12 minute read
HOE GING HET VERDER MET
Kennisuitwisseling
KIJK OP PAGINA 2
Advertisement
Carmel als kennisalliantie: daar is een belangrijke plaats voor weggelegd in de nieuwe Koers 2018. Medewerkers
leerden ook vorig jaar al op tal van manieren van elkaar, bijvoorbeeld tijdens de vernieuwde Schoolleidingendag.
Het accent op kennisuitwisseling in de nieuwe Koers komt niet uit de lucht vallen. Binnen Carmel leren collega’s in alle lagen en functies al jaren van elkaar. Zo zijn er studiedagen en netwerken over passend onderwijs, zorg, tweede fase, onderbouw, vmbo en kwaliteitszorg. Er zijn leer-werkconferenties over LC- en LD-functies. Er zijn collegiale visitaties, waarbij scholen zichzelf zien door de bril van een ander. En datateams, waarin collega’s gedegen onderzoek doen naar vraagstukken uit de praktijk. Verder komen er dikwijls intervisiegroepen of leernetwerken voort uit de masteropleidingen die steeds meer Carmelcollega’s volgen. En de startbekwaamheidstrajecten voor aspirantteamleiders hebben op veel scholen een vliegwielfunctie voor de professionalisering.
SCHOOLLEIDINGENDAG
Als het gaat om kennisdeling, is een bijzondere rol weggelegd voor de Schoolleidingendag: afgelopen schooljaar op 17 april 2014 in Wolfheze. Ruim tweehonderd deelnemers uit alle managementlagen van alle Carmelscholen kwamen bijeen voor een dag vol inspiratie en uitwisseling. Bijzonder was dat voor het eerst alle workshops door “eigen” mensen werden verzorgd: het was kennisdeling in optima forma. Na de keynotelezing van prof. dr. Geert ten Dam, voorzitter van de Onderwijsraad, volgden 24 presentaties en workshops over projecten, master-afstudeeronderzoeken, experimenten, pilots en meer.
OPEN UITWISSELING
Fennanda van Goor, lid managementteam bestuursbureau, maakt deel uit van de stuurgroep management development. Zij zegt over de Schoolleidingendag: ‘Het ging echt om leren van en met elkaar. Dat leidde tot een bijzondere dynamiek. Omdat alle voorbeelden “uit eigen huis” kwamen, was de herkenbaarheid veel groter. De drempel om vragen te stellen was laag en dat leidde tot een heel open uitwisseling. “Dit weten we, hier zijn we nog niet uit, wat denken jullie hiervan?” Deelnemers gingen echt met elkaar in gesprek. Er was een combinatie van bevlogenheid en betrokkenheid. Dat zie je ook terug in de reacties die ons via de schoolleiders hebben bereikt. Heel vaak kregen we de vraag of we het volgend jaar weer volgens dezelfde formule kunnen doen. Dat zegt genoeg. De schoolleidingendag 2014 genereerde niet alleen heel veel energie, we hebben met zijn alleen ook weer een basis gelegd voor kwalitatief goed onderwijs. Het leren van nu en de toekomst.’ ◗
Alle presentaties van de Schoolleidingendag 2014 zijn na te lezen op het Carmel Intranet. ◗
‘Carmel is in acht jaar erg veranderd’
De opvolger is bekend. Op 1 januari 2015 treedt drs. Fridse Mobach toe tot het College van Bestuur als
opvolger van Ton Thomassen RA, die met pensioen gaat. Hij is dan ruim acht jaar bestuurder van Carmel
geweest. ‘Er is veel veranderd. Ik zie grote verschillen.’
Ton Thomassen
In elk exitgesprek komt de vraag wat de vertrekkende persoon heeft bereikt. Die kant wil Thomassen niet op. ‘Het past niet bij mij’, zegt hij. En: ‘Het zou niet terecht zijn. Alles wat je wilt en bereikt, doe je sámen, dat is mijn overtuiging. In het College van Bestuur werken Romain en ik volstrekt collegiaal. Dat betekent ook: samen met het Convent van Schoolleiders, de Raad van Toezicht, alle medewerkers.’
Hij zegt het stellig. Mede door zijn militaire achtergrond. Thomassen studeerde onder meer aan de Koninklijke Militaire Academie (administratief-economische richting) en bracht het als beroepsoffi cier tot de rang van majoor. ‘Ik heb er geleerd dat iedereen altijd moet handelen. In gevechtssituaties kun je niet wachten tot de generaal terug is. Iedereen moet iets en dat maakt een organisatie beter en sterker. Vooral als je daarbij samenwerkt.’
