Inside_Arla_05_NL

Page 1

OKTOBER / 2022 InsidE ARlA Een kijkje achter de schermen PAGINA 2 Big5: Robuustheid van de dieren naar een hoger niveau tillen PAGINA 20 Arla® Pro: Sterke groei van de businessunit Foodservice PAGINA 14 Arla Unika: Wanneer alleen het beste goed genoeg is PAGINA 6 HET TIJDSCHRIFT VOOR ARLA-MELKVEEHOUDERS
Big5: Het bereiken van een optimaal eiwitgehalte Hoe een optimaal eiwitgehalte de kosten en de CO2-voetafdruk kan verlagen. Aan tafel Een analyse van de drijvers achter Arla’s groei op het vlak van foodservice.
6 Nieuwe perspectieven voor de kaasproductie We ontdekken hoe de kaasuitvinder van Arla Unika te werk gaat.
10
14 “Niemand kan het verhaal beter vertellen dan onze eigen melkveehouders” Sophie Gregory gebruikt social media om consumenten meer inzicht te geven in de melkproductie. 2

Inflatie en onzekerheid blijven onze hele sector beheersen, van stijgende kos ten in uw bedrijven en binnen onze onderneming.

Dit kwam duidelijk tot uiting in onze halfjaarresultaten, die een recordomzet en een vertraging in de merkgroei lieten zien. Een situatie die de afgelopen maan den in een stroomversnelling is geraakt.

Door de stijgende prijzen konden wij meer teruggeven aan onze melkveehou ders, wat broodnodig is om de druk van de stijgende kosten te compenseren. En in september konden we, zoals u weet, voor het eerst in de geschiedenis van Arla een halfjaarlijkse nabetaling doen.

Toch is het belangrijk om, ondanks de huidige uitdagingen, te beseffen dat de vraag naar zuivel op de lange termijn groot blijft. Dit wordt duidelijk als we kijken naar de positieve ontwikkeling van onze businessunit Foodservice. Meer informatie hierover vindt u in dit nummer van Inside Arla.

Duurzaamheid blijft een topprioriteit binnen de maatschappij, net als voor onze klanten en consumenten. De markt voor duurzame producten en concepten blijft groeien en creëert commerciële kansen voor de koplopers.

De datagedreven aanpak om zowel in onze bedrijfsvoering als in de bedrijven van onze leden verbeteringen door te voeren, wordt zowel door de politiek als onze klanten gewaardeerd. Daardoor richten we onze inspanningen op die gebieden waar we de grootste impact kunnen hebben. Een goed voorbeeld zijn de Big5-klimaatfactoren die in dit nummer aan bod komen.

Met de duurzaamheidsvergoeding die maatregelen uit het verleden beloont en toekomstige verbeteringen ondersteunt, zetten wij een volgende, belangrijke stap. Een stap die onze positie als koploper verder zal versterken en cruciaal is om onze doelstellingen met betrekking tot het creëren van de toekomst van zuivel te behalen.

Ik wens u veel leesplezier.

EdiTORiAl Big 5: Robuustheid van dieren cruciaal voor het verbeteren van de klimaatimpact 19 bedrijven doen mee aan de eerste ronde van pilotprojecten 20

E E n K ij Kj E A chTER d E sch ER m E n

Via sociale media en open boerderijdagen delen Arla-melkveehouders in heel Europa hun verhalen over zuivelproductie en informeren geïnteresseerde consumenten over wat er in hun bedrijf gebeurt.

Arla-melkveehoudster Sophie Gregory runt een biologisch melkveebedrijf in Dorset, in het Verenigd Koninkrijk. Zij post regelmatig op Instagram over haar leven in een zuivelbedrijf en nam onlangs deel aan een LinkedIn takeover op het kanaal van Arla.

“Ik ben in 2017 begonnen met Instagram”, vertelt Sophie. “Ik realiseerde me dat het een gemakkelijke manier is om met zowel melkveehouders als niet-melkveehouders in contact te komen over wat wij op onze bedrijven doen. Ik post foto’s en video’s van de koeien, en van het leven op een boerderij. Op een gemiddelde dag post ik ongeveer 10 foto’s of korte video’s op mijn Instagram-story, maar ik zorg er wel voor dat het niet mijn hele dag in beslag neemt.Alsikhetdrukheb,postikmisschienmaaréénof twee foto’s tijdens het melken.”

“Ik schat dat ongeveer 50% van mijn volgers geen melk veehouders zijn en ik beschouw mijn posts als een kans om mensen te informeren over de zuivelproductie in een melkveebedrijf. We zijn erg trots op wat we doen en op de coöperatie waar we deel van uitmaken. Ik probeer mijn trots en enthousiasme ook door te laten klinken in mijn berichten. Mensen denken vaak dat de zuivelsector iets te verbergen heeft en ik hoop dat wij door ons dagelijks le ven vast te leggen ook wat transparantie kunnen brengen in onze sector.”

“Social media maken een tweerichtingsgesprek mogelijk en ik probeer zo goed mogelijk op opmerkingen en vra gen te reageren, waarbij ik zoveel mogelijk pleit voor het werk dat Arla doet. Wij maken bijvoorbeeld deel uit van

het pilotnetwerk voor regeneratieve landbouw en ik vind het geweldig om het verloop van dit project te delen.”

“Volgens mij zijn mensen vooral benieuwd of wij melk veehouders goed voor onze koeien zorgen. Onze dieren staan dan ook centraal in het merendeel van mijn posts. Ik wil graag vertellen hoeveel we van onze koeien houden en mensen houden ervan om foto’s en video’s van hen te zien en social media bieden geweldige mogelijkheden om onze toewijding aan hun gezondheid en welzijn te laten zien. Als dat de enige boodschap zou zijn die ik overbreng, dan is dat genoeg.”

Sophie ontdekte ook een paar onverwachte extra voorde len in verband met het gebruik van social media:

• “Tijdens de lockdown ontdekte ik dat het gebruik van social media goede mogelijkheden biedt om in contact te komen met de buitenwereld, met name met andere Arla-melkveehouders. Er zijn veel melkveehouders actief op Instagram en Twitter die zowel de zuivelsector promoten als een kijkje achter de schermen geven van hun leven op het bedrijf.”

• “Instagram fungeert voor ons ook als een soort fotodag boek waarin we vastleggen wat we hebben gedaan en wanneer. Ik scrol vaak terug naar eerdere berichten. Het is een handig geheugensteuntje!”

