14 minute read
De goede gesprekken ontstaan spontaan
» In gesprek met Carmel
Advertisement
Iedere Carmelschool is anders, en toch ‘typisch Carmel’. Dat kenmerkende, waar zit dat in? In Carmel Magazine wisselen nieuwkomers en oudgedienden op Carmelscholen hierover van gedachten. Ditmaal: wat betekent het voor leerlingen, docenten en schoolleiding van Carmelcollege Gouda, locatie Antoniuscollege, om met elkaar in gesprek te zijn?
In gesprek bij Carmelcollege Gouda
Nieuwkomer: Julien Pape
Docent Frans sinds augustus 2020
Vertrouwd gezicht: Anne Kuiken
Docent biologie (regulier en tto) sinds 2015
Oudgediende: Ank Brent
Rector (en voormalig locatiedirecteur) sinds 2011
Gespreksleider: Franciska Soepboer
Adviseur onderwijs bij Stichting Carmelcollege
Het gebeurt niet vaak dat een gesprek begint met een minutenlange stilte. Vanochtend wel, want schoolleider Ank Brent en docenten Anne Kuiken en Julien Pape denken na over de tekst die voor hen ligt. Het is een tekst van de karmelieten over openheid en respect: ”...De persoon is niet een maakbaar en herhaalbaar individu. (...) Jij, zoals je bent, mag er zijn...” (zie kader). Na een paar minuten zegt gespreksleider Franciska Soepboer: ‘Wat roept deze tekst bij jullie op? Daarover zou ik graag het goede gesprek voeren. Deze term - “het goede gesprek” - gebruiken we in de dagelijkse praktijk voor allerlei gesprekken die voor ons van betekenis zijn. Maar “het goede gesprek” is ook de naam van een specifieke werkvorm, waarin mensen samen zoeken, open vragen stellen, nieuwsgierig zijn zonder in discussie te vervallen. In “het goede gesprek” leggen mensen hun perspectieven naast elkaar. Daarom is mijn vraag: wat zijn jullie perspectieven op deze tekst?’ >>
Ruimte in verbinding
In het najaar van 2020 verscheen bij Carmel het kennismakingskatern ‘Ruimte in verbinding’. Dit digitale magazine - bedoeld voor nieuwe medewerkers - gaat over wie wij zijn, onze waarden en normen, onze geschiedenis en onze verhalen. In de komende edities van Carmel Magazine gaan we met nieuwkomers en oudgedienden op een Carmelschool in gesprek over een van de vijf thema’s: ‘Elke mens, heel de mens, alle mensen’, ‘Kennis is maar de helft’, ‘Carmel in gesprek’, ‘Ons verhaal’ en ‘Onderdeel zijn van Carmel’.
Lees het katern via:
kennismaken.carmel.nl
of scan de QR-code.
De persoon open houden
De spiritualiteit van de karmelieten houdt de persoon open: de persoon is niet een maakbaar en herhaalbaar individu, een product van opvoedingsmechanismen. Een persoon is uiteindelijk een open geheim, Onvervangbaar, En niet op te delen en in te passen in hokjes en rollen. Dat betekent dat je de ander benadert met respect: Jij, zoals je bent, mag er zijn. Dat je de ander ondersteunt (om het beste in zichzelf naar boven te halen, Zonder eigen projecties en belangen).
Bron: Bezielde Professionaliteit, module Aandacht.
