8 minute read
MoSaIC
MoSaIC – Music for Sound Integration in the Creative Sector, een hele mond vol. Tussen oktober 2018 en december 2020 werkt Koor&Stem mee aan een Europees project waarbij we muziek gebruiken als middel voor sociale participatie. Ensemble AMADEUS (Italië, projectleider), Swinging Europe (Denemarken), Sound Cultural Foundation (Roemenië) en Koor&Stem (België) werken daarvoor samen met een rits boeiende artiesten.
Ieder partnerland bracht negen artiesten bijeen die in het partnerland wonen, en afkomstig zijn uit verschillende landen binnen en buiten Europa. Koor&Stem engageerde Greet Wielemans (België, dirigente Regenboogkoor), Mirjam de Wit (Nederland, muziekpedagoge), Anja Kowalski (Duitsland, gitariste, zangeres, componist), Zeno Popescu (Roemenië, dirigent Singing Molenbeek, zanger Opéra de Wallonie), Natalia Bachtina (Rusland, zangeres), Emre Gültekin (België-Turkije, sas en aanverwante instrumenten), Moufadhel Adhoum (Tunesië, ud), Vida Razavi (Iran, dutar, sociologe) en Paul Sojo Machado (Venezuela, zanger, dirigent).
Advertisement
In februari en maart interviewde Koor&Stem alle artiesten. Zo kwamen we meer te weten over hun achtergrond en hun fascinatie voor muziek. Iedere artiest heeft zijn verhaal, zijn muziektraditie. Het waren razend interessante uren. Die persoonlijke verhalen vormen straks de basis voor de samenwerking tussen de negen artiesten. Het algemene doel van het project is Europese en niet-Europese muzikanten samen te brengen om gezamenlijke kennis te vergaren en elkaars muzikale tradities te delen. Dat doen we vervolgens in concerten met de artiesten, en ook in school- en koorprojecten met kinderen, jongeren en volwassenen.
UBUNTU
Voor België trokken we tevens Aurélie Nyirabikali Lierman aan om het geheel artistiek te coördineren. Aurélie komt uit Rwanda, werd geadopteerd en groeide op in Brugge. Ze is radioproducer, vocalist en componist. Momenteel woont ze in Nederland.
Hoe ben je in België beland? Ik ben als tweejarige peuter geadopteerd. Aangezien ik heel ziek was, bleek adoptie de enige manier om te overleven. Toen ik begin twintig was, ben ik teruggegaan naar Rwanda. Daar ben ik een zoektocht gestart naar mijn biologische familie. Ik ging ervan uit dat er eigenlijk niets te vinden was en dat ik een weeskind ben, zoals ook op mijn papieren
stond. Maar - om een lang verhaal kort te houden - er is een mirakel gebeurd en ik heb na twee of drie weken mijn hele familie ontmoet, inclusief mijn biologische ouders!
Hoe beïnvloedt je culturele achtergrond je manier van leven en denken? Er is een bepaald aspect uit Rwanda dat ik heel graag overneem. Het is namelijk het gebruik daar dat wanneer je bij vrienden of familie op bezoek bent gegaan, ze je niet enkel aan de deur uitwuiven, maar ook een stukje met je meewandelen tot ze het gevoel hebben dat je op een route bent die je veilig kan voortzetten. Soms vinden ze het bezoek zo fijn, dat ze zelfs tot aan de bushalte meestappen of mee op de bus stappen tot bij je huis. Als ik bezoek heb, dan probeer ik ook gewoon om bij afloop mee te gaan om mijn gast het gevoel te geven dat hij of zij heel welkom was. Het is een teken van appreciatie en verbondenheid. Of je nu arm of rijk bent, je zorgt voor elkaar. Men noemt het ‘ubuntu’ en het wordt heel veel in CentraalAfrika toegepast. Het is de Afrikaanse vorm van humanisme.
IK HAD TWEE DROMEN: MUZIEK EN JOURNALISTIEK
Wat betekent muziek voor jou? Muziek betekent alles voor mij. Ik heb er heel veel voor opgegeven. Ik had een erg comfortabele job bij de VRT. Op een bepaald moment liep het contract af en heb ik, ondanks de mogelijkheid om via een ander contract verder te gaan, de sprong in het diepe gewaagd door helemaal voor de muziek te kiezen. Mijn oudste herinneringen zijn gelinkt aan muziek. Het is iets waar ik mee bezig was, alvorens ik bewust kon denken of spreken. Ik herinner me dat ik, mede door het bruuske verhuizen van het ene land naar het andere, me in bed probeerde te troosten door liedjes te verzinnen. Keer op keer hoorde ik de strenge stem van mijn adoptiemoeder die me toeriep dat ik moest slapen i.p.v. zingen (lacht). En meestal luisterde ik naar die stem, maar bij het zingen ’s nachts was er toch iets dat krachtiger was dan mezelf. Jaren later werd ik me pas echt bewust van de kracht die ik op jonge leeftijd al in me had om dingen te verzinnen en te improviseren. Tijdens mijn opleiding journalistiek dacht ik voor het eerst na over hoe je dingen kunt doen met de stem, hoe je verhalen kunt vertellen, puur aan de hand van woorden. Op het einde van die opleiding, toen ik al voor de radio werkte, merkte ik dat ik niet alleen maar de droom had om gewoon verhalen te vertellen met taal, maar dat ik de mogelijkheden van de stem verder wilde ontdekken. Ik ben toen toevallig bij jazz beland, omdat ik zag dat je daar kunt improviseren. Dat gaf een soort vrijheid. En zo ben ik ook beland bij compositie en alle andere dingen die ik op dit moment doe. Steeds vraag ik me af wat ik kan doen met de stem, telkens vanuit de herinnering aan het geluk bij het zingen als kleine peuter in bed.