• “Naarmate mijn sociale netwerken groter werden, merkte ik dat ze ook erg nuttig zijn bij het werven van personeel: twee van onze nieuwe medewerkers hebben ons gevonden via de berichten op sociale media die mijnvolgershebbengedeeld;éénervankomtuitde buurtenéénisvanverderweg.”

2

LINKEDIN VEROVEREN

Deze zomer nam Sophie Gregory deel aan een proef met het internationale communicatieteam van Arla, waarbij zij een week lang een ‘takeover van melkveehouders’ op het LinkedIn-kanaal van Arla liet zien. LinkedIn is een social mediakanaal waar zowel consumenten, klanten, en politieke belanghebbenden als Arla-collega’s actief zijn. Sophie postte 10 berichten die elk een ander aspect van het bedrijf lieten zien. Elke post stond vol foto’s en de serie had bijna 500.000 views en kreeg meer dan 100.000 reacties (likes, klikken en opmerkingen). En dat alles zonder marketingbudget. In één week tijd genereerde de takeover meer dan 50% van het bereik en de interactie die Arla normaal gesproken in een hele maand op dit kanaal heeft.

“Het was geweldig om contact te hebben met een ander publiek, afkomstig uit alle sectoren van de toeleveringsketen”, aldus Sophie. “Ik denk dat mensen het op prijs stelden om een tweerichtingsgesprek met een Arla-melkveehouder te voeren en het was een goede gelegenheid voor ons om het coöperatieve karakter van onze onderneming te laten zien.”

Communication Manager Signe Høstgaard Møller vertelt: “LinkedIn lijkt vaak een social mediakanaal voor bedrijven, maar wij hebben ervoor gekozen om het te gebruiken als een middel om mensen een kijkje achter de schermen te geven bij Arla. Ons doel is om onze verhalen te laten vertellen door echte mensen, met authentieke beelden en een menselijke stem. Tijdens Sophies takeover besloten we dat Sophie zou antwoorden op vragen vanuit haar eigen LinkedIn-profiel om het zo persoonlijk mogelijk te maken. Dat pakte heel goed uit en de manier waarop Sophie met trots over onze sector en haar passie voor zuivel sprak, kwam goed over.”

We zijn benieuwd of andere Arla-melkveehouders willen meewerken aan toekomstige social media takeovers. Bent u geïnteresseerd? Neem dan contact op met Signe Høstgaard Møller via sihoe@arlafoods.com.

Wilt u meer mooie verhalen lezen over Arla’s toeleveringsketen van boer tot bord? Volg Arla dan op LinkedIn: www.linkedin.com/company/arla-foods/

NIEMAND KAN HET VERHAAL BETER VERTELLEN DAN ONZE EIGEN MELKVEEHOUDERS

Verantwoordelijk voor de divisie Agriculture, Sustainability and Communications, Hanne Søndergaard “Een belangrijk element van het merk Arla® is dat het bedrijf eigendom is van melkveehouders. Het is belangrijk dat we manieren vinden om onze deuren te openen, zowel virtueel als fysiek, om het verhaal van de zuivelproductie te vertellen, transparant te zijn en vertrouwen in de sector op te bouwen. Door met consumenten in contact te komen, kunnen we niet alleen onjuiste informatie rechtzetten, het biedt ons ook een platform om het merk Arla® te versterken en de enorme hoeveelheid werk te laten zien die de coöperatie verzet om een voedzaam product te produceren en tegelijkertijd toonaangevend te zijn op het vlak van duurzaamheid en dierenwelzijn. Niemand kan dat verhaal op een betere en geloofwaardigere manier vertellen dan onze melkveehouders.””

“CONSUMENTEN ZIJN GEÏNTERESSEERD IN WAT WE DOEN”

Coöperatielid Kajsa Petersson uit Dalarna, Zweden, is in haar regio uitgegroeid tot één van de vaste gezichten van de zuivelsector en Arla. Ze neemt deel aan media-interviews en advertenties en is actief op social media:

“Consumenten zijn geïnteresseerd in wat we doen, maar ze weten niet altijd precies wat er allemaal gebeurt op een zuivelbedrijf””, aldus Kajsa.

“Ik vind het belangrijk om in het achterhoofd te houden dat de meerderheid van de bevolking positief is over wat wij doen. Door te laten zien wat zuivelproductie precies inhoudt en het in duidelijke taal uit te leggen, hoop ik dat het publiek een realistisch beeld krijgt van onze sector. We moeten onze verantwoordelijkheid nemen en niet door anderen laten bepalen waar we voor staan.””

4

OnzE dEuREn

OpEnsTEllEn

Open boerderijdagen zijn een geweldige manier om consumenten dichter bij de zuivelsector te brengen en hun vragen te beantwoorden. Arla-melkveehouders uit heel Europa hebben in de lente en zomer deelgenomen aan een breed scala aan evenementen om de zuivelsector op de kaart te zetten.

In Zweden namen in april en mei 37 Arla-bedrijven deel aan “Arla kosläpp 2022”” (koeien in de wei) waar 112.000 bezoekers werden verwelkomd en 100.000 bekers melk en kaneelbroodjes werden geserveerd. Daarnaast werd een liveweidegang gestreamd vanuit het bedrijf van Elin Gunnarsson met de Zweedse beroemdheden Anders Bagge en Johanna Lind-Bagge. Zo’n 20.000 mensen bekeken de stream toen deze live was en nog eens 411.000 mensen bekeken de 15 minuten durende versie later op YouTube.

In Denemarken verwelkomden 24 Arlamelkveehouders op Øko-dag, de dag van de biologische landbouw op 10 april, 100.000 bezoekers op hun bedrijven.

In het VK namen 17 Arla-melkveehou derijen in juni deel aan ‘Open Farm Sunday’. Er werden 18.000 bezoekers verwelkomd waarbij ruim 7.500 educa tieve Arla-boekjes met activiteiten voor kinderen werden verspreid. In augustus waren duizenden melkveehouders in het VK actief op social media tijdens het initiatief #farm24 om het grote publiek te laten zien hoe een gemiddelde dag in een zuivelbedrijf eruitziet.

OnzE IcOnIschE mERKEn dE KAAsui T vindER Dankzij een innovatieve en creatieve aanpak en een hoog niveau van expertise in de zuivelfabrieken behoren de kazen van Arla Unika tot de beste ter wereld 6

De kaasuitvinder – deze functietitel van Mads Øster gaard is vrij uniek.

Als hoofd van de afdeling New Product Development bij Arla Unika ontdekt hij continu nieuwe smaken en texturen om unieke en heerlijke kaaservaringen te creëren voor de meest veeleisende klanten ter wereld.

