalen van toen

93


De eerste auto ‘Die auto loopt op worteltjes’

Een paar jaar geleden mocht ik namens de oud-collega’s een bloemengroet brengen bij Annie Holierook. Het was vanwege een kroonjaar, geloof ik. In 2010 is Annie op haar bijna 100ste jaar overleden. Het was ergens in een verzorgingshuis, kamer 128, meen ik nog te weten. Ik klopte aan. “Ja”, hoorde ik. Ik kwam in een mooie kamer en keek in het gezicht van een mij onbekende dame, die achter een tafel troonde. “Sorry”, zei ik, “ik ben op zoek naar mevrouw Holierook.” “Dat ben ik, maar wie bent u?” De ­invloeden van het slijtageproces op ons gezichtsvermogen en onze herinneringen lieten zich gelden. Maar onze stemmen ­bleken er beter tegen bestand en daardoor herkenden we ­elkaar. “Herman.” “Annie.” Zo maar 45 jaar geleden.

‘Al snel hadden we het over ­vroeger en vooral de eerste jaren na de oorlog leverden de meeste gesprekstof op. Annie bleek nog steeds zo fel te zijn als vroeger’ Al snel hadden we het over vroeger en vooral de eerste jaren na de oorlog leverden de meeste gesprekstof op. Annie bleek nog steeds zo fel te zijn als vroeger. “En Jan moest met zijn spaarbankboekjes naar de Tulpstraat komen om verantwoording voor die tweedehands Volkswagen af te leggen. Ik h-h-hhad het niet gedaan. Jij-jij?” Ze stotterde nog steeds van emotie. “Ik ben kwaad op Jan geweest. En ik vond die Bolman toch al zo’n engerd.” De oorzaak van het conflict zat in het systeem van de maaltijden. Wij moesten voor een vaste kostprijs een voorgeschreven maal-

94 94

Stayokay Stayokay - Verhalen - Verhalenvan van toen toen

Stayokay - Verhalen van toen

95


tijd verstrekken (42 cent, later 47 cent geloof ik). In het ­algemeen kwam men daarmee uit, maar het was toch fraudegevoelig. In bepaalde situaties kon je goedkoop inkopen en dan bleven er een paar centen over. En dat was niet aantoonbaar. Maar in jeugdherbergen met een lang voor- en naseizoen of op de eilanden kwam men vaak tekort en dat gaf ook ­problemen. Elst had een kort seizoen en veel gasten.

En altijd is er de ‘vader’ ­Holierook met z’n mandolien, die samen met zijn ­medewerkers een goede sfeer ­gara­ndeert.

Toen was daar opeens die auto. Sterker nog, binnen korte tijd was er een tweede, terwijl de eerste nog niet verkocht was! Dat was verdacht. “Die auto loopt op worteltjes,” was het grapje. Dat wilden ze op het bureau in de Tulpstraat ook wel eens ­weten en Jan werd op het matje geroepen. Hij mocht gelukkig, gerehabiliteerd en wel, weer naar huis omdat hij kon aantonen waar het geld vandaan kwam. We hadden het ook nog even over die kruideniersmentaliteit, verpersoonlijkt door Bolman. 96