Anne: ‘Wat ik mooi vind, is dat stuk over “jij mag er zijn zoals je bent, we ondersteunen je, we benaderen je met respect.’ Julien: ‘Voor mij gaat dit over de wens om iedere leerling gezien te laten worden. Ook de leerlingen die terughoudender zijn, die minder opvallen in de klas. Een klas is geen verzameling individuen die je iets probeert bij te brengen, elk individu is een persoon.’ Anne: ‘De zin over “ondersteunen zonder projecties” vind ik mooi. Daar moet je als docent naar streven, denk ik, al is het moeilijk.’ Ank: ‘Hoe kunnen wij leerlingen helpen zonder projecties naar andere zienswijzen of culturen te kijken? Dat vind ik een interessante vraag in het kader van burgerschapsvorming. Bij ons op school voeren we daar al veel gesprekken over, bijvoorbeeld binnen de Student of Colour Alliance.’ Anne: ‘Misschien kennen jullie de Gender Sexuality Alliance, een initiatief om op school te praten over gender en seksualiteit. Met mijn collega Franka Brouwer heb ik hier op school iets vergelijkbaars opgericht rondom antiracisme en -discriminatie. De Student of Colour Alliance is een plek waar leerlingen goede gesprekken voeren en veel van elkaar leren. We beginnen vaak met een werkvorm, vandaaruit ontstaat het gesprek vanzelf. Van tevoren hebben we met de leerlingen afgesproken wat de Student of Colour Alliance voor groep moet zijn. Voor iedereen stond op één dat het een veilige plek moet zijn. Een plek waar niemand zich veroordeeld voelt en waar je openstaat voor feedback als je onverhoopt toch een keer iets zegt wat niet zo tof is. Doordat die afspraken er zijn, kunnen we makkelijk zeggen: “hé, dit wordt een discussie, die kant zouden we niet opgaan.” Maar dat gebeurt niet vaak. Het zijn allemaal toffe, welwillende leerlingen.’
Julien: ‘Ik werk pas sinds dit jaar op het Antonius, maar ik merk dat er ook in de klassen die ik lesgeef veel acceptatie is. Ik heb bijvoorbeeld twee leerlingen in de klas die in transitie zijn van meisje naar jongen. Die worden volledig geaccepteerd, ze draaien gewoon mee in de vriendengroepen die ze al voor de start van de transitie hadden.’
Wat maakt het voor leerlingen mogelijk om open te staan voor elkaar?
Julien: ‘Mijn beeld is dat we met zijn allen een veilige sfeer creëren in het gebouw.’ Anne: ‘Ja, het zit in je houding. Natuurlijk ben je tijdens de les niet voortdurend goede gesprekken aan het voeren, je hebt ook gewoon je Franse grammatica of je biologie-onderwerpen te bespreken. Het zit meer in de kleine dingen, bijvoorbeeld in de keuze van een voorbeeld waarmee je laat zien: we zijn allemaal goed zoals we zijn. Ik vind het lastig in woorden te vatten, maar openheid is iets wat je uitstraalt als team.’ Ank: ‘En door het als team goed voor te leven, gaan de leerlingen er makkelijker in mee.’ Anne: ‘Ik denk dat we onderschatten hoe kneedbaar leerlingen zijn. Als je gewoon het gesprek aangaat, zijn leerlingen zoveel meer open-minded dan je in eerste instantie misschien denkt. We moeten jongeren niet onderschatten: de volgende generatie is echt cool.’
Is er een vergelijkbare openheid onder docenten en schoolleiding?
Julien: ‘Ik ben net klaar met mijn opleiding, dus ik heb de afgelopen jaren veel scholen van binnen gezien. En dan merk ik dat de sectie hier erg openstaat voor nieuwe ideeën. Het is niet: “jij bent de nieuwkomer, dus je doet het maar zoals wij het hebben bedacht”. Voor mijn gevoel was ik vanaf dag één volwaardig lid van de sectie.' Ank: ‘Ik trek als schoolleider vooral veel met de mensen op. Zonder relatie geen prestatie, daar geloof ik in. Beleidsstukken schrijf ik op andere momenten wel, mijn tijd op school besteed ik liever aan het voeren van gesprekken. Als ik hoor of weet dat iemand niet goed in zijn vel zit, stuur ik een berichtje: “als je behoefte hebt om erover te praten, laat het even weten”. Daar hoeft een docent niet op in te gaan, maar ik vind het belangrijk dat we van elkaar weten dat die ruimte er is, dat je die mag nemen.’