Denk aan het rijpen van een kaas geweekt in whisky, het mengen van schimmelsoorten op nieuwe manieren, of het verwerken van eersteklas baristakoffie in kaas.

“We willen niet in andermans voetsporen treden, maar iets nieuws creëren, vanaf nul beginnen en originele producten met een eigen persoonlijkheid ontwikke len”, aldus Mads over zijn werk in het laboratorium van Arla Unika, het innovatiecentrum in Aarhus en de nauwe samenwerking met de verschillende zuivelbe drijven van Arla.

BEhOEfTE AAn divERsiTEiT

De Arla Unika-reis begon in 2002, toen Arla werd benaderd door een groep chef-koks die iets anders van Arla wilden dan wat er werd aangeboden: meer diversiteit, unieke producten en originaliteit in Arla’s assortiment.

Mads Østergaard werkt al 25 jaar bij Arla en weet dat productontwikkeling vaak gericht is op het verbeteren van productiemethoden, het verlagen van de kosten door schaalvergroting of het optimaliseren van wat al aanslaat bij consumenten.

“Het ontwikkelen van nieuwe kazen vergt een andere denkwijze en doorbreekt het traditionele denken. Maar het uiteindelijke doel, namelijk voldoen aan de wensen van de klant, is hetzelfde. Het ontwikkelen van een product dat rendabel is en dat mensen graag willen kopen, zelfs als de prijs hoger is dan gemiddeld. We willen iets aanbieden dat onze klanten nergens anders kunnen krijgen.”

Daarom is hij altijd op zoek naar nieuwe inspiratie voor ingrediënten, productiemethoden en combinaties van smaken. Dat houdt in dat hij nauw samenwerkt met chefs, brouwers, barista’s en andere deskundigen. sAmEnwERKing mET ARlA’s zuivElfABRiEKEn

Maar Mads en de rest van het team putten vooral uit de ervaring van collega’s in de zuivelfabrieken en het Arla Innovatiecentrum. Door samenwerking worden nieuwe texturen, smaken en een nieuwe uitstraling ontwikkeld, waar beide partijen voordeel bij hebben.

“Bij Arla Unika vertrouwen wij op de expertise van onze collega’s in de zuivelfabrieken met betrekking tot een grote hoeveelheid kaassoorten. Het is een unieke eigenschap van Arla dat we uit deze ruime ervaring kunnen putten. En in ruil daarvoor denk ik dat we onze collega’s ook scherp houden door te sparren over nieuwe ideeën en verschillende benaderingen”, aldus Mads Østergaard.

“Dat was ook onderdeel van het oorspronkelijke plan: nieuwe kennis opdoen die ook in de rest van de onderneming kan worden toegepast, door dingen op kleinere schaal uit te proberen.”

Een ander deel van de rol van Arla Unika is te begrij pen welke trends belangrijk zijn op het gebied van de topgastronomie en daarbinnen ook de trends te spotten die zich wellicht zouden kunnen uitbreiden.

“Een voorbeeld ervan is het gebruik van kaas tijdens het koken. Belegen kaas heeft dezelfde smaaksensatie en volle smaak – wat ook wel umami wordt genoemd –als vlees. Naarmate consumenten meer plantaar dig gaan eten, is dit een interessant gebied om te ontdekken. We willen daarom onderzoeken hoe we het potentieel van zuivel op nieuwe manieren kunnen benutten.”

OnzE IcOnIschE mERKEn Mads Østergaard is de kaasuitvinder van Arla Unika: “Bij Arla Unikavertrouwen wij op de kaas-expertise van onze collega’s in de zuivelfabrieken.””

SUCCESFORMULE

De producten van Arla Unika hebben in de loop der jaren een aantal prijzen gewonnen. De laatste was in augustus van dit jaar, toen Arla in twee van de vier categorieën won bij de Danish Dairy Gourmet Awards: “Gammel Knas” belandde in de categorie harde kaas op de eerste plaats en “Hallands Himmel” in de categorie zachte kaas (productomschrijvingen zie hiernaast). Daarnaast behoorden twee andere producten van Arla Unika, boter en room, ook tot de genomineerden.

OuR icOnic BRAnds

DRIE VAN ARLA UNIKA’S UNIEKE KAZEN

Het assortiment van Arla Unika bestaat uit ongeveer 40 producten. Het merk heeft drie winkels in Kopenhagen en Aarhus in Denemarken en in Stockholm, Zweden. Tot de klanten behoren onder meer luxe- en toprestaurants, groothandelaars en speciaalzaken.

In Denemarken en Zweden zijn de producten ook in een online-shop beschikbaar, via arlaunika.dk of arlaunika.se.

Hallands Himmel

Hallands Himmel, geproduceerd in de zuivelfabriek Kybille in Zweden, is een droge blauwschimmelkaas. Gerijpt gedurende vijf maanden in een omgeving met een hoge luchtvochtigheid en -temperatuur waardoor de kaas een diepe “umami”” smaak ontwikkelt.

Gammel Knas

Een moderne interpretatie van de klassieke Havarti. Met behulp van een nieuwe techniek waarbij de kaas minstens 24 maanden in een zuurstofvrije omgeving wordt gerijpt, ontwikkelt de kaas een delicaat evenwicht tussen zoetheid, volheid, zuurgraad en knapperige eiwitkristallen. Geproduceerd in de Nr. Vium-zuivelfabriek in Denemarken.

Drunken Dog

Een mengsel van rood smeersel, blauwe en witte schimmelkaas dat wordt geproduceerd in de zuivelfabriek Troldhede. Tijdens het rijpingsproces verliest de kaas ongeveer 20% van zijn watergehalte en krijgt het de karakteristieke, stevige textuur. De kaas wordt gewassen in rood smeersel, waardoor hij verder rijpt en een roodachtige tint krijgt. Tot slot wordt de kaas vacuüm verpakt in Stauning Rye, een Deense whisky.

niEuwE impulsEn

vOOR dE g AsTROnOmiE

Arla’s eersteklas kaasmerk herwint aan kracht na de pandemie

Sinds de start 20 jaar geleden is Arla Unika continu gegroeid en is erin geslaagd tot de favorieten van vele toprestaurants, chef-koks en consumenten te behoren, die steeds op zoek zijn naar het allerbeste. Hoewel Arla Unika nog steeds maar een klein deel van de omzet van het bedrijf vertegenwoordigt, is de impact van zijn meermaals bekroonde kazen en andere zuivelproducten groot: Het winnen van gas tronomische prijzen en op het menu staan van veel toonaangevende restaurants in Europa voegt een extra dimensie toe aan het verhaal van Arla.