Stayokay - Verhalen van toen

Alle bonnetjes werden nageplozen op verboden artikelen. Onze condities betreffende kost en inwoning waren aan ­beperkingen onderhevig en waren een bron van wantrouwen en onvrede. Ik verbaasde mij op de eerste conferentie over de discussies: Joop Richter moest zijn havermoutpap zelf betalen en Wim Kaars mocht de aardappelen niet vervangen door ­spaghetti. Anderen hadden problemen met de jamsoort. In deze sfeer werkten wij met een sociaal pedagogische ­opdracht. Als onderdeel daarvan noem ik de gemeenschap­ pelijke maaltijden en de corvee. Wij werden daarvoor verantwoordelijk gesteld, maar er is nooit iemand geweest die ons heeft kunnen vertellen hoe dat moest. En het was ook nergens te lezen. Alleen maar in de praktijk te leren. Dat het allemaal zo goed is gegaan is te danken aan de natuurlijke sociale ­bewogenheid van veel oud-collega’s, waarvan Annie er één was. Het is beschamend dat de inzet van vele pioniers later ­gebagatelliseerd is tot ‘geitenharensokkenmentaliteit’! Veelal is, dankzij persoonlijke opoffering en idealisme, de jeugdherberg van vroeger van grote waarde geweest. Toen ik enige jaren geleden privé in de problemen zat, ­ontmoette ik een oud-trekker. Na kennis genomen te hebben van mijn situatie zei hij: “Koop dat huis maar en stuur de ­rekening naar mij, ik heb zoveel aan jou te danken dat ik blij ben als ik wat terug kan doen.” Ik heb er geen gebruik van ­gemaakt, maar besefte meer dan ooit dat de jeugdherbergjaren geen verloren jaren zijn geweest. Herman Erbe Stayokay - Verhalen van toen

97


Het sollicitatiegesprek ‘Het lukte ons, dankzij Bolle en de motor, om precies op tijd in Emst te zijn voor de afspraak’

98 98

Stayokay Stayokay - Verhalen - Verhalenvan van toen toen

Na eerst de procedure te hebben doorlopen om bij de NJHC op de kandidatenlijst te komen, stond je op de lijst van gegadigden om jeugdherbergouders te worden als er een jeugdherberg vrij kwam. Dat was voor ons het geval in 1953 en wel voor EmstEpe, waar vader en moeder Abspoel de scepter zwaaiden.

‘Tegen de chef zei ik toen: Je kunt me niet tegenhouden, ik ga toch. Waarop hij zei: Je komt de poort niet uit! Toen dacht ik: meteen gaan!’ Er waren 3 echtparen opgeroepen en één daarvan was het echtpaar Hetty en Wim Niemeijer. Toen moest ik dus van mijn werk vrij vragen om naar Emst te gaan, maar dat werd mij niet toegestaan. Waar ik toen werkte was een bedrijf met pons­ kaarten en een portier. Tegen de chef zei ik toen: “Je kunt me niet tegenhouden, ik ga toch”. Waarop hij zei: “Je komt de poort niet uit!”. Toen dacht ik: meteen gaan! Thuis in Amsterdam heb ik eerst Jopie en Bolle gebeld in ­Nijverdal, want we moesten wel op tijd in Emst zijn. Bolle had een 125cc motor en stelde voor dat hij naar Apeldoorn zou ­rijden waar hij ons bij het station zou ophalen. Stel je voor, met z'n drieën op zo'n klein motortje in het donker. Maar het lukte ons, dankzij Bolle en de motor, om precies op tijd in Emst te zijn voor de afspraak. Daar werden we leuk ontvangen en bij zo'n sollicitatie was er altijd een vertegenwoordiger van de NJHC aanwezig.

Stayokay - Verhalen van toen

99


Dat was dus op de lijn Groningen - Hoogezand - Sappemeer Zuidbroek - Winschoten - Nieuwe Schans. Dus dat werd ­emigreren naar het Noorden. Wij zijn op 10 mei 1954 begonnen en hebben daar 5 jaar gewerkt. Eind 1959 gingen wij naar Amersfoort waar wij 25 jaar hebben ‘gezeten’. Hans Minke Amersfoort: Grote villa met tuinmanswoning. Door de eigenaar overgedragen aan de gemeente, onder voorwaarde dat beide huizen uitsluitend voor sociaal jeugdwerk gebruikt mogen worden.

Je had toen 4 districten: Noordicoo, Wedicoo, Zuiddicoo en Oostdicoo. De sollicitatie verliep voor ons niet goed af, want Hetty en Wim werden benoemd. Maar van de districtvertegenwoordiger die we later tegenkwamen hoorden we dat het voor de commissie heel erg moeilijk was geweest om een keuze te maken. Ze waren de punten nagelopen die wij als echtpaar hadden en kwamen uit op Hetty en Wim, want die hadden een punt meer gehaald. Maar er werd ons verzekerd dat we wel in aanmerking kwamen. En ja hoor, enkele maanden later kwam Scheemda in beeld. Dat moesten we eerst op de kaart opzoeken, want ik had geen idee waar dat lag.