Hoe voer je goede gesprekken als de scholen (deels) gesloten zijn?
Julien: ‘Ik bel soms met een collega met wie ik vanaf het begin een goede klik heb, gewoon om even te sparren. Online lesgeven heeft haken en ogen; zeker als je nieuw bent, is dat redelijk lastig. Het is geruststellend om te horen dat het normaal is dat de ene les beter gaat dan de andere. Als je vanuit huis lesgeeft en niet veel collega’s ziet, kom je in je eigen bubbel te zitten. Dan ben je soms geneigd vooral te kijken naar dingen die niet goed gingen. Het is fijn om af en toe even een collega te spreken.’
Anne: ‘Ik had onlangs nog een mooi online gesprek met een leerling, meer een chat met een voormalige tutorleerling eigenlijk. Hij stuurde een berichtje: “Mevrouw, ik lever mijn huiswerk wat later in, want het is allemaal niet gelukt en ik heb net ruzie gehad thuis en ik heb er een beetje stress van”. Ik stuurde een berichtje terug en toen kwam er een heel gesprek op gang. Later stuurde hij: “Mevrouw, bedankt dat ik dat even mocht vertellen.” Dat vond ik mooi, dat het contact toch zijn weg vond. Het hielp dat we al een relatie hadden opgebouwd.’
In hoeverre kan een docent in gesprek met leerlingen eigen ervaringen inbrengen?
Anne: ‘Ik denk dat het juist bij jongeren van deze leeftijd belangrijk is om te laten zien dat jij ook onzekerheden hebt. Ik doe bijvoorbeeld bij biologie in samenwerking met levensbeschouwing een project over liefde, seksualiteit en relaties. Als de sfeer in de groep goed is - en dat is tot nu toe eigenlijk altijd zo geweest - kan ik ook over mijn eigen ervaringen en onzekerheden in de puberteit vertellen. Leerlingen vinden dat fijn, want ze hebben allemaal hartstikke weinig ervaring, maar denken van elkaar dat ze veel ervaring hebben. Doordat ik open ben over mijn ervaringen, zien ze: “oh, wacht, dit is geen gek gevoel, dit hebben veel mensen”.’
Is het makkelijk om de ruimte te nemen om met collega’s in gesprek te gaan?
Anne: ‘Ik kan zo bij de teamleiders binnenlopen en zeggen: kunnen we het hier of daar eens over hebben, want ik heb er iets over te zeggen. Voor mij voelt dat als vanzelfsprekend, maar als ik mensen van andere scholen spreek, besef ik hoe luxe dat is. Ik voel me hier heel erg thuis, ik mag mezelf zijn. Ik denk ook dat je pas echt een goede school kunt zijn als docenten zich gezien en gehoord voelen.' Julien: ‘Als jij je als docent op je gemak voelt, straal je dat uit. Niet alleen naar je collega’s en naar de teamleiders, maar ook naar de leerlingen. Dan ontstaan de goede gesprekken spontaan.’
Wil je meer horen van Julien, Anne en Ank? Scan de QR-code en bekijk de video!
» naam artikel Opmerkelijk
Lees in Koers 2025: 'Groei zichtbaar maken'
carmel.nl/specials/Koers2025/ groei-zichtbaar-maken
DE KOERS NAAR EEN FORMATIEVE CULTUUR
‘Docenten werken graag hard, willen kennis doorgeven aan hun leerlingen. In een (meer) formatieve cultuur, doet de docent eigenlijk juist een stapje terug.’ Christel Wolterinck kan er uren over vertellen. Dit voorjaar promoveert zij op dit onderwerp bij de Universiteit Twente, wat een mooi proces is geweest van pieken én dalen. Daarnaast is ze werkzaam als conrector Onderwijs en Onderzoek op Marianum, en brengt ze haar kennis en ervaring graag in praktijk binnen Carmel.
