www.GenadeBijbel.nl De Gelijkenissen De Gelijkenis van de tien ponden Lukas 19 : 11-27 11 En als zij dat hoorden, voegde Hij daarbij, en zeide een gelijkenis; omdat Hij nabij Jeruzalem was, en omdat zij meenden, dat het Koninkrijk Gods terstond zou openbaar worden. 12 Hij zeide dan: Een zeker welgeboren man reisde in een ver gelegen land, om voor zichzelven een koninkrijk te ontvangen, en dan weder te keren. 13 En geroepen hebbende zijn tien dienstknechten, gaf hij hun tien ponden , en zeide tot hen: Doet handeling , totdat ik kome. 14 En zijn burgers haatten hem, en zonden hem gezanten na, zeggende : Wij willen niet, dat deze over ons koning zij. 15 En het geschiedde, toen hij wederkwam, als hij het koninkrijk ontvangen had , dat hij zeide, dat die dienstknechten tot hem zouden geroepen worden , wien hij het geld gegeven had; opdat hij weten mocht, wat een iegelijk met handelen gewonnen had. 16 En de eerste kwam, en zeide: Heer, uw pond heeft tien ponden daartoe gewonnen. 17 En hij zeide tot hem: Wel, gij goede dienstknecht, dewijl gij in het minste getrouw zijt geweest, zo heb macht over tien steden. 18 En de tweede kwam, en zeide: Heer, uw pond heeft vijf ponden gewonnen. 19 En hij zeide ook tot dezen: En gij, wees over vijf steden. 20 En een ander kwam, zeggende: Heer, zie hier uw pond, hetwelk ik in een zweetdoek weggelegd had; 21 Want ik vreesde u, omdat gij een straf mens zijt; gij neemt weg, wat gij niet gelegd hebt, en gij maait , wat gij niet gezaaid hebt. 22 Maar hij zeide tot hem: Uit uw mond zal ik u oordelen, gij boze dienstknecht! Gij wist, dat ik een straf mens ben, nemende weg, wat ik niet gelegd heb, en maaiende , wat ik niet gezaaid heb. 23 Waar-om hebt gij dan mijn geld niet in de bank gegeven, en ik, komende, had hetzelve met woeker mogen eisen? 24 En hij zeide tot degenen, die bij hem stonden: Neemt dat pond van hem weg, en geeft het dien, die de tien ponden heeft. 25 En zij zeiden tot hem: Heer, hij heeft tien ponden. 26 Want ik zeg u, dat een iegelijk , die heeft, zal gegeven worden; maar van degene, die niet heeft, van dien zal genomen worden ook wat hij heeft. 27 Doch deze mijn vijanden, die niet hebben gewild, dat ik over hen koning zoude zijn, brengt ze hier, en slaat ze hier voor mij dood.
Gedurende Christus’ aardse bediening leerde Hij waarheden van het Koninkrijk door middel van gelijkenissen. Een gelijkenis is een instructie van een bekende situatie die een feitelijke waarheid vertelt. In elke gelijkenis kunnen wij de beschreven personen en/of de betrokken zaken identificeren. Als wij de gelijkenissen lezen moeten wij op zoek gaan naar de geestelijke waarheid die ze bevatten en vooral in het hoofd houden dat ze allemaal spreken van het Koninkrijk op aarde, want ze presenteren elk een aspect De Gelijkenissen – Jan Stelma Lukas 19 vers 11-27 - De gelijkenis vd 10 ponden
Pagina 1
www.GenadeBijbel.nl van Christus' verwerping, Zijn afwezigheid of Zijn terugkeer om te regeren als Israels Koning.