‘Er werd ons verzekerd dat we wel in aanmerking kwamen. En ja hoor, enkele maanden later kwam Scheemda in beeld. Dat moesten we eerst op de kaart opzoeken, want ik had geen idee waar dat lag’

100

Stayokay - Verhalen van toen

Stayokay - Verhalen van toen

101


Echtpaar + 2 knd 4 en 6 jr. Basissalaris Omzettoeslag Bruto salaris

Salarisopgave Domburg ‘Het ‘salaris’ voor een seizoen zwoegen!’

1% looncompensatie AOW/AWW 5,6% extra looncomp. Idem 1½% huurcompensatie

f. 425,f. 350,f. 775,f. 7.951,50 per jaar f. 662,63 per maand

Af: voedingsbijdrage Salaris

f. 127,50 f. 535,13 per maand

Af: ½% pens. Premie Premie AOW/AWW Loonbelasting Sociale lasten

f. 267,57

Aandeel vrouw

f. 267,56

f. 26,57 f. 29,20 f. 6,60 f. 13,98 f. 76,35 f. 191,22

½% pens. Premie Premie AOW/AWW Loonbelasting Sociale lasten

f. 26,56 f. 22,50 f. 36,45 f. 10,93 f. 96,44 f. 171,12 f. 362,34

Totaal Stayokay Stayokay - Verhalen - Verhalenvan van toen toen

f. 85,f. 14,f. 127,f. 8.726,50 per jaar

Af: huur water, vuur, licht

Aandeel man

102 102

160 bedden f. 6.100,f. 2.400,f. 8.500,- per jaar

Stayokay - Verhalen van toen

103


Liedjes van toen

De gedachten zijn vrij

104

De gedachten zijn vrij Wie raadt ze daarbinnen? Zij dansen voorbij Als nacht'lijke schimmen Geen mens kan ze naken Geen jager ze raken Laat wezen wat zij: De gedachten zijn vrij!

En spert men mij geboeid In duistere toren Hun zorgen en moeit' Gaan alle verloren Gedachten als vuren Doen storten de muren En zold'ring daarbij! De gedachten zijn vrij!

Ik denk mij wat ik wil In heimlijke dromen Haar zoetheid laat ik stil Mijn harte doorstromen Mijn wens en begeren Kan niemand mij weren Laat wezen wat zij: De gedachten zijn vrij!

Daarom wil ik immer, de zorgen verjagen, en zal mij ook nimmer met spoken meer plagen Men kan toch daar binnen, steeds lachen en minnen

Stayokay - Verhalen van toen

Stayokay - Verhalen van toen

105


De Bakmars toen

De Bakmars toen en nu ‘Wij zingen luid dat ieder het kan horen geniet, geniet van al wat jeugd u biedt’

106 106

Stayokay Stayokay - Verhalen - Verhalenvan van toen toen

Ons stroomt nog fris het bloed door d’aderen, wij zijn nog jong en kennen geen verdriet. Wij heffen aan om dit te tonen een vrolijke krachtig lied. Wat om ons wendt of keert, geen zorg drukt ons terneer. Wij zingen luid dat ieder het kan horen geniet, geniet van al wat jeugd u biedt. Wij blijven vast aaneengesloten geen twist of tweedracht rukt ons wreed vaneen. ’t Gevoel van één te zijn met and’ren bezielt ons steeds alleen. Dezelfde eed’le zin neemt onze harten in. De schone taak die allen wij ons stellen maakt fris, maakt sterk, voor ‘zwaarste van ons werk. Wanneer dan donk’re dagen komen en trager vloeit ons niet meer jonge bloed dan zal een enk’le blijde lichtstraal nog koest’ren ons gemoed. De gulden jong’lings tijd die nu ons hart verblijdt zal immer door zijn schijnselen blijven geven bij ’t droevige zwart van d’alte bitt’re smart…