“Het merk onderstreept het vakmanschap en het hoge kwaliteitsniveau dat we leveren, vanuit de bedrijven van onze melkveehouders tot het eindproduct. In die zin werkt het merk als een stimulans voor heel Arla”, zegt Alex Racoveanu, die aan het hoofd staat van Arla Unika.

Uit enquêtes blijkt dat consumenten die een Arla Unika-product hebben geprobeerd, positiever zijn over Arla als bedrijf dan degenen die dat niet heb ben gedaan. En erkenning krijgen van een paar van de beste chef-koks in Europa is een bewijs van erkenning dat een groot positief effect heeft op de coöperatie als geheel.

“Onze klanten zijn trendsetters en influencers die met hun ideeën, recepten en manieren waarop zij zuivel gebruiken anderen inspireren, wat zich verspreidt naar andere delen van de foodservicebranche en naar consumenten”, aldus Alex Racoveanu.

TEgEnslAg vAnwEgE dE pAndEmiE Samen met de rest van het Arla Unika-team zag hij het merk de afgelopen jaren gestaag groeien – totdat de coronapandemie tegen eind 2019 begon.

“Omdat we zoveel zakendoen met restaurants, waren de lockdowns een grote tegenslag voor de verkoop van Arla Unika. Bovendien hadden we net onze winkel in Stockholm geopend – de eerste in Zweden, toen de pandemie toesloeg” , kijkt Alex Racoveanu terug. De belangstelling bleef echter groot, net als het aan tal prijzen dat Arla Unika in de wacht sleepte.

“Sinds het einde van de pandemie trekt de ver koop weer aan – ook online, en we zijn nu weer uit de rode cijfers. We willen er nu voor zorgen dat we op dat positieve spoor blijven en winst gevende activiteiten ontwikkelen in Denemarken en Zweden.”

OnzE IcOnIschE mERKEn
9

Het optimale eiwitgehalte is één van de Big5-klimaatfactoren waar Arla-melkveehouders op inzetten om hun klimaatimpact te verbeteren. In de aanloop naar de fysieke bijeenkomsten op de bedrijven over dit onderwerp die dit najaar van start gaan, geeft James Husband, dierenarts bij het adviesbureau Map of Ag, tips om het optimale eiwitgehalte te bereiken. Hij weet waar hij het over heeft, want hij heeft toezicht gehouden op een pilotproject over dit onderwerp op Britse proefbedrijven.

1. AnAlysEER uw RuwvOER Zorg ervoor dat u weet wat het eiwitgehalte is van het ruw voer dat u aan uw koeien voert en pas de voeding daarop aan. De meest duurzame en kosteneffectieve eiwitbron in uw bedrijf is het zelf geteelde ruwvoer. Geef aan het gebruik daarvan prioriteit en verminder het aandeel van het aange kochte voer dienovereenkomstig.

Uit het pilotproject met betrekking tot het optimaal eiwit gehalte in het VK bleek dat veel van onze proefbedrijven regelmatig te veel eiwitten voerden, ongeacht het bedrijfsen huisvestigingssysteem. Voor een deel kwam dat omdat er geen rekening werd gehouden met het eiwitgehalte van het ruwvoer en de rest van het rantsoen niet daarop werd afgestemd.

Bedrijven waar intensieve beweiding plaatsvindt zouden regelmatig het energie- en eiwitgehalte van het gras moe ten analyseren om het voerrantsoen nauwkeurig te kunnen afstemmen. Als u geen analyse maakt van uw gras voor de beweiding, maak dan gebruik van lokaal beschikbare infor matie om een goed beeld te krijgen van het eiwitgehalte van het gras in uw regio. Dit is vooral van belang in tijden van hoge niveaus van ruw eiwit in het gras – d.w.z. in het vroege voorjaar of later in de herfst, afhankelijk van het weer.

2. hET juisTE EiwiTgEhAlTE BEREiKEn

Het meeste soorten krachtvoer bevatten te veel eiwit wanneer zij naast hoogwaardig gras worden gevoerd, zoals bijvoorbeeld in het voorjaar het geval is. Bespreek met uw adviseur en voerleverancier het benodigde eiwitgehalte van het voer.

Als u naast gras ook ander voer toedient, zorg er dan voor dat u het energie- en eiwitgehalte van het rantsoen regelmatig opnieuw in evenwicht brengt om de efficiëntie te maximaliseren, bijvoorbeeld door het eiwitgehalte in het krachtvoer te verlagen en/of voedergewassen met een lager eiwitgehalte te gebruiken, zoals kuilmaïs en kuilvoer van het hele gewas.

Kuilmaïs of kuilvoer van het hele gewas verlagen het eiwit gehalte en leveren in de pens beschikbare energie, wat zeer effectief is als het eiwitgehalte in het gras bijzonder hoog is.

Uit het onderzoek in het VK bleek dat gehuisveste kuddes consequent rantsoenen met een lager ruw eiwitgehalte (ongeveer 16%) gevoerd zouden moeten worden. Door het voer regelmatig af te stemmen in overleg met een voe dingsdeskundige wordt verzekerd dat aan de energie- en nutriëntenbehoeften wordt voldaan en de pensproductie wordt gemaximaliseerd.

De samenstelling van het krachtvoer moet altijd het eiwitgehalte van kuilvoer en gras aanvullen en worden aangepast afhankelijk van het seizoen. Indien nodig, overleg met uw voerleverancier over het benodigde voer met een lager eiwitgehalte.

Het beste wat u kunt doen om een optimaal eiwitgehalte te bereiken, is kuilvoer van betere kwaliteit telen. Als u de kwaliteit van uw graskuil kunt verbeteren, verhoogt u de eiwitopbrengst en vermindert u de behoefte aan ingekoch te eiwitten.

Een verlaging van de hoeveelheid krachtvoer leidt tot een aanzienlijke vermindering van uw broeikasgasemissies en een verbetering van het optimale eiwitgehalte. Als het ruw voer van voldoende kwaliteit is, kan dezelfde melkopbrengst worden behaald ook bij lagere hoeveelheden krachtvoer.

4. cOnTROlEER dE cOncEnTRATiE vAn hET mElKuREum De concentratie van het melkureum is geen perfecte indi cator voor het eiwitgehalte, maar is wel nuttig. Als de con centratie verhoogd is, weerspiegelt dat een overaanbod van voor de pens beschikbaar eiwit ten opzichte van energie. Bij intensieve beweiding in het voorjaar kan dit wijzen op een te lage verzorging met energie.