MIJN ERFENIS
Zong je als kind ook in een koor? Toen ik zes jaar was, brachten mijn ouders me een keer naar een muziekacademie om mee te zingen in het koor. Ik was een verlegen meisje en er stonden daar allemaal mensen die een paar koppen groter waren dan ik. Ik was de kleinste van de groep. De koorleden
Verhalen en muziek stonden in een cirkel liedjes in te oefenen met elkaar linken zorgt voor met de dirigent in het midden. Ik kende verbondenheid en begrip. de liedjes niet en ik was een beetje bang, maar toch probeerde ik mee te zingen. Ik had toen veel schrik dat de dirigent tegen me zou zeggen dat ik vals zong en dat ik beter mijn best moest doen. Maar ondanks die angst en die onzekerheid, voelde ik toch een moment van intens geluk. Ik besefte toen dat ik heel mijn leven wilde zingen. Jaren later reisde ik naar mijn familie in Rwanda en bleef ik een nacht bij mijn moeder logeren. Het huisje waarin ze woonde, was vrij afgelegen, ver van de stad. Er was nergens elektriciteit of licht. Buiten had je enkel de maan en de sterren als verlichting. De keuken bestond uit een paar rotsblokken waartussen een vuurtje was gemaakt waaraan we ons warm hielden. Een broer wiens Frans niet zo goed was, probeerde te vertalen. Maar op een bepaald moment waren de woorden gewoon op en moest ik vooral observeren. Het was niet altijd even gemakkelijk tussen mij en mijn moeder, de communicatie liep vaak heel stroef. Maar ik herinner me dat op een bepaald moment de kleine broertjes begonnen te improviseren met allerlei potten en pannen. Er is toen een soort van closeharmonykoor ontstaan waarbij iemand af en toe een zangsolo mocht geven, eerst mijn broertjes, dan mijn zusjes en ©Michel Martins @ Het Nutshuis, The Hague 2013
toen mijn moeder. Ik was stomverbaasd. Het geheel klonk ongelooflijk en mijn Rwandese moeder zong erg goed, vol gevoel en met zoveel passie. Het was hemels. De familie bleef maar zingen en musiceren. Het bleek iets te zijn dat ze dagelijks doen, net zoals eten en drinken. Ik leerde dat mijn grootvader langs moederszijde ook een goede zanger geweest was en dat hij het vuur bij mijn moeder aangewakkerd had.
Toen besefte ik waar mijn muzikale interesse vandaan kwam. Van mijn geboorte tot in het weeshuis en vervolgens tot mijn adoptie in België, had ik voortdurend livemuziek gehoord. Dat is mijn erfenis.
Is je huidige werk gelinkt aan je achtergrond? Veel van mijn werken gaan over de reizen die ik heb gemaakt in Oost-Afrika. Ik combineer daarbij mijn achtergrond als journaliste met mijn compositiepraktijk en akoestische muziek met elektronica. Ik maak veel opnames, bv. op mijn reizen in Rwanda, die ik in mijn werk integreer. Ik gebruik die geluidsopnames vaak als omgevingsgeluid en als een documentair element in mijn composities. Ik ben gefascineerd door geluid en door hoe een ruimte klinkt (akoestiek). Ik vind het daarbij fijn om bij muziek uit te gaan van de meest inclusieve manier van kijken naar muziek, om niet alleen te denken over hoe een viool of een piano klinken, maar ook om geluiden uit het dagelijkse leven als muzikaal gegeven te ervaren. Dat kan de soundscape van mijn jeugd in Brugge zijn, maar evengoed de soundscape van het landschap waar mijn grootvader en mijn moeder wonen. Het kan gaan van abstracte elektronica met heel veel ruis en blieps tot heel fijne poëtische lijntjes. Ik ben vooral geïnteresseerd in hoe ik het allemaal samen kan brengen, hoe ik er op een muzikale manier mee kan omgaan om de luisteraar er helemaal in onder te dompelen.
Het was aanvankelijk niet de bedoeling om mijn ervaringen in Oost-Afrika te betrekken in mijn muziek, maar bijna per toeval is dat toch een groot onderdeel van mijn muziekpraktijk geworden. Wat kan muziek doen om een echte culturele participatie in Europa tot stand te brengen? Ik hoorde onlangs op de radio een prachtig interview waarbij iemand een stukje muziek liet horen dat zij had meegebracht. Prachtige muziek. Het bleek te gaan om muziek van een amateurstrijkkwartet dat had samengewerkt met een professionele Syrische componist, een vluchteling die nog niet zo lang hier was en die vanuit zijn muziek een plekje probeerde te vinden in België. Wanneer we vaker zulke muziek met zijn verhalen en contexten te horen krijgen via radio en televisie, creëer je een genuanceerder beeld van vluchtelingen en migranten. Verhalen en muziek met elkaar linken, zorgt voor verbondenheid en begrip. Dat hopen we in MoSaIC te doen.
Zingen is in Rwanda zoals eten en drinken.
Liesbeth Segers & Nathalie Germain
Bekijk de interviews met de andere artiesten via onze website www.koorenstem.be.
Dit project werd gefinancierd met de steun van de Europese Commissie. De verantwoordelijkheid voor deze mededeling ligt uitsluitend bij de auteur; de Commissie kan niet aansprakelijk worden gesteld voor het gebruik van de informatie die erin is vervat.