Stayokay - Verhalen van toen

107


De Bakmars nu Eens stroomde fris ons ’t bloed door d’adren we waren jong en kenden geen verdriet. Maar nu de oude dagen nad’ren is ’t of de frisheid vliedt. Soms deden we verkeerd maar dat heeft ons geleerd. We zeggen luid tot ieder die ’t wil horen: ’k genoot, genoot van al wat jeugd ons bood. We bleven vast aaneen gesloten, zoals je ziet op deze mooi dag. En hebben dat opnieuw besloten tot onze laatste dag! Want deze eed’le zin blijft leven binnen in: de schone taak die allen wij ons stelden, hield fris, hield sterk voor heel veel van ons werk. Nu dan de oude dagen daar zijn en trager vloeit het niet meer jonge bloed. kan toch ook weer een enk’le lichtschijn nog koest’ren ons gemoed! Gedenk: de jong’lingstijd Die nog ons hart verblijdt, kan toch wel vaak wat blijheid blijven geven aan ’t droeve hart met een te bitt’re smart.

108

Stayokay - Verhalen van toen

Stayokay - Verhalen van toen

109


Ameland: Gebouwd als rustoord voor overspannen Duitse officieren in de ­periode 1940-1945. ­Complex in desolate toe­ stand overgenomen van de Nederlandse staat en omgebouwd tot jeugd­ herberg.

Ameland ‘Leen heeft het eens gepresteerd om 80 doofstomme jongens aan het dansen te krijgen met ­gecharterde meisjes’

Vertel eens iets over een noordelijk gelegen jeugdherberg, ­vragen ze aan mij. Welnu als Ameland dat niet is! Leen en ik solliciteerden in 1960 op een vacature daar. Omdat ik, als voormalig gezinsverzorgster, nogal huishoudelijk was, en Leen was timmerman met bovendien een diploma volksdansleider. Daarom kregen we die baan. Mijn vader lag op z'n knieën vloerbedekking vast te spijkeren, toen ik het vertelde en zei: “Voor jullie idioten sla ik geen één spijker meer.” In Ameland zaten Sietske en Siep van der Molen ziek en wel, nog steeds in het huis, dus onze inboedel kwam in de ­zogenoemde bibliotheek te staan. Er was een groep van 40 man en er moest dus worden gekookt. Die eerste maaltijd vergeet ik nooit meer! Een grote dubbelwandige pan, water op 40 graden, rijst erin, afgieten op 60 ­graden door de aangehechte kraan, gas uit en zo kreeg je de prachtigste rijst. Sla erbij met kerriesaus en gehaktballetjes en als toetje yoghurt. Klaar was Kees.

110 110

Stayokay Stayokay - Verhalen - Verhalenvan van toen toen

Stayokay - Verhalen van toen

111


Sietske en Siep kregen het voor elkaar dat ze naar de assistenten­ruimtes mochten verhuizen en ik kon de bedden gaan opmaken. Onze verhuiswagen vertrok met de laatste boot. Het was een complete gekkenboel; om nu nog hart­ kloppingen van te krijgen. Maar de keuken was bijna nieuw en af, dus het was een plezier om daar te koken.

Weerd uit Grouw en Jellie Lok uit Sneek kwamen op kraamvisite en we wachtten in spanning af of ze nog wel met de boot terug konden, want de Waddenzee dreigde dicht te vriezen. Anders hadden ze met de helikopter gemoeten. Wat was het mooi toen met de arrensleden over het ijs en door de besneeuwde duinen!

Op een keer werden er door chef Bookelman en Walet 200 door Elst afgedankte matrassen naar Ameland gebracht. Omdat ze die dag nog de laatste boot terug wilden nemen, gooiden ze al die matrassen zomaar buiten vóór de jeugdherberg uit de auto op de grond. Ik stond juist voor een groep te koken, zag dat ­gebeuren en werd zo vreselijk kwaad dat ik Bookelman als een kenau in de haren vloog!