Melkveehouders in het VK die meedoen aan de pilot spra ken uitvoerig over het juiste ureumgehalte en wat te laag is voor kuddes met een hoge melkopbrengst. Maar in het kader van het project bleek dat er geen verband was tussen melkureum en melkopbrengst; het bedrijf met de hoogste opbrengst had een van de laagste gemiddelde concentra ties melkureum in 12 maanden (0,022%; in Nederland is dat 22 mg/ kg melk).

mEER EfficiënT iE En EEn BETERE miliEuBAlAns d AnKzij EEn Op T imAAl Eiwi TgEhAlTE
3. dE KwAliTEiT vAn zElf gEpROducEERd RuwvOER vERBETEREn
BIg5
10
BIg5 11

WAT IS EEN OPTIMAAL EIWITGEHALTE EN HOE WORDT HET GEMETEN?

“Melkkoeien consumeren eiwithoudende en eiwitvrije N-verbindingen. Pensbacteriën gebruiken energie uit de koolhydraten van het voer zoals zetmeel of vezels om hoogwaardige eiwitten te genereren voor de melkproductie en de lichaamsfuncties van de koe. De uitdaging is het vinden van het juiste evenwicht: genoeg voeren om de beste melkopbrengst te verkrijgen, maar niet meer dan de koe op efficiënte wijze kan gebruiken. Lukt dit niet, dan gaat de stikstof in vorm van eiwit door de koe heen en komt het via de urine en mest weer naar buiten, met negatieve gevolgen voor het milieu, de productie en de rentabiliteit. In het kader van de Klimaatcheck berekenen we het eiwit dat wordt gebruikt voor groei, vlees en melk als percentage van de totale eiwitopname. Over het algemeen geldt: hoe hoger een bedrijf scoort op een optimaal eiwitgehalte, hoe beter.””

MILIEUEFFECTEN VAN OVERMATIGE TOEVOER VAN EIWIT

Door het uitbrengen van mest in de bodem spoelt stikstof uit naar waterreservoirs, wat eutrofiëring (overmaat aan nutriënten) kan veroorzaken en ertoe kan leiden dat het water zuurstofarm wordt.

Ammoniak (NH3) wordt omgezet in stikstofdioxide (NO2) en distikstofmonoxide (N2O), een krachtig broeikasgas.

Een teveel aan in de pens afbreekbaar eiwit wordt in de lever omgezet in ureum, waarvoor energie nodig is

De potentiële energie die beschikbaar is voor de productie van melk wordt overgeheveld naar de uitscheiding van overtollig eiwit, wat uiteindelijk de melkopbrengst beperkt

WAT ZIJN DE BIG5-KLIMAATFACTOREN?

De Big5 zijn op basis van de gegevens van de Klimaatcheck geïdentificeerd als de meest impactvolle factoren om de klimaatimpact van de bedrijven te verbeteren. Zij zijn verantwoordelijk voor 78% van de verschillen in de scores voor de CO2-voetafdruk binnen de Arla-bedrijven.

GEBRUIK LANDGEBRUIK Maike Brask – Farm Sustainability Specialist bij Arla GEVOLGEN VAN OVERMATIGE EIWITTOEVOER OP PRODUCTIE EN RENTABILITEIT Een teveel aan eiwit verhoogt niet alleen de voerkosten, maar is ook een metabolische verspilling
BIg5 BETERE VOEDEREFFICIËNTIE MEER MELK PER EENHEID VOER OPTIMAAL EIWITGEHALTE HET EIWITOVERSCHOT IN HET RANTSOEN VERMINDEREN ROBUUSTHEID VAN DE DIEREN GEZONDE KOEIEN
VAN MESTSTOFFEN HET STIKSTOFOVERSCHOT VAN DE VOERPRODUCTIE VERMINDEREN
BETERE GEWASOPBRENGSTEN
12

Stuart Perry heeft een kudde die het hele jaar door kalft – een mix van 195 raszuivere Holstein Friesian en Jersey met een melkopbrengst van 8.000 liter per koe per jaar met 3,4% vet en 4,3% eiwit, verdeeld over 107 hectare grond.

“Voer maakt een groot deel uit van de kosten binnen ons bedrijf en ik wil mijn koeien efficiënt voeren en onze ingekochte eiwitten niet verspillen”, legt Stuart uit. “Met een systeem dat op beweiding gebaseerd is verbouwen we veel eiwit zelf, maar ik wilde be wuster omgaan met wat we inkopen om het bedrijf kosteneffectiever te maken en onze impact op het milieu te verbeteren.”

Vlak voor het begin van het pilotproject begon Stuart met een multicut-systeem om zijn kuilvoer te maken, waarbij hij vaker maait en kleinere sneden van hogere kwaliteit maakt. Dit was in de eerste plaats om de winstgevendheid van het bedrijf te verbeteren, maar het jaar daarop zag hij een groot aantal aanvullende voordelen.

“Nadat we dat hadden gedaan, realiseerde ik me het belang van de kwaliteit van het ruwvoer en eiwitten van eigen bodem voor een zuivel bedrijf. Het leverde niet alleen meer gras op, we konden ook de hoeveel heid ingekocht voer voor de koeien verminderen. Door mijn deelname aan de pilot heb ik er nog meer vertrouwen in dat we de juiste weg zijn ingeslagen met ons bedrijf.”

Door koeien op te splitsen in groepen met een hoge en lage melkopbrengst, maakt Stuart beter gebruik van zowel begraasd gras als kuilvoer. Koeien met een hoge melkopbrengst worden in het rotatiesysteem niet onder druk gezet om te grazen. Ze gaan na het melken in de avond de wei in, maar het meeste voer wordt gevoerd als een 50/50 mix van gras en ingekuild maïs. Koeien met een lage melkopbrengst mogen meer grazen en krijgen extra voer ter aanvulling afhankelijk van de grasgroei. Alle koeien krijgen aanvullend een soort eiwitsnack met een eiwitgehalte van 16% als ze door de melkstal lopen.

“Ik heb geen grashoogtemeter (plaat model), en sommige melkveehouders die intensieve beweiding toepassen vinden dat misschien gek, maar ik ben alleen in het bedrijf, dus ik controleer voornamelijk aan de hand van de gras hoogte. De melkkoeien grazen velden als het gras in een driebladstadium is, daarna worden de droogstaande koeien ingezet om de rest op te ruimen als dat nodig is.”