BESLUITEN NEMEN
Thomassen verliet de krijgsmacht toen hij op formele gronden niet in aanmerking kwam voor een
functie waarvoor hij gevraagd was en die hem trok. ‘Hét moment om verder te kijken. Ik heb gewerkt als accountant en consultant, in loondienst en als zelfstandig ondernemer. Besluiten nemen, hè. Niet afwachten.’
Die attitude bracht hem in de kringen van het onderwijs. ‘Een verhaal apart’, zegt Thomassen. In 1986 bezocht hij met zijn vrouw een bijeenkomst van de ouderraad op de school van zijn dochter. ‘Er werden nieuwe leden gezocht. Mijn vrouw stond op en zei: “Ton wil dat wel doen!” Een paar maanden later werd ik voorzitter van de ouderraad. Zeven jaar gedaan. Bij mijn afscheid droeg de ouderraad me voor als lid van het schoolbestuur. Daar werd ik voorzitter van de werkgroep die vorm moest geven aan een nieuwe structuur, met een College van Bestuur en een Raad van Toezicht.’
Zo kwam hij tot twintig jaar bestuurlijke ervaring in het onderwijs. Voor een bureau voor executive search aanleiding hem te benaderen voor de functie van lid van het College van Bestuur van Carmel. De afl oop is bekend. ‘Ik heb het altijd belangrijk gevonden iets voor de samenleving te doen. Noem het een drive, een sterke intrinsieke motivatie. Je moet iets over hebben voor de gemeenschap. Bovendien ben ik nooit bang geweest om aan iets nieuws te beginnen. Je leeft maar één keer.’
GROTE VERSCHILLEN
Al wil Thomassen niet over “zijn” verdienste spreken, hij stelt vast dat Carmel sinds zijn eerste dagen in 2006 is veranderd. ‘Dat gaat geleidelijk, maar ik zie grote verschillen.’ Gevraagd welke, neemt hij even bedenktijd. ‘Het belangrijkst is dat de organisatie Carmel en de aangesloten scholen nu individualiteit beter kunnen combineren met gezamenlijkheid en collectieve belangen. Daardoor worden we steeds meer een kennisalliantie. Recent hebben we stappen gezet in de richting van meer centralisatie van de ICT. Van groot gewicht is verder de toegenomen aandacht voor de pedagogisch-didactische toerusting en de identiteit en spiritualiteit van Carmel. Maar, nogmaals: ik heb daaraan bijgedragen, ik heb het beslist niet alleen gedaan.’ In dit verband wijst hij op de vele leidinggevenden die een management developmenttraject hebben gevolgd. ‘Zo ontstaat een gemeenschappelijke taal. Dat gaat zover dat we bij de werving van nieuwe schoolleiders niet alleen kijken of ze in het profi el passen, maar ook of ze in het geheel van Carmel passen. We zijn meer een club geworden.’
OBSERVATIES
En nu dan zijn afscheid. Nee, Thomassen wil niets meegeven. ‘Ik heb acht jaar gelegenheid gehad mee de koers uit te zetten. Met veel plezier, maar het is goed zo.’ Onbewust sluipen er dan toch nog wat observaties in. Over de teams, bijvoorbeeld: ‘Vaak is het nog een aanduiding voor een organisatorische eenheid. Maar een echt team is méér, daar doe je iets voor elkaar en je maakt weloverwogen gebruik van elkaars kwaliteiten. Dat zou ik vaker willen zien. Dat kan bij Carmel, je mag bij ons fouten maken, mits je ervan leert. Als mensen geen fouten mogen maken, ontneem je hen hun eigen verantwoordelijkheid.’
Nog een punt: ‘Het scouten van mensen. Een moeilijk onderwerp, maar veelbelovende mensen zou je een carrièrepatroon kunnen voorhouden, dat gebeurt in andere sectoren ook. Meer doorstroming zou eveneens goed zijn. Maar houd me ten goede: dit zijn particuliere observaties. Op 1 januari 2015 ben ik weg.’
Zal hij Carmel missen? ‘Ja en nee’, luidt het antwoord. ‘Er ligt een nieuwe uitdaging als bestuurslid van Stichting De 4Daagse Nijmegen. Dat staat nu nog op een laag pitje door tijdgebrek. Na 1 januari wordt dat anders en daar heb ik zin in. Ach, ik zal wel eens met weemoed terugdenken, maar ik kijk liever vooruit.’ ◗
SCAN MET
KIJK OP PAGINA 2
alvast kennismaken met alvast kennismaken met fridse mobach? fridse mobach?