‘We deden veel excursies. Zo ­namen we de jeugd mee, als de meeuweneieren opengingen en de jonkies eruit kropen’

Bij ons bleven de mensen soms wel 14 dagen in plaats van 3. Ook aan het landelijk voorgeschreven menu stoorde ik me niet. Met gebakken lever had ik veel succes. Er was een ­onderwijzer uit Drenthe die eerst vroeg of er nog wel witte ­bonen met tomatensaus en knakworst op het menu stond, want als dat het geval was, kwamen ze zeker met hun ­schoolgroep. Leen heeft het eens gepresteerd om 80 doofstomme jongens uit een schoenenfabriek in Kleve aan het dansen te krijgen met gecharterde meisjes. “In de handen knijpen op de maat van de muziek”, zei hij dan.

Onze eerste auto kwam op Ameland om de kinderen naar school te brengen, want met zoveel wind dreigden ze met fiets en al in het prikkeldraad te belandden. We deden veel excursies. Zo namen we de jeugd mee, als de meeuweneieren opengingen en de jonkies eruit kropen. Eén keer hebben we het meegemaakt dat de zee lichtte, iets wat voor stadsjeugd heel bijzonder was. Ja, over ons werk in de jeugdherberg De Kleine Grie zou ik wel een boek kunnen schrijven . Toen onze kinders naar andere scholen moesten, zijn wij in 1970 van Ameland naar Gorssel ­verhuisd en nog weer later naar Schoorl. Twintig jaar jeugdherbergwerk blijft onuitwisbaar in mijn ­geheugen.

De winters van 1963 en 1966 zijn in Ameland heel spannend geweest. In 1963 kregen wij onze dochter Femke. Mieke de

Wil Buurman

112

Stayokay - Verhalen van toen

Stayokay - Verhalen van toen

113


In ’t Veerhuis ‘Zelfs zondags, na het uitslapen was er nog een gevarieerd programma met clowns en een goochelaar’

Op 15 mei 1956 begonnen Clasien en ik als jeugdherbergouders in ’t Veerhuis in Beusichem. Wij kwamen beiden uit de AJC en waren daarin actief in Leerdam en Dordrecht. ’t Veerhuis was prachtig gelegen aan de Lek met 78 bedden die maar zelden ­allemaal bezet waren. Het aantal overnachtingen lag destijds rond de 1700 per jaar. Wij waren de jongste jeugdherberg­ ouders in het land, 24 en 25 jaar oud. Sommige trekkers waren dus ouder dan wij.

‘Wij hebben een prachtige tijd in Beusichem gehad. We zijn er begonnen met het organiseren van weekenden over allerlei ­thema's en met creatief spel. Ook de Paaswerkkampen liepen goed. Het hoogtepunt in ­Beusichem was het feest rond het 10-jarig bestaan’ Maar toch: vader en moeder! Wij hebben een prachtige tijd in Beusichem gehad. We zijn er begonnen met het organiseren van weekenden over allerlei thema's en met creatief spel. Ook de Paaswerkkampen liepen goed. Het hoogtepunt in ­Beusichem was het feest rond het 10-jarig bestaan. Het begon in oktober 1959 met een Egyptisch markt op de slaapzolder. Ook organiseerden we een verloting, waar trekkers en inwoners aan deelnamen, met als opbrengst: 1500 harde guldens. Dat bedrag werd nog eens verdubbeld door de NJHC. Ja, ja, dat waren andere tijden.

114 114

Stayokay Stayokay - Verhalen - Verhalenvan van toen toen

Stayokay - Verhalen van toen

115


Op 5 en 6 maart 1960 werden de feestelijkheden afgesloten met een feestavond in het dorp voor inwoners en trekkers ­gezamenlijk. Hier een citaat uit de Trekker van april 1960: “Op 5 maart was dan eindelijk de grote feestavond in het dorp. Het programma was geheel van trekkers en was ontzettend leuk, zoals alles trouwens. Wat hebben we gelachen om Pier van ­Brakel met zijn leuke liedjes en Henk Hartsuiker met zijn ­pantomime.” Nog een citaat. “Na de feestavond was er in de jeugdherberg nog een nachtelijk banket. Zelfs zondags, na het uitslapen was er nog een gevarieerd programma met clowns en een goochelaar.”