Stuart beschikt weliswaar niet over veel grasanalysegegevens, maar hij heeft wel berekeningen gemaakt voor voer kosten en gegevens gebruikt als basis voor zijn overwegingen met betrekking tot het voeden in het kader van het project. “Door deel te nemen aan de pilot voor het optimaal eiwitgehalte en het analyseren van onze voersamen stelling, de extra eiwitsnacks en al het andere, werd ik me meer bewust van wat ik aankoop en waarom. Dan realiseerde ik me dat je niet per se voer met een eiwitgehalte van 18% of 21% nodig hebt, maar dat er ook andere opties zijn.”

T imAAl Eiwi TgEhAlTE hEEfT
vOOR hET BEdRijf
Arla-melkveehouder Stuart Perry is altijd op zoek naar manieren om de efficiëntie in zijn bedrijf, Nower Dairy in Devon in het VK, te verhogen. Toen hij het verzoek zag aan melkveehouders om deel te nemen aan Arla’s pilotproject met betrekking tot het optimaal eiwitgehalte, was hij meteen enthousiast. Ontdek wat hij heeft geleerd en welke veranderingen hij vervolgens heeft doorgevoerd.
EEn Op
vOORdElEn
13
fOOdsERvIcE

vOORTBO uw E n O p O nzE

s TERKE pun TE n O m

succ E sv O l TE zijn

Van afhaalmaaltijden tot hotelovernachtingen en koffietentjes –consumenten geven steeds meer uit aan uit eten gaan. Met een gerichte strategie is Arla’s businessunit Foodservice er klaar voor om een groter deel van de groeiende, wereldwijde markt te veroveren.

In de afgelopen jaren heeft de horecasector het zwaar gehad. Van de ene op de andere dag werden restau rants, hotels, fastfoodrestaurants en kantines vanwege de coronapandemie over de hele wereld gesloten. En met de huidige hoge inflatie en een dreigende recessie ziet het er somber uit voor de sector.

De langetermijntrend voor uit eten gaan blijft echter bestaan – een wereldwijde markt die zal blijven groeien, aldus Cecilia Kocken, hoofd Global Foodservice bij Arla.

“De afgelopen tien jaar is de consumptie van maaltijden buitenshuis met meer dan 30% gestegen, dus er is een zeer groot potentieel voor zuivel in een segment dat van oudsher een goed rendement oplevert. Op dit moment is de foodservicemarkt voor zuivelproducten in Europa alleen al goed voor zo’n 25 miljard euro”, zegt zij.

Het huidige marktaandeel van Arla ligt op een relatief bescheiden 4%, maar er is een heldere strategie en een speciaal team opgezet om het marktaandeel verder te vergroten. Het doel van de strategie Future26 is dat de businessunit Foodservice verantwoordelijk is voor 30% van de groei in Europa tegen 2026.

Succes boeken in een markt die groot en complex is, vereist prioritering.

“We bevinden ons in een positie waarin de markt en de verwachte groei goed aansluiten bij een aantal van onze sterke punten, dus we spannen ons in op die gebieden waar we de absoluut beste kansen hebben om succes te boeken,” aldus Cecilia Kocken.

Dat betekent een duidelijke focus op drie bedrijfsseg menten: Mozzarella, ingrediënten voor de categorie

bakkerijproducten, en producten voor de groeiende markt van flexitariërs. Het laatste segment omvat zowel producten op basis van zuivel als zuivelalternatieven, twee verschillende richtingen om op te volgen.

“Mozzarella is al heel belangrijk voor ons bedrijf, met producten die in meer dan 100 landen worden verkocht en sterke partnerschappen met enkele van de grootste pizzaketens in de wereld, dus het is vanzelf sprekend een prioriteit om onze activiteiten op dat vlak verder te ontwikkelen”, vertelt Cecilia Kocken.

Ons vERmOgEn Om mEER TE zijn dAn AllEEn EEn lEvERAnciER is EEn BElAngRijKE KRAchT diE wE vERdER mOETEn OnT wiKKElEn

De categorie bakkerijproducten zal ook blijven groeien, omdat het aantal koffietentjes en daarmee de verkoop van koek en drankjes voor onderweg toeneemt. Op dit gebied bouwt Arla expertise op in het creëren van hoogwaardige producten met pre cies de juiste eigenschappen, textuur en smaak om toegevoegde waarde te creëren voor de afnemers van bakkerijproducten.

“We werken samen met onze banketbakkers om de producten verder te verbeteren, zodat ze voldoen aan de eisen in de professionele keukens”, zegt Cecilia Kocken.

“ ” fOOdsERvIcE 15

Tot slot biedt de categorie van plantaardige producten en producten voor flexitariërs een kans om klanten te ondersteunen bij een groeiende vraag naar opties zon der vlees op het menu, een segment waar Arla inves teert in de ontwikkeling van nieuwe producten.

“Het is belangrijk om onze klanten te kunnen onder steunen in al hun behoeften, ook als ze uitbreiden naar nieuwe segmenten, om sterke partnerschappen op te bouwen en onze klanten te helpen groei te realiseren”, aldus Cecilia Kocken.

TwEE KAnAlEn

Het stellen van prioriteiten werkt door in de segmenten van klanten die de komende jaren waarschijnlijk de meeste groei zullen realiseren.

Wereldwijd zijn twee types in opkomst: de zogenaam de “full service” en “quick service” restaurants. Vooral de quick service restaurants – oftewel verkooppunten van fast food – lieten een gestage groei zien en wer den tijdens de pandemie minder getroffen dan andere soorten eetgelegenheden.

“Deze restaurants hebben de afgelopen jaren bewezen zeer veerkrachtig te zijn, doordat consu menten terugkeren naar de merken die ze kennen. We verwachten dat de grote, wereldwijde spelers internationaal blijven groeien en we blijven ons in zetten om voor hen een sterke partner te zijn”, zegt Cecilia Kocken.

WAT BETEKENT FOODSERVICE?

aan afnemers in de horeca, waaronder restaurants, kantines,

VEERKRACHT

In de eerste helft van 2022 zijn de foodserviceactiviteiten van Arla zowel in Europa als op de internationale markten verder gegroeid na de pandemie. De volumegedreven omzetgroei van de merken bedroeg 19%, voornamelijk dankzij de Deense en Britse markten en de merken Arla® Pro en Lurpak®.

fOOdsERvIcE
De businessunit Foodservice van Arla omvat de verkoop
hotels, afhaalketens en koffietentjes. Volumegedreven omzetgroei van de merken binnen Arla’s foodserviceactiviteiten in de eerste helft van 202219% Arla® Pro merkgroei in de eerste helft van 202230% Het verwachte aandeel van de foodservice activiteiten in de groei van Arla in Europa in de periode van de strategie Future2630%

EÉN STERK MERK: ARLA® PRO

Dankzij een wereldwijde strategie voor de foodser vicesector en een nieuwe businessunit die in alle landen en regio’s nauwer samenwerkt, is de basis gelegd voor internationale groei.