Fridse Mobach
Datateams zelfstandig verder
Steeds meer Carmelscholen laten speciale onderzoeksteams van docenten en schoolleiders naar oplossingen
zoeken voor ingewikkelde onderwijsvraagstukken. Diverse ‘datateams’ van het eerste uur staan inmiddels al
een jaar op eigen benen. Hoe loopt dat? Verslag uit Oldenzaal en Almelo.
Hoofdpijn krijgen veel scholen ervan: een dalend rendement in de bovenbouw. Te veel leerlingen blijven zitten of stromen af naar een lager onderwijstype. En de oorzaak? Probeer daar maar eens een vinger achter te krijgen. Ook de locaties Almelo van Canisius en Lyceumstraat van het Twents Carmel College in Oldenzaal worstelen met dit probleem. Canisius signaleerde dat zijn doorstroomrendement op de havo al drie jaar onder het landelijk gemiddelde zat. En het Twents Carmel College zag het percentage 3 vwo-leerlingen dat afstroomt naar 4 havo, in drie jaar tijd verdubbelen tot 9,6 procent. Wat was er toch aan de hand? Beide scholen besloten een datateam in te zetten. Dit is een klein onderzoeksteam van docenten en schoolleiders dat met behulp van gegevens (data) oplossingen zoekt voor hardnekkige onderwijsproblemen.
HOUVAST
Sinds een jaar of drie stimuleert Carmel de vorming van dit soort datateams. Het mes snijdt aan twee kanten: de onderzoeksuitkomsten helpen om de onderwijskwaliteit te verbeteren en het doen van onderzoek stimuleert de professionele ontwikkeling van de medewerkers.
Eind 2011 ging een eerste lichting van tien teams van start, waaronder die van Twents Carmel College locatie Lyceumstraat (inmiddels bekend als “Datateam Determinatie”) en Canisius locatie Almelo (inmiddels bekend als “Datateam Canisius 1”). Een tweede tranche van nog eens tien teams volgde in het najaar van 2013. Alle teams werden twee jaar lang begeleid door de Universiteit Twente. Er werden instrumenten ontwikkeld om de teams meer houvast te geven, zoals een achtstappenplan voor het doen van onderzoek: probleem defi niëren (1), hypotheses opstellen (2), data verzamelen (3), de kwaliteit van de data controleren (4), de data analyseren (5), interpreteren en conclusies formuleren (6), maatregelen nemen (7) en die tot slot evalueren (8). Het bleek geen overbodige luxe. Onderzoek doen is voor docenten nu eenmaal geen dagelijkse kost.
WENNEN
Inmiddels is voor alle datateams de begeleidingsperiode afgelopen. Van de eerste lichting zijn drie datateams gestopt, drie scholen zijn met een nieuw team gestart en drie datateams van het eerste uur zijn zelfstandig doorgegaan met hun lopende onderzoek (zie kader). Het “Datateam Determinatie” op het Twents Carmel College locatie Lyceumstraat hoort tot die laatste groep. Voor hen was het wegvallen van de begeleiding wel even wennen, zeker omdat ze net een nieuwe weg in het onderzoek waren ingeslagen. Lange tijd hadden ze gezocht naar verklaringen voor de eerdergenoemde afstroom van 3 vwo naar 4 havo. Die vonden ze niet: hun hypotheses bleken niet te kloppen. Opmerkelijk genoeg verminderde de afstroom intussen wél. Een indirect effect van de toegenomen bewustwording bij docenten, denkt voorzitter Marjo Nijmeijer van het datateam. ‘Ons onderzoek heeft afstroom op de agenda gezet en dat heeft er bijvoorbeeld toe geleid dat de overgangsnormen zijn aangepast en docenten duidelijker zijn geworden in hun adviezen.’
Onderwijl diende zich een nieuwe prioriteit aan. De doorstroom van 3 naar 4 havo bereikte met 66,1 procent een dieptepunt. Het datateam gooide het roer om en richtte zich op dit probleem. Opnieuw bleek het lastig om grip te krijgen op de oorzaken. Maar het effect op het denken in de school werd sterker. ‘Doordat wij vragen zijn gaan stellen, zijn steeds meer mensen onderzoeksmatig gaan denken’, zegt Marijke Lanjouw van het datateam. ‘Veel docenten en mentoren hadden zich bijvoorbeeld nooit zo gerealiseerd dat je gericht kunt sturen op dit soort zaken.’