‘Op 5 maart was dan eindelijk de grote feestavond in het dorp. Het programma was geheel van trekkers en was ontzettend leuk, zoals alles trouwens. Wat hebben we gelachen om Pier van Brakel met zijn leuke liedjes en Henk Hartsuiker met zijn pantomime’ Inmiddels werd het drukker in de herberg en we maakten 3600 overnachtingen per jaar. Ru Kaebisch NB. ’t Veerhuis is nu een restaurant.

116

Stayokay - Verhalen van toen

Stayokay - Verhalen van toen

117


De Mijlpaal ‘Eenmaal begonnen met een zaklantaarn of een spotje op mijn gezicht en het geven van een luide schreeuw kwam ik van dat ­verhaal nooit meer af’

In oktober 1960 volgden wij Let en Wim Schuurman op in jeugdherberg De Mijlpaal in Vught. Wel een totaal andere ­bevolking en omgeving dan Beusichem! In beide herbergen heb ik met scholen en met trekkers altijd veel aan creatief spel (drama) gedaan. Maar ook ben ik ooit begonnen met het ­verhaal van Edgar Allen Poe Het Hart als verklikker te vertellen. Eenmaal begonnen met een zaklantaarn of een spotje op mijn gezicht en het geven van een luide schreeuw kwam ik van dat verhaal nooit meer af.

‘Negen jaar, van 1956 tot 1965, ­ hebben wij het beroep jeugdherberg­ ouders dag en nacht beleefd’ Negen jaar, van 1956 tot 1965, hebben wij het beroep jeugdherbergouders dag en nacht beleefd. Het waren jaren waarin ook de conferenties en werkweken voor jeugdherbergouders bijzonder waren, daaraan heb ik mooie herinneringen. Eens hebben we daarbij het feest van het 750-jarig bestaan van Werkhuizen gevierd, met daarin een bijzondere rol voor Wim Bookelman als burgemeester. Op een ander moment hebben we het, in die tijd spraakmakende, programma Zo is het toevallig ook nog eens een keer een eigen NJHC accent gegeven: met Sjoerd Bakker aan de piano en een presentatie van een aantal collega's. Kortom, het waren mooie andere tijden. Ru Kaebisch NB. De Mijlpaal is een woonhuis geworden.

118 118

Stayokay Stayokay - Verhalen - Verhalenvan van toen toen

Stayokay - Verhalen van toen

119


Hoe het allemaal begon? De oorlog is voorbij. Wim heeft ondergedoken gezeten, is gearresteerd, weggevoerd naar Duitsland, maar gelukkig weer teruggekomen. Er is veel gebrek aan ­huizen. De vraag is: wat gaan wij verder doen met ons leven?

Overpeinzing ‘Wat was het leuk om samen met ­Amerikaanse trekkers naar de landing op de maan te kijken!’

Uiteindelijk kozen wij in 1950 voor een baan als beheerders van een groot Schoolbuitenhuis met 230 bedden. Het ligt in Brabant tussen Boxtel en Sint Michelsgestel. Het terrein is ­prachtig, 20 hectare groot, maar zonder gas en elektriciteit. Veel scholen uit het hele land weten ons te vinden. De verantwoordelijke stichting voert een wat wonderlijke bedrijfsvoering.