Algemene uitleg : Omdat men het Woord niet recht snijdt en men daardoor in problemen komt omdat men het daardoor niet begrijpt voelen uitleggers zich genoodzaakt om de Bijbel te gaan vergeestelijken om het dan op die manier toch kloppend te maken. Zo ook in deze gelijkenis met het Koninkrijk van God wat men vergeestelijkt terwijl er niets geestelijks aan is, maar juist letterlijk en zichtbaar op aarde. Echter zij leren dat het Koninkrijk puur geestelijk is en dat Christus na Zijn dood terug naar de hemel ging om daar Zijn Koninkrijk te vestigen . Hij regeert nu als Koning en alle beloften in de Bijbel betreffende een letterlijk, fysiek, aards Koninkrijk moeten vergeestelijkt worden om betekenis te geven aan de zegeningen die Christenen nu genieten. Christus zal nooit terugkeren om een Koninkrijk op aarde te vestigen, maar Hij zal integendeel als Hij terugkomt een einde aan deze wereld maken met het uiteindelijke oordeel en opstanding. Al deze ideeën echter zijn compleet tegenovergesteld aan de lering van deze gelijkenis.
Onze uitleg volgens 2Tim.2:15 : In Lukas 19:11-27 vinden wij een gelijkenis sprekende over Christus als een “welboren man” die reisde naar een “vergelegen land” (d.i. de hemel) om “een Koninkrijk te ontvangen” (d.i. het recht om over Israël te regeren) en dan “weder te keren” (d.i. Zijn wederkomst op aarde om te gaan regeren). Voor Zijn vertrek (= Zijn opstanding) instrueerde Hij het gelovige overblijfsel “doet handeling” totdat Hij terug zou komen. De aan hun gegeven “ponden” spreken van de geestelijke verantwoordelijkheid die aan zijn volgelingen gegeven is. Zij moesten vruchtbaar zijn tijdens Zijn afwezigheid. De “burgers” die Hem haatten waren de politieke en religieuze leiders van het volk Israël. Zij verwierpen Christus tijdens Zijn aardse bediening en zij verwierpen de bediening van de 12 Apostelen na Zijn Hemelvaart. De “gezanten” die zij (de leiders van Israel) Hem nazonden zijn de gelovigen die zij hebben laten ombrengen in de grote vervolging die uitbrak na de steniging van Stefanus (Hand.8:1-3) . Maar het is vooral bij Stefanus, die zij met hun eigen handen doodden , dat zij tegen Christus zeiden dat zij niet wilden dat Hij Koning over hun zou worden (Han. 7: 54-60). De Gelijkenissen – Jan Stelma Lukas 19 vers 11-27 - De gelijkenis vd 10 ponden
Pagina 2
www.GenadeBijbel.nl Hij was de eerste en daarna volgden velen (Han.9:1), ook Jakobus werd vermoord en Petrus ontkwam er maar net aan (Han.12:1-19). Ondanks deze verwerping , Christus zál terugkeren, en dan zal hij rekenschap eisen van Zijn dienstknechten (diegenen die Hij Zijn geestelijke bediening had toevertrouwd, de gelovige Joden dus). Die getrouw en produktief waren in deze verantwoordelijkheid zullen beloond worden, maar degenen die minder getrouw en dus onproduktief zullen minder loon of zelfs verlies lijden (van hun loon, niet hun behoudenis). De “vijanden” , die Hem haatten, zullen dood geslagen worden voor Hem, zoals wij zien in Openb. 20:11-15. Daar wacht hun de tweede dood, de poel des vuurs. De steden hebben te maken met het feit dat Israël geroepen is een volk te zijn van koningen en priesters en zij zullen heersen als koningen op deze aarde. Lees vooral in dit verband : Ex.19:5; Deut. 7:6; Matt.19:28; 1 Pet.2:9; Openb.1:6; 20:4,6 en Openb. 5:10 : “En Gij hebt ons onzen God gemaakt tot koningen en priesteren; en wij zullen als koningen heersen op de aarde. “
Dit gebeurt pas als de Gemeente wegenomen is van deze aarde en Gods profetische plan met het volk Israel en deze wereld weer verder zal gaan, nadat het tijdelijk gestopt was door de tussenkomst van de Bedeling der Genade. Jan Stelma
De Gelijkenissen – Jan Stelma Lukas 19 vers 11-27 - De gelijkenis vd 10 ponden
Pagina 3