DATATEAMS LIJKEN EFFECTIEF
Voor de zomervakantie maakten onderzoekers van de Universiteit Twente een belronde langs alle negen Carmelscholen uit de eerste tranche. Drie datateams bleken na het afl open van de begeleidingsperiode te zijn doorgegaan met hun lopende onderzoek. Nog eens drie datateams zijn in vernieuwde samenstelling verder gegaan. Op de drie overige scholen zijn de datateams om uiteenlopende redenen gestopt.
Min of meer tegelijkertijd werden de uitkomsten bekend van een kwalitatief onderzoek onder zes van deze Carmelscholen. Een greep uit de bevindingen: • Op drie van de onderzochte scholen heeft het werken met datateams zich duurzaam een plaats op school verworven. Die scholen kenmerken zich bijvoorbeeld door een visie op datagebruik en een gedeelde visie op werken in een datateam. Maar bijvoorbeeld ook door de aanwezigheid van een “teacherleader” in het datateam die na afl oop van de begeleiding voor continuïteit zorgt.
Of door gelijkwaardigheid in de besluitvorming, door steun vanuit de schoolleiding en door facilitering van de teamleden. • Bij bijna alle scholen heeft het werken volgens de datateam-methode tot meer kennis, vaardigheden en toepassing door de teamleden geleid. • Twee van de scholen hebben inmiddels hun probleem opgelost of gereduceerd. ◗
VERGELIJKBAAR ONDERZOEK
Toen het datateam uit Oldenzaal zich na het verwerpen van zijn laatste hypothese beraadde op de toekomst, hoorden zij dat een ander datateam uit de eerste lichting een vergelijkbaar thema had: Canisius 1. Dit team was aan het zoeken naar manieren om het doorstroompercentage in 3, 4 en 5 havo van de school weer op het landelijk gemiddelde van 85 te krijgen. Ook deze docent-onderzoekers hadden niet een-tweedrie beet. Diverse hypotheses werden onderzocht en verworpen. Tot het team rond de jaarwisseling van 2012 iets interessants op het spoor kwam. ‘Eerst dachten we dat leerlingen die in 3 havo na een slechte start toch overgingen, datzelfde probeerden in 4 havo’, zegt Geran te Lintelo, teamleider bovenbouw havo en namens de schoolleiding lid van het datateam. ‘Maar dat bleek niet zo te zijn. Wel bleken de resultaten in periode 1 een goede voorspeller van de kans op zittenblijven in 4 havo. De leerlingen die in periode 1 op doubleren/bespreekgeval stonden, hadden maar 50 procent kans om aan het eind van het jaar over te gaan. En van alle zittenblijvers in 4 havo had 99 procent in periode 1 een doubleren- dan wel bespreekgevalrapport gehad.’
De crux bleek te zitten bij hun motivatie, concentratie, taakaanpak, mogelijkheid tot memoriseren, lichamelijke conditie en welbevinden. ‘Daarom hebben we nu voor alle 4 havo-leerlingen in periode 1 een mentorles ingevoerd’, vervolgt Te Lintelo. ‘Verder is het onze bedoeling om komend jaar alle leerlingen die na de eerste periode in leerjaar vier nog op “bespreekgeval/zittenblijven” staan, een verplichte cursus aan te bieden.’
RAADPLEGEN
Ook al was de procesbegeleiding formeel afgelopen, in het eerste jaar van hun zelfstandigheid mochten de datateams van de eerste lichting nog vijfmaal de begeleiders van de Universiteit Twente raadplegen. Canisius 1 heeft van die mogelijkheid geen gebruik gemaakt. ‘Dit type onderzoek hebben we inmiddels wel zo’n beetje onder de knie’, zegt voorzitter Patrick Kleine Staarman van het datateam. ‘We hebben vrij veel deskundigheid in huis. Een van onze teamleden is de kwaliteitszorgmedewerker en zij heeft ruime ervaring met data-analyse.’
Het “Datateam Determinatie” van het Twents Carmel College Lyceumstraat maakte daarentegen juist dankbaar gebruik van de consultatiemogelijkheid. ‘Het afgelopen schooljaar hebben we vooral besteed aan het opzetten van een kwalitatief onderzoek’, vertelt datateamlid en adjunct-directeur derde klassen Gitti Burema. ‘Omdat wij tot nu toe nooit kwalitatief onderzoek hadden gedaan, viel dat niet mee. Met onze zoektocht naar een antwoord zijn we het afgelopen jaar daardoor niet veel verder gekomen.