Regie in eigen hand
Evaluatieve cyclus
Christel: ‘De kern van zo’n formatieve cultuur is dat je denkt en handelt vanuit doelen. Dat je de doelen scherp hebt met elkaar: hoe ziet succes eruit? Waar staan we nu? En wat is vanuit daar de volgende stap? Deze "evaluatieve cyclus" van vragen is een essentieel element in een formatieve cultuur. Het maakt het proces, de groei en ontwikkeling zichtbaar. Maar formatief handelen is niet iets dat alleen gebeurt in de klas. Het werkt ook door in de leerlingbegeleiding van een mentor, de ontwikkelingen binnen een vaksectie en wanneer je als schoolleider gesprekken voert over het teamplan. Samen borg je kwaliteit, bespreek je doelen, meet je waar je staat en bepaal je de volgende stap. Formatief evalueren is van iedereen. Binnen Carmel staan we aan het begin van dit uitdagende proces. Met elkaar zijn we bezig om gemeenschappelijke beelden te ontwikkelen. Hoe staan we ervoor en waar werken we samen naartoe? De onderwijsparagraaf in Koers 2025 beschrijft het mooi. Door meer te denken in doelen en te beschrijven hoe succes eruitziet, breng je het onderwijsproces in beeld en kunnen leerlingen hun persoonlijke leerroutes beter volgen. We willen dat onze leerlingen zelf goed weten waar ze staan in hun ontwikkeling, waardoor motivatie en zelfregulatie ontstaat. De regie in eigen hand zorgt weer voor betekenisvoller onderwijs op maat. Als docent ben je dus minder aan het zenden, maar je creëert betrokkenheid door de manier van leren samen vorm te geven.
» naam artikel
‘Je les formatiever inrichten? Kleine stapjes!’
Feedbackcultuur
Ons Nederlandse onderwijssysteem is veelal gericht op resultaten van (school)examens en de summatieve functie van toetsen (cijfers geven). Wetenschappelijk onderzoek toont aan dat het beter is om je te richten op vragen als: wat kan een leerling al wel en niet, en wat heb ik te doen om hieraan te werken? Bovendien zien docenten soms wel 150 leerlingen op een dag, dus je moet het ook niet willen om alles zelf in beeld te hebben. In een feedbackcultuur ben je gericht op inzicht in de voortgang en om verdere ontwikkeling bij te sturen. Laat leerlingen elkaar feedback geven. En niet alleen leerlingen, maar ook docenten en leerlingen, docenten onderling, en schoolleiders en docenten.
Kracht van kennisinfrastructuur
De overheid schrijft voor wat we moeten toetsen en examineren. Maar wat kunnen wij zelf doen zodat we nadrukkelijker ‘samen leren’? In Koers gebruiken we gemeenschappelijke taal voor ambities waaraan scholen vorm en inhoud geven binnen de eigen context. Het is belangrijk om eigenaarschap te creëren in scholen en gelijktijdig de kansen te benutten van een kennisinfrastructuur binnen Carmel. Kennis, vaardigheden en ervaring met elkaar delen en beschikbaar maken, dáár ligt de kracht. Dit vergt een omschakeling, waar Carmel zich in ontwikkelt. Kijk naar de platforms “Onderwijs en Innovatie” en “Kennis is maar de helft”, de reeds ingevoerde zelfevaluaties en de collegiale visitaties. En zeker niet onbelangrijk: hebben we alle kennis zelf in huis om dit te leren, of willen we optrekken met andere partijen om deze professionaliseringsslag samen te ontwikkelen? Niet alleen binnen de grenzen van Nederland, ook het leren van onderwijs in andere landen is iets dat we steeds meer doen. Denk aan sessies met John Hattie en Shirley Clark.