“De behoeften van onze klanten zijn vrij verge lijkbaar in veel markten. Daarom werken we aan het creëren van een gezamenlijk assortiment van producten die we kunnen opschalen in alle markten onder het merk Arla® Pro””, aldus Cecilia Kocken.

Wat maakt Arla nu zo sterk in foodservice?

“Ons vermogen om meer te zijn dan alleen een leverancier is een belangrijke kracht die we verder moeten ontwikkelen. We willen samenwerken met onze klanten en oplossingen ontwikkelen voor hun uitdagingen. We hebben een lange traditie voor het co-ontwerpen van producten die voldoen aan de wensen van onze klanten. Begrijpen wat zij nodig hebben om succesvol te zijn, heeft ons in staat gesteld om het vertrouwen te winnen van enkele van de grootste ketens ter wereld””, vertelt Cecilia Kocken.

Als voorbeeld noemt zij Arla’s opstelling van pizza ovens, waarbij de omstandigheden uit de keukens van de pizzaketens nauwkeurig kunnen worden

nagebootst om te verzekeren dat de mozzarella precies op de manier smelt en precies zo elastisch is als de klant verwacht. En met de toename van het aantal bezorgingen wordt de mozzarella ook getest op geschiktheid voor bezorging.

“Keukenprestaties zijn cruciaal voor onze klanten. Daarom besteden we veel tijd aan het luisteren naar hun behoeften om inzicht te krijgen in hun activiteiten, zodat we producten kunnen leveren die voor de chef-koks eenvoudig zijn om mee te werken. Dit kan de werkzaamheden in een drukke keuken verlichten of bijvoorbeeld helpen de hoe veelheid afval te verminderen.””

Een andere kracht van Arla® Pro op concurrentie gebied is een sterke positionering op het vlak van duurzaamheid.

“Onze duurzaamheidsactiviteiten zijn erg belangrijk voor onze foodserviceklanten, omdat consumenten gewoon verwachten dat dat zij investeren in duur zaamheid - of het nu gaat om voedselverspilling of CO2-uitstoot. Daarom willen ze graag samenwer ken met een partner die op dit gebied zeer hoge standaarden hanteert en die hen kan helpen bij een verdere ontwikkeling.””

fOOdsERvIcE
17

KORT niEuws

BOVAER® -PROEVEN IN VOLLE GANG

De eerste Arla-melkveehouders die het Bovaer® -voederadditief testen, gebruiken het nu in hun bedrijf. In totaal hebben zich 23 bedrijven in Duitsland, Denemarken en Zweden vrijwillig aangemeld om mee te doen aan de eerste proefronde die zo’n 7.000 koeien omvat.

De deelnemende bedrijven ontvangen het additief dat bij de levering door de mineralenleverancier al in het mineraalvoer is bijgemengd en klaar is om te worden opgenomen in het totale gemengde rantsoen. Bovaer® is het enige door de EU goedgekeurde voederadditief dat de productie van methaan bij melkkoeien vermindert. Het heeft eerder al een vermindering van de methaanuitstoot met ongeveer 30% laten zien. De proeven lopen tot het derde kwartaal van 2023.

Bodemgezondheid stond bovenaan de agenda toen de leden uit Midden-Europa van Arla’s netwerk voor regeneratieve landbouw in augustus bijeenkwamen bij het bedrijf van melkveehouder Heinz Raffelsiepe in het Duitse Wipperfürth. De focus lag op gezonde bodems en de interactie met voedergewassen. De melkveehouders keken ook naar de toepassing van bewerkte mest en micronutriënten op basis van plantenanalyses.

Uit elke markt nemen zes melkveehouders deel aan het pilotprogramma voor regeneratieve landbouw. Zij werken minimaal vier jaar samen met deskundigen om na te gaan hoe het concept van regeneratieve landbouw werkt in een zuivelbedrijf en hoe de vooruitgang kan worden gemeten om ervoor te zorgen dat Arla een aanpak hanteert die op gegevens uit de praktijk is gebaseerd.

BODEMGEZONDHEID: KENNIS DELEN OVER REGENERATIEVE LANDBOUW
KORT niEuws

70 collega’s van het Zweedse Sales-team namen in augustus een kijkje in de keuken van een van Arla’s innovatiebedrijven.

Melkveehouder Jörgen Eriksson ontving het bezoek in zijn bedrijf in de buurt van Stockholm. Zijn bedrijf behoort tot Arla’s innovatiebedrijven waar nieuwe landbouwmethoden en technologieën worden uitgeprobeerd en getoond. Hier kregen de bezoekers van het verkoopteam uitleg over talrijke stappen die melkveehouders nemen om hun zuivelproductie verder te ontwikkelen, waaronder maatregelen met betrekking tot het optimale eiwitgehalte in een rantsoen, voederefficiëntie, biodiversiteit en de omgang met mest.

“Dit is echt iets om trots op te zijn. We hebben vandaag gezien wat er allemaal gebeurt in een zuivelbedrijf, van

beweiding en voederefficiëntie tot dierenwelzijn en de omgang met mest. Als wij van het Sales-team dit beter begrijpen, kunnen we dit ook proactief met onze klanten delen en hun vragen beantwoorden. Wanneer mijn 60 verkoopmedewerkers volgende week op pad gaan om klanten te ontmoeten, geven ze een presentatie over de werkzaamheden die hier bij het innovatiebedrijf plaatsvinden,”. aldus Micael Pettersson, hoofd verkoop in Oost-Zweden.

Lisa Sööder van Sales in de regio Kumla onderstreepte dit: “Het was een geweldige dag. Hoewel ik zelf in een zuivelbedrijf ben opgegroeid, heb ik toch nieuwe inzichten gekregen over thema’s als biodiversiteit en dierenwelzijn. We zijn echt dichter bij de coöperatieleden en hun bedrijven gekomenen begrijpen nu beter hoe hun wereld met de onze verbonden is.”