‘De jeugdherberg werd voor een gulden per jaar gehuurd van de gemeente, wat voor ons weer de reden was om mee te doen met alle activiteiten, die de gemeente organiseerde. We hebben dat met veel plezier gedaan’ Van je salaris was je niet altijd zeker. Als er geen gasten waren, kreeg je ook geen geld. De kampeerraad vond tenslotte ook dat wij daar weg moesten en suggereerde om het bij de NJHC te proberen. En dus solliciteerden we voor De Heemhoeve in Emst-Epe tegelijkertijd met Han en Hans Minke. Ook De ­Heemhoeve was begonnen als Schoolbuitenhuis evenals ­trouwens Wolkenland in Beek bij Didam. Jeugdherbergen van het eerste uur. De keuze viel op ons met de opdracht er voor de winter wel een baan bij te zoeken. Dat laatste lukte. Wim kreeg een baan bij de Klokzeepfabriek in Heerde. En zo begonnen we

120 120

Stayokay Stayokay - Verhalen - Verhalenvan van toen toen

Stayokay - Verhalen van toen

121


in jeugdherberg De Heemhoeve met aanvankelijk 60 bedden. Later breidde dat uit naar 120 bedden.

dat met veel plezier gedaan, maar we hebben het wel geweten. Zo was er het Hartewens Festival met 2000 bezoekers, georganiseerd vanuit de jeugdherberg. En ook de Kerstboomverbranding werd natuurlijk vanuit de jeugdherberg georganiseerd. De vele buitenlanders maakten voor ons het werk extra aantrekkelijk. Amsterdam stuurde wel door! Maar 10 uur ’s avonds binnen, met Zandvoort vlakbij, was voor ons geen haalbare kaart. Ook waren er altijd wel gasten die graag om ’s morgens om 6.00 uur de trein naar Scandinavië wilden halen. Dat alles deden we met anderhalve assistent. Maar wat was het een gouden tijd!

Dagverblijf jeugdherberg Emst-Epe. In 1930 worden er al 2233 overnachtingen geboekt.

Dat alles op een terrein van 8 hectare. Een terrein dat om veel onderhoud vroeg, dus er was werk genoeg. Zeven jaar hebben we daar gewerkt, tot de dubbele baan voor Wim een te grote belasting werd. Bovendien hadden we inmiddels 3 kinderen. De behoefte aan goed vervolgonderwijs voor hen maakte dat we naar een andere jeugdherberg op zoek gingen. En zo ­kwamen we in 1960 in Haarlem terecht als opvolgers van de ­familie De Blécourt. We werden er welkom geheten door het hoofd Jeugdzaken en Openbare Werken van de gemeente Haarlem.

Toen veranderde het beleid van de NJHC. Er moest drank ­verkocht worden. Misschien een terecht besluit, maar voor ons, hoewel we geen geheelonthouders waren, een reden om naar iets anders om te zien. Door de vele goede contacten met de gemeente kreeg Wim een baan als bedrijfsleider bij het Concertgebouw. Zijn commentaar bij de vele jeugd­ evenementen die georganiseerd werden: “Het is eigenlijk ­precies hetzelfde, maar ze blijven alleen niet slapen”.

‘De vele buitenlanders maakten voor ons het werk extra aantrek­ kelijk. Amsterdam stuurde wel door! Maar 10 uur ’s avonds ­binnen, met Zandvoort vlakbij, was voor ons geen haalbare kaart’

De jeugdherberg werd voor 1 gulden per jaar gehuurd van de gemeente, wat voor ons weer de reden was om mee te doen met alle activiteiten, die de gemeente organiseerde. We hebben

Zelf heb ik vanaf 1963 in de gemeenteraad gezeten. Door de vele bestuursfuncties die ik had bekleed, kwam er onmiddellijk

122

Stayokay - Verhalen van toen

Stayokay - Verhalen van toen

123


een vraag of ik hoofd Verzorging wilde worden van het ­Reinaldahuis, het destijds grootste verzorgingstehuis van ­Nederland met 326 bewoners. Dat werk hebben we beiden nog lange tijd gedaan. Wim tot zijn 64ste en ik tot mijn 63ste. Het was toen de tijd dat het bijna onfatsoenlijk leek om nog te willen blijven werken. Je moest immers plaats maken voor jongeren!