Formatievere lessen: kleine stapjes!
Als onderdeel van het promotieonderzoek vonden er afgelopen jaren verschillende trainingen plaats op het gebied van formatief toetsen. Want hoe kunnen docenten hun lessen nou formatiever inrichten? Het antwoord is: kleine stapjes! Neem eens een les op en reflecteer daar zelf op. Deel je criteria en leerdoelen met elkaar, hoe zien ze eruit? En doe dit met een aantal collega’s, kijk naar en leer van elkaars lessen. Wat werkt goed en wat niet? Als leerlingen een presentatie moeten houden, stel dan samen met leerlingen de succescriteria op. Gebruik voorbeelden van goede en minder goede presentaties en vraag of leerlingen dit kunnen benoemen. Wat je dan krijgt is dat leerlingen zélf ervaren wat succes is, je ontwikkelt samen een neus voor kwaliteit.
Samenbrengen wetenschap en praktijk
Ik kijk ontzettend positief terug op het promotieonderzoek en heb mijn rugzak enorm kunnen vullen. Het mooiste vind ik om met een been in de wetenschap te staan en het andere in de praktijk. Hier zit soms een grote kloof, want wat zie je van die waardevolle opbrengsten uit onderzoek nou uiteindelijk terug in de school? De vertaling van die kennis naar de praktijk vind ik ontzettend gaaf. En zo is er nog een aantal mooie initiatieven binnen Carmel, waarbij veel wordt samengewerkt met externen zoals de Universiteit Twente. Aan de andere kant: zo’n onderzoek vergt een lange adem, vooral de combinatie met een baan op school en een gezin. Dat is het meer dan waard, maar geen fulltime onderzoekersfunctie voor mij! De rol van kennismakelaar tussen wetenschap en praktijk, die hoop ik nog lang te mogen blijven vervullen.’
COLOFON
Carmel Magazine wordt gemaakt voor medewerkers en relaties van Stichting Carmelcollege en verschijnt drie keer per jaar.
Wil je iets aan ons kwijt of heb je nog vragen? Stuur dan een mailtje naar carmelmagazine@ carmel.nl.
Redactie
• Stichting
Carmelcollege » Fijke Hoogendijk » Daphne Razi • Hans Morssinkhof
Publicity » Hans Morssinkhof • Perspect
Communicatiebureau » Suzanne Visser
Ontwerp en opmaak
Digidee - creating brand love
Fotografie
Van Dijken fotografie en film
Drukwerk
Gildeprint
» Het laatste woord
De toekomst kijkt ons aan
Die jongen, wat zal er van hem worden? En wat van de meisjes en jongens in zijn klas en alle andere klassen? Zit er een minister bij? Een ambachtelijke bakker of een briljant chemicus? Misschien een verpleegkundige die mensenlevens redt?
Vrijwel dagelijks zitten ze voor ons. Nu even niet, maar die tijd keert terug. En dan zullen ze als vanouds enthousiast zijn of verveeld. Soms zelfs ronduit vervelend. Vandaag gemotiveerd, morgen met geen stok in beweging te krijgen. Maar ze zijn er. Ze kijken ons aan en verwachten leerstof en levenslessen.
En wij kunnen niet wachten tot het eindelijk weer zo ver is. Die volle klas. Het rumoer, het gefluister, de spontane lach, de heftige verontwaardiging. We zien onze leerlingen in de ogen. Zo trekken we met elkaar op. En leren we van elkaar. Zij van ons, wij van hen. In onuitgesproken vertrouwen helpen we elkaar door een moeilijk jaar.
Dat is het mooie van ons werk: wij maken toekomst. Voor de leerlingen en onszelf. Voor elke mens, heel de mens en alle mensen.
Stichting Carmelcollege
Drienerparkweg 16 » Postbus 864 » 7550 AW Hengelo (074) 245 55 55 » info@carmel.nl » www.carmel.nl