KORT niEuws
SALES-COLLEGA’S ONTDEKKEN INNOVATIEVE LANDBOUWPRAKTIJKEN 19

SAMENWERKEN OM TE VERBETEREN

Ole Leonhardt uit Denemarken is één van de 19 melkveehou ders die deelnemen aan de pilot voor de robuustheid van de dieren:

“Wij nemen met veel plezier deel aan dit project. Het is een prestatie-indicator waar we ons al een tijdje bewust van zijn en door deze pilot zullen we ons echt op dit belangrijke gebied concentreren. Al onze medewerkers, evenals onze dierenarts, willen graag bijdragen aan het proces. We hebben het al gehad over een aantal gebieden die voor verbetering vatbaar zijn, zoals het eerder opsporen van dieren die ziek zijn en misschien het aanstellen van een extra parttime medewerker om dit te ondersteunen. We kijken uit naar het eerste bezoek van de externe dierenarts deze week.””

WAT ZIJN DE BIG5?

De Big5 zijn op basis van de gegevens van de Klimaatcheck geïdentificeerd als de meest impactvolle factoren om de klimaatimpact van de bedrijven te verbeteren. Zij zijn verantwoordelijk voor 78% van de verschillen in de scores voor de CO2-voetafdruk binnen de Arla-bedrijven. De vijf klimaatfactoren zijn: voederefficiëntie, optimaal eiwitgehalte, robuustheid van de dieren, gebruik van meststoffen en landgebruik.

HOE KOMT U ERACHTER WAT UW EIGEN SCORE IS?

U kunt uw score op robuustheid van dieren in uw bedrijf bekijken op uw dashboard van de Klimaatcheck in Arlagården®. Ga naar “Klimaatcheck”” in het menu bovenaan en kies “Big5: Reductiepotentieel””.

U kunt ook de scores van vergelijkbare bedrijven bekijken, zodat u een benchmark heeft voor de resultaten van uw bedrijf.

19 BEDRIJVEN 6 MAANDEN 4 uit Duitsland 5 uit het VK 5 uit Denemarken 5 uit Zweden

dE R OB uus T h E id vA n d E

diERE n is c R uciAA l v OOR h ET vERBETERE n vA n

d E K lim AAT imp A c T

De Big5-klimaatfactor “Robuustheid van de dieren” staat centraal in de nieuwste ronde van activiteiten op de pilotbedrijven. We spraken met Peter Stamp Enemark, Arla Senior Manager voor Dierenwelzijn bij Arla en Mats Scharin, dierenarts bij Arla, om meer hierover te weten te komen.

In het kader van de Klimaatcheck meten we de ro buustheid van de dieren aan de hand van het sterftecij fer van koeien. Dit is het percentage van de kudde dat elk jaar overlijdt of wordt geëuthanaseerd bij het bedrijf. De verkoop van onvruchtbare koeien aan slachterij en valt daar niet onder. Het gaat alleen om de dieren waarvan men niet verwachtte dat ze de kudde zouden verlaten. Dit aandeel wordt met de prestatie-indicator gemeten.

In alle gevallen is voorkomen beter dan genezen. Een goed beheer van alle aspecten van uw bedrijfsvoering en wetenschappelijk onderbouwde werkwijzen zijn al tijd de beste manier om dieren gezond te houden. Een systematische aanpak en een nauwe samenwerking met uw dierenarts en andere adviseurs zijn belangrijke factoren voor een toekomstgerichte zuivelproductie.

Koeien die een lang en gezond leven leiden, produ ceren gedurende hun leven meer melk. De CO2-voet afdruk van het grootbrengen van een vaars wordt vervolgens verspreid over een langere periode en een groter melkvolume. Een gezonde melkkoe wordt aan het eind van haar leven ook gebruikt voor de productie van rundvlees, waardoor de klimaatimpact over zowel vlees als zuivel wordt verdeeld. Als een koe ziek is, daalt ook de voederefficiëntie – een gezonde koe is nu eenmaal een efficiëntere koe.

We meten alleen het sterftecijfer, dat wil zeggen het eindpunt. Maar alle aspecten met betrekking tot het dierenwelzijn worden meegewogen, aangezien zij bijdragen aan de uiteindelijke prestatie. Het is van groot belang om de belangrijkste gezondheidsaspecten van de kudde op de voet te volgen, zoals bijv. kreupelheid en mastitis. Kreupelheid kan een veroorzaker zijn van of bijdragen tot veel latere sterfgevallen binnen het bedrijf. Zieke dieren produceren ook minder melk en hebben soms antibioticakuren nodig, waardoor het bedrijf als geheel minder melk produceert.

Wij zijn net begonnen met een programma van zes maanden met 19 bedrijven om de belangrijkste oorzaken van sterfte op de bedrijven te achterhalen en preventiemethoden te ontwikkelen. Deze bedrij ven hebben een hoger sterftecijfer dan gemiddeld en werken samen met de vaste dierenarts van het bedrijf en daarnaast met een adviserende dierenarts om aandachtsgebieden te bepalen en een actieplan voor verbetering op te stellen. Om verbeteringen op bedrijfsniveau te kunnen doorvoeren, is het belangrijk om de oorzaken van het overlijden van de koeien vast te stellen en na te gaan of dit onmiddellijke, bijko mende of onderliggende oorzaken zijn. Dit vereist een goede kwaliteit van de gegevens en geduld. De bedrijven zijn verschillend in omvang en qua systeen en we zijn erg dankbaar voor de inzet die de betrokken melkveehouders tot nu toe hebben getoond.

Ons doel is om veranderingen in het bedrijfsbeheer te identificeren die leiden tot een lager sterftecijfer onder koeien en deze resultaten te delen met alle Arla-melk veehouders. De robuustheid van de dieren heeft een effect op tal van aspecten, van de gezondheid en het welzijn van de dieren tot de economische prestaties en de klimaatimpact van het bedrijf en tot slot de trots van een melkveehouder op zijn kudde.

wAAROm hEEfT dE ROBuusThEid vAn dE diEREn EffEcT Op dE cO2-vOETAfdRuK? hOE KAn iK mijn scORE mET BETREKKing TOT dEzE indicATOR vERBETEREn?
BIg5 21

Inside Arla is het tijdschrift voor Arla-melkveehouders. Het tijdschrift verschijnt in zes talen en wordt gedrukt op FSC-gecertificeerd papier. De publicatie is ook online beschikbaar.

Uitgever: Arla Foods amba, Sønderhøj 14, 8260 Viby, DK. Druk: Stibo Complete.

Wilt u geen gedrukte versie ontvangen? Laat het ons dan weten via insidearla@arlafoods.com.

This printed matter is carbon compensated according to ClimateCalc. Offset purchased from: Gold Standard www.climatecalc.eu CC-000001/DK TM NORDICSWAN ECOLABEL Printed matter 5041 0004

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.