‘Wat ik me ook nog herinner, is hoe we geprobeerd hebben geld bijeen te brengen voor een collega in Appelscha (een zelfstandige stichting), die 10 maanden de ­gevangenis in ging omdat de ­boekhouding niet klopte’

de boekhouding niet klopte. Er was echt geen sprake van ­malversaties. Hij had van de bonnetjes gewoon een puinhoop gemaakt en tekorten moest je zelf aanzuiveren. En dan de zorgen die binnenkwamen met de eerste drugs­ gebruikers. Oplossen moest je die problemen zelf. Maar aan de andere kant, wat was het leuk om samen met Amerikaanse trekkers naar de landing op de maan te kijken! Het heeft ons, maar ook onze kinderen een heel andere kant van het leven laten zien. Hetty Niemeijer

Over onze jeugdherbergtijd valt natuurlijk nog veel meer te ­vertellen. Zo was er de oprichting van de vakbond. Samen met onder andere Henk Wentink zat ik in een voorbereidings­ commissie. Niemand wist waar wij bij moesten horen. De NJHC voelde er niets voor en het FNV zelf was nauwelijks geïnteresseerd omdat we zo klein waren. Bovendien waren we intern verdeeld. De gekste oplossingen kwamen voorbij. Of de ­bijscholing waarvan Jopie van Breemen zei: “Zo komen we steeds verder in de puree.” Of neem de onmogelijke opdracht van het altijd aanwezig moeten zijn! Wat ik me ook nog herinner, is hoe we geprobeerd hebben geld bijeen te brengen voor een collega in Appelscha (een zelfstandige stichting), die 10 maanden de gevangenis in ging omdat 124

Stayokay - Verhalen van toen

Stayokay - Verhalen van toen

125


Vaste gasten 足vragen of we ook vakantie hebben

126 126

Stayokay Stayokay - Verhalen - Verhalenvan van toen toen

Stayokay - Verhalen van toen

127


Waar hielden wij onze reünie? ‘1978 Bustocht naar Achterhoek (slotdiner in Motel Arnhem)’

128 128

Stayokay Stayokay - Verhalen - Verhalenvan van toen toen

1978 Bustocht naar ­Achterhoek (slotdiner in Motel Arnhem) 1979 Dordrecht - Rotterdam Noordwijk 1980 Amersfoort (1 dag) 1981 Dagtocht 1982 Bunnik – Bergen op Zoom - Antwerpen Bunnik 1983 Sneek (1 dag) 1984 Heemskerk (1 dag) 1985 Elst - Arnhem ­Doorwerth (1 dag) 1986 Bunnik - Kortenhoef Bunnik (1 dag) 1987 Denekamp ( 1 dag) 1988 Bunnik - Amsterdam Bunnik 1989 Grouw 1990 Dordrecht, wandeling door Hollands oudste stad 1991 Texel, juttersverhalen van Freek 1992 Apeldoorn 1993 Scheemda, naar het ­kinderwagenmuseum 1994 Chaam 1995 Egmond Stayokay - Verhalen van toen

1996 Heeg, schaatsmuseum 1997 Meppel 1998 Gorssel, speelgoedtreinen en Deventer koek 1999 Haarlem, meer dan de helft nog op de fiets 2000 Soest, daar zat muziek in 2001 Den Haag, Indisch eten en met de tram naar de Pier 2002 Apeldoorn, (1 dag) “Gaan we nog verder door?” 2003 Apeldoorn, ­Levenstuinen in Teuge 2004 Arnhem, Openlucht­ museum 2005 Arnhem, Burger’s ­Dierenpark 2006 Nijverdal, naar de ­beeldentuin 2007 Texel, Ecomare en per vissersboot het wad op 2008 Sneek, varen op de ­Friese meren + Douwe Egberts 2009 Dordrecht, varen door de Biesbosch 2010 Rotterdam, havenrondvaart en ‘de ijsjestram’. 2011 Apeldoorn, slotreünie 129


130

Stayokay - Verhalen van toen

Stayokay - Verhalen van toen

131


Stayokay - Verhalen van toen

133


134

Stayokay - Verhalen van